Magazine
nr. 5 / herfst 2013
Tien vragen aan Harrie ter Reegen
H
et technasium bestaat dit schooljaar tien jaar. Een mooie aanleiding om terug te blikken met mensen van het eerste uur, de pioniers die zijn begonnen met het nieuwe vak Onderzoek en Ontwerpen en het technasium. De eerste tien vragen zijn gesteld aan Harrie ter Reegen.
Mijn naam is Harrie ter Reegen. Ik ben 52 jaar, heb drie kinderen, geef biologie en O&O op het H.N. Werkman College. Tevens ben ik technator van de bovenbouw, dat wil zeggen dat ik de regelneef voor het technasium ben voor specifiek de bovenbouw bij ons op school. Ik regel excursies, stel in samenspraak met de collega docenten O&O het programma op, plan afspraken in voor opdrachtgevers en zoek nieuwe opdrachten. Voor de eindexamenjaren houd ik de meesterproeven in de gaten in samenspraak met lesgevende docenten.
Sportieve start meesterproef pag. 3
Technasium Top Award gaat weer van start
Hoe ben je destijds in aanraking gekomen met het technasium?
10 jaar geleden kwam onze rector bij een aantal docenten van de bèta-secties en techniek langs en vroeg of we mee wilden doen met een project technasium. We kregen er tijd voor en een kleine vergoeding. Ter introductie kregen we een cursus van Jos de Kleijn over competentie gericht leren en projectonderwijs in een kelder van een gebouw op het Zernike park in Groningen. Al gauw bleek het project iets groter en veel meer omvattender dan de rector destijds had gedacht. Ik ben in meerdere groepjes werkzaam geweest om het format, de competenties enz. uit te werken in groepjes onder leiding van Boris Wanders en Judith Lechner. Met ups en downs is het technasium nu anno 2013 in het schoolsysteem van het H.N. Werkman College geworteld. >> Het technasium portfolio
Waar ben je goed in? Hoe weet je dat? Wat kunnen we vol vertrouwen aan jou
overlaten en wat kunnen we beter aan iemand anders vragen? Welke rol speel je graag als je in een team werkt?
De technasiumleerling die deze vragen met zelfvertrouwen beantwoordt en die
antwoorden met voorbeelden uit de praktijk kracht bijzet, heeft een grote voorsprong op de leerling die bij deze vragen met de mond vol tanden staat.
Het verschil tussen die twee leerlingen? Een technasium portfolio dat de eerste leerling goed bijhoudt.
Evelien Ketelaar schreef deze handreiking, met een gestructureerd stappenplan,
omdat het niet altijd eenvoudig is om met het opzetten van een portfolio te beginnen. En om leerlingen telkens weer te motiveren om hun portfolio zorgvuldig bij te
houden. Uiteindelijk wordt het echter een gewoonte, die zo automatisch gaat als twitteren of Facebooken. Met een veel hoger rendement.
Tien jaar technasium
H
et is dit jaar een bijzonder jaar. Het technasium bestaat 10 jaar. We zijn van een idee met nul scholen gegroeid naar een landelijke organisatie met 83 aangesloten technasia. Tijdens deze ontwikkeling heb ik alle stadia meegemaakt die een groeiend bedrijf meemaakt. Het zijn hectische jaren, waarin het technasium van vroeg tot laat in je hoofd zit. Je staat er letterlijk mee op en gaat er mee naar bed. Mensen zeggen vaak tegen mij: je zult wel trots zijn op wat je bereikt hebt! Zeker kan ik me trots voelen, maar dat is nooit een gevoel wat zomaar over mijn eigen werk opwelt. Ik ervaar trots als ik zie wat er op de scholen gebeurt, als ik docenten met hart en ziel zie werken. Of als ik leerlingen op een volledig vanzelfsprekende manier bezig zie met O&O. Dan voel ik me trots over hen en dan ervaar ik de rijkdom van deze aanvulling op het onderwijs.
Dit is een uitgave van Stichting Technasium www.technasium.nl
We gaan ons 10-jarig bestaan vieren met een leuk symposium in maart. Ik hoop dat de scholen in hun netwerken ook het 10-jarig bestaan aangrijpen om relaties aan te halen. Hiervoor hebben we het feestelijk logo ontwikkelt wat we dit jaar ook in het Technasium Magazine laten terugkomen. Tien jaar technasium starten we in dit nummer met 10 vragen aan iemand van het eerste uur; Harrie ter Reegen, technator van het H.N. Werkmancollege in Groningen. Maar 10 jaar is ook een tijd om kritisch terug te kijken en lessen voor de toekomst te trekken. Een deel van ons feestbudget gaat dan ook naar onderzoek over de innovatiestrategie van het technasium. Later in dit jaar komen we met de resultaten van dit onderzoek bij u terug!
Judith Lechner
pag. 4
Evelien Ketelaar
Het technasium portfolio
Technasium portfolio pag. 5
Een handreiking om ermee aan de slag te gaan
Kijkje op twee nieuwe werkplaatsen pag. 7
Modern naoberschap en het technasium pag. 9
En verder...
• De column van Ad van Fessem • O verzicht van in- en uitstroom van
technasiumscholen
• D e realisatie van kunstwerk vanuit
een O&O-project
1
Magazine
nr. 5 | herfst 2013
Wat motiveert jou om na tien jaar nog steeds te werken in het technasium?
De manier waarop we in het technasium met leerlingen om kunnen gaan is enorm stimulerend. Leerlingen kunnen bijna vrijblijvend hun eigen projecten inrichten om tot hun eindproducten te komen, de docenten begeleiden hen hierin ‘slechts’. Bovendien, en dat vind ik één van de meest inspirerende zaken voor docenten aan het technasium, is dat ik me als biologiedocent opeens moet en kan verdiepen in allerlei andere takken van de bèta-technische wetenschap.
Zou je je eigen kinderen naar het technasium laten gaan?
Ik heb een tweeling van 9 en een dochter van 7. Ze willen nu al graag mee naar de technasiumwerkplaats, maar dat komt denk ik meer door de mooie grote Apple computers die daar staan. Maar ja, zeker zou ik mijn eigen kinderen naar het technasium laten gaan.
Hoe zijn de contacten met ouders van technasiumleerlingen?
We zijn hier een beetje in achter gebleven, maar hebben dit vorig jaar opgepakt door ouders bij de meesterproef presentaties uit te nodigen. Dit beviel goed en gaan we in het vervolg steeds doen. We kiezen een dag waarop alle, zowel havo als atheneum, meesterproeven worden gepresenteerd. Zo zien de ouders hun eigen kroost maar ook de anderen.
Samenwerken met bedrijven, hoger onderwijs en andere scholen: hoe is dat?
Wat is nou typisch technasium?
Dynamiek, enthousiasme van de leerlingen. Het mooie gegeven dat we 10 minuten voor tijd het opruimsignaal geven en ‘nu al?’ of ‘mag ik nog even door gaan in de pauze?’ als reacties krijgen. En natuurlijk het eigen, herkenbare format van de opdrachten.
Welke ervaring met O&O koester je? Toegespitst op projecten en wedstrijden zijn dat natuurlijk de prijswinnaars van de wedstrijden waaraan we leerlingen hebben laten meedoen in het kader van O&O. Heel speciaal natuurlijk de reis van een tweetal leerlingen van ons naar Kaapstad voor Expeditie Beagle. Maar ook recent en straks aan de orde een drietal dat naar Milaan mag met hun ontworpen stroomkiller, voor deelname aan FAST, een wedstrijd gericht op duurzaamheid en energie. Maar in het algemeen is het toch de ongedwongen sfeer in de technasiumwerkplaats.
Eén van de leuke aspecten van het technasium is de integratie in het bedrijfsleven en de hogescholen en universiteiten. Opdrachtgevers zien veelal het nut van de inspanningen (overigens marginaal) die ze leveren voor het technasium. De bereidwilligheid van het vervolg onderwijs om tijd vrij te maken voor de havo- en vwo-leerlingen is ook groter aan het worden. Dit levert voor mij als technator (maar ook voor andere O&O-docenten) een leuke en andere inkijk in de keuken van bedrijven en onderwijsinstellingen. Om het kort door de bocht te zeggen, we komen op plekken waar we anders nooit zouden komen (en leerlingen ook!) Contacten met andere scholen zijn verfrissend, elkaar kunnen helpen met problemen is des technasiums.
zeggen dat er dan niets is veranderd. Echter, met voortschrijdende inzichten en eigenwijze netwerken komt er wel langzamerhand meer nadruk voor de scholen te liggen op ‘eigenaarschap’ van het technasium op school. Ieder zoekt zijn eigen identiteit en invulling.
Welke O&O-collega verdient een compliment en waarvoor?
We hebben op het H.N. Werkman College al jarenlang een hecht team. Ieder heeft zo zijn kwaliteiten. Ik denk dat we als team een compliment verdienen!
Hoe zie je de toekomst van O&O en het technasium?
Het technasium(O&O) komt steeds meer voor in toelatingscriteria voor hogescholen en universiteiten. Dat is een goede zaak. De erkenning is er. Wel zie ik op scholen een dringende roep om eigen inbreng. Ik verwacht dan ook dat het format van het technasium in de toekomst wat losser gehanteerd gaat worden. Het uiteindelijke doel, leerlingen interesseren en motiveren voor bètatechnische opleidingen, mag natuurlijk niet in gedrang komen, maar ik denk dat de oudere technasia behoefte hebben aan weer nieuwe pioniers en een periode om het format verder uit te ontwikkelen. Het technasium zal in mijn ogen waarschijnlijk ook nooit uit-ontwikkeld zijn, maar een dynamische, zich aan de tijd aanpassende onderwijsstroming zal blijven.
Tien jaar technasium: wat is er in die jaren veranderd?
Het aantal scholen, mag duidelijk zijn. Het technasium heeft zich over het land als een olievlek verspreid, wat een beaming is voor de werkende formule. Het grappige en tegenstrijdige hierin is dat de formule dus niet is veranderd in de loop der jaren. Eigenlijk zou je kunnen
2
Magazine
nr. 5 | herfst 2013
Meesterproef Keizer Karel College sportief van start
N
a 4 of 5 jaar het vak Onderzoek en Ontwerpen, een tiental projecten en keuzeprojecten volgt voor leerlingen in 5 havo of 6 vwo de afsluitende meesterproef. Het ultieme slotproject van de technasiumopleiding. Een groot project dat loopt van september tot maart, met een opdrachtgever, expertbegeleider uit het Hoger Onderwijs en een O&O begeleider. De leerlingen gaan als team aan de slag met een project in een vakgebied waar de grootste interesse ligt en waar wellicht ook de vervolgstudie gaat plaatsvinden. Een jaar als team aan de slag. Gezamenlijk verdiepen in een onderwerp en 200 uur werken aan project. Dat betekent naast samenwerken en alle andere competenties ook doorzetten, omgang met tegenslagen en discipline. Op het Keizer Karel College in Amstelveen bleken veel leerlingen interesse te hebben in de combinatie sport en techniek. De faculteit bewegingswetenschappen van de VU draait overuren om de begeleiding van de meesterproeven mogelijk te maken. En net als bij de meesterproef geldt ook voor sport en sportprestaties: samenwerken, doorzetten, omgaan met tegenslagen en discipline.
Voordat alle teams een jaar lang zelfstandig aan de slag gaan met hun project heeft het Keizer Karel College in samenwerking met Move2gether en het Horizon College uit Alkmaar een uitdagende teambuildingsdag voor alle leerlingen en docenten O&O georganiseerd. Met de nadruk op doorzetten, omgaan met tegenslagen en discipline. Anousjka van Exell, diëtiste van AZ trapte af. Zij verzorgde een college over invloed van voeding op de prestaties, doorzetten bij tegenslagen, discipline en samenwerken. Vervolgens verzorgden studenten van het Horizon College uit Alkmaar een pittige bootcamp in het Amsterdamse
Bos. Wie gaat tot het uiterste, wie drukt zich en wie haakt er af bij het eerste zweetdruppeltje? Het slotstuk was iets minder inspannend, maar wel spannend voor leerlingen met hoogtevrees. De leerlingen gingen klimmen in Fun Forest. Tot slot werd de vraag gesteld. Wie heb je nu in je team zitten? Gaat iedereen in je team tot het uiterste voor de meesterproef? Of haken ze na het eerste zweetdruppeltje al af? Het was prachtig weer. Het was zweten. De spieren deden nog een week pijn. Maar het was een top dag. Namens het Keizer Karel College wensen we alle 5 havo en 6 vwo leerlingen in Nederland veel succes met hun meesterproef! Wilco Zwennis Technator Keizer Karel College
3
Magazine
nr. 5 | herfst 2013
Technasium Top Award 2014: leerlingen helpen de brandweer
B
edenk een systeem om bewoners bij een woningbrand meer tijd te geven om zich in veiligheid te brengen. Dat is dit jaar de wedstrijdopdracht van de Technasium Top Award, een initiatief van Stichting Technasium en TechniekTalent. nu dat tweedejaars Technasium-leerlingen uitdaagt een technische O&O-opdracht uit te voeren in wedstrijdvorm. De schoolcompetitie is inmiddels in volle gang! In de strijd om de Technasium Top Award bedenken leerlingen innovatieve oplossingen, voor een jaarlijks wisselende opdrachtgever. Denk aan ideeën tegen waterverspilling, toepassingen om ouderen langer zelfstandig thuis te kunnen laten wonen en oplossingen om het verkeer voor fietsers veiliger te maken. Gemene deler: maatschappelijke relevantie.
Recordaantal deelnemers
De vorige editie van de Technasium Top Award leverde recordcijfers op: 64 deelnemende scholen, 857 teams, 3.287 leerlingen. De award ging uiteindelijk naar leerlingen van het Zernike College (Haren), voor hun idee tegen waterverspilling: een sensortegel voor openbare douches, bijvoorbeeld in een zwembad.
Opdrachtgever: de brandweer
Dit jaar is de brandweer de opdrachtgever van de Technasium Top Award. De teams zorgen voor de volledige uitvoering van hun idee: van eerste schets tot werkend prototype. Na de interne schoolcompetities gaan per school maximaal twee teams door naar de regionale voorrondes. Daarna volgt op 11 en 12 april 2014 de landelijke finale bij het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) in Arnhem.
De prijzen
Naast de award kunnen de teams mooie prijzen winnen. De winnaars van de landelijke finale gaan een dag op training bij een brandweertrainingscentrum. Ook het team dat naar huis gaat met de publieksprijs (online stemmen start binnenkort!) kan van dichtbij meemaken hoe het werk van de brandweer eruit ziet: de teamleden gaan een dagje meelopen op een echte brandweerkazerne. Mirelle van Dijk TechniekTalent.nu
Volg de teams!
Wilt u de teams van dichtbij volgen? Dat kan via Facebook, Twitter en natuurlijk www.technasium topaward.nl. Meetwitteren? Gebruik dan de hashtag #TechTop!
Oma
A
l een paar dagen staat bij ons een foto prominent op de oude buffetkast. Zo’n foto die je in ieder huis zou kunnen aantreffen: oma die poseert met haar twee kleindochters. Buurvrouw loopt binnen en ze kijkt er in het voorbijlopen naar. Iets verderop blijft ze plots staan, draait zich om loopt terug en kijkt nog eens goed. ‘Maar..., dat is jouw moeder toch niet?’ zegt ze verbaasd. Ze heeft gelijk. Het is wel mijn dochter, maar de chique grijze dame in het midden is niet haar oma, het meisje aan de andere kant niet haar zus, maar één van haar beste vriendinnen. De foto is gemaakt op het kantoor van KPMG bij een bijzonder Technasium-project, gericht op de tweede O van O&O. Onze kinderen moeten ook goede ‘ontwerpers’ worden en daarom gaan ze ouderen over hun leven interviewen. Het interview is één van de pijlers waarop een goed ontwerp rust. Ik weet het maar al te goed, ik interview al mijn halve leven, dus ik kijk met meer dan bijzonder interesse toe. De meiden zijn een beetje sceptisch. Het leven van mensen boven de veertig vinden ze over het algemeen niet bijster boeiend. Ze weten ook niet zo goed wat ze nu moeten gaan vragen, waar te beginnen. Dat blijkt mee te vallen. Na de eerste interviewdag komt mijn dochter lichtelijk onder de indruk thuis. ‘Het was een heel aardige mevrouw, en ze heeft best veel meegemaakt.’ ‘Oh Ja?’ ‘Ja, ze heeft in de oorlog krantjes rondgebracht. Op de fiets. Dat was echt gevaarlijk, want ze reed de Duitsers zo voorbij. En bij haar thuis zat een meisje ondergedoken, van die film. Met dat rode haar.’ ‘Hannie Schaft?’ ‘Ja, zo heette ze geloof ik. Best wel eng’. En ze kijkt me indringend aan. Bij mij roept het altijd de vraag op wat je zelf in die omstandigheden gedaan zou hebben en ik wil het haar ook vragen, maar ze is al weer afgeleid. Twitter, Instagram en Vines. Samen met haar vriendin maakt ze een verslag. Ze hebben mazzel. Hun respondente heeft haar eigen verhaal (een fietstocht van 11 dagen in de hongerwinter van 44 op zoek naar voedsel: ‘In Amsterdam-Zuid heerste een lugubere doodse stilte en op de hoeken van de straten staarden hongerige magere groepjes mensen mij na.’ ) ook al op papier gezet. Ze schrijft boeiend en de meiden maken er dankbaar gebruik van. Mede daarom winnen ze een klein prijsje bij KPMG, die met de Zonnebloem en de school alles hebben georganiseerd. Vanaf onze buffetkast kijkt de vriendelijke grijze dame ons lachend aan. Straks komt mijn moeder. Hopelijk is ze niet al te jaloers.
Ad van Fessem
Regiofinale Den Haag 2013 ISW Hoogeland
Voor wie wil: de verhalen van de ouderen zijn terug te lezen op kkcbright.com
4
Magazine
nr. 5 | herfst 2013
Technasiumonderwijs is alleen duurzaam als je met elkaar blijft delen Interview met Evelien Ketelaar over haar publicatie rondom het technasium portfolio
B
innen het technasium staat het ontwikkelen van competenties van de leerlingen centraal, maar hoe stel je de leerling in staat zijn eigen ontwikkeling te volgen en hoe monitor je die ontwikkeling? Een vorm hiervoor is werken met een portfolio. Evelien Ketelaar heeft in samenwerking met betrokkenen uit de technasiumcommunity en contactpersonen in het HBO en WO praktijkonderzoek verricht en een handreiking ontwikkeld rondom de mogelijke inrichting, toepassing en gebruik van een leerlingenportfolio binnen het technasium. De handreiking is gepubliceerd met als titel: ‘Het technasium portfolio – Een handreiking om ermee aan de slag te gaan’.
Auteur
‘Ik snap de worsteling van docenten om op een juiste wijze te reflecteren met leerlingen op competenties.’ Evelien heeft de studie personeelswetenschappen gevolgd en is in 2000 afgestudeerd op competentieontwikkeling van docenten. ‘Er werd toen al veel geschreven over competentie ontwikkeling in het algemeen; hoe kan je dit zichtbaar en meetbaar maken? Ik denk dat dit iets is waar je gevoel voor moet krijgen en wat je nooit helemaal kunt objectiveren.’ Vanuit haar functie als organisatieadviseur kwam Evelien via een aantal scholen in aanraking met het technasium concept. ‘Het bleek een passend concept voor de betreffende scholen en ik heb vervol-
gens de scholen ondersteund bij het invoeren van dit nieuwe programma. Vanaf 2006 ben ik werkzaam als netwerkcoach voor de netwerken Zuid-West Nederland en West-Brabant en faciliteer daarbij graag de scholen die zich betrokken zijn bij deze uitdagende vorm van onderwijs.’ Naast haar baan als netwerkcoach werkt Evelien nog altijd als organisatieadviseur.
Ontstaan van de publicatie
‘Het is allemaal gestart met het verlangen van O&O-docenten in verschillende netwerken naar een middel waarmee ze de (competentie)ontwikkelingen van leerlingen kunnen volgen. Iedereen zoekt naar handvatten hoe dit juist aan te pakken en leerlingen in staat te stellen om inzicht te krijgen in hun eigen ontwikkeling. De behoefte aan een middel werd gedeeld onder de netwerkcoaches en er is besloten om te starten met een werkgroep die zich over deze vraag zou buigen. Technasia hebben in de loop der jaren verschillende modellen ontwikkeld voor het volgen van competentieontwikkeling. In deze werkgroep werd op basis van deze ervaringen uit het veld nagedacht over de inhoud, plek, functie en toepassing van het portfolio. Moeten leerlingen gebruik maken van een portfolio op het technasium, en zo ja hoe moet dit er dan uitzien? De werkgroep heeft een onderzoeksverslag opgeleverd ontstaan in samenspel met praktijk, dit hoort bij het technasium. Het onderzoeksverslag is vervolgens qua
Leerproces O&O Competentieontwikkeling
[T] Portfolio
Ontwikkeling studievaardigheden
als middel om talentontwikkeling in beeld te brengen en de kwaliteit van het leerproces te optimaliseren
Loopbaanontwikkeling
inhoud getoetst in trainingen tijdens de drie landelijke scholingsweken. De inhoud van het verslag bleek van goede kwali teit, maar was in de huidige vorm niet toegankelijk voor de docenten. Discussie is makkelijk, maar het is een kunst om conclusies handzaam te formuleren zodat docenten hiermee wat kunnen in hun eigen lespraktijk. De publicatie is het uiteindelijke resultaat van alle discussie en delen van ervaringen. Het is een bruikbaar naslagwerk en handreiking voor scholen die nadenken over het invoeren van een portfolio of die het gebruik verder willen vorm geven in de praktijk. De publicatie biedt handvatten zodat men de theorie kan vertalen naar hun eigen situatie op school.’
[T] Portfolio
‘Het portfolio is niet een doel op zich, maar een middel om de ontwikkeling van de leerlingen inzichtelijk te maken en de leerling helpt bij het maken van keuzes. Een leerling leert binnen een project en wil daarbij weten waar hij of zij naar toe werkt. Als een project goed wordt rondgemaakt sluit je af met een evaluatie, hiermee ontstaat de kleine leercyclus. Dit evalueren kan op veel verschillende manieren. Een leerling kan bijvoorbeeld uitleggen wat hij geleerd heeft, hoe hij dat heeft gedaan en waardeert. Op een gegeven moment is het echter interessant om leerlingen verbanden en ontwikkeling te laten zien binnen een leerjaar of zelfs over leerjaren heen, dan ontstaat de >>
5
Magazine
nr. 5 | herfst 2013
Leerproces O&O
grote leercyclus. Op deze wijze leer je de leerling inzien waar hij ooit is begonnen en wat voor groei hij is tussentijd heeft doorgemaakt. Het portfolio moet een resultaat zijn waar je als leerling trots op bent, dit ben ik en dit kan ik. Ik heb gezien dat zelfs brugklassers kunnen reflecteren op de periode van een jaar en daarbij op hun eigen manier kunnen aangeven hoe en waarin zij in een jaar zijn gegroeid.
Ook bij het maken van een keuze voor een vervolgopleiding is het waardevol als een leerling werkt met een portfolio. Het bijhouden van een portfolio helpt namelijk bij het maken van een goed onderbouwde keuze. Bovendien nemen motivatiegesprekken bij toelating van een vervolgstudie een steeds serieuzere rol in. Dit om uitval en studievertraging te voorkomen. Een O&O-leerling die heeft leren werken met een portfolio kan in een gesprek goed aangeven waarin hij competent is en waarin hij nog wil of moet groeien.’
Een middel, geen doel
‘De docent kan bij de procesbeoordeling de informatie uit het portfolio gebruiken
Ervaringen op technasia Voordelen van werken met een [T]-portfolio:
• Een goed (digitaal) portfolio maakt
de sterke en zwakke punten van een leerling duidelijk zichtbaar. Je ziet
daarbij de ontwikkelingen van een
leerling, ook datgene waar de leerling goed in is of nog iets te ontwikkelen heeft.
Nadelen van werken met een [T]-portfolio:
• Er kan veel tijd in de administratie gaan zitten.
• Werken met een portfolio kan er
voor zorgen dat de docent minder
het gesprek aangaat met de leerling terwijl dit juist van belang is.
• Leerlingen kunnen het portfolio
invullen voor de docent, en niet voor zichzelf.
ter ondersteuning. Het portfolio wordt daarmee geen beoordelingsinstrument maar een middel dat de leerling richting geeft voor zijn eigen ontwikkeling en ondersteunt bij reflectie. De leerling moet via zijn portfolio kunnen aangeven hoe ver hij is met verschillende competentieontwikkelingen en daarbij als het ware bewijs kunnen aandragen tijdens een evaluatiegesprek. Als docent kan je deze voorbeelden bediscussiëren, bevragen en van feedback voorzien. Je wilt de leerling leren om relevante ervaringen te waarderen en deze in perspectief te plaatsen. Wat betekent deze ontwikkeling voor mij, en wat moet ik ontwikkelen als ik uiteindelijk bijvoorbeeld als onderzoeker aan de slag wil?
Evelien Ketelaar
Het technasium portfolio
Waar ben je goed in? Hoe weet je dat? Wat kunnen we vol vertrouwen aan jou
overlaten en wat kunnen we beter aan iemand anders vragen? Welke rol speel je graag als je in een team werkt?
De technasiumleerling die deze vragen met zelfvertrouwen beantwoordt en die
antwoorden met voorbeelden uit de praktijk kracht bijzet, heeft een grote voorsprong op de leerling die bij deze vragen met de mond vol tanden staat.
Het verschil tussen die twee leerlingen? Een technasium portfolio dat de eerste leerling goed bijhoudt.
Evelien Ketelaar schreef deze handreiking, met een gestructureerd stappenplan,
omdat het niet altijd eenvoudig is om met het opzetten van een portfolio te beginnen. En om leerlingen telkens weer te motiveren om hun portfolio zorgvuldig bij te
houden. Uiteindelijk wordt het echter een gewoonte, die zo automatisch gaat als twitteren of Facebooken. Met een veel hoger rendement.
Het technasium portfolio Een handreiking om ermee aan de slag te gaan
Dit is een uitgave van Stichting Technasium www.technasium.nl
Ik heb gezien dat leerlingen die met een portfolio werken slimmer leren omgaan met hun rol binnen een project. Het geeft inzicht in de ontwikkelingen van de verschillende competenties op de lange termijn. Zo kunnen leerlingen bewuster kiezen welke rol ze nemen om een specifieke competentie zo goed mogelijk te ontwikkelen. Ze leren bovendien ook heel goed de competenties van anderen in te zetten om zelf te kunnen groeien op de onderdelen waarin ze van nature minder sterk zijn.’
Implementatie op school
‘Als je als school nadenkt over het invoeren van een portfolio is het belangrijk om een vorm te kiezen die past binnen je onderwijssysteem en de mate waarin je er aandacht aan wil geven. In de handreiking wordt geen standaard format gepresenteerd, maar ingrediënten voor hoe je een portfolio kunt opbouwen. Een portfolio moet passen binnen een school, omdat het niet iets is wat op zichzelf staat. De publicatie heeft specifieke technasium kenmerken, maar is ook bruikbaar voor situaties die niet aan O&O raken. De leerling, en docent, moeten het werken met een portfolio echter niet als last ervaren. Het zou een vanzelfsprekendheid en gewoonte moeten zijn binnen O&O. Het is daarom belangrijk om goed na te denken hoe je dit invoert en wanneer. Het moet niet een vervelende opdracht zijn ‘die er ook nog eens bij komt’ binnen een project. Ik heb zelf ook veel met portfolio gewerkt en op deze manier ervaren hoe
Vanaf nu te koop Titel: ‘Het technasium portfolio – een
handreiking om er mee aan de slag te gaan‘’
Auteur: Evelien Ketelaar
Prijs: € 19,95 (kortingsprijs voor technasia € 14,95)
Uitgave: ISBN 978-90-821004-0-2, uitgave Stichting Technasium
Bestellen:
[email protected]
het vooral niet moet. In de publicatie geven we tips over op wat voor manieren je een portfolio gefaseerd in kan voeren op school.’
Kennisdelen binnen de technasium-community
‘Deze handreiking is een tastbaar resultaat van kennisdeling binnen de technasium-community. Daarmee is het hopelijk een mooi voorbeeld en een aanzet voor andere vraagstukken. Het is belangrijk om met elkaar mee te denken in het grote netwerk van 83 scholen en te zorgen dat de resultaten van een discussie worden overgedragen. Ik hoop dat good practices steeds meer met elkaar worden gedeeld, binnen netwerken maar ook landelijk. Ieder netwerk heeft zijn eigen ontwikkeling, maar het is belangrijk om van elkaar te blijven leren. De good practices in deze handreiking zijn wellicht over een jaar alweer achterhaald door de nieuwe ontwikkelingen. Technasiumonderwijs is alleen duurzaam als je met elkaar blijft delen.’ Ammerens Menage Medewerker Stichting Technasium
6
Magazine
nr. 5 | herfst 2013
Twee nieuwe werkplaatsen feestelijk geopend!
E
en voorwaarde om volwaardig het vak O&O aan te kunnen bieden, is een goed gefaciliteerde Technasiumwerkplaats. Zo’n werkplaats is niet een veredeld technieklokaal of een uitgekleed sciencelab, maar een inspirerende werkomgeving voor jonge ontwerpers en onderzoekers. Het technasium is weer twee prachtige werkplaatsen rijker, hieronder leest u het verslag van de feestelijke openingen.
Sg Spieringshoek
Het was jarenlang de mediatheek, maar nu is de aanbouw van het hoofdgebouw van scholengemeenschap Spieringshoek in Schiedam drastisch gerenoveerd. De reden? De school heeft sinds 2012 officieel de status van Technasiumschool. Hieraan gekoppeld is een Technasiumwerkplaats. Hoe dat zit en waar de verbouwing toe geleid heeft, legt conrector onderwijs Max de Boer uit.
Van JetNet-school naar Technasium
Spieringshoek is al jarenlang Universumschool met een krachtig JetNet-oudernet-
werk, dat is gebouwd op een langdurige relatie tussen de school en ouders van leerlingen, die werkzaam zijn bij een bèta-gerelateerd bedrijf. Ook veel ouders van (nu voornamelijk) voormalige leerlingen zijn nog steeds bereid voorlichting te geven aan leerlingen die interesse hebben in een opleiding in de technische- of medische sector. Er worden bijvoorbeeld gastlessen gegeven en bezoekjes aan de bedrijven afgelegd. In het schooljaar 2011-2012 ontstond de mogelijkheid om de predicaataanvrage te doen voor het technasium, die hebben we met beide handen aangepakt. Mede
dankzij het oudernetwerk konden de eerste leerlingen (uit vwo+) al snel aan de slag.
Magneetkracht
De eerste opdracht kwam van een bedrijf die met magneten werkt. De eerste generatie O&O-leerlingen uit de brugklas kregen de opdracht om de trekkracht van magneten te meten en een apparaat te ontwerpen waarmee dat mogelijk is. Aan het einde van de periode van acht weken vond de presentatie plaats van de ontwerpen met de technische uitleg door de leerlingen voor de ogen van hun O&Odocenten en de opdrachtgever. De locatie was toen nog het technieklokaal. Maar dat kon zo niet blijven…!
Van mediatheek naar werkplaats
De technasiumwerkplaats is een laboratorium voor zelfstandig onderzoek en heeft de mogelijkheid om met technisch >>
7
Magazine
nr. 5 | herfst 2013
materiaal ontwerpopdrachten te maken. Geheel in de stijl van deze innovatieve manier van onderwijs spreken we daarom niet van magazijn of werkbank, maar van scrapheap, tooltower en blue wall. Geen schoolbankjes en stoelen maar designkrukjes, flexibele werktafels en een opslagruimte van restmateriaal waarmee nieuwe ontwerpen kunnen worden gemaakt. Natuurlijk ook een touchscreen televiesiecherm van 100cm bij 50 cm en diverse plekken waar overlegd kan worden met tafels waarop je ook kunt schrijven. Terug naar de kleutertijd? Zeker niet, want ontwerpen ontstaan hier niet op papier maar worden met afwasbare viltstift letterlijk op de tafel geschreven. Centraal in de ruimte hangt een enorme lamp. Deze weegt ruim 300 kilo en hangt aan drie lieren aan het plafond. De lamp heeft de vorm van een butaanmolecuul: een indrukwekkende blikvanger in de Technasiumwerkplaats.
De officiële opening
Na ruim drie maanden slopen en weer opbouwen, kon de Technasiumwerkplaats in de loop van de maand september 2013 in gebruik worden genomen. Op 25 september was de officiële opening. Omdat zowel het voedingsgebied van onze leerlingen als de opdrachten voor O&O uit Schiedam en Vlaardingen komen, zijn de wethouders van onderwijs van beide steden gevraagd de officiële opening te verrichten. Met de eerste opdracht van O&O in gedachten moesten zij twee magneten uit elkaar trekken, waarna een enorme confettiregen neerdaalde op de genodigden. Na afloop hadden de aanwezigen veel aandacht voor de demonstraties van de O&O-leerlingen. Vol trots toonden O&O-docenten de werkruimte, waar zij het vak O&O verder zullen ontwikkelen: een up-to-date Technasiumwerkplaats, van alle gemakken voorzien.
gestart. Er wordt een sleutel geprint. Dit is de sleutel, die letterlijk en figuurlijk toegang geeft tot de werkplaats. Tijdens het officiële gedeelte houdt de heer Peter Cool, technisch directeur van Intergas verwarming een boeiende speech. De speech begint met: ‘VOORSPRONG DOOR TECHNIEK ‘ is niet alleen de slogan van Audi, maar ook van Intergas verwarming uit Coevorden, De Audi onder de cv-ketels wil niet alleen vooruitstrevend zijn in haar producten, maar ook in haar uitstraling. Ook met betrekking tot onderwijs en techniek is Intergas vooruitstrevend. De heer Peter Cool prijst 2 twee leerlingen, Jeroen Hans en Pascal Drewes uit HAVO-4 die een uitstekend project uitgevoerd hebben. De project bestond uit het schrijven van een programma in Python om vibraties in ventilatoren, die worden gebruikt in de CV-ketels te testen. Als de ventilator teveel trillingen heeft, geeft dat een brommend geluid in het CV-systeem. Dit geeft
klachten van klanten. Het testprogramma moet voorkomen dat ventilatoren met een afwijking worden gebruikt. De heer Cool sloot zijn betoog met een uitdaging voor de schoolleiding: ‘Stuur mij nog een paar leerlingen van dit niveau en plaag deze leerlingen niet langer met gedichten. Bij mij kunnen zij zich de komende jaren ontwikkelen. Daarna een prachtige technische studie en de wereld ligt aan hun voeten!’ Geke Hooge Netwerkcoach Groningen, Drenthe en Friesland
Max de Boer conrector Sg Spieringshoek
De Nieuwe Veste
O
p vrijdag 20 september was het zover. De nieuwe technasiumwerkplaats van De Nieuwe Veste wordt geopend. Mevrouw T. Klip, oud gedeputeerde van de provincie Drenthe, thans dijkgraaf van het Waterschap Veluwe Vallei verrichtte de openingshandeling. Met een druk op de knop wordt een 3d-printer
8
Magazine
nr. 5 | herfst 2013
Modern Naoberschap
M
odern naoberschap is een nieuw netwerk van mensen, gedeeltelijk gebaseerd op de kernwaarden van het ‘oude’ naoberschap. In ‘Modern naoberschap: hype of houvast’ beschrijven Tanja Abbas en Linda Commandeur modern noaberschap als een netwerk waarin men elkaar helpt om aangenaam te wonen, te werken en te leven. De nieuwe ongeschreven regels zijn: gedeelde verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid, wederzijds vertrouwen, talenteninzet en wederkerigheid. Modern Naoberschap vraagt om kwaliteiten te delen en in te zetten ten behoeve van de ander. Op welke wijze kan ik met mijn kwaliteiten betekenisvol zijn voor mijn mede-leerling, collega, bedrijven, gemeente of instanties? Een ontwikkeling die je dwingt om jezelf af te vragen: waar ben ik goed in en wat kan ik ondersteunen, uitzoeken, efficienter doen om voor de ander zijn of haar werkzaamheden of leefomstandigheden slimmer of beter te maken. Binnen het technasium dwingt het vak Onderzoeken & Ontwerpen (O&O) je je eigen kwaliteiten scherper in beeld te krijgen. Daarnaast zorgt het ervoor dat leerlingen leren hoe ze beter kunnen samenwerken en hun eigen kracht kunnen inzetten. Binnen O&O is het essentieel dat leerlingen leren elkaar aan te vullen waar dit kan en past. Deze gedachte op leren en samenwerken valt mijn inziens universeel in te zetten
jongeren. Meer leren en je durven afvragen, dan denken dat je zaken zeker weet. Bij jezelf dingen afvragen groei je in je persoonlijkheid, in kennis en in waardering van en voor jezelf. Voor je omgeving ben je betekenisvol en telt je ‘zijn’. Zo draagt dit vak sterk bij aan je persoonlijke ontwikkeling en het zou, wat mij betreft, verplicht moeten zijn voor leerlingen in de onderbouw.
