De zolder van opa
Groepen 3-4-5
Inhoud 1. Kinderboekenweek 2. Op de zolder 3. De stoof 4. Het leesplankje 5. De Keulse pot 6. De tol 7. De foto 8. De koffiemolen 9. De schaatsen 10. Nog een foto 11. De zeepklopper 12. De beddenpan Werkblad
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Dit boek mag vrij gekopieerd en rondgestuurd worden.
1. De Kinderboekenweek
Dit boek hoort bij de Kinderboekenweek. In de Kinderboekenweek gaat het over opa’s en oma’s. Opa en oma hebben een grote zolder. Die zolder staat vol met spullen. Kim en Wim logeren vaak bij opa en oma. Ze zijn dol op die zolder. Kim ziet spullen van vroeger. Ze zien er oud uit. Wat zijn dat voor spullen? Kim weet niet goed waarvoor ze gebruikt weren. Gelukkig weten opa en oma het wel.
2. Op de zolder
Dit is de zolder van opa en oma. Ik neus er rond. Ik ben nieuwsgierig. Het is er spannend. Er staan veel spullen van vroeger. Eens kijken! Waar ik zal beginnen? Hier in de hoek zie ik iets......
3. De stoof
Wat een vreemd kistje! Er zitten gaten in. Wat is dit voor ding, oma?
Dat is een stoof, Kim. Hij is van de moeder van mijn moeder. In die tijd brandde er in elk huis maar één kachel. Die kachel stond in de woonkamer. De andere kamers waren koud. Mensen hadden vaak koude voeten. Je zette je voeten op de stoof. In de stoof zat een bakje. In het bakje zaten kooltjes van vuur. Het vuur maakte koude voeten warm. Stoven bestaan al honderden jaren.
4. Het leesplankje
Plaatjes met woorden? Het ziet er oud uit.
Dit is het leesplankje. Het was van mijn moeder. Ze leeft niet meer. Zij was vroeger juf. Op school leerde zij kinderen lezen. Zij deed dat met dit plankje. Kinderen lazen eerst deze woorden. Aap, noot, mies......... Ze leerden ook de letters. Na een tijdje konden ze ook nieuwe woorden lezen. Alleen oude mensen kennen het leesplankje nog.
5. De Keulse pot
Een bruine pot met oren? Die is zeker voor planten, oma? Dat is een Keulse pot. Hij is niet voor planten. In deze pot werd vroeger vlees of groente bewaard.. Aan het eind van de zomer ging de groente er in. Er ging veel zout bij. Soms ging er azijn in. Dat is zuur. Door dat zout of zuur bleef het eten goed. In de winter werd het eten uit de pot opgegeten. Het zuur en zout werd van het eten afgespoeld. Daarna werd het gekookt. In die tijd was er in de winter bijna geen vers eten. Nu zijn er vriezers en koelkasten. Daarin blijft het eten lang goed. Ook de smaak blijft goed. Nu kun je in deze pot een plant zetten.
azijn zout
6. De tol
Wat is dit nou weer? Het lijkt wel een peer.
Dat is een tol. Ik speelde er vroeger mee op straat. Er hoort nog een zweepje bij. Die is vast zoek. Het was een stokje met een touwtje. Ik draaide het touwtje om de tol. Ik trok hard aan het touwtje. De tol draaide op zijn punt rond op de stoep. Met het touwtje van de zweep sloeg ik tegen de tol. Zo bleef de tol draaien. Tollen bestaan nog steeds.
7. De foto
Die foto ziet er oud uit! Wie is die meneer, oma? Dat is mijn opa. Die foto is zeker honderd jaar oud. Opa is op de foto aan het werk. Hij was scharensliep. Hij ging de huizen langs met zijn kar. Hij sleep scharen, messen, beitels en schaatsen. Hij maakte alles weer scherp. Zie je het mes in zijn hand? Hij hield het langs een ronde steen. De steen draaide rond. Opa liet de steen draaien met een trapper.
8. De koffiemolen Ik vond dit achter een doos. Dit ding ruikt naar koffie. Dat klopt, want het is een koffiemolen. Bovenin deed je koffiebonen. Je hield de molen op schoot tussen je benen. Je draaide de hendel rond en rond. De bonen werden fijn gemalen. Onderin het laatje kwam het poeder. Over het poeder goot je heet water. Zo kreeg je koffie. Ik zie mijn moeder nog zitten met die molen op schoot. Nu kopen veel mensen die gemalen koffie kant en klaar in de winkel.
