DE TUIN VAN DE KATHEDRAAL Een plateau in natuursteen, beplant met bomen Door de tunnel van de Noord-Zuid-spoorverbinding die zich 60 meter lager bevindt dan de SintMichiels en Sint-Goedelekathedraal, is er – tot dan bebouwde – ruimte vrijgekomen aan de voet van dit prachtige gotische gebouw in Brussel. In het midden van de 20e eeuw werd hier een moeilijk toegankelijke siertuin aangelegd. Sinds 2008 is hierin verandering gekomen. Een plateau van natuursteen, beplant met mooi in rijen geplaatste bomen, nodigt wandelaars uit tot een korte rustpauze in de schaduw en vormt een groen gordijn vóór de kathedraal.
WAT VOORAFGING Tijdens de grondwerken voor de restauratie van de Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal werden beenderen uit graven van het einde van de 8e of het begin van de 9e eeuw blootgelegd. Deze overblijfselen tonen aan dat, op de heuvel die boven de Zennevallei uitsteekt, een kleine landelijke gemeenschap leefde die later waarschijnlijk betrekkingen onderhield met de koop- en ambachtslieden die de eerste stadskern van Brussel bevolkten. In het midden van deze gemeenschap bevond zich wellicht een klein heiligdom dat aan SintMichiel gewijd was. Het zal omstreeks 1047 vervangen worden door de eerste kapittelkerk van Brussel. De graaf van Leuven, Lambrecht II (uit het geslacht van de toekomstige hertogen van Brabant), die een kasteel bezit op de naburige Coudenbergheuvel, beslist namelijk op deze plaats een kerk in romaanse stijl te laten bouwen. Die zal later de zetel van het door hem gestichte kapittel van de 12 kanunniken worden, waaraan hij de relikwieën van Sint-Goedele schenkt. De crypte en enkele overblijfselen van deze eerste kapittelkerk, die zowel aan Sint-Michiel als aan SintGoedele gewijd was, zijn vandaag nog zichtbaar onder het koor van de huidige kathedraal. Iets minder dan twee eeuwen later wordt het romaanse gebouw met drie verdiepingen (trappen gaven vanuit de hoofdbeuk toegang tot het dwarsschip en vervolgens tot het koor) geleidelijk gesloopt om plaats te maken voor een veel imposantere kerk in gotische stijl, die dit keer volledig op de begane grond zal worden gebouwd (de beschrijving volgt hierna). De bouw zal bijna drie eeuwen in beslag nemen. Deze gotische kerk zal in de loop der eeuwen de status van kapittelkerk behouden, tot de taalproblemen in het begin van de jaren zestig de kop opsteken. Het aartsbisdom van België was indertijd in Mechelen gevestigd en er werd daar vaak Frans gesproken, wat niet bij iedereen in goede aarde viel. Men besliste dan maar de “kerkelijke hoofdstad” van België naar Brussel – een tweetalige stad – over te brengen en Sint-Michiel en Sint-Goedele tot de nieuwe zetel van het aartsbisdom Mechelen-Brussel te maken. De kerk kreeg er meteen de titel van kathedraal bovenop.
PAGINA 1 VAN 5 – DE TUIN VAN DE KATHEDRAAL – 20/04/13 INFOFICHES OVER DE GROENE RUIMTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Tot in het midden van de 19e eeuw verdrong zich, aan de voet van Sint-Michiel en SintGoedele, langs kronkelende steegjes en grotere verkeersaders, een dichte bebouwing met huizen van kanunniken, grote herenhuizen, oudelieden- en pelgrimshuizen, verblijven van rechtsgeleerden en krotwoningen. Bepaalde huizen sloten aan tegen het gebouw. Om de kapittelkerk beter zichtbaar te maken, werden de lagergelegen woningen gesloopt en vervangen door de monumentale trappen die we vandaag nog kennen. De aanleg van de deels ondergrondse spoorverbinding tussen het Noord- en het Zuidstation, waarvan het tracé langs de kapittelkerk liep (ze werd zelfs omgelegd om het monument in stand te houden), zal vanaf de Eerste Wereldoorlog de buurt ingrijpend veranderen. De werken worden door de oorlog onderbroken en in 1935 hervat. Hele huizengroepen worden met de grond gelijkgemaakt om plaats te maken voor grote lanen boven de spoorwegtunnel. Tegen die achtergrond zien de Keizerlaan en de Keizerinlaan het licht, en met hen een grote groep monumentale gebouwen met een financiële, administratieve, commerciële of culturele bestemming. Van het vroegere woongebied blijft in de omgeving nog weinig over. Vóór Sint-Michiel en Sint-Goedele, vlak boven de spoorwegtunnel, werd een groene ruimte ingericht. Aan weerszijden van een straatje in het verlengde van de ingang van de kathedraal, symmetrisch tegenover elkaar gelegen, bevinden zich twee met hagen omzoomde en met gras bezaaide tuinen. Zij hebben een zuiver decoratieve functie.
