DEN, Den Haag, december 2008
Foto: www.flickr.com, Natman
Woord vooraf
4
Het ABC-DE
9
Het ABC-DEN
246
Index
264
Geraadpleegde bronnen
268
Colofon
272
4
Woord vooraf In 2005 is DEN gestart met de opbouw van een ‘zelfregulerend kwaliteitszorgsysteem voor het digitaal erfgoed’. Deze kwaliteitszorg moet resulteren in betere interoperabiliteit van systemen en metadata en in weldoordachte strategieën voor duurzame toegankelijkheid van het digitaal erfgoed. Ach ja, ieder vakgebied z’n eigen jargon. Zo’n vijftien jaar geleden nam digitalisering van cultureel erfgoed een aanvang, maar pas in de laatste jaren is er een duidelijke verbreding en verdieping waarneembaar. Steeds meer instellingen grijpen de kansen die internet biedt voor nieuwe vormen van dienstverlening en het vergroten van gebruikersgroepen. Daarmee is er ook een groeiende behoefte aan kennis over digitalisering en aanverwante activiteiten. Digitalisering is een activiteit op het grensvlak van techniek, communicatie en organisatie, en dat bemoeilijkt het vinden van een eenduidige terminologie waarmee die kennis kan worden uitgedrukt.
5
Met dit ABC-DE ambieert DEN niet die eenduidige terminologie gerealiseerd te hebben. Wel hopen we dat het bijdraagt aan een beter begrip van de vele facetten van digitalisering van cultureel erfgoed. Het streven was een handzaam woordenboekje te vervaardigen dat aansluit op de praktijk van de erfgoedinstellingen. Als dit boekje nuttig blijkt bij het schrijven van een informatieplan of een projectplan, of bij de uitvoering van een digitaliseringsproject, zijn we in onze opzet geslaagd. Praktische omschrijvingen De medewerkers van DEN wordt vaak per e-mail of in persoonlijke gesprekken gevraagd bepaalde termen die in zwang zijn toe te lichten. Een algemene omschrijving blijkt dan vaak een beter begrip op te leveren dan een zakelijke definitie. Vanaf het begin was het duidelijk dat de kern van dit boekje moest bestaan uit praktische omschrijvingen van termen die in het proces van digitaliseren van cultureel erfgoed worden gebruikt. Technische definities zouden allicht objectiever en zuiverder zijn, maar ze leveren niet noodzakelijk meer praktische kennis van zaken op. Een consequentie van deze keuze is dat er soms geen recht wordt gedaan aan de betekenis van een term in de volle breedte, maar daar staat tegenover dat er expliciete relaties
6
gelegd kunnen worden met de praktijk van de erfgoedsector. Bij het beschrijven is overigens gebruik gemaakt van een uitgebreide set bronnen waarin definities of omschrijvingen zijn te vinden. Een overzicht van deze bronnen is als bijlage opgenomen. Ook de selectie van de termen die in dit ABC-DE zijn beschreven, is gebaseerd op de praktijk van alledag. Een term is opgenomen als hij behoorde tot een van de volgende categorieën: • termen over ICT en digitale dienstverlening die gebruikt worden in nieuwsberichten, vakliteratuur en toonaan gevende websites op het gebied van digitaal erfgoed; • termen die DEN tegenkomt in informatieplannen en projectdocumenten van digitaliserende erfgoed instellingen; • termen die een relatie hebben met de nationale infrastructuur voor digitaal erfgoed, zoals o.a. gebruikt in beleidstukken van het ministerie van OCW; • termen die DEN heeft geregistreerd tijdens gesprekken met erfgoedinstellingen en tijdens bijeenkomsten die DEN heeft georganiseerd; • termen die DEN zelf hanteert in het kwaliteitszorg systeem en eigen publicaties.
7
De termen in deze laatste categorie zijn opgenomen in een apart gedeelte achterin dat we het ABC-DEN hebben genoemd. Geen ICT-standaarden Om het boekje overzichtelijk te houden, hebben we de ruim 150 ICT-standaarden die DEN reeds heeft gedocumenteerd in het ICT-register niet opgenomen. Wie wil weten waar OAIS, ED3 of CSS voor staat, wende zich tot www.den.nl/ register. Er is één uitzondering: de ICT-standaarden die in het kader van het DEN-project DE BASIS al zijn benoemd als basiseis voor alle erfgoedinstellingen in Nederland, zijn wel opgenomen. Het belang van deze ICT-standaarden willen wij van de daken schreeuwen, en dus ook in dit ABC-DE onderstrepen. Alleen door toepassing van deze minimale eisen aan digitalisering kunnen we daadwerkelijk structureel bouwen aan een nationale infrastructuur voor digitaal erfgoed. Iedere selectie kan betwist worden, zo ook die in dit boekje. Er zullen zeker termen zijn die we onterecht hebben weggelaten, of termen die voor iedereen evident zijn en wel achterwege hadden kunnen blijven. Gelijktijdig met de publicatie van dit boekje komt het ABC-DE online beschikbaar
8
op www.den.nl. Daar kan een ieder die maar wil suggesties doen voor toevoegingen of redetwisten over de gegeven omschrijvingen. Ook is daar per term te zien welke bron als basis heeft gediend voor de omschrijving. Met dank aan.... Aan de samenstelling van dit boekje hebben alle medewerkers van DEN een bijdrage geleverd, maar met name Janneke Grooten en Else Laura Rademaker hebben veel inzet en doorzettingsvermogen getoond bij de totstandkoming van dit ABC-DE. Yola de Lusenet was bereid als kritische redacteur mee te lezen, en Leonieke Verhoog (Virtueel Platform) heeft de selectie van opgenomen termen tegen het licht gehouden. Dit boekje is mede tot stand gekomen dankzij een gift van de stichting GAAN en is gepresenteerd op de Digitaal Erfgoedconferentie 2008. Marco de Niet directeur DEN
11
Aggregatie Het op één plaats presenteren van inhoud uit meerdere online databases of websites. Dankzij de aggregatie kunnen deze bronnen in één overzicht, bijvoorbeeld een mash-up site, gepresenteerd of met één vraag doorzocht worden.
Foto: www.flickr.com, hellosputnik
12
Analoog De term ‘analoog’ is de tegenhanger van ‘digitaal’. Vooral in de muziekwereld en de media worden de twee termen vaak gebruikt, om het karakter van een geluids- of videosignaal aan te geven. Analoog wordt in de erfgoedwereld steeds vaker in algemene betekenis gebruikt als tegenhanger van digitaal: analoog erfgoed tegenover digitaal erfgoed, analoge collecties tegenover digitale collecties.
Foto: www.flickr.com, atomicity / Adam
14
Anyplace/anytime Het altijd en overal toegang kunnen hebben tot een website. Door de sterk toegenomen mobiliteit van consumenten, biedt anyplace/anytime meerwaarde voor erfgoedinstellingen.
15
Application Programming Interface Ook wel: API Een verzameling programmeeropdrachten (ook wel: interfaces) die de functies van een programma aanroepen. Andere programma’s kunnen de API van een systeem gebruiken om diensten op te vragen of om te communiceren. Dankzij API’s kunnen video’s uit YouTube of foto’s uit Flickr op een persoonlijke blog getoond worden. Ook het tonen van Google Maps op een website werkt dankzij de inzet van een API.
16
Auteursrecht
17
Authenticatie
Ook wel: Copyright
Ook wel: Authentificatie
Het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.
Beveiligingsproces om te bepalen of de gebruiker werkelijk degene is voor wie hij zich uitgeeft. In de meest simpele vorm kan dit door de gebruiker een eerder opgegeven gebruikersnaam in te laten voeren in combinatie met een wachtwoord. Authenticatie wordt gewoonlijk gebruikt om de toegang tot een bepaald domein te reguleren. Na de stap van authenticatie kan met behulp van autorisatie bepaald worden welke bronnen in dat domein de persoon daadwerkelijk mag raadplegen of bewerken.
Het auteursrecht is van toepassing tot 70 jaar na het overlijden van de maker van een werk. Dit betekent dat bij de publicatie van een werk wat nog auteursrechtelijk beschermd is, er afspraken met de rechthebbende gemaakt moeten worden. Bij het verspreiden van foto’s van (kunst)werken op internet en het opslaan van beeld- of audiovisueel materiaal in databases krijgt men te maken met het auteursrecht.
18
Automatiseringsplan Beleidsdocument dat de vertaalslag maakt van functionele behoeften op het gebied van ICT (zoals vastgelegd in een informatieplan) naar de technische inzet van ICT in de organisatie. In een automatiseringsplan wordt vastgelegd welke hardware en software nodig zijn (bijvoorbeeld PC’s, printers, digitale camera’s of software voor kantoorautomatisering) voor de organisatie om de (geplande) werkzaamheden naar behoren uit te kunnen voeren.
19
Autorisatie Onderdeel van een beveiligingsarchitectuur. Nadat de identiteit van een gebruiker is vastgesteld op basis van authenticatie, worden de rechten van een gebruiker op een computer of netwerk vastgesteld. Die autorisaties kunnen variëren van het uitsluitend bekijken van bestanden tot het toevoegen, wijzigen of verwijderen van bestanden.
21
Banner Een afbeelding met reclame op een website. Het is de bedoeling dat de internetsurfer hierop klikt, om vervolgens naar de geadverteerde site te gaan. De webmaster die een banner plaatst, krijgt vaak per klik of per gerealiseerde verkoop een financiële vergoeding. Banners zijn er in verschillende formaten en kunnen zowel een stilstaand beeld als een animatie (bewegend) bevatten.
Bron: www.flickr.com, annamatic3000
22
Basisdigitalisering Het zodanig digitaal vastleggen van de gegevens van objecten uit een collectie, dat die collectie goed beheerd kan worden en goed digitaal toegankelijk is. Basisdigitalisering bestaat uit drie onderdelen: het toekennen van een unieke identificatie (bijvoorbeeld een plaatsingsnummer), het (basaal) beschrijven met behulp van de belangrijkste metadata en het vervaardigen van een digitale representatie.
23
Basisregistratie Het proces om een systematische verzameling aan te leggen van beknopte en uniform gestructureerde informatie over objecten, personen of instellingen. In 1988 is in Nederlandse musea de Basisregistratiekaart ingevoerd om in relatief korte tijd een aanzienlijk aantal museumobjecten te kunnen beschrijven en ontsluiten. De kaart is zo opgezet, dat het invullen ervan voor een belangrijk deel gebeurt aan de hand van gecontroleerde trefwoorden. De basisregistratiekaart is als basis gebruikt voor collectieregistratiesystemen. Wanneer de basisregistratie op orde is, is het voor erfgoedinstellingen gemakkelijker om te digitaliseren, omdat de omvang van de collectie bekend is, en de enkele gegevens in de registratie gebruikt kunnen worden voor de vindbaarheid van de gedigitaliseerde objecten.
24
Beeldbank Een verzameling digitaal beeldmateriaal, bijeengebracht in een databank die via een netwerk toegankelijk is. Op deze wijze kan een collectie beeldmateriaal van een erfgoedinstelling digitaal worden ontsloten en voor het grote publiek doorzoekbaar worden gemaakt.
Foto: www.flickr.com, Ian Burt
27
Benchmarking Ook wel: IJking Een methodiek om te bepalen hoe een organisatie zich verhoudt tot anderen wat betreft prestatieniveau. Benchmarking is een continu proces waarbij de eigen organisatie, producten, diensten en methoden worden vergeleken met de beste concurrenten of met organisaties die als toonaangevend worden beschouwd.
Foto: www.flickr.com, Vin60
28
Bestandsformaat Ook wel: File format, bestandstype, bestandsindeling De wijze waarop digitale informatie wordt vastgelegd en gecodeerd in een computerbestand. Een bestandsformaat kan behoren bij specifieke software, maar kan ook softwareof platformonafhankelijk zijn. Een bestandsformaat is vaak herkenbaar aan de extensie van de bestandsnaam (bijvoorbeeld .jpg voor een afbeelding of .doc voor een bestand gemaakt in Microsoft Word).
29
Binair bestand Computerbestand met een digitale codering die niet alleen letters, cijfers en leestekens bevat (zoals bij een ‘plat tekstbestand’), maar ook andere informatie. Afbeeldingen, muziekbestanden, software en gecomprimeerde bestanden zijn alle binair.
