Compte rendu intégral des interpellations et des questions orales. Integraal verslag van de interpellaties en mondelinge vragen

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

PARLEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

_____

_____

Compte rendu intégral des interpellations et des questions orales

Integraal verslag van de interpellaties en mondelinge vragen

_____

_____

Commission des affaires économiques, chargée de la politique économique, de la politique de l'emploi et de la recherche scientifique

Commissie voor de economische zaken, belast met het economisch beleid, het werkgelegenheidsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek

_____

_____

RÉUNION DU

VERGADERING VAN

MERCREDI 30 JANVIER 2008

WOENSDAG 30 JANUARI 2008

_____

_____

Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Compte rendu intégral – Commission des affaires économiques – Session 2007-2008 Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Integraal verslag – Commissie voor de economische zaken – Zitting 2007-2008

Le Compte rendu intégral contient le texte intégral des discours dans la langue originale. Ce texte a été approuvé par les orateurs. Les traductions - imprimées en italique sont publiées sous la responsabilité du service des comptes rendus. Pour les interventions longues, la traduction est un résumé.

Het Integraal verslag bevat de integrale tekst van de redevoeringen in de oorspronkelijke taal. Deze tekst werd goedgekeurd door de sprekers. De vertaling - cursief gedrukt - verschijnt onder de verantwoordelijkheid van de dienst verslaggeving. Van lange uiteenzettingen is de vertaling een samenvatting.

3

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008

COMMISSION AFFAIRES ÉCONOMIQUES

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32 COMMISSIE ECONOMISCHE ZAKEN

SOMMAIRE

INHOUD

INTERPELLATIONS

7

INTERPELLATIES

7

- de M. Walter Vandenbossche

7

- van de heer Walter Vandenbossche

7

à M. Charles Picqué, ministre-président du gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé des Pouvoirs Locaux, de l'Aménagement du territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine, du Logement, de la Propreté publique et de la Coopération au développement,

tot de heer Charles Picqué, ministerpresident van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,

et à M. Benoît Cerexhe, ministre du gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé de l'Emploi, de l'Economie, de la Recherche scientifique, de la Lutte contre l'Incendie et l'Aide médicale urgente,

en tot de heer Benoît Cerexhe, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,

concernant "les projets de plusieurs centres commerciaux à Bruxelles".

betreffende "de plannen voor diverse handelscentra in Brussel".

Discussion – Orateurs : Mme Marion Lemesre, Mme Julie Fiszman, M. Benoît Cerexhe, ministre.

9

Bespreking – Sprekers: mevrouw Marion Lemesre, mevrouw Julie Fiszman, de heer Benoît Cerexhe, minister.

9

- de M. Walter Vandenbossche

17

- van de heer Walter Vandenbossche

17

à M. Benoît Cerexhe, ministre du gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé de l'Emploi, de l'Économie, de la Recherche scientifique et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,

tot de heer Benoît Cerexhe, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,

concernant " l'accompagnement entrepreneurs qui font faillite ".

betreffende "de begeleiding faillissementen van ondernemers".

des

Discussion – Orateurs : M. Mohamed Lahlali, M. Benoît Cerexhe, ministre

20

bij

Bespreking – Sprekers: de heer Mohamed Lahlali, de heer Benoît Cerexhe, minister.

20


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


- de M. Rachid Madrane

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

4

COMMISSIE ECONOMISCHE ZAKEN

24

24

- van de heer Rachid Madrane



concernant " le développement des microcrédits"

betreffende "de microkredieten".

Interpellation jointe de M. Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp,

25

concernant "la création d'entreprises à Bruxelles ".

Interpellation jointe de Mme Julie Fiszman,

van

de

Toegevoegde interpellatie van de heer Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp,

25

betreffende "de oprichting van bedrijven in Brussel".

25

Toegevoegde interpellatie van mevrouw Julie Fiszman,

25

betreffende "Brusoc en de sociale economie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest".

concernant " Brusoc et l'économie sociale en Région bruxelloise ".

Interpellation jointe de M. André du Bus de Warnaffe,

bevordering

25

Toegevoegde interpellatie van de heer André du Bus de Warnaffe,

25


concernant " la création d'entreprises à Bruxelles ".

Discussion – Orateurs : Mme Danielle Caron, M. Benoît Cerexhe, ministre.

31

Bespreking – Sprekers: mevrouw Danielle Caron, de heer Benoît Cerexhe, minister.

31

QUESTIONS ORALES

42

MONDELINGE VRAGEN

42

- de M. Serge de Patoul

42

- van de heer Serge de Patoul

42

à M. Benoît Cerexhe, ministre du gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé de l'Emploi, de l'Économie, de la Recherche scientifique et

aan de heer Benoît Cerexhe, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brand-


5

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32



de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,

bestrijding en Dringende Medische Hulp,

concernant "l'avenir de l'Institut Pasteur".

betreffende "de toekomst van het Pasteurinstituut".

INTERPELLATION

47

INTERPELLATIE

47

- de M. Christos Doulkeridis

47

- van de heer Christos Doulkeridis

47

à M. Benoît Cerexhe, ministre du gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé de l'Emploi, de l'Economie, de la Recherche scientifique et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,


concernant "le faible recours au dispositif d'aide à l'emploi Activa Start en Région de Bruxelles-Capitale".

betreffende "het geringe succes van de werkgelegenheidsmaatregel Activa Start in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest".

Discussion – Orateurs : Mme Olivia P'tito, M. Benoît Cerexhe, minister.

49

Bespreking – Sprekers: mevrouw Olivia P’tito, de heer Benoît Cerexhe, minister.

49

QUESTIONS ORALES

53

MONDELINGE VRAGEN

53

- de Mme Françoise Schepmans

53

- van mevrouw Françoise Schepmans

53

à M. Benoît Cerexhe, ministre du gouvernement de la Région de BruxellesCapitale, chargé de l'Emploi, de l'Economie, de la Recherche scientifique et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide médicale urgente,

aan de heer Benoît Cerexhe, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp,

concernant "l'envoi de propositions d'emplois vacants par sms aux chômeurs".

betreffende "de verzending van voorstellen inzake vacante betrekkingen aan de werklozen per sms".


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


- de M. Rachid Madrane

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

55

- van de heer Rachid Madrane



concernant "les récentes données d'Eurostat relatives au chômage à Bruxelles".

betreffende "de recente gegevens van Eurostat over de werkloosheid in Brussel".

- de Mme Brigitte De Pauw

59

- van mevrouw Brigitte De Pauw



concernant "le parcours d'insertion des chercheurs d'emploi, notamment via le DGTB et 'De Werklijn'".

betreffende "de dienst voor gespecialiseerde trajectbepaling en -begeleiding (DGTB) en de Werklijn".

- de M. Jos Van Assche

6


62

- van de heer Jos Van Assche



concernant "le nombre de dossiers transmis à l'ONEM par Actiris portant sur des refus d'emploi et/ou la présence aux convocations des chômeurs indemnisés et des chercheurs d'emploi en 2007".

betreffende "het aantal door Actiris aan de RVA overgemaakte werkweigeringen en/of aanwezigheden bij oproepingen van vergoede werklozen en werkzoekenden in 2007".

55

59

62


7

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



Présidence : Mme Marion Lemesre, première vice-présidente. Voorzitterschap: mevrouw Marion Lemesre, eerste ondervoorzitter.

INTERPELLATIES

INTERPELLATIONS

Mme la présidente.- L'ordre du jour appelle les interpellations.

Mevrouw de voorzitter.- Aan de orde zijn de interpellaties.

INTERPELLATION DE VANDENBOSSCHE

WALTER

INTERPELLATIE VAN DE HEER WALTER VANDENBOSSCHE

À M. CHARLES PICQUÉ, MINISTREPRÉSIDENT DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLESCAPITALE, CHARGÉ DES POUVOIRS LOCAUX, DE L'AMÉNAGEMENT DU TERRITOIRE, DES MONUMENTS ET SITES, DE LA RÉNOVATION URBAINE, DU LOGEMENT, DE LA PROPRETÉ PUBLIQUE ET DE LA COOPÉRATION AU DÉVELOPPEMENT,

TOT DE HEER CHARLES PICQUÉ, MINISTER-PRESIDENT VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET PLAATSELIJKE BESTUREN, RUIMTELIJKE ORDENING, MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN, STADSVERNIEUWING, HUISVESTING, OPENBARE NETHEID EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

ET À M. BENOÎT CEREXHE, MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉ DE L'EMPLOI, DE L'ÉCONOMIE, DE LA RECHERCHE SCIENTIFIQUE ET DE LA LUTTE CONTRE L'INCENDIE ET L'AIDE MÉDICALE URGENTE,

EN TOT DE HEER BENOÎT CEREXHE, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET TEWERKSTELLING, ECONOMIE, WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP,

concernant "les projets de plusieurs centres commerciaux à Bruxelles".

betreffende "de plannen handelscentra in Brussel".

M.

voor

diverse

Mme la présidente.- La parole est à M. Vandenbossche.

Mevrouw de voorzitter.- De heer Vandenbossche heeft het woord.

M. Walter Vandenbossche (en néerlandais).- Le gouvernement bruxellois a présenté le PDI fin octobre, dans le cadre de sa déclaration gouvernementale. Après le PRD et le Contrat pour l'économie et l'emploi, il doit devenir le nouvel outil de gouvernance assurant la promotion et l'encadrement du caractère international de notre Ville-Région. Dans un contexte de concurrence croissante, il est essentiel que Bruxelles manifeste vis-à-vis du monde extérieur ses ambitions d'amélioration et de développement de son rôle de

De heer Walter Vandenbossche.- Eind oktober stelde de Brusselse regering in het kader van zijn beleidsverklaring het internationaal ontwikkelingsplan voor Brussel voor. Het Plan moet het nieuwe bestuursinstrument worden dat, na het Gewestelijk Ontwikkelingsplan en het Contract voor de economie en de tewerkstelling, de promotie en de omkadering van het internationaal karakter van het stadsgewest mogelijk moet maken. Dit plan komt hoegenaamd niet te vroeg. In een context van toenemende


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


capitale internationale. Les projets de développement du site du Heysel comme pôle de loisirs et de congrès peuvent être des moteurs de la revalorisation du plateau du Heysel. Le projet de construction d'un grand centre commercial à cet endroit doit cependant faire l'objet d'une étude approfondie sur l'impact qu'il aura sur le commerce local et les centres commerciaux avoisinants. Il faut veiller à la complémentarité de l'offre. Les centres commerciaux entraînent en effet souvent la disparition des noyaux commerçants classiques. Le débat relatif à une régionalisation de la loi Ikea est en cours. C'est une bonne chose. Cependant, la construction d'un centre commercial au Heysel ne peut menacer ni les noyaux commerciaux de Jette et Laeken, ni le commerce existant, ni les entreprises de distribution situées sur le territoire avoisinant - notamment à Wemmel et Grimbergen -, ni les centres commerciaux existants, comme le Basilix, City 2, le Westland et le Woluwe Shopping Center. Une concertation a actuellement lieu entre les gouvernements bruxellois et flamand concernant la fluidité du trafic sur le Ring, ainsi que la liaison entre Zaventem, le futur diabolo et le RER. Il est évident que l'arrivée de ce nouveau centre commercial doit également faire l'objet d'une concertation. Avant de donner une place aux différents aménagements dans le PDI, le gouvernement bruxellois voudrait élaborer un plan directeur. Il sera essentiel d'y associer le Brabant flamand. Quand pensez-vous achever le plan directeur ? Envisagez-vous des analyses d'impact sur les flux de circulation et l'influence sur les noyaux commerçants situés à proximité ? Comment assurer la complémentarité avec l'offre existante ? Comment atteindre un équilibre entre la grande et la petite distribution ? Selon quels critères allez-vous évaluer les besoins réels de surface commerciale supplémentaire ? A quelles exigences cette surface commerciale supplémentaire doit-elle répondre pour s'avérer complémentaire et constituer une réussite ? Quel

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

8


concurrentie is het van groot belang dat Brussel zijn streven naar vooruitgang en verdere ontwikkeling van zijn hoofdstedelijke en internationale rol aan de buitenwereld toont. Het plan omvat onder andere de uitbouw van de Heizelsite als pool voor vrijetijdsbesteding en congressen. Strategische opties zijn de bouw van een congrescentrum dat een synergie mogelijk maakt met het tentoonstellingspaleis en een grote concertzaal met een capaciteit van 10.000 toeschouwers. Volgens de Brusselse CD&Vfractie kunnen deze projecten een drijvende kracht zijn voor de opwaardering van de Heizelvlakte. Toch wens ik uw aandacht te trekken op het plan om op diezelfde site een groot commercieel centrum op te richten dat de klanten in het noorden van Brussel bedient. Uiteraard mag men zich niet blind verzetten tegen de bouw van een dergelijk winkelcentrum, maar vooraleer het gewest daartoe de toestemming verleent, moet er eerst een ernstige studie worden gemaakt van de impact op de lokale handel en omliggende winkelcentra. Vaak zijn winkelcentra de oorzaak van het verdwijnen van de klassieke winkelstraten. Bij de uitbouw van grote, geïntegreerde projecten zoals de bouw van een hyperwinkelcentrum moet in het oog gehouden worden dat bestaande economieën niet worden weggeconcurreerd door nieuwe. Er dient handelsversterkend te worden gewerkt en men moet waken over een complementair marktaanbod. Wat de huidige Ikea-wet betreft, wijs ik erop dat het politieke debat met betrekking tot een herregionalisering van deze wetgeving aan de gang is. Op zich vind ik dat een goede zaak. Toch kan de bouw van een commercieel centrum op de Heizel niet alleen een bedreiging vormen voor de handelskemen in Jette en Laken, maar ook voor de reeds bestaande handel en de distributiebedrijven op het nabijgelegen grondgebied, zoals bijvoorbeeld Wemmel en Grimbergen. De impact kan zich eveneens uitstrekken tot het commercieel centrum in Vilvoorde en Zaventem. Bovendien moet ook worden bekeken wat de concurrentie daarvan zal zijn met bestaande winkelcentra zoals Basilix, City 2, Westland en Woluwe Shopping Center. Op dit ogenblik is er overleg tussen de Vlaamse en


9

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


calendrier, quel financement concertation prévoyez-vous ?


et

quelle

Quelles seront les conséquences si ce mastodonte voit le jour ? Ne risquez-vous pas de pénaliser le commerce de détail, pourtant essentiel pour notre ville ?

de Brusselse regering met betrekking tot het vlot trekken van de Ring, de verbinding tussen Zaventem, de diabolo en het GEN. Het spreekt vanzelf dat de komst van dit nieuw commercieel centrum ook het voorwerp moet uitmaken van overleg. Alvorens de verschillende voorzieningen in het internationaal ontwikkelingsplan een plaats te geven, zou de Brusselse regering een masterplan uitwerken. Het lijkt mij dan ook essentieel dat Vlaams-Brabant bij dit overleg wordt betrokken, omdat de impact ook daar voelbaar zal zijn. Wanneer denkt u, als woordvoerder van de regering, klaar te zijn met dit masterplan? Plant u impactstudies en effectmetingen over de verkeersstromen die dergelijke centra met zich meebrengen? Welke concrete plannen hebt u om deze effecten op te vangen? Komt er ook een impactstudie naar de invloed op nabijgelegen handelscentra (Jette, Laken, Wemmel, Zaventem, Vilvoorde, enzovoort)? Welke criteria zult u hanteren om de eventuele complementariteit van het nieuwe aanbod met het bestaande aanbod te meten? Hoe wil de Brusselse regering die complementariteit blijven garanderen? Welke garanties bouwt u in om een evenwicht te bereiken van kleinschalige en grootschalige distributie? Welke garanties eist u in verband met de complementariteit? Volgens welke criteria zult u de werkelijke behoefte aan bijkomende commerciële ruimte bepalen? Aan welke vereisten moet die nieuwe commerciële ruimte voldoen om succesvol en complementair te zijn? Welke timing, welke financiering en welke overlegmomenten plant u? Als deze mastodont er moet komen, weet u dan wel voldoende wat voor consequenties dat heeft? Mikt u daarmee niet op de klassieke arbeid, ten koste van de dynamiek van de kleinhandel, die toch zo belangrijk is voor onze stad?

Discussion

Bespreking

Mme la présidente.- Avec l’accord des membres de la commission, je souhaiterais prendre la parole au nom de mon groupe.

Mevrouw Marion Lemesre (in het Frans).Indien de commissieleden ermee instemmen, wens ik het woord te nemen namens mijn fractie.


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

10


(Assentiment)

(Instemming)

Je voudrais remercier M. Vandenbossche d'avoir mis ce point à l'ordre du jour de notre commission. C'est en effet un problème important qui nécessite des réponses précises du gouvernement. Nous avons le sentiment que, sous la pression d'annonces de groupes immobiliers porteurs de méga-projets au nord du pays et aux portes de notre capitale, les esprits s'enflamment et que l'on procède parfois à des annonces contradictoires. A l'occasion de séminaires professionnels, les ministres font également des déclarations qui sont publiées dans les journaux. Finalement on ne sait plus bien, comme l'a dit un des participants à un séminaire, s'il y a un pilote dans l'avion.

Dit is inderdaad een belangrijke kwestie die een duidelijk antwoord van de regering vraagt. Vastgoedgroepen die megaprojecten aankondigen in het noorden van het land en in de rand, verhitten de gemoederen, wat soms leidt tot tegenstrijdige mededelingen. De verklaringen van de ministers tijdens seminaries, verschijnen ook in de kranten. Uiteindelijk weet niemand nog waar men aan toe is.

