VHJK-Kwaliteitskaart
Creativiteit bij jonge
kinderen stimuleren Creativiteit is het laten stromen van ideeën, deze uitwerken, analyseren en presenteren.
Creativiteit is een belangrijke competentie, het hoort bij de 21ste eeuwse vaardigheden. Wat verstaan we eigenlijk onder creativiteit en wanneer vinden we iemand of iets creatief? Het antwoord op die vraag is niet eenvoudig, want er zijn veel definities in omloop. Wij kiezen voor de omschrijving van de SLO (stichting leerplanontwikkeling): ‘Het bedenken van nieuwe ideeën en deze kunnen uitwerken en analyseren’. We voegen daaraan toe: ‘en kunnen presenteren’. Het is immers niet genoeg om fantastische ideeën te hebben en deze te vertalen naar een creatief product of proces: je moet ook de verbeelding van anderen kunnen aanspreken. In de ‘echte’ wereld gaat het zelfs om erkenning door experts uit de beroepsgroep, maar dat geldt natuurlijk niet voor creativiteit bij jonge kinderen.
Karin Hoogeveen maart 2016
1
Vier pijlers 1. Je hebt verschillende vaardigheden en eigenschappen nodig om creatief te zijn Iemand die veel geschreven heeft over creativiteit is Csikszentmihalyi (1990). Hij zegt dat creativiteit niet zozeer te maken heeft met het hebben van bepaalde persoonskenmerken, maar dat iemand op verschillende momenten over tegengestelde eigenschappen en vaardigheden kan beschikken. Je moet bijvoorbeeld divergent kunnen denken om op veel ideeën te komen en convergent kunnen denken om te kunnen beoordelen welk idee de moeite waard is om uit te werken. Ook gaat het bijvoorbeeld om een combinatie van verbeelding en realisme, speelsheid en discipline. Eigenlijk is het lastig om het over een creatief persoon in het algemeen te hebben. Een creatieve wiskundige beschikt over heel andere kennis en vaardigheden dan een
3. Iedereen is creatief
creatieve dichter en die heeft weer heel andere competen-
Dat wil echter niet zeggen dat we elk kind op dezelfde
ties dan een creatieve beeldhouwer. Toch kunnen we er
manier begeleiden bij het ontwikkelen van creativiteit.
wel iets over zeggen. Om creatief te zijn, moet je nieuws-
Waar het ene kind meteen aan de gang gaat en over veel
gierig zijn, een onderzoekende houding hebben en over
fantasie beschikt, zal een ander kind een voorbeeld nodig
verbeeldingskracht beschikken: ’iets zien dat er nog niet is’.
hebben en eerst inspiratie moeten opdoen. Dat kan
Dat is bij uitstek bij jonge kinderen aanwezig, aan fantasie
bijvoorbeeld aangeboden worden bij de start van een
hebben de meeste kinderen geen gebrek. Vervolgens gaat
traject door foto’s en filmpjes te laten zien. Kinderen
het er om dat je in staat bent om ideeën uit te werken.
kunnen ook bij elkaar kijken wat ze aan het doen zijn. De
Daarvoor zijn kennis en vaardigheden (uit het betreffende
wat oudere kinderen kunnen eerst in groepjes gaan
vakgebied) nodig. Tenslotte moet je ‘zeggingskracht’
brainstormen, zodat de kinderen met de grootste fantasie
hebben, anderen aanspreken.
als inspiratiebron fungeren voor de andere kinderen.
2. Jonge kinderen zijn van nature nieuwsgierig en
4. Er zijn verschillende fasen in een creatief proces
onderzoeken alles
Sommige mensen gebruiken het woord ‘flow’ om aan te
Denk maar aan een baby die alles in zijn mond steekt. Dat
duiden dat ze heel geconcentreerd bezig zijn en alles en
is puur onderzoek. Het is de kunst om deze aangeboren
iedereen om zich heen vergeten. Ook hoor je wel eens de
houding niet af te leren. Daarbij helpt het als je kinderen
term ‘Eureka’ wat zoiets betekent als: opeens het licht zien.
stimuleert om risico’s te nemen, van alles uit laat proberen
Creativiteit kan daarmee te maken hebben, maar dat hoeft
en dat je ze leert dat het niet erg is om fouten te maken.
niet. Eigenlijk is het een mythe dat kunstenaars of weten-
We brengen creativiteit meestal in verband met kunst en
schappers op deze manier te werk gaan. Het beeld van de
cultuur. Dat is best logisch, maar creativiteit is niet het
arme kunstenaar die eenzaam op zijn zolderkamer in een
exclusieve domein van de kunstvakken. Wat te denken van
helder moment goddelijke inspiratie krijgt, klopt niet.
wereldoriëntatie? Of sport? Techniek? Allemaal onderdelen
Doorzettingsvermogen en motivatie zijn veel bepalender.
die zich prima lenen om creativiteit bij kinderen te ontwik-
Ook samenwerking en voortbouwen op de ideeën en
kelen, kinderen uit te dagen, te laten experimenteren.
uitvindingen van anderen zijn belangrijker.
2
Fasen in een creatief proces Toch kun je wel bepaalde fasen en daarbij behorende activiteiten onderscheiden, al zal het niet zo zijn dat die
2. Wat weet ik daar al over
fasen keurig één voor één doorlopen worden. Inzicht in
Met elkaar ga je nadenken over hoe iets kan. Misschien
de fasen helpt de leerkracht om te kunnen inschatten
hebben ze het elders ook weleens gezien of kun je het
waar een leerling mee bezig is en of actie van de leer-
koppelen aan iets anders: grote boten blijven drijven, maar
kracht gewenst is.
als je een steen in de sloot gooit, zinkt hij. De kinderen en de begeleiders kunnen ‘hulpbronnen’ aanboren, misschien een uitzending van het Klokhuis die hierover gaat, een
Wat is de kwestie
boekje, de ervaringen van anderen of nog meer dingen uitproberen. Wat weet ik daar al over
Presenteren en nieuwe kwesties
3. Welke oplossingen zijn denkbaar In principe is alles goed. Spreek de fantasie aan en daag
Fasen creatief proces
kinderen uit om buiten de voor de hand liggende oplossingen te gaan: ‘Het kan nooit fout zijn, want jij bedenkt het, dus dan is het altijd goed’. Kinderen worden aan het Welke oplossingen zijn denkbaar
Uitwerking beste oplossing
denken gezet en gaan zelf op zoek naar oplossingen. Door kinderen vrij te laten associëren, spreek je hun inventiviteit aan. 4. Experimenteren
Experimenteren
Kinderen gaan iets maken. Geef ze ruimte en tijd om te experimenteren. Bedenk niet van tevoren wat het eindresultaat zou moeten zijn. Grijp niet te snel in, zodat kinderen de kans krijgen hun scheppend vermogen aan te
Elke fase in een creatief proces vraagt om andere
spreken. Als iets keer op keer mislukt wat een kind had
handelingen van de leerkracht. We geven hieronder wat
bedacht, verzint het misschien zelf wat anders. Biedt
voorbeelden, waar ‘creatievelingen’ zelf mee aan de gang
materialen aan die leerlingen kunnen verkennen en
kunnen. Het belangrijkste is dat je als begeleider durft
waarmee je alle kanten op kunt.
los te laten en de kinderen ruimte geeft om op ontdekkingstocht te gaan.
5. Uitwerking van de beste oplossing Het kind gaat doelgerichter aan de slag. De begeleider stelt
1. Wat is de kwestie
vragen, zet het kind aan tot reflectie. Als een begeleider
Je laat kinderen zelf vragen bedenken aan de hand van
ziet dat een kind geconcentreerd bezig is, doet zij juist
materialen (spullen, filmpje, foto’s) en je helpt ze daarbij.
niets. Als een kind vastloopt, helpt zij het weer op gang.
Het gaat om het aanboren van de verwondering bij jonge kinderen en het opwekken van nieuwsgierigheid. Je laat ze
6. Presenteren en nieuwe vragen stellen
bijvoorbeeld verschillende spullen in een teil water leggen.
De kinderen laten aan elkaar, aan de ouders en andere
Sommige blijven drijven, andere niet. Laat ze van alles
leerkrachten zien wat ze gemaakt hebben. Het is het
uitproberen en ontdekken. De kwestie kan dan zijn: ‘Hoe
mooiste als de andere kinderen weten hoe ze vragen
kun je ervoor zorgen dat een aardappel blijft drijven in een
kunnen stellen over de eindresultaten. Dat kun je ze
teil water?’ Of: is het mogelijk om iets juist te laten zinken
voordoen, bijvoorbeeld in een rollenspel. Dit levert
wat uit zichzelf blijft drijven?
ongetwijfeld weer nieuwe vragen op.
3
Praktische tips Leerkrachten geven kinderen de ruimte hun creativiteit te uiten en verder te ontwikkelen. Hoe doe je dat? Het belangrijkste is: zelf je nieuwsgierigheid en verbazing laten zien, samen de wereld ontdekken, oprechte belangstelling tonen, goede vragen stellen en verbanden laten zien. Simpel toch? Eigenlijk wel, maar toch vinden veel professionals het moeilijk om zich die attitude en vaardigheden eigen te maken. Hieronder wat suggesties om los te komen van je eigen routines en gewoontes: ga zelf ook eens ‘out of the box’ en je zult ontdekken dat er veel meer in kinderen zit dan je dacht. Maar eerst nog even dit: op een creatieve manier met kinderen omgaan is niet hetzelfde als creativiteit bij kinderen ontwikkelen. Hoe leuk en grappig werkvormen ook kunnen zijn, de attitude van de professional is van doorslaggevend belang.
meeste kinderen niet vanzelf doen. Je kunt bijvoorbeeld kinderen een huis laten tekenen of een boom. Je zult zien
1. Fantaseren
dat bijna alle kinderen voor vier muren en een dak kiezen
Jonge kinderen gebruiken de hele dag hun verbeeldings-
en voor een stam met takken en bladeren. Het is dan de
kracht, kijk maar eens naar hun spel. Je kunt kinderen nog
kunst om kinderen uit te dagen om buiten de gebaande
meer en op een bewustere manier hun fantasie laten
paden te gaan. Laat kinderen creatief waarnemen,
gebruiken door vragen te stellen of - nog beter – door een
loskomen van het geijkte. Meestal verloopt ons denken
uitdagende opdracht te geven. Bijvoorbeeld: kun je een
langs vaste bekende patronen. Soms helpt een katalysator
dier bedenken / maken dat niet bestaat en dat zo lang is
om op een andere manier te denken. Je kunt dat doen
dat het boven alle bomen in een bos kan uitkijken?
door bijvoorbeeld te vragen: ‘Kun je ook in de wolken
Je kunt ook aan de hand van een voorwerp met kinderen
wonen?’ of ‘Kan jouw hele familie in die boom thee
gaan fantaseren: wat zou je hier allemaal mee kunnen
drinken?’
doen? Of: aan de hand van een schilderij met elkaar een verhaal bedenken (kijk hier eens om te zien hoe fantasie-
3. Onderzoeken
rijk kinderen zijn: http://cobra.canvas.be/cm/cobra/
We schreven het al eerder: kinderen zijn nieuwsgierig. Ze
boek/2.11268.
stellen de hele dag vragen. In plaats van de antwoorden
Het helpt om je vraag te beginnen met ‘Stel dat…’ (dieren
aan de kinderen te geven, kun je ook met elkaar op zoek
kleren aan hebben, dat we katten kunnen verstaan, dat er
gaan naar antwoorden. Je stelt een wedervraag: hoe denk
geen politie bestaat, dat we gedachten kunnen lezen, dat
je dat dat zit? Eigenlijk laat je kinderen, net als in een echt
we kunnen vliegen etc.).
onderzoek, een hypothese formuleren. Je kunt kinderen
Daarna kun je je er samen met de kinderen over verbazen
uitleggen dat er een verschil is tussen wat je denkt en wat
dat hersenen in staat zijn om dingen te bedenken en te
je zeker weet. Als je iets zeker wilt weten, ga je op zoek
zien die er ‘in het echt’ niet zijn.
naar antwoorden. Dat kun je doen door samen met kinderen dingen uit te gaan proberen (‘Waarom zinkt een
2. Convergent denken
aardappel in een teil met water, maar blijft hij drijven als je
Het is een hele kunst om vragen te stellen die kinderen
er luciferhoutjes in steekt?’). Je helpt de kinderen met het
stimuleren om zoveel mogelijk invalshoeken en oplossin-
formuleren van onderzoekbare vragen. Daarna bedenk je
gen te bedenken, niets is of fout of gek. Dat zullen de
met elkaar hoe je een antwoord op die vragen kunt vinden.
4
Bronnen
Hoogeveen, K. & S. Hoogeveen (2013). Een schilderij op zijn
Bartels, R. (2014). Het verschil tussen mensen & stenen.
kop bekijken. Opvattingen van kunstvakdocenten over het
Pedagogiek in Praktijk. 2014.
stimuleren van creativiteit. Paper t.b.v. Onderwijsresearchdagen Vrije Universiteit Brussel, 29, 30 en 31 mei 2013.
Bode, J. de & L. Nijman (2014). Hoe bedenk je het?! Creatief denken in het basisonderwijs. Bussum: Coutinho
Hoogeveen, K. (red.) (2014). Creativiteit is hard werken. Vier jaar onderzoek van het lectoraat Kunsteducatie HKU.
Creatiewijzer: http://www.avans.nl/binaries/content/
Utrecht: Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.
assets/nextweb/bedrijven-en-instellingen/onderzoek/ pabo-partner-in-kennis/zicht-op-creatieve-processen_2.
Kooij, D. van der & A. Wissink (2015). Nieuwsgierigheid
pdf
stimuleren. Creatief en vindingrijk denken met je klas. JSW. Januari 2015.
Csikszentmihalyi (1990). Flow, The psychology of optimal experience. New York: Harper Collins.
Ma, H. H. (2009). The effect size of variables associated with creativity: A meta analysis.
Gardner, H. (2006). Five Minds for the Future. Boston:
Creativity Research Journal, 21 (1), 30-42.
Harvard Business School Publishing. Meijer, J. & F. Kruijsse (2015). Het is vlammend vuur! Hoogeveen, K. & Studulski, F. (red.) (2015).
Stimuleren van verbeeldingskracht en creativiteit.
Werken aan 21ste-eeuwse vaardigheden.
De wereld van het jonge kind. Jrg.42, nr.5.
Sardes Special, nr.16. Utrecht: Sardes Thijs, A., Fisser, P., & Hoeven, M. van der (2014). 21e eeuwse vaardigheden in het curriculum van het funderend onderwijs. Enschede: SLO. pag. 32.
[email protected] www.sardes.nl / www.vhjk.nl