31
Bitmap Ook wel: BMP Een digitale afbeelding die opgebouwd is uit beeldpunten (pixels). Van elke pixel wordt de kleur beschreven in aantallen bits. Hoe meer bits, des te meer kleurnuances er mogelijk zijn. Bij een plaatje met alleen wit en zwart zijn de individuele pixels gedefinieerd door 1 bit: zwart of niet zwart. Voor een kleurenplaatje worden de pixels dikwijls gedefinieerd met 24 bits, wat resulteert in 16 miljoen mogelijke kleuren. Hoe meer bits per pixel (kleurdiepte), des te omvangrijk de bestandsgrootte. In tegenstelling tot vectorafbeeldingen kunnen bitmapafbeeldingen niet zonder kwaliteitsverlies of vervorming vergroot of verkleind worden.
Foto: www.flickr.com, Yoyolabellut
32
Bladeren
33
Bladwijzer
Ook wel: Browsen
Ook wel: Bookmark, favorieten
Een methode van zoeken in een databestand, waarbij de resultaten niet worden aangereikt door het gebruik van vrije zoektermen (zoals in zoekmachines als Google), maar door ordeningen die vooraf zijn aangebracht. Bladeren is een vorm van associatief zoeken, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van menustructuren. Door de menu’s door te lopen, krijg je zicht op de inhoud van het databestand. In erfgoedcollecties kan vaak gebladerd worden met behulp van thesaurustermen.
Een hulpmiddel in een webbrowser om snel een webpagina terug te kunnen vinden. Een bladwijzer bestaat in de regel uit de titel van de webpagina en het internetadres (URL).
34
Booleaans zoeken Zoeken met behulp van zogeheten Booleaanse operatoren om het verband tussen zoektermen aan te geven. De meest gangbare operatoren zijn AND, OR, NOT en NEAR. Bij AND wordt aangeduid dat de opgegeven zoektermen allemaal dienen voor te komen in het zoekresultaat. Met OR wordt een zoekresultaat gegeven als één van de opgegeven zoektermen voorkomt. Bij NOT mag een bepaalde term niet in de tekst voorkomen. Bij NEAR dient het ene woord in de buurt te staan van het andere opgegeven woord.
Foto: www.flickr.com, cobalt123
36
Cache geheugen Deel van het geheugen van een computer of een applicatie (zoals een internetbrowser of een zoekmachine) waarin kopieën van geraadpleegde digitale bronnen worden opgeslagen. Bij een volgend bezoek kunnen ze daardoor sneller worden geopend dan wanneer ze opnieuw moeten worden gedownload.
37
Captcha Een afbeelding met vervormde letters die handmatig moeten worden overgetypt bij het invoeren van gegevens. Het is bedoeld om te voorkomen dat de invoer automatisch (bijvoorbeeld via spamming) plaatsvindt. De letters in een captcha kunnen alleen door mensen geïnterpreteerd worden.
38
Classificatie Systematische ordening en identificatie van collectieonderdelen, zoals museale objecten of bibliotheekboeken. Een classificatie helpt om erfgoedinformatie op een uniforme wijze te ontsluiten. Op basis van een vooraf bepaalde rubricering worden systematische codes of trefwoorden toegekend aan collectieonderdelen. Dit maakt het indelen en terugvinden van die collectieonderdelen mogelijk.
39
Client Een computer die aan een netwerk verbonden is en diensten aanvraagt (bestanden, printers) van een andere computer of computerprogramma: de server.
40
Collaboration website Ook wel: Collaboratory Webomgeving, al dan niet besloten, waarin een groep met een gemeenschappelijk profiel (zoals een wetenschappelijke onderzoeksgroep) kan samenwerken en kennis kan delen, bijvoorbeeld door documenten te bewerken of een gemeenschappelijke agenda te onderhouden.
41
Collectieplan Plan dat omschrijving biedt van de bestaande erfgoedcollectie en de criteria en voornemens om de collectie uit te breiden. Het collectieplan is een onderbouwing van het algemene beleidsplan van de instelling. In het plan wordt aangegeven hoe de collectie verder zal worden uitgebouwd of welke onderdelen zullen worden afgestoten. Het collectieplan is een belangrijk hulpmiddel bij het opstellen van een informatieplan, waarin onder andere staat welke prioriteiten worden gehanteerd bij het digitaliseren van de collectie.
42
Collectieve intelligentie Ook wel: Collective Intelligence Kennis ingebed in webgemeenschappen en grote hoeveelheden gegevens die voor die groepen beschikbaar komen voor bijvoorbeeld analyse en hergebruik. Een kenmerk van collectieve intelligentie is dat iedereen zijn bijdrage kan leveren aan de kennisopbouw. Een bekend voorbeeld is Wikipedia.
Foto: www.flickr.com, undercurrent oao
44
Compressie Het reduceren van de grootte van een computerbestand of een ‘ingepakte’ verzameling bestanden, om capaciteitsproblemen bij opslag te voorkomen of om het kopiëren van files te versnellen. Bij compressie van een enkel bestand kan gekozen worden voor een ‘lossy’ bestandsformaat. Dit houdt in dat er bij het comprimeren en opslaan van een bestand informatie verloren gaat. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het bestandsformaat JPEG. Met welke compressiefactor het bestand opgeslagen wordt, kan meestal zelf gekozen worden.
45
Consumer-to-consumer interaction Ook wel: C2C Directe uitwisseling van informatie tussen gebruikers van een bepaalde dienst. In de context van digitaal erfgoed kan het bijvoorbeeld gaan om het delen van kennis over foto’s of stamboomgegevens of het uitwisselen van ervaringen over een bezochte tentoonstelling. Er zijn diverse mogelijkheden om deze interactie tussen gebruikers te ondersteunen: van een simpel gastenboek om reacties te plaatsen tot een webgemeenschap, waarin bestanden onderling kunnen worden uitgewisseld, en waar je ook kunt zien wie op dat moment ook is ingelogd op de betreffende dienst.
46
Content Management Systeem Ook wel: CMS Een systeem waarmee de inhoud van een website beheerd kan worden zonder dat kennis van HTML vereist is. Met behulp van een CMS kan een website ook een uniform uiterlijk houden. Een CMS is meestal geïnstalleerd op de server waarop de website beschikbaar is, zodat het onderhoud plaatsonafhankelijk is. Vanaf iedere computer met een webbrowser kan de website, door verschillende personen geredigeerd worden.
47
Contextualiseren Het verschaffen van achtergrondinformatie over een erfgoedobject, vaak voor een specifieke doelgroep, zoals het onderwijs, een specifieke bevolkingsgroep of een wetenschappelijke discipline. Het gaat om het verhaal bij een object dat een verbinding kan leggen met andere objecten.
48
Conversie
49
Cookie
Ook wel: Omzetten
Ook wel: HTTP cookie
Het omzetten van een computerbestand naar een ander systeem of bestandsformaat. Een voorbeeld van het eerste is het omzetten van een bestand van een Windows PC naar een Mac; een conversie van bestandsformaat is bijvoorbeeld een omzetting van TIFF naar JPEG. Hierbij wordt vaak de broncode van een bestand aangepast aan de nieuwe situatie.
Klein bestand dat op de computer van een gebruiker wordt achtergelaten bij het bezoeken van een website. De volgende keer dat de bezoeker zich bij de betreffende website aanmeldt, wordt deze herkend, zodat bijvoorbeeld voorkeursinstellingen kunnen worden geladen. Een cookie kan ook regelen dat (inlog)gegevens niet bij ieder bezoek ingevuld hoeven te worden. Cookies worden ook ingezet om het surfgedrag bij te houden. Internet browsers bevatten een optie om cookies uit te schakelen. Ook zijn er programma’s die geïnstalleerde cookies kunnen verwijderen.
50
Creative Commons Ook wel: CC Een systeem om auteursrechten te regelen. Het laat zien welke mogelijkheden er beschikbaar zijn voor hergebruik van een bron. Dit kan variëren van volledig auteursrecht (een werk mag alleen in delen geciteerd worden met bronvermelding) tot volledig in het publieke domein (geen rechtsbeperkingen, het mag geheel bewerkt en weer gepubliceerd worden). De maker van het creatieve werk bepaalt dus zelf onder welke voorwaarden anderen het werk kunnen hergebruiken.
Foto: www.flickr.com, cambodia4kidsorg
52
Crosswalk Overzicht van de relatie tussen twee of meer metadataschema’s, waarbij is aangegeven welk veld in het ene schema overeenkomt met een veld in een ander schema (bijvoorbeeld: het veld ‘kunstenaar’ in het ene schema komt overeen met het veld ‘artiest’ in een ander schema). Een crosswalk is een handig hulpmiddel voor samenwerkingsprojecten waarin metadata uit verschillende systemen moet worden samengebracht.
53
Crowdsourcing Het aanspreken en benutten van een grote groep individuen voor raadpleging en innovatie. Het is een ontwikkeling die voortvloeit uit het succes van het concept ‘user generated content’. De term is ontstaan uit een samenvoeging van de term ‘outsourcing’ (taken uitbesteden) in combinatie met ‘crowd’ (mensenmassa).
54
Cultureel erfgoed Ook wel: Erfgoed Sporen uit het verleden in het heden. Dat kunnen tastbare en zichtbare sporen zijn zoals voorwerpen in musea, archeologische vondsten, archieven, monumenten en landschappen. Maar ook de daaraan verbonden gebruiken, verhalen en gewoonten. Zo wordt ook wel onderscheid gemaakt tussen het materieel en immaterieel cultureel erfgoed.
Foto: www.flickr.com, mag3737
56
Databank Ook wel: Database Een verzameling samenhangende digitale gegevens die op een gestructureerde manier bijeengebracht zijn. Nieuwe informatie kan worden toegevoegd, de gegevens kunnen op allerlei manieren worden gerangschikt en gecontroleerd, en op basis van zoekacties kunnen delen van de inhoud van een databank getoond worden.
57
Digitaal De eigenschap van een computer om gegevens of een signaal in binaire vorm te coderen, dat wil zeggen dat alle informatie in combinaties van nullen en enen wordt uitgedrukt. Deze codering maakt het mogelijk gegevens exact, zonder verlies, te kopiëren.
58
Digitaal depot Ook wel: E-depot, elektronisch depot, safe place Opslagsysteem ter archivering van digitale bestanden. Een digitaal depot verschilt van een documentenserver door de speciale aandacht voor het langdurig en duurzaam toegankelijk houden van de bestanden.
59
Digitaal erfgoed Digitale verschijningsvorm van cultureel erfgoed. Er kunnen drie vormen worden onderscheiden: • Digital born erfgoed: erfgoedmateriaal dat van origine al digitaal is, zoals elektronische archieven, digitale kunst of foto’s die met een digitale camera zijn gemaakt. • Gedigitaliseerd erfgoed: erfgoedmateriaal dat van origine niet digitaal is, maar waarvan met digitalisering een reproductie is gemaakt. • Digitale informatie over erfgoed, bijvoorbeeld beschrij vingen, detailfoto’s of digitale reconstructies van het erfgoedobject. De informatie wordt meestal in een geordende vorm (bijvoorbeeld een database) beschikbaar gesteld.
60
Digital Rights Management Ook wel: DRM Methode voor het reguleren van gebruik en beschikbaarheid van digitale bronnen. Met behulp van DRM-technieken kunnen beveiligingen tegen illegaal gebruik worden gerealiseerd en kan bepaald worden wie, wat hoe vaak en hoe lang mag bekijken of beluisteren.
61
Digitale Collectie Nederland Metafoor voor één nationale verzameling digitaal cultureel erfgoed die toegankelijk en herbruikbaar is. Digitale erfgoedobjecten in de Digitale Collectie Nederland kunnen in samenhang toegankelijk worden gemaakt, los van de locatie van de fysieke originelen. Door het digitale materiaal boven de grenzen van de beherende instellingen uit te tillen ontstaan meer mogelijkheden tot combinatie en hergebruik.
62
Digitale fotografie Fotografie met gebruikmaking van een digitale camera. De foto’s worden als digitale (binaire) code vastgelegd, niet meer op lichtgevoelig materiaal zoals bij analoge fotografie.
63
Digitaliseren Ook wel: Digitisation, digitalisation, digitization Het proces om een analoge bron (tekst, beeld, audio of video) om te zetten naar een digitaal bestand. Het betreft niet alleen het omzetten van de bron, maar ook het bewerken en beschrijven ervan ten behoeve van de vindbaarheid en presentatie in een digitale omgeving (bijv. internet).