Notre Région a besoin d'une stratégie en matière de commerce. Cette stratégie doit prendre en compte les demandes et les besoins des Bruxellois, mais aussi des navetteurs et des touristes. Elle doit donc analyser le chaland potentiel de notre Région. Par rapport à d'autres pays d'Europe, comme la Norvège, la Suède ou les Pays-Bas, où cela fait davantage partie de la tradition, la Belgique n'est certainement pas le pays dans lequel il y a la plus forte implantation de centres commerciaux. Est-ce qu'en matière de pratique commerciale, les centres commerciaux font partie de nos traditions culturelles ? Est-ce qu'il y a une demande ? Cette étude relative au chaland est-elle réalisée, ou en voie de l'être ? Concernant l'implantation, nous avons également entendu tout et son contraire, d'abord au niveau des deux stades. Le stade de SchaerbeekFormation, annoncé dans le PDI, est un projet qui devrait se coupler avec un centre commercial qui le financerait. S'il n'y a pas de centre commercial à Schaerbeek-Formation, le stade qui devrait s'y implanter pourra-t-il être financé ? Un stade est-il possible sans centre commercial si le centre commercial s'installe au Heysel ? Celui-ci est probablement intéressant, mais de quelle dimension serait-il et de quel projet commercial serait-il porteur ? Nous n'avons encore rien entendu à ce propos. Est-ce un projet mixte, mêlant sport et loisirs, comme il s'en développe dans d'autres villes ? Je pense par exemple au projet de ski développé par Robelco à Machelen. Est-il nécessaire d'avoir ce

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een handelsstrategie nodig, die rekening houdt met de behoeften van de Brusselaars, maar ook met die van pendelaars en toeristen. In vergelijking met andere Europese landen zijn er in België niet overdreven veel winkelcentra. Behoren deze centra tot onze culturele tradities? Is er vraag naar? Zijn er studies verricht over het potentiële cliënteel ervan? Ook over een mogelijke locatie hebben we van alles gehoord. Om het stadion in SchaarbeekVorming te doen renderen, zou er ook een winkelcentrum komen. Als dat winkelcentrum er niet komt of op de Heizel terechtkomt, kan het stadion dan gefinancierd worden? Hoe groot zal het centrum zijn en welke winkels zullen er komen? Daar weten we nog niets van. Gaat het om een gemengd project met sport en ontspanning, zoals de skipiste van Robelco in Machelen? Heeft de hoofdstad nood aan dergelijke projecten? Op dit vlak moet ook met de twee andere gewesten worden samengewerkt. Welk winkelcentrum vormt geen concurrentie voor de winkelstraten? Hoewel de Nieuwstraat hoog staat aangeschreven bij de vastgoedsector, staan er zaken over te nemen en zijn de grote merken niet happig om er te investeren. De grote lanen in het centrum, gaan erop achteruit. Grote merken trekken naar Waterloo. Er moet een grondige analyse komen van het aanbod, de klanten en de vestigingsplaatsen. Is het mogelijk om tegelijk in Schaarbeek en op de Heizel winkelcentra te bouwen? Zijn er in het handvest met Brussel-Stad stedenbouwkundige procedures opgenomen? Het is ook onduidelijk wie deze projecten zal financieren: de federale overheid,


11

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


type de projets dans la capitale ? Un travail de collaboration avec les deux autres Régions doit aussi porter sur cette dimension. Quel type de centre commercial faut-il développer pour ne pas entrer en concurrence avec les rues commerçantes comme la rue de Wand ou la rue Marie-Christine, mais aussi avec notre hypercentre, qui souffre ? La rue Neuve est en effet toujours très haut placée en termes d'immobilier, mais on remarque qu'il y a des commerces à remettre, des difficultés à attirer dans le centre ville des grands noms, et des noyaux commerciaux, comme les boulevards du centre, qui périclitent. Les grandes marques partent notamment vers Waterloo, qui représente une concurrence immédiate.


het gewest of Brussel-Stad. De heer Vanhengel wenst het Koning Boudewijnstadion te behouden. Anderen spreken over een structuur met een openschuifbaar dak. Waar komt dan precies het winkelcentrum op de Heizel? Dit project moet er zo snel mogelijk komen, want in de omgeving van het gewest staan er verschillende handelscentra in de steigers. Ik geef nu het woord aan mevrouw Fiszman.

Tout cela doit faire l'objet d'une analyse très fine en termes d'offre, d'étude du chaland et d'implantation. Est-il possible d'implanter deux centres commerciaux, l'un à Schaerbeek et l'autre au Heysel ? La charte signée avec la Ville de Bruxelles, dont nous n'avons pas lu une ligne, contient-elle les procédures à mettre en place au niveau urbanistique ? Enfin, le financement de l'ensemble de ces projets par l'état fédéral, par la Région et par la Ville de Bruxelles n'est pas du tout clair. M. Vanhengel semble ne pas souhaiter la démolition du stade Roi Baudouin, tandis que d'autres parlent d'une structure décapotable. Quelle sera l'implantation exacte sur le plateau du Heysel de ce centre commercial ? Est-ce à un autre endroit que le stade, ou plus près des palais ? Il serait utile de concrétiser ce projet le plus rapidement possible, car des centres commerciaux se développent à nos portes. Je donne la parole à Mme Fiszman. Mme Julie Fiszman.- Le thème de l'interpellation de M. Vandenbossche prend tout son sens aujourd'hui. Nous avions déjà parlé du schéma de développement commercial dans le cadre de l'une de ses interpellations précédentes. Nous avions alors débattu de l'opportunité d'implanter un grand centre commercial dans le nord de Bruxelles, et évoqué la nécessité d'être proactifs vis-à-vis des deux autres Régions en donnant des signaux indiquant que nous prenions les choses en main.

Mevrouw Julie Fiszman (in het Frans).- Op een vorige vergadering stond een interpellatie op de agenda over de uitbreiding van de gewestelijke commerciële ruimten. De discussie ging over de mogelijke komst van een groot winkelcentrum in het noorden van het gewest, dat zich ook zou richten op Vlaamse kooplustigen. De commissieleden opperden dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van meer daadkracht moest getuigen, zodat de andere gewesten zouden


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


L'un de ces signaux consiste à envisager l'implantation d'un centre commercial dans le nord, entre autres pour ne pas perdre toute la clientèle venant de Flandre, qui fréquente actuellement les commerces de la rue de Wand. Les frontières physiques entre la Région flamande et la Région bruxelloise sont effectivement très minces. En l'occurrence, il s'agit d'une rue à traverser ! Au nom du groupe PS, je rappelle que le développement de ces grands centres commerciaux ne doit pas être un facteur négatif pour le commerce de proximité, eu égard notamment à l'emploi qu'il génère au sein de notre population et au rôle qu'il remplit dans notre Région. L'un n'exclut pas l'autre. Pour attirer des clients potentiels et ne pas perdre nos clients bruxellois qui jouissent d'un certain pouvoir d'achat, il faut dès maintenant envoyer des signaux concernant l'implantation d'un grand centre commercial, pour éviter que nous ne soyons pris de vitesse par les deux autres Régions et que nous ne perdions ainsi une clientèle importante. Ce projet prend tout son sens dans le cadre du Plan de développement international.

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

12


beseffen dat het de zaak in handen heeft. Ik ben het daarmee eens. Voor de PS-fractie is de komst van winkelcentra niet noodzakelijk negatief voor de buurtwinkels. Ze zorgen immers voor tewerkstelling. Een nieuw winkelcentrum is ook zinvol in het licht van het Internationaal Ontwikkelingsplan. Het Internationaal Ontwikkelingsplan (IOP) is belangrijk voor het imago van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat een belangrijke rol moet spelen in de toekomst van het land. Een groot winkelen congrescentrum in het noorden van het Brussel zal de economische ontwikkeling in het gebied tussen de Heizel en de noordelijke gewestgrens stimuleren. Deze ontwikkeling zal echter extra kosten voor openbaar vervoer met zich meebrengen. De MIVB levert reeds heel wat inspanningen om de wijk beter te bedienen. We steunen de plannen van de regering en moedigen ze aan om na te denken over ambitieuze projecten in het noorden van de stad die door het openbaar vervoer goed worden bediend.

Le caractère ambitieux de ce plan est à l'image de la Région. Il importe en effet, dans le contexte actuel, de valoriser le rôle de la Région bruxelloise dans le cadre de l'avenir du pays. Notre groupe se réjouit de l'annonce de ce Plan de développement international, qui prévoit la réalisation de projets d'envergures fondamentaux, et soutiendra le gouvernement dans la mise en oeuvre de celui-ci. La localisation d'un grand centre de commerce et de conférence dans le nord de Bruxelles, telle que prévue dans le plan, permettra de stimuler le développement économique d'une partie de la ville. En effet, le potentiel de cette zone située entre le Heysel et la limite territoriale de la Région n'a jamais été suffisamment exploitée jusqu'à présent. L'intensification du développement de cette zone induira néanmoins des coûts supplémentaires en termes de transports publics. La STIB consent déjà des efforts dans le cadre du nouveau réseau pour améliorer la desserte de cette zone. Je pense notamment au tram 4, qui relie le centre de la ville au Heysel par la rue de Wand.


13

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



Nous souhaitons encourager le gouvernement à poursuivre son action en ce sens et à réfléchir au développement de projets d'envergure dans le nord de la ville, tout en les conciliant avec une desserte efficace en transports publics. Mme la présidente.- La parole est à M. Cerexhe.

Mevrouw de voorzitter.- De heer Cerexhe heeft het woord.

M. Benoît Cerexhe, ministre (en néerlandais).M. Vandenbossche, la situation du commerce me préoccupe en effet considérablement. C'est pour cela que, depuis le début de cette législature, le gouvernement a cherché à lui donner un nouvel élan et à lui attribuer une importance stratégique dans le Contrat pour l'économie et l'emploi.

De heer Benoît Cerexhe, minister.- Mijnheer Vandenbossche, de situatie van de handelssector in het Brussels gewest houdt me inderdaad ten zeerste bezig. Daarom heeft de regering sinds het begin van deze legislatuur verschillende initiatieven genomen om een nieuw elan te geven aan deze sector, die in het Contract voor economie en tewerkstelling een strategisch belang krijgt toegedicht.

Cette politique, impulsée avec les Ateliers du commerce bruxellois, a abouti à un schéma de développement du commerce qui a été présenté en 2006. J'en ai déjà parlé avec vous. Ce schéma mentionnait un double manque au nord de notre Région. Le premier est de nature commerciale, puisqu'il y a seulement quatre noyaux commerçants locaux au nord de Bruxelles. Le second est relatif à la faible attractivité des noyaux commerçants de la Région bruxelloise auprès des habitants des communes de la périphérie nord. L'offre en magasins au nord de Bruxelles est insuffisante pour répondre aux besoins des clients de cette zone et, a fortiori, à ceux de la population des communes flamandes avoisinantes. Cette population va donc faire ses achats dans d'autres villes, parfois même dans des centres commerciaux beaucoup plus éloignés. Les études montrent qu'il existe de nombreux clients potentiels pour un grand centre commercial au nord de Bruxelles. Pour eux, il importe peu que ce centre s'établisse dans une commune du nord de Bruxelles ou dans une commune flamande de la périphérie nord. La Région bruxelloise n'est pas la seule à faire cet constat. Plusieurs investisseurs manifestent aujourd'hui leur intérêt. Plusieurs projets plus ou moins avancés existent de l'autre côté de la frontière linguistique. La viabilité économique ne permet de construire qu'un seul centre commercial. C'est pourquoi, le

Dit actieve beleid, waartoe ik een aanzet heb gegeven met behulp van de Ontmoetingsdagen voor de Brusselse handel, die sinds 2004 plaatsvinden, heeft geleid tot een schema voor de ontwikkeling van de handel. Dit schema werd voorgesteld in 2006. Ik zal niet uitgebreid terugkomen op de conclusies. Ik heb de zaak namelijk reeds met u besproken. Ik wijs erop dat het schema gewag maakte van een dubbel tekort in het noordelijk gedeelte van ons gewest. Het eerste tekort is van commerciële aard. Er bevinden zich namelijk slechts vier lokale handelskernen in het noorden van Brussel: de Wand, Helmet, Maria-Christina en De Spiegel. Het tweede tekort betreft de commerciële aantrekkelijkheid. Het schema heeft overduidelijk gewezen op de zwakke aantrekkingskracht van de handelskernen van het Brussels gewest bij de inwoners van de gemeenten van de noordelijke rand en daarbuiten. Het winkelaanbod in het noorden van Brussel is duidelijk ontoereikend om te voldoen aan de noden van de klanten van deze zone, maar volstaat evenmin voor de bevolking van de aangrenzende Vlaamse gemeenten. Deze bevolking laat Brussel dan ook links liggen en gaat in andere steden winkelen, soms zelfs in winkelcentra die een heel eind verder liggen. Ik denk bijvoorbeeld aan het winkelcentrum van Wijnegem. De studies tonen bijgevolg aan dat er vandaag in


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


gouvernement bruxellois souhaite une implantation sur son territoire. Il s'agit en effet de préserver l'emploi. Il convient également de tenir compte de l'impact commercial. Je me soucie également du sort des commerces de détail. C'est la raison pour laquelle je préfère un grand centre commercial à Bruxelles, plutôt qu'un "mall" en périphérie. Nous voulons collaborer avec les promoteurs et développer des synergies entre les grandes surfaces et les commerces de quartier. Enfin, concernant la mixité commerciale, la construction d'un grand centre commercial au Heysel ne signifie pas pour autant la création d'une rue Neuve supplémentaire ou d'un autre City 2. Au contraire, le futur centre commercial aura pour vocation d'attirer le chaland avec de nouvelles enseignes. Je partage votre préoccupation quant à l'impact d'un tel projet sur le commerce local. Je vous rappelle que le schéma pour le développement du commerce recommande le renforcement des noyaux commerçants existants, surtout dans le centre et le haut de la ville. Ce sont des pôles d'attractivité supranationaux, dont l'identité doit être renforcée. J'ai pris différentes initiatives en ce sens, comme le financement de projets de quartier et de projets relatifs à l'éclairage local, au développement d'actions communes entre les commerçants et les services touristiques, à la promotion de Bruxelles en tant que ville commerçante, aux magasins de nuit, et au développement de formations linguistiques et commerciales. De nombreux exemples illustrent mon souci de répondre aux attentes de l'ensemble des acteurs économiques commerciaux de la Région. Le gouvernement et la Ville de Bruxelles ont sélectionné le Plateau du Heysel comme site d'implantation du centre commercial et un schéma directeur est en cours d'élaboration. Vu la nécessaire accessibilité du site via les transports en commun, le Heysel s'impose. (poursuivant en français)

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

14


het noorden van Brussel en het noordelijke hinterland heel wat potentiële klanten zijn voor een groot handelscentrum. Het doet er voor hen niet toe of dat centrum zich in het noorden van Brussel of in een Vlaamse gemeente uit de Noordrand bevindt. Het Brussels gewest is natuurlijk niet de enige die deze vaststelling maakt. Meerdere investeerders tonen vandaag belangstelling. U zult ongetwijfeld in Brussel Deze Week hebben gelezen dat er verschillende (min of meer virtuele of geavanceerde) projecten bestaan aan de andere kant van de taalgrens. Wij bevinden ons in een wedloop tegen de tijd tegen die projecten in het Vlaams Gewest. De economische leefbaarheid laat slechts de bouw van één enkel centrum toe. Waarom wenst de Brusselse regering zozeer dat dit handelscentrum binnen de gewestgrenzen wordt gebouwd, eerder dan enkele honderden meters verderop? Eerst en vooral omwille van de werkgelegenheid. Wanneer het project op het Brussels grondgebied wordt ontwikkeld, beschik ik als minister van Tewerkstelling over hefbomen om er Brusselaars te werk te laten stellen, naar het voorbeeld van Decathlon of Casino Austria. Daarnaast is er de commerciële impact. Ik deel uw bezorgdheid over de kleine handelszaken, mijnheer Vandenbossche. Het is precies daarom dat ik de voorkeur geef aan een groot centrum in Brussel boven een "mall" in de periferie. We willen namelijk samenwerken met de projectontwikkelaars en net zoals in andere Belgische en buitenlandse steden werken aan synergieën en gezamenlijke acties tussen het grootwarenhuis en de handelszaken in de stadswijken. Tot slot is er de commerciële mixiteit. Met de bouw van een groot handelscentrum op de Heizelvlakte wil ik geenszins een bijkomende Nieuwstraat of een andere City 2 creëren. Het toekomstig handelscentrum zou integendeel aan zijn potentiële klanten nieuwe merken moeten aanbieden waarvoor men van ver wil komen. Het spreekt vanzelf dat ik uw bezorgdheid deel over de impact van dit centrum op de lokale


15

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


Je souhaite répondre également aux commentaires et aux interpellations complémentaires qui ont été faits par Mme Lemesre et Mme Fiszman. Mme Lemesre, dire que tout s'enflamme subitement, c'est faire preuve d'un manque de suivi des travaux de notre gouvernement. Nous avons justement, et c'est une première, élaboré un schéma de développement commercial qui procède à une étude extrêmement détaillée de l'offre dans nos différents noyaux commerciaux ainsi que des habitudes et comportements des différents chalands, Bruxellois, touristes et navetteurs. Les conclusions de ce schéma démontrent que le potentiel de développement commercial se situe dans le Nord de Bruxelles, alors que d'autres lieux avaient été envisagés auparavant, comme Delta. Mais cela aurait nui aux noyaux commerciaux existants ainsi qu'aux autres infrastructures commerciales qui se situent non loin de là. Les deux noyaux supra-régionaux que sont le haut de la ville et la rue Neuve couvrent plutôt le Sud de Bruxelles. Le Nord est par contre aujourd'hui très mal couvert. D'autres investisseurs sont arrivés aux mêmes conclusions puisqu'ils pensent implanter un centre commercial au Nord de Bruxelles, mais hors des frontières régionales. Nous avons voulu, Ville et Région conjointes, donner un signal très fort en choisissant d'implanter un centre commercial sur le plateau du Heysel. Cela n'exclut pas un développement commercial en lien avec l'activité sportive sur le site de Schaerbeek-Formation. Mais le grand shopping de 50 à 100.000 mètres carrés sera situé sur le plateau du Heysel. Concernant le financement du stade, la situation est très ouverte. Ce n'est pas parce qu'on ne se trouve pas juste à côté du stade qu'on ne peut pas participer à son financement. Ce n'est pas parce que le centre commercial se développerait sur le plateau du Heysel qu'il ne participera pas au financement du stade de football. Concernant la situation du projet commercial sur le plateau du Heysel, plusieurs endroits sont possibles. S'agissant d'une propriété de la Ville de Bruxelles, il appartient à cette dernière d'élaborer un schéma directeur. En fonction du résultat, on déterminera le lieu d'implantation. L'objectif est de


handel. Ik herinner u eraan dat het schema voor de ontwikkeling van de handel de versterking van de bestaande handelskernen aanbeveelt, vooral in het stadscentrum en de bovenstad. Dit zijn immers supranationale aantrekkingspolen waarvan de identiteit moet worden versterkt. Ik heb hiertoe verschillende initiatieven genomen, zoals de financiering van buurtprojecten en projecten voor plaatselijke verlichting, de ontwikkeling van gezamenlijke acties tussen de handelaars en de toeristische diensten, de promotie van Brussel als winkelstad in België en in het buitenland, de handelsnocturnes en de ontwikkeling van modules op het vlak van taal- en verkoopsopleidingen. Er zijn tal van voorbeelden, die getuigen van mijn bezorgdheid om te voldoen aan de verwachtingen van alle commerciële economische actoren in het gewest. Als vestigingsplaats voor dit handelscentrum, hebben de Brusselse regering en de stad Brussel gekozen voor de Heizelvlakte. De stad stelt momenteel een stuurplan op voor deze zone. In dit plan zal de juiste vestigingsplaats van het handelscentrum worden vastgelegd. De bereikbaarheid van de site is een belangrijke voorwaarde. De bediening door een dicht net van openbaar vervoer pleit voor een vestiging op de Heizelvlakte, nu ons land - en onze hele planeet worden geconfronteerd met belangrijke uitdagingen op het vlak van klimaat. (verder in het Frans) Wij hebben een commercieel ontwikkelingsschema opgesteld waarin wij het aanbod van de diverse handelskernen, alsook het koopgedrag van de Brusselaars, pendelaars en toeristen nauwkeurig hebben onderzocht. Uit die studie is gebleken dat er in het noorden van Brussel nog potentieel voor economische ontwikkeling is. De twee supraregionale handelskernen, de bovenstad en de Nieuwstraat, dekken immers vooral het zuiden van Brussel. Andere investeerders zijn tot dezelfde conclusies gekomen, aangezien zij een winkelcentrum willen optrekken in het noorden van Brussel, maar net buiten de gewestgrenzen. Wij hebben een sterk


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


créer un grand centre commercial à vocation suprarégionale, voire internationale, en travaillant sur une différenciation et une spécificité des enseignes. Nous avons identifié 200 enseignes qui ne sont pas présentes en Région bruxelloise, parfois même en Belgique. Pour recapitaliser sur une clientèle qui ne vient plus faire ses courses à Bruxelles, l'idée est d'attirer dans ces nouvelles infrastructures commerciales des enseignes spécifiques, pour lesquelles on viendra de l'extérieur. Voilà comment que nous voulons procéder, avec une volonté de veiller à une complémentarité avec les commerces de proximité. Il est important que les quatre noyaux que j'ai évoqués continuent à se développer. Des efforts ont été faits dans certains d'entre eux. D'autres se trouvent encore dans une situation difficile. L'arrivée d'un grand centre commercial ne doit pas faire péricliter ces noyaux. Ceci figure dans notre schéma de développement commercial et figurera dans nos exigences vis-àvis des porteurs de projets, à savoir bien travailler sur cette complémentarité entre le futur grand centre et nos noyaux commerciaux. Je ne veux pas d'une opération blanche, où on crée de l'emploi dans le cadre de ce projet tandis qu'on ferme des dizaines de commerces dans les noyaux commerçants. L'objectif est de capitaliser sur une clientèle et une chalandise qui aujourd'hui ne viennent plus à Bruxelles, y compris dans nos noyaux commerçants, et de jouer le rôle de locomotive pour les attirer à nouveau.

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

16


signaal willen geven door de Heizel als locatie te kiezen. Dat sluit geenszins uit dat er op de site van Schaarbeek-Vorming handelsinfrastructuur komt die in verband zou staan met de sportactiviteit. Het grote winkelcentrum van 50.000 tot 100.000 m² zal evenwel op de Heizel komen. Wat de financiering van het stadion betreft, alle opties nog open. Het is niet omdat winkelcentrum niet vlak naast het stadion liggen, dat het niet tot de financiering ervan bijdragen.

zijn het zal kan

Er zijn meerdere plaatsen die in aanmerking komen voor het winkelcentrum op de Heizel. Aangezien de Heizel eigendom is van BrusselStad, zal die gemeente een richtplan moeten opstellen en de definitieve locatie bepalen. Het moet een groot winkelcentrum met internationale ambitie worden dat plaats biedt aan winkels met een aantrekkelijk imago waarvoor klanten van heinde en verre naar Brussel afzakken. Er zijn trouwens ongeveer 200 belangrijke winkelketens of merken zonder vestiging in Brussel. Het winkelcentrum moet complementair zijn met de vier huidige handelskernen in het noorden van het gewest. In sommige van die handelskernen gaan de zaken immers nog steeds niet bijster goed. De komst van een winkelcentrum mag de problemen niet verergeren. Ik wil een nuloperatie vermijden. Het mag niet de bedoeling zijn dat de werkgelegenheid die het winkelcentrum oplevert, teniet wordt gedaan door de sluiting van tientallen winkels in de handelskernen. Het winkelcentrum moet vooral gericht zijn op klanten die Brussel vandaag links laten liggen.



M. Walter Vandenbossche (en néerlandais).Visiblement, il s'agit là d'une question très sensible. Pour ma part, je suis aussi opposé à des implantations dans la périphérie, et pas uniquement à Bruxelles.

De heer Walter Vandenbossche.- Dit blijkt duidelijk een heel gevoelig thema te zijn. Toen ik nog niet in de politiek zat, heb ik er persoonlijk voor gezorgd dat er geen inplantingen kwamen op de Michelinsite in Sint-Pieters-Leeuw en dat Carrefour zich niet vestigde in Zellik. Daarmee wil ik maar aantonen dat ik ook tegen vestigingen in de Rand ben en niet alleen in Brussel.

Ne répétons pas les erreurs du passé, comme pour le Westland Shopping Center. Dans tous les cas, il convient d'étudier attentivement l'impact possible


17

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



sur la clientèle de la rue Neuve. La rue Neuve est aussi un projet commerçant qui attire de nombreuses personnes extérieures à la Région. Il faut être attentif à l'impact que cela peut avoir sur les clients de la rue Neuve et au glissement de la clientèle que cela peut provoquer.

Mevrouw Lemesre heeft wel een punt wanneer het gaat over de Nieuwstraat. Hoeveel kan deze straat precies dragen? De Nieuwstraat is ook een winkelproject dat heel wat mensen van ver buiten het gewest aantrekt. Een euro wordt echter maar éénmaal uitgegeven, en ik vrees dat we hier met een verhaal te maken hebben zoals dat van het Westland Shopping Center. Dat zou nooit de Wayezstraat in vraag gesteld hebben, zo werd beweerd, maar u moet daar vandaag maar eens een kijkje gaan nemen. Ik vind in ieder geval dat aandachtig moet bekeken worden wat de impact kan zijn op de cliënten van de Nieuwstraat en in welke mate er een verschuiving zou kunnen gebeuren.

M. Benoît Cerexhe, ministre (en néerlandais).Le gouvernement a étudié l'impact sur la rue Neuve, et il s'agirait surtout de personnes venant du sud de Bruxelles.

De heer Benoît Cerexhe, minister.- De regering heeft opdracht gegeven om de impact op de Nieuwstraat te bestuden en uit de resultaten blijkt dat het hier vooral zou gaan om mensen vanuit het zuiden van Brussel.

M. Walter Vandenbossche.- Il s'agit de clients originaires de l'extérieur de la Région.

De heer Walter Vandenbossche (in het Frans).Het gaat hier over klanten die van buiten Brussel komen.

(poursuivant en néerlandais) (verder in het Nederlands) D'où viennent-ils ? Waar komen die vandaan, zegt u ?

M. Benoît Cerexhe, ministre.- Une carte très précise a été établie. Les résultats d'analyses objectives réalisées par les meilleurs consultants en la matière démontrent que la clientèle des deux grands pôles supra-régionaux que sont le haut de la ville et la rue Neuve provient essentiellement du sud. On capitalise très peu sur le nord. C'est là que sont les potentialités.

De heer Benoît Cerexhe, minister (in het Frans).- Uit objectieve onderzoeksresultaten van de knapste experts blijkt dat de klanten in de bovenstad en de Nieuwstraat vooral uit het gebied ten zuiden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komen. Er komen echter weinig mensen uit het noorden afgezakt. Daar is dus nog potentieel.

- L'incident est clos.

- Het incident is gesloten.

INTERPELLATION DE VANDENBOSSCHE

M.

WALTER

INTERPELLATIE VAN DE HEER WALTER VANDENBOSSCHE

À M. BENOÎT CEREXHE, MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE

TOT DE HEER BENOÎT CEREXHE, MINISTER VAN DE BRUSSELSE


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

18


BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉ L’EMPLOI, DE L’ÉCONOMIE, DE RECHERCHE SCIENTIFIQUE ET DE LUTTE CONTRE L’INCENDIE L’AIDE MÉDICALE URGENTE,

DE LA LA ET

HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET TEWERKSTELLING, ECONOMIE, WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP,

concernant "l'accompagnement entrepreneurs qui font faillite".

des

betreffende "de begeleiding faillissementen van ondernemers".

bij



M. Walter Vandenbossche (en néerlandais).- Le CD&V a réagi très positivement lorsque vous avez présenté le service d'aide téléphonique aux indépendants en détresse psychologique.

De heer Walter Vandenbossche.- Mijnheer de minister, de CD&V reageerde zeer positief toen u eind november de telefonische hulplijn voor zelfstandigen in psychische nood heeft voorgesteld. Het is een hulplijn waar mensen 24 uur op 24 anoniem en gratis hun verhaal kwijt kunnen. Dat is lovenswaardig, want kleine zelfstandigen in crisissituaties weten vaak niet waar ze terecht kunnen.

Selon le Centre pour entreprises en difficulté, les dirigeants de PME et les petits indépendants sont facilement déroutés par des problèmes professionnels. De nombreux entrepreneurs, et pas seulement des débutants mal préparés, sont aussi en proie à une pauvreté latente. C'est un problème économique et social. Je plaide donc en faveur de l'extension de votre service d'aide téléphonique à l'octroi d'une assistance juridique, au renvoi vers des instances sociales et à l'accompagnement des entrepreneurs qui font faillite. Ce service peut les aider, car ils subissent le contrecoup psychologique de la faillite, lié notamment aux réactions sociales et aux conséquences financières et économiques. L'asbl Tussenstap, une initiative de l'UNIZO, offre aussi des services qui vont du soutien psychosocial à l'avis technico-juridique. L'aide de première ligne y est apportée par des volontaires qui sont eux-mêmes passés par une faillite. Les pouvoirs publics doivent stimuler une dynamique entrepreneuriale saine. Il faut une proportion équilibrée d'entreprises débutantes et d'entreprises qui cessent leurs activités. La politique ne peut pas se contenter de miser sur l'afflux d'entrepreneurs débutants. Elle doit aussi tenir compte de la dynamique d'entreprise. Le CD&V plaide pour une approche multidisciplinaire, sur la base d'un réseau impliquant les CPAS. Pensez-vous que l'accompagnement des faillites, le

De ervaring van het Brusselse Centrum voor Ondernemingen in Moeilijkheden leert ons dat zaakvoerders van KMO's en kleine zelfstandigheden zich veel te gemakkelijk uit het veld laten slaan door zakelijke problemen. Heel wat ondernemers kampen ook met verdoken armoede. Ik heb het dan niet enkel over slecht voorbereide starters, maar ook over bedrijfsleiders bij wie het water hun hele leven lang tot aan hun lippen komt en die op de rand van de armoede leven. Dit is niet enkel een economisch, maar ook een sociaal probleem. Ik pleit er dan ook voor om uw hulplijn uit te breiden en ook te voorzien in juridische bijstand, doorverwijzing naar sociale instanties en begeleiding van ondernemers die failliet gaan. Ik denk dat begeleidingen van faillissementen om twee redenen noodzakelijk zijn. Ten eerste is er het humanitaire aspect. Een faillissement en de bijgaande reacties van de maatschappij zorgen ervoor dat de ondernemer een zware mentale klapt krijgt. Bovendien komt er ook een einde aan een vertrouwde financieel-economische situatie. Dat geeft aanleiding tot angst en roept tal van vragen op. De hulplijn kan zulke ondernemers dus steunen. Ik verwijs ook naar een initiatief van UNIZO,


19

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


renvoi vers des organismes sociaux et une assistance juridique, peuvent représenter une plusvalue pour l'accompagnement des entrepreneurs en difficulté ? Le projet de service d'aide téléphonique peut-il être étendu ? Pensez-vous qu'une initiative telle que Tussenstap a sa place en Région bruxelloise ? Combien d'entreprises bruxelloises ont-elles été déclarées en faillite entre 2002 et 2007 ? Combien d'entreprises ont-elles été créées pendant la même période ? Combien d'entreprises le Centre pour entreprises en difficulté a-t-il accompagné entre 2002 et 2007 ? A quelles instances et organisations le service d'aide téléphonique renvoie-t-il les entrepreneurs en difficulté ? En Région bruxelloise, combien d'indépendants ayant fait faillite bénéficiaient-ils d'allocations des CPAS en 2002-2007 ? Comment le service d'aide téléphonique pour indépendants a-t-il été promu auprès des entrepreneurs ? Qu'avez-vous entrepris pour stimuler la dynamique d'entreprise dans le cadre du Contrat pour l'économie et l'emploi ? Combien d'entrepreneurs le projet "reprise" a-t-il accompagné depuis sa création ? Quel est l'effet de la reprise ? Est-ce un instrument d'accompagnement suffisant ? Où en sont les initiatives en matière de logement, de propreté et d'éclairage public, visant à stimuler la dynamique d'entreprise que vous aviez annoncées au début de votre mandat ? Il est primordial de savoir quelle aide vous pouvez apporter face à la honte qui accompagne une faillite, et à la pauvreté des indépendants. (Mme Marie-Paule Quix, deuxième viceprésidente, prend place au fauteuil présidentiel)


namelijk het vrijwilligerswerk voor Tussenstap. Deze organisatie biedt zowel psycho-sociale ondersteuning als technisch-juridisch advies. De eerstelijnshulp wordt aangeboden door vrijwilligers die zelf ondernemer waren en meestal na een faillissement aan een nieuwe loopbaan zijn begonnen. De overheid moet een gezonde bedrijfsdynamiek stimuleren. Er moet een goede verhouding zijn tussen het aantal startende en stoppende ondernemingen. Onder meer door ondernemers voor een faillissement te behoeden, remt men de vervanging van "zieke" door "gezonde" ondernemers af. Het beleid mag niet uitsluitend gericht zijn op de instroom van starters, maar moet ook rekening houden met de bedrijfsdynamiek. De CD&V dringt aan op een multidisciplinaire aanpak op basis van een goed functionerend netwerk waarbij ook de OCMW's nauw worden betrokken. Denkt u dat begeleiding bij faillissementen, doorverwijzing naar sociale instanties en juridische bijstand een meerwaarde kan betekenen bij de begeleiding van ondernemers in moeilijkheden? Kan het project van de hulplijn uitgebreid worden? Denkt u dat er in het Brussels Gewest plaats is voor een initiatief als Tussenstap? Hoe denkt u dit te realiseren? Hoeveel bedrijven werden er in de periode 20022007 failliet verklaard in het Brussels Gewest? Hoeveel nieuwe bedrijven werden er in de periode 2002-2007 geteld? Hoeveel ondernemingen heeft bet Centrum voor Ondernemingen in Moeilijkheden in de periode 2002-2007 begeleid? De hulplijn verwijst ondernemers in moeilijkheden door naar andere instanties. Met welke instanties en organisaties werkt de hulplijn hiervoor samen? Hoeveel gefailleerde OCMW-begunstigde zelfstandigen telde het Brussels Gewest in de periode 2002-2007? Hoe wordt de hulplijn voor zelfstandigen in het


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

20


Brussels Gewest bij de ondernemers gepromoot? Welke initiatieven hebt u in het kader van het contract voor de Economie en de Tewerkstelling genomen om de bedrijfsdynamiek te stimuleren? Hoeveel ondernemers heeft het project "overnamemarkt" sinds zijn bestaan tot op heden begeleid? Wat is het effect van de overnamemarkt? Volstaat dit als beleidsinstrument? Bij de aanvang van uw ambtstermijn stelde u dat u samen met de regering initiatieven zou nemen inzake huisvesting, netheid en straatverlichting om de bedrijfsdynamiek te stimuleren. Wat is de stand van zaken? De fundamentele vraag is of u iets kunt doen aan de schaamte die gepaard gaat met een faillissement of aan de armoede bij zelfstandigen. Ook in geval van nood moet u een helpende hand kunnen bieden. (Mevrouw Marie-Paule Quix, tweede ondervoorzitter, treedt als voorzitter op)

Discussion

Bespreking

Mme la présidente.- La parole est à M. Lahlali.

Mevrouw de voorzitter.- De heer Lahlali heeft het woord.

M. Mohamed Lahlali.- Le groupe PS souhaite revenir sur la dynamique qu'a connue la Région durant l'année 2007. Il s'agit d'une année faste, puisque pas moins de dix mille entreprises ont été créées. C'est la première fois que ce seuil de création d'entreprises a été dépassé en Région bruxelloise. Cette croissance spectaculaire du nombre de créations d'entreprise va de pair avec une diminution très sensible du nombre de faillites à Bruxelles, qui est tout aussi encourageante.

De heer Mohamed Lahlali (in het Frans).- Op 16 januari jongstleden maakte u samen met de directeur van het BAO een balans van 2007 op. Die balans was bijzonder positief. In 2007 was Brussel zonder twijfel het meest ondernemende gewest van het land. Er werden voor het eerst niet minder dan 10.000 bedrijven opgericht. Bovendien ging die spectaculaire groei gepaard met een aanzienlijke daling van het aantal faillissementen, wat zeer bemoedigend is.

M. le ministre, à l'occasion de la conférence de presse que vous avez tenue avec le directeur de l'Agence bruxelloise pour l'entreprise le 16 janvier 2008, plusieurs médias ont commenté les statistiques de 2007. Vous avez également présenté les nouvelles initiatives qui seront lancées en 2008 pour encourager l'initiative et l'esprit

Wij kunnen ons alleen maar verheugen over die cijfers, maar dat wil niet zeggen dat de regering op haar lauweren mag rusten. De werkloosheidscijfers blijven immers alarmerend, met name bij bepaalde bevolkingsgroepen. De relatief sterke groei van het aantal nieuwe bedrijven de voorbije vijf jaar heeft niet tot een


21

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


d'entreprise à Bruxelles. Il en ressortait que la Région de Bruxelles est sans conteste la plus entrepreneuriale en Belgique, que la croissance est constante depuis 2007, que ce caractère entrepreneurial ne se réalise pas aux dépens de la qualité des créations et du taux des faillites, que la Région de Bruxelles-Capitale conserve un taux de création de sociétés supérieur à celui des deux autres Régions, qu'elle est la seule Région où le nombre de faillites a diminué en 2007, que le stock d'entreprises n'est pas négativement influencé par les cessations d'activités et que le nombre d'indépendants est en croissance.


sterke daling van de werkloosheid geleid. Hoeveel banen zijn er in 2007 door die nieuwe bedrijven gecreëerd? Hebt u ook cijfers over de vorige jaren? Het is belangrijk dat wij een duidelijk beeld hebben van de meerwaarde die door die nieuwe bedrijven inzake tewerkstelling wordt geschapen.

On ne peut que se réjouir de ces chiffres et de vos commentaires à ce propos. Mais si ces chiffres sont bons, le groupe PS attend du gouvernement qu'il ne lâche pas prise pour autant. La création d'entreprises est un signe de bonne santé économique mais, par ailleurs, nous constatons que les chiffres du chômage sont alarmants, notamment dans certaines couches de la population bruxelloise. Ceci même s'ils sont en amélioration constante. Il y a des signes qui ne trompent pas. Une croissance relativement forte du nombre de créations d'entreprise sur cinq ans ne révèle pas une forte décroissance du non-emploi. Nulle part nous n'avons d'ailleurs vu ou entendu qu'une relation ait été faite entre la création d'entreprises et la création de nouveaux emplois par ces mêmes entreprises. M. le ministre, combien d'emplois ont-ils été créés au sein de ces entreprises apparues en 2007 ? Disposez-vous éventuellement de statistiques concernant les années précédentes ? Si vous ne disposez pas de ces données aujourd'hui, nous pourrons revenir ultérieurement sur cette problématique. Il me semble qu'il est important de définir clairement la relation qu'il y a entre la création d'entreprises et la plus-value en termes d'emploi. Mme la présidente.- La parole est à M. Cerexhe.


M. Benoît Cerexhe, ministre (en néerlandais).42.000 entreprises ont été créées et 7.300 faillites enregistrées en Région bruxelloise au cours des cinq dernières années. Votre interpellation me permet de préciser la mission, les actions et le mode de fonctionnement du Centre pour Entreprises en difficulté (CEd).

De heer Benoît Cerexhe, minister.- Tijdens de laatste vijf jaren werden in het Brussels gewest 42.000 ondernemingen opgericht. Men kan zich hierover enkel verheugen. Toch kende het gewest tijdens dezelfde periode 7.300 faillissementen. Uw interpellatie biedt me in dit verband - eens te meer - de gelegenheid om de opdracht te verduidelijken van het Centrum voor


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


Les PME forment le moteur du développement économique de notre Région et de la création d'emploi dans le secteur privé, mais leur survie est souvent délicate au cours des cinq ans qui suivent leur création. Les chefs d'entreprises sont confrontés à toutes sortes de difficultés comme une mauvaise entente entre actionnaires, des conflits commerciaux, des problèmes de gestion, des retards de paiement, des dettes fiscales ou sociales, la perte d'un client important, des problèmes au niveau des ressources humaines, des fautes stratégiques, de l'épuisement professionnel, etc. Le CEd - centre unique en son genre en Belgique apporte son aide psychologique et technique aux indépendants et dirigeants d'entreprises en les incitant à anticiper les problèmes qui se présentent, à trouver de nouvelles solutions pour leurs problèmes et à prendre contact avec des spécialistes en marketing et en questions juridiques, fiscales et financières. Depuis sa création en 2005, le centre a accueilli et accompagné 679 dirigeants d'entreprise. Il fournit des conseils de nature juridique, fiscale, sociale, financière et stratégique. L'expérience du centre montre qu'il importe d'assurer un soutien psychologique au chef d'entreprise qui traverse une période de crise. A cette fin, le centre a développé trois nouveaux services : un téléconseil, un carnet d'adresses et un jeu de fiches pratiques. Le service d'aide téléphonique est assuré par une équipe de consultants psychologues spécialisés dans l'accompagnement d'entrepreneurs, susceptibles d'apporter une aide tant psychologique que pratique. Le carnet d'adresses permet aux dirigeants de PME en difficulté de mieux s'y retrouver dans le dédale des structures d'aide, des spécialistes et autres facilités développées pour les aider à ne pas lutter seuls. Il est disponible gratuitement dans les CPAS, les ministères, chez les médecins, etc. Les fiches pratiques ont été élaborées sur la base des problèmes majeurs les plus fréquents que rencontrent les indépendants et les dirigeants de PME.

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

22


Ondernemingen in moeilijkheden (COm), de acties van het Centrum en zijn werkingswijze. Zoals u weet, vormen de KMO's de motor van de economische ontwikkeling van ons gewest. Zij zorgen voor het merendeel van de werkgelegenheid in de privésector. Toch blijkt hun voortbestaan vaak een gevoelige zaak, vooral tijdens de eerste vijf jaar na hun oprichting. De moeilijkheden waarmee bedrijfsleiders worden geconfronteerd, kunnen van uiteenlopende aard zijn : een moeilijke verstandhouding tussen aandeelhouders, handelsconflicten, problemen inzake beheer, achterstallige betalingen, fiscale of sociale schulden, het verlies van een belangrijke klant, problemen op het vlak van van human resources, strategische fouten, burn-out, enzovoort. De actie van het Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden past in deze bijzondere context. Dit Centrum is trouwens een unicum in België. Het stelt zich tot doel zelfstandigen en bedrijfsleiders psychologisch en technisch bij te staan door hen ertoe aan te zetten om vooruit te lopen op problemen die zich aandienen, nieuwe oplossingen te vinden voor hun problemen, en contact op te nemen met deskundigen inzake marketing en juridische, fiscale en financiële aangelegenheden. Sedert de oprichting in 2005 heeft het Centrum 679 bedrijfsleiders opgevangen en begeleid en hen advies verstrekt om uit de problemen te geraken. Dit advies is van juridische, fiscale, sociale, financiële en strategische aard. De ervaring van het Centrum heeft aangetoond dat wanneer een bedrijfsleider een crisisperiode doormaakt, hij ook op persoonlijk vlak nood heeft aan psychologische steun. Het is net het psychologische aspect waaraan we in 2007 extra aandacht hebben willen besteden met drie nieuwe diensten van het COM: tele-advies, een adressenlijst en een reeks praktische fiches voor ondernemers. De telefonische hulpdienst wordt verzekerd door een team van psychologische consulenten met ervaring op het vlak van de begeleiding van bedrijfsleiders. Zij kunnen de oproepers zowel op psychologisch als op praktisch vlak bijstaan. De andere nieuwigheid is een adressenlijst voor Brusselse ondernemers, waardoor bedrijfsleiders


23

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


Des contacts ont été pris à mon initiative entre la Région, le CEd et le Tribunal de commerce de Bruxelles, afin d'étudier différentes formes de collaboration. Le Tribunal de commerce devrait ainsi pouvoir recommander formellement aux dirigeants d'entreprise de consulter un expert agréé en problèmes de gestion avant une seconde convocation. Le CEd va signer un accord de partenariat avec le barreau bruxellois, afin de permettre aux dirigeants d'entreprise qui ne peuvent se payer les services d'un avocat de bénéficier de l'aide d'un avocat spécialisé. Le BECI, l'ABE et le CEd ont lancé à la fin de l'année dernière un programme comptable pro deo en vue d'offrir gratuitement une assistance comptable aux créateurs et aux dirigeants d'entreprises en difficulté. De nombreuses structures publiques et privées orientent et conseillent les entreprises bruxelloises : l'ABE, le BECI, le CEd, UNIZO, etc. Les PME bruxelloises peuvent aussi bénéficier d'un soutien dans le cadre de l'expansion économique. La Région finance également les formations en gestion d'entreprise organisées par les universités, les écoles supérieures, les asbl et autres structures représentatives des PME. Sans oublier le plan de transmission d'entreprises. L'initiative "vrijwilliger bij tussenstap" de l'UNIZO rejoint notre préoccupation d'offrir un accompagnement technique et psychologique aux chefs d'entreprise bruxellois. Nous allons contacter cet organisme pour voir s'il est possible de mettre en place une collaboration avec nos structures.


van KMO's in moeilijkheden beter hun weg kunnen vinden in het doolhof van hulpstructuren, deskundigen en andere faciliteiten die bedoeld zijn om ervoor te zorgen dat ze er niet alleen voorstaan. De adressenlijst is gratis en wordt verdeeld door de OCMW's, de ministeries, accountants, geneesheren, enzovoort. Ook zijn er een vijftigtal fiches beschikbaar. Deze worden verdeeld op talrijke plaatsen in Brussel: bij boekhouders bijvoorbeeld, in onthaalstructuren of bij geneesheren, die vanzelfsprekend ook bedrijfsleiders onder hun patiënten hebben. Deze fiches werden opgesteld op basis van de belangrijke problemen die zich het vaakst voordoen bij zelfstandigen en bedrijfsleiders van KMO's . Op mijn initiatief zijn er contacten gelegd tussen het Brussels Gewest, het COm en de Handelsrechtbank van Brussel om verschillende samenwerkingsvormen te onderzoeken. Zo zou de Rechtbank bedrijfsleiders formeel kunnen aanbevelen om een erkend deskundige inzake probleembeheer te raadplegen nog voor een tweede oproeping. Het COm staat op het punt een samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen met de Brusselse balie om bedrijfsleiders in moeilijkheden die geen advocaat kunnen betalen, de mogelijkheid te geven om juridische bijstand te genieten van een gespecialiseerd advocaat. Tot slot hebben het BECI, het BAO en het COm eind vorig jaar een boekhoudkundig pro deo-programma gelanceerd om oprichters van ondernemingen en bedrijfsleiders in moeilijkheden een gratis begeleiding aan te bieden door Brusselse boekhouders.

(poursuivant en français) Quelque 10.500 nouvelles entreprises ont été créées en Région bruxelloise. Il s'agit d'une augmentation considérable, renforcée par la diminution du nombre de faillites. Selon nos études, la création d'entreprise constitue, en outre, un magnifique vecteur d'intégration dans notre Région. Une nouvelle entreprise sur deux est en effet créée par une personne étrangère ou un Belge d'origine étrangère. C'est extrêmement positif. Je ne dispose pas de chiffres relatifs aux nouveaux emplois créés par ces nouvelles entreprises. J'attire cependant votre attention sur le fait qu'il ne s'agit

Het gewest blijft dus niet in gebreke wanneer het erom gaat de Brusselaars bij te staan bij het ondernemen. Ik kan nog vele andere initiatieven opnoemen. Zo bestaan er tal van publieke en private structuren die de Brusselse ondernemingen begeleiden en advies geven: het BAO, het BECI, het COm, UNIZO, enzovoort. De Brusselse KMO's kunnen ook steun genieten in het kader van de economische expansie (investeringssteun, enzovoort). Het gewest ondersteunt ook financieel de opleidingen in bedrijfsbeheer die worden georganiseerd door universiteiten, hogescholen, vzw's en andere representatieve structuren van de KMO's. Tot slot is er nog het plan voor de


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

24


pas d'indépendants qui auraient opté pour une structure juridique comme la société unipersonnelle. Le nombre d'indépendants est d'ailleurs également en augmentation. Ne vous faites néanmoins pas d'illusion sur les chiffres. Il s'agit de petites entreprises constituées par une, deux ou trois personnes qui débutent et qui ne créeront que progressivement de l'emploi. Elles n'ont donc pas permis de créer des milliers de nouveaux emplois en 2007.

overdracht van ondernemingen. Het initiatief "vrijwilliger bij tussenstap" van UNIZO lijkt me bijzonder interessant en gaat in op onze bezorgdheid om de Brusselse bedrijfsleiders een technische en psychologische begeleiding te bieden. Wij zullen dus contact opnemen met UNIZO om na te gaan of er een samenwerking mogelijk is met onze structuren, zoals het COm. (verder in het Frans) In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden ongeveer 10.500 nieuwe ondernemingen opgericht. Bovendien daalde het aantal faillissementen. Volgens onze studies vormen de nieuwe ondernemingen een belangrijke factor voor integratie. De helft van de ondernemingen wordt immers opgericht door iemand van vreemde origine. Dat is erg positief! Ik weet niet precies hoeveel banen deze ondernemingen opleveren, maar het gaat in elk geval niet om eenmansbedrijven. Ook het aantal zelfstandigen stijgt overigens. Het gaat wel om kleine ondernemingen, met twee of drie werknemers, die slechts geleidelijk aan groeien en banen scheppen. Er zijn dus geen duizenden jobs bijgekomen in 2007.



M. Walter Vandenbossche (en néerlandais).- Je remercie le ministre pour sa réponse détaillée.

De heer Walter Vandenbossche.- Ik dank de minister voor zijn uitgebreid antwoord.



INTERPELLATION MADRANE

DE

M.

RACHID

INTERPELLATIE VAN DE HEER RACHID MADRANE

À M. BENOÎT CEREXHE, MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉ DE L’EMPLOI, DE L’ÉCONOMIE, DE LA RECHERCHE SCIENTIFIQUE ET DE LA

TOT DE HEER BENOÎT CEREXHE, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET TEWERKSTELLING, ECONOMIE, WETENSCHAPPELIJK


25

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



LUTTE CONTRE L’INCENDIE L’AIDE MÉDICALE URGENTE,

ET

concernant "le développement des microcrédits".

ONDERZOEK, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP, betreffende "de microkredieten".

bevordering

van

de

INTERPELLATION JOINTE DE M. YVES DE JONGHE D'ARDOYE D'ERP,

TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE VAN DE HEER YVES DE JONGHE D'ARDOYE D'ERP,

concernant "la création d'entreprises à Bruxelles".


INTERPELLATION JOINTE JULIE FISZMAN,

DE

MME

TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE MEVROUW JULIE FISZMAN,

VAN

concernant "Brusoc et l'économie sociale en Région bruxelloise".

betreffende "Brusoc en de sociale economie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest".

INTERPELLATION JOINTE DE M. ANDRÉ DU BUS DE WARNAFFE,

TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE VAN DE HEER ANDRÉ DU BUS DE WARNAFFE,

concernant "la création d'entreprises à Bruxelles".


Mme la présidente.- La parole est à M. Madrane.

Mevrouw de voorzitter.- De heer Madrane heeft het woord.

M. Rachid Madrane.- Le 19 novembre dernier, la commissaire européenne en charge de la politique régionale, Mme Danuta Hübner, a présenté plusieurs recommandations visant à renforcer l'accès des personnes les plus fragilisées socioéconomiquement aux micro-crédits. Cette volonté s'inscrit dans le cadre de la stratégie de Lisbonne pour la croissance et l'emploi. La commissaire recommande notamment aux différents Etats membres d'adapter leurs cadres institutionnels de manière à favoriser le recours aux micro-crédits.

De heer Rachid Madrane (in het Frans).- Op 19 november 2007 deed Danuta Hübner, Europees Commissaris voor regionaal beleid, verscheidene aanbevelingen om kansarmen toegang te geven tot het systeem van de microkredieten, onder meer door een aanpassing van het institutioneel kader van de lidstaten. Dit strookt volledig met de strategie inzake economische groei en tewerkstelling die in Lissabon is vooropgesteld.

Elle a, par ailleurs, mis en évidence le fait que, selon différentes études européennes, les microcrédits se développeraient aussi bien dans les nouveaux Etats que dans les anciens Etats membres. Toujours dans ce cadre, Eurostat estime qu'à l'avenir, la demande potentielle de microcrédits pourrait atteindre 700.000 nouveaux prêts, représentant un montant de plus de 6 milliards d'euros à court terme.

Mevrouw Hübner wees erop dat de microkredieten even gemakkelijk ingang vinden in de nieuwe als in de oude lidstaten. Eurostat schat dat de vraag naar microkredieten in de toekomst tot 700.000 leningen zou kunnen oplopen, wat neerkomt op een bedrag van 6 miljard euro op korte termijn. Hoeveel microkredieten zijn er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toegekend? Plant u initiatieven om het systeem te stimuleren? Kansarmen hebben niet altijd toegang tot de juiste


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

26


Aussi, M. le ministre, je souhaiterais vous poser les questions suivantes. Combien de micro-crédits ont-ils été accordés en Région bruxelloise ? Conformément aux recommandations de la Commissaire, des initiatives vont-elles être mises sur pied au niveau bruxellois afin de développer la politique des micro-crédits ? On sait que les micro-crédits s'adressent aux personnes les plus fragilisées socio-économiquement. Or, en raison même de leurs difficultés, ces personnes n'ont pas forcément accès à l'ensemble des canaux d'information. Dès lors, pourriez-vous envisager de mettre en place une campagne de promotion tous publics relative aux micro-crédits ?

informatiekanalen. Zult u een promotiecampagne voeren, gericht tot alle bevolkingslagen?

Mme la présidente.- La parole est à M. de Jonghe d'Ardoye d'Erp pour son interpellation jointe.

Mevrouw de voorzitter.- De heer de Jonghe d'Ardoye d'Erp heeft het woord voor zijn toegevoegde interpellatie.

M. Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp.- La presse a récemment rapporté les bons résultats des créations d'entreprise en Région bruxelloise. Pour la première fois, le nombre de dix mille créations d'entreprise a été dépassé en 2007, avec 10.471 entreprises créées. Dans le même temps, vous nous dites, relayé par la société Graydon, que le nombre de faillites a reculé d'un peu plus de 4%. Tout un chacun se réjouit de ces chiffres, qui témoignent de l'attractivité de Bruxelles comme pôle de développement économique.

De heer Yves de Jonghe d'Ardoye d'Erp (in het Frans).- De pers heeft bericht over de goede resultaten inzake het aantal opgerichte bedrijven. In 2007 is de kaap van 10.000 opgerichte bedrijven voor het eerst overschreden. Volgens Graydon is het aantal faillissementen met meer dan 4% gedaald. De cijfers tonen aan dat Brussel een economische groeipool is.

Cependant, la Chambre de commerce et d'industrie de Bruxelles, rebaptisée BECI, nous rappelle que le nombre d'entreprises en difficulté de trésorerie a sensiblement augmenté au cours de ces deux dernières années. A ce titre, j'aurais souhaité vous demander quelques précisions. Combien d'emplois ces 10.471 nouvelles entreprises ont-elles créés ? Quel est le nombre d'entreprises unipersonnelles parmi ces 10.471 entreprises ? Quel budget votre département a-t-il globalement dégagé pour soutenir la création de ces nouvelles entreprises ?

Brussels Enterprises Commerce and Industry (BECI) herinnert er echter aan dat het aantal bedrijven in moeilijkheden aanzienlijk is gestegen tijdens de laatste twee jaren. Hoeveel banen hebben de 10.471 nieuwe bedrijven opgeleverd? Hoeveel eenmanszaken werden opgericht? Welk budget trekt u uit om de oprichting van bedrijven te steunen?

Mme la présidente.- La parole est à Mme Fiszman pour son interpellation jointe.

Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw Fiszman heeft het woord voor haar toegevoegde interpellatie..

Mme Julie Fiszman.- L'accès au crédit a fait récemment des vagues dans l'actualité. Je me concentrerai cependant sur un point plus pratique. En effet, l'accord de gouvernement explique dans son chapitre 2 que l'économie sociale est l'un des vecteurs importants du développement d'une

Mevrouw Julie Fiszman (in het Frans).- Het regeerakkoord noemt de sociale economie erg belangrijk voor de ontwikkeling van de wijken en het scheppen van laaggekwalificeerde banen. Daarvoor zou Brusoc, een afdeling van de GIMB, versterkt worden. Brusoc bestaat sinds 2001 en


27

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



économie urbaine centrée sur le développement des quartiers et la création d'emplois faiblement qualifiés. L'accord de majorité prévoit dans ce même point que le rôle de Brusoc sera renforcé. Brusoc, une des trois filiales de la SRIB, créée en mars 2001, regroupe toutes les activités d'insertion et d'économie sociale et finance et accompagne les indépendants, les petites entreprises et les projets d'économie sociale, en octroyant des prêts à des taux préférentiels. Comme M. Madrane l'a évoqué, les projets liés à l'économie locale, soit les outils financiers de micro-crédits et les fonds d'amorçage, sont également importants.

omvat alle activiteiten in verband met sociale inschakeling en economie. Ze ondersteunt zelfstandigen, kleine ondernemingen en sociale projecten via goedkope leningen. Ook microkredieten en startersfondsen voor de plaatselijke economie zijn belangrijk.

Dans la note que vous m'aviez transmise sur la politique d'accès au crédit à la suite d'une précédente interpellation, je relève qu'entre 2003 et 2005, sur 96 dossiers gérés par Brusoc, seulement 10 entreprises ont cessé leurs activités. C'est un excellent résultat, compte tenu de la nature des activités soutenues et du fait que Brusoc s'adresse notamment à un public fragilisé disposant de peu de moyens financiers, mais d'une bonne capacité d'entreprendre.

Binnen het programma Doelstelling II 2001-2006, investeerde Brusoc 4 miljoen euro in 200 ondernemingen. Dat leverde ruim 500 duurzame banen op. De leningen worden gemiddeld na drie jaar terugbetaald met een interest van 4%. Dit is een erg interessant instrument.

Comme vous l'avez vous-même souligné dans un discours prononcé lors de l'événement Brusoc du 27 juin 2007, l'évolution des interventions de Brusoc est remarquable. Dans le cadre de la programmation Objectif II 2001-2006, Brusoc a investi 4 millions d'euros dans 200 entreprises. La création d'emplois est supérieure à 500 emplois durables. Les remboursements obtenus se font sur une moyenne de 3 ans à un taux d'intérêt de 4%. Cet outil me paraît donc particulièrement intéressant. Un autre outil financier est le prêt subordonné, qui touche plus particulièrement le secteur de l'économie sociale. Nous pouvons lire dans la brochure distribuée par Brusoc la phrase suivante : "Pour les projets d'économie sociale ou d'insertion développés dans le cadre d'une asbl, d'une entreprise d'insertion ou d'une entreprise commerciale avec un objectif d'économie sociale, Brusoc met à leur disposition un prêt subordonné". Cet outil fait l'objet d'une convention annuelle entre le ministre en charge de l'Economie et Brusoc. Tous les projets soutenus par Brusoc bénéficient d'un accompagnement personnalisé, dès le premier contact et tout au long de l'intervention, ainsi que d'une assistance ponctuelle

Van de 96 ondernemingen waarmee Brusoc samenwerkte tussen 2003 en 2005, sloten er slechts 10 de deuren. Dat is een mooi resultaat, gezien de aard van de activiteiten en het feit dat Brusoc zich richt tot een publiek met weinig financiële mogelijkheden.

Ook nuttig zijn de achtergestelde leningen die Brusoc aanbiedt aan vzw's of ondernemingen voor projecten in het kader van de sociale economie. Hierover sluit de minister van Economie jaarlijks een akkoord af met Brusoc. Al deze projecten krijgen een persoonlijke begeleiding en Brusoc springt ook bij in het beheer. Door dit soort lening krijgt het sociale resultaat de voorkeur op het financiële resultaat. Hoe verloopt het aantal achtergestelde leningen de laatste vijf jaar? Welk gedeelte van de leningen van Brusoc wordt niet terugbetaald? Hoe evolueert het budget van Brusoc, meer bepaald voor de achtergestelde leningen? Is er al een nieuwe overeenkomst hierover? Met welke middelen zult u de diverse activiteiten van Brusoc versterken?


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

28


en gestion. Dans le cadre de cette interpellation, je m'attache en particulier au prêt subordonné, très utile aux projets économiques de nature à favoriser davantage le résultat social plutôt que le résultat financier, et qui offrent une valeur ajoutée humaine importante. Quelle est l'évolution des interventions financières du prêt subordonné au cours des cinq dernières années ? Quel est le taux de prêts non remboursés des interventions Brusoc dans ce cadre ? Quelle est l'évolution du budget Brusoc, et du prêt subordonné en particulier ? Où en est la signature de la convention concernant ce dernier ? De façon plus générale, quels moyens seront mis en oeuvre pour renforcer les différentes actions menées par Brusoc dans le futur ?

Mme la présidente.- La parole est à M. du Bus de Warnaffe pour son interpellation jointe.

Mevrouw de voorzitter.- De heer du Bus de Warnaffe heeft het woord voor zijn toegevoegde interpellatie.

M. André du Bus de Warnaffe.- Chacun se réjouit des bons chiffres relatifs à la création d'entreprises en Région bruxelloise, que vous avez annoncés lors de votre conférence de presse. En effet, plus de dix mille entreprises ont été créées et dans le même temps, le nombre de faillites a diminué. Les efforts du gouvernement pour promouvoir la création d'entreprises à Bruxelles sont à la base de ces résultats. Investir à Bruxelles devient aujourd'hui valorisant pour une entreprise, selon le principe de proximité et d'attractivité ; plus les entreprises sont nombreuses à un endroit, plus elles exercent un phénomène d'attractivité sur d'autres entreprises. Il est à espérer que les efforts entrepris pour 2008 continueront dans ce sens, malgré les chiffres plus circonspects de la croissance, et que la nouvelle ordonnance pour l'expansion économique permettra de soutenir un grand nombre d'entrepreneurs bruxellois.

De heer André du Bus de Warnaffe (in het Frans).- Iedereen is verheugd over de oprichting van meer dan 10.000 bedrijven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de daling van het aantal faillissementen. Het regeringsbeleid werpt vruchten af. Het loont om te investeren in Brussel. Bovendien trekken bedrijven altijd nieuwe bedrijven aan. Ik hoop dan ook dat de cijfers van 2008 even goed zullen zijn en dat de nieuwe ordonnantie betreffende de ondersteuning van economische expansie nog meer ondernemers zal aantrekken.

Un aspect de la création d'entreprises m'interpelle tout particulièrement, à savoir la création d'entreprises par les jeunes. Dernièrement, la FEB a mené une campagne appelée "Ta propre entreprise". Elle consistait en une grande enquête menée auprès de 1.200 jeunes issus à plus de 85% de l'enseignement supérieur, c'est-à-dire des hautes

Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) organiseerde een grootschalig onderzoek naar de motivatie van studenten uit het hoger onderwijs om een bedrijf op te richten. Bij het afstuderen van de middelbare school is 38% van de jongeren geïnteresseerd om een eigen bedrijf op te richten. Na hogere studies wil 60% van de studenten die stap zetten. 74% van de jongeren meent dat ze in de middelbare school weinig of geen informatie krijgen over ondernemen. Enkel 43% van de jongeren die geïnteresseerd zijn in ondernemen, weet waar ze terechtkunnen voor informatie. Alle jongeren vinden dat ze tijdens hun middelbare studies beter moeten worden


29

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


écoles et des universités. Le but de cette enquête était de comprendre et d'analyser la motivation des jeunes pour se lancer dans leur propre entreprise. Nous pouvons en tirer quatre enseignements intéressants : - en achevant leurs études secondaires, 38% des jeunes sont intéressés par le lancement de leur propre entreprise. Ce chiffre passe à 60% à la fin des études supérieures ; - 74% d'entre eux estiment également que l'information fournie dans le secondaire sur les possibilités d'entreprendre est lacunaire, trop faible, voire inexistante ; - parmi les jeunes qui souhaitent se lancer dans la création d'entreprise, seuls 43% savent où s'adresser pour obtenir les informations relatives au lancement d'une activité ; - la totalité des jeunes interrogés se disent séduits à l'idée d'une information spécifique à l'entrepreneuriat durant les études supérieures. Ces chiffres permettent d'établir une corrélation claire entre la motivation des jeunes pour créer une entreprise et l'information qui leur est dispensée durant le cursus du secondaire, voire le cursus de l'enseignement supérieur. Ce constat doit susciter des réactions de la part du politique. La FEB propose quatre solutions. Premièrement, outre la sensibilisation via des partenaires extérieurs, qui existe aujourd'hui dans l'enseignement primaire et secondaire, il serait intéressant d'intégrer cette problématique dans les programmes officiels eux-mêmes, et non plus par le biais d'asbl externes. Dans le supérieur, il faudrait une formation spécifique à la création et à la reprise d'entreprises. Deuxièmement, la FEB propose d'encourager non seulement la création d'entreprises, mais aussi et surtout, la reprise d'entreprises existantes. Troisièmement, elle propose de simplifier et de mieux communiquer les instruments publics existants. Enfin, elle souhaite une meilleure information via les médias sur les possibilités de l'entrepreneuriat. Les résultats de cette enquête vous sont connus, j'en suis certain. Mais il me paraissait important de s'y attarder quelques instants et de les mettre en


geïnformeerd over ondernemen. Uit de cijfers blijkt dat er een duidelijk verband bestaat tussen de ondernemingszin van jongeren en de informatie die ze van het onderwijs krijgen. Deze vaststelling moet zijn weerslag vinden in het beleid. Het VBO stelt voor om de sensibilisering in het officiële lessenpakket op te nemen, de overname van bestaande bedrijven meer aan te moedigen, de overheidsinstrumenten te vereenvoudigen en de informatie over de ondernemingsmogelijkheden te verbeteren. Op 16 januari hebt u de cijfers meegedeeld over het aantal bedrijfsoprichtingen en het aantal faillissementen. Hoe zit het met het aantal overnames? Wat is het profiel van de overnemer? Worden jonge ondernemers gewezen op de mogelijkheid om een bedrijf over te nemen? In 2008 zal een groot deel van de acties worden toegespitst op de sensibilisering van schoolgaande jongeren. Zal dit gebeuren in samenwerking met de verschillende privépartners zoals het VBO? Wat is de beste manier om de informatie over het ondernemerschap in de middelbare scholen te verspreiden? Er bestaan reeds een aantal interessante initiatieven. Zo geeft de vzw "Les jeunes entreprises" leerlingen in het secundair onderwijs de mogelijkheid om een bedrijf op te richten en dit gedurende een heel jaar te beheren. Hun project wordt door vakmensen gevolgd en begeleid. Het gewest steunt deze vzw. Hebt u in het kader van de projecten voor 2008 contact met deze vzw opgenomen om informatiecyclussen in nieuwe scholen te organiseren? Het zou misschien ook nuttig zijn een rondetafel met de reeds bestaande actoren te organiseren om een vernieuwende aanpak uit te werken, zodat de informatie de jongeren beter bereikt. Hoe zit het met de tentoonstelling waarover u hebt gesproken? Zullen de jongeren uit de middelbare scholen bij de voorbereiding ervan worden betrokken? Er bestaan reeds programma's, zoals JEEP, om de


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


lien avec vos propos de ce 16 janvier. Mes questions seront donc les suivantes. Vous avez donné les chiffres d'entreprises créées et en faillite, mais disposez-vous de la même façon du nombre d'entreprises qui ont fait l'objet d'une reprise ? Dans ce cas, quel est le profil-type du repreneur ? Les jeunes entrepreneurs sont-ils sensibilisés à la possibilité de la reprise d'une société ?

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

30


jongeren in het laatste jaar van het middelbaar onderwijs een beter beeld te geven van de realiteit van de arbeidsmarkt en de opleidingsmogelijkheden. Zou het mogelijk zijn in dit programma een hoofdstuk aan het ondernemerschap te wijden? Zult u overleg plegen met uw collega's in de andere regeringen om pedagogische programma's uit te werken?

Vous parlez de votre volonté d'axer en grande partie les actions de 2008 sur la sensibilisation à la création d'entreprises, en visant particulièrement le public des écoles. Cela se fait-il en partenariat avec différents acteurs privés, comme par exemple la FEB, qui vient de réaliser cette enquête ? Quelles sont les meilleures façons d'aborder cette problématique dans les écoles secondaires ? Il existe une initiative particulièrement riche en apprentissage pour les élèves, qui se nomme "Les jeunes entreprises". Cette asbl active dans les écoles secondaires tente de donner la possibilité à des groupes de jeunes de créer leur entreprise et de la gérer durant une année complète. Leur action est suivie et guidée par des professionnels. La Région est partenaire de cette asbl et la soutient. Avezvous, dans le cadre de vos projets 2008, pris des contacts avec elle afin de mettre en place des cycles d'information dans de nouvelles écoles ? Il serait peut-être intéressant d'organiser une table ronde avec les acteurs déjà en place dans ce domaine, afin d'être à la pointe et de proposer quelque chose de réellement novateur pour attirer les jeunes et leur transmettre l'information la plus pertinente qui soit. Qu'en est-il de l'exposition dont vous avez parlé ? De quelle façon comptez-vous attirer le public en fin d'études secondaires, par exemple, à participer à cette exposition ? Enfin, il existe déjà des programmes tels que JEEP, qui visent à sensibiliser les jeunes en dernière année du secondaire à la réalité du monde du travail et aux possibilités de formations. Selon vous, serait-il imaginable d'intégrer dans ce programme une dimension relative à la création d'entreprises ? A cette fin, quelles initiatives faudrait-il prendre avec vos partenaires des autres gouvernements compétents pour la définition de programmes pédagogiques ?


31

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



Discussion

Bespreking

Mme la présidente.- La parole est à Mme Caron.

Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw Caron heeft het woord.

Mme Danielle Caron.- Je souhaite poser une question supplémentaire. Le premier interpellant, M. Madrane, a parlé de création d'entreprises et de promotion des jeunes entreprises. Nous avons parlé des jeunes, ainsi que des diverses manières d'encourager les gens à créer leur propre structure en 2008. En 2007, les chiffres étaient bons, et je m'associe bien sûr aux félicitations de mes collègues. Je désire cependant ajouter une petite touche féminine aux propos sur la création d'emplois, puisque davantage de collègues masculins sont intervenus.

Mevrouw Danielle Caron (in het Frans).- Het gewest heeft in 2007 goed gescoord wat de oprichting van nieuwe bedrijven betreft. Ik wil het enthousiaste betoog van mijn collega's echter enigszins nuanceren door er een vrouwelijke toets aan toe te voegen.

Malheureusement, peu de chefs d'entreprise sont des femmes. Je ne demande pas au ministre de statistiques sur la création d'emplois par les femmes, ni sur les micro-crédits qui seraient davantage octroyés aux femmes qu'aux hommes. Ce n'est pas mon objectif, mais je souhaite que la publicité vise aussi la création d'entreprises par les femmes.

Studenten deinzen er vaak voor terug een bedrijf op te richten, omdat ze denken dat dat enorm veel middelen vergt. Kleine structuren in de dienstensector (waar geen dure machines moeten worden aangekocht) liggen nochtans binnen hun bereik, als ze tenminste op een eerste lening en op professionele begeleiding kunnen rekenen.

Lorsque l'on parle de création d'entreprise, les étudiants ont souvent peur et invoquent la nécessité de disposer de moyens énormes et d'idées extraordinaires. Or, les moyens existent pour créer de petites structures sans disposer nécessairement de grosses machines. Puisque nous nous trouvons dans une ville de services, il est possible de créer des structures sans moyens financiers extraordinaires. Mais une aide pour un premier crédit est nécessaire, ainsi que l'encouragement par une structure de professionnels. Les femmes peuvent aussi créer leurs propres structures. Cela procède d'un changement des mentalités. Les femmes disposent d'atouts, parfois même supplémentaires, qu'elles ignorent souvent. Pourquoi ? Elles doivent, dans de nombreux cas, gérer leur propre ménage avec leurs enfants et leur compagnon ou mari. Je ne dis pas que les hommes ne doivent pas le faire, mais les femmes sont souvent amenées à prendre en charge, en plus de leur profession, d'autres tâches administratives et de gestion. La compétence qu'elles acquièrent dans ces tâches leur procure souvent des atouts

Jammer genoeg zijn weinig bedrijfsleiders vrouwen. Ik vraag de minister niet naar statistieken over het aantal vrouwelijke bedrijfsleiders, maar wel naar een promotiecampagne die ook tot vrouwen is gericht.

Ook vrouwen kunnen een bedrijf oprichten. Vaak zijn ze zich niet bewust van hun troeven. Velen slagen erin hun werk te combineren met de zorg voor hun gezin en de administratieve taken die daarmee gepaard gaan. Dankzij die administratieve taken doen ze bijkomende ervaring op. Vaak aarzelen vrouwen om een "mannelijke" carrière uit te bouwen. Ook voor de aanmoediging van vrouwen moet de campagne aandacht hebben. De Europese Commissie toonde meermaals dat ze achter de oprichting van bedrijven door vrouwen staat. Jammer genoeg worden vrouwen hiertoe te weinig aangespoord. Misschien zou de Commissie via de vzw "Jeunes Entreprises" een project kunnen starten dat op vrouwen is toegespitst.


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

32


supplémentaires. La question de la motivation joue aussi. Les femmes ont souvent peur de se lancer dans des carrières considérées comme masculines. L'encouragement et la promotion sont, là aussi, nécessaires. La Commission européenne, dont le siège est à Bruxelles, est souvent demandeuse en matière de réalisation de projets de créations d'entreprises pour les femmes. Malheureusement, les débouchés et les demandes sont rares. Peut-être, au sein même de la Région bruxelloise, par l'asbl à laquelle M. du Bus de Warnaffe faisait référence, la Commission européenne pourrait-elle mettre sur pied un projet de création d'entreprises. Mme la présidente.- La parole est à M. Cerexhe.


M. Benoît Cerexhe, ministre.- Vous m'avez posé une multitude de questions dans des domaines variés. Je commencerai par le volet consacré à Brusoc, à propos duquel une partie de la réponse m'a été fournie par M. Charles Picqué, avant d'en venir au débat sur la création d'entreprises.

De heer Benoît Cerexhe, minister (in het Frans).- Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft meerdere initiatieven ontwikkeld om microkredieten toe te kennen, waaronder Brusoc, een onderdeel van de GIMB.

Dans le cadre de l'attribution des micro-crédits, la Région bruxelloise a développé divers outils, parmi lesquels Brusoc, filiale de la SRIB. D'autres opérateurs, tels que le Fonds de participation, la Coopération de crédit alternatif (Crédal) remplissent également cette fonction. Les instances régionales ont soutenu la SRIB, au travers de la première programmation européenne liée au Fonds européen de développement régional (FEDER). Par le biais de Brusoc, la SRIB a créé deux outils financiers dédiés exclusivement à la micro-finance. En effet, le micro-crédit et le fonds d'amorçage sont destinés à la création et au développement des très petites entreprises situées au sein des quartiers les plus en difficulté. Ces entreprises doivent être installées dans la zone Objectif II des fonds structurels. Le micro-crédit est adressé aux entrepreneurs sous statut d'indépendant, alors que le fonds d'amorçage cible prioritairement les petites sociétés commerciales. Celui-ci se différencie principalement par les montants maxima d'intervention.

De GIMB maakt gebruik van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en stelt via Brusoc twee vormen van microfinanciering ter beschikking van ondernemers: microkredieten en startersfondsen, die bedoeld zijn om microondernemingen in kansarme buurten te ondersteunen. Microkredieten zijn bedoeld voor zelfstandigen; starterfondsen voor kleine vennootschappen. Het verschil heeft vooral te maken met de toegekende bedragen. Het totale beschikbare bedrag van 4,8 miljoen euro wordt volledig opgebruikt tussen 2001 en 2008. Tussen 2001 en eind 2007 werden 214 leningen toegekend. U ontvangt de tabel met de jaarlijkse verdeling tussen microkredieten en startersfondsen. Dankzij microkredieten kunnen werkzoekenden zich opnieuw inschakelen in de economie door een eigen onderneming op te richten. Een belangrijk aspect van de microkredieten is de begeleiding, die ervoor zorgt dat de inspanning een duurzaam


33

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


Le programme mis sur pied a répondu aux attentes initiales, puisque la totalité des fonds alloués - 4. 800.000 euros - sera investie entre 2001 et 2008. Entre 2001 et fin 2007, 214 prêts ont été octroyés. Je vous donnerai un tableau où vous trouverez la répartition par année entre les micro-crédits et le fonds d'amorçage. Brusoc nous a démontré que le micro-crédit est un outil qui a déjà prouvé son efficacité, notamment en permettant à des chômeurs de réintégrer l'économie par la création de leur propre entreprise. L'accompagnement des porteurs de projets est une partie très importante de ces microcrédits. Ce travail garantit le succès du financement et la pérennité des activités soutenues. C'est la raison pour laquelle, à la suite de l'appel à projets de la nouvelle période de programmation des fonds structurels pour la période 2007-2013, la Région a prévu un montant de 5.600.000 euros pour le développement d'outils d'ingénierie financière destinés aux micro-crédits et au fonds d'amorçage. Ce montant a été accordé au projet porté par Brusoc, qui vise à soutenir 500 projets de création d'entreprise d'ici 2013. Concernant la campagne de promotion tous publics relative aux micro-crédits, je rappelle que des campagnes sont régulièrement menées par Brusoc, et ce via différents supports : flyers, événements organisés afin de mieux faire connaître ces produits financiers, ... Brusoc s'entoure également de partenaires du secteur afin de mieux encore atteindre son public-cible : les guichets d'économie locale (GEL), les centres d'entreprises, la SDRB, Atrium, l'Agence bruxelloise pour l'entreprise (ABE). Ceux-ci sont localisés au centre des quartiers "difficiles" et sont donc en contact permanent avec les clients potentiels de Brusoc.


resultaat oplevert. Daarom trok het gewest 5,6 miljoen euro uit voor het ontwikkelen van financiële instrumenten rond microkredieten en startersfondsen. Voor dit bedrag selecteerde de regering het project van Brusoc, dat 500 nieuwe ondernemingen wil steunen tegen 2013. Brusoc maakt regelmatig reclame voor microkredieten via flyers, evenementen, enzovoort, en doet daarvoor ook een beroep op partners: de lokale economieloketten, de ondernemingscentra, de GOMB, Atrium, het BAO. Die staan immers permanent in contact met de doelgroep van Brusoc. Deze afdeling van de GIMB werkt bovendien samen met financiële instellingen, zoals het Participatiefonds en Crédal. Ook de mond-aanmondreclame doet haar werk uitstekend. Mevrouw Fiszman, Brusoc heeft altijd gewerkt rond sociale economie, in het kader van de ordonnantie van 22 april 1999 op de erkenning en financiering van inschakelingsbedrijven, maar ook van het samenwerkingsakkoord met alle federale entiteiten van juli 2000 en van het Enige Programmeringsdocument (EPD) Doelstelling 2, goedgekeurd door de gewestregering op 22 april 2000. Pas met de ordonnantie van 18 maart 2004 op de erkenning en financiering van de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid (PIOW) en de inschakelingsbedrijven, werd de rol van Brusoc uitgebreid. Ik overloop de verschillende overeenkomsten tussen de GIMB, Brusoc en de gewestregering over de opdrachten van Brusoc:

La filiale de la SRIB travaille également en partenariat avec des organismes financiers, tels que le fonds de participation et Crédal. Le bouche à oreille explique également le succès de cette mesure, ainsi que l'exemple apporté par les partenaires de Brusoc au sein des quartiers.

- opdrachtovereenkomst van 2 april 1998 betreffende advies over de financiële en economische haalbaarheid van gewestelijke steun voor projecten van rechtspersonen, zoals bepaald in het voorontwerp van ordonnantie betreffende de erkenning en de financiering van inschakelingsondernemingen;

Pour répondre à Mme Fiszman, le rôle de Brusoc a toujours été étroitement associé à des missions liées à l'économie sociale, et ce notamment dans le

- opdrachtovereenkomst van 20 oktober 2000 betreffende de begeleiding van projecten, zoals omschreven in de ordonnantie van 22 april 1999


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


cadre de l'ordonnance du 22 avril 1999 relative à l'agrément et au financement des entreprises d'insertion, et à son arrêté d'exécution du 27 mai 1999, mais également via l'accord de coopération conclu en juillet 2000 entre le fédéral, les Régions et la Communauté germanophone, relatif à l'économie sociale, et via le projet de Document unique de programmation (DOCUP) Objectif 2 approuvé par le gouvernement de notre Région le 22 avril 2000. Plusieurs conventions ont précisé le rôle de Brusoc dans le cadre de l'économie sociale, mais ce n'est qu'en 2004, dans le cadre de la nouvelle ordonnance du 18 mars 2004 relative à l'agrément et au financement des initiatives locales de développement de l'emploi (ILDE) et des entreprises d'insertion (EI), et de son arrêté d'exécution du 22 décembre 2004, que le rôle de Brusoc a été renforcé. Je me permettrai de rappeler les différentes conventions de missions déléguées qui ont été conclues à ce sujet entre la SRIB, Brusoc et notre gouvernement, ainsi que leur évolution : - Convention de mission déléguée du 2 avril 1998. Mission d'avis et de suivi comportant la faisabilité financière et économique d'aides régionales qui seront accordées à des projets à réaliser par des personnes morales existantes ou à créer, tels que définies dans l'avant-projet d'ordonnance relatif à l'agrément et au financement des entreprises d'insertion. - Convention de mission déléguée du 20 octobre 2000. Mission d'avis, d'accompagnement et de suivi des projets tels que définis par l'ordonnance du 22 avril 1999, relative à l'agrément et au financement des entreprises d'insertion et octroi de micro-crédits dans le cadre d'un fonds de microcrédits créé dans le cadre de l'Objectif 2 des fonds structurels européens et de l'accord de coopération conclu le 4 juillet 2000 entre l'Etat fédéral, les Régions et la Communauté germanophone relatif à l'économie sociale. - Convention de mission déléguée du 24 novembre 2005. Mission d'avis et d'accompagnement et de suivi des projets à réaliser par des personnes morales existantes ou à créer. Cette convention lie étroitement les interventions aux organismes dont

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

34


betreffende de erkenning en de financiering van inschakelingsondernemingen en de toekenning van microkredieten met behulp van Europese fondsen en subsidies van het samenwerkingsakkoord van 4 juli 2000 met de federale overheid, de gewesten en de Duitstalige gemeenschap inzake sociale economie; - opdrachtovereenkomst van 24 november 2005 betreffende de begeleiding van nog op te richten bedrijven die beantwoorden aan de voorwaarden van de ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de erkenning en financiering van de Plaatselijke Initiatieven voor de Ontwikkeling van de Werkgelegenheid (PIOW) en van inschakelingsbedrijven en aan de doelstellingen van het uitvoeringsbesluit van 22 december 2004; - opdrachtovereenkomst van 10 december 2007, waarin de inhoud van de overeenkomst van 24 november 2005 wordt overgenomen, met toevoeging van een systeem van kortingen en voorschotten voor plaatselijke initiatieven inzake de ontwikkeling van de handel en voor inschakelingsbedrijven die reeds gebruik maakten van een financieringsregeling. Ik geef ook een overzicht van de verstrekte subsidies: - 248.000 euro in 2003, waarvan 110.500 euro voor achtergestelde leningen; - 248.000 euro in 2004, waarvan 138.500 euro voor achtergestelde leningen; - 496.000 euro in 2005, waarvan 217.000 euro voor achtergestelde leningen; - 496.000 euro in 2006, waarvan 75.000 euro voor achtergestelde leningen; - 400.000 euro in 2007, waarvan 265.000 euro voor achtergestelde leningen. De bedragen slaan enkel op de leningen stricto sensu en gaan niet over de personeels- en werkingskosten. Van alle achtergestelde leningen die Brusoc sinds 2002 heeft toegekend, is er slechts een die niet kon worden terugbetaald, omdat het begunstigde bedrijf failliet ging. Het betrof een bedrag van 13.700 euro.


35

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


l'objectif répond au but visé par l'ordonnance du 18 mars 2004 relative à l'agrément et au financement des ILDE et des EI et par l'arrêté d'exécution du 22 décembre 2004. Brusoc assistera également les promoteurs de projets lui étant soumis aux conditions émises par la Région dans le cadre de prêts à conditions particulières à octroyer par Brusoc, tel que le précise l'ordonnance de 2004. - Convention de mission déléguée du 10 décembre 2007. Cette convention reprend les missions déléguées de la convention du 24 novembre 2005, mais permet la mise en place d'une procédure d'escompte et d'avance pour les initiatives locales de développement de l'emploi et les entreprises d'insertion ayant obtenu un financement. En ce qui concerne les différentes interventions financières dans le cadre du prêt subordonné au cours des cinq dernières années, veuillez noter les informations suivantes : 2003 : dotation de 248.000 euros, dont 110.500 affectés à des prêts subordonnés. 2004 : dotation de 248.000 euros, dont 138.500 affectés à des prêts subordonnés. 2005 : dotation de 496.000 euros, dont 217.000 affectés à des prêts subordonnés. 2006 : dotation de 496.000 euros, dont 75.000 affectés à des prêts subordonnés. 2007 : dotation de 400.000 euros, dont 265.000 affectés à des prêts subordonnés. Ces montants concernent seulement les prêts euxmêmes, abstraction faite des frais de personnel et de fonctionnement qui étaient compris dans la dotation. Sur l'ensemble des prêts subordonnés accordés depuis 2002 par Brusoc, une seule entreprise n'a pu rembourser le prêt reçu, suite à sa faillite. Le montant non remboursé s'élève à 13.700 euros. Une seule entreprise, c'est peu ! Le budget alloué à Brusoc est passé de 248.000 euros à 496.000 euros en 2005. La diminution de la dotation en 2007 s'est faite en concertation avec Brusoc, qui nous a indiqué ne pas atteindre le montant de 496.000 EUR en prêts liés à sa


De toelage voor Brusoc steeg in 2005 van 248.000 euro naar 496.000 euro. De verlaging van de subsidie in 2007 gebeurde in overleg met Brusoc. De instelling wees er namelijk zelf op dat het dat bedrag niet kon opgebruiken. De regering en Brusoc onderhandelen momenteel over een nieuwe overeenkomst. De bijdrage van het gewest in de werkings- en de loonkosten van Brusoc zal worden beperkt tot 25% van de subsidie voor 2008. De regering stelt dus alles in het werk om van de achtergestelde lening een echte hefboom voor de sociale economie te maken. Ik kom nu bij de vragen van de heren de Jonghe d'Ardoye d'Erp en du Bus de Warnaffe over de bedrijfsoprichtingen en het ondernemerschap bij jongeren. Brussel mag trots zijn op zijn economisch dynamisme. In 2007 werden zo'n 10.500 nieuwe bedrijven opgericht. Dat is een stijging met bijna 40% ten opzichte van het begin van deze legislatuur. Door dit uitstekend resultaat is Brussel het meest ondernemend gewest van dit land. Het is ook opmerkelijk dat het aantal faillissementen in Brussel met 10% is gedaald, terwijl dit in Vlaanderen met 3,55% en in Wallonië met 3,35% is gestegen. Er zijn jammer genoeg geen cijfers beschikbaar met betrekking tot het aantal banen dat door die nieuwe bedrijven is gecreëerd. Ik kan wel meedelen dat er heel wat eenmansbedrijven zijn opgericht en dat het niet gaat om zelfstandigen die een nieuwe rechtsstructuur hebben opgericht, want het aantal zelfstandigen is gestegen, net als het aantal bedrijven. De begroting Economie voor 2007 ging bijna volledig naar steun voor de oprichting van bedrijven en het ondernemerschap (informatie en bewustmaking, steun aan het BAO, acties inzake economische expansie). Volgens het VBO getuigt België in verhouding tot zijn buurlanden nog altijd van een weinig dynamische ondernemingsgeest. Ik ben het volledig met u eens dat er in het lessenpakket aandacht moet worden besteed aan ondernemerschap. Jammer genoeg ben ik


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

36


mission.

daarvoor niet bevoegd.

Actuellement, un projet de nouvelle convention de mission déléguée va faire l'objet d'une discussion entre le gouvernement et Brusoc. Celle-ci prévoit également le montant maximum des frais de fonctionnement et salariaux qui peuvent être imputés au subside annuel, tels que demandés lors de la décision du gouvernement du 29 novembre 2007. Ce montant sera limité à 25% du montant de la subvention pour l'année 2008. Comme vous le constaterez, j'ai veillé - tout comme l'ensemble du gouvernement - à ce que ce prêt subordonné soit un véritable levier dans le cadre de l'économie sociale.

Het is dan ook met initiatieven in samenwerking met privépartners dat ik de Brusselse jongeren voor het ondernemerschap wil motiveren. Het programma Cap'Ten van de vzw ICHEC-PME is bedoeld voor leerlingen van het vijfde en het zesde leerjaar van het basisonderwijs. Daarnaast is er het project van de minibedrijven, dat in 2007 zo'n 600 Brusselse leerlingen uit het middelbaar onderwijs heeft bereikt. Het project Génération Entreprendre voor studenten uit het hoger onderwijs biedt een eerste ludieke kennismaking met het ondernemerschap en geeft de nodige instrumenten om een eigen project te starten. Tot slot is er nog de Enterprize-prijs (een initiatief waarvoor het gewest samenwerkt met EEBIC en Dexia) voor jonge bedrijven en bedrijven voor sociale economie en de Start Academy, een initiatief van de vzw Cascade van de ULB, die zich richt tot hogeschool- en universiteitstudenten.

J'en viens aux questions qui touchent la création d'entreprises ou l'esprit d'entreprise chez nos jeunes, posées par MM. de Jonghe d'Ardoye d'Erp et du Bus de Warnaffe. Comme l'a rappelé M. de Jonghe d'Ardoye d'Erp, Bruxelles peut s'enorgueillir de son dynamisme économique. Près de 10.500 nouvelles entreprises ont été créées en 2007, ce qui représente une hausse de près de 40% depuis le début de la législature. Cet excellent résultat fait de Bruxelles la Région la plus entrepreneuriale de notre pays. Il est aussi intéressant de noter que le nombre de faillites a diminué de près de 10%, tandis qu'il a augmenté de 3,55% en Flandre et de 3,35% en Wallonie. Bruxelles crée davantage d'entreprises que les autres Régions et enregistre un moindre taux de faillite. Dans l'état des statistiques actuelles, je ne dispose malheureusement pas du nombre d'emplois générés directement par ces créations d'entreprises. Je peux toutefois vous informer du fait qu'énormément d'entreprises unipersonnelles ont été créées. C'est pourquoi, j'ai vérifié si le nombre d'indépendants n'était pas également en diminution, ce qui aurait indiqué un transfert d'indépendants exerçant à titre personnel et adoptant une nouvelle structure juridique, à savoir la société unipersonnelle. Cela n'est pas le cas. Le nombre d'indépendants est en croissance, tout comme le nombre de sociétés. Quant aux budgets dégagés par mon département en 2007 pour soutenir la création d'entreprises, ceux-ci vont de la politique de sensibilisation et

Wij proberen de jongeren tijdens hun schoolcarrière op verschillende manieren te bereiken. Ik heb echter gevraagd om dit beleid diepgaand te analyseren, om de verschillende acties beter op elkaar af te stemmen, om de jongeren en de schooldirecties beter te informeren over de bestaande programma's en om de resultaten beter te evalueren. Die analyse is nu aan de gang. De administratie ontmoet daarbij alle organisaties die stappen zetten om de ondernemingsgeest bij jongeren aan te scherpen. In de nieuwe programmering 2007-2013 van de Europese structuurfondsen willen we van deze activiteiten een prioriteit maken. We zullen daarbij samenwerken met verschillende privépartners, zoals Jeunes entreprises, UNIZO, Group One, het ICHEC en het BAO. Hierbij sluit ook de tentoonstelling over de ondernemingsgeest aan, die eind dit jaar of begin volgend jaar geopend wordt. Deze tweetalige, didactische en interactieve tentoonstelling moet jongeren tussen 14 en 24 jaar ondernemingszin bijbrengen. Ze zullen er leren wat een onderneming is, welke factoren het succes ervan bepalen en hoe belangrijk het menselijk potentieel, de internationale context, het milieu en de


37

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


d'information à la subvention dont bénéficie l'Agence bruxelloise pour l'entreprise - guichet unique pour accompagner et conseiller l'entreprise dès la création jusqu'à la transmission - en passant par tout le volet de l'expansion économique, dont nous venons de voter la modification de l'ordonnance. C'est donc presque tout le budget de la division Economie de notre Région qui passe à l'aide à la création et au soutien de l'entreprise dans notre Région. Les enquêtes que vous évoquez me sont connues, en effet. Malgré ces résultats positifs concernant la création d'entreprises en Région bruxelloise, la Belgique reste l'un des pays les plus frileux en termes d'esprit d'entreprise, comparativement aux pays voisins. Une étude de la FEB en atteste. Enfin, quant à l'introduction dans les programmes d'études d'une information ou d'une sensibilisation spécifique à l'entrepreneuriat, croyez bien que nous sommes nombreux à l'appeler de nos voeux. Il n'appartient malheureusement pas au ministre de l'Economie et de l'Emploi que je suis de modifier le contenu des programmes d'enseignement. C'est donc par d'autres biais, à travers une série d'initiatives menées de concert avec des partenaires privés, que je me bats pour inculquer à nos jeunes le goût d'entreprendre. Parmi ces initiatives, citons le programme Cap'Ten géré par l'asbl ICHEC-PME. Il vise à stimuler l'envie d'entreprendre et le goût pour la création d'entreprises chez les élèves de cinquième et sixième primaires. Dans le même ordre d'idée, je prendrai aussi comme exemple les minientreprises qui, cette année encore, ont remporté un franc succès auprès de 600 jeunes Bruxellois du cycle secondaire, ou encore le projet Génération Entreprendre, qui poursuit un triple objectif : permettre à des étudiants du cycle supérieur d'approcher l'entrepreneuriat dans une ambiance conviviale et ludique, développer leur esprit d'entreprise et leur donner les outils et les contacts nécessaires à la réalisation de leur projet personnel. Je pointerai enfin le Prix Enterprize, organisé en collaboration avec EEBIC et Dexia, qui récompense plusieurs jeunes entreprises ou projets, ainsi que des sociétés actives dans l'économie sociale, ou encore la Start Academy,


duurzame ontwikkeling zijn. Bovendien is het een gelegenheid om jongeren te laten nadenken over hun toekomst en de keuzes die ze moeten maken om zich te integreren in de arbeidsmarkt. Het voornaamste doelpubliek zijn jongeren en hun leerkrachten, maar ik hoop dat wij iedereen in het hele land zullen bereiken. De tentoonstelling zal worden georganiseerd door BECI. Het gewest en de privésector zorgen voor de financiering. Om de tentoonstelling voor te bereiden, heeft BECI een wetenschappelijk en een operationeel comité opgericht, waarin de vertegenwoordigers uit het onderwijs en de bedrijfswereld elkaar ontmoeten. Volgens bepaalde studies zouden er de komende tien jaar in Brussel zo'n 10.000 bedrijven worden overgenomen. Daarom heeft het gewest in 2006 het overnameportaal BruTrade opgericht. Dit platform brengt kopers en verkopers van bedrijven samen, stelt informatie ter beschikking over de verschillende aspecten van een bedrijfsovername, alsook een lijst van gespecialiseerde consulenten. BruTrade is echter slechts één speler op de markt. Sinds de oprichting zijn er zo'n 600 advertenties op BruTrade geplaatst. Dat is maar een deel van de markt. De bedrijven op BruTrade zijn vooral actief in de kleinhandel, de horeca en de dienstensector. Om het succes van BruTrade te verhogen, onderzoekt mijn kabinet de mogelijkheid van een samenwerking met de bedrijfsovernameplatforms van de andere twee gewesten, zodat een voldoende grote doorstroming kan worden gecreëerd. De integratie van een hoofdstuk over bedrijfsoprichting in het JEEP-programma zou bijzonder interessant zijn. Het is mijn bedoeling te evolueren naar een programma dat meer voeling heeft met de bedrijfswereld. Ik denk bijvoorbeeld aan de knelpuntberoepen. Het is belangrijk dat jongeren goed geïnformeerd zijn over de tewerkstellingsmogelijkheden, wanneer zij hun beroepskeuze maken. Een belangrijk deel van het Jongerenplan, dat gisteren door de Economische en Sociale Raad is goedgekeurd, is hieraan gewijd. Mevrouw Caron, in 2007 werd een derde van de nieuwe ondernemingen opgericht door een vrouw. Het aandeel vrouwelijke bedrijfsleiders stijgt aldus


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


une initiative développée par l'asbl Cascade de l'ULB et destinée aux étudiants du cycle supérieur et universitaire.

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

38


met 25%.

Vous l'aurez compris, nous consacrons des moyens significatifs et tentons, au travers d'une multitude d'actions, de toucher les jeunes à différents moments de leur parcours scolaire. Toutefois, afin d'améliorer la cohérence de l'action régionale au travers des nombreuses initiatives menées par divers acteurs, j'ai demandé une réflexion de fond sur cette politique, en vue de mieux coordonner et structurer ces actions, de mieux informer les jeunes et les directions d'écoles sur l'ensemble des programmes existants, et de mieux évaluer les résultats atteints par les différents programmes que la Région soutient. Cette mission, demandée par le gouvernement l'année dernière, est en cours de réalisation et devrait aboutir rapidement. Dans le cadre de celleci, des rencontres ont eu lieu avec l'ensemble des organisations qui mettent en oeuvre des initiatives visant à susciter l'esprit d'entreprise auprès des jeunes. Je vous annonce également que, dans le cadre de la nouvelle programmation 2007-2013 des fonds structurels européens, nous avons l'intention de renforcer au sein de la zone d'intervention prioritaire les actions de sensibilisation à l'esprit d'entreprise. Cela se fera, là aussi, en collaboration avec plusieurs partenaires privés : Les Jeunes entreprises, l'UNIZO, Group one, l'ICHEC et l'ABE. C'est aussi dans ce volet de la politique économique régionale que s'inscrit l'exposition sur l'esprit d'entreprise qui sera inaugurée à la fin de l'année ou, au plus tard, au début de l'année prochaine. Cette exposition bilingue, qui se veut résolument didactique et interactive, aura pour but de sensibiliser les jeunes de 14 à 24 ans à l'esprit d'entreprise. Il s'agira de leur montrer ce qu'est une entreprise, comment cela fonctionne, quels sont les facteurs de succès ou d'échec, quelle est l'importance des ressources humaines et du contexte international, de l'environnement et du développement durable sur l'activité économique. Ce sera aussi l'occasion d'amener les jeunes à réfléchir sur leur avenir professionnel et sur les choix qu'ils ont à faire pour s'intégrer sur le


39

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



marché de l'emploi. Au-delà de sa cible principale, constituée des jeunes et de leurs professeurs, cet événement revêt également une dimension supra-régionale et touchera, je l'espère, le grand public dans l'ensemble du pays. BECI sera l'organisateur de cette exposition. Le gouvernement a, à mon instigation, décidé de financer pour partie celle-ci. L'autre partie du financement sera privée. Pour mener à bien cette exposition, BECI s'entourera d'un comité scientifique et d'un comité opérationnel, tous deux bilingues et composés de représentants du monde de l'enseignement et du monde économique. L'association de ces deux mondes sera à la base de la réussite de cette exposition. Vous m'interrogez également sur la problématique spécifique de la transmission d'entreprises. J'ai coutume de dire que lancer son entreprise, ce n'est pas seulement lancer son entreprise en partant de zéro, mais que d'autres voies existent. La reprise d'une entreprise existante en est une. D'après des études réalisées au niveau européen, il a été estimé que dix mille entreprises changeraient de mains à Bruxelles au cours des dix prochaines années. Cet enjeu est colossal pour notre Région. C'est la raison pour laquelle la Région a lancé en 2006 le portail BruTrade, afin de faciliter la rencontre de l'offre et de la demande en matière de transmission d'entreprise. Au-delà de la rencontre en ligne de candidats cédants et de candidats repreneurs, BruTrade est aussi une plate-forme de sensibilisation et d'information sur les différents aspects de la problématique de la transmission d'entreprises. Elle permet aussi d'entrer en contact avec des conseillers spécialisés qui pourront accompagner les candidats à la cession ou à la reprise d'une entreprise. BruTrade n'est cependant qu'un des acteurs de ce marché. Il a capté un peu moins de six cents annonces depuis sa création. Mais il ne s'agit là que d'une partie du marché. Les entreprises répertoriées sur BruTrade sont principalement actives dans le commerce de détail, l'horeca et les services. Si l'on peut considérer que BruTrade a rencontré un succès d'estime, il ne s'agit toutefois pas d'un succès incontestable. C'est pourquoi, mon cabinet examine les possibilités de synergies entre


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

40


BruTrade et les deux autres plates-formes régionales de transmission d'entreprises. Cette synergie devrait permettre d'atteindre la taille nécessaire pour générer un flux suffisant. Le flux actuel n'est en effet pas suffisant. Enfin, votre remarque relative à la possibilité d'ajouter, dans le cadre du programme JEEP, un volet de sensibilisation et d'information à la création d'entreprise, est pertinente. Ma volonté est de le faire évoluer vers un programme plus en phase avec le monde de l'entreprise. Je l'ai déjà dit en parlant de la problématique des fonctions critiques, au sujet desquelles il conviendrait de mieux informer les jeunes, afin qu'ils connaissent les possibilités d'emploi au moment où ils opèrent leur choix d'orientation professionnelle. Un volet important du Plan jeunes, qui a été approuvé hier au Conseil économique et social de notre Région, y est consacré. Pour répondre à la question de Mme Caron, je précise qu'un tiers des nouvelles entreprises a été créé par des femmes en 2007. Il s'agit d'une augmentation de 25%, ce qui est considérable par rapport au passé. L'augmentation du taux de créations d'entreprises par les femmes est réelle. Mme la présidente.- La parole est à M. Madrane.


M. Rachid Madrane.- Je voudrais remercier M. le ministre pour le contenu et l'exhaustivité de ses réponses. Je souhaiterais simplement souligner que l'information reste lacunaire auprès de certains jeunes dans certains quartiers. Je vous félicite pour les flyers, les événements, les guichets d'économie locale, les centres d'entreprises, Atrium ou l'Agence bruxelloise pour l'entreprise. Mais comment faire pour toucher ces jeunes des quartiers, qui ont parfois beaucoup d'énergie mais qui ne sont pas au courant des informations ? N'oubliez pas les maisons de jeunes et les maisons de quartier ! Organisez des "incentives" avec ces jeunes et montrez les réussites en exemple.

De heer Rachid Madrane (in het Frans).- Ik wil er nogmaals op wijzen dat sommige jongeren in een aantal probleemwijken weinig informatie ontvangen. Ik feliciteer u voor uw vele initiatieven, maar deze jongeren hebt u nog altijd niet bereikt. Vergeet u niet samen te werken met de jeugd- en buurthuizen! Die jongeren hebben immers nood aan een concrete begeleiding, zodat ze in hun slaagkansen kunnen geloven.

Mme la présidente.- La parole est à Mme Fiszman.

Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw Fiszman heeft het woord.

Mme Julie Fiszman.- M. le ministre nous a démontré l'intérêt du prêt subordonné. C'est pourquoi, j'aimerais insister auprès de lui pour que

Mevrouw Julie Fiszman (in het Frans).Mijnheer de minister, u hebt gewezen op het belang van de achtergestelde leningen. Ik dring


41

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



la convention 2008 soit signée le plus rapidement possible. Pourquoi la convention 2007 n'a-t-elle été signée que fin 2007 et la convention 2008 n'est-elle pas encore signée, alors que nous nous trouvons à la fin du mois de janvier ? Le prêt subordonné est-il réservé aux entreprises d'insertion et aux Initiatives locales de développement de l'emploi (ILDE), ou est-il ouvert à tous ? Pourriez-vous également expliciter le montant maximum de 25% des subventions que vous évoquez dans votre réponse ?

erop aan dat de overeenkomst van 2008 zo snel mogelijk wordt ondertekend. Waarom werd de overeenkomst van 2007 pas eind vorig jaar afgesloten? Zijn achtergestelde leningen inschakelingsbedrijven en PIOW's voorbehouden, of kunnen alle bedrijven er aanspraak op maken? Kunt u het maximumpercentage van 25% toelichten?

Mme la présidente.- La parole est à M. du Bus de Warnaffe.

Mevrouw de voorzitter.- De heer du Bus de Warnaffe heeft het woord.

M. André du Bus de Warnaffe.- Je remercie M. le ministre pour le caractère particulièrement exhaustif de sa réponse. J'étais présent à la présentation de la FEB, à laquelle assistaient également MM. Kris Peters et Rudy Demotte. L'un des accents largement souligné à cette occasion concernait le manque de liens entre le monde de l'entreprise et celui de l'enseignement. Les initiatives que vous prenez sont pertinentes, mais se heurtent toutes aux lacunes de l'enseignement. Comment assurer une réflexion d'intégration de cette priorité dans les programmes structurels de l'enseignement ? J'en appelle à votre vigilance pour que vos collègues aux autres niveaux de pouvoir puissent travailler de concert pour mener une réflexion sur cette nécessaire intégration.

De heer André du Bus de Warnaffe (in het Frans).- Ik was aanwezig bij de voorstelling van het VBO. Er werd toen nadrukkelijk gezegd dat er onvoldoende banden zijn tussen de bedrijfswereld en het onderwijs. U neemt goede initiatieven, maar het onderwijs schiet tekort. Samen met andere beleidsverantwoordelijken moet u ervoor zorgen dat het onderwijs meer aandacht besteedt aan ondernemen. Ik raad u ook aan om het verband tussen faillissementen en werkloosheid te laten onderzoeken.

S'agissant des liens entre la création d'entreprises et la diminution du chômage, il serait également intéressant, dans vos recherches prospectives, d'étudier le lien entre la faillite et le chômage. Mme la présidente.- La parole est à M. Cerexhe.


M. Benoît Cerexhe, ministre.- Dans les limites de mes compétences, je m'efforce de stimuler la collaboration entre l'entreprise et l'enseignement. Ainsi, la réforme des lois d'expansion économique votée au parlement en décembre dernier prévoit le soutien aux entreprises qui mettent leurs locaux à disposition des écoles bruxelloises. La Région bruxelloise investit par ailleurs considérablement dans les écoles techniques et professionnelles autour des métiers en pénurie et des fonctions demandées par les entreprises. La Région a procédé à un investissement semblable dans le

De heer Benoît Cerexhe, minister (in het Frans).- Binnen mijn bevoegdheden stimuleer ik de samenwerking tussen het bedrijfsleven en het onderwijs. Zo voorziet de hervorming van de wetten op de economische expansie, goedgekeurd in december, in steun aan ondernemingen die hun lokalen ter beschikking stellen van Brusselse scholen. Het gewest investeert aanzienlijk in technische scholen en beroepsscholen, en speelt daarbij in op de vraag van het bedrijfsleven. Dit is de eerste regering die dat doet. Bovendien stelt het gewest haar beroepsreferentieen


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

42


cadre de la technologie et des secteurs de la construction dans les écoles bruxelloises. Je puis vous assurer que ce gouvernement est le premier à s'investir de la sorte dans l'enseignement technique et professionnel. Enfin, sur la base d'un accord de coopération récemment évoqué dans cette commission, la Région bruxelloise ouvre ses centres de référence professionnels et ses centres de formation aux élèves de l'enseignement technique et professionnel. Vous constaterez donc que la collaboration entre l'enseignement et l'entreprise existe bel et bien en Région bruxelloise.

opleidingscentra open voor leerlingen uit het technisch onderwijs en beroepsonderwijs.

S'agissant de l'information des jeunes, il convient en effet de contribuer à son amélioration, pour sensibiliser davantage les jeunes, et plus précisément ceux qui ne sont pas touchés via les canaux d'information classiques.

Overigens legt het gewest in haar dotatie aan de GIMB een maximum van 25% op voor de werkingskosten.

De jongeren moeten inderdaad meer bewust worden gemaakt van de mogelijkheden, vooral zij die niet bereikt kunnen worden via de klassieke informatiekanalen. Dat de overeenkomst aan het eind van het jaar ondertekend wordt, ligt aan de werking van de GIMB. Er kan pas gepraat worden over een verlenging, nadat de GIMB haar activiteitenverslag heeft ingediend.

Le fait que le moment de la signature de la convention soit prévu en fin d'année est inhérent au fonctionnement de la SRIB. Les discussions autour du renouvellement de ses conventions peuvent être entamées dès que celle-ci a rendu son rapport d'activité. Par ailleurs, la Région a fixé, dans le cadre de la dotation octroyée à la SRIB, un plafond maximum de 25% pour couvrir les frais de fonctionnement.

- Les incidents sont clos.

- De incidenten zijn gesloten.

QUESTION ORALE

MONDELINGE VRAAG

Mme la présidente.- L'ordre du jour appelle la question orale de M. de Patoul.

Mevrouw de voorzitter.- Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer de Patoul.

QUESTION ORALE DE M. SERGE DE PATOUL

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER SERGE DE PATOUL

À M. BENOÎT CEREXHE, MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉ DE

AAN DE HEER BENOÎT CEREXHE, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING,


43

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



L'EMPLOI, DE L'ÉCONOMIE, DE LA RECHERCHE SCIENTIFIQUE ET DE LA LUTTE CONTRE L'INCENDIE ET L'AIDE MÉDICALE URGENTE,

BELAST MET TEWERKSTELLING, ECONOMIE, WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP,

concernant "l'avenir de l'Institut Pasteur".

betreffende "de toekomst van het Pasteurinstituut".

Mme la présidente.- La parole est à M. de Patoul.

Mevrouw de voorzitter.- De heer de Patoul heeft het woord.

M. Serge de Patoul.- L'Institut Pasteur, situé sur le territoire de notre Région, jouit d'une excellente réputation, tant au niveau national qu'international. Cet institut valorise la Région en termes de recherche scientifique. Les recherches qui y sont effectuées portent plus particulièrement sur les problèmes d'allergie, d'immunologie et de microbiologie.

De heer Serge de Patoul (in het Frans).- Het Pasteurinstituut geniet een uitstekende internationale reputatie en draagt bij tot het Brusselse imago op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Het instituut houdt zich bezig met onderzoek over allergieën, immunologie en microbiologie.

A l'heure où de nombreux scientifiques choisissent, dans la perspective de bénéficier de meilleures infrastructures et de la considération qu'ils méritent, d'exercer à l'étranger, l'Institut Pasteur peut se targuer de disposer d'une large équipe de chercheurs motivés. Ce résultat, l'Institut le doit en grande partie à son nom et au réseau d'entraide qui existe entre les Instituts Pasteur de par le monde. Soulignons que la recherche scientifique au 21e siècle doit s'intégrer dans des réseaux. C'est par cette voie que de nombreux jeunes chercheurs sont attirés et peuvent être embauchés. La perte de ce réseau met dès lors en péril cet attrait, ces emplois et l'image de notre Région comme région de recherche scientifique. Cet institut dépend en effet du fédéral depuis la scission de la province du Brabant en deux entités linguistiques. C'est donc le ministère de la Santé publique qui le finance. Il apparaît cependant, selon l'analyse réalisée par le fédéral, qu'il serait plus efficace de fusionner les activités de l'Institut Pasteur avec le département de microbiologie de l'Institut scientifique de santé publique (ISP). Si le gouvernement bruxellois ne peut que difficilement intervenir sur le fond du problème, à savoir l'absorption de l'Institut Pasteur par l'ISP, il doit agir pour les raisons déjà citées. La Région bruxelloise dispose, avec l'Institut d'encouragement de la recherche scientifique et de

Hoewel veel Belgische wetenschappers verkiezen om in het buitenland te werken, kan het Pasteurinstituut rekenen op een team van gemotiveerde onderzoekers. Dat is grotendeels te danken aan de goede reputatie van het instituut en aan de contacten met andere gelijknamige instituten in de wereld. Tegenwoordig gebeurt wetenschappelijk onderzoek vaak via netwerken. Als zo'n netwerk verloren gaat in Brussel, zou het nefast zijn voor de aantrekkelijkheid, de werkgelegenheid en het imago op wetenschappelijk gebied. Het Pasteurinstituut valt sinds de splitsing van de provincie Brabant onder de bevoegdheid van de federale overheid, die ervoor pleit om het instituut te laten fuseren met het departement microbiologie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV). De Brusselse regering heeft natuurlijk weinig te zeggen over dit dossier, maar moet volgens mij toch ingrijpen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikt reeds over het Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel (IWOIB). Bovendien heeft de Brusselse regering onlangs het startschot gegeven voor "Brains to Brussels", een programma om Belgische wetenschappers in het buitenland terug naar Brussel te halen door hen een vast contract voor drie jaar aan te bieden. Het kan echter enkel iets betekenen voor de


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


l'innovation à Bruxelles, d'un outil important en matière de soutien. Dans ce cadre, le gouvernement bruxellois a récemment lancé son programme-pilote "Brains to Brussels", qui vise à rapatrier les scientifiques en séjour postdoctoral à l'étranger en leur proposant une stabilité pour trois ans. Cette initiative, bien que très limitée, est positive. Mais ce programme ne pourrait être utile que pour des embauches futures de chercheurs au sein de l'Institut Bordet.

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

44


toekomstige aanwervingen van het Bordetinstituut. Hebt u contact gelegd met de federale overheid over de toekomst van het Pasteurinstituut? Hebt u de gevolgen van de fusie besproken en ingeschat? Welke andere initiatieven neemt de regering om onderzoekers in Brussel te houden?

A ce propos, des contacts existent-ils avec le fédéral concernant l'avenir de l'Institut Pasteur et de ses chercheurs ? Les conséquences de cette absorption ont-elles été évoquées et évaluées ? Je pense principalement au problème de la recherche. Outre le programme-pilote "Brains to Brussels", quelles autres initiatives ont-elles été prises par le gouvernement pour favoriser l'embauche de chercheurs issus de nos universités ? Mme la présidente.- La parole est à M. Cerexhe.


M. Benoît Cerexhe, ministre.- En tant que ministre bruxellois de la Recherche scientifique, je suis naturellement concerné au premier chef par l'avenir de l'Institut Pasteur, même si cet organisme est du ressort exclusif du ministère fédéral des Affaires sociales et de la Santé publique. Je suis bien conscient de la situation et me permets de vous faire remarquer que l'Institut n'est pas le seul concerné, puisque le bâtiment abrite également deux asbl dont le sort est intimement lié au sien. Il s'agit des "Amis de l'Institut Pasteur", qui lève des fonds et finance des jeunes chercheurs, ainsi que de l'International network for cancer treatment and research (INCTR), spécialisé dans la recherche contre le cancer dans les pays en voie de développement.

De heer Benoît Cerexhe, minister (in het Frans).- Het Pasteurinstituut valt volledig onder de bevoegdheid van de federale minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Het gaat echter niet enkel om het Pasteurinstituut. In het gebouw zitten ook nog twee vzw's die er nauw mee verbonden zijn: de Vrienden van het Pasteurinstituut, dat jonge onderzoekers financiert, en het International Network for Cancer Treatment and Research (INCTR), gespecialiseerd in kankeronderzoek in ontwikkelingslanden.

Une trentaine de chercheurs travaillent à l'Institut. La juxtaposition de ses activités et recherches constitue la raison d'être et l'originalité de cet institut pluridisciplinaire. La décision de le fusionner avec le département de microbiologie de l'Institut de santé publique induirait diverses conséquences hautement dommageables pour notre Région : - la perte du nom et de la réputation qui y est attachée ;

Er werkt een dertigtal personen in het instituut. De grote troef ervan is het samengaan van verschillende soorten activiteiten. De voorgenomen fusie met het departement microbiologie van het Instituut voor Volksgezondheid zou de volgende negatieve gevolgen hebben voor het gewest: - het verlies van de naam en de ermee verbonden reputatie; - de terugtrekking uit het internationale netwerk van Pasteurinstituten, waarvan dat in Brussel een van de oudste is;


45

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


- le retrait de l'Institut du réseau international des Instituts Pasteur - on en dénombre trente dans le monde et celui de Bruxelles est l'un des plus anciens ; - la disparition progressive de l'activité de recherche, car elle n'est nullement le métier principal du département fédéral de microbiologie. Aucune garantie n'est donnée aux chercheurs actuels quant à la continuité de leur emploi. La disparition de l'Institut, combinée au retrait de la Région bruxelloise de la galaxie des Instituts Pasteur dans le monde, porterait un rude coup à l'image internationale et au rayonnement scientifique de notre Région. Même si ma marge de manoeuvre est limitée, je ne compte pas rester inactif. Des programmes régionaux de recherche ont été ouverts à l'Institut. Deux bourses en prospective "Research for Brussels" sont menées par des chercheurs de l'Institut. Je rappellerai avec insistance que l'Institut est bien éligible à ces différents programmes de recherche. Je n'ai encore reçu aucune demande pour les programmes "Spin-off in Brussels" et "Brains back to Brussels" émanant de l'Institut. Il y a donc là une lacune à combler, ce à quoi je m'attelle depuis un certain temps. Par ailleurs, j'ai pris de nombreux contacts, tant avec l'Institut Pasteur qu'avec les instances fédérales, afin d'entamer une réflexion susceptible d'apporter la réponse la plus appropriée à ce problème crucial. Malheureusement, nos discussions sont subitement devenues sans objet. D'après les informations en ma possession, l'arrêté royal portant absorption de l'Institut Pasteur par le département de microbiologie de l'Institut de santé publique aurait en effet été adopté récemment. Ce dossier était resté en veilleuse durant la longue constitution du gouvernement. A présent que celui-ci a été formé, même s'il est provisoire, les ministres compétentes, Mme Onkelinx pour la Santé publique et Mme Laruelle pour la Recherche scientifique, auraient bel et bien finalisé le processus de fusion à la fin de ce mois de janvier.


- de geleidelijke onderzoeksactiviteiten.

verdwijning

van

De huidige onderzoekers hebben geen enkele garantie dat ze kunnen blijven. Dit zou een zware klap betekenen voor het internationale imago en de wetenschappelijke uitstraling van het gewest. Mijn manoeuvreerruimte is beperkt, maar ik zal niet bij de pakken blijven zitten. Het instituut beheert gewestelijke onderzoeksprogramma's, zoals twee beurzen in het kader van 'Research for Brussels'. Voor de programma's 'Spin-off in Brussels' en 'Brains back to Brussels' heb ik nog geen aanvraag ontvangen van het instituut. Aan die lacune werk ik nu. Ik heb met het Pasteurinstituut en met de federale overheid contact gelegd om naar een oplossing te zoeken. Dat overleg heb ik echter stopgezet, zodra het KB inzake de overname van het Pasteurinstituut door de afdeling microbiologie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid was goedgekeurd. Die goedkeuring had lange tijd op zich laten wachten wegens de slepende regeringsvorming. Ik betreur ten zeerste dat men het gewest voor een voldongen feit heeft gesteld. Toch blijven mijn diensten ter beschikking staan van het Pasteurinstituut, mochten sommige personeelsleden hun carrière een nieuwe wending willen geven. Het initiatief "Brains back to Brussels" stelt zich tot doel om onderzoekers voor een periode van vijf jaar naar Brussel (terug) te halen. Elk jaar worden er drie à zes beurzen uitgereikt. Het is een bescheiden initiatief dat echter een duidelijk signaal geeft aan de academische overheden. Voor de overige initiatieven om onderzoekers aan te trekken, verwijs ik naar het jaarverslag van het Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel. Het programma "Prospective Research for Brussels", dat jaarlijks een vijftiental beurzen uitreikt voor functies van twee tot vier jaar aan Brusselse universiteiten of hogescholen, moet het in 2007 met minder middelen doen.

Je ne peux que regretter cet épilogue abrupt, tout comme je déplore cette méthode du fait accompli.


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

46


Mes services restent cependant entièrement à disposition des chercheurs de l'Institut Pasteur en vue de dégager d'éventuelles perspectives d'emploi pour ceux qui voudraient, à cette occasion, réorienter leur carrière. Vous avez raison d'évoquer l'action "Brains back to Brussels". Celle-ci a en effet précisément pour vocation de faire venir ou revenir des chercheurs en Région bruxelloise, et ce pour des périodes de cinq ans. Chaque année, entre trois et six bourses devraient être octroyées. Même si cela reste modeste, comme l'a dit M. de Patoul, cette initiative constitue incontestablement un signal fort à l'égard des autorités académiques. D'autres actions ont, elles aussi, pour ambition de favoriser l'embauche de chercheurs issus de nos universités. Elles sont trop nombreuses pour être énumérées ici, mais je vous renvoie au rapport annuel de l'Institut d'encouragement de la recherche scientifique et de l'innovation de Bruxelles à ce sujet. Je tiens néanmoins à porter à votre connaissance le fait que le programme "Prospective Research for Brussels" qui, jusqu'ici, offrait chaque année à une quinzaine de chercheurs l'opportunité de mener des recherches de deux, trois ou quatre ans dans une université ou une haute école bruxelloise, a vu en 2007 son budget substantiellement revalorisé. Désormais, cette possibilité unique en Belgique échoit à une vingtaine de chercheurs.

Mme la présidente.- La parole est à M. de Patoul.

Mevrouw de voorzitter.- De heer de Patoul heeft het woord.

M. Serge de Patoul.- Nous sommes sur la même longueur d'ondes concernant le diagnostic. J'ai effectivement appris qu'un arrêté de fusion semblait avoir été pris. Il me paraît important de réagir. Une fusion ne signifie pas nécessairement que le nom doit disparaître et que le réseau doit être abandonné.

De heer Serge de Patoul (in het Frans).- Wat de diagnose betreft, zitten we op dezelfde golflengte. Het gewest moet echter duidelijk reageren: het is niet omdat er een fusie wordt doorgevoerd, dat de naam of de eigenheid van de betrokken instelling moet verdwijnen.

Ce sont deux éléments essentiels pour l'existence des centres de recherche. Nous devons mettre tout en oeuvre pour leur maintien. Ma grande crainte est que, à terme, la recherche disparaisse au sein du nouvel institut.

Wij moeten alles in het werk stellen om het voortbestaan van de onderzoekscentra te waarborgen. Mijn grote vrees is dat de onderzoeksactiviteiten op termijn binnen de nieuwe instelling verdwijnen.


47

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



M. Benoît Cerexhe, ministre.- Je partage votre point de vue.

De heer Benoît Cerexhe, minister (in het Frans).- Dat zou inderdaad bijzonder jammer zijn.



INTERPELLATION

INTERPELLATIE

Mme la présidente.- L'ordre du jour appelle l'interpellation de M. Doulkeridis.

Mevrouw de voorzitter.- Aan de orde is de interpellatie van de heer Christos Doulkeridis.

INTERPELLATION DOULKERIDIS

INTERPELLATIE VAN DE CHRISTOS DOULKERIDIS

DE

M.

CHRISTOS

HEER

À M. BENOÎT CEREXHE, MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉ DE L’EMPLOI, DE L’ÉCONOMIE, DE LA RECHERCHE SCIENTIFIQUE ET DE LA LUTTE CONTRE L’INCENDIE ET L’AIDE MÉDICALE URGENTE,

TOT DE HEER BENOÎT CEREXHE, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET TEWERKSTELLING, ECONOMIE, WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP,

concernant "le faible recours au dispositif d'aide à l'emploi Activa Start en Région de Bruxelles-Capitale".

betreffende "het geringe succes van de werkgelegenheidsmaatregel Activa Start in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest".

Mme la présidente.- La parole est à M. Doulkeridis.

Mevrouw de voorzitter.- De heer Doulkeridis heeft het woord.

M. Christos Doulkeridis.- Au nom du groupe ECOLO, je vous félicite également pour les bons résultats en matière de création d'entreprises. Ces informations sont essentielles pour l'avenir du développement économique et la création d'emplois en Région bruxelloise. Néanmoins, je m'attarderai sur un problème que vous connaissez bien et qui vous inquiète tout comme nous : l'emploi des jeunes.

De heer Christos Doulkeridis (in het Frans).Namens de ECOLO-fractie feliciteer ik u met de goede resultaten op het vlak van de bedrijfsoprichtingen. Die evolutie is bijzonder belangrijk voor de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat nog altijd kampt met een zeer hoge jeugdwerkloosheid.

C'est avec satisfaction que j'ai lu dans la presse du mardi 22 janvier votre intention de mettre en oeuvre dans les prochains mois un Plan emploi axé sur les jeunes de moins de trente ans. Je suis convaincu que les mesures déployées par l'actuel gouvernement et contenues dans le Contrat pour l'économie et l'emploi finiront par porter leurs

Het verheugt mij dat u de komende maanden uitvoering zult geven aan een tewerkstellingsplan voor jongeren onder de 30 jaar. Ondanks een daling van de werkloosheidscijfers tijdens de voorbije maanden, blijft de jeugdwerkloosheid verontrustend hoog. Volgens de jongste cijfers van Eurostat behoort Brussel, met 35%, tot de 10 slechtste leerlingen van de klas. Een stad waar


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


fruits. Malgré une baisse ces derniers mois, le taux de chômage en Région de Bruxelles-Capitale demeure particulièrement inquiétant. Et celui des jeunes l'est plus encore. Les dernières statistiques d'Eurostat placent Bruxelles, avec 35%, parmi les dix régions où le taux de chômage des jeunes est le plus important. Une ville où les jeunes ne travaillent pas est une ville en panne, qui ne peut se projeter dans l'avenir. Les maux sont connus. Le chômage des Bruxellois résulte en grande partie de leur manque de qualification, d'une inadéquation entre le type d'emplois proposés et le niveau de formation de nos concitoyens, mais également d'un problème de discrimination à l'emploi. Ce constat est largement partagé. En 2005, 67% des demandeurs d'emploi enregistrés auprès de l'organisme bruxellois de placement étaient des personnes infraqualifiées contre seulement 33% de demandeurs d'emploi qualifiés, dont 21% n'étaient que moyennement qualifiés (avec un diplôme secondaire supérieur) et seulement 12% très qualifiés (avec un diplôme supérieur). Des dispositifs d'aide à la mise ou à la remise à l'emploi existent pourtant. Activa Start fait partie de ceux-là. Il s'agit d'une mesure d'activation ciblée sur les jeunes chômeurs, qui s'adresse en particulier aux jeunes très peu qualifiés, aux jeunes peu qualifiés d'origine étrangère et aux jeunes peu qualifiés atteints d'un handicap. Le présent dispositif permet aux personnes de moins de 26 ans, inscrites comme demandeur d'emploi de bénéficier d'une convention de premier emploi, dont une partie du salaire net est prise en charge par l'ONEM sous la forme d'une allocation de travail. Les chiffres relatifs aux personnes concernées par cette mesure à Bruxelles et dans les autres Régions de Belgique révèlent que notre Région est totalement sous-représentée, alors qu'elle devrait au contraire être surreprésentée, vu ses spécificités socio-économiques et démographiques. Le tableau que j'ai joint à mon interpellation, qui reprend des données obtenues auprès de l'ONEM, est éloquent. En novembre 2007, sur un total de 702 Activa Start, 427 se trouvaient en Région flamande, 261 en Région wallonne - dont 52 en Communauté germanophone - et seulement 14 en

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

48


jongeren niet werken is een stad zonder toekomst. De oorzaken zijn bekend. De werkloosheid van de Brusselse jongeren is vooral te wijten aan hun gebrekkige kwalificatie, opleidingen die niet afgestemd zijn op de vraag en discriminatie bij aanwerving. In 2005 was 67% van de ingeschreven werkzoekenden laaggeschoold, 21% gemiddeld geschoold (diploma secundair onderwijs) en 12% hooggeschoold (diploma hoger onderwijs). Er bestaan nochtans een hele reeks tewerkstellingsmaatregelen. Activa Start is een activeringsmaatregel die zich vooral richt tot ongeschoolde jongeren en laaggeschoolde jongeren van vreemde origine of met een handicap. Dankzij deze maatregel kunnen jongeren onder de 26 jaar een startbaanovereenkomst genieten, waardoor een deel van het nettosalaris door de RVA