De opstanding van Christus verandert de mens Het evangelie naar Johannes 20:19-31 24 mei 2016
Terugblik (1) • Jh 1:1-34: intro van het Woord (Jezus) en van zijn heraut (Johannes de Doper) • Jh 1:35-12:50: openbare optreden van Jezus – 7 (wonderen die iets be-) tekenen – veel gesprekken, o.a. n.a.v. die tekenen • Jh 13-17: intiem bijeenzijn met Zijn directe volgelingen (12>11): – Zijn liefde voor hen oproep onderlinge liefde – Zijn vertrek: doel & nut, gevolg – komst van de Heilige Geest
24 mei 2016
Terugblik (2) • Zijn liefde (voetwassing, geduld met Judas) – Zijn liefde, en die van de Vader, blijft bij ons – oproep in die liefde te blijven en elkaar lief te hebben – vanuit verbondenheid met Hem vrucht dragen
• Zijn vertrek: – plaats klaarmaken in het Vaderhuis – de Heilige Geest sturen – waarschuwing voor vijandschap van ‘de wereld’
• De Heilige Geest (voorspraak, trooster) komt: – als getuige van Jezus (met/in de discipelen) – om de discipelen in herinnering te brengen en in de waarheid te leiden – de toekomst en de schatten van de Zoon verkondigen 24 mei 2016
Terugblik (3) Jh 18 en 19: -Verraad door Judas en gevangenneming; maar: Jezus heeft de regie. -Verhoor in de nacht door Anna en Kajafas; maar: Jezus trad altijd op in het licht/openbaar. -Verloochening door Petrus; maar: Jezus houdt van hem en zal hem herstellen. -De Koning wordt zonder aanklacht overgeleverd; maar: Zijn Koninkrijk is niet van deze wereld. -De Koning wordt verworpen, gehoond en bespot; maar: alles is in Zijn hand (Hij zal zelf Zijn kruis dragen). -Pilatus stelt de Joden hun Koning voor; maar: zij verwerpen hun Koning en kiezen voor de keizer. -Een werelds heerser hangt op het kruis in drie talen “Jezus de Nazarener, de Koning van de Joden”. 24 mei 2016
Terugblik (4) -Na drie jaren is de missie van Jezus volbracht: Hij heeft Zijn Vader bekendgemaakt. -De Schrift is vervuld (kleding, dorst, geen breking van de benen, doorsteken van Zijn zij, graf). -Jezus houdt van Zijn volk, Zijn moeder, Zijn discipelen tot het einde.
24 mei 2016
Terugblik (5) Jh 20:1-18 Vrouwen willen specerijen brengen Mk 16:1 Zij hopen dat iemand de steen heeft weggehaald Zij zijn bang dat de lichaam geroofd is Zij rennen naar Petrus en Johannes met slecht nieuws De dappere discipelen gaan in vijandelijk gebied, kijken in het graf en geloven Maria mist Jezus en kijkt weer bij het graf De engelen in het graf proberen haar te troosten Jezus openbaart zich aan haar (vrouw als eerste getuige) Maria krijgt een boodschap en een opdracht van Jezus Maria vertelt wat zij heeft meegemaakt aan de discipelen Maar, zij geloven niet - ondanks alle preken Mk 16:11
24 mei 2016
Inleiding Hoofdstuk 20 verhaalt ons over de verandering van de gelovige na de opstanding:
liefde: van tranen naar vreugde (Maria) vs 11-18 hoop: van angst naar moed (10 discipelen) vs 19-25 Geloof: van ongeloof naar vertrouwen (Thomas) vs 2 -28 Doel: van dood naar leven (alle gelovigen) vs 29-31
24 mei 2016
Tekst De verschijning aan de tien discipelen 19 Toen het nu avond was op die eerste dag van de week en de deuren van de plaats waar de discipelen bijeenwaren, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Jezus en Hij stond in hun midden en zei tegen hen: Vrede zij u! 20 En nadat Hij dit gezegd had, liet Hij hun Zijn handen en Zijn zij zien. De discipelen dan verblijdden zich toen zij de Heere zagen. 21 Jezus dan zei opnieuw tegen hen: Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. 22 En nadat Hij dit gezegd had, blies Hij op hen en zei tegen hen: Ontvang de Heilige Geest. 23 Als u iemands zonden vergeeft, worden ze hem vergeven; als u ze hem toerekent, blijven ze hem toegerekend.
24 mei 2016
Tekst 24 En Thomas, een van de twaalf, Didymus genoemd, was niet bij hen toen Jezus daar kwam. 25 De andere discipelen dan zeiden tegen hem: Wij hebben de Heere gezien. Maar hij zei tegen hen: Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven. 26 En na acht dagen waren Zijn discipelen weer binnen en Thomas was bij hen. Jezus kwam terwijl de deuren gesloten waren, en Hij stond in hun midden en zei: Vrede zij u. 27 Daarna zei Hij tegen Thomas: Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig.28 En Thomas antwoordde en zei tegen Hem: Mijn Heere en mijn God! 29 Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven. 30 Jezus nu heeft in aanwezigheid van Zijn discipelen nog wel veel andere tekenen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, 31 maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam. 24 mei 2016
Verandering 1 Van tranen naar vreugde: -Maria was verdrietig maar zij wordt getroost door twee engelen en daarna krijgt zij –als eerste- en prachtige ontmoeting met de Heer. -Jezus wordt door haar herkend aan Zijn stem. Zij spreekt Hem aan met ‘Meester’ (Rabboeni); maar Jezus stelt een andere ‘relatie’ in: *Hij spreekt niet van Zijn discipelen, maar van broeders (vs 17), *Hij zegt Maria dat ‘Mijn Vader’ ‘uw Vader’ is en Hij spreekt ook over ‘Mijn God en uw God’ (vs 17)
24 mei 2016
Verandering 1 Van tranen naar vreugde: -Maria was verdrietig maar zij wordt getroost door twee engelen en daarna krijgt zij –als eerste- en prachtige ontmoeting met de Heer. -Jezus wordt door haar herkend aan Zijn stem. Zij spreekt Hem aan met ‘Meester’ (Rabboeni); maar Jezus stelt een andere ‘relatie’ in: *Hij spreekt niet van Zijn discipelen, maar van broeders (vs 17), *Hij zegt Maria dat ‘Mijn Vader’ ‘uw Vader’ is en Hij spreekt ook over ‘Mijn God en uw God’ (vs 17)
24 mei 2016
Christus als hovenier
Zij dacht dat het de hovenier was. Joh. 20: 15
Eén Rembrandt kende als kind ik goed: de Christus met de grote hoed wandelend in de ochtendstond. En, naar erbij geschreven stond: Hij was een hovenier. En nòg laat ik mijn tranen gaan als in de gaarde ik Hem zie staan, en - wat terzijde - in stille schrik die éne, zij die dacht als ik: Het was de hovenier. O kinderdroom van groen en goud géén die ontnam wat ik behoud. De laatste hoven naderen schier en ijler wordt de ochtend hier. Hij is de hovenier.