64
Digitaliseringsplan Onderdeel van het informatieplan, waarin het ICT-beleid van een erfgoedinstelling wordt vertaald naar de praktijk. De erfgoedinstelling legt in het digitaliseringsplan vast op welke manier en in welk tempo de collectie digitaal wordt geregistreerd, gedocumenteerd, gereproduceerd en beschikbaar gesteld. De prioriteiten in het digitaliseringsplan zijn meestal afgeleid van andere beleidsdocumenten, zoals een collectieplan of tentoonstellingsplan.
65
Disclaimer Ook wel: Vrijwaring Letterlijk: afwijzing van verantwoordelijkheid. Disclaimers verschijnen vaak onderaan e-mailberichten of webpagina’s. Hierin wordt de lezer er op geattendeerd dat aan de strekking geen rechten ontleend kunnen worden en dat de eigenaar niet aansprakelijk gesteld kan worden voor eventuele schade die voortvloeit uit gebruik of misbruik van de tekst of website.
67
Discussielijst Ook wel: Mailinglist Een mogelijkheid tot uitwisseling van informatie binnen een specifieke groep op basis van e-mail. Een bericht wordt via een centrale computer naar alle personen gestuurd die zich bij de lijst hebben aangemeld als abonnee. Eventueel is er eerst een redactionele controle op het bericht, voor het wordt verspreid. Meestal kan iedereen op het bericht reageren en worden die reacties ook weer naar alle abonnees verzonden, maar er bestaan ook lijsten waarbij het verzenden van berichten is voorbehouden aan een kleine groep abonnees.
Foto: www.flickr.com, privatenobby
68
Doelgroepenonderzoek Ook wel: User research, gebruikersonderzoek Methode om meer te weten te komen over de behoeften en wensen van de gebruikers van een dienst. Om hun doelgroepen (bestaande en nieuwe) via het web zo goed mogelijk te kunnen bedienen hebben erfgoedinstellingen behoefte aan inzicht in wat gebruikers willen en doen. Doelgroepenonderzoek kan op diverse manieren worden uitgevoerd, bijvoorbeeld via een (web)enquête, analyse van webstatistieken of een gebruikerspanel.
69
Domein De unieke aanduiding van een server of dienst die is aangesloten op het internet. Een domein kan uitgedrukt worden in een reeks nummers (IP-domein; bijv. 81.173.19.21) en een domeinnaam (www.den.nl). Deze laatste wordt gebruikt in e-mailadressen en webadressen. Het is het tweede gedeelte van een e-mailadres na ‘@’ of webadres na ‘www’. In de domeinnaam is het laatste deel meestal een landcode, zoals .nl voor `Nederland’, maar het kan ook de soort organisatie aangeven, dus .com (commercieel), .gov (overheid), of .edu (onderwijsinstelling). Er is ook aparte domeinklasse voor musea: .museum.
70
Dots per Inch Ook wel: DPI De eenheid waarmee de resolutie van een digitale afbeelding wordt uitgedrukt in relatie tot het vervaardigen van een afdruk op papier. DPI staat voor het aantal inktdruppeltjes (dots) per inch. Hoe hoger het aantal dots per inch, des te gedetailleerder de afdrukken worden.
Foto: www.flickr.com, dots per inch
72
Dublin Core Ook wel: DC Metadataschema voor het beschrijven van erfgoedobjecten. DC is oorspronkelijk opgezet om webdocumenten van metadata te voorzien, maar het is uitgegroeid tot de meest toegepaste metadatastandaard ter wereld voor het ontsluiten en beschikbaarstellen van digitaal erfgoed. In zijn meest eenvoudige vorm bestaat Dublin Core uit 15 basiselementen (de Dublin Core Metadata Element Set), waarmee in principe alle erfgoedbronnen op basaal niveau beschreven kunnen worden. Het algemene karakter van DC maakt deze beschrijvingsset geschikt voor het uitwisselen en combineren van metadata van samenwerkende erfgoedinstellingen. Er bestaan diverse mogelijkheden om de basisset uit te breiden, zodat ook metadataschema’s met een complexe structuur naar Dublin Core overgezet kunnen worden. Dublin Core behoort tot de set van minimale eisen voor de digitalisering van erfgoed binnen DE BASIS voor vindbaarheid.
73
Duurzaamheidsplan Beleidsdocument, dat een onderdeel is van het informatieplan. In het duurzaamheidsplan registreert een erfgoedinstelling de strategie om duurzame digitale toegankelijkheid van de (kennis over de) collectie tot stand te brengen. De strategie kan betrekking hebben op het inrichten van een infrastructuur voor lange-termijn-opslag (‘digitaal depot’) of op het veilig stellen van de data, bijvoorbeeld door te kiezen voor migratie, conversie of emulatie van de data.
74
Duurzaamheidsstrategie Beleidskeuze van een instelling om te zorgen voor duurzame toegankelijkheid van digitale data.
Foto: www.flickr.com, takomabibelot
76
E-cultuur
77
E-leren
Ook wel: Elektronische cultuur
Ook wel: Elektronisch leren, e-learning
De relatie tussen ICT en de productie en consumptie van kunst en cultuur. E-Cultuur omvat alle processen van expressie, reflectie en actieve participatie in het digitale domein.
Leren en doceren met behulp van internettechnologie. Kenmerkend voor deze manier van leren is dat er digitale hulpmiddelen gebruikt worden, zowel voor de organisatie van het leren als voor het leerproces zelf. E-leren is geen doel op zich, maar ondersteunt het flexibel opleiden en nieuwe vormen van leren.
78
Emulatie Duurzaamheidsstrategie gericht op het behoud van digitale bronnen zoals ze oorspronkelijk zijn vervaardigd en gebruikt. Door emulatietechnieken toe te passen wordt het mogelijk het gedrag van een verouderde computer na te bootsen op een andere (nieuwere) computer. Emulatie kan op vier aspecten van een computer van toepassing zijn: de hardware, het besturingssysteem, de bijbehorende software en de digitale objecten die met die software zijn vervaardigd.
79
E-overheid Ook wel: Elektronische overheid De dienstverlening van de overheid aan burgers en bedrijven die gerealiseerd wordt met behulp van ICT, zoals het regelen van een vergunning via internet of het doorgeven van een verhuizing met een DigiD inlogcode.
80
Eye tracking onderzoek Gebruikersonderzoek waarbij gemeten wordt hoe informatie op een beeldscherm overkomt. Het bestudeert hoe bezoekers hun blik over een beeldscherm laten gaan. Hoe ze lezen en kijken. Er zijn op basis van eyetracking algemene opmerkingen te maken over het kijkgedrag van mensen, maar ook het effect van specifieke sites is via eyetracking te analyseren.
Foto: www.flickr.com, woordenaar
83
Folksonomy Ook wel: Social tagging Toekenning van vrije trefwoorden door een gebruikersgroep, bijvoorbeeld een webgemeenschap. De term is een samentrekking van ‘folk’ en ‘taxonomy’. Tot voor kort was de toekenning van trefwoorden aan objecten in erfgoedinstellingen een exclusieve taak van professionals. Hierbij wordt meestal een terminologiebron gebruikt, zoals een thesaurus of een taxonomie, om ervoor te zorgen dat in gelijke situaties gelijke termen worden gebruikt. Het idee achter folksonomy is juist dat er trefwoorden worden toegepast op basis van vrije associaties.
Foto: www.flickr.com, Leo Reynolds
84
Frequently Asked Questions Ook wel: FAQ Een lijst veelvoorkomende vragen voorzien van antwoorden die een instelling op een website zet. Door een FAQ hoeft een instelling niet steeds dezelfde vragen door een medewerker te laten beantwoorden, en bezoekers van de website hebben meteen een antwoord op mogelijke vragen.
85
Full text zoeken Zoekmethode waarbij de tekstuele inhoud (machineleesbaar) van documenten helemaal doorzocht wordt. Er wordt dus niet alleen naar koppen, titels of metadata gekeken. Om de computer goed en snel te laten zoeken wordt gebruik gemaakt van full text indexing.
86
Functioneel ontwerp Onderdeel van het projectplan voor een digitaliseringsproject. Het is de vertaling van het concept naar functionaliteiten zoals die met ICT op detailniveau worden uitgewerkt. Het functioneel ontwerp besteedt aandacht aan de wijze waarop inhoud toegankelijk wordt gemaakt, aan de technieken die worden ingezet en aan de vormgeving (inclusief toegankelijkheidseisen).
Foto: www.flickr.com, leila
89
Gedistribueerd zoeken Zoekmethode waarbij gegevens die online vindbaar zijn gemaakt worden opgehaald via een zoekactie op het web. Het zoeksysteem en de doorzochte dataset worden daarbij los van elkaar en veelal door verschillende partijen beheerd. In het model van gedistribueerd zoeken kan één zoeksysteem bij meerdere contentleveranciers tegelijkertijd zoeken. Omgekeerd kan ook één dataset door verschillende zoeksystemen worden bevraagd.
Foto: www.flickr.com, duncan
90
Gedistribueerde opslag Op meerdere netwerkcomputers opslaan en beschikbaarstellen van informatiebronnen die inhoudelijk of formeel bij elkaar horen. Dit kan gedaan worden om opslagcapaciteit te vergroten, of om data van verschillende partijen via één informatiedienst beschikbaar te stellen.
91
Geocoderen Het koppelen van geografische locaties (coördinaten) aan objecten door middel van adressen, plaatsnamen, toponiemen, enz.
92
Geografisch Informatie Systeem Ook wel: GIS Een informatiesysteem waarmee (ruimtelijke) gegevens of informatie over geografische objecten kan worden opgeslagen, beheerd, bewerkt, geanalyseerd en gepresenteerd.
Foto: www.flickr.com, geognerd
94
Georefereren Het toekennen van geografische referentiepunten aan objecten, zodat de objecten op een digitale kaart (zoals een GIS) getoond kunnen worden. Door standaarden toe te passen bij georefereren wordt het mogelijk digitale kaarten over elkaar te leggen en nauwkeurig met elkaar te vergelijken.
95
Getrunceerd zoeken Manier van zoeken waarbij heel breed gezocht wordt. Er wordt gezocht met een deel van de zoekterm, waardoor alle zoekresultaten die een bepaalde lettercombinatie bevatten worden gevonden. Zo levert getrunceerd zoeken op ‘brui’ bijvoorbeeld alles wat over ‘gebruikers’ gaat op, maar ook zoekresultaten die met ‘bruiden’, ‘bruistabletten’ en ‘weggebruikers’ te maken hebben.
96
Grassroot video Laagdrempelige productie van videomateriaal dat gebruikt wordt als instructietool of leertoepassing. Het betreft meestal korte filmpjes, zoals te zien op YouTube.
Foto: www.flickr.com, zen
99
Harvesting Procedure om (meta)data automatisch van de server van een informatieleverancier te kopiëren en over te halen, zodat de data hergebruikt kan worden in een nieuwe context. Harvesting biedt de mogelijkheid om op basis van gemaakte afspraken een gemeenschappelijke informatiedienst (bijvoorbeeld een erfgoedportal) actueel te houden. Een instelling bepaalt zelf of er wel of niet ‘geoogst’ mag worden.
Foto: www.flickr.com, zsoltika
100
Hyperlink Verwijzingen die het mogelijk maken voor bezoekers om van het ene webdocument naar het andere te gaan met een enkele muisklik. Meestal is een hyperlink in een webdocument herkenbaar door een afwijkende kleur van de hoofdtekst met eventueel een onderstreping.
101
HyperText Transfer Protocol Ook wel: HTTP HTTP is het fundament van het World Wide Web. Deze standaard definieert de wijze waarop webbrowsers en webservers met elkaar communiceren en informatie uitwisselen. HTTP behoort tot de set van minimale eisen voor de digitalisering van erfgoed binnen DE BASIS voor vindbaarheid.
102
HyperText Markup Language Ook wel: HTML De basistaal van het World Wide Web. Opmaaktaal die gebruikt wordt om tekst en gerelateerde gegevens te markeren zodat ze over het internet uitgewisseld kunnen worden.
Foto: www.flickr.com, Leo Reynolds
104
Identificatie • •
Het vaststellen van de identiteit van een gebruiker, bijvoorbeeld om toegang te kunnen geven tot een beschermd bestand, of: Het vaststellen van de identiteit van een bestand, op basis van een unieke verwijzing, zoals een hyperlink.
105
Indexering Proces van het vaststellen van zoekkenmerken om het terugzoeken van archiefbescheiden en informatie te vergemakkelijken. Afspraken over indexering zijn essentieel om de vindbaarheid en uitwisselbaarheid van (meta)data te realiseren.