ALGEMENE BESCHRIJVING: EEN GROEN GORDIJN VOOR DE KATHEDRAAL 1997. De Stad Brussel lanceert en financiert een internationale architectuurwedstrijd om de wijk van het Centraal Station een identiteit te geven, nadat die met de jaren en ondanks de schaarse ontwikkelingsprojecten, wat verwaterd was. Met een project dat een beperking van het doorgaand verkeer en een duidelijke aanwezigheid van de natuur in de stad en van een rustige openbare wandelruimte beoogde, wint de Franse architect Alain Sarfati de wedstrijd. Hij voorziet in de herinrichting van het Albertinaplein, de omgeving van de Magdalenakapel, het Europakruispunt, de tuin vóór de Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal en de Keizerinlaan. Gelet op de omvang van het project worden diverse uitvoeringsfasen gepland. In 2003 beginnen de werken aan het grasperk vóór de trappen van de kathedraal. Er worden hoge technische eisen gesteld. Zo zijn zware bouwwerken niet toegestaan wegens de aanwezigheid van de tunnel van de Noord-Zuidverbinding. De bouw van een betonplaat wordt aanbevolen om zware grondwerken, die het dak van de tunnel zouden overbelasten, te vermijden. De tuin van de kathedraal is dus een terrastuin en grotendeels een hangtuin. De door de architect Sarfati ontworpen tuin valt op door zijn eenvoud. De geometrische rijen, gevormd door een honderdtal valse christusdoorns, nemen in verticale richting het lijnenthema van de betegelde paden in het noord-zuid- en het oost-westperceel over. Op de grond, onder de christusdoorns, vormen grasperken een groen tapijt dat de mineraliteit van de paden doorbreekt. De ordening van de stammen verleent het geheel het uiterlijk van een boomgaard die wordt benadrukt door de bekalking. Deze witte stammen beklemtonen de soberheid van de compositie en doen denken aan de stijl van de Kunstbergtuin die zich niet ver van deze plaats bevindt, aan het andere uiteinde van de perimeter die door het architectenkantoor heringericht werd. De valse christusdoorns zijn hoogstammen die vanaf de Keizerinlaan een groen gordijn optrekken vóór de witte kathedraal. Het gebouw zelf is niet meer rechtstreeks zichtbaar. De paden bieden hier en daar wel een doorkijk, maar de rest blijft aan het zicht onttrokken of is slechts af en toe te zien wanneer de wind de bladeren even uit de weg blaast. Een groen netwerk is ook verzekerd dankzij de keuzes die werden gemaakt voor de heraanleg van de Keizerinlaan. Die kreeg namelijk een met bomen begroeide middenberm ter hoogte van de tuin van de kathedraal tot het Europakruispunt. Deze plaats heeft een doorgangsfunctie, maar moet ook een ontspannings- en ontmoetingsruimte vormen. Vandaar de aanwezigheid van een groot aantal banken en ligstoelen in houten planken die op ieder uur van de dag door voorbijgangers worden gebruikt.
PAGINA 2 VAN 5 – DE TUIN VAN DE KATHEDRAAL – 20/04/13 INFOFICHES OVER DE GROENE RUIMTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
OPMERKELIJKE FAUNA EN FLORA In 2004 bouwt een koppel slechtvalken een nest op de noordelijke toren van de Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal. Een primeur voor Brussel, en sindsdien keren de vogels ieder jaar terug. Meer dan dertig valken hebben zo het levenslicht gezien op de kathedraal. Het gaat altijd om hetzelfde koppel (het mannetje is hetzelfde sinds 2004, het vrouwtje sinds 2006). Valken blijven namelijk trouw aan hun partner en hun territorium. In het nest werden twee miniatuurcamera’s geplaatst. Zo kunnen het uitkomen van de eieren, het voeden van de kuikens, hun groei en het uitvliegen van de jonge valken rechtstreeks worden gevolgd. De beelden worden van april tot mei getoond op een observatiescherm dat voor de gelegenheid in een aangrenzende straat staat opgesteld, of op de website van het project (zie “Meer informatie”). Specialisten staan ter beschikking om vragen van de bezoekers te beantwoorden. Buiten de nestperiode is het koppel minder vaak aanwezig in het nest, maar keren de valken vaak terug om er de nacht door te brengen.