9. De schaatsen
Dit lijken wel schaatsen zonder schoenen!
Wat leuk! Dit zijn mijn schaatsen. Het zijn Friese doorlopers. Ik reed er op als kind. Achter ons huis was een kanaal. Mijn vader bond mijn schaatsen onder. Dat was een hele kunst. De riemen en touwen zaten strak om mijn schoenen. Ik oefende eerst achter een stoel. Later zonder stoel. Kijk maar! Er is nog een foto van gemaakt.
10. Nog een foto
Dit is een vreemde foto. Ik snap niets van die karren in zee. Dit is een foto op het strand. Ik denk uit de tijd van mijn opa en oma. Je liep in gewone kleren op het strand. Een badpak of bikini was niet netjes. Dat was veel te bloot. Mensen wilden niet bruin worden. Ze wilden juist wit blijven. Zwemmen deed je in een groot bakpak. Je deed je badpak aan in zo’n kar. Uit de kar ging je gelijk de zee in. Zo zag niemand je in je badpak.
11. De zeepklopper
Dit is een raadsel? Leg uit opa. Dat ik dat ding bewaard heb. Het is een zeepklopper. Mijn moeder gebruikte dit ding bij de afwas. Ze kookte eerst water. Uit een kraan kwam toen alleen koud water. Ze vulde een teiltje met warm water. Met de zeepklopper maakte ze sop. In de klopper zat een stuk zeep. Ze ging heel hard heen en weer in het water met de klopper. Er kwamen allemaal bellen. Nu was het water om af te wassen klaar. Nu is die zeep vloeibaar en zit in een fles.
12. De beddenpan
Dit is een oude koekenpan. Dat weet ik wel.
Mis! Het lijkt een koekenpan. Maar het is een beddenpan. Hij is antiek. Mijn overovergrootmoeder gebruikte hem in de winter. Er gingen hete stenen, gloeiende kooltjes of heet water in. De pan ging het bed in. Tussen de lakens werd het lekker warm. Slaapkamers waren vroeger Ijskoud. Je ging naar bed. Je haalde de pan eruit en ...... je bed was heerlijk warm.
Werkblad: De zolder van opa
De zolder van opa
1. Kun je de goede namen bij de plaatjes vinden? Trek een lijn.
de schaatsen
.
.
. de stoof
de pot
3. Zoek de 5 verschillen.
de koffiemolen
de tol
. . 2. Lees de zinnen goed. Zoek het goede woord bij de zin. Zet de letter van de zin voor het woord. A. Ik zorg dat de lakens warm zijn. B. Ik maal de bonen fijn. C. Ik slijp messen op een steen. D. Ik maak je voeten warm. E. Ik zorgde dat er eten was in de winter. F. Ik hielp kinderen op school. .
de Keulse pot de stoof de koffiemolen de scharensliep de beddenpan het leesplankje
Bij Eduboek kun je
Boeken lenen 3 x 94 titels)
Boeken online kopen (3 x 40 titels)
Boeken via email kopen (3 x 94 titels)
Naar boeken luisteren (3x 94 titels
Bij boeken van Eduboek vind je
Extra filmpjes bij boeken
Een gratis werkblad
Materiaal voor hoogbegaafden 3-4.
Materiaal voor hoogbegaafden 3-6
Materiaal voor hoogbegaafden 5-8.
Dit boek mag vrij gekopieerd en rondgestuurd worden.
Werkblad: De zolder van opa
De zolder van opa
1. Kun je de goede namen bij de plaatjes vinden? Trek een lijn.
de schaatsen
.
.
. de stoof
de pot
3. Zoek de 5 verschillen.
de tol
de koffiemolen
. . 2. Lees de zinnen goed. Zoek het goede woord bij de zin. Zet de letter van de zin voor het woord. A. B. C. D. E. F.
Ik Ik Ik Ik Ik Ik
zorg dat de lakens warm zijn. maal de bonen fijn. slijp messen op een steen. maak je voeten warm. zorgde dat er eten was in de winter. hielp kinderen op school.
E
de Keulse pot D
B
de stoof
de koffiemolen de scharensliep
C A
de beddenpan
F het leesplankje