106
Informatie- en Communicatietechnologie Ook wel: ICT, informatica, informatietechnologie, IT Nieuwere benaming voor het oude IT (Informatie Technologie). De hoogtechnologische sector van computers en telecommunicatie, samengebracht door internet.
107
Informatiebeleid De strategie van een organisatie voor de toepassing van ICT in de informatiehuishouding. Het informatiebeleid wordt vastgelegd in een informatieplan. Gezien de snelle ontwikkelingen op het gebied van ICT is de regelmatige evaluatie van informatiebeleid en inbedding in de organisatie belangrijk.
109
Informatiebeleidsplan Onderdeel van het informatieplan. In het informatiebeleidsplan leggen instellingen het ICT-beleid vast met betrekking tot hun collectie(s). Het toont hoe ICT optimaal ingezet kan worden ter ondersteuning van de algemene beleidsdoelstellingen van de instelling. De inzet betreft zowel mensen (intern/extern) als middelen (infrastructurele voorzieningen). Het beleid zoals vastgelegd in een informatiebeleidsplan wordt uitgewerkt in een digitaliseringsplan, waarin is aangegeven op welke wijze en in welke volgorde de instelling digitaliseringsprojecten zal initiëren.
Foto: www.flickr.com, Kyptnc Meppn
110
Informatiebeveiliging Het beschermen van informatiebronnen tegen ongewenste raadpleging of wijziging, ongewenste aantasting door fysiek geweld of brand en het bieden van garanties voor de beschikbaarheid. Door de toenemende integratie van automatisering in de werkprocessen van erfgoedinstellingen en de toenemende complexiteit van automatiseringsoplossingen, is aandacht voor het vereiste niveau van informatiebeveiliging en de technische realisering ervan belangrijk.
111
Informatieplan Plan waarin een instelling het ICT-beleid vastlegt. Hiermee is het een onmisbare schakel in de voorbereiding op digitaliseringsactiviteiten. Het informatieplan is opgebouwd uit een informatiebeleidsplan, een digitaliseringsplan en een duurzaamheidsplan.
113
Infrastructuur Het geheel aan technische voorzieningen in een instelling (lokale infrastructuur), een land (nationale infrastructuur) of wereldwijd (het internet) om digitale dienstverlening te realiseren.
Foto: www.flickr.com, Hamed Saber
114
Inhoudelijke ontsluiting Toegankelijk maken van collecties door middel van inhoudelijke beschrijvingen. Uniforme inhoudelijke ontsluiting vereist afspraken over de wijze van beschrijven van de inhoud, bijvoorbeeld aan de hand van gestructureerde woordenlijsten, classificaties of thesauri. Zulke lijsten ondersteunen de efficiency bij het beschrijven en ontsluiten van bronnenmateriaal.
115
Innovatie Activiteiten die gericht zijn op vernieuwing. In het digitaal erfgoed gaat het vooral om innovaties die technologisch van aard zijn. Nieuwe producten en diensten worden aangeboden, die bijvoorbeeld aansluiten op technologische trends in de maatschappij. Innovatieve toepassingen dragen bij aan de toekomstvastheid van erfgoedinstellingen.
116
Interactief Een communicatieproces verloopt interactief wanneer de verzender tijdens de communicatie ook ontvanger wordt en omgekeerd. Bij multimediaprogramma’s kan interactie ook over voorgeprogrammeerde mogelijkheden gaan, zoals keuzes uit een menu, tot de meer geavanceerde interactiviteit waarbij zender en ontvanger met elkaar in dialoog gaan. Voor erfgoedinstellingen is het van belang gebruik te maken van interactie met de doelgroepen.
Foto: www.flickr.com, Edgley Cesar
118
Interface • •
De voorziening van een informatiesysteem waarmee een gebruiker commando’s kan invoeren (bijvoorbeeld een zoekactie starten in een online catalogus), of: De koppeling tussen (componenten van) één of meer computers. Via de interface kunnen computers onderling automatisch gegevens uitwisselen.
119
Internationale Organisatie voor Standaardisatie Ook wel: ISO, International Organization for Standardization Organisatie die internationale standaarden vaststelt voor alle diensten en producten. Op het gebied van ICT streeft ISO ernaar wereldwijde standaarden voor communicatie en gegevensuitwisseling tot stand brengen. In Nederland is het NEN (Nederlands Normalisatie-instituut) het nationale orgaan dat de ISO-standaarden en Nederlandse uitgaven daarvan in beheer heeft en voor verdere ontwikkeling ervan zorgt.
121
Joint Photographic Experts Group file format Ook wel: JPEG, JPG Opslagstandaard voor digitale afbeeldingen. JPEG maakt gebruikt van compressie om de bestandsgrootte te reduceren. Het opslagformaat is het meest gebruikte formaat voor afbeeldingen op internet, maar het is wel een ‘lossy’ bestandsformaat. Dit houdt in dat er bij de compressie informatie verloren gaat en er kwaliteitsverlies optreedt. Met welke compressiefactor de afbeelding opgeslagen wordt, kan zelf gekozen worden.
Foto: www.flickr.com, Al Howat
123
Kruimelpad Afkorting: Breadcrumbs, broodkruimelnavigatie, breadcrumb trail Navigatieonderdeel op een website waarbij de internetsurfer kan zien op welk niveau van de website hij of zij zich bevindt. Het kruimelpad toont een lijst van bovenliggende pagina’s in hiërarchische volgorde bovenaan de pagina. De bezoeker kan eenvoudig een niveau (of meerdere niveaus) terug doordat de eerder bezochte pagina’s aanklikbaar zijn.
Foto: www.flickr.com, aslakr
125
Licentie Formele of wettelijke toestemming om iets te doen of te gebruiken. Voor het gebruik van computerprogramma’s moeten vaak licentiekosten betaald worden.
Foto: www.flickr.com, badjonni
126
Locatieve media Apparaten die gebruik maken van technologieën voor geografische plaatsbepaling, zoals het Global Positioning System (GPS), mobiele telefoons, draadloze laptops, RFID en andere systemen voor mobiele communicatie. Deze technologieën stellen mensen in staat om zichzelf en anderen op een digitale plattegrond te lokaliseren en om informatie over de locatie waar ze zich bevinden op te vragen.
127
Long tail Economisch principe om winst te maken via internet op artikelen waar niet veel vraag naar is, door ze langdurig beschikbaar te houden. In de fysieke wereld is dit economisch niet zo interessant, omdat er (dure) fysieke opslagruimte voor nodig is. De term is overgenomen uit de statistiek en beschrijft een figuur die ontstaat in een XY-grafiek die populariteit afmeet ten opzichte van beschikbaarheid. ‘Het lijf’ staat voor het moment dat een object (bijvoorbeeld een boek) verschijnt en de dagelijkse verkoop flink volume heeft, ‘de staart’ (of ‘tail’) is de periode daarna, waarin de verkoop dagelijks dun is, maar wel lang doorgaat en dus uiteindelijk het volume van het lijf evenaart. In de context van erfgoed wordt de long tail gebruikt om aan te geven dat de grote groep erfgoedobjecten die bijna permanent in depots verblijft, nieuwe kansen op publieke aandacht krijgt dankzij digitalisering.
128
Look-and-feel De vormgeving (look) en de interactieve stijl (feel) van de gebruikerskant van een website.
Foto: www.flickr.com, Frozen Coffee
130
Magnetische media Opslagmedia in de vorm van een band van kunststof met daarop een dunne laag magnetiseerbaar materiaal. Op deze laag kan met apparatuur worden geschreven en gelezen. Voorbeelden van magnetische media zijn floppies, cassettebandjes of computertapes.
131
Mapping Een procedure waarbij elementen in een gestructureerde dataset (bijvoorbeeld een metadataschema) gekoppeld worden aan elementen in een andere dataset. Op basis van een ‘mapping’ kan een computerprogramma geschreven worden dat dergelijke koppelingen voortaan automatisch uitvoert.
132
Mark-up Ook wel: Mark-up taal Structurering van tekstdocumenten. Mark-up wordt gebruikt om onderdelen van een tekst te markeren ten behoeve van zoekfuncties of presentatie. Het kan gaan om het onderscheiden van elementen binnen een tekst (bijvoorbeeld een hoofdstuk of een paragraaf), maar ook om inhoudelijke kenmerken (bijvoorbeeld een persoonsnaam of een tijdsaanduiding) aan te geven.
133
Mash-up Een web 2.0 applicatie of website die bestaande informatie combineert tot een nieuwe online service. Bestaande data, zoals bijvoorbeeld foto’s van Flickr, video’s van YouTube, kaarten van Google, boeken of muziekbestanden kunnen zo in een andere presentatie hergebruikt worden. Daarvoor moet de informatie wel beschikbaar gemaakt zijn voor mash-ups.
134
Metadata Gestructureerde gegevens over fysieke of digitale objecten. De drie belangrijkste soorten metadata zijn: beschrijvende metadata (nodig voor het identificeren en vinden van objecten), structurele metadata (deze leggen de relatie vast tussen individuele objecten die gezamenlijk een eenheid vormen) en administratieve metadata (deze richten zich op beheer en management van objecten).
135
Metadataschema Een groep bij elkaar horende metadata-beschrijvingselementen. Een veel gebruikt metadataschema is het Dublin Core metadataschema dat bestaat uit 15 gestandaardiseerde beschrijvingselementen. Het schema bestaat uit de naam van ieder element en de gebruikte semantiek.
136
Migratie Duurzaamheidsstrategie om digitale informatie voor de lange termijn bruikbaar te houden, door het geschikt te maken voor nieuwe (versies van) software of computers. Op basis van migratietechnieken worden bestanden overgezet van een verouderd systeem naar een nieuwer, met zo veel mogelijk behoud van authenticiteit.
137
Multimedia Computerbestanden waarin twee of meer verschillende soorten informatie (bijvoorbeeld beeld en geluid) zijn gecombineerd.
139
Narrowcasting Het zenden van informatie die is gericht op een bepaalde doelgroep, op een geselecteerde locatie en tijdstip via digitale schermen, vaak op afstand aangestuurd. Tegengesteld aan broadcasting, waarbij naar een grotere groep informatie gezonden wordt.
Foto: www.flickr.com, Franny B
140
Nearline
141
Newsfeed
Ook wel: Warm storage
Ook wel: RSS
Opslag van digitale informatie op een extern medium (bijvoorbeeld een tape of een CD-ROM wisselaar) dat direct gekoppeld is aan een internetserver. De informatie is dan in principe direct online te raadplegen, maar wel met een kleine vertraging, omdat er een hardwarekoppeling tot stand moet komen en eventuele decompressie of decodering kan plaatsvinden. Deze aanpak biedt de voordelen van directe toegang met economisch gunstige methoden voor opslag.
Methode om nieuwsberichten of nieuw geplaatste documenten van een website automatisch gepresenteerd te krijgen
143
Offline Ook wel: Cold storage Het niet verbonden zijn aan een computernetwerk. Offline informatie wordt bewaard op een medium dat niet is aangesloten op een netwerk, zoals een CD-ROM. Deze informatie moet dus eerst worden gekoppeld aan of overgezet naar de netwerkomgeving voordat raadpleging mogelijk is.
Foto: www.flickr.com, Claudecf 2
144
Online
145
Ook wel: Hot storage Het direct verbonden zijn aan een netwerk. De informatie is opgeslagen op een netwerkserver die direct toegankelijk is, zodat de gegevens onmiddellijk getoond kunnen worden.
Foto: www.flickr.com, eworm
146
Online Public Access Catalog Ook wel: OPAC, iPAC, internet/intranet Public Access Catalog Online ontsluiting van de catalogus of de thesaurus van een erfgoedinstelling, bijvoorbeeld een bibliotheek. Bibliotheekmedewerkers en het publiek hebben gewoonlijk toegang via computers in de bibliotheek en vanaf thuis (of waar dan ook) via het internet. OPAC’s maken vaak deel uit van een geïntegreerd bibliotheeksysteem.
147
Ontologie Toont op gestructureerde wijze de concepten en mogelijke relaties tussen de concepten die van belang zijn in een bepaald werkgebied. Een ontologie kan gebruikt worden als basis voor een informatiesysteem en is een belangrijk instrument voor geautomatiseerd, intelligent redeneren binnen zo’n systeem.
148
Open Archives Initiative Protocol for Metadata Harvesting Ook wel: OAI-PMH OAI-PMH is een laagdrempelig, op HTTP gebaseerd protocol voor uitwisseling van metadata tussen servers. Het OAI-model biedt erfgoedinstellingen de mogelijkheid om de beschrijvingen van erfgoed herbruikbaar te houden. Het kan gaan om de eigen wisselende presentaties, om toegankelijkheid via portals en om betere vindbaarheid in zoekdiensten als Google. OAI-PMH behoort tot de set van minimale eisen voor de digitalisering van erfgoed binnen DE BASIS voor vindbaarheid.
149
Open Source Software Software waarvan broncode beschikbaar is en aangepast mag worden. De rechten voor het gebruik van de software sluiten geen personen of groepen uit. Het verspreiden, kopiëren en wijzigen van de software is toegestaan en er hoeft geen licentiebedrag te worden betaald. Open Source Software biedt een garantie voor de toepassing van open standaarden.
150
Open standaard Een standaard waarover in een open procedure is beslist en waarvan het beheer bij een non-profit organisatie met een vrij toetredingsbeleid is ondergebracht. Open standaarden moeten zijn gepubliceerd en de kosten voor het gebruik moeten laag zijn. Ze hebben geen beperkende voorwaarden over het hergebruik.
Foto: www.flickr.com, So gesehe
152
Opslagmedium Drager om data op te slaan. Bijvoorbeeld een harde schijf, CD–ROM of tape.
153
Optische media Media zoals CD’s, CD-ROM’s en DVD’s waarbij een dunne laag aluminium op de policarbonaat disc is geperst. De kwaliteit van de schijven zelf kan wisselen. Bovendien heeft bij het wegschrijven van gegevens de combinatie van brander en merk/type schijf (een moeilijk te voorspellen) effect voor de leesbaarheid op termijn. Optische media zijn daarom vooral geschikt voor tijdelijke opslag van gegevens en niet zonder meer te gebruiken voor langdurige opslag.
155
Peer-to-peer Ook wel: P2P Type netwerk waarbij de aangesloten computers gelijkwaardig zijn, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een client-servernetwerk, waar sprake is van een centrale computer van waaruit gegevens worden gedistribueerd. P2P-netwerken zijn vooral nuttig voor een open uitwisseling van gegevens tussen computers van particulieren. In een P2P-netwerk wordt dynamisch vastgesteld welke computers op dat moment zijn aangesloten. Vanaf die computers kunnen gegevens opgehaald worden.
Foto: www.flickr.com, zen
156
Pixel Ook wel: Picture element Een beeldpuntje en het kleinste element van het beeldscherm of een digitaal beeld. Bij een digitaal beeld wordt de afmeting weergegeven door het aantal pixels in de breedte maal het aantal pixels in de hoogte.
Foto: www.flickr.com, JulianBleecker
158
Pixels per Inch Ook wel: PPI Staat voor het aantal beeldpuntjes per vierkante inch. Hoe groter het aantal puntjes, des te gedetailleerder een beeld.
159
Platformonafhankelijk Een programma of systeem is platformonafhankelijk wanneer het op elk computerplatform te gebruiken is. Het platform kan bepaald worden door het type en de generatie van het besturingssysteem of de hardware. Bekende platformen zijn bijvoorbeeld MS Windows, MacOS, Unix en DOS.
160
Podcasting Een toepassing waarbij een internetgebruiker, na aanmelding, audiobestanden (muziek, radioprogramma’s, maar ook software) kan downloaden. RSS is de technologie achter de distributie van de podcastbestanden.
161
Portal Een website die diverse gerelateerde aanbieders van informatie in een overzicht presenteert.
162
Protocol Een set regels waaraan computers zich moeten houden om ze met elkaar te laten communiceren, bijvoorbeeld om gegevens uit te wisselen of een applicatie te starten.
Foto: www.flickr.com, Bert Kommerij
165
Query Zoekopdracht.
Foto: www.flickr.com, Leo Reynolds
167
Radio Frequency Identification Ook wel: RFID Technologie waarmee via radiofrequenties informatie uit chips kan worden gelezen, meestal ten behoeve van identificatie van objecten of personen. De chips zijn opgenomen in RFID-labels of RFID-tags. Een RFID systeem bestaat uit de combinatie van RFID-labels en een lezer. In de context van digitaal erfgoed wordt RFID vooral ingezet om personalisatie in de dienstverlening toe te passen. In bibliotheken zijn boeken vaak voorzien van een chip waarmee ze op afstand gelokaliseerd kunnen worden.
Foto: www.flickr.com, Joseph Robertson
168
Random Access Memory
169
Ranking
Ook wel: RAM
Ook wel: Pageranking, Googleranking
Het geheugengebied van de computer dat tijdens het werken als een buffer functioneert om de gebruikte gegevens snel te kunnen verwerken. In tegenstelling tot cache blijven de gegevens in de RAM niet bewaard voor een volgende sessie.
De rangschikking van zoekresultaten in een informatiesysteem. Er zijn diverse criteria waarop de rangschikking gebaseerd kan worden: • hoe vaak het woord waarmee gezocht is voorkomt in de bron (bijvoorbeeld een tekstdocument) • de plaats van het woord in de bron (bijv. in de titel, in een voetnoot of in het internetadres) • hoe vaak de bron door anderen is geraadpleegd • hoe vaak er met hyperlinks naar wordt verwezen vanuit andere bronnen. Hoe beter een bron voldoet aan de criteria, des te hoger zal hij in de lijst van zoekresultaten getoond worden.
170
Really Simple Syndication feed
171
Redundantie
Ook wel: RSS feed
Ook wel: Overtolligheid, overbodigheid
Geabonneerden op een RSS-feed kunnen de laatste berichten of artikelen van een website op de eigen computer gepresenteerd krijgen. Ze hoeven niet naar verschillende websites toe om te kijken wat er nieuw is, maar de gegevens komen naar de gebruiker toe. Via RSS-feeds kunnen ook mash-up websites automatisch van informatie voorzien worden. Voor het lezen van de feed wordt een RSS-reader (RSS-lezer) gebruikt.
Verdubbeling van gegevens als gevolg van het samenvoegen van verschillende bronnen. Hierbij kunnen de gegevens die geen extra informatie geven (en dus overtollig zijn) worden weggelaten zonder dat de betekenis van de totale inhoud verandert.
172
Registratiesoftware Software voor het digitaal registeren en beheren van erfgoedcollecties. Er bestaan verschillende soorten pakketten voor verschillende sectoren. Goede pakketten kunnen zorgen voor standaardisatie. Vaak zijn de velden binnen een systeem gebaseerd op een standaard, zoals basisregistratie (of een uitbreiding daarvan) of Dublin Core.
Foto: www.flickr.com, LukeRedmond
174
Repository Opslagvoorziening voor (meestal wetenschappelijke) publicaties en andere (bijbehorende) digitale objecten, zoals videobestanden. In tegenstelling tot een digitaal depot hoeft een repository geen voorzieningen te hebben om de duurzaamheid van de bestanden voor de lange termijn te garanderen.
175
Resolutie Aanduiding van de dichtheid van een digitaal beeld, uitgedrukt in het aantal punten (pixels) per oppervlakte (PPI bij beeldscherm, DPI bij printer). Hoe hoger de resolutie, des te gedetailleerder de beeldweergave.
177
Resolver Ook wel: Resolution service Een dienst om een internetbron op een eenduidige en onveranderlijke wijze te kunnen identificeren. Een internetbron wordt in de regel vindbaar gemaakt met een Uniform Resource Locator (URL), die een tijdelijk karakter heeft omdat deze wordt bepaald door de plaats van opslag en het formaat van het bestand. Na verloop van tijd kan het bestand onvindbaar zijn, omdat het een andere netwerklocatie heeft gekregen of een andere vorm heeft gekregen. Om dit probleem op te lossen wordt resolving toegepast. Een resolver houdt op een centrale of lokale plaats bij waar en hoe het bestand opgevraagd kan worden. De gebruiker wordt dan door de resolver automatisch doorgestuurd naar de juiste locatie.
Foto: www.flickr.com, Javier Portoles
178
Retrieval Ook wel: Information retrieval Het zoeken naar informatie in databases en documenten, naar documenten zelf en naar metadata die de documenten beschrijven. De zoekvraag van de gebruiker wordt vergeleken met een verzameling documenten, en levert een set verwijzingen naar relevante zoekresultaten op voor verdere raadpleging.
Foto: www.flickr.com, cursedthing
180
Scannen Omzetten van een fysiek origineel (tekst, afbeelding, object) naar een digitaal object door middel van beeldreproductie met behulp van een (flatbed) scanner.
181
Search and Retrieve URL Service Ook wel: SRU SRU is een eenvoudig toe te passen standaard om ‘realtime’ informatie van één of meer contentleveranciers op te halen met behulp van een zoekopdracht (‘query’). Erfgoedinstellingen die gedigitaliseerd erfgoed via SRU vindbaar maken, maken het mogelijk dat hun data (zowel metadata als digitale objecten) in wisselende presentaties aan eindgebruikers kunnen worden getoond. SRU behoort tot de set van minimale eisen voor de digitalisering van erfgoed binnen DE BASIS voor vindbaarheid.
182
Search Engine Advertising Tegen betaling plaatsen van advertenties boven en naast zoekresultaten in een zoekmachine. De advertenties sluiten aan bij de zoekvraag van de zoekmachinegebruiker. De adverteerder betaalt voor iedere keer dat een gebruiker de advertentie aanklikt. Deze kosten worden begroot op basis van CPC (Cost per Click). Search Engine Advertising is een onderdeel van Search Engine Marketing.
183
Search Engine Marketing Ook wel: Zoekmachinemarketing Strategie om ervoor te zorgen dat webpagina’s goed vindbaar zijn bij zoekdiensten. Het doel is om een webpagina een prominente en relevante plaats bij de zoekresultaten van een zoekmachine te geven, om zoveel mogelijk potentiële gebruikers te bereiken. Aspecten van Search Engine Marketing zijn Search Engine Optimisation en Search Engine Advertising.
185
Search Engine Optimisation Ook wel: Zoekmachine optimalisatie Technieken om een website een hogere ranking te geven in een lijst met zoekresultaten, en ze daarmee beter zichtbaar te maken in een grote hoeveelheid informatiebronnen.
Foto: www.flickr.com, Codispodi
186
Serendipity Het door toeval vinden van bruikbare informatie, terwijl je eigenlijk op zoek was naar iets anders.
187
Serious gaming Computerspellen met een didactisch doel; ze worden gebruikt voor overheidscommunicatie, voorlichting, educatie en training. In serious gaming gaat het niet in de eerste plaats om entertainment, maar staat het didactische doel centraal.
188
Server Ook wel: Host Een computer die diensten verleent aan andere computers in een netwerk. De server wordt vaak aangeduid met een verwijzing naar het soort diensten dat verleend wordt. Een fileserver stelt harddiskruimte beschikbaar voor opslag van documenten, een webserver maakt documenten beschikbaar op het web, een mailserver ontvangt en verstuurt e-mail.
189
Shareware Software die gratis verspreid kan worden, maar waarvoor de schrijver of ontwikkelaar een betaling wil hebben als de gebruiker er langer of vaker gebruik van maakt.
190
Sitemap Een schematisch overzicht van de opbouw en inhoud van een website, vergelijkbaar met een inhoudsopgave. Het biedt de mogelijk om in één oogopslag de structuur van een site te doorgronden en door te klikken naar onderdelen ervan.
Foto: www.flickr.com, activefree
192
Social bookmarking Het online en openbaar opslaan van verwijzingen naar bijvoorbeeld favoriete websites, foto’s, of berichten met de bedoeling de gegevens met anderen te delen.
193
Social software Computerprogramma’s die online interactie tussen mensen, virtuele relaties en virtuele omgevingen mogelijk maken, waar mensen samen kunnen werken of virtuele gemeenschappen kunnen vormen.
194
Standaard Officiële, nationaal of internationaal overeengekomen afspraak (geregistreerd bij een standaardisatie-instituut als ISO) of een in de praktijk algemeen gebruikte afspraak (‘de facto standaard’). Door standaarden neemt de mogelijkheid tot uitwisseling en samenwerking toe. Standaarden ondersteunen efficiënte informatieverwerking, zowel binnen een instelling (bijvoorbeeld om informatie uit diverse eigen bronnen te kunnen combineren of bij het overstappen op een ander informatiesysteem) als tussen samenwerkende instellingen (bijvoorbeeld bij het onderhouden van gemeenschappelijke informatiediensten).
