De Geschiedenis van de Witte Slagerij
Rotterdam-winter 1887 In een gezellige straat in Rotterdam Crooswijk woont Marie (geb. Maria Johanna Storm12-03-1868) met haar ouders en haar 4 jaar oudere broer Gerrit. Ze heeft zojuist een paar cadeautjes in het winkeltje bij de waterstokerij gekocht want zaterdag vieren ze Sinterklaas. Ze verheugt zich er enorm op want voor het eerst mag haar vriend Daniel van Stigt Thans er bij zijn. Ze vieren het altijd met surprises en lange gedichten. Als Daniel weer zo’n mooi gedicht voor haar maakt als laatst.. wat is hij toch romantisch. Ze heeft hem leren kennen op de toneelvereniging en het was liefde op het eerste gezicht..Ze had hem ouder dan zijzelf geschat, maar hij is 17 jaar (geb. 30-7-1869) en zij is 19 jaar. Als ze de trap oploopt voelt ze zich ineens misselijk. Hè, dat had ze laatst ook al toen ze ’s ochtends opstond. ”Ha, Moe, daar ben ik weer” en direct rent ze naar de wc. “Ha, kind, ben je niet lekker? Zeg, ik heb gehoord dat het morgen gaat sneeuwen! Leuk hè net met Sinterklaas.” De volgende morgen ligt er inderdaad een flink pak sneeuw en aan het eind van de dag is de hele buurt sneeuwballen aan het gooien. De moeder van Marie staat voor het raam en ziet hoe jong en oud zich vermaken in de sneeuw. De kinderen van van Stigt Thans zijn er ook bijgekomen. Wat een aardige jongen is die Daniel, denkt ze. Zo rustig en beleefd en kijk daar komt zijn zus Petronella met haar kleine dochtertje Nellie. Ach, wat loopt zij al parmantig rond in de sneeuw. Ze zal nu wel ruim een jaar zijn. Ze heeft hoge bruine laarsjes aan. Nu wordt ze op een slee gezet en met zijn allen trekken ze de slee over de straat. Ze ziet dat Daniel en Marie op de hoek staan te zoenen. Als ze naar het keukentje loopt om thee te zetten , hoort ze Marie al boven komen. “Wat zie jij wit, nou, je valt niet op in de sneeuw hoor, meisje!” En weer rent Marie naar de wc . “Wat is er met jou aan de hand, ben je nu alwèer niet goed?” “Nee, ik ben steeds misselijk” zucht ze terwijl ze op de schommelstoel gaat zitten. Dan kan je beter niet op die stoel gaan zitten want...En dan gaat er een licht op bij haar moeder . “Zeg, Marie, hebben jij en Daniel soms...” “Wat bedoelt u, Moe? ““Nou, hebben jullie wel eens eh, ik bedoel..” Marie rent weer naar de wc en als ze terug komt in de kamer zegt haar moeder: “Marie, luister eens goed, zou het kunnen dat jij in verwachting bent?” Marie begint te blozen en er springen tranen in haar ogen. Ze slaat haar handen voor haar ogen en roept: “Het ging gewoon vanzelluf, Moe. We gingen zoenen en toen.. en toen..”
“Ach, meissie toch, het had mij vroeger ook kunnen gebeuren. Alleen was ik niet zo vruchtbaar als jij misschien. Nog een geluk dat we 2 lieve kinderen hebben mogen behouden.” Marie barst in snikken uit. “Oh, Moe, wat moet ik nou doen? “ “Niks, kind, ga maandag maar eens naar de dokter en als het waar is dan moet je zo snel mogelijk trouwen. Stil nu maar en zie het als een Godsgeschenk. Hier heb je een zakdoek.” Samen lopen ze naar het raam. Daniel heeft net zijn kleine nichtje Nellie op de arm en hij wijst naar boven naar het raam waar Marie en haar moeder staan. Ze zwaaien naar elkaar en dan zegt Moe: “Het komt goed, Marie.”
Op 18 januari 1888 trouwen Daniel van Stigt Thans en Maria Johanna Storm. Ze gaan ook nog even naar fotograaf Rembrandt op de Hoogstraat 373 voor een trouwfoto. Daniel heeft een mooi pak van zijn vader, Jan van Stigt Thans, kunnen lenen en hij kan het niet laten trotszijn ring te laten zien voor de foto.
En ruim 5 maanden later op 2306-1888 wordt hun eerste kind geboren! Het is een meisje en ze heet Wilhelmina Sophia. Wilhelmina krijgt al snel een zusje: Johanna en zij wordt geboren op 11-10-1889.
Als het 3de kind geboren wordt is het een jongen!
Zijn naam is JAN van Stigt Thans, genoemd naar zijn opa , de vader van Daniel. Het is 7-01-1891 en deze kleine jongen is mijn Opa!!
Opa wordt geboren in de Pleretstraat 95 en hij groeit op samen met nòg 2 zusjes Gerarda Hendrika ( 1895) en Maria Johanna (1897) en 2 broertjes. Daniël ( 1899) en Gerrit Fransiscus (1902)
Mijn vader Jan van Stigt Thans is geboren op 17 oktober 1915 op het Oosteinde.
Mijn vader ging op school in de Hoogenwerfstraat de Talmaschool. Hij staat op de foto helemaal recht, 2de rij van boven.
Mijn opa wordt net als zijn vader metselaar en net als zijn vader “moet” ook hij trouwen (1913) en krijgt hij een groot gezin. Maar met zijn geliefde vrouw Kornelia Zuur hebben ze het prima naar hun zin in het vertrouwde Crooswijk. Als er even geen werk is in de bouw verzinnen Kornelia en Jan wel een ander beroep zoals het houden van een fietsenstalling, waarbij ook de kinderen ingeschakeld worden. Omstreeks 1923 verhuizen ze naar de Rakstraat. Mijn vader Jan van Stigt Thans (1915-2010) schrijft in zijn memoiresboek het volgende:
Opa voetbalde bij Het Noorden (4de van links zittend
Tot zover een uittreksel uit de memoires van mijn vader Jan van Stigt Thans. Na het overlijden van mijn vader in 2010, vond ik een heel oud fotoboekje,waarin deze foto van “De Witte Slagerij” staat. Ik keek op internet en ontdekte dat het pand nog steeds dezelfde naam heeft behouden en dat die witte tegeltjes ook nog aan de muren prijken!
Het pand heeft nu een hele leuke bestemming gekregen, maar dat hoef ik niet uit te leggen, dat weet heel Crooswijk en omstreken natuurlijk al lang! Met dank aan digitale Stamboom Rotterdam, waar ik de geboortegegevens èn de adressen van mijn voorouders heb gevonden.
De meeste adressen,die ik tegenkwam waren voornamelijk straten uit Crooswijk. Nr. 6 = Rakstraat
Ik vind het leuk om te weten dat mijn voorouders uit Crooswijk kwamen, temeer daar ik in 1971 mijn eerste baan als kleuterleidster kreeg op de Koningin Wilhelmina Kleuterschool aan de Crooswijkse Singel.
Op 7 februari 2013 is het 40 jaar geleden dat ik ging trouwen en alle kleuters en leidsters en moeders naar de bruiloft kwamen. Ik zal “mijn” Crooswijkse kinderen nooit vergeten!
Annemiek Sluiter van Stigt Thans.