DE INTEGRATIE TUSSEN RUSLAND EN WIT-RUSLAND : UTOPIE OF MOEIZAAM LEERPROCES ? Walter Vandaele 1. Rusland wil meer duidelijkheid De scherpe voorstellen die Poetin onverwachts lanceerde op 14 augustus 2002 tijdens een ontmoeting met Lukašenko in het Kremlin, hebben een serieuze impact gehad op het verdere verloop van het eenmakingsproces tussen Rusland en Wit-Rusland. Vandaar dat het logisch lijkt dat -vóór ik een overzicht schets van het integratieproces tot op heden- ik nog even kort stil sta bij de gebeurtenissen die zich toen afspeelden. De concrete integratiemodellen die Poetin in de zomer van 2002 voorstelde, waren in feite bedoeld om een halt toe te roepen aan het oppervlakkige en irrealistische integratiestreven van Lukašenko. Reeds in juli had Poetin aan Lukašenko duidelijk gemaakt dat diens politieke integratiemodel, dat een afspiegeling leek van het Sovjetsysteem een niet functionerende staatsvorm zou opleveren1. Daarnaast was het toekennen van een gelijke status aan Wit-Rusland 1
Poetin noemde het voorstel ‘juridische nonsens’: “Het mag geen juridische rotzooi of juridische brij zijn, waar we later niet meer aan uit kunnen. Het is nodig dat onze partners voor zichzelf begrijpen, bepalen, wat ze willen. […] Laten we niet vergeten dat de economie van Wit-Rusland [slechts] drie procent uitmaakt van de economie van Rusland. Ja, vetorecht is mogelijk indien het volk het zo wil, de leiding het zo heeft bepaald; nou, goed, dit wil dus zeggen dat men geen andere oplossing mag opdringen. Maar dan moeten wij ook vetorecht hebben. […] En het is nodig dat we begrijpen, wat we willen, wat onze partners willen.” Fragment uit Poetin’s toespraak: http://www.rusbel.chat.ru/analit/analit05.htm
Walter Vandaele
in de nieuwe unieorganen voor Moskou totaal onbespreekbaar. De Russische president drukte de Wit-Russische leider met zijn neus op de feiten door de omvang van de economieën in beide landen met elkaar te vergelijken. In augustus ging hij verder op de ingeslagen weg en schoof hij plots zelf verschillende politieke eenmakingsmodellen naar voren. Het eerste model voorzag in de samensmelting van Rusland en WitRusland tot één eengemaakte staat. Concreet betekende dat de opname van Wit-Rusland in de bestaande Russische Federatie (eventueel wél met een bijzondere autonome status voor WitRusland). Daarnaast had Poetin nog een tweede eenmakingsmodel achter de hand voor het geval dat de Wit-Russische leiding niet zo ver wou gaan. Dit voorstel omvatte een lossere vorm van samenwerking naar analogie met het model van de Europese Unie. De lidstaten bleven hierin dus verder bestaan als soevereine staten. Poetin profileerde zich met zijn voorstellen als de drijvende kracht achter het integratieproces. De Wit-Russische leider die al vanaf zijn aantreden voortdurend had aangestuurd op een eenmaking van beide landen werd door Poetin nu gedwongen kleur te bekennen en te tonen of hij wérkelijk bereid was zijn steun te verlenen, óók aan een ‘pragmatisch’ integratieproject dat door Poetin geleid zou worden. Wit-Rusland had sinds het aantreden van Poetin al vaak immers akkoorden ondertekend omtrent de economische eenmaking van beide landen, waarbij het kon genieten van gunstige bepalingen. Wanneer het er echter op aankwam om ook de door Rusland daaraan gekoppelde maatregelen uit te voeren, bleek Wit-Rusland niet bereid een inspanning te leveren om de nodige economische hervormingen door te voeren (o.a. privatisering van staatsbedrijven). Verrast door de onverwachte zet van Poetin, besloot Lukašenko alle voorstellen te verwerpen. Ondanks de meer gematigde formulering van Poetins standpunten later in een zendbrief, bleef Lukašenko sterk doorhameren over het eerste voorstel van Poetin. Hij
2
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
beschuldigde Rusland ervan de soevereiniteit van Wit-Rusland te willen aanvallen. De Wit-Russische president was ook niet te spreken over het feit dat de Russische zijde wenste af te wijken van de voorziene integratiekoers onder het bestaande uniestaatakkoord, dat op 8 december 1999 werd ondertekend door Jeltsin en Lukasjenko.2 Het was oorspronkelijk de bedoeling geweest om via het sluiten van dit verdrag tot een volwaardige eengemaakte staat te komen. Tijdens de voorafgaande besprekingen bleek echter dat er tussen de beide partners een duidelijk verschil in visie bestond omtrent die toekomstige staat. Aan Russische zijde toonde men zich enthousiast voorstander van een eengemaakte staat met één president, één regering en één parlement. Anderzijds vreesde men ervoor dat het federale model in gevaar zou komen als er niet voor werd gezorgd dat Wit-Rusland slechts een beperkte inspraak bezat in de nieuwe staat. Moskou leek op het moment van de onderhandelingen te zwak en te verdeeld om haar stempel door te drukken. De WitRussische leiding zag in dit nieuwe akkoord dan ook een unieke kans om een ‘unie van gelijken’ op te richten die beschikte over supranationale organen waarin beide partners een gelijk gewicht bezaten in de besluitvorming. Het eindresultaat van de besprekingen werd echter een hybride model, zoals de naam ‘uniestaat’ al doet vermoeden.3 Men kan stellen dat Minsk het 2
Voor de officiële tekst van ‘het verdrag over de oprichting van de uniestaat’: Dogovor o sozdanii Sojuznogo gosudarstva ot 8 dekabrja 1999 g.// Bjulleten’ Meždunarodnych dogovorov, maart 2000, Н° 3; p.54-73. 3 De supranationale organen die reeds bestonden kregen meer de kenmerken van echte institutionele staatsorganen: de Parlementaire Vergadering van de Unie werd omgedoopt in een Parlement van de uniestaat en met de Raad van Ministers werd een nieuw uitvoerend orgaan in het leven geroepen. De uniestaatsorganen kregen bovendien iets ruimere bevoegdheden. Niettegenstaande bepaalde signalen dus in de richting van een eengemaakte staat, behielden de landen strikt hun eigen soevereiniteit en bleven de nationale organen de bovenhand behouden boven de supranationale uniestaatsorganen. 3
Walter Vandaele
sterkst uit het akkoord was gekomen aangezien de aanspraak op een gelijkwaardige status binnen de nieuwe staat erin niet werd tegengesproken. Poetin die als premier had deelgenomen aan de onderhandelingen omtrent het verdrag, leek in het begin ook best tevreden met het bereikte akkoord en noemde het een belangrijke verwezenlijking van Jeltsin. Wellicht was hij vooral opgelucht dat Rusland geen domme toegevingen had gedaan aan Wit-Rusland. Als interim-president steunde hij zelfs de ratificatie van het verdrag. Later als president echter nam hij stap voor stap afstand van dit akkoord, dat in de eerste plaats de Wit-Russische visie op integratie leek te verkondigen en begon Poetin meer nadrukkelijk de Russische visie op integratie te etaleren. Door de uitdagende en voor Wit-Rusland onaanvaardbare voorstellen die door Poetin werden gelanceerd in augustus 2002, dreigde Moskou het ganse proces op de helling te plaatsen. De WitRussische leider, die zijn persoonlijke macht bedreigd voelde, wierp zich plots op als de grote verdediger van de nationale trots en soevereiniteit van zijn land. In de weken die volgden, liet hij ook meteen voelen aan Rusland dat Wit-Rusland in de toekomst mogelijkerwijze een pro-Westerse koers zou kunnen volgen. Poetin, die vooral duidelijkheid had willen creëren, deed nogmaals een poging om zijn eerste voorstel dat nogal radicaal leek en door een deel van de Russische media was afgeschilderd als een ultimatum aan het adres van Wit-Rusland enigszins te herformuleren en te verduidelijken. Op 13 september 2002 stelde Poetin dat Rusland het zich onmogelijk kon permitteren om de klok tien jaar terug te draaien om een nieuwe soort unie van gelijken op te richten met WitRusland. Wel richtte de Russische president zich ook tot de aanwezige journalisten en benadrukte hij dat het niet de bedoeling mocht zijn om te tonen dat we (i.e. Rusland) beter zijn dan onze gesprekspartner. “Ons doel is om één te maken”4, zei Poetin.