195
Streaming Techniek waardoor een beeld-, audio- of videobestand kan worden gelezen zonder dat het nodig is om te wachten tot het bestand volledig is gedownload. Een plug-in, aan de webbrowser toegevoegd, decomprimeert en leest de gegevens terwijl ze door de computer worden binnengehaald.
196
Stylesheet Middel om de opmaak van HTML-pagina’s te beheren. In stylesheets kun je op een centrale plaats de opmaak voor het hele document, of meerdere documenten definiëren. Het onderhoud van het ontwerp en de indeling van HTMLpagina’s is dankzij stylesheets veel efficiënter dan wanneer in elke pagina apart de opmaakkenmerken vastgelegd moeten worden.
Foto: www.flickr.com, Leo Reynolds
198
Tagcloud Visueel aantrekkelijk geordende verzameling van trefwoorden (tags). In een tagcloud wordt getoond welke tags vaak voorkomen in een databestand (groter, andere kleur) en wat hun onderlinge relaties zijn.
199
Tagging Het toevoegen van inhoudelijk beschrijvende trefwoorden aan informatie zoals artikelen, weblogberichten, foto’s of films. Tagging bevordert de vindbaarheid van informatie in zoeksystemen. Het toekennen van tags kan door professionals zoals registratoren of bibliothecarissen gedaan worden maar ook door leken. Dan spreek je van social tagging of folksonomy.
201
Target Een grafisch hulpmiddel waarop lijntjes, grijsvlakken of kleuren zijn afgedrukt, dat samen met het erfgoedobject wordt gescand of gefotografeerd. Door de originele target te vergelijken met de digitale versie kan gecontroleerd worden of de beeldeigenschappen van de reproductie zoals scherpte, helderheid, contrast en kleurdiepte overeenkomen met het origineel.
Foto: www.flickr.com, yousoundhollow
202
Terminologiebron Een bron die bestaat uit gecontroleerde termen. Thesauri en trefwoordenlijsten zijn voorbeelden van terminologiebronnen.
203
Thesaurus Woordsysteem dat bestaat uit gecontroleerde termen, met toegevoegde relaties tussen synoniemen, meer algemene en meer specifieke termen en gerelateerde termen. Online thesauri zijn nuttig voor ontsluiting van grote hoeveelheden digitale informatie, bijvoorbeeld door het mogelijk te maken dat de gebruiker door het bestand kan bladeren met geüniformeerde termen.
204
Toegankelijkheid
205
Trefwoordenlijst
Ook wel: Accessibility
Ook wel: Trefwoordsysteem
De eigenschap van een website om een zo breed mogelijke groep van gebruikers ten dienste te zijn. Goede toegankelijkheid van een website voor bijvoorbeeld mensen met een visuele of motorische beperking is geen vanzelfsprekendheid en de toegankelijkheid via alle typen webbrowsers, telefoons en andere platformen evenmin. Door aandacht te besteden aan toegankelijkheidseisen kan een site op een eenvoudige manier beter toegankelijk gemaakt worden. Een goed toegankelijke site heeft doorgaans kortere laadtijden en weinig serverbelasting. Stichting Drempels Weg heeft richtlijnen opgesteld voor de toegankelijkheid van websites, die weer gebaseerd zijn op de richtlijnen van het World Wide Web Consortium (W3C).
Hulpmiddel bij het beschrijven van objecten in een collectie door een overzicht te bieden van gecontroleerde termen, eventueel met toegevoegde verwijzingen naar synoniemen en gerelateerde termen. Trefwoordenlijsten zijn, in tegenstelling tot thesauri, niet hiërarchisch opgebouwd.
207
Unicode Een internationale standaard voor de identificatie van grafische tekens en symbolen. Unicode is een uitgebreide versie van ASCII-code. Met meer dan 65000 tekens kunnen vrijwel alle talen van de wereld digitaal worden weergegeven. Bij gebruik van Unicode gaat er geen informatie verloren door omzetting naar een andere tekenset.
Foto: www.flickr.com, Leo Reynolds
208
Unicode Transformation Format 8-bit
209
Uniform Resource Identifier Ook wel: URI
Ook wel: UTF-8 Tekencodering om aan te geven in welke taal (Engels, Chinees, etc.) een document is opgemaakt en welke karaktercodering gebruikt wordt. Het is een manier om Unicode⁄ISO 10646–tekens op te slaan als een stroom van bytes, een zogenaamde tekencodering. UTF–8 geeft aan hoeveel bits gebruikt worden als opslagformaat, in dit geval 8 bits. Het is een tekenset die gebruikt voor o.a. XML. UTF-8 behoort tot de set van minimale eisen voor de digitalisering van erfgoed binnen DE BASIS voor vindbaarheid.
Unieke verwijzing naar digitale objecten. Dat kunnen afbeeldingen zijn, teksten, filmpjes, maar ook metadata-records in een collectieregistratiesysteem. Er zijn twee soorten URI’s: URL’s (Uniform Resource Locators) identificeren de plaats waar iets staat; URN’s (Uniform Resource Names) geven het bestand een vaste naam.
210
Uniform Resource Locator Ook wel: URL, webadres Het unieke adres dat de locatie van een webdocument of andere bron op internet aangeeft. De URL bestaat in de regel uit: • een aanduiding van een communicatieprotocol (http, https, ftp) • een naam van de server of het internetdomein (www.den.nl) • de naam of aanduiding van het betreffende digitale object (index.html).
Foto: www.flickr.com, coba
212
Uniform Resource Name Ook wel: URN Unieke, onveranderlijke verwijzing naar een internetbestand op basis van formele of inhoudelijke kenmerken van dat bestand. Een URN is locatieonafhankelijk, in tegenstelling tot een URL. Dit houdt in dat de adressering van het bestand ongewijzigd blijft, ook al wordt het verplaatst naar een andere map of een andere server.
213
Usability De gebruiksvriendelijkheid van websites. Usability is de mate waarin een interactief systeem de gebruikers in staat stelt effectief, efficiënt en comfortabel hun taak te voltooien.
214
User Generated Content Ook wel: UGC Een inhoudelijke bijdrage (video-, audio-, of tekstmateriaal) van niet-professionele gebruikers aan een online medium. Voorbeelden zijn recensies, weblogs of bijdragen aan Wikipedia.
Foto: www.flickr.com, duncan
216
Vectorafbeelding Type digitale afbeelding, waarbij punten met behulp van lijnen met elkaar zijn verbonden en wiskundig zijn berekend. Dit in tegenstelling tot een bitmap, die geheel uit punten bestaat. Elk element in een vectorafbeelding is een op zichzelf staande eenheid met eigenschappen zoals kleur, vorm, omtrek, grootte en positie op het scherm. De eigenschappen van een element kunnen worden gewijzigd en geschaald zonder dat de oorspronkelijke helderheid en scherpte verloren gaan of andere voorwerpen in de afbeelding worden beïnvloed. Op vectoren gebaseerde tekeningen zijn door deze eigenschappen resolutieonafhankelijk. Dit maakt ze geschikt voor ontwerptekeningen en 3D-modellen.
217
Video on Demand Ook wel: VOD De mogelijkheid om een filmpje of Tv-programma op elk gewenst moment te (her)starten of te stoppen. Dit is een mogelijkheid die online media wel bieden, maar een televisiekanaal niet, omdat die lineair werkt met een vast aanbod.
218
Virale marketing Internetvariant van ‘mond tot mond reclame’. Virale communicatie groeit uit tot de belangrijkste vorm van marketing op internet.
219
Virtueel Iets wat virtueel is, is onafhankelijk van plaats, ruimte en tijd. Het gaat om een online ruimte zonder fysieke eigenschappen, die lijkt op de werkelijke wereld. In de informatica is iets virtueel wanneer het niet echt bestaat, maar via software wel lijkt te bestaan. Een ruimte kan virtueel zijn en toch kan de gebruiker het gevoel hebben er deel van uit te maken.
221
Visualisatie Onderzoekshulpmiddel om grote hoeveelheden data met een grote variëteit visueel inzichtelijk te maken, van simpele grafieken tot complexe 3D-modellen. Visualiatie wordt met name veel gebruikt door geesteswetenschappers.
Foto: www.flickr.com, oamcow
222
Vodcasting Ook wel: Video podcasting Een podcast met videoberichten waarop je je kunt abonneren. Elke keer dat een vodcastreader toegang krijgt controleert hij of er al nieuwe filmpjes beschikbaar zijn.
Foto: www.flickr.com, duncan
224
Web 2.0 De tweede fase in de ontwikkeling van het World Wide Web. Het gaat over de verandering van het web als verzameling aanbodgerichte websites naar een platform voor interactieve webapplicaties, waarmee iedereen die dat wil, informatie of kennis kan delen.
225
Web 3.0 Ook wel: Semantisch Web Derde generatie websites, die in staat moeten zijn betekenisvolle informatie tussen servers uit te wisselen zonder menselijke tussenkomst. Een web dat internetpagina’s kan begrijpen. De betekenisgeving wordt meestal gebaseerd op gestructureerde annotaties of metadata. Door de overeenkomende structuren kunnen automatisch inhoudelijke relaties binnen en tussen documenten worden gelegd. Het semantisch web is nog in ontwikkeling.
226
Webapplicatie Een computerprogramma dat in een webbrowser wordt uitgevoerd. Het programma is daarmee, in tegenstelling tot de webbrowser zelf, onafhankelijk van het besturingssysteem van de computer. Voorbeelden van webapplicaties zijn webbased content management systemen (CMS), webbased e-mailprogramma’s en internetbankieren.
227
Webarchivering Het verzamelen en kopiëren van informatie op het web naar een informatiesysteem dat is ingericht om deze informatie duurzaam, voor de lange termijn toegankelijk te houden, ook als de oorspronkelijke websites niet meer beschikbaar zijn.
228
Webbrowser Ook wel: Internetbrowser Software om bronnen op het World Wide Web te kunnen raadplegen. Browsers zijn multimediaal: ze zetten HTMLpagina’s om in leesbare tekst, laden en tonen afbeeldingen en multimediabestanden en kunnen eenvoudige commando’s verwerken, bijvoorbeeld via zoekformulieren. De verschillende webbrowsers functioneren niet helemaal hetzelfde.
Foto: www.flickr.com, munkt0n
231
Webcrawler Ook wel: Crawler, zoekrobot, spider Softwareprogramma dat het internet doorlopend afzoekt naar nieuwe of vernieuwde webpagina’s. Zodra een crawler een pagina heeft gevonden worden de gegevens erover gekopieerd naar de dienst die de crawler heeft ingezet. Op deze wijze maakt de webcrawler de gegevens vindbaar in bijvoorbeeld een zoekmachine op het web.
Foto: www.flickr.com, Jimee, Jackie, Tom & Asha
232
Webdienst Dienst die via het web wordt aangeboden aan een specifieke gebruikersgroep, zoals online verkoop van kaarten voor een tentoonstelling, of het automatisch kunnen converteren van een metadataschema naar een ander schema.
233
Webgemeenschap Een online gemeenschap van gelijkgestemden. Een virtuele ontmoetingsruimte waar bezoekers met elkaar in contact kunnen komen en informatie uit kunnen wisselen over een gedeeld interessegebied, samen spellen kunnen spelen of software kunnen ontwikkelen.
234
Weblog
235
Website
Ook wel: Internet dagboek, blog
Ook wel: Site, internetsite
Website in dagboekstijl geschreven. De maker (weblogger, blogger) schrijft korte berichten over (persoonlijke) onderwerpen of publicaties die hem of haar zijn opgevallen, en voorziet de berichten van links naar andere webbronnen. De nieuwste berichten in de weblog worden altijd als eerste getoond.
Een verzameling bij elkaar horende webpagina’s die informatie over een bepaalde organisatie of een bepaald onderwerp biedt.
236
Websitearchivering In een websitearchief zijn websites (of delen ervan) opgeslagen zoals die er op een bepaald moment uitzagen. Ook achterliggende systemen kunnen gearchiveerd worden, bijvoorbeeld achter een website draaiende databases. Het duurzaam bewaren en beschikbaar houden van verschillende versies van websites wordt in Nederland door de Koninklijke Bibliotheek onderzocht en uitgevoerd. Een voorbeeld van een websitearchief is the Internet Archive, waar je met de ‘Way back Machine’ veel websites uit het verleden kunt terugbekijken.
Foto: www.flickr.com, Aureusbay
238
Widget Een simpele softwaretoepassing met meestal een eenduidige en veelgebruikte functie om een bestaande gebruikersinterface in te vullen of te verrijken. Widgets zijn vooral populair als toepassing op het bureaublad op een computer, bijvoorbeeld een klok, een weergave van de stand van de maan of een digitaal fotollijstje met wisselende afbeeldingen.
239
Wiki Een website over een bepaald onderwerp waar gebruikers hun kennis kunnen delen door collectief teksten te schrijven en te redigeren. Sommige wiki’s, zoals Wikipedia, staan open voor iedereen. Andere wiki’s, die als kennisinstrument binnen bedrijven worden gebruikt, zijn afgesloten voor buitenstaanders. Wiki’s behoren tot de bekendste verschijningsvormen van Web 2.0. DEN beheert ook een wiki waarmee het met het erfgoedveld bediscussieert welke minimale eisen moeten gelden voor digitaal erfgoed, zie: wiki.den.nl.
240
World Wide Web Ook wel: WWW, Web 1.0, het Web, het Wereldwijde Web Het geheel aan digitale documenten en andere bronnen die op webservers zijn opgeslagen en op internet door middel van hyperlinks vindbaar en raadpleegbaar zijn.
Foto: www.flickr.com, hugovk
243
XML Ook wel: Extensible Markup Language Methode voor het logisch structureren van informatie(bronnen), waarbij zowel inhoudelijke als formele kenmerken van een bron gemarkeerd kunnen worden. XML is een door het W3C gedefinieerde markuptaal om bronnen voor zowel computerprogramma’s als mensen leesbaar te maken. In tegenstelling tot HTML kent XML geen opmaakelementen. Een XML-document kan functioneel worden gestructureerd om de gewenste functionaliteit zo goed mogelijk te realiseren. XML behoort tot de set van minimale eisen voor de digitalisering van erfgoed binnen DE BASIS voor vindbaarheid.
Foto: www.flickr.com, takomabibelot
245
Zoekmachine Programma op het internet waar je één of meer zoekwoorden kunt invoeren om informatiebronnen te kunnen vinden. De zoekmachine geeft een geordende resultatenlijst met bronnen waarin deze zoekwoorden voorkomen. Google, Yahoo en Ilse zijn voorbeelden van zoekmachines.
Foto: www.flickr.com, Claudecf
247
Beheer en gebruik Eén van de stadia in de levenscyclus van digitale data. Beheer: Activiteiten op het gebied van beveiliging en performance van informatiesystemen. Gebruik: Activiteiten om het gebruik van een informatiedienst door derden te reguleren, bijvoorbeeld door toegangsrechten aan gebruikers te verlenen en interactiemogelijkheden aan te bieden.
248
Beschrijving Eén van de stadia in de levenscyclus van digitale data. Het gaat over het verschaffen van basale informatie over een object, een collectie of een fenomeen, ter identificatie of vindbaarheid. Het betreft onder meer de vervaardiger, plaats en jaar van vervaardiging en een korte typering van vorm en inhoud. Deze informatie kan grotendeels uit het object afgeleid worden, maar kan soms ook gebaseerd zijn op omgevingskennis.
249
Digitaal Erfgoed: Bouwen aan Succesvolle ICT Strategie Ook wel: DE BASIS, The Heritage Essentials: Building A Successful ICT Strategy Een set van minimale eisen voor de digitalisering van erfgoed in het kader van de nationale infrastructuur voor digitaal erfgoed. Deze set is gebaseerd op de kennis en ervaring van erfgoedprofessionals. DE BASIS geeft de ondergrens aan waaraan elke erfgoedinstelling zou moeten voldoen bij digitalisering. DE BASIS staat voor kwaliteit in digitaal erfgoed.
250
Digitale duurzaamheid Ook wel: Digital preservation, duurzaamheid, duurzame toegankelijkheid Langdurige toegankelijkheid van digitale data. Dit is een grote technologische uitdaging voor databeherende instellingen, omdat er nog geen passende oplossingen voorhanden zijn. Het duurzaam beschikbaar houden van data vergt zowel beleidsmatige beslissingen in de vorm van een duurzaamheidsstrategie als praktische oplossingen voor beheer en behoud zoals bijvoorbeeld systemen die aangeven wanneer de authenticiteit van een bestand is aangetast of wanneer een bestandsformaat niet meer gelezen kan worden omdat er geen geschikte software meer is om het bestand te tonen. In 2008 stelt DEN in DE BASIS de minimale eisen voor digitaal erfgoed vast voor de thema’s digitale duurzaamheid en vervaardiging.
251
ICT-register voor het cultureel erfgoed Informatiesysteem van DEN om de landelijke kwaliteitsprincipes voor digitalisering uit te dragen. Het ICT-register toont de criteria voor effectieve en efficiënte inzet van ICT door een erfgoedinstelling, bijvoorbeeld bij digitalisering van de collectie of het opzetten van digitale dienstverlening. Het ICT-register is ingedeeld volgens de vier fasen die een kwaliteitscyclus kenmerken: PLAN-DO-CHECK-ACT. Het ICT-register geeft voor elk onderdeel een overzicht van relevante kwaliteitsinstrumenten.
252
Interoperabiliteit Eén van de stadia in de levenscyclus van digitale data. Het vermogen van systemen en software om (meta)data onderling uit te wisselen op basis van een gemeenschappelijke set procedures. Dergelijke automatische uitwisseling maakt het mogelijk om gemeenschappelijke informatiesystemen als erfgoedportals te bouwen en actueel te houden.
253
Kwaliteitscyclus Ook wel: Demingcycle, Shewhart cycle, Deming Wheel, PLAN-DO-CHECK-ACT-cyclus, PDCA-cyclus Hulpmiddel om de kwaliteit van een proces, van een digitaliseringsproject te bewaken. W. Edwards Deming, die de cyclus ontwierp, onderscheidde vier fasen: PLAN-DOCHECK-ACT. In Nederland heeft DEN de Deming cycle als uitgangspunt genomen voor kwaliteitszorg voor digitaal erfgoed. De vier fasen die DEN hanteert zijn beleid, plannen, uitvoering en evaluatie. DEN benoemt de fasen in het ICT-register als de hoofdonderdelen van het proces dat iedere cultureel erfgoedinstelling dient te doorlopen bij de toepassing van ICT en digitalisering.
254
Kwaliteitszorg Activiteiten om doorlopend de kwaliteit op een bepaald gebied te verbeteren, zoals digitalisering van cultureel erfgoed. Het gaat daarbij steeds om de relatie tussen doelen en ambities, de borging daarvan in beleid, management en processen, het bereiken van efficiency bij de uitvoering en de mate waarin resultaten zich verhouden tot de gestelde doelen. Procesmatig wordt kwaliteitszorg meestal omschreven in termen van de kwaliteitscyclus.
255
Levenscyclus digitale data Ook wel: Life cycle Cyclus die is onderverdeeld in negen stadia, van voorbereiding van fysieke collecties voor digitalisering tot het duurzaam toegankelijk houden van gegevens. Deze stadia zijn weer onderverdeeld: zo is beschrijving opgedeeld in de rubrieken metadata, inhoudelijke ontsluiting en identificatie. De levenscyclus is gekoppeld aan de kwaliteitscyclus.
256
Opslag Eén van de stadia in de levenscyclus van digitale data. Een erfgoedinstelling dient diverse specificaties voor de opslag van gedigitaliseerde bronnen ter harte te nemen, om de beschikbaarheid en vindbaarheid van de bronnen te garanderen. Het betreft specificaties voor databases, fysieke opslag en kwaliteitsbewaking.
257
Presentatie Eén van de stadia in de levenscyclus van digitale data. Het gaat over de manier waarop digitale gegevens aan de gebruiker getoond worden. Bij het inrichten en onderhouden van een website of een andere informatiedienst is het verstandig om inhoud en presentatie gescheiden van elkaar te houden. Deze scheiding moet het mogelijk maken om de informatie op maat te kunnen presenteren aan verschillende doelgroepen en om andere vormen van gebruik te ondersteunen, zoals personificatie en hergebruik in andere informatiediensten.
258
Sectoroverstijgend Erfgoed komt uit verschillende sectoren. Bijvoorbeeld uit musea, archieven, bibliotheken met speciale collecties, monumentenzorg of archeologie. Voor het publiek dat op zoek gaat naar digitaal erfgoed is het niet relevant te weten uit welke sector de informatie afkomstig is. Daarom is het belangrijk dat digitaal erfgoed sectoroverstijgend wordt aangeboden zodat bijvoorbeeld archiefinformatie tegelijkertijd met museale informatie beschikbaar is. In de Digitale Collectie Nederland wordt gestreefd naar sectoroverstijgende toegankelijkheid van digitale collecties. DEN werkt als kennisplatform ook sectoroverstijgend.
259
Subsidies voor digitaal erfgoed Fondsen en subsidieverstrekkers hebben aandacht voor het belang van ICT in het cultureel erfgoed. Er zijn steeds meer mogelijkheden voor het vinden van financiering voor digitaliseringsprojecten. DEN werkt jaarlijks het ‘Overzicht Fondsen & Subsidieregelingen voor Digitaal Erfgoed’ bij. Dit overzicht wordt als boekje uitgegeven maar is ook online raadpleegbaar via de website van DEN.
260
Toegang Eén van de stadia in de levenscyclus van digitale data. De wijze van beschrijven en opslag moet hergebruik van gegevens kunnen ondersteunen. Een informatiesysteem mag geen ‘gesloten doos’ (‘black box’) zijn. Zoekmachines en andere informatiesystemen moeten de gegevens kunnen bevragen. Bij voorkeur ondersteunt het informatiesysteem de technieken die gebruikt worden om gedistribueerd opgeslagen data te verzamelen via één enkele zoekactie.
261
Vervaardiging Eén van de stadia in de levenscyclus van digitale data. Een erfgoedinstelling dient breed geaccepteerde specificaties voor de vervaardiging van digitale data ter harte te nemen, om te garanderen dat de resultaten van hoge kwaliteit zijn. Het betreft specificaties voor documentformats, ICT-platforms en kwaliteitscontrole. In 2008 stelt DEN in DE BASIS de minimale eisen voor digitaal erfgoed vast voor de thema’s vervaardiging en digitale duurzaamheid.
262
Vindbaarheid Eigenschap van gepubliceerde digitale informatie om met behulp van gangbare zoektechnologie gevonden te worden door mensen en computers (webcrawlers). In 2007 zijn in Nederland de minimale eisen voor vindbaarheid van digitaal erfgoed vastgesteld in het kader van het DENproject DE BASIS. Er zijn zeven standaarden benoemd om vindbaarheid te optimaliseren: HTTP, URI, XML, UTF-8, Dublin Core, OAI-PMH en SRU.
263
Voorbereiding fysieke collecties Eén van de stadia in de levenscyclus van digitale data. Voorafgaand aan ieder digitaliseringstraject moet een fase plaatsvinden waarin de fysieke collectie onderworpen wordt aan een zorgvuldige materiaalanalyse en selectie van objecten uit de collectie. De conclusies uit het digitaliseringsplan dienen hierbij in acht genomen te worden. Zo kan bepaald worden wat op welke manier, volgens welke specificaties gedigitaliseerd moet worden, en welke kosten daarbij te verwachten zijn.
