Rebound Alkmaar Met medewerking van dhr. H. Eeftinck en dhr. F. Hoogeboom Korte typering Rebound Alkmaar
De reboundvoorziening in Alkmaar is een bovenschoolse voorziening van het samenwerkingsverband VO/SVO Noord-Kennemerland, bestaande uit ´De Opvangklas´ en ´het Keerpunt´. De doelstelling bestaat uit het voorkomen van voortijdig schoolverlaten door leerlingen terug te geleiden naar regulier voortgezet onderwijs of hen een andere zinvolle dagbesteding te bieden. Daartoe zijn in het programma zowel onderwijs- als hulpverleningscomponenten te onderscheiden. De doelgroep bestaat uit leerlingen van 12 tot en met 16 jaar die als gevolg van uiteenlopende oorzaken het onderwijs dreigen te verlaten zonder startkwalificatie. Meer specifiek: -De Opvangklas is bestemd voor leerlingen die volledig leerplichtig zijn en van wie valt te verwachten dat zij in het regulier onderwijs zullen terugkeren. - Het Keerpunt richt zich op leerlingen bij wie wordt vermoed dat zij op hun plaats kunnen zijn in het REC cluster 4 onderwijs, of in de jeugdzorg (daghulp, of een residentiële instelling). Rebound Alkmaar richt zich op onderwijs en op gedragsbeïnvloeding, gebaseerd op de methodische principes van het competentiemodel. Er wordt ingezet op het versterken en uitbreiden van protectieve (positieve) factoren, die de leerling in staat stellen onderwijsgerelateerde taken uit te voeren. Het programma besteedt aandacht aan het vergroten van sociale vaardigheden, het belonen van onderwijsprestaties en van adequaat gedrag. De duur van de plaatsing loopt uiteen van drie maanden tot één jaar. De reboundvoorziening werkt met een multidisciplinair team, bestaande uit een coördinator, begeleiders in de dagelijkse uitvoering, een medewerker van bureau jeugdzorg en een psycholoog. Rebound Alkmaar is een structurele vorm van samenwerking tussen onderwijs, bureau jeugdzorg en de gemeente Alkmaar. 1. INTRODUCTIE 1.1 Partijen bij de totstandkoming Rebound Alkmaar bestaat uit ´de Opvangklas´ en ´het Keerpunt´ en is een bovenschoolse voorziening van het samenwerkingsverband VO/SVO Noord-Kennemerland. De Opvangklas is in het schooljaar 1993-1994 gestart op initiatief van de regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC). In 1998 is de toenmalige Time Outvoorziening uitgebreid met ‘Het Keerpunt’, bestemd voor een doelgroep die zich onderscheidt van de leerlingen die ‘De Opvangklas’ bezoeken (zie 1.3). 1.2 Capaciteit De totale capaciteit bedraagt 18 plaatsen. In de praktijk is dikwijls sprake van een uitbreiding naar 20 plaatsen, waarmee tegemoet wordt gekomen aan de noodzaak om ook niet schoolgaande leerlingen opvang te bieden. Er is sprake van een trend waarbij Rebound al steeds vroeger in het schooljaar de maximum capaciteit bereikt. ‘De Opvangklas’ biedt plaats aan ongeveer tien leerlingen. Vanaf de start in het schooljaar 1993-1994 is de capaciteit jaarlijks maximaal benut. ‘Het Keerpunt’ biedt plaats aan acht leerlingen. In de afgelopen jaren is ook deze capaciteit ieder jaar volledig benut. De verblijfsduur loopt uiteen van drie maanden tot een jaar. In 2005 – 2006 lag de gemiddelde verblijfsduur net iets boven de zes maanden. 1.3 Doelgroep De doelgroep bestaat uit leerlingen van 12 tot en met 16 jaar die als gevolg van uiteenlopende oorzaken het onderwijs dreigen te verlaten zonder startkwalificatie. Vrijwel alle voor plaatsing aangemelde leerlingen vertonen langdurige gedragsproblemen en motivatieproblemen die hebben geleid tot een relatiebreuk met het reguliere onderwijs. De school van de leerling is aan de grenzen van haar mogelijkheden gekomen om adequaat in te spelen op de problematiek van en rondom de leerling. Bij veel leerlingen is sprake van een problematische gezinssituatie en/of van riskante vormen van vrijetijdsbesteding. In de relatiebreuk met het onderwijs onderscheidt men vier centrale factoren:
-
specifieke kindkenmerken die continuïteit in de schoolloopbaan in de weg staan. Schoolproblemen (handelingsverlegenheid, miscommunicatie, gebrek aan differentiatiemogelijkheden). Gezinsproblemen (onvoldoende communicatie, ontbreken van een natuurlijke gezagsverhouding, onvoldoende grenzenstellende benadering). Problemen in de Peergroup/ risicovol vrijetijdsgedrag.
Plaatsingscriteria: - De leerling staat ingeschreven bij een school voor voortgezet onderwijs. - De leerling heeft een intelligentiequotiënt van ten minste 85. - De sociaal-emotionele problematiek van de leerling heeft een negatieve invloed op diens leerprestaties. - De leerling en zijn ouders zijn bereid mee te werken aan het programma en staan open voor hulp. Contra-indicaties: - Verslavingsproblematiek bij de jongere. - Een te beperkte intelligentie. Leerlingen uit het praktijkonderwijs hebben moeite met reflectie en voortschrijdend zelfinzicht, zaken die van groot belang zijn in de gehanteerde methodiek. Bovengenoemde criteria gelden voor alle reboundleerlingen. Daarnaast zijn de doelgroepen van ‘De Opvangklas’ en ‘Het Keerpunt’ op een aantal kenmerken van elkaar te onderscheiden. ‘De Opvangklas’ is bestemd voor leerlingen van 12 tot en met 15 jaar, die in het reguliere onderwijs in de problemen zijn gekomen. Verwacht wordt dat zonder plaatsing in de Opvangklas de leerling het onderwijs voortijdig zal verlaten. ‘Het Keerpunt’ is bestemd voor leerlingen van 13 tot en met 16 jaar, die al dan niet definitief gebroken hebben met het reguliere voortgezet onderwijs. Deze uitvallers volgen ondanks inspanningen van school, ouders en/of (jeugd)zorginstellingen geen opleiding meer. 1.4 Doelstelling De doelstelling bestaat uit het voorkomen van voortijdig schoolverlaten door leerlingen terug te geleiden naar het regulier onderwijs, of hen een andere zinvolle dagbesteding te bieden. Rebound Alkmaar biedt daartoe een programma dat bestaat uit zowel onderwijs- als hulpverleningscomponenten. Het streven is de in ‘De Opvangklas’ geplaatste leerlingen binnen een jaar terug te geleiden naar het regulier voortgezet onderwijs, bij voorkeur naar de school van herkomst. Dit relatieherstel wordt echter niet altijd bereikt. Het streven is de in ‘Het Keerpunt’ geplaatste jongeren een betere startpositie op de arbeidsmarkt te geven, of hen alsnog te motiveren voor een opleiding. Bij een aantal leerlingen wordt de plaatsing benut om een bij aanvang diffuse hulpvraag te verhelderen en te concretiseren. Bij vertrek uit ‘Het Keerpunt’, stromen de leerlingen veelal uit naar een school voor REC cluster 4 onderwijs of een jeugdzorginstelling (daghulp of residentieel). 2. Het programma 2.1 Aanmeldingsroute Iedere leerling is eerst besproken in het zorgteam van de school. De relatiebreuk met het onderwijs, of het spijbelgedrag zijn bekend bij de leerplichtambtenaar en worden ingebracht in een bespreking van het adviesteam van de PCL-smal (een afvaardiging van de PCL). In deze bespreking wordt besloten tot al dan niet aanmelden bij Rebound. Het aanmeldingsdossier van de leerling bevat een aanmeldingsformulier, een schoolrapportage formulier, een Child Behavior Checklist (CBCL) ingevuld door beide ouders, een Teacher Report Form, ingevuld door de leerkracht of mentor van de laatst bezochte school en een Youth SelfReport Form, ingevuld door de leerling. Intakegesprek Indien de leerling in aanmerking komt voor plaatsing, voert de coördinator van Rebound en een medewerker van bureau jeugdzorg een uitgebreid intakegesprek met de leerling en zijn ouders. Tijdens
dit gesprek worden vooral de motivatie van de jongere, zijn zelfinzicht en zijn bereidheid om te veranderen getoetst. Er worden voorlopige leer- en werkdoelen geformuleerd, gericht op de inhoud van het onderwijs en op de thuissituatie van de leerling. Op basis van alle informatie wordt een voorlopig handelingsplan opgesteld. Hiermee gaat de leerling aan de slag in Rebound. 2.2 Inhoud en/of fasering van het programma Gefaseerd verblijf In de eerste zes tot acht weken van de plaatsing staan observatie en (aanvullende) diagnostiek centraal. Indien nodig wordt onderzoek verricht, bestaande uit een pedagogisch-didactisch, een psychologisch en een maatschappelijk gedeelte. Verder worden eerdere onderzoeksrapporten en relevante rapportages over eerdere hulpverleningscontacten van de leerling verzameld. De eerste periode wordt afgesloten met een evaluatie, waarin de bevindingen van het team van ‘De Opvangklas’ of van ‘het Keerpunt’ worden besproken. Tevens wordt bekeken of de leer- en werkdoelen binnen Rebound gerealiseerd kunnen worden. Deze eerste evaluatie resulteert in een besluit over al dan niet definitief plaatsen. Gedurende de plaatsing wordt elke zes tot acht weken een evaluatiegesprek gevoerd, waarna desgewenst het handelingsplan wordt bijgesteld. De uitkomsten van een evaluatie worden schriftelijk vastgelegd. Wanneer men in ‘de Opvangklas’ van mening is dat een leerling toe is aan terugplaatsing in het reguliere VO wordt bekeken of het in het belang is en overeenkomt met de wens van leerling en ouders om terug te keren naar de school van herkomst, of naar een andere school voor regulier VO. De laatste weken in ‘De Opvangklas’ worden gebruikt om de leerling voor te bereiden op de aansluiting (met de boeken van de toekomstige school). Om de overstap te vergemakkelijken, organiseert ‘De Opvangklas’ kennismakingsmomenten. Hieraan voorafgaand vindt intensief overleg met de opnemende school plaats, inclusief een gedegen overdracht. ‘De Opvangklas’ en de opnemende school maken afspraken over een tijdelijk ‘gastleerlingschap’, dit is een proefperiode van acht schoolweken voor de leerling. ‘De Opvangklas’ ondersteunt de opnemende school in deze periode met handelingssuggesties. Daarna wordt besloten de terugplaatsing wel of niet te continueren. Wordt de terugplaatsing afgebroken, dan komt de leerling terug in ‘De Opvangklas’ en wordt gezocht naar een ander traject (bijvoorbeeld Daghulp in overleg met de PCL-smal, of plaatsing in ‘Het Keerpunt’). De nazorg vanuit ‘De Opvangklas’ kan bestaan uit: - Wekelijks contact tussen de coördinator van ‘De Opvangklas’ en de leerling. - Huiswerkbegeleiding voor de leerling binnen ‘De Opvangklas’. - Regelmatig (minimaal één keer per maand) overleg tussen de coördinator van ‘De Opvangklas’ en de contactpersoon van de school met de bedoeling de vorderingen van de leerling te evalueren; - Gesprekken tussen de coördinator van ‘De Opvangklas’, de ouders, de hulpverlening en de contactpersoon van de school. De inhoud van de nazorg kan per leerling verschillen. Een plaatsing in Rebound duurt maximaal één jaar. Bij afronding ontvangt de jongere een portfolio, waarin zijn activiteiten zijn vastgelegd en waarin de gedragsverandering is beschreven. Inhoud van het programma In de schoolloopbaan hebben de leerlingen vaak teleurstellende ervaringen opgedaan. Om de succesgerichtheid en het geloof in eigen kunnen te herstellen wordt de onderwijsleersituatie vormgegeven op basis van de volgende uitgangspunten: - De leerling doet zoveel mogelijk positieve ervaringen op. De onderwijsgevenden stimuleren, waarderen en expliciteren de met succes gezette stappen. - De leerling wordt zoveel mogelijk aangesproken op zijn individuele niveau. - De vaardigheden en de leerattitude van de leerling staan centraal. - De moeilijkheidsgraad van taken en aan te leren vaardigheden wordt in kleine stappen verhoogd.