Ida Gerhardt (1905 - 1997)
24 mei 2016
Verandering 2 Van angst naar moed -Diezelfde dag –opstandingsdag- in de avond (eerste dag van de week!) zijn de discipelen angstig bijeen. Waarschijnlijk meerdere mensen (Emmaüsgangers, etc). Op die dag zijn er vijf verschijningen. -De ‘eerste dag’ herinnert aan Christus’werk van verlossing en het begin van een nieuwe ‘creatie’ (anders dan de Sabbat = herinnering aan de rustdag na de schepping) -De Heer toont hen Zijn opstandingslichaam (Hij kan zo binnenkomen/lichaam is niet onderworpen aan de ‘wetten van de natuur’); de wonden waren niet ter identificatie maar als teken dat de prijs voor de verlossing was betaald. De volgelingen zijn blij dat ze de Heer zien! Hij toont dat Hij het echt is; Hij neemt de twijfel weg. Gemoedstoestand slaat helemaal om. -Hij geeft hen de ‘zojuist verworven’ echte vrede. De basis voor de echte vrede ligt in het werk van Christus. -Hij vertrouwt hen een geweldige opdracht toe: ‘Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u’. (21). Zoals duidt op overeenkomsten: dezelfde Geest, dezelfde boodschap, dezelfde afhankelijkheid, omstandigheden (vervolgingen), etc -Zij zullen de Heilige Geest ontvangen (22) die kracht en moed zal geven; zij kunnen dit niet in eigen kracht volbrengen. De toezegging van Christus wordt bewaarheid op de pinksterdag.
24 mei 2016
Verandering 2 -Zij zullen ‘vergeving’ bekendmaken/verkondigen op basis van de boodschap van het evangelie: als zondaars geloven in Christus Jezus zullen hun zonden vergeven zijn/worden: zij (wij) kunnen met autoriteit verklaren dat hun zonden vergeven zijn. (23) -Hun angst was voorbij: de Heer was in leven en zorgde voor hen en ze kregen enorme privileges en de Geest om daarbij te helpen (Ze moesten nog even wachten)
24 mei 2016
Verandering 3 Van ongeloof naar vertrouwen -Weer de eerste dag van de week. Jezus komt op dezelfde wijze binnen en gebruikt dezelfde groet (26): Jezus spreekt Thomas niet aan op zijn twijfel maar op zijn ongeloof (27). Vergelijk in dit verband ook vs 9. -Waarom was Thomas er niet bij? Hij had veel gemist -Waarop slaat Didymus? -Jezus kende precies de woorden van Thomas die week. Hij noemt de ‘criteria’ voor Thomas’ geloof. -Jezus zegt tegen Thomas: word een gelovige. Hij zag een gevaarlijk werking in het hart van Thomas, maar door het geloof van Thomas komt deze ook tot een geweldige uitspraak (een van de thema’s van dit evangelie): Jezus is God (28). -Bemoedigend is dat de Heer een persoonlijke interesse had voor Thomas.
24 mei 2016
Verandering 3
24 mei 2016
Verandering 4 Van dood naar leven -De selectie van de evangelist Johannes, vers 30 (zie ook Jh21:25). -De selectie moet: *laten zien dat Jezus de Zoon van God is (de tekenen die Johannes daarvoor selecteerde zijn daarvoor het bewijs) *door het geloof in Hem is er eeuwig leven (ander thema van dit evangelie) Zondaars geloven niet door de tekenen, maar door het zien op Christus (vgl. Thomas). Grote menigten volgden Hem om Zijn wonderen maar op het einde is er slechts een kleine groep over. Het gaat om persoonlijk geloof in Hem. Na de uitstorting van de Heilige Geest, zal het aantal gelovigen snel toenemen. Het leven komt door geloof in Zijn Naam: Ik Ben
24 mei 2016
Vragen?
24 mei 2016
gespreksvragen 1. Welke antwoorden geeft dit tekstgedeelte op vragen rondom ‘angst’ en ‘twijfel’. 2. Wat/Wie geeft ‘moed’, op welke wijze? 3. Probeer Thomas’ ongeloof te verklaren. Hoe was Jezus’ houding ten opzichte van Thomas? Welke les schuilt daarin voor ons? 4. In hoeverre slaan de vier genoemde veranderingen op ons? Herkennen we die veranderingen? 5. In welk opzicht zijn wij –zoals de discipelen- bevoorrecht? 6. Bespreek met elkaar welke rol de Heilige Geest speelt in ons leven.
24 mei 2016