4
http://www.newsbelarus.com/2002/Sep/e1709po3.htm 4
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
De poging van Poetin om Lukašenko op zijn geliefkoosde terrein, nl. het streven naar politieke eenmaking met Rusland, voor schut te zetten was gelukt. De poging echter om Lukašenko te laten instemmen met de eis om zich voortaan neer te leggen bij een grotere inspraak van de Russische partner in de nieuwe staatsstructuur, leverde niet het gewenste resultaat op. Integendeel, de ietwat onhandige, frontale aanval op de onafhankelijkheid van WitRusland voorzag Lukašenko en zijn équipe voortaan van een ideaal wapen om vooruitgang op bepaalde vlakken te blokkeren. Telkens Rusland in de toekomst té scherpe eisen zou stellen, kon de WitRussische zijde de rol van verdediger van de Wit-Russische soevereiniteit op zich nemen. Moskou had duidelijkheid gecreëerd, maar had ook angstgevoelens losgeweekt bij bepaalde delen van de bevolking, waar Lukašenko als populist natuurlijk meteen op inspeelde. Dat Lukašenko zich niet zomaar zou neerleggen bij een Russische suprematie bleek duidelijk toen hij bij de overgang van augustus naar september 2002 aan de Russische leiding liet weten dat hij niet zou ingaan op de Russische eis om het staatsbedrijf Beltransgaz vrij te geven voor privatisering. Beltransgaz, dat zich bezighield met de exploitatie van gasleidingen in Wit-Rusland, was al lange tijd een voorwerp van conflict tussen beide regeringen. Bij het sluiten van een pakket economische overeenkomsten op 12 april 2002 had de Wit-Russische zijde nog schriftelijk beloofd het bedrijf om te vormen tot een aandelenvennootschap en een meerderheidsparticpatie te verkopen aan het Russische Gazprom. Voorlopig echter kwam daar niets van in huis. De door het Kremlin gevoerde politiek had haar belangrijkste doel gemist. Poetin besloot voorlopig het politieke domein van integratie te laten voor wat het was en opnieuw te focussen op het economische aspect ervan. Hij moest een manier vinden om Lukašenko verder onder druk te zetten en tevens te polsen hoe ver de Wit-Russische partner bereid was te gaan op gebied van
5
Walter Vandaele
integratie (een volledige integratie in één staat of een integratie zoals in het geval van de Europese Unie). 2. De introductie van een eenheidsmunt als ‘testinstrument’ voor integratie Midden september 2002 bracht Moskou de invoering van een gemeenschappelijke eenheidsmunt terug op de agenda. Op de Ministerraad van 17 september 2002 rakelde de Russische premier Kasjanov het thema terug op en stelde een versnelde invoering van de Russische roebel voor in Wit-Rusland. Deze invoering kon reeds gebeuren vanaf 1 januari 2004 i.p.v. 1 januari 2005 zoals voorzien in het uniestaatakkoord en in een later document ondertekend op 30 september 2000. Kasjanov onderstreepte de vroegere eis van Rusland om te beschikken over het alleenrecht om de munt uit te geven. De introductie van de eenheidsmunt was een ideaal middel om af te tasten waartoe de Wit-Russische leiding in feite bereid was, omdat het indirect gaat over de problematiek van soevereiniteit (de autonomie om geld te drukken, om rentetarieven te bepalen,…). Poetin koos een thema dat erg gevoelig lag voor Lukašenko aangezien diens macht en populariteit afhangt van de mate waarin hij in staat is om middelen te vinden om de wankele staatseconomie in leven te houden. Het bijdrukken van geldbiljetten is één van de hefbomen waarover Lukasjenko beschikt om de onhervormde WitRussische economie draaiende te houden. Vóór Poetin aan de macht kwam, was Rusland nooit echt enthousiast geweest om een gemeenschappelijke munteenheid in te voeren. Op 30 november 2000 had Poetin plots laten weten wél bereid te zijn om zijn goedkeuring te verlenen aan dit project en sloot Rusland een akkoord hierover met haar Wit-Russische partner5. Deze radicale 5
http://intellnet.org/news/2000/11/30/1649-2.asp 6
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
ommekeer had wellicht te maken met het feit dat men in liberale, economische kringen nu voldoende vertrouwen had dat bij een dergelijke onderneming de Russische nationale belangen zouden voorgaan. Het lijkt niet toevallig dat het Kremlin opnieuw besloot om werk te maken van een muntunie precies op het moment dat er geen doorbraak leek te komen in de privatisering van Wit-Russische staatsbedrijven, waaronder Beltransgaz. Economische belangengroepen in Rusland zagen een muntunie niet langer als negatief. Integendeel, de invoering van de Russische roebel in WitRusland zou Wit-Russische staatsbedrijven deel laten uitmaken van het Russische financiële systeem. Als gevolg daarvan zou het Russische grootkapitaal gemakkelijker controle kunnen verwerven over deze bedrijven. Bovendien zouden Russische concerns in een sterkere positie komen om hun schulden terugbetaald te zien. De creatie van een muntunie leek daarnaast voor sommigen een goedkope en elegante overgang naar een volledige (óók politieke) opslorping van Wit-Rusland door Rusland6. De Wit-Russische leiding zou zelf immers minder controle hebben over economische processen in het land en haar macht drastisch zien verminderen. Maar was Moskou echt van plan om niet de normale procedure te respecteren bij economische integratie en een muntzone op te richten, wanneer er zelfs nog geen sprake was van een volledig vrijgemaakte handelszone7? Was het niet Poetin die had benadrukt dat integratie stap voor stap moest gebeuren en er geen overhaaste beslissingen mochten worden genomen8? Vanwaar dan plots de beslissing van de Russische leiding om de deadline voor de invoering van de gemeenschappelijke munteenheid te vervroegen 6
7
http://www.belarustoday.info/news/news.php?id=15324&lang=eng
Rusland en Wit-Rusland treden vaak nog het akkoord over de oprichting van een douane-unie (1995) met de voeten. 8 Hierbij kan verwezen worden naar Poetins uitspraken i.v.m. het integratieproces met Wit-Rusland bij zijn aantreden als president: http://www.ng.ru/politics/2000-04-18/1_sensation.html, http://intellnet.org/news/2000/11/30/1649-2.asp 7
Walter Vandaele
naar 2004? De Russische leiding bezat ongetwijfeld een realistisch beeld van de mogelijke risico’s en kosten die een slechte en overhaaste uitgevoerde koppeling van de financiële en monetaire systemen van beide landen met zich mee zou brengen. De belastings- en douanewetgeving dienden bijvoorbeeld nog te worden gelijkgeschakeld, er dienden nog tal van economische hervormingen te worden doorgevoerd in Wit-Rusland om de macroeconomische indicatoren (bv. inflatievoeten) van beide landen te doen samenlopen, enz. Het leek er sterk op dat Poetin het thema vooral wilde gebruiken en op zijn beurt wilde politiseren om Lukašenko nog meer onder druk te zetten. De Russische president wenste in de eerste plaats op stelselmatige wijze verdere economische hervormingen en toegevingen af te dwingen bij de WitRussische leiding. Die zouden de weg vrijmaken voor een versnelde privatisering van de Wit-Russische staatsbedrijven. Precies op dat moment was er een serieus geschil aan het groeien tussen beide landen over de uitgestelde privatisering van Beltransgaz. In oktober 2002 sprongen onderhandelingen af tussen Wit-Russische vertegenwoordigers en de leiding van Gazprom over een extra levering van gas aan Wit-Rusland om de winter door te komen. Gazprom was het blijkbaar beu om steeds goedkope akkoorden te sluiten en schulden te tolereren zonder dat WitRusland daar iets tegenover stelde. In november 2002 Gazprom besloot het Russische gasbedrijf de druk nog te verhogen door de bestaande gasleveringen aan het land terug te schroeven tot vijftig procent van de afgesproken hoeveelheid. Tijdens een ontmoeting met Lukašenko op 27 november hield Poetin zich opvallend op de achtergrond wat de kwestie met Gazprom betrof. Hij zei dat dit een zaak was tussen de Wit-Russische regering en het bedrijf zelf. Wellicht wilde hij duidelijk maken dat WitRusland vanaf nu niet meer hoefde te rekenen op de tussenkomst van Moskou in dergelijke kwesties. Poetin merkte op dat de tijd van geven gedaan was en dat het tijd was dat Wit-Rusland ook op haar beurt inspanningen deed Na het aanvankelijk felle verzet en de
8
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
dreigingen met tegenclaims besloot de Wit-Russische leiding uiteindelijk toch in te binden en beloofde ze nogmaals ‘Beltransgaz’ in de nabije toekomst vrij te geven voor privatisering. In de marge van de bijeenkomst van de Ministerraad van de uniestaat op 10 december 2002 werd een akkoord bereikt over de levering van gas aan Wit-Rusland. Gazprom schroefde haar aandeel in de gasvoorziening van het land lichtjes terug maar behield de gunstige tarieven. De rest van haar gas zou Minsk van onafhankelijke gasleveranciers moeten kopen. De Russische premier Kasjanov had het na de zitting echter niet zozeer over het gasakkoord dat was bereikt, maar wel over de strenge vastberadenheid van Rusland om de Russische roebel reeds vanaf 1 januari 2004 in te voeren als gemeenschappelijke munteenheid voor beide landen9. Moskou liet duidelijk verstaan aan Minsk, dat als het (blijvend) wou genieten van het bereikte gasakkoord, het zich in elk geval constructiever zou moeten opstellen bij de besprekingen omtrent de muntunie en steun zou moeten verlenen aan het proces. Deze steun zou vanaf nu vertaald moeten worden in daden en niet langer alleen in woorden. 3. Steeds terugkerende thema’s : de muntunie en de gasproblematiek Op 21 januari 2003 kwamen beide presidenten opnieuw samen. Poetin riep nu zelf op om werk te maken van de oprichting van een muntunie. Hij merkte op dat de plannen om een gemeenschappelijke munteenheid tot stand te brengen “een beetje waren achtergelopen op schema” en dat “het pakket wel eens in duigen kon vallen” als er geen dringende maatregelen werden genomen10. Minsk gaf ook toe 9
Kuznecova, V. &Viktorova, N. “An anthem played on a natural gas pipeline.”// (Vremja Novostej 11/12/2002, p.1) in: The Current Digest of the Post-Soviet Press. , January 8, 2003/ vol.54, N°50. 10 Grigorijeva, E. & Danejko, E. “Poetin and Lukashenko promise common ruble and common natural gas.”// (Izvestija 21/01/2003, p.2) in: The Current Digest of the Post-Soviet Press, February 19, 2003/ vol.55, N°3. 9
Walter Vandaele
dat het thema verwaarloosd was geweest. Het verklaarde zich bereid om de bepalingen die waren vastgelegd in vorige akkoorden te respecteren (o.a. het bestaan van één Russisch emissiecentrum) en zich flexibeler op te stellen wat de implementatie ervan betrof. Tijdens de besprekingen omtrent de muntunie werd bovendien opnieuw een ander thema aangekaart. Op de bijeenkomst werd namelijk beslist dat de gemeenschappelijke aandelenvennootschap van Beltransgaz met Gazprom er moest komen tegen juli 2003. Ondanks de positieve sfeer die heerste tijdens de ontmoeting en de diepe tevredenheid uitgedrukt door beide partijen, maakte de periode die volgde op deze ontmoeting duidelijk dat de kloof tussen de twee partners bleef bestaan11. Wellicht had Lukašenko besloten om voortaan tijdens ontmoetingen met Rusland op het hoogste niveau vooral de schijn op te houden en veel ja te knikken, om daarna toch zijn eigen gang te gaan. Hij was vastberaden om beslissingen omtrent economische hervormingen zolang mogelijk uit te stellen en eventuele, onvoordelige processen te blokkeren door zijn vel zo duur mogelijk te verkopen. Wat de uitbouw van de muntunie betrof, werd er geen zichtbare vooruitgang geboekt tot juni 2003. Toen, op 8 juni, bereikten de Russische en de Wit-Russische regering een voorakkoord omtrent de invoering van de Russische roebel in Wit-Rusland vanaf 2005, want 2004 bleek door de aanslepende discussies plots niet meer haalbaar. Rusland had Wit-Rusland ertoe weten aan te zetten belangrijke monetaire bevoegdheden uit handen te geven, ook al bleef de WitRussische nationale bank nog een weliswaar beperkte controle uitoefenen over bepaalde zaken. Toch leek de Wit-Russische zijde niet van plan het voorakkoord te respecteren, laat staan over te gaan tot het sluiten van een definitief akkoord. Dit werd duidelijk toen Lukašenko op 27 augustus 2003 De Wit-Russische leiding liet eerst op 25 februari weten dat ze van plan was om de beslissing omtrent Beltransgaz door te voeren reeds vóór 1 april, maar daarna bleef het opnieuw opvallend stil rond dit thema.
11
10
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
een scherpe uitval deed naar Moskou. Hij zei dat hij niet akkoord kon gaan met de huidige voorwaarden omdat Wit-Rusland zich dan “ in de rol van een inferieure staat zou bevinden”12. Daarom riep hij de bevolking op om voorlopig “de Wit-Russische roebels in hun zakken te houden ”. “Jullie hebben er misschien niet veel van, maar het zijn [tenminste] de uwe ”, liet hij duidelijk verstaan13. Deze uitval kwam zeer hard aan bij Rusland, aangezien ze precies een dag plaatsvond na de succesvolle gesprekken en de euforische aankondiging van de plannen van Rusland om één eengemaakte economische ruimte te vormen met Oekraïne, Kazachstan en WitRusland. Een akkoord zou in september worden ondertekend in Jalta, maar na Oekraïne liet nu ook Wit-Rusland weten dat het dat idee eigenlijk niet zag zitten. Oekraïne is vanuit politiek standpunt niet bereid aan dit project deel te nemen. Nadat het land inzag dat het toch niet zo gemakkelijk steun vanuit het Westen zou kunnen bekomen, was het opnieuw bereid om zich te keren naar de vroegere sovjetpartners, vooral dan om terug te vallen op de economische voordelen die integratie met Rusland bood. Toch opteert Oekraïne liever voor een integratie op verschillende niveaus en met verschillende snelheden. De Oekraïnsche bevolking blijft opgedeeld in een pro-Westers en een pro-Russische gedeelte. Het is dus de kunst van de leiding om de twee opties open te houden. Wit-Rusland daarentegen is vanuit economisch standpunt niet bereid haar steun te verlenen aan dit project. Het wenst ook op haar beurt weer te genieten van de economische voordelen die Rusland biedt (gasleveringen, ruime afzetmarkt voor Wit-Russische produkten, …), maar is niet bereid economische markthervormingen door te voeren om de economiëen gelijk te schakelen. Rublëva, T. & Frumkin, K. “Moscow gets rapped over the knuckles. Ukraine and Belarus refuse to play by Russia’s rules.”// (Nezavisimaja Gazeta, 29/08/2003, p.1-4) in: The Current Digest of the Post-Soviet Press, September 14, 2003 / vol.55, N°3. 13 Idem 12
11
Walter Vandaele
Met andere woorden, waar het bij beide landen in werkelijkheid om draait is de drang naar machtsbehoud van de politieke leiding Eigenbelang en niet het sociaal-economisch belang staan ook bij de integratiepartners centraal. Enkel door in te spelen op dit eigenbelang kan Rusland deze landen aanzetten om een reëel integratieproject op touw te zetten. Een dag na de uitspraken van de Wit-Russische president richtte Poetin zich tot Lukašenko met het verzoek om zo snel mogelijk zijn handtekening te plaatsen onder een akkoord omtrent een eenheidsmunt. “Het is nu van fundamenteel belang om verdere stappen te zetten om over te gaan tot een nieuw niveau van integrationele samenwerking”14. De Wit-Russische leider gaf echter geen gehoor aan dit verzoek. Meer nog, hij verstuurde op zijn beurt een brief in de vorm van een ultimatum naar de Russische leiding. In de brief somde hij de WitRussische eisen op voor de introductie van een gemeenschappelijke munteenheid. Vooreerst verlangde Lukašenko dat zijn land steeds van dezelfde prijzen zou kunnen genieten voor olie, gas en electriciteit als Rusland. Hij eiste ook dat de door Rusland hernomen grenscontrole langs de grens met Wit-Rusland opnieuw zou worden opgeheven en dat bepaalde douanetarieven zouden worden gelijkgeschakeld. Bovendien wenste Minsk ook nog een vergoeding te ontvangen voor het ‘land van origine’-principe dat Rusland al geruime tijd hanteerde voor de toekenning van BTW-inkomsten op geëxporteerde producten en stuurde het sterk aan op een overgang naar het ‘land van bestemming’-principe. Een tweede reeks van eisen had betrekking op de inwerkingtreding van de ‘Grondwettelijke Akte voor de uniestaat’15. Lukašenko wou 14
Rublëva, T. & Frumkin, K. “Moscow gets rapped over the knuckles. Ukraine and Belarus refuse to play by Russia’s rules.”// (Nezavisimaja Gazeta, 29/08/2003, p.1-4) in: The Current Digest of the Post-Soviet Press, September 14, 2003 / vol.55, N°3. 15 De Grondwettelijke Akte moet dienen als de grondwet voor de nieuwe uniestaat. Het is vooral de Wit-Russische zijde, die als voorstander van het 12
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
dat de Russische zijde spoed zette achter dit dossier en bij de uitwerking van dit document de geest die voortvloeide uit het verdrag over de uniestaat zou blijven respecteren, onder meer met garanties voor de soevereiniteit van Wit-Rusland. Hij was de mening toegedaan dat eerst dit document moest worden ondertekend, vóóraleer een beslissing kon worden genomen omtrent de invoering van de Russische roebel in Wit-Rusland. 4. Een doorbraak lijkt onmogelijk : terugkeer naar gezonde marktrelaties Vanaf september 2003 trad de geïrriteerdheid tussen beide partijen over de huidige voortgang van het integratieproces voor het eerst duidelijk in het openbaar naar voren. Eerst was er de verontwaardigde reactie van de leiding van Gazprom op het aanhoudende financiële eisenpakket van de WitRussische leiding en de zeer hoge prijs die het vroeg om het bedrijf uit handen te geven. Gazprom liet begin september in een brief aan de Wit-Russische regering weten dat het voorlopig de gesprekken omtrent de omvorming van Beltransgaz in gemeenschappelijke aandelenvennootschap wou stopzetten wegens “fundamentele meningsverschillen”16. Die laatste hadden ongetwijfeld te maken met de hoge en irrealistische compensaties die Wit-Rusland vroeg. Terzelfdertijd vroeg Gazprom aan Moskou de toelating om zich uniestaatakkoord aanstuurt op de ondertekening van dit document. Het dossier zelf sleept reeds aan van na de ondertekening van het verdrag over de oprichting van de uniestaat in 1999. De bespreking ervan werd door Rusland steeds op de lange baan geschoven. Er werden reeds tal van commissies in het leven geroepen die werkten aan een degelijk ontwerp voor deze nieuwe grondwet, maar veel vooruitgang leverde dit niet op. Kuznecova, V. ; Viktorova, N. & Grivač, A. “Moscow and Belarus are on the brink of a cold war.”// (Vremja Novostej 8/09/2003) in: The Current Digest of the Post-Soviet Press, October 8, 2003 / vol.55, N°36. 16
13
Walter Vandaele
terug te trekken uit het akkoord van januari 2004. Daarin was bepaald dat in ruil voor de verkoop van een meerderheidspakket aandelen van Beltransgaz aan Gazprom, Wit-Rusland van het Russische gasconcern gas zou kunnen krijgen tegen tarieven geldig in Rusland’s vijfde tariefzone (28 $ per 1000 kubieke meter). Kasjanov willigde het verzoek van Gazprom in en kondigde aan dat vanaf 1 januari 2004 het Russische gasconcern het recht bezat opnieuw hogere tarieven aan te rekenen. Op 15 september was de sfeer iets minder gespannen tijdens een bijeenkomst van Poetin en Lukašenko in Soči. De voornaamste onderwerpen van discussie waren eens te meer de gaskwestie en de oprichting van een muntunie. Opmerkelijk was dat beide partijen er bij de discussie van het eerste thema mee akkoord gingen om vanaf nu over te schakelen op ‘marktrelaties’. Het was tijd om de huidige verhoudingen tussen de twee landen voor te stellen zoals ze waren17. Russisch gas zou voortaan verkocht worden aan marktprijzen. Poetin stelde Lukašenko wel gerust door te verklaren dat de prijzen dezelfde zouden zijn als diegene die golden voor andere landen van het GOS. Lukašenko liet op zijn beurt verstaan dat Russische bedrijven zich in de toekomst aan hogere transittarieven zouden mogen verwachten. De Wit-Russische regering was ervan overtuigd of wou althans laten uitschijnen dat het uiteindelijk niets zou verliezen bij een dergelijke operatie. Wat de introductie van de Russische roebel in Wit-Rusland betrof, kwam Poetin terug op de brief met eisen die Lukašenko aan hem had overgemaakt. Hij begreep niet waarom er eerst garanties moesten worden geboden voor de soevereiniteit van Wit-Rusland via de ondertekening van de Grondwettelijke akte18. Volgens Poetin http://www.rg.ru/2003/09/18/Nepoddavlivatinetoropit.html De Grondwettelijke Akte moet dienen als de grondwet voor de nieuwe uniestaat. Het is vooral de Wit-Russische zijde, die als voorstander van het uniestaatakkoord aanstuurt op de ondertekening van dit document. Het dossier zelf sleept reeds aan van na de ondertekening van het verdrag over de oprichting van de uniestaat in 1999. De bespreking ervan werd door Rusland steeds op de lange baan geschoven. Er werden reeds tal van 17 18
14
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
kwam soevereiniteit immers niet ter sprake bij de oprichting van een muntunie. Toch leek Lukašenko niet van plan af te stappen van zijn vroegere standpunt : “Wij (=de Wit-Russische zijde) zien een muntakkoord binnen het raamwerk van een Grondwettelijke akte en een breder pakket van (andere) overeenkomsten.19” Poetin stelde zich tijdens de ontmoeting alvast soepel op tegenover zijn Wit-Russische gesprekspartner. Hij zei dat er voor de uitwerking van de Grondwettelijke Akte en de invoering van de Russische roebel nog wat tijd overbleef (alleszins wat het eerste betrof) en dat er ook nog verschillende opties openbleven. “We begrijpen de bezorgdheid van de Wit-Russische zijde en als zij meent dat het nodig is om nog wat te gaan sleutelen, dan is het niet aan ons om druk uit te oefenen op haar en vaart te zetten achter dit proces.20” De ontmoeting in Soči kan gezien worden als een keerpunt in de relaties tussen beide landen. De Russische leiding besloot de geprivilegieerde status van Wit-Rusland in vergelijking met andere landen van het GOS- voorlopig -terug te schroeven en de speciale economische banden met het land terug te brengen tot de marktrealiteit. Deze stap kon door sommigen geïnterpreteerd worden als een teken van falen om een unieke eengemaakte staat tussen Rusland en Wit-Rusland tot stand te brengen. Toch kan men echter stellen dat juist door deze beslissing een gezondere basis werd geschapen om een integratie tot stand te brengen eventueel in een ruimer kader met andere GOS-leden.21 Niettegenstaande het feit dat Rusland ook schade zou ondervinden door deze nieuwe marktrelaties (o.a. hogere transitprijzen) had de Russische leiding Minsk opnieuw gedwongen een belangrijke toegeving te doen die het land nog meer zou confronteren met de noodzaak om haar economie te hervormen en nieuwe investeerders aan te trekken. Tot commissies in het leven geroepen die werkten aan een degelijk ontwerp voor deze nieuwe grondwet, maar veel vooruitgang leverde dit niet op. 19 http://www.belarustoday.info/news/news.php?id=17937&lang=eng 20 http://www.rg.ru/2003/09/18/Nepoddavlivatinetoropit.html 21 Op deze ontmoeting volgde niet toevallig een top in Jalta omtrent de oprichting van één eengemaakte economische zone. 15