-
Prestaties en groei in het persoonlijk functioneren worden bijgehouden in een leerlingvolgsysteem, op basis waarvan nieuwe stappen in het leerproces worden gezet. Het onderwijs sluit aan op het onderwijs in de school van herkomst.
Het programma biedt onderwijs en richt zich daarnaast op gedragsbeïnvloeding. Daarbij wordt gebruik gemaakt van zowel individuele als groepsopdrachten. Er is gekozen voor de methodische principes van het competentiemodel, waarbij wordt ingezet op het versterken van protectieve (positieve) factoren om daarmee aanwezige risicofactoren te neutraliseren. De leerling is vervolgens beter in staat onderwijsgerelateerde taken uit te voeren. Er wordt gewerkt aan het vergroten van sociale vaardigheden, waaronder het aanleren van gedragsalternatieven, betere zelfcontrole/ zelfhandhaving, communicatie en het leren gebruik te maken van ondersteuning. Eens per week krijgen geselecteerde leerlingen sociale vaardigheidstraining, terwijl de overige leerlingen klassikaal les krijgen. Door feedbacktechnieken in te zetten worden onderwijsprestaties en adequaat gedrag beloond. Gedurende het verblijf in rebound wordt de leerling in toenemende mate verantwoordelijk gesteld voor het eigen leerproces. In het programma is ruimte voor thema’s (zoals vriendschap, rechtspraak, drugs en alcohol etc.) Per jaar vinden twee projectweken plaats. In deze weken ligt de nadruk op zelfstandigheid en samenwerking. De leerlingen gaan elk jaar een aantal keren op excursie, soms gekoppeld aan een thema (bijvoorbeeld een bezoek aan het Zuiderzeemuseum als onderdeel van een projectweek over wonen). In ‘De Opvangklas’ volgen de leerlingen onderwijs dat vergelijkbaar is met het onderwijsprogramma van de eigen school. Vergeleken met het programma in ‘Het Keerpunt’ ligt in ‘De Opvangklas’ een zwaarder accent op studieactiviteiten. In ‘het Keerpunt’ krijgen de jongeren vaardigheden aangeleerd waarmee zij een betere startpositie op de arbeidsmarkt kunnen bereiken, of zij worden gemotiveerd alsnog een opleiding te gaan volgen. Een aantal jongeren komt waarschijnlijk in aanmerking voor een intensievere vorm van onderwijs of zorg, zoals REC cluster 4 onderwijs. Bij deze jongeren is de hulpvraag niet zelden nogal diffuus. De plaatsing in ‘het Keerpunt’ wordt bij hen ingezet om de hulpvraag te verhelderen en te concretiseren. 2.3 Samenwerking met externe instellingen op uitvoeringsniveau Rebound werkt structureel samen met onderwijs, jeugdzorg en de gemeente Alkmaar. Zowel bij ‘De Opvangklas’ als bij ‘het Keerpunt’ werkt een vaste medewerker van bureau jeugdzorg. Deze is betrokken bij het intakegesprek en bij de periodieke evaluatiegesprekken. Tevens biedt deze jeugdzorgmedewerker (verplichte) begeleiding en hulp aan de leerling en zijn ouders. Naast structurele samenwerking tussen de genoemde vaste partners, wordt waar nodig samengewerkt met externe instellingen zoals Triversum (instelling voor psychiatrie), de afdeling jeugdbescherming van bureau jeugdzorg, Parlan (instelling voor o.a. residentiële jeugdhulpverlening), een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, het orthopedagogisch didactisch centrum en de politie. 