Bijsluiter : informatie voor de gebruiker Flixotide 50 en 250 microgram/dosis – Aërosol, suspensie Fluticasonpropionaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. • Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. • Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. • Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen,want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. • Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Inhoud van deze bijsluiter: 1. Wat is Flixotide en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u Flixotide niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u Flixotide ? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Flixotide? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie 1
Wat is Flixotide en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
Flixotide is een corticosteroïd (cortisonderivaat) om langs de mond in te ademen (door inademing). Het is een geneesmiddel bestemd voor de basisbehandeling van astma. Het kan eveneens voorgeschreven worden voor de symptomatische behandeling van de ernstige vormen van chronisch obstructieve longziekte (chronische, invaliderende ziekte die gekenmerkt wordt door een geleidelijke toenemende kortademigheid als gevolg van ontsteking van de luchtwegen) maar alleen in combinatie met andere geneesmiddelen die langwerkende bronchodilatatoren worden genoemd als het gebruik van deze laatste middelen niet volstaat. Flixotide is aangewezen: • bij astmapatiënten die aan minstens één van de volgende voorwaarden voldoen: - opstoten meer dan 1 tot 2 keer per week; - opstoten met invloed op de activiteit en de slaap; - nachtelijke astmasymptomen meer dan 2 keer per maand; - chronische symptomen die bijna dagelijks een kortwerkende bèta-2-agonist vereisen (behandeling die de luchtwegen openzet, gebruikt bij de behandeling van astma); - expiratoire piekstroomwaarde: 60 - 80%; - 20 - 30% piekstroomvariabiliteit. • bij astmapatiënten met onstabiele astma ondanks hun profylactische behandeling. In dit geval vermijdt Flixotide dat orale corticoïden moeten ingenomen worden; • bij patiënten die langs orale weg met corticosteroïden behandeld worden; • bij patiënten met chronisch obstructief longlijden. Flixotide verlicht geen acute aanval (zie ook rubriek « Wanneer mag u Flixotide niet gebruiken? »).
1/9
2
Wanneer mag u Flixotide niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u Flixotide niet gebruiken? - U bent allergisch voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. - Als u lijdt aan actieve of latente pulmonaire tuberculose. - Als u lijdt aan een virale infectie. - Als u een acute aanval heeft: in dit geval moet u een snelwerkende en kortwerkende bronchodilatator gebruiken om de symptomen van de acute aanval te verlichten. Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel? Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt. •
Raadpleeg uw arts of uw apotheker: - Als u allergisch bent voor een geneesmiddel dat uw ziekte behandelt; - Als u onlangs tuberculose had of er voor behandeld werd; - Als u andere corticoïden gebruikte, oraal of via inhalatie. - Als u suikerziekte hebt: in zeer zeldzame gevallen werd vastgesteld dat de controle van uw suikerziekte kan beïnvloed worden door gebruik van Flixotide.
•
Flixotide verlicht geen acute aanval en mag daarvoor niet worden gebruikt.
•
Om het astma goed onder controle te houden, is het belangrijk deze behandeling regelmatig te volgen, overeenkomstig de aanwijzingen van uw arts. Verwittig uw arts als uw symptomen van astma verergeren.
•
Volg nauwkeurig de inhalatietechniek op. Synchroniseer de inhalatie goed met de inademing om een maximaal effect te bekomen.
•
Verwittig uw arts in geval van aanhoudend ongemak in de mond of in de keel. De behandeling niet wijzigen of stopzetten zonder het advies van uw arts.
Bijzonder geval : Toediening aan patiënten die glucocorticoïden langs algemene weg gebruiken Volg de aanbevelingen van uw arts als een behandeling met glucocorticoïden (andere cortisonderivaten) vervangen wordt door Flixotide. In het bijzonder, • als u onlangs overgeschakeld bent van een behandeling met glucocorticoïden langs algemene weg op Flixotide, • of als u naast Flixotide ook met orale glucocorticoïden behandeld wordt, is het mogelijk dat u een bijkomende behoefte aan glucocorticoïden langs algemene weg heeft in de volgende gevallen: een periode van zware stress, heelkundige ingrepen, longinfecties of een verergering van uw astma-aanval. Deze dosis zal na afloop van de stressperiode verminderd worden tot de onderhoudsdosis. U zult een kleine voorraad orale glucocorticoïden ter beschikking hebben en u zult een kaart bij u hebben waarop vermeld staat dat u glucocorticoïden langs algemene weg kunt nodig hebben tijdens een periode van stress. De behandeling niet plots onderbreken. Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is, of dat in het verleden is geweest. Gebruikt u nog andere geneesmiddelen? 2/9
Gebruikt u naast Flixotide nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Voorzichtigheid is geboden als u Flixotide gebruikt samen met bepaalde geneesmiddelen, zoals krachtige CYP3A4-remmers, zoals bijvoorbeeld: • ketoconazol (gebruikt tegen schimmels) • ritonavir (antiviraal geneesmiddel gebruikt bij de behandeling van AIDS), omdat er een risico is van grotere hoeveelheid fluticasonpropionaat in het bloed, wat ernstige bijwerkingen veroorzaakt. Gebruik Flixotide niet zonder eerst uw arts te raadplegen als u al ritonavir neemt. Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt. Uw arts kan beslissen u deze behandeling niet voor te schrijven tijdens de eerste 3 maanden van uw zwangerschap of tijdens de periode van borstvoeding. In bepaalde gevallen kan hij daar echter anders over beslissen. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Het is onwaarschijnlijk dat Flixotide een invloed heeft op de rijvaardigheid of op het bedienen van machines. 3.