binnen het huidige onderwijs en leidt tot een visie die geen kunstjes leert, maar jezelf dwingt te ontwikkelen vanuit een positieve kracht. Jij kunt namelijk een bijdrage leveren met dat waar je juist goed in bent. Dat motiveert en stimuleert jong en oud. Het er- toe- doen stimuleert de houding van onderzoeken en motiveert tot samenwerken. De docenten die op deze wijze kunnen en willen werken met leerlingen, ervaren dat leerlingen groeien in hun persoonlijke ontwikkeling. O&O vraagt dan ook niet om een projectje, als ik het zo mag zeggen, maar vraagt om het inzetten van je eigen kwaliteit ten behoeve van de opdrachtgever en in samenwerking met je leerlingen en collega docenten. Daarmee ontstaat een verbinding die het vak O&O méér laat zijn dan het oplossen van een vraagstuk alleen. De gestelde filosofie is, mijn inziens, essentieel voor de ontwikkeling van
Modern Naoberschap biedt niet ‘slechts’ een hulp of een hand voor mensen die deze kunnen gebruiken, maar biedt juist meer inzicht in je eigen kwaliteiten en de verbinding van die kwaliteiten met anderen. Technasia bieden leerlingen méér dan O&O door het verbinden van de genoemde visie op kwaliteiten en de persoonlijke ontwikkeling. Zo kun je samen betekenisvol zijn in en buiten de school voor de (locale) gemeenschap. Modern Naoberschap noemen we dat!
Gertjan van der Molen rector Ulenhofcollege en voorzitter netwerk Gelderland
Technasia 2013
I
n juni 2013 hebben de scholen van drie nieuwe netwerken het predikaat technasium gekregen. Dit schooljaar zijn zij begonnen met de invoering van een technasium, in leerjaar 1. De scholen en netwerken zijn:
Netwerk Gelderland
Netwerk Rijnland
Bernardinuscollege te Heerlen Graaf Huyn College te Geleen Sophianum te Gulpen
Da Vinci College Kagerstraat te Leiden Groene Hart Lyceum te Alphen aan den Rijn Antoniuscollege te Gouda Maris College te ’s-Gravenhage
Veluws College Walterbosch te Apeldoorn CC Schaersvoorde te Aalten Ulenhofcollege te Doetinchem Almende College te Silvolde
Netwerk Limburg
In de loop van schooljaar 2012-2013 hebben drie scholen het besluit genomen om te stoppen met de invoering van het technasium. Het predikaat technasium is voor deze scholen beëindigd op 1 augustus 2013. De drie scholen zijn: Jan Tinbergencollege te Roosendaal CSG Willem de Zwijger te Schoonhoven ISG Arcus te Lelystad
9
Magazine
nr. 5 | herfst 2013
E
O&O-project gerealiseerd in Someren
ind 2011 zijn de leerlingen van twee brugklassen van het VarendonckCollege voor het vak O&O bezig geweest met onderzoek naar de mogelijkheden voor een kunstwerk voor op de nieuwe rotonde die de Witvrouwenbergweg en de Acaciaweg in Someren met elkaar verbindt. De opdrachtgevers waren de gemeente Someren en de Stichting Someren Natuurlijk.
Tijdens dit onderzoek hebben de leerlingen gekeken wat de eisen dan wel voorkeuren van de gemeente, de Stichting Someren Natuurlijk en de inwoners van de gemeente Someren zijn. Vervolgens hebben zij met behulp van een tekenprogramma een aantal kunstwerken ontworpen, waarvan per groepje één ontwerp als maquette daadwerkelijk vormgegeven is.
De ontwerpen voor het kunstwerk op de rotonde zijn voorgelegd aan enkele medewerkers van de gemeente Someren en de Stichting Someren Natuurlijk, ter beoordeling op de haalbaarheid, met aandacht voor civiel- en verkeerstechnische aspecten, inrichting van het groen en de bouwkundige eisen. Samen zijn zij gekomen tot een keuze van het winnende ontwerp. Te danken aan: Roel Verberne, Jorin Tielen en Luuc van Zoggel van het Varendonck-College. Het kunstwerk is op 2 juli 2013 officieel opgeleverd, in het bijzijn van wethouder Willy Hanssen en de ontwerpers van het kunstwerk. Anique van Duben docent O&O en biologie VarendonckCollege
Colofon Technasium Magazine is een uitgave van Stichting Technasium.
Het wordt drie keer per jaar gratis digitaal uitgegeven. Wilt u het magazine ontvangen dan kunt u zich aanmelden via:
[email protected]. Indien u een ideeën heeft voor Technasium Magazine, of een bijdrage wilt leveren kunt u contact opnemen met a.menage@ technasium.nl. Zernikepark 12 9747 AN Groningen E:
[email protected] W: www.technasium.nl Eindredactie: Ammerens Menage (Stichting Technasium:
[email protected]) Vormgeving en layout: Ruurd de boer, DBDdesign.nl
10