264
Index ABC-DE • Aggregatie: 11 • Analoog: 12 • Anyplace/anytime: 14 • Application Programming Interface (API): 15 • Auteursrecht: 16 • Authenticatie 17 • Automatiseringsplan: 18 • Autorisatie: 19 • Banner: 21 • Basisdigitalisering: 22 • Basisregistratie: 23 • Beeldbank: 24 • Benchmarking: 27 • Bestandsformaat: 28 • Binair bestand: 29 • Bitmap: 31 • Bladeren: 32 • Bladwijzer: 33 • Blog, zie: Weblog: 234 • Booleaans zoeken: 34 • Cache geheugen: 36 • Captcha: 37 • Classificatie: 38 • Client: 39 • Cold storage, zie: Offline: 143
265
• Collaboration website: 40 • Collectieplan: 41 • Collectieve Intelligentie: 42 • Community, zie: Webgemeenschap: 233 • Compressie: 44 • Consumer-to-consumer interaction (C2C): 45 • Content Management Systeem (CMS): 46 • Contextualiseren: 47 • Conversie: 48 • Cookie: 49 • Creative Commons: 50 • Crosswalk: 52 • Crowdsourcing : 53 • Cultureel erfgoed: 54 • Databank: 56 • Deming cycle, zie: Kwaliteits cyslus: 253 • Digitaal: 57 • Digitaal depot: 58 • Digitaal erfgoed: 59 • Digital Rights Management (DRM): 60 • Digitale Collectie Nederland: 61 • Digitale fotografie: 62
• Digitaliseren: 63 • Digitaliseringsplan: 64 • Disclaimer: 65 • Discussielijst: 67 • Doelgroepenonderzoek: 68 • Domein: 69 • Dots per Inch (DPI): 70 • Dublin Core (DC): 72 • Duurzaamheidsplan: 73 • Duurzaamheidsstrategie: 74 • E-cultuur: 76 • E-depot, zie: Digitaal depot: 58 • E-leren: 77 • Emulatie: 78 • E-overheid: 79 • eXtensible Markup Language, zie: XML: 243 • Eye tracking onderzoek: 80 • Feed, zie: Newsfeed: 141 • Folksonomy: 83 • Frequently Asked Questions (FAQ): 84 • Full text zoeken: 85 • Functioneel ontwerp: 86 • Gedistribueerd zoeken: 89 • Gedistribueerde opslag: 90 • Geocoderen: 91 • Geografisch Informatie Systeem (GIS): 92 • Georefereren: 94 • Getrunceerd zoeken: 95 • Grassroot video: 96
• Harvesting: 99 • Hot storage, zie: Online: 144 • Hyperlink: 100 • HyperText Transfer Protocol (HTTP): 101 • HyperText Markup Language (HTML): 102 • Identificatie: 104 • Indexering: 105 • Informatie– en Communicatie technologie, (ICT): 106 • Informatiebeleid: 107 • Informatiebeleidsplan: 109 • Informatiebeveiliging: 110 • Informatieplan: 111 • Infrastructuur: 113 • Inhoudelijke ontsluiting: 114 • Innovatie: 115 • Interactief: 116 • Interface: 118 • Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO): 119 • Joint Photographic Experts Group file format (JPEG): 121 • Kruimelpad: 123 • Licentie: 125 • Locatieve media: 126 • Long tail: 127 • Look-and-feel: 128 • Magnetische media: 130 • Mailinglist, zie: Disussielijst: 67 • Mapping: 131
266
• Mark-up: 132 • Mash-up: 133 • Metadata: 134 • Metadataschema: 135 • Migratie: 136 • Multimedia: 137 • Narrowcasting: 139 • Nearline: 140 • Newsfeed: 141 • Offline: 143 • Online: 144 • Online Public Access Catalog (OPAC): 146 • Ontologie: 147 • Open Archives Initiative Protocol for Metadata Harvesting (OAI-PMH): 148 • Open Source Software: 149 • Open standaard: 150 • Opslagmedium: 152 • Optische media: 153 • Peer-to-peer (P2P): 155 • Pixel: 156 • Pixels per Inch (PPI): 158 • Platformonafhankelijk: 159 • Podcasting: 160 • Portal: 161 • Protocol: 162 • Query: 165 • Radio Frequency Identification (RFID): 167 • Random Access memory (RAM): 168
• Ranking: 169 • Rasterafbeelding, zie: Bitmap: 31 • Really Simple Syndication feed (RSS feed): 170 • Redundantie: 171 • Registratiesoftware: 172 • Repository: 174 • Resolutie: 175 • Resolver: 177 • Retrieval: 178 • Scannen: 180 • Search and Retrieve URL Service (SRU): 181 • Search Engine Advertising: 182 • Search Engine Marketing: 183 • Search Engine Optimisation: 185 • Serendipity: 186 • Serious gaming: 187 • Server: 188 • Shareware: 189 • Sitemap: 190 • Social bookmarking: 192 • Social software: 193 • Spider, zie: Webcrawler: 231 • Standaard: 194 • Streaming: 195 • Stylesheet: 196 • Tagcloud: 198 • Tagging: 199 • Target: 201 • Terminologiebron: 202 • Thesaurus: 203
267
• Toegankelijkheid: 204 • Trefwoordenlijst: 205 • Unicode: 207 • Unicode Transformation Format 8-bit (UTF-8): 208 • Uniform Resource Identifier (URI): 209 • Uniform Resource Locator (URL): 210 • Uniform Resource Name (URN): 212 • Usability: 213 • User Generated Content (UGC): 214 • Vectorafbeelding: 216 • Video on Demand (VOD): 217 • Virale marketing: 218 • Virtual community, zie: Webgemeenschap: 233 • Virtueel: 219 • Visualisatie: 221 • Vocabulaire, zie: Terminologiebron: 202 • Vodcasting: 222 • Warm storage, zie: Nearline: 140 • Web 2.0: 224 • Web 3.0: 225 • Webapplicatie: 226 • Webarchivering: 227 • Webbrowser: 228 • Webcrawler: 231 • Webdienst: 232 • Webgemeenschap: 233
• Weblog: 234 • Website: 235 • Websitearchivering: 236 • Widget: 238 • Wiki: 239 • World Wide Web (WWW): 240 • XML: 243 • Zoekmachine: 245 • Zoekrobot, zie: Webcrawler: 231 ABC-DEN • Beheer en gebruik: 247 • Beschrijving: 248 • Digitaal Erfgoed: Bouwen aan Succesvolle ICT Strategie (DE BASIS): 249 • Digitale duurzaamheid: 250 • ICT-register voor het cultureel erfgoed: 251 • Interoperabiliteit: 252 • Kwaliteitscyclus: 253 • Kwaliteitszorg: 254 • Levenscyclus digitale data: 255 • Opslag: 256 • Presentatie: 257 • Sectoroverstijgend: 258 • Subsidies voor digitaal erfgoed: 259 • Toegang: 260 • Vervaardiging: 261 • Vindbaarheid: 262 • Voorbereiding fysieke collecties: 263
268
Geraadpleegde bronnen • • • • • • • • • • • • • • •
Beginnersweb woordenboek: www.beginnersweb.nl/woordenboek.php Begrippen CBS: www.cbs.nl/nl-NL/menu/methoden/begrippen/default.htm Buro Maerlant: Landschap, Ecologie en Ruimtelijke Ordening: www.buromaerlant.nl CRM begrippen: www.crmbegrippen.nl/ Cultuurnetwerk Nederland: begrippenlijst: www.cultuurnetwerk.nl/cultuureducatie/begrippen_en_definities.html Cyxla: IT uitleg: http://www.cyxla.com/uitleg/index.html DANS (Data Archiving and Networked Services): Metadata: www.dans.knaw.nl/nl/data_deponeren/state_of_the_art/metadata/ DEN en Mondriaan Stichting: Cultureel erfgoed digitaal; leidraad bij projecten: 2004, www.den.nl/publicaties/leidraad/ DEN: Brochure ‘Bouw mee met Digitaal Erfgoed Nederland’, september 2006 DEN-website: www.den.nl E-overheid: www.e-overheid.nl/e-overheid/introductie/introductie.html FLOOR: management jargon: www.floor.nl/management/ser endipiteit.html Guidelines for Digitization: North Carolina ECHO, Exploring Cultural Heritage Online: www.ncecho.org/guide/glossary.htm Het Computerwoordenboek voor senioren: www.seniorweb.nl/computerwoordenboek.aspx Het Nederlands Computer Woordenboek: www.computerwoorden.nl/
269
• • • • • • • • • • • • • •
HTML op het net: stylesheets: http://html.op-het.net/tekst/stylesheets.html ICER Computerwoordenboek: www.icer.nl/computerwoordenboek.php Informatiebeheer: http://labyrinth.rienkjonker.nl/glossary Informatiehuishouding Rijksoverheid: normenkader voor duurzaam toegankelijke en betrouwbare overheidsinformatie, Baseline: www.ictu.nl/images/Baselinedocumenten/080701%202% 20basics%20baseline%20%28versie%201%200%29x.pdf Instituut voor beeldende audiovisuele en mediakunst: www.iak.be Internet Strategies: woordenboek: www.jeroen.com/woordenboek/ J. Hoogenboom: Basisregistratie voor collecties voorwerpen en beeldmateriaal, 1988 KB: Webarchivering: www.kb.nl/hrd/dd/dd_projecten/webarchivering/index.html Kennsinet Begrippenlijst: kennisnet.wikia.com/termen/wiki/ Kwaliteitszorgsysteem voor het digitaal erfgoed van DEN: http://matrix.den.nl/ Marco de Niet en Marianne Peereboom (KB): De virtuele bibliotheek: definitie van kernbegrippen, Den Haag 2001 Marco de Niet, Nog niet alles uit de kast: de Digitale Collectie Nederland, uit: Boekman, Tijdschrift voor kunst, cultuur en beleid, afl. 75 2008, p. 93-100.: http://www.den.nl/docs/20080528152158/ Marco de Niet: ‘De bouwstenen van de digitale bibliotheek’, Uit: De Digitale Bibliotheek. Red. Bart van der Meij en Kees Westerkamp. Rotterdam 2007, p. 67-85. Marie-José Klaver: ‘Web 2.0 voor al uw communicatie’, in: NRC Handelsblad, 14 augustus 2008
270
• • • • • • • • • • • • • • •
Ming’s informatica woordenlijst: www.ming-automatisering.nl/Definities/ Ministerie van OCW: Beleidsbrief e-cultuur, juni 2002: www.minocw.nl/documenten/cultuurict-nota3-beleidsbriefecultuur.pdf Nationaal archief: www.nationaalarchief.nl/archiefbeheer/digitalisering Nederlandstalige AAT: http://www.aat-ned.nl/wwwopacexe? database=aat&language=1&TAB=&%250=28816 NPOX woordenboek: www.npox.nl/?p=80 NWO, Continuous Access To Cultural Heritage (CATCH): www.nwo.nl/files.nsf/pages/NWOA_7E6FDB/$file/CATCH_2008.pdf Patty Demper i.s.m. DEN: Erfgoed in beeld, onderzoek naar beeldbanken, juni 2008: www.den.nl/bestanden/beeldbanken/verslag_erfgoedinbeeld.pdf Photoplaza glossary: www.photoplaza.nl Roularta professional grafisch glossarium: www.roulartaprofessional. be/grafischnieuws/e-cademy/grafischglossarium/index.jsp Stichting drempelvrij: www.drempelvrij.nl Stichting Landelijk Contact van Museumconsulenten: Syllabus bij de LCM basiscursus registratie en documentatie: woordenlijst, Amsterdam 2002 Taalunieversum: www.taalunieversum.nl Techzine: ICT begrippen: www.techzine.nl/begrippen/ The New Media Consortium en Educause Learning Initiative: The Horizon Report, 2008: www.nmc.org/pdf/2008-Horizon-Report.pdf TNO: ‘Rapport Serious gaming: Onderzoek naar knelpunten en mogelijkheden van serious gaming’, 2006: http://207.234.238.87/upload/pdf/TNO%20Serious%20Gaming.pdf
271
• • • • • • • • • • •
TNO: H. Kardol, N. de Koning, J. van Loon i.s.m. DEN: Verleden, heden en toekomst van het Digitale Erfgoed, Scorekaart voor toekomstvaste ontwikkeling van websites, 2005: www.den.nl/innovatie/TNOrapport/ Unesco Nederland: www.unesco.nl/ VHIC definities en afkortingen: http://www.vhic.nl/Default.asp?A1PID=2238PDGH&A1SID=199420036#D Vlaanderen.be: lexicon van de e-cultuur: www.cjsm.vlaanderen.be/e-cultuur/bouwstenen/lexicon.html Webarchivering.nl: www.webarchivering.nl/taxonomy/term/3 Webrichtlijnen overheid: www.webrichtlijnen.nl/begrippen Website maken.be: www.websitemaken.be/index.php?page=begrippenlijst Wiki DE BASIS: http://wiki.den.nl Wikipedia Engelstalig: http://en.wikipedia.org/wiki/Main_Page Wikipedia Nederlanstalig: http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdpagina Zoekprof: www.zoekprof.nl/achtergronden/
272
Colofon ABC-DE, Woordenboek voor het Digitaal Erfgoed Uitgegeven door Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) met steun van Stichting GAAN Redactie: DEN (Janneke Grooten, Marco de Niet en Else Laura Rademaker), Yola de Lusenet Ontwerp: Trapped in Suburbia Druk: Veenman Drukkers Oplage: 1500 ISBN: 978-90-813615-1-4 Den Haag, december 2008 www.den.nl
Op deze tekst is de Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel 3.0 Nederland Licentie van toepassing. Zie de gebruiksvoorwaarden op: http://creativecommons.org/licenses/by-nc/3.0/nl/