Hoe gebruikt u Flixotide ?
Gebruik dit middel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Flixotide biedt geen onmiddellijke verlichting van de symptomen. Het effect treedt pas op na 4 tot 7 dagen behandeling. Om een maximaal therapeutisch effect te bekomen, is het belangrijk de behandeling regelmatig te volgen en de behandeling niet te onderbreken zonder medisch advies, zelfs als u een verbetering vaststelt. Volg de aanbevelingen van uw arts betreffende het aantal dosissen en de gebruiksfrequentie. Licht uw arts in als u geen verbetering vaststelt na 7 dagen of als de gebruikelijke dosis van uw bèta-2-agonist niet meer het verhoopte effect levert. De dosering is individueel en wordt door uw arts bepaald, afhankelijk van uw toestand. Astma : •
Volwassenen : Tussen 100 en 1000 microgram, 2 maal per dag. De maximale dagdosis is 2000 microgram/24 uur.
•
Kinderen ouder dan 4 jaar : Tussen 50 tot 200 microgram 2 maal per dag. De maximale dagdosis is 400 microgram/24 uur.
• Kinderen van 1 tot 4 jaar : 100 microgram tweemaal per dag, toegediend door
3/9
middel van een expansiekamer met gezichtsmasker, ontworpen voor de toediening van aërosols aan jonge kinderen (zoals de Babyhaler). Chronisch obstructieve longziekten : Volwassenen : De aanbevolen dosis bedraagt 500 microgram, 2 maal per dag samen met een langwerkende bronchodilatator zoals salmeterol, een langwerkende bèta-agonist (LABA). Alleen Flixotide 250 microgram is geschikt om deze dosis toe te dienen. Men moet Flixotide dagelijks gebruiken om een optimaal resultaat te bereiken. De verbetering zal pas na enkele dagen tot enkele maanden optreden. Als echter na 3 tot 6 maanden geen verbetering optreedt, moet de behandeling herbekeken worden. Wijze van toediening : Flixotide mag uitsluitend worden toegediend als inhalatie langs de mond (door inademing dankzij een verdeler met mondstuk). Als u moeilijkheden hebt bij het gebruik van het inhalatiesysteem (als u geen goede coördinatie hebt tussen indrukken en inhaleren), kan uw arts u aanbevelen een inhalatiekamer te gebruiken (hulpstuk dat op het mondstuk geplaatst wordt en waardoor u het geneesmiddel gemakkelijker kunt inhaleren). Het kan nuttig zijn de mond na elk gebruik met water te spoelen omdat dit het optreden van candidiasis (ontstaan van kleine microscopische schimmels) en heesheid blijkt te verminderen. Lees aandachtig de volgende instructies voor een oordeelkundig gebruik van uw Flixotide inhalator en volg nauwgezet de richtlijnen die er in vermeld staan. Voorbereiding van de inhalator Voor u de inhalator voor het eerst gebruikt of als u hem langer dan één week niet gebruikt hebt, is het aanbevolen het beschermkapje van het mondstuk te verwijderen door licht te drukken op de zijkanten, de inhalator te schudden en twee dosissen in de lucht te spuiten ten einde de inhalator gebruiksklaar te maken. Als de inhalator zeer koud is, de metalen spuitbus enkele minuten voor gebruik in de hand opwarmen. Gebruik van de inhalator 1
Verwijder het beschermkapje van het mondstuk door te drukken op de zijkanten. Controleer de binnen- en buitenkant van de inhalator en het mondstuk om zeker te zijn dat ze proper zijn en dat er geen onderdelen loszitten en de inhalator verstoppen. Schud de inhalator goed om zeker te zijn dat de inhalator niet verstopt is door eventuele belemmerende voorwerpen en om de inhoud goed te mengen.