BEHEERPRINCIPE De grasvelden van de kathedraaltuinen worden regelmatig gemaaid en bemest door de onderhoudsploegen van Leefmilieu Brussel. Bijzondere zorg gaat trouwens naar de soberheid van de inrichting. In een eerste fase werden de nog jonge christusdoorns ondersteund door drie grote stutten die een interessant spel van lijnen en perspectieven in de compositie introduceerden. Nu zorgen de bomen, die ondertussen groot geworden zijn, zelf voor ritme en perspectieven. Hun stam werd gekalkt, om esthetische maar ook om fytosanitaire redenen. De kalkmelk doodt namelijk parasieten die zich in de stam of in de bovenlagen van de schors zouden kunnen nestelen en helpt zo op natuurlijke wijze de boom gezond te houden. Tot op vandaag werden de christusdoorns regelmatig aan de voor jonge bomen gebruikelijke vormsnoei onderworpen om fouten te corrigeren en aan de landschappelijke doelstellingen te beantwoorden. Binnenkort zal men echter moeten ingrijpen om alle bomen in de tuin ongeveer dezelfde afmetingen te geven. Omdat de tunnel van de Noord-Zuidverbinding zich onder de tuin bevindt, is er immers niet overal evenveel grond en bestaat de kans dat niet alle christusdoorns op dezelfde wijze groeien. Op plaatsen met weinig grond zullen de bomen waarschijnlijk kleiner blijven dan op de delen met een diepere voedingsbodem. Bovendien zal men moeten opletten dat de bomen de kathedraal niet volledig aan het zicht onttrekken naarmate ze groter worden. Er doen zich ook stabiliteitsproblemen voor aan de randen van de paden. Door de gewichtsbeperkingen die noodzakelijk waren gezien de aanwezigheid van de spoortunnel, werd geopteerd voor argex als onderstructuur van de paden. Dit lichte materiaal heeft echter het nadeel dat het de trillingen niet kan dempen. Hierdoor verzakken de boorden van de paden. Een identiek probleem dat zich hier en daar op de grasvelden voordeed, werd verholpen door nieuwe grond aan te voeren, maar voor de paden moet een duurzame oplossing worden gevonden.
OPMERKELIJKE MONUMENTEN EN BEELDHOUWWERKEN MONUMENT Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal De bouw van de huidige kathedraal begon in 1125 met het koor en zijn apsis met vijf zijden, en werd bijna 300 jaar later voltooid, tijdens het bewind van Karel de Vijfde. Dit 114 meter lange monument, gebouwd in witte Gobertangesteen, voldoet aan de architecturale criteria van de Brabantse gotiek zoals die evolueerde tijdens de drie eeuwen durende bouwperiode. De voorgevel met drie niveaus herbergt 3 portieken. Een in deze streek uniek kenmerk zijn de twee bijna 65 meter hoge torens waarvan de top in terrasvorm is ingericht. Ze worden toegeschreven aan de architect Jan van Ruysbroeck, die ook de toren van het Brussels stadhuis ontwierp. Aan de buitenzijde wordt de hoofdbeuk op twee niveaus ondersteund door steunbogen. Tussen deze bogen bevinden zich ondiepe kapelletjes die daglicht laten schijnen op een mooi glas-inloodraam met zes lancetbogen.