2.4 Procesparticipatie school en ouders School Na de aanmelding neemt Rebound contact op met de school van herkomst. Bij de start van de leerling in Rebound worden afspraken gemaakt over het verloop van het traject en de verdeling van taken en verantwoordelijkheden. De school wordt regelmatig op de hoogte gehouden van ontwikkelingen van en rondom de leerling. Op basis van praktijkervaringen is het contact met de scholen die bovenbouwleerlingen uit het vmbo leveren geïntensiveerd. De eerste resultaten van deze aanpak zijn zeer bemoedigend. Er worden in overleg met de vaste contactpersoon en ook met de praktijkdocenten van de school waar de leerling praktijkvakken volgt, vaste afspraken gemaakt: - over het tijdstip waarop de leerling er aan toe is ‘de Opvangklas’ tijdelijk te verlaten om op de school van herkomst, of een eventueel nieuwe school praktijkvakken te volgen. - over datgene wat van de leerling verlangd wordt tijdens praktijklessen. - stelselmatig overleg over de voortgang van de leerling (gedrag, motivatie/werkhouding van de leerling, en vorderingen); - vóór plaatsing van de leerling moet een pakket geleverd worden met de planning/studiewijzers van alle lesstof en de proefwerken/schoolexamens voor de praktijkvakken.
Ouders De ouders worden uitgenodigd voor het intakegesprek. Daarnaast vindt een tweede gesprek met alleen de ouders (zonder hun kind) plaats over de thuissituatie. Hierin kunnen vervolgafspraken gemaakt worden over opvoedingsondersteuning. Gedurende het plaatsingstraject hebben de medewerkers van ‘De Opvangklas’ of van ‘Het Keerpunt’ regelmatig contact met de ouders. De inbreng van de ouders wordt belangrijk gevonden bij het vasthouden van de positieve ontwikkeling die de leerling doormaakt tijdens het verblijf in Rebound. Om ouders hierbij adequate ondersteuning te kunnen bieden, is in het schooljaar 2004-2005 gestart met thematische ouderavonden, waar onderwerpen centraal staan als ´het stellen van grenzen´ en ´onderhandelen´. 2.5 Succesfactoren en verbeterpunten Als succesfactoren worden genoemd: - De kleinschaligheid van de voorziening. - Veilige leer- en leefplek. - Individuele aandacht. - Veelvuldige positieve feedback, een belangrijk principe uit het competentiemodel. Het consolideren van nieuw verworden competenties buiten de kleinschalige en veilige omgeving van de reboundvoorziening vraagt continue aandacht. Het risico dat de overdracht van de binnen Rebound nieuw verworven competenties naar de vervolgsituatie mislukt is groot, indien de nieuwe competenties te sterk zijn gekoppeld aan de specifieke omstandigheden in de reboundvoorziening. Daarnaast wordt het van belang geacht de leerling zorgvuldig voor te bereiden op en te motiveren voor het traject dat hij na vertrek uit rebound zal volgen. Zie ook onder 2.7: training van terugkeercompetenties. 2.6 Prestaties Overzicht in- en uitstroom over de laatste 6 jaar in ‘De Opvangklas’ en ‘Het Keerpunt’. Schooljaar
2001 - 2002 2002 - 2003 2003 - 2004 2004 - 2005 2005 - 2006
Totaal aantal geplaatste leerlingen (tussentijdse instroom en uitstroom)
27 29 33 35 31
In het schooljaar 2006-2007 zijn 21 leerlingen ingestroomd in ‘De Opvangklas’. Van alle leerlingen die op enig moment in ‘De Opvangklas’ zijn geplaatst gaat 50% in hetzelfde schooljaar terug naar school. De overige leerlingen krijgen een andersoortige verwijzing en een minderheid kiest niet voor een vervolgtraject. Het aantal leerlingen dat instroomt in ‘het Keerpunt’ ligt in het schooljaar 2006- 2007 op 12 leerlingen. Het merendeel van deze leerlingen (59 %) keert in datzelfde schooljaar niet terug naar school, maar stroomt uit met een andere bestemming. 41% keer terug in het reguliere onderwijs (o.a. het ROC). 2.7 Methodische ambities In het schooljaar 2005 – 2006 is een (voorzichtige) start gemaakt met elementen uit het´natuurlijk leren´, inclusief het leren van ‘terugkeercompetenties’. Dit wordt noodzakelijk gevonden om de leerling weerbaarder te maken bij terugkeer in het VO. Daarnaast wordt in de tweede en derde fase van het verblijf de nadruk gelegd op het oefenen van de geleerde vaardigheden´real life´. De jongere wordt na een periode van twee maanden wennen vaker en steviger aangesproken op zijn gedrag (op zelfredzaamheid, zelfstandigheid, omgaan met conflicten), met het doel de verworven competenties te versterken. De volgende aanpassingen worden in het programma van ‘De Opvangklas’ gemaakt: a. de leerling wordt bewust in een problematische, conflictueuze situatie geloodst. b. de ‘real life’ conflicten zullen opgelost worden door te blijven vasthouden aan afspraken, verantwoordelijkheden en reflectie. c. er zullen samenwerkingsopdrachten worden geformuleerd.
d. groepswerk en individuele opdrachten zullen ook buiten de school getraind worden; zo wordt het aanspreekniveau ook een kwestie van derden. Dit moet leiden tot: - zakelijker opstellen/behoefte-uitstel. - betere omgang met teleurstellingen, grotere weerbaarheid. - betere wijze van invoegen in het nieuwe leren (binnen groepen kunnen functioneren, zelfstandig kunnen werken, opdrachten kunnen overzien en afwerken). - voorkomen van terugval naar ‘De Opvangklas’. In 2006 is een psycholoog aangetrokken ten behoeve van de vaststelling van de aard en de toenemende omvang van ernstige gedragsproblemen bij de aangemelde leerlingen, maar ook van verschuivende diagnostische beelden bij de reeds geplaatste leerlingen. Deze kan op jaarbasis 10 tot 15 onderzoeken verrichten. In 2006 zijn in Rebound plaatsen voor nieuwe doelgroepen gecreëerd (Herstart / Op de Rails). Daarnaast zijn veranderingen te constateren die o.a. samenhangen met de reikwijdte van het sociaalcompetentiemodel voor leerlingen met zeer ernstige motivatie- en werkhoudingproblemen en leerlingen die kampen met frequent optredende en ernstige gedragsproblemen of gedragsstoornissen. De gekozen aanpak was doorgaans succesvol. Momenteel is echter sprake van een verhardingsproces, dat de terugkeer naar het regulier onderwijs bemoeilijkt. De problematiek van de jongeren neemt in complexiteit toe en de betrokkenheid van ouders neemt af. Enkele concrete consequenties van deze ontwikkeling: - De jongere geeft niet zelden aan dat de plaatsing in de rebound min of meer onder dwang is gebeurd. De motivatie om in zichzelf te investeren is minder groot dan vroeger. - Het kost bij een aantal jongeren meer tijd om ze ‘los te maken’. Zij blijven volharden in boosheid, verongelijktheid en egocentrisme. - Het accent komt meer op jeugdpsychiatrische problematiek te liggen (vanwege LGF / Herstart en Op de Rails). Daarmee is een verschuiving gaande van een orthopedagogisch georiënteerde setting naar een instelling die een therapeutische leer- en leefgemeenschap moet vormen, omdat de stoornis centraal komt te staan. - Ouders die in feite nauwelijks meer gezag hebben over hun kinderen. Dit uit zich in defaitisme, afhaakgedrag (gebrek aan samenwerking), externaliseren van probleemgedrag. - Scholen ondervinden meer moeite om de teruggeplaatste leerling goed op te vangen. Hier ligt een verdere begeleidingstaak voor Rebound. - De opeenhoping van risicofactoren van verschillende aard maken de problematiek complex. In de Reboundvoorziening is, zeker in het begin van de plaatsing, lang niet altijd volledig zicht op de problematiek van de jongere. De volgende maatregelen zijn inmiddels in voorbereiding of reeds getroffen: - Complexe problematiek vereist adequate diagnostiek. Vandaar dat een psycholoog is aangetrokken. - Om te kunnen differentiëren in benadering zijn extra stilte/werkruimtes nodig. - Rebound handhaaft de fasering gedurende de plaatsing als onderdeel van het sociaalcompetentiemodel. Daarnaast zijn er regels die meer vasthoudend gehanteerd worden. Regelhandhaving zal vaker tot conflicten gaan leiden dan in het verleden. - Aanpassing in het verwijderingsbeleid. Ernstige motivatieproblemen vormden voorheen niet snel een breekpunt. Sinds het schooljaar 2005-2006 kan het zijn dat voor jongeren die langdurig niet gemotiveerd zijn het verblijf wordt stopgezet. Een andere reden tot verwijdering is gelegen in gedrag dat leidt tot verstoring van de veiligheid van het personeel en de jongeren. - Er worden trainingen opgenomen in het programma zoals agressieregulatie- en weerbaarheidstraining. 3. ORGANISATIE EN BESTUURLIJKE FACTOREN 3.1 Organisatorische inbedding De bovenschoolse reboundvoorziening in Alkmaar is ontstaan op initiatief van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) en valt onder verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband VO/SVO Noord-Kennemerland.
3.2 Medewerkers en uitvoeringspartners Rebound werkt met een multidisciplinair team, bestaande uit een coördinator (1 fte), begeleiders in de dagelijkse uitvoering (2 fte), een vaste medewerker van bureau jeugdzorg en een psycholoog Uitvoeringspartners zijn de gemeente Alkmaar, de PCL (smal), scholen voor voortgezet onderwijs, bureau jeugdzorg en REC Cluster 4 (Herstart). 3.3 Financiering Kostenverdeling Rebound in procenten, schooljaar 2007-2008. Aantal leerlingen dat gebruik maakt van de Rebound op jaarbasis: 33. Uitgaande van een verwacht uitgavenpatroon van ongeveer € 248.000,- op jaarbasis is de verdeling als volgt: - structurele rijksbekostiging rebound ongeveer 90% - bijdrage van de VO-scholen ongeveer 10% 3.4 Bestuurlijke samenwerking De reboundvoorziening is een structurele vorm van samenwerking van onderwijs, bureau jeugdzorg en de gemeente Alkmaar onder verantwoordelijkheid van het Samenwerkingsverband VO/SVO NoordKennemerland.
Referenties Schriftelijke stukken: Folder Keerpunt Alkmaar (n.d.). Eeftinck, H. (april 2005). Notitie Rebound voorziening Alkmaar. Niet gepubliceerd. Internetbronnen: Meer informatie over Rebound Alkmaar kunt u downloaden als pdf-document. Zie o.a. het schoolplan 2005 – 2006 en 2006 – 2007 op: www.swvnoord-kennemerland.nl/documenten/reboundvoorziening_schoolplanjuni06.htm Zie ook: www.opvangklas-keerpunt.com