Walter Vandaele
op heden had de Wit-Russische economie kunnen overleven vooral dankzij de financiële steun van Rusland en meer in het bijzonder dankzij de gunsttarieven voor energie. Hoofdpunt op de agenda van de Ministerraad van de uniestaat van 1 oktober 2003 was, hoe kan het ook anders, het nemen van een beslissing omtrent de invoering van de Russische roebel in WitRusland vanaf 1 januari 2005. Beide presidenten hadden het pad hiervoor tijdens een bijeenkomst op 30 september trachtten te effenen. In de dagen ervoor was een definitief pakket akkoorden uitgewerkt dat nu moest worden goedgekeurd. De Russische zijde had naar eigen zeggen al het mogelijke gedaan om Wit-Rusland tegemoet te komen en was ervan overtuigd dat het om een zeer evenwichtig pakket ging, dat ook belangrijke bevoegdheden overliet aan de nationale bank van Wit-Rusland. Pjotr Prokopovič, de voorzitter van de Wit-Russische centrale bank gaf dit ook toe en zei dat hij eerst niet geloofde, dat de werkgroep erin zou slagen een voor beide partijen aanvaardbare variant uit te werken. Maar toch was dit gelukt en Prokopovič stelde zelfs vast dat de Nationale bank van Wit-Rusland meer rechten en bevoegdheden bezat dan een centrale bank in de eurozone. Op de Ministerraad deelde de Russische premier Kasjanov echter verontwaardigd mee dat beide partijen niet tot een overeenkomst waren gekomen. Voor de bijeenkomst van de Ministerraad had zijn Wit-Russische ambtsgenoot nog een waslijst van compensatievergoedingen gepresenteerd waarop Wit-Rusland meende recht te hebben wanneer het de Russische roebel invoerde op haar grondgebied. De claims waren overdonderend en het totale prijskaartje somde op tot ruim 2 miljard dollar. Na afloop van de zitting kwam het zowaar tot een openlijke woordenwisseling tussen premier Kasjanov en zijn Wit-Russische collega Sidorskij. Sidorskij herhaalde het standpunt van WitRusland, namelijk dat het verdrag ondertekend diende te worden in een ruimer pakket waarvan bepaalde akkoorden voorzagen in de nodige compensaties voor de Wit-Russische zijde. Kasjanov die
16
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
vond dat de invoering van de Russische roebel in de eerste plaats een zegen was voor de Wit-Russische economie verloor hierbij zijn geduld en reageerde boos : “Ik begrijp niet over welke compensatievergoedingen er in verband met de invoering van de roebel sprake is, wij steunen die niet.22” Kasjanov vroeg zich af waarom Rusland bereid moest zijn te betalen voor de invoering van háár munt in een andere land. Volgens Kasjanov bestond er nog slechts een waterkans dat de invoering van de munt er zou komen tegen 1 januari 2005. Rusland bleef niettemin de deur openhouden voor Wit-Rusland en zei dat het alleszins nog een laatste poging wou wagen om in de resterende drie maanden voor het einde van dit jaar toch nog een akkoord uit de brand te slepen, zonder resultaat. Op 14 oktober werd opnieuw een kans verkeken om tot een akkoord te komen. In de marge van de tweede zitting van de Opperste Staatsraad, het hoogste uitvoerende orgaan van de uniestaat, hielden Poetin en Lukašenko gesprekken omtrent de gemeenschappelijke eenheidsmunt en de Grondwettelijke Akte, maar van enige doorbraak leek hoegenaamd geen sprake. Hetzelfde kon worden gezegd van de laatste Ministerraad op 4 december 2003. De Russische leiding had getracht via het project van de oprichting van een muntunie de reële bereidheid van de Wit-Russische zijde tot integratie te achterhalen. Ze had een in haar ogen elegant voorstel gedaan waardoor de Wit-Russische economie kon genieten van de weldaad die de introductie van de Russische roebel met zich zou meebrengen. Moskou was hierbij uiteindelijk gestoten op onoverkomelijk verzet en duidelijke onwil langs de kant van haar Wit-Russische partner. Lukašenko voelde weliswaar de druk steeds toenemen, maar was vast van plan zo weinig mogelijk toegevingen te doen. Ofwel zou Moskou afknappen op zijn hoge eisen, ofwel zou hij terug aanzienlijke middelen in handen krijgen om alleszins de controle over andere delen van de economie te behouden. Poetin trok in december zelf zijn conclusies : “Vandaag is volledige unificatie tussen Rusland en Wit-Rusland niet aanvaardbaar. Dat is 22
http://www.rg.ru/2003/10/03/Rublvpakete.html 17
Walter Vandaele
wat ons werd verteld. Ik ga ervan uit dat ik niet zelf het recht heb om aan te dringen op eenmakingsprocessen die niet aanvaardbaar zijn voor onze partner. We mogen enkel doen wat onze partner graag zou doen, datgene doen waartoe hij bereid is. En onze wil opleggen is gewoonweg zinloos.23” Rusland legde zich voorlopig neer bij deze stand van zaken. Poetin had meermaals gewaarschuwd dat een dergelijk project tijd zou vragen. Maar het integratiestreven ging nauwgezet verder en de tijd speelde alleszins in het voordeel van Rusland nu Poetin de touwtjes strak in handen had. Rusland was volgens Poetin echter niet van plan haar wil op te dringen, maar zou ongetwijfeld haar greep over de Wit-Russische economie verder trachten te versterken als ze daartoe de kans kreeg. Voor Poetin bleef de doorvoering van de nodige markthervormingen in Wit-Rusland immers de basispremisse om een economische unificatie mogelijk te maken. Over een politieke unificatie was voorlopig al lang geen sprake meer. 5. Gasconflict : einde of ommekeer ? Het jaar 2004 werd ingeluid door de aangekondigde stopzetting door Gazprom van de gasleveringen aan Wit-Rusland. De firma wou hiermee háár antwoord formuleren op de onwil van de WitRussische regering om het meerderheidspakket aandelen van het staatsbedrijf Beltransgaz aan haar te verkopen. Gas kon opnieuw geleverd worden, indien Minsk een nieuw contract onderschreef aan marktcondities. De vice-voorzitter van Gazprom omschreef de situatie op dat moment als volgt : “De Russische gasholding doteert reeds enkele jaren aan een stuk de Wit-Russische economie en haar budget, terwijl ze gas levert en ondertussen zichzelf schade toebrengt en niets hiervoor in de plaats krijgt. De Wit-Russische zijde saboteert openlijk de ondertekening van een contract voor gaslevering.24” Wit-Rusland haastte zich inderdaad niet om een nieuw contract aan marktprijzen af te sluiten. In een telefoongesprek 23 24
http://www.belarustoday.info/news/news.php?id=19533&lang=eng http://www.rg.ru/2004/01/27/Poetin.html 18
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
met Poetin in de tweede helft van januari bevestigde Lukašenko nochtans “zijn intentie om over te gaan tot marktrelaties met de Russische gasleveranciers in deze sfeer.25” Maar op 16 januari had Sidorskij tijdens een gesprek met Kasjanov in Moskou opnieuw geëist dat de oude voorwaarden voor de levering van gas ook in 2004 gehandhaafd zouden blijven. De Russische regering liet verstaan dat dit niet kon, maar was wel bereid een krediet te verlenen om het plotse prijsverschil ietwat te verlichten. Minsk hield voet bij stuk en probeerde ondertussen rond te komen met het gastoevoer van de onafhankelijke leveranciers Itera en Trans Nafta. Op 24 januari echter lieten deze bedrijven, die in werkelijkheid gas leveren dat opgewekt wordt door Gazprom, verstaan dat Wit-Rusland het deel waar ze recht op had voor die maand reeds had afgenomen. Ze dreigden ermee op hun beurt de gaskraan dicht te draaien wanneer Wit-Rusland tegen 29 januari geen nieuw contract zou ondertekenen dat dit keer opgesteld was aan marktprijzen. Juist op de deadline bond Minsk lichtjes in en sloot het een aanvullende korte termijndeal over de levering van gas met de onafhankelijke gasleveranciers. Het gevaar op een gasblokkade was dus uitgesteld, maar hiermee nog niet geweken. Minsk zette haar strijd, die ze gedoemd was te verliezen verder. Begin februari dreigde Lukašenko ermee bepaalde overeenkomsten met Moskou nietig te verklaren wanneer Rusland verder bleef aandringen op hogere prijzen voor gas en een aandeel in Beltransgaz aan een belachelijk lage prijs. Op 13 februari kwam Lukašenko alweer met het dreigement naar voren om hogere transitkosten aan te rekenen aan Russische gasbedrijven. Aleksej Miller, de grote baas van Gazprom, liet op 17 februari weten bereid te zijn in te stemmen met die eis. Niettemin weigerde de voorzitter van Beltransgaz hierover voorlopig een akkoord te ondertekenen met de leiding van Gazprom wanneer er nog geen akkoord bestond met Gazprom over de levering van gas in 2004. 25
http://www.rg.ru/2004/01/27/Poetin.html 19
Walter Vandaele
Wit-Rusland dat zonder gas dreigde te vallen, besloot -zoals aangekondigd- over te gaan tot het stelen van gas. Rusland draaide hierop de gaskraan dicht. Het conflict dreigde volledig uit de hand te lopen. De transit van gas naar Europa en Kaliningrad was hiermee compleet afgesnoerd en Gazprom werd genoodzaakt haar reserves aan te spreken. Wit-Rusland besloot haar ambassadeur in Moskou terug te roepen. Na eerst furieus te hebben gereageerd op de actie van Rusland en Poetin persoonlijk te hebben beschuldigd van “terrorisme”26, krabbelde Lukašenko op 19 februari plots terug en besloot hij alle Russische eisen in te willigen. Zijn inconsequente houding laat vermoeden dat hij nooit had verwacht dat Rusland de gaskraan echt zou toedraaien en dat hij steeds moet hebben gedacht dat hij Moskou op de één of andere manier toch nog zou kunnen overhalen om af te zien van haar eisen. Toen hij zijn handtekening zette onder het akkoord voor gaslevering aan duurdere marktprijzen, dreigde Lukašenko er wel mee het extra geld te halen bij Tsjernobylslachtoffers en oorlogsveteranen alsook bepaalde handelsprivileges van Russische goederen te herzien. Een hernieuwde invoering van belastingen op bepaalde Russische goederen lijkt echter weinig waarschijnlijk, aangezien de vorming van de douane-unie één van de uithangborden is van Lukašenko’s verwezenlijkingen op het vlak van integratie met Rusland. Het opzeggen van dat akkoord zou gezichtsverlies betekenen voor de Wit-Russische president. De belangrijkste conclusie die getrokken kan worden uit de gasblokkade is dat Rusland de Wit-Russische leiding probeerde te dwingen om eindelijk de economische problemen in haar land aan te pakken. Rusland besloot zich tijdens het gasconflict zo goed als afzijdig te houden. Indien Moskou wel had tussengekomen in het conflict, had Lukašenko opnieuw hervormingen kunnen uitstellen en de economie kunnen laten zoals ze was. Opmerkelijk was ook dat op 19 februari op de website van het Russische ministerie van 26
http://www.rg.ru/2004/02/20/gazpromach.html 20
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
buitenlandse zaken voor het eerst van officiële zijde kritiek werd geuit op Lukašenko’s bewind. Er stond te lezen dat “de gebrekkige socio-economische ontwikkeling van het land en haar internationale isolatie door niemand anders dan de Wit-Russische president zelf werden veroorzaakt.27” Onder Jeltsin zouden bepaalde delen van de Russische elite ongetwijfeld partij hebben gekozen voor Lukašenko. Sedert Poetin aan het roer staat van het integratieproces, valt er nauwelijks een kritische noot te bespeuren omtrent zijn pragmatische aanpak. De Russische strategie is nochtans ook niet zonder risico’s. Enerzijds bestond nog de mogelijkheid dat Lukašenko naar de toekomst toe opnieuw zou trachten in de gunst te komen van Rusland. Zo kon hij proberen haar steun te bekomen voor de volgende parlementsverkiezingen in 200428 en later ook voor de presidentsverkiezingen in 2006. Het nadeel van deze strategie was dat de Wit-Russische leider door een dergelijke politiek te volgen onvermijdelijk zijn macht over de economie verder zou moeten prijsgeven met alle nefaste gevolgen vandien. Een eventuele instorting van het Wit-Russische economische model zou dan wel eens een aantal kiezers kunnen aanzetten om niet meer te stemmen op Lukašenko. Daarom kon het misschien Lukašenko’s bedoeling zijn om Beltransgaz in de toekomst als pasmunt te gebruiken bij onderhandelingen met Moskou. Een andere optie echter bestond erin dat Minsk de relaties met Moskou zou afbouwen om een meer pro-Westers, gediversifieerd buitenlands beleid te voeren en hierbij op zoek te gaan naar handlangers om zo de binnenlandse problemen te ontlopen. Deze laatste optie lijkt onder Lukašenko voorlopig weinig waarschijnlijk, niettegenstaande het feit dat ze toch kon worden gebruikt om Moskou schrik aan te jagen en druk uit te oefenen. http://www.rferl.org/reports/pbureport/2004/03/7-020304.asp Dan is Lukašenko van plan een referendum te organiseren omtrent een wijziging in de grondwet om zijn toekomst veilig te stellen alsook een vraag te stellen omtrent integratie met Rusland. 27 28
21
Walter Vandaele
Van de eerste optie leek ook weinig in huis te komen. Minsk bleef koppig verzet bieden tegen de aanspraken van Rusland en trachtte aan geld te geraken om haar economie op andere manieren in stand te houden. Lukašenko gaf op 22 maart 2004 opdracht een pakket documenten voor te bereiden om Rusland een miljardenrekening in dollars voor te leggen voor bepaalde voorzieningen en diensten in het kader van de militaire samenwerking tussen beide landen. Ook bij de invoering van de Russische roebel in Wit-Rusland bleef Minsk compensatievergoedingen eisen. Wit-Russische vertegenwoordigers lieten eind maart aan de Russische minister van financiën, Aleksej Kudrin, weten dat de positie van hun land omtrent de invoering van de munt niet was gewijzigd29. Kudrin interpreteerde dit als onwil langs de kant van de Wit-Russische zijde om voorlopig verder te praten over deze kwestie. Rusland liet verstaan dat de deadline van 1 januari 2005 in dat geval niet gehaald zou worden30. Het probeerde Wit-Rusland schrik aan te jagen door niet langer aan te dringen op de invoering van de eenheidsmunt. Begin april begon de Russische regering achter de coulissen niettemin werk te maken van één van de meer realistische eisen van Wit-Rusland bij de invoering van de eenheidsmunt. Vanaf 2005 zouden Russische exporteerders opnieuw BTW betalen volgens het land van bestemmings”-principe, dit betekent dus aan Wit-Rusland. Rusland was wel niet van plan de mislopen BTW-inkomsten van Wit-Rusland in de jaren ervoor te vergoeden. Wanneer de unie tussen Rusland en Wit-Rusland er in de toekomst toch zou komen, liet een afgevaardigde van de Russische minister van financiën weten, kon gemakkelijk teruggekeerd worden naar het oude systeem van BTW-heffing31. In feite erkende Moskou door deze beslissing te nemen dat een eenmaking van beide landen in één staat (voorlopig) onmogelijk was. 29 30
http://www.izvestia.ru/economic/46113_print http://www.izvestia.ru/economic/46113_print
31
http://www.rferl.org/reports/pbureport/2004/04/12-060404.asp 22
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
Op 8 april besloot Wit-Rusland dat het haar beurt was om Moskou schrik aan te jagen door te verklaren dat het land de nodige contacten aan het leggen was (o.a. met Polen) voor de diversificatie van haar energievoorziening. De aloude truc om Rusland de rug toe te keren leek bij de huidige Russische regering nauwelijks nog effect teweeg te brengen. Michail Fradkov, de nieuwe Russische premier zette de deur voor Wit-Rusland wel terug op een kier door te verklaren dat tegen het einde van het jaar alle netelige kwesties (gaskwestie, invoering van de Russische roebel) geregeld konden worden mits “serieuze inspanningen”32. Minsk reageerde niet op deze uitnodiging. Op 14 mei 2004 kwam het met een eigen idee op de proppen om een eengemaakte energiezone op te richten tussen Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne en Kazachstan. Dit zou Rusland aanzetten om opnieuw langdurige gascontracten te sluiten met WitRusland en bovendien hoopte Minsk zo op de vorming van een hecht blok van bondgenoten tijdens de onderhandelingen met Russische gasleveranciers. De Russische regering reageerde sceptisch en Gazprom verwierp het idee resoluut. Op 5 juni 2004 vond een nieuwe ontmoeting plaats tussen Poetin en Lukašenko in Soči. Poetin gaf toe dat het moeilijk zou worden om de Russische roebel vanaf 1 januari 2005 in te voeren in Wit-Rusland. Hij zei dat alle specialistenvraagstukken omtrent het project waren uitgeklaard, maar dat de kwestie was blijven steken in de “politiekepsychologische sfeer33”. Alhoewel hij stelde dat de “geméénschap” nog niet klaar was voor deze stap, doelde Poetin wellicht op de WitRussische leiding zelf. Opvallend was dat de Russische regering plots niet meer gehaast leek en bereid was tijd uit te trekken om de puntjes op de ‘i’ te zetten. Poetin zei : “De specialisten hebben tijd om de zaak nog eens te herbekijken en wat bij te werken; we zullen rustig, zonder horten of stoten, welwillend en als partners alle zaken
32 33
http://www.sinfo.ru/ru/main/focus/comment/detail.shtml?id=464 http://www.sinfo.ru/ru/main/focus/news/detail.shtml?id=13423 23
Walter Vandaele
bespreken, die twijfels oproepen bij de specialisten.34” De Russische president waarschuwde dat het project niet werd opgegeven. Over de economische integratie als totaalproject was Poetin ook hoopvol. Weliswaar was er voorlopig nog geen sprake van een eengemaakte economische ruimte en van gelijke condities voor economische actoren. “Om dat te bereiken, was het nodig de weg te volgen van de compromissen en tot beslissingen te komen die voor beide landen voordelig waren.35” Opvallend was de erg constructieve sfeer waarin de gesprekken leken plaats te vinden. Zelfs voor wat de gaskwestie betrof, waren alle problemen van de baan, zo deelden Poetin en Lukašenko na afloop van de ontmoeting mee. Naast de beide presidenten, drukte ook Gazprom haar tevredenheid uit over de resultaten die geboekt waren tijdens de ontmoeting. Waren de twee partijen dan tóch eindelijk tot het inzicht gekozen dat ze aan een gezamenlijk project bouwden dat een win-winsituatie kon opleveren, wanneer béide landen bereid waren om water bij de wijn te doen. Had Rusland in eigen ziel gekeken na een constante reeks van ontgoochelingen op het vlak van integratie en koos het nu voor een nieuwe benadering van haar partners bij het streven naar integratie of was er een ander ‘compromis’ gevonden. Dit compromis bestond er misschien in dat Rusland bereid was om niet langer zo sterk aan te sturen op de invoering van de Russische roebel tot ná de parlementsverkiezingen in Wit-Rusland en dit in ruil voor economische toegevingen door Lukašenko. Opmerkelijk was alvast de dankbetuiging van Lukašenko aan het adres van Poetin: “Ik wil Vladimir Poetin oprecht bedanken voor zijn begrip van datgene wat zich vandaag in Wit-Rusland afspeelt, voor zijn steunbetuiging aan de positieve processen in haar economie, voor zijn begrip van onze positie m.b.t. de Wit-Russisch/Russische verhoudingen.36”
34 35
36
http://www.sinfo.ru/ru/main/focus/news/detail.shtml?id=13423 idem
idem 24
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
Toch kan dit laatste evengoed worden geïnterpreteerd vanuit een soort van empathie die Rusland vanaf dat moment besloot aan de dag te leggen m.b.t. haar integratiepartners. Mijns inziens is dit de meest logische conclusie aangezien er geen details werden vrijgegeven omtrent eventuele toegevingen die de Wit-Russische leider zou hebben gedaan in ruil voor Poetin’s steun bij de komende verkiezingen. Meer zelfs, vóór de ontmoeting raakte bekend dat Lukašenko ervoor had gezorgd dat er een oekaze in werking trad, waardoor bij een privatisering van staatsbedrijven de staat over een « gouden aandeel » bleef beschikken om zo negatieve beslissingen te blokkeren. Op 30 juni 2004 besloot Poetin onaangekondigd een bezoek te brengen aan Wit-Rusland. Officieel was dit ter gelegenheid van een oorlogsherdenking, maar wellicht zat de toekomstige ontmoeting met andere leden van het verdrag omtrent de oprichting van één eengemaakte economische ruimte ervoor iets tussen. Bedoeling van Poetins bezoek was allicht om de violen gelijk te stemmen en het standpunt van Wit-Rusland voor alle zekerheid nog eens te raadplegen. Wellicht was het de bedoeling van de Russische leiding om voorlopig wat gas terug te nemen bij het bilaterale integratieproject met Wit-Rusland om zo meer aandacht te kunnen besteden aan een versnelde doorvoering van het project voor een eengemaakte economische ruimte. In de voorbije weken had Lukašenko het ook constant gehad over het coördineren van de gesprekken omtrent de toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) van Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne en Kazachstan. Zijn belangrijkste beweegreden hiertoe had hij enkele dagen voor het bezoek van Poetin opgegeven. “Bij de toetreding tot de WTO moeten we niet het spelletje gaan spelen dat iemand iemand anders voorbij zal steken, anders bestaat de kans dat we in zo een diepe kuil terechtkomen, uit dewelke we niet meer zullen kunnen uitklauteren. Als Oekraïne en meer nog Rusland in afzienbare tijd zullen toetreden tot te WTO, dan zal Wit-Rusland daadwerkelijk in een diepe kuil terechtkomen. Júllie
25
Walter Vandaele
gaan dan immers totaal verschillende tarieven en prijzen voor olie en gas gaan invoeren, en wat moeten wij dan doen ?37” Vooral de laatste zin is treffend. Het lijkt er m.a.w. sterk op dat Rusland met Wit-Rusland een gezamenlijk belang gevonden heeft om toe te treden tot de WTO en naast een bilaterale integratie ook werk te maken van de eengemaakte economische ruimte. Nu kan men zich de vraag stellen of de gezamenlijke intentie van Rusland om zowel vaart te zetten achter de eengemaakte economische ruimte alsook in het kader van dat project werk te maken van de coördinatie van de gesprekken omtrent de toetreding tot de WTO niet de voorbode betekent voor een latere eventuele toetreding van de vier landen tot de EU of althans een nauwe coöperatie met Europa ? Luidt het credo van Wit-Rusland (alsook Oekraïne en Kazachstan) voortaan: met Rusland in de richting van Europa ? Enkel de toekomst zal het kunnen uitwijzen. De terreurdaden die in Rusland plaatsvonden eind augustus - begin september kunnen eventueel de aandacht afbrengen van dit proces, maar kunnen evengoed een stimulans betekenen voor het complexe streven van Rusland om de consolidatie van het postsovjetterritorium te koppelen aan een nauwere samenwerking met Europa (bv. op het vlak van terreurbestrijding). 6. Waarom sleept het integratieproces tussen Rusland en WitRusland zo lang aan? Als we kijken naar de concrete resultaten die in de loop der jaren in het integratieproces werden geboekt, dan slaat de balans negatief uit. Het lijkt onbegrijpelijk dat twee landen die altijd zo nauw met elkaar hebben samengeleefd, er niet in lijken te slagen te komen tot een geloofwaardige vorm van integratie. Hoe valt dit te verklaren ? In wat volgt zou ik kunnen stilstaan bij enkele objectieve redenen voor het voortdurende aanslepen van dit proces : de twee uiteenlopende 37
http://www.izvestia.ru/politic/174445_print 26
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
economische systemen in beide landen, de politieke en economische agenda in Rusland die mee de snelheid en de voortgang van het integratieproces hebben bepaald, de onverzoenbare visies over de uiteindelijke politieke staatsstructuur voor beide landen, … Wat echter belangrijk is om vast te stellen, is dat deze objectieve redenen vaak pas begrijpelijker worden, wanneer men gaat stilstaan bij bepaalde mentaliteitsverschillen en verschillen in visie die aanwezig blijven tussen beide bevolkingsgroepen. Bijkomend kunnen daarnaast bij de diverse actoren (staats-en regeringselite, economische elite, politici en medewerkers van het bureaucratische apparaat, regionale elite) die áctief in dit proces betrokken worden ook nog eens persoonlijke motieven gaan meespelen, die een rem kunnen zetten op het ganse proces38. Het bijkomend gevaar bestaat dus dat eigenbelang de bovenhand neemt boven datgene wat eigenlijk centraal moet staan bij elke integratie : het maatschappelijke belang. Als we ons gaan concentreren op de Russische zijde, dan kan men stellen dat tijdens de Jeltsinperiode eigenbelang een meer centrale plaats innam bij integratie. Er vond een ware machtsstrijd plaats tussen leden van de Russische elite39. Het integratieproces werd vaak uitgebuit voor persoonlijke en electorale doelstellingen. Het thema werd zelfs dermate gepolitiseerd dat er geen concrete vooruitgang werd geboekt. Poetin besloot het belang van Rusland weer op de eerste plaats te stellen, door dát domein te kiezen waarin Rusland het sterkst leek t.o.v. Wit-Rusland, nl. de economische sfeer. Hiermee durf ik niet volledig uit te sluiten dat eigenbelang geen rol meer kan meespelen Lapina, N. “Rossijskie elity i problemy integracii na prostranstve SNG” in: Obščestvo i Ėkonomika, Moskva, «Nauka», 2002, N°10-11, p.292-312 39 Solovej V. “Nadeždy i strachi rossijskich politikov.” (Diskussija o rossijsko-belorusskom sojuze), v kn.: D.E. Furman (ed.) Belorussija i Rossija: obščestva i gosudarstva. Moskva, izdatel’stvo ‘Prava Čeloveka’, 1998, p. 416-429. 38
27
Walter Vandaele
van leden van de economische elite bij bepaalde politieke beslissingen. Maar Poetin slaagt er alvast in dit te koppelen aan het maatschappelijke belang. Of dat ook de meest maatschappelijke uitkomst zal opleveren is een andere vraag. Wat wel vaststaat is dat Poetin alvast geen ‘unie van bureaucraten’ tot stand wil brengen, maar ‘een unie van volkeren’. Het is duidelijk dat de Russische president sinds zijn aantreden geprobeerd heeft om zijn greep op bepaalde delen van de politieke elite te versterken. Poetin plaatste vastberaden het economische vóór het politieke (m.a.w. persoonlijke macht, geopolitieke motieven en andere aspecten van veiligheid). Bij de Wit-Russische leiding is het politieke ongestoord de voorrang blijven genieten op het economische. Alles wat veiligheid betreft (d.w.z. het behoud van interne machtsstructuren, economische en militaire bescherming door Rusland) bleef vooropstaan in Lukašenko’s visie op integratie. Economische hervormingen die bedoeld waren om het maatschappelijke welzijn te verbeteren, kwamen slechts op de tweede plaats. Vanuit deze optiek lijkt het logisch dat Lukašenko beter overweg kon met Jeltsin dan nu het geval is met Poetin. Zowel Jeltsin als Lukašenko plaatsten immers het politieke aspect/het veiligheidsaspect vóór het economische bij hun streven naar integratie. Nu daarentegen zitten beide presidenten op verschillende golflengtes. Meningsverschillen tussen de beide partners komen veel meer tot uiting onder de Poetinlegislatuur, terwijl in de Jeltsinperiode nog de schijn kon worden opgehouden dat er vooruitgang werd geboekt in het integratieproces door de vele politieke ‘intentieverdragen’. Ook na de komst van Poetin bleef Lukašenko integratie associëren met de creatie van een politieke structuur van supranationale organen op gelijke voet met Rusland, met geopolitieke en economische steun van het ‘grote’ Rusland om zo de interne machtsstructuren te behouden. Het economische aspect moet in functie staan van het politieke/veiligheidsaspect. Poetin daarentegen geeft prioriteit aan de economische vector van integratie. Het mocht volgens hem niet langer de bedoeling zijn om een politieke show op te voeren die handenvol geld kostte aan
28
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
Rusland. In de plaats daarvan moest stap voor stap en nauwgezet gewerkt worden aan een stabiele en werkzame integratie, eerst en vooral op economisch vlak. Poetin nam het Russische neo-liberale model als hét uitgangspunt in zijn poging om de diametraal tegenovergestelde economische systemen in beide landen gelijk te schakelen. Poetins aanpak hierbij was pragmatisch van aard : hij stelde beloningen of andere steun in het vooruitzicht op voorwaarde dat de Wit-Russische regering akkoord ging met de doorvoering van bepaalde hervormingen. Lukašenko voelde zich daardoor bedreigd. Hoewel hij meermaals zijn meerdere moest erkennen in Moskou en gedwongen werd tot economische toegevingen op papier, bleef hij toch vaak talmen met de uiteindelijke doorvoering van bepaalde economische hervormingen. Ondertussen bleef Lukašenko vasthouden aan zijn eigen voorstellen en eisen. Dit resulteerde doorgaans in een zogezegde « stap vooruit », die ogenblikkelijk gevolgd werd door « een halve stap » achteruit. Dit was voor beide partijen even frustrerend. Sinds de ontmoeting van 5 juni 2004 is er een kentering opgetreden in de Russische benadering van haar integratiepartner. Rusland besloot meer aandacht te besteden aan het unieke karakter van WitRusland en de bijzondere situatie waarin het land verkeerde. Er zou vanaf nu meer gewerkt worden met compromissen. Beide partners leken elkaar te hebben gevonden. Er zou gestreefd worden naar een integratie die voor beide landen voordelig was. De moeizame vooruitgang die tot op dat moment werd geboekt in het integratieproces tussen beide landen, kan volgens mij in niet onbelangrijke mate worden toeschreven aan bepaalde mentale percepties die in de loop van de geschiedenis in de hoofden van beide volkeren zijn ontstaan en uniek zijn voor beiden. Sinds Poetin de leiding overnam over het integratieproces vormden zij de belangrijkste struikelblok voor integratie (en niet langer het
29
Walter Vandaele
eigenbelang van politici als dusdanig, zoals vroeger reeds werd opgemerkt). Daarom loont het de moeite om eens stil te staan bij deze unieke PERCEPTIEVERSCHILLEN die zowel bij politici als bij gewone mensen mee de kijk op het integratieproces bepalen. Eerst worden de karakteristieken van het Russische integratiebewustzijn ontleed, daarna die van Wit-Rusland. Rusland beschouwt Wit-Rusland slechts als één van de vele mogelijke partners op het vlak van integratie. Concreet vertaalt zich dit volgens de Russische geleerde D. Furman in het feit dat over Wit-Rusland als dusdanig in Rusland door weinigen wordt nagedacht40: “Een éénmaking met Wit-Rusland, zou ontegensprekelijk verwelkomd worden door de meerderheid van de Russen, maar dan wel zoals om het even welke andere eenmaking onder Russische vlag. De betekenis voor het Russische bewustzijn van de eenmaking tussen Rusland en Wit-Rusland ligt hoofdzakelijk in het feit dat ze de onnodige en irritante barrières tussen de landen opheft en dat Rusland hierdoor opnieuw begonnen is met zichzelf uit te breiden en land te verzamelen. Daarbij komt ook nog dat, hoewel de Russen niet over het minste gevoel van suprematie beschikken t.o.v. de WitRussen, ze [niettemin] géén duidelijke notie hebben van het feit dat dit een afzonderlijk volk is (=een volk met éigen karakteristieken) en dat een éénmaking met Wit-Rusland [wél] min of meer eenduidig wordt begrepen als de éénmaking van twee onderdelen van één volk. Of liever, de hereniging van het grootste deel van een volk met haar kleinere deel, dat om de één of andere onbegrijpelijke reden van haar afgescheurd raakte. Dus m.a.w. als de aansluiting van Wit-Rusland bij Rusland, van het « Witte Rusland » bij het Grote Russische rijk.”
Drakochrust, Ju. & Furman, D. “Peripetii integracii” , v kn.: D.E.Furman (ed.) Belorussija i Rossija: obščestva i gosudarstva. Moskva, izdatel’stvo ‘Prava Čeloveka’, 1998 g., p.356-357.
40
30
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
Van gevoelens van suprematie of zelfs verachting t.o.v. de WitRussen is bij de Russen zeker geen sprake. Russen besteden weinig aandacht aan de specifieke noden, geschiedenis, karakteristieken van landen zoals Wit-Rusland. Rusland is eerder gefocust op zichzelf en gaat uit van haar rol als beschermende vader of grotere broer t.o.v de kleinere broederstaten. Rusland voelt zich dan ook snel gekrenkt door het achterblijven van bepaalde dankbetuigingen van die kleinere landen voor de talrijke weldaden (bv. economische steun) die ze verleent. Ze begrijpt de koppigheid van die landen niet als die weigeren haar voorstellen aan te nemen alsook begrijpt ze de vele eisen niet die de landen blijven stellen. Dit wakkerde in het verleden vaak het ongeduld aan van sommige Russen, die via de media toch het beeld gingen scheppen van Rusland dat neerkijkt op WitRusland en zich superieur voelt, hoewel dit bij de meeste Russen niet zo is in werkelijkheid. Een kleine minderheid dus voelt zich genoodzaakt om aan te tonen dat Rusland veel beter, veel groter is dan de kleintjes en dat die daarom moeten luisteren naar wat Rusland zegt. Dit “oudere broer”-complex is iets waar bepaalde Russen maar moeilijk afstand kunnen van nemen. 41 In die context is het dan ook ondenkbaar dat Rusland grote delen van haar bevoegdheden zou overdragen op supranationale organen en een unie op gelijke voet zou vormen met Wit-Rusland. Als we het integratieproces analyseren, dan wordt duidelijk dat Rusland er nooit in geslaagd is dit denkpatroon te overwinnen. Hoewel Poetin formeel steeds de nadruk legde op het feit dat rekening moest worden gehouden met de Wit-Russische gesprekspartner, zag men in de praktijk dat Rusland haar eigen neoliberale, economische model trachtte door te drukken in WitRusland. Er werd weinig rekening gehouden met het unieke karakter en de eventueel positieve kanten van het Wit-Russische 41
Mošes, A. “Slavjanskij treugol’nik: Ukraina i Belorussija v rossijskoj vnešnej politike 90-ch godov.” In: Pro et Contra / vol.6, (zima-vesna ) 2001, N°1-2 31
Walter Vandaele
model. Hoezeer Poetin de indruk van suprematie ook wou vermijden, geloofwaardig kwam hij alvast niet over bij zijn WitRussische partner. Pas op het einde vond de Russische leiding de moed die nodig was om de oorzaak voor het falen van haar integratiepogingen met Wit-Rusland alsook met andere landen bij zichzelf te zoeken. Er werd gekozen voor een nieuwe benadering waarin ook getóónd werd dat er rekening werd gehouden met WitRusland door te streven naar een integratie die voor beide landen voordelig lijkt. Een ander gegeven, namelijk het feit dat Rusland het eenmakingsproject met Wit-Rusland slechts beschouwd als één van de vele integratieprojecten die mogelijk zijn in het postsovjettijdperk, verklaart óók waarom er door de Russische zijde vaak onvoldoende aandacht werd besteed aan dit proces. Vaak was het de politieke en economische agenda van Rusland (o.a. financiële crisis in 1998, …) die de snelheid van het integratieproces bepaalde en wanneer er dan tóch aandacht werd besteed aan het proces resulteerde dit vaak in een ad hoc-politiek. Zelfs onder Poetin maakt de Russische regering zich in bepaalde mate nog schuldig aan een dergelijke politiek. Eerst werd voluit de kaart van de economie getrokken, daarna werd opnieuw het politieke aspect betrokken bij het integratieproces en uiteindelijk besloot de Russische regering te streven naar de oprichting van een muntunie vooraleer er reeds sprake was van een reële vrije handelszone of douanezone. Opnieuw kan men vaststellen dat de Russische leiding haar fout heeft ingezien. Ze heeft voorlopig het idee voor de introductie van een gemeenschappelijke munteenheid iets verschoven naar de toekomst (het streefdoel voor de invoering wordt nu 1 januari 2006). Eerst zal ze trachten evenwaardige marktrelaties tot stand te brengen tussen beide landen en proberen bepaalde scheeftrekkingen te corrigeren (bv. land van bestemming-principe terug ingevoerd) Hopelijk zal de Russische regering in de toekomst ook een duidelijk stappenplan met concrete doelstellingen gaan hanteren.
32
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
Wit-Rusland daarentegen beschouwt nauwere banden met Rusland als de énige manier om te overleven als onafhankelijke staat42. Het land dat als het ware gedwongen werd een keuze te maken tussen Rusland en het Westen, heeft sinds Lukašenko aan de macht is, besloten haar ultieme focus te vestigen op haar grote buur. Het is vooral Wit-Rusland die het sterkste aanstuurt op een eenmaking van de twee Slavische broederstaten. Een zekere nostalgie naar de vroegere Sovjetunie staat centraal bij dit streven naar integratie. Een groot deel van de bevolking is bereid opnieuw een afhankelijkheidspositie in te nemen t.o.v. Moskou en haar eigen autonomie ingeperkt te zien. Een behoud van haar eigen soevereiniteit, die de Wit-Russen in de loop der jaren steeds meer naar waarde hebben weten te schatten, moet hierbij mogelijk blijven. Wit-Rusland wenst dus geen volledige zelfstandigheid, maar wil wel haar soevereiniteit (de jure, voor overtuigde nationalisten ook de facto) bewaard zien. De drijfveer achter integratie is de hoop op sociaal-economisch beterschap voor het land. Wat de Wit-Russen niet willen, is het neo-liberale model dat tegenwoordig in Wit-Rusland een kloof slaat tussen arm en rijk. Het moge duidelijk zijn dat het bewustzijn van de Russen en de WitRussen m.b.t. integratie meerdere opzichten diametraal staan tegenover elkaar. Dit verklaart het stroeve verloop van het integratieproces. Dergelijk moeilijk te verzoenen ingesteldheden vormen een duidelijke hinderpaal om te komen tot een integratie in één eengemaakte staat. Valerij Goregljad schetste in een artikel van het tijdschrift ‘Rossijskaja Federacija Segodnja’ de situatie op zeer treffende wijze: “Beide partijen begrijpen de noodzaak van een eenmaking, maar na 13 jaar van zelfstandig bestaan doken zowel bij Rusland als bij Wit-Rusland eigen gewoontes op, waarvan beide nu moeilijk afstand kunnen van nemen. Niemand wil een toegeving
42
Drakochrust, Ju. & Furman, D. “Peripetii integracii” , v kn.: D.E.Furman (ed.) Belorussija i Rossija: obščestva i gosudarstva. Moskva, izdatel’stvo ‘Prava Čeloveka’, 1998 g., p.357-359. 33
Walter Vandaele
doen aan de andere, zijn gewoontes wijzigen. Dit bepaalt de problemen die zich vandaag de dag stellen. 43” Toch zou ik niet zo ver willen gaan als Furman door stellen dat een eenmaking als dusdanig hierdoor volledig uitgesloten is. Deze mentale kloof kan overbrugd worden op voorwaarde dat beide partners zich bewust zijn van de mentale reflexen die het thema bij henzelf oproept. Beiden moeten daarenboven bereid zijn rekening te houden met de visie van de tegenpartij en zo komen tot een vorm van integratie die voor beide partijen aanvaardbaar en voordelig is. Zowel bij politici als bij de gewone bevolking kan men die mentale ingesteldheid terugvinden. Hoe vaak wordt niet verwezen naar de enorme steun die integratie geniet bij beide bevolkingsgroepen ? Een integratie tussen Rusland en Wit-Rusland wordt ook daadwerkelijk door beide volkeren gesteund, tenminste wanneer men in algemene bewoordingen spreekt over het integratieproces. Maar van zodra men in detail treedt en begint te spreken over concrete integratiemodellen komen opnieuw de verschillende visies, angsten en verlangens naar voren. Bovendien is het vaak zo dat de gewone Rus en de gewone Wit-Rus zich niet van bewust zijn van het feit dat broedervolkeren zo verschillend kunnen staan tegenover het integratieproces. Ze zijn daarom eerder geneigd de impasse waarin het proces zich bevindt louter toe te schrijven aan het streven naar eigenbelang van politici en andere leden van de elite (ook al is dit misschien niet meer het geval). Toch moet men stellen dat politici dit grotendeels aan zichzelf te wijten hebben. Het is vooral het uitblijven van concrete resultaten op gebied van sociale bescherming en maatschappelijk welzijn die het integratieproces in diskrediet hebben gebracht bij de gewone
43
In: RF Segodnja// Oktjabr’ 2003/ N°19, p.13 (www.russia-today.ru) 34
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
bevolking44. Zoals reeds aangehaald, heeft de gewone Wit-Rus al zijn hoop gevestigd op het feit dat nauwere banden met Rusland de sociaal-economische situatie van zijn land zal verbeteren45. De gewone Rus daarentegen verwacht op zijn beurt ook veel van het sociale luik van een integratie met Wit-Rusland46. In Wit-Rusland is volgens de meeste Russen een beter sociaal vangnet (lage werkloosheid, hoge pensioenen, …) aanwezig, doordat de staat er belangrijke controle behoudt over de economie. De Russen hopen dat via een eenmaking het economische systeem van hun land een menselijker gelaat zal aannemen. Toch moet hierbij een belangrijke kanttekening worden gemaakt. In tegenstelling tot wat vele Russen denken, is de sociale bescherming die de Wit-Russische burgers hebben weten te behouden niet het directe gevolg van het unieke economische model in dat land. Het is vooral dankzij de financiële steun van de Russische regering dat Lukašenko in staat is geweest de economie kunstmatig in leven te houden en sociale garanties te blijven bieden aan de bevolking. De ontgoocheling over het sociale luik van de integratie heeft bij beide bevolkingsgroepen de onverschilligheid t.o.v. project doen toenemen. Wat zijn dan de toekomstige bedreigingen voor het eenmakingsproces tussen beide landen en hoe moet het nu verder? 7. Toekomstscenario’s: mogelijke bedreigingen voor het proces en ideaal toekomstperspectief
Selivanova, I. “Perspektivy sojuznogo gosudarstva Belorussii i Rossii v centre vnimanija učënych Moskvy i Minska.”// Vlast’ –Moskva, 2002/ N°8, p.35-40 45 Buchovec, O.G. “Sojuz RB-RF. Elity i massovoe soznanie Belarusi o nastojaščem i buduščem integracii s Rossiej.” Moskva, Institut Evropy, 2003, N°128, p.66-67 46 Guzenkova, T.S. “Ukraina, Belorussija i Rossija –vmeste ili vroz’? (po sočinenijam ukrainskich i rossijskich škol’nikov” in: Novaja Evrazija: Rossija i strany bližnego zarubež’ja, Moskva, Rossijskij institut strategičeskich issledovanij, 2000, N°10, p.97-134. 44
35
Walter Vandaele
De belangrijkste bedreiging voor het proces is het aspect « tijd ». Hoe langer het project blijft aanslepen, hoe groter de ontgoocheling zal worden onder de bevolking. Bovendien is er nog een reden, waarom er snel werk dient te worden gemaakt van een eenmaking tussen beide landen. Het zijn vooral ouderen, die belangstelling tonen voor dit idee. De jeugd, die opgegroeid is na de val van het communisme, voelt in veel mindere mate de gemeenschappelijke band die bestaat tussen beide landen. Een andere bedreiging is ook de toenemende terughoudendheid onder de Wit-Russische bevolking t.o.v. een integratie met Rusland. Het voorstel van Poetin om Wit-Rusland te incorporeren in de Russische Federatie heeft vele Wit-Russen afgeschrikt. Zoals gezegd willen de Wit-Russen hun soevereiniteit behouden zien. De onvoorspelbaarheid van Lukašenko vormt een derde bedreiging voor gans het proces. Het is duidelijk dat de Wit-Russische president geen einde kan stellen aan het project, omwille van diverse redenen: -hijzelf was de initiator van het project (hij zou anders zijn geloofwaardigheid verliezen bij het kiespubliek) -hij heeft Rusland nodig om zijn sociaal-economisch beleid te blijven ondersteunen (hij zou anders de basis voor zijn populariteit verloren zien gaan) Dit betekent niet dat een gedeeltelijke heroriëntatie van Lukašenko naar het Westen uitgesloten is. Het is niet ondenkbaar dat WitRusland zal trachtten om haar afhankelijkheid van Rusland op gebied van energievoorziening af te bouwen (toenadering tot Polen, maar ook bv. tot andere GOS-leden zoals Turkmenistan…). Een volledig pro-Westerse koers onder Lukašenko met toenadering tot de Europese Unie lijkt vooralsnog onmogelijk, aangezien Lukašenko liever de handen vrij heeft op binnenlands vlak. Respect voor de democratie en mensenrechten, zoals die wordt gepropageerd door de EU, blijven voor hem een doorn in het oog. Rusland daarentegen
36
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
moeit zich minder met interne aangelegenheden en bovendien kan Wit-Rusland in dat land haar productie beter kwijt. Niettemin zal Rusland toch moeten opletten dat het haar banden met Wit-Rusland niet hypothekeert. Wit-Rusland blijft hoedanook een belangrijke economische en geopolitieke partner voor Moskou. Lukašenko weet dit en zal dit ook trachten verder uit te buiten onder meer door er mee te dreigen om toenadering te zoeken tot het Westen. Toch moet de Wit-Russische leider stilaan reeds tot de conclusie zijn gekomen dat Rusland haar angstcomplex grotendeels heeft overwonnen en meer radicale standpunten durft in te nemen. Vroeger was Rusland vaak te vlug bereid tot toegevingen uit angst dat Wit-Rusland haar de rug zou toekeren en deel zou gaan uitmaken van de EU en de NATO. Dit angstcomplex werd door sommigen (o.a. mensen in militaire kringen) nog extra gevoed door te wijzen op de acute dreiging die uitging van de NATO. Daarom moest er alles aan gedaan worden om de banden aan te halen met het strategisch erg belangrijk gelegen buurland Wit-Rusland. Dit angstcomplex dat vaak resulteerde in snelle en gemakkelijke toegevingen langs de Russische zijde heeft net als de onduidelijke en doelloze ad hoc-politiek van Jeltsin lange tijd een atmosfeer gecreëerd waarbij de Wit-Russische politieke leiding dacht dat zij controle bezat over het integratieproces. Dit verklaart waarom Lukašenko later nog steeds dacht dat hij de economische hervormingen die Rusland vooropstelde kon uitstellen tot later. De gasblokkade begin 2004 heeft deze stelling van Lukašenko voorgoed ontkracht en duidelijk gemaakt dat Rusland niet altijd zal inbinden. Rusland moet echter beseffen dat er bepaalde grenzen zijn aan de gedurfde houding die ze aanneemt t.o.v. Wit-Rusland. Rusland kan wel hopen op een andere gesprekspartner door Lukašenko het leven enorm zuur te maken, maar de Wit-Russische president is zo machtsgeil en vindingrijk dat hij er gemakkelijk in slaagt een nieuwe termijn te breien aan zijn presidentschap. Vandaar is het beter dat Rusland zelfs met Lukašenko tracht te bouwen aan een gezamenlijk integratieproject. De kans lijkt meer dan reëel dat eventuele opvolgers van Lukašenko een meer pro-Westerse koers zullen varen
37
Walter Vandaele
omdat steeds meer Wit-Russen gedesillusioneerd geraken over het creëren van nauwe banden met Rusland. Hoe moet het nu verder met het integratieproces in de toekomst ? Het lijkt niet gemakkelijk om op deze vraag een antwoord te formuleren. Toch probeer ik een ideaal toekomstperspectief te schetsen voor het project. Vooreerst moet worden opgemerkt dat beide partijen reeds een belangrijke stap in de goede richting hebben gezet. De Russische zijde besloot meer rekening te gaan houden met het unieke karakter van Wit-Rusland en haar politieke leiding. Poetin zag in dat economische integratie pas kon worden bereikt wanneer ook de leiding van dat land het in haar belang vond om deze door te voeren. Daarom moest door Moskou meer aandacht worden besteed aan het formuleren van voorstellen die Lukašenko zowel in staat stelden zijn populariteit te behouden alsook de Wit-Russische leiding aanzetten tot het doorvoeren van economische hervormingen. Slechts via het vinden van een gezamenlijk interesse zou vooruitgang kunnen worden geboekt. Wit-Rusland van haar kant begint eindelijk de harde economische werkelijkheid onder ogen te zien. Om haar economie in stand te houden was het doorvoeren van economische hervormingen, althans tot op een zeker niveau, onvermijdbaar. Vandaar de uitspraak van Lukašenko over de noodzaak van zijn land om ook toe te treden tot de WTO (wanneer Rusland en Oekraïne dat deden), omdat de Wit-Russische economie anders in een diep dal zou terechtkomen. Er zijn signalen die erop wijzen dat beide landen vanaf nu bereid zijn toegevingen te doen. Men heeft gekozen om voortaan de weg van de compromissen te volgen en zo een toenadering te creëren tussen beide landen. Dit lijkt de aangewezen weg voor integratie.
38
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
Volgens de Russische geleerde J.F.Godin kan de systeemcrisis waarin de eenmaking tussen Rusland en Wit-Rusland zich sinds lange tijd bevindt, slechts overwonnen worden door een convergentie van de systemen in beide landen47. Enerzijds moet Rusland luisteren naar de stem van het gewone volk en afstand nemen van haar ultra-liberale markteconomie. Het dient te evolueren in de richting van een meer sociaal-georiënteerde economie met meer controle door de staat. Op die manier wordt duidelijk gehoor gegeven aan de sociale wensen van het volk. Anderzijds moet Wit-Rusland de economische realiteit onder ogen durven zien en streven naar de doorvoering van bepaalde economische hervormingen die investeringen mogelijk maken. Het komt er volgens Godin op neer de positieve ervaringen van beide landen sinds de val van het communisme samen te bundelen in één economisch model. Een dergelijke convergentie blijft alsnog een verafgelegen toekomstperpectief. Wel kan men positieve tekenen zien in die richting. Zo zijn er de pogingen van Poetin om de macht van oligarchen in te perken en de controle van de staat op de economie opnieuw te verhogen. Ook de strijd tegen de armoede mede dankzij de verdubbeling van het Bruto Binnenlands Product kan beschouwd worden als een positieve tendens. De Wit-Russische zijde stelt zich op haar beurt ook reeds veel constructiever op bij het doorvoeren van bepaalde economische hervormingen i.v.m .vroeger en de Wit-Russische economie evolueert geleidelijk in de richting van een meer geliberaliseerde economie. Daarenboven moet ook een compromis worden gezocht voor wat betreft de toekomstige politieke structuur voor de integratie van de landen. Het EU-model lijkt het meest geschikt, aangezien het op steeds meer steun kan rekenen zowel bij Russen als bij Wit-Russen. 47 J.F.Godin. Rossija i Belorussija. Na puti k edineniju., Moskva, “Meždunarodnye otnošenija”, 2001, p.118-138.
39
Walter Vandaele
Dit integratiemodel maakt een doorgedreven economische samenwerking mogelijk (alsook een samenwerking op militair vlak en op vlak van buitenlands beleid) zonder dat beide landen hun soevereiniteit en grondwettelijke structuur in gevaar brengen. Daarnaast moet nog aandacht worden besteed aan een aantal andere zaken. Zo is het noodzakelijk bijvoorbeeld dat er in de toekomst meer wordt gestreefd naar een integratie die van onderaf tot stand komt i.p.v. een integratie die hoofdzakelijk van bovenaf wordt opgelegd. Het bureaucratische apparaat dient te worden afgebouwd (bv. de commissies die zich buigen over de Grondwettelijke akte voor de uniestaat) en concrete werkgroepen met ónafhankelijke experts moeten instaan voor de realisatie van concrete programma’s. Er dient vooral tot actie te worden overgegaan (cf.het tijdsaspect), waarbij men de verbetering van het maatschappelijke welzijn als leidraad in het achterhoofd houdt. Zo kan de bevolking opnieuw gemobiliseerd worden en kan men een kritische massa krijgen om het project te doen slagen. Politici dienen zich uitsluitend bezig te houden met het formuleren van doelstellingen en het creëren van de juiste voorwaarden om deze doelstellingen te kunnen uitvoeren (bv. macro-economische indicatoren en wetgevingen gelijkschakelen om economische integratie mogelijk te maken). Van essentieel belang is ook dat er een duidelijke rol wordt toebedeeld aan dit "speciale" integratieproject en een duidelijk onderscheid wordt gemaakt met andere integratiestructuren die Rusland in het leven riep zoals het GOS en het meest recente project omtrent de oprichting van één economische ruimte. Zo kan Rusland streven naar een meer doorgedreven vorm van integratie met Wit-Rusland in het kader van dit bilateraal project en naar een lager integratieniveau in het project van de eengemaakte economische ruimte waarin ook Oekraïne is betrokken. Landen die toch eventueel bereid zijn tot een hoger integratieniveau of integratietempo (bv. Moldavië ?), kunnen dan toetreden tot het unieproject tussen Rusland en Wit-Rusland. Door dezelfde marktrelaties in te voeren met Wit-Rusland als met andere GOS-leden, lijkt Poetin het bilaterale project met Wit-Rusland in functie te plaatsen van het economisch eenheidsproject. Wellicht
40
Het integratieproces tussen Rusland en Wit-Rusland: utopie of moeizaam leerproces?
vormt dat laatste project voor Moskou naar de toekomst toe de ultieme focus (én tevens laatste kans ?) voor integratie tussen de exsovjetrepublieken. Indien Rusland er in een latere fase bovendien in slaagt dit project te koppelen aan een nauwere samenwerking met het Westen en de EU in het bijzonder, kan dit zowel voor WitRusland als voor Oekraïne ook bijzonder voordelig zijn. Misschien kunnen de jaren die nu achter de rug liggen beschouwd worden als een testperiode, een verloren fase ook waarin de integratiepartners elkaar koppig probeerden te overtuigen van hun eigen kijk op het project. Gelukkig hebben die jaren vol van discussie en meningsverschillen in het geval van Rusland en WitRusland ook een positief effect teweeggebracht. Beide partners weten nu wat ze aan elkaar hebben en hoever ze bereid zijn te gaan op het vlak van integratie.
41