PAGINA 3 VAN 5 – DE TUIN VAN DE KATHEDRAAL – 20/04/13 INFOFICHES OVER DE GROENE RUIMTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
De robuuste cilindervormige zuilen langs het middenschip van de hoofdbeuk (14e eeuw), zijn versierd met koolbladkapitelen (typisch voor de Brabantse stijl) en dragen beelden van de twaalf apostelen (17e eeuw). Opmerkelijk: een barokke preekstoel, in 1699 gebeeldhouwd door H.F. Verbruggen, een Onze-Lieve-Vrouwstandbeeld van de Verlossing in polychrome eik uit 1592, de glas-in-loodramen in het noordelijke en het zuidelijke dwarsschip van de Antwerpse meester-glasschilder Jan Haeck (1537 en 1538), “L’éducation de la vierge par Sainte Anne”, een beeldhouwwerk van Jérôme Duquesnoy naar een doek van Rubens (17e eeuw), het renaissance glas-in-loodraam over het laatste oordeel (15e eeuw) boven het ingangsportaal, geschonken door de prins-bisschop van Luik Everhard van der Marck, het grote Grenzing-orgel hangend als een zwaluwnest dat in oktober 2000 in gebruik werd genomen en het stenen hoofdaltaar van Michel Smolders dat hetzelfde jaar werd ingewijd. De kathedraal is sinds 1936 beschermd als historisch monument en werd van 1982 tot 1999 volledig gerenoveerd.
BEELDHOUWWERKEN Borstbeeld van koning Boudewijn I (1995) Realistisch borstbeeld van koning Boudewijn op een stenen sokkel, met het opschrift “Boudewijn”, gevolgd door een B met daarboven een kroon. Dit beeldhouwwerk van de hand van de Belgische kunstenaar Henri Lenaerts (1923-2006) bevindt zich op het middenpad van de tuin, exact in het verlengde van de ingang van de kathedraal. Het stond ook al in de vorige versie van de tuin. Jing (2008) Met zijn twee gestileerde houten silhouetten van mammoets behaalde Matthieu Michotte de prijs van de jury op de editie 2008 van Parckdesign. Deze nieuwe zoogdiersoort in de stad heeft een verrassend effect. Precies dat viel in de smaak bij de jury. De voorbijgangers worden uitgenodigd om er wat woorden of zelfs een berichtje achter te laten. Prisme (2008) “Prisme”, een bank zonder rugleuning met eenvoudige vormen die uitnodigt om te gaan zitten of liggen, werd door de Doornikse beeldend kunstenares Annie Brasseur bedacht voor de editie 2008 van Parckdesign. De bank, die bepaalde lijnen van de kathedraal oproept, bevindt zich op het raakvlak tussen stadsmeubilair en kunstwerk.
PAGINA 4 VAN 5 – DE TUIN VAN DE KATHEDRAAL – 20/04/13 INFOFICHES OVER DE GROENE RUIMTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
GROENE RUIMTEN IN DE OMGEVING
In het noorden: de tuin van de administratieve wijk en de Kruidtuin.
In het noordoosten: de Henri Fricksquare.
In het oosten: de groene ruimte van de Ravensteinstraat en het park van Brussel.
In het zuiden: de Putterijsquare, de Kunstbergtuin, de Ursulinensquare, de Kleine Zavelsquare en het Egmontpark. Oppervlakte: Typologie: Eigenaar: Beheer: Bescherming:
5.000 m² ontspanningsruimte met doorgangsfunctie. Leefmilieu Brussel-BIM en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Leefmilieu Brussel-BIM. De tuin van de kathedraal is niet beschermd.
PRAKTISCHE INFORMATIE OPENINGSUREN Deze groene ruimte is geen gesloten ruimte. Zij is dus op ieder ogenblik toegankelijk. CONTACT Hebt u een vraag of een probleem? Wend u tijdens de kantooruren tot Leefmilieu BrusselBIM: 02 775 75 75,
[email protected] In dringende gevallen (24u/24): politie van Brussel, 02 279 77 11. UITRUSTING Banken, vuilbakken, straatlantaarns. INGANGEN Deze tuin, een volledig open groene ruimte vóór de Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal, is toegankelijk via de Keizerinlaan, de Loksumstraat, de Markiesstraat en de Collegialestraat. TOEGANKELIJK VOOR PERSONEN MET BEPERKTE MOBILITEIT Ja OPENBAAR VERVOER Trein: Centraal Station. Metro: Lijnen 1 en 5 (halte Centraal Station). Bus 29, 38, 63, 66 en 71 (halte Centraal Station of Storm), bus 65 (halte Centraal Station).
VOOR MEER INFORMATIE
Meer informatie over de Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal
Meer informatie over de valken van de kathedraal
Meer informatie over het groene en het blauwe netwerk
Meer informatie over Brussel, duurzame stad
PAGINA 5 VAN 5 – DE TUIN VAN DE KATHEDRAAL – 20/04/13 INFOFICHES OVER DE GROENE RUIMTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST