Opvoeding en opvoedingsondersteuning
Gezondheid Lichamelijke en leefstijl gezondheid leefstijl en psychosociaal welbevinden Conclusies en aanbevelingen
Monitor kinderen2011 0 tot 12 jaar Ouderenmonitor
Achtergrondinformatie
Conclusies en aanbevelingen In het algemeen groeien kinderen in de regio IJsselland op in goede gezondheid. Toch blijken sommige kinderen op een aantal gezondheidsaspecten niet zo positief te scoren en zijn er groepen kinderen die vanwege de omgeving, het gezin waarin ze opgroeien en hun leefstijl meer gezondheidsrisico’s lopen. Uit de resultaten van de kindermonitor springen vier thema’s in het oog: Overgewicht en daarmee verband houdende leefstijlfactoren voeding en beweging, psychosociale problemen bij kinderen, opvoedingsvragen en behoefte aan ondersteuning bij ouders en gezondheidsverschillen die samenhangen met de sociaal economische status van het gezin.
Onderzoek 65-plussers Hoe gezondonder zijn onze kinderen?
Onderzoeksopzet De GGD IJsselland heeft in het najaar van 2010 een ouderenmonitor uitgevoerd. Dit is een onderzoek naar de lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid en leefstijl van zelfstandig wonende ouderen van 65 jaar en ouder. In de regio IJsselland is per gemeente een a-selecte steekproef van 600 personen getrokken. In eerste instantie werd aan de ouderen gevraagd de vragenlijst digitaal in te vullen. Diegenen die de vragenlijst niet digitaal invulden, kregen de mogelijkheid de vragenlijst ‘op papier’ in te vullen. De respons op het onderzoek is in de totale regio 60% (5043 ouderen).
Ervaren gezondheid Bijna drie kwart (73%) van de ouderen in de regio IJsselland ervaart zijn gezondheid als (zeer) goed. Dit komt overeen met het percentage in 2006 (71%). Het percentage ouderen dat de gezondheid (zeer) goed vindt, neemt af met de leeftijd. Verder ervaren vooral alleenwonenden, ouderen met een lage opleiding en ouderen die rondkomen van alleen AOW hun gezondheid minder vaak als (zeer) goed.
Ervaren gezondheid naar achtergrondkenmerken (%) 65-74 jaar
75-84 jaar ten en voor verschillen in de respons voor verschillende leeftijdsgroepen en tussen mannen en vrouwen, is het bestand gewogen. Hierdoor ontstaat een totaalbeeld van de ouderen in de regio. De gepresenteerde cijfers zijn representatief voor de ouderen in de hele regio. De resultaten worden weergegeven in drie leeftijdsgroepen, opleidingsniveau, alleenwonend of samenwonend en finan-
14
Meer dan AOW
Alleen AOW Hoog opleidingsniveau
54 52
22
54
32
Totaal 0
35
50
20
uitkomsten van het onderzoek en van de uitkomsten van een
24
52
11
40
16 39
54
20
23 34
51
Laag opleidingsniveau
44
23
14
20 33
47
Alleenwonend
de conclusies en aanbevelingen is gebruik gemaakt van de
53
9
Samenwonend
ciële situatie (alleen AOW of meer inkomstenbronnen). Voor
54
14
85+
Om te corrigeren voor grootteverschillen tussen de gemeen-
26
60
27 80 100%
Uitstekend en zeer goed
expertmeeting, waarbij een aantal (voornamelijk) regionale
Goed
zorg- en welzijnsorganisaties voor ouderen aanwezig waren.
Matig en slecht
Chronische ziekten en aandoeningen Ouderen hebben in het algemeen meer last van chronische ziekten dan jongeren. Van de ouderen heeft 74% één of meer chronische ziekten. De drie meest voorkomende ziekten, die door een arts zijn vastgesteld zijn: hoge bloeddruk (37%), gewrichtsslijtage (27%) en suikerziekte (17%). Veel ouderen voelen zich belemmerd door een chronische ziekte of aandoening. 45% van de 65-75 jarigen en 65% van de 75-plussers geeft aan zich belemmerd te voelen. Laagopgeleide ouderen met een chronische ziekte voelen zich vaker belemmerd door een ziekte dan hoogopgeleide ouderen met chronische ziekte.
Beperkingen In de regio IJsselland heeft 30% van de ouderen te maken met één of meer beperkingen in het horen, zien of in de mobiliteit. Beperkingen in de mobiliteit komen het meest voor, namelijk bij een kwart van de ouderen. 30% van de ouderen kan één of meer activiteiten in het huishouden niet meer geheel zelfstandig uitvoeren. De leeftijd speelt een duidelijke rol in het voorkomen van beperkingen: in de oudste groep komen de meeste beperkingen voor.
Ouderen met één of meer beperkingen in horen, zien en mobiliteit naar achtergrondkenmerken (%) 65-74 jaar
19
75-84 jaar
85+
Samenwonend
Alleenwonend
Meer dan AOW
Alleen AOW
Hoog opleidingsniveau
Totaal
0
Het grootste deel van de ouderen in de regio IJsselland heeft een goede psychische gezondheid. Tien procent van de ouderen is licht, 2% matig en 1% ernstig psychisch ongezond. Deze cijfers
39
zijn niet gewijzigd ten opzichte van 2006.
67 25
Het percentage ouderen dat psychische ongezond is, neemt toe
42
met de leeftijd. Ook alleenstaanden, ouderen met alleen AOW, vrouwen en ouderen met een lagere opleiding hebben minder
27
vaak een goede psychische gezondheid.
41
17
Laag opleidingsniveau
Psychische gezondheid
Een derde van de ouderen heeft een matig risico op een angst
49
of depressiestoornis, 2% van de ouderen heeft een hoog risico. Het risico op een angst- of depressie stoornis neemt toe
30 10
20
30
40%
met de leeftijd. Vrouwen hebben vaker een verhoogd risico dan mannen.
Psychische ongezondheid naar achtergrondkenmerken (%) 65-74 jaar
75-84 jaar
85+
Samenwonend
Alleenwonend
Meer dan AOW
Alleen AOW
Hoog opleidingsniveau
Laag opleidingsniveau
Totaal
0
12 15 19 10 19 12 19 6 20 13 5
10
15
20%
Slaap- en kalmeringsmiddelen
Mantelzorg
Slaap- en kalmeringsmiddelen worden door ouderen veel ge-
Mantelzorg is in dit onderzoek omschreven als onbetaalde
bruikt. De bijwerkingen (sufheid, verminderde concentratie en
zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn/haar omge-
reactievermogen) beïnvloeden het lichamelijk en geestelijk wel-
ving, zoals een partner, ouders, kind, buren of vrienden, als
bevinden en vergroten de kans op een val. Bovendien zijn slaap-
deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehan-
en kalmeringsmiddelen verslavend.
dicapt is. Deze zorg kan bijvoorbeeld bestaan uit het huishou-
Vijftien procent van de ouderen in de regio IJsselland heeft in de
den doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer
twee weken voorafgaand aan het onderzoek slaap– en kalme-
en geldzaken regelen.
ringsmiddelen gebruikt. Ruim de helft (54%) van deze ouderen gebruikt de middelen 5-7 keer per week. Drie kwart gebruikt al
In de regio IJsselland heeft 15% van de ouderen mantelzorg ge-
2 jaar of langer slaap- en kalmeringsmiddelen.
geven in het afgelopen jaar. 17% heeft mantelzorg ontvangen.
Het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen neemt sterk toe
Twee procent van de ouderen voelt zich tamelijk zwaar tot zwaar
met het ouder worden. Met name onder vrouwen van 85 jaar en
belast door het geven van mantelzorg en ook 2% heeft behoefte
ouder is het gebruik hoog (33%).
aan hulp of ondersteuning bij het geven van mantelzorg.
Ouderen die slaap- en kalmeringsmiddelen gebruikt hebben (26%), zijn in de voorafgaande drie maanden vaker gevallen dan ouderen die deze middelen niet gebruikt hebben (14%).
Sociale contacten en maatschappelijke participatie
Woonsituatie en voorzieningen Van de ouderen in de regio IJsselland woont 17% in een aangepaste woning, met of zonder zorg. Negentien procent van de
Geen regie over het eigen leven naar achtergrondkenmerken (%)
ouderen wil verhuizen. De bekendheid en bereikbaarheid van de algemene voorzieningen is in het algemeen goed. Van het zorgloket (25%) en het
65-74 jaar
gemeenteloket (31%) geven ouderen aan dat het ‘te ver weg’ is.
75-84 jaar
85+
Samenwonend
Alleenwonend
Meer dan AOW
Alleen AOW
17% van de ouderen zegt het zorgloket niet te kennen. Er zijn ook voorzieningen speciaal in het leven geroepen voor ouderen. 34% van de ouderen ontvangt hulp voor administratieve- en financiële zaken. Verder maken veel ouderen gebruik van speciale sport- en bewegingsactiviteiten voor ouderen (17%) en van vervoer naar voorzieningen (8%).
Hoog opleidingsniveau
Eenzaamheid
9 16 30 11 17 12 19
7
Laag opleidingsniveau
Totaal
0
20 13 10
20
30
40%
In de regio IJsselland is 90% van de ouderen tevreden over de sociale contacten die men heeft, 9% is neutraal en bijna 2% is ontevreden. Er is geen verschil naar leeftijd en geslacht. Dertien procent van de ouderen heeft het gevoel dat ze geen regie meer hebben over het eigen leven. 85+-ers, alleenwonenden, ouderen met alleen AOW en laag opgeleiden geven vaker aan dat zij het gevoel hebben geen regie meer over het eigen leven te hebben. Zeven procent van de ouderen in de regio IJsselland voelt zich
Ouderen die eenzaamheid ervaren zijn minder vaak (zeer) tevre-
(zeer) ernstig eenzaam en ruim een derde (36%) voelt zich ma-
den over de contacten die zij hebben (80% vs 97%).
tig eenzaam. Eenzaamheid neemt toe met de leeftijd. Vooral
Wandelen (61%), fietsen (61%), op bezoek gaan (53%) en be-
85 plussers voelen zich (zeer) ernstig eenzaam (12%). Eenzaamheid
zoek ontvangen (57%) zijn de meest genoemde activiteiten
komt vooral voor bij alleenwonenden, bij ouderen die rond moe-
die ouderen dagelijks of wekelijks ondernemen. Een kwart van
ten komen van alleen AOW en ouderen met een lage opleiding.
de ouderen doet vrijwilligerswerk.
Mate van eenzaamheid naar achtergrondkenmerken (%) 65-74 jaar
75-84 jaar
85+
Samenwonend
Alleenwonend
Meer dan AOW
Alleen AOW
Hoog opleidingsniveau
Laag opleidingsniveau
Totaal
0
33
4 2 40
4 2
41
9 3
32 3 1 45 35
6 2
5 2 37
36 20
5
4 2
38 33
8
Matig eenzaam
6 3
Ernstig eenzaam
5 2 40
Zeer ernstig 60%
eenzaam
Roken en alcohol
Bewegen en voeding
Tien procent van de ouderen in de regio IJsselland rookt wel
Voor mensen van 55 jaar en ouder is de Nederlandse Norm
eens. Meer mannen dan vrouwen roken wel eens. Het percen-
Gezond Bewegen vastgesteld op minimaal een half uur matig
tage rokers neemt af met de leeftijd.
intensieve lichamelijke activiteit op tenminste 5 dagen. Van de Nederlandse zelfstandig wonende ouderen voldoet 58% aan de
Bijna drie kwart van de ouderen drinkt wel eens alcohol. Een op
beweegnorm.
de vijf ouderen gebruikt overmatig alcohol. Voor mannen geldt dat volgens de meest recente norm van het Trimbos Instituut bij
In de regio IJsselland geeft 62% van de ouderen aan dat zij aan
het drinken van meer dan 14 glazen per week en vrouwen drin-
deze beweegnorm voldoen. Vrouwen (59%) voldoen minder
ken volgens deze norm overmatig bij meer dan 7 glazen alcohol
vaak aan de beweegnorm dan mannen (66%).
per week. Naast het aantal glazen, is het de aanbeveling om
Reden om niet (meer) te bewegen is meestal dat de oudere een
maximaal 5 dagen per week alcohol te drinken. Ruim een kwart
lichamelijke beperking heeft.
van de ouderen houdt zich daar niet aan. Gezond eten bevordert de algehele fitheid, vergroot de weerMannen drinken vaker alcohol en drinken vaker overmatig dan
stand en het genezingsproces en verkleint het risico op chroni-
vrouwen. Het percentage ouderen dat alcohol drinkt en over-
sche ziekten.
matig drinkt neemt af met de leeftijd. Onder hoogopgeleiden
De meeste ouderen (93%) in de regio IJsselland gebruiken da-
wordt vaker overmatig gedronken dan bij ouderen met een la-
gelijks een ontbijt. Minder ouderen (84%) eten dagelijks een
gere opleiding.
warme maaltijd. Driekwart van de ouderen eet dagelijks groente en fruit en eveneens driekwart eet minstens één keer in
Overgewicht
de week vis.
Ouderen hebben te maken met een verandering van hun
Twee derde van de ouderen krijgt onvoldoende vocht binnen
lichaamssamenstelling (meer vet, minder spieren) en met een
per dag (minder dan 8 glazen/kopjes per dag).
afname van de lengte. Bij het interpreteren van de cijfers van overgewicht op basis van de BMI, moet hiermee rekening ge-
Vallen
houden worden.
Zeventien procent van de ouderen in regio IJsselland is in de
Op basis van de BMI heeft 17% van de ouderen in de regio
drie maanden voorafgaand aan het onderzoek gevallen. In 2006
IJsselland ernstig overgewicht (obesitas) en daarnaast heeft
was dat 18%.
46% matig overgewicht. Ernstig overgewicht komt meer voor
Het percentage ouderen dat gevallen is neemt toe met de leef-
bij vrouwen (20%) dan mannen (13%).
tijd. In de groep 85-plussers is 34% van de ouderen gevallen Twee procent van de ouderen is meer dan 2 keer gevallen. De
Het percentage ouderen met ernstig overgewicht neemt af
meeste ouderen vallen in en om huis. Bij 33% van de ouderen
met de leeftijd. Ouderen met een lage opleiding en ouderen
die gevallen zijn, was er sprake van lichamelijk letsel.
die moeten rondkomen van alleen AOW hebben vaker ernstig
Tien procent van de ouderen heeft belangstelling voor een cur-
overgewicht.
sus valpreventie.
Gewicht naar achtergrondkenmerken (%) 65-74 jaar 2
35
75-84 jaar 3
33
85+ 5
Totaal 3
19 47
30
24 41
45 34
15
44 46
29
14 16
41
36
Hoog opleidingsniveau 4 Laag opleidingsniveau 2
48
36
Meer dan AOW 3
18 43
34
Alleenwonend 4
17
46 39
Samenwonend 2
Alleen AOW 3
46
10 25
46
17
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Ondergewicht Normaal gewicht Matig overgewicht Ernstig overgewicht
Conclusies en aanbevelingen Goede ervaren gezondheid
Dit is een beschermende factor tegen depressieve gevoelens.
Er zijn steeds meer ouderen en ouderen worden steeds ouder.
Eenzaamheid, wat veelal veroorzaakt wordt door het weg-
Goed ouderenbeleid is daarom van groot belang. Gelukkig
vallen van de partner en het steeds kleiner worden van het
voelt een ruime meerderheid van de ouderen zich gezond. Wel
sociale netwerk, kan niet voorkomen worden. Maar ouderen
ervaren veel ouderen belemmeringen als gevolg van een chro-
kunnen wel leren daarmee om te gaan en geholpen worden
nische aandoening of ziekte en/of functionele beperkingen.
om nieuwe contacten te leggen.
Met name bij ouderen boven de 75 jaar komt dit veel voor. Ouderen helpen zelfstandig te blijven en de empowerment
Sociaal economische gezondheidsverschillen
van ouderen vergroten zal daarom relatief de meeste gezond-
Hoogopgeleiden zijn gemiddeld gezonder, hebben minder
heidswinst opleveren. Een grote sociale cohesie in buurt of
chronische aandoeningen en minder beperkingen. Dat geldt
wijk zijn daarbij belangrijk. Het is belangrijk gebruik te maken
ook voor ouderen. Daarom moet er extra aandacht besteed
van de bestaande netwerken, zoals kerken en het buurtwerk.
worden aan lager opgeleide ouderen en ouderen met een
Door gebruik te maken van de kracht van ouderen profiteren
lage SES. Geldproblemen kunnen bovendien (mede) oorzaak
zowel de ouderen als de samenleving.
zijn van een minder gezonde leefstijl, minder mogelijkheden om uit te gaan en daarmee bijdragen aan een mindere ge-
Alcohol en medicijngebruik
zondheid en een groter isolement.
Eenzaamheid, depressieve gevoelens, maar ook het verlies van een kind dat steeds vaker voorkomt door de toenemende
Beperkingen
leeftijd, werken het gebruik van alcohol en (slaap)medicatie
Functionele beperkingen kunnen ervoor zorgen dat oude-
in de hand. Een op de vijf ouderen drinkt teveel. Overmatig
ren minder makkelijk mee kunnen doen in de maatschappij.
alcohol- en medicijngebruik werkt verslavend en vergroot de
Problemen met vervoer spelen hierbij soms ook een rol. Het
kans op vallen en andere ongelukken.
draagt bij aan het vereenzamen en de kans op depressieve klachten bij ouderen.
Meedoen Een oplossing kan worden gevonden in laagdrempelige ac-
Eenzaamheid
tiviteiten op wijkniveau. Dit vergroot de sociale participatie
Eenzaamheid is meer dan gebrek aan contacten en dagbeste-
van ouderen. Daarbij moet aandacht worden besteed aan het
ding. Mensen hebben een doel nodig in hun dag en hun leven.
vergroten van de kennis bij ouderen over een gezonde leef-
Het gevoel regie te hebben over het eigen leven en van nut te
stijl (met de focus op bewegen, valpreventie en het vergroten
zijn, zijn belangrijk voor het ervaren van een zinvol bestaan.
van empowerment).
Het zou goed zijn te zoeken naar samenwerking met andere delen van de bevolking (kinderen en jongeren), zodat zij elkaar kunnen ‘bestuiven’ met hun kennis. Studenten die een beroepsopleiding doen kunnen bijvoorbeeld activiteiten voor en met ouderen organiseren. Ook is het belangrijk onderscheid te maken tussen verschillende groepen ouderen. Ouderen kunnen voor elkaar zorgen en krachten bundelen. Zo kan er gebruik worden gemaakt van de kracht van de gezonde ouderen en die versterken. Dit sluit aan bij de doelen van de WMO. Het is belangrijk goed te luisteren naar de vraag en behoefte van ouderen zelf.
Mantelzorgers en vrijwilligers Daarnaast is het aan te raden vrijwilligers en mantelzorgers te informeren over het signaleren van problemen zoals eenzaamheid en depressie en over verwijsmogelijkheden. Een overzichtelijke verwijsindex, het beter gebruik maken van
Leefomgeving
gezondheidscentra en verbeterde gesprekstechnieken van
De gemeente heeft ook een belangrijke rol in het zorgen voor
vrijwilligers en professionals kunnen daarbij helpen. Hier
een gezonde leefomgeving. Voorzieningen in de wijk, goede
ligt een duidelijke rol voor gemeenten, ook gezien vanuit de
bereikbaarheid en openbaar vervoer, en gezonde woningen
taak van de WMO.
zijn belangrijke voorwaarden voor de fysieke en mentale gezondheid van ouderen.
Preventief gezien is het goed om ook aandacht te hebben voor de kinderen van de ouderen van nu. Vaak zijn deze 40-
Samenwerking tussen woningcorporaties en zorgorganisa-
60 jarigen nu mantelzorger en/of buurtbewoner van ouderen.
ties is nodig. De gemeente heeft daar een coördinerende rol
Daarnaast vervullen zij een voorbeeldfunctie voor hun eigen
in. Ook hier ligt een verbinding met het WMO-beleid voor
kinderen, de jongeren van nu.
de hand.
Preventie-zorgketen Het aantal mensen met een chronische aandoening groeit, er komen meer kwetsbare ouderen en tegelijkertijd zijn er tekorten aan zorgprofessionals en wordt er bezuinigd in de
Aanbevelingen in het kort: ✔
van ouderen, zodat zij regie op hun eigen leven
zorg. Er is behoefte aan zorg ‘in de buurt’. Dat vraagt om
en daarmee een gevoel van controle houden
(betere) afstemming tussen de zorg- en welzijnsorganisaties die lokaal actief zijn. De vragen en behoeften van ouderen
Bevorder de zelfstandigheid en zelfredzaamheid
✔
Aandacht is nodig voor risicogroepen: oude
moeten hierbij centraal staan. De gemeente kan de afstem-
ouderen, ouderen met een laag inkomen
ming bevorderen door een plaatselijk netwerk van organisa-
en een laag opleidingsniveau, ouderen met
ties te faciliteren en te ondersteunen. Dan wordt zichtbaar of
lichamelijke beperkingen en alleenwonenden
de keten sluitend is en kunnen mensen en middelen gerichter en efficiënter ingezet worden. Een integrale aanpak, waarbij verbindingen worden gelegd tussen preventie en (eerstelijns)zorg, maar ook met welzijn, wonen en werken leidt tot meer gezondheidswinst bij de pa-
✔
bereikbaarheid van voorzieningen ✔
Bevorder de sociale cohesie in de wijk
✔
Zorg voor een gezonde leefomgeving, zowel in als buiten de woning
tiënt. Een voorbeeld hiervan zijn de gecombineerde leefstijlinterventies (gli’s), zoals de Beweegkuur. In de Beweegkuur
✔
worden mensen met obesitas en/of diabetes vanuit de eerstelijn begeleid naar een gezondere actievere leefstijl met als doel dat ze zelfstandig gaan bewegen in de wijk. Naast de
langrijke partners.
Stimuleer een gezonde en actieve leefstijl, o.a. met preventieve activiteiten op wijkniveau
✔
Alcohol- en medicijngebruik en valpreventie vragen aandacht
huisarts, de leefstijladviseur, de diëtist en de fysio-/oefentherapeut zijn ook sport- en beweegaanbieders in de wijk be-
Zorg voor bekendheid met, en goede
✔
Ondersteun mantelzorgers
Opvoeding en opvoedingsondersteuning
Lichamelijke gezondheid leefstijl en psychosociaal welbevinden Conclusies en aanbevelingen
Monitor kinderen 0 tot 12 jaar Colofon
Achtergrondinformatie
Conclusies en aanbevelingen In het algemeen groeien kinderen in de regio IJsselland op in goede gezondheid.
GGDToch IJsselland blijken sommige kinderen op een aantal gezondheidsaspecten niet zo positief te scoren en zijn er groepen kinderen die vanwege de omgeving,
Team Onderzoek en Ontwikkeling
het gezin waarin ze opgroeien en hun leefstijl meer gezondheidsrisico’s lopen.
Postbus 1453, 8001 BL Uit de resultaten vanZwolle de kindermonitor springen vier thema’s in het oog: Overgewicht en daarmee verband houdende leefstijlfactoren voeding en beT (038) - 428 16 24 weging, psychosociale problemen bij kinderen, opvoedingsvragen en behoefte
E
[email protected] aan ondersteuning bij ouders en gezondheidsverschillen die samenhangen met de sociaal economische status van het gezin. I www.ggdijsselland.nl
Hoe gezond zijn onze kinderen?