2
Houd de inhalator vast zoals op de tekening: verticaal met het mondstuk naar beneden. Buig het hoofd lichtjes achterover. Adem diep uit.
4/9
3
Neem het mondstuk goed in de mond door er met de lippen op te drukken.
4
Adem diep in doorheen de inhalator (niet door de neus ademen) en druk tegelijk de kleine metalen spuitbus naar beneden. Deze handeling zet een dosis Flixotide vrij.
5
Los de druk op de spuitbus. Neem de inhalator uit de mond en houd indien mogelijk de adem gedurende +/- 10 seconden in.
6
Adem vervolgens langzaam uit.
7
Indien een tweede dosis nodig is, wacht +/- 10 seconden wachten waarna de punten 2 tot 6 herhalen.
8
Spoel uw mond met water en spuw het water weer uit..
9
Zet na gebruik het deksel weer op het mondstuk door er stevig op te drukken (tot u een klik hoort)
Reiniging van de inhalator : Uw toestel moet minstens één keer per week worden gereinigd. 1. 2. 3. 4.
Verwijder het deksel van het mondstuk, Maak het metalen recipiënt niet los van het plastic toestel. Veeg de binnen- en buitenkant van het mondstuk af met een droog doekje of een droge zakdoek. Plaats het deksel weer op het mondstuk.
Dompel het metalen recipiënt niet onder in water. Belangrijk : De spuitbus van Flixotide staat onder druk. Niet doorboren, stuckmaken noch verbranden, ook niet als u denkt dat de patroon leeg is. Heeft u te veel van Flixotide gebruikt? Wanneer u te veel van Flixotide heeft gebruikt of ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245). Inhalatie van dosissen Flixotide die hoger zijn dan de goedgekeurde dosissen gedurende een korte periode kan leiden tot een tijdelijke onderdrukking van de bijnieren. Een overmatig gebruik van Flixotide gedurende een lange periode kan een geheel van symptomen veroorzaken (hoofdpijn, misselijkheid, gewrichtspijn of spierpijn) door een onvoldoende bijnierwerking. Er werden zeer zeldzame gevallen van acute aanvallen gemeld bij kinderen die gedurende lange perioden behandeld werden met overmatige dosissen. Deze
5/9
aanvallen worden gekenmerkt door episoden van hypoglykemie (verminderde bloedsuikerspiegel) die aanleiding kunnen geven tot een verminderde bewustzijnstoestand en/of stuipen. Bent u vergeten Flixotide te gebruiken? Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen. Als u een dosis vergeet te gebruiken, neemt u de volgende dosis op het voorziene ogenblik. Als u stopt met het gebruik van Flixotide: Overleg altijd met uw arts indien u overweegt om te stoppen. Stop de behandeling niet plots; u riskeert een mogelijk ernstige verslechtering van uw ziekte. Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. 4.
Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. Om het risico op bepaalde bijwerkingen te verminderen zal uw arts u de laagst mogelijke dosis voorschrijven waarmee uw astma of COPD onder controle komt. Let vooral op de volgende symptomen: •
Paradoxaal bronchospasme. Indien u na gebruik van uw behandeling alsmaar meer kortademig wordt en plots last krijgt van een piepende ademhaling, raadpleeg dan zo spoedig mogelijk uw arts. Het is mogelijk dat uw toestand verergerd is en bijgevolg uw behandeling moet aangepast worden. Paradoxaal bronchospasme is zeer zeldzaam (treedt op bij minder dan 1 op de 10 000 personen).
•
Allergische reacties: u kunt merken dat uw ademhaling plots slechter wordt nadat u Flixotide gebruikt heeft. U kunt veel last krijgen van piepende ademhaling en veel hoesten. U kunt ook jeuk krijgen, huiduitslag of zwelling (meestal van het gezicht, de lippen, de tong of de keel). Allergische reacties op Flixotide zijn zeer zeldzaam (treden op bij minder dan 1 op de 10 000 mensen).
•
Verstoorde bijnierfunctie : bij overmatig en langdurig gebruik: rond en gezwollen gezicht (Cushing syndroom en Cushingachtige kenmerken), verminderde productie van bijnierhormonen, groeiachterstand bij kinderen en tieners, verminderde botdichtheid en oogproblemen (staar, te hoge oogdruk). Die bijwerking is zeer zeldzaam (treedt op bij minder dan 1 op de 10 000 mensen).
•
Hyperglykemie (te hoog bloedsuikergehalte). Indien u last hebt van suikerziekte, kan het nodig zijn om uw bloedsuikergehalte vaker te controleren en de huidige behandeling voor uw suikerziekte aan te passen. Hyperglykemie treedt zeer zelden op met Flixotide (treedt op bij minder dan 1 op de 10 000 mensen).
Als u deze tekenen vertoont of als die plots optreden na het gebruik van Flixotide, verwittig dan onmiddellijk uw arts. De andere bijwerkingen worden hieronder vermeld.
6/9
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen Deze kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 mensen: • optreden van een plaatselijke infectie met gisten (kleine schimmels, met name Candida) in de mond en keel van enkele patiënten (verschijnen van kleine, melkwitte, samenvloeiende vlekjes). Patiënten die voorbeschikt zijn voor deze infectie moeten na gebruik van Flixotide de mond spoelen met water. Men kan deze infectie doen verdwijnen met een geschikte behandeling en zonder de behandeling met Flixotide te onderbreken. Uw arts zal u dit voorschrijven. Vaak voorkomende bijwerkingen Deze kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen • heesheid en hoest. • pneumonie (longontsteking) bij patiënten met chronisch obstructieve longziekte. • Bloeduitstortingen (blauwe plekken). Soms voorkomende bijwerkingen Deze komt voor bij maximaal 1 op de 100 mensen: •
overgevoeligheidsreacties van de huid (huiduitslag).
Zelden voorkomende bijwerkingen Deze kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 1 000 mensen: •
optreden van een plaatselijke infectie van de slokdarm met gisten (kleine schimmels Candida genaamd)
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen Deze kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 000 mensen: •
angst, slaapstoornissen of toegenomen prikkelbaarheid (vooral bij kinderen).
Bijwerkingen waarvan de frequentie niet bekend is (kan niet worden geschat op basis van beschikbare gegevens): • depressie en agressie (vooral bij kinderen), • neusbloeding. Het melden van bijwerkingen Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem: België Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Afdeling Vigilantie EUROSTATION II Victor Hortaplein, 40/ 40 B-1060 Brussel Website: www.fagg.be e-mail:
[email protected]
Luxemburg Direction de la Santé – Division de la Pharmacie et des Médicaments Villa Louvigny – Allée Marconi L-2120 Luxemburg Website:: http://www.ms.public.lu/fr/activites/pharmaciemedicament/index.html
Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
7/9
5.
Hoe bewaart u Flixotide?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden. Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de doos na Exp. Daar staat een maand en een jaar. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum Na gebruik plaats het beschermkapje met een flinke druk (klik) terug op het mondstuk. Bewaren beneden 30°C, ter bescherming tegen zonnestralen en vorst. De spuitbus staat onder druk en mag niet doorboord, stukgemaakt of verbrand worden, ook niet als u denkt dat de patroon leeg is. Spoel geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u met geneesmiddelen moet doen die u niet meer gebruikt. Ze worden dan op een verantwoorde manier vernietigd en komen niet in het milieu terecht. 6.
Inhoud van de verpakking en overige informatie
Welke stoffen zitten er in Flixotide? De werkzame stof is fluticasonpropionaat. De andere stof in dit middel is norfluraan (HFA-134a). Hoe ziet Flixotide er uit en hoeveel zit er in een verpakking? Iedere dosis levert 50 of 250 microgram fluticasonpropionaat onder vorm van zeer fijne partikels. De suspensie zit in een aluminium spuitbus, verzegeld met behulp van een doseerventiel. De spuitbus zit in een plastieken applicator, voorzien van een mondstuk voor verstuiving, beschermd door een beschermdop. Flixotide 50 microgram/dosis: een spuitbus bevat voldoende voor 120 inhalaties door de mond. Flixotide 250 microgram/dosis: een spuitbus bevat voldoende voor 60 of 120 inhalaties door de mond . Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrotten in de handel worden gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de vergunning voor het in de handel brengen: GlaxoSmithKline Pharmaceuticals s.a./n.v. Site Apollo Avenue Pascal, 2- 4- 6 B-1300 Wavre Fabrikanten : GlaxoWellcome Production Zone industrielle 2 23 rue Lavoisier F-27000 Evreux Frankrijk
GlaxoWellcome s.a. Avda de Extremadura 3 E-09400 Aranda de Duero Burgos Spanje
8/9
Afleveringswijze: Op medisch voorschrift. Nummers van de vergunning voor het in de handel brengen: Flixotide 50 microgram/dosis Flixotide 250 microgram/dosis
BE164446 BE164464
Deze bijsluiter is voor het laatst herzien op Goedkeuringsdatum: 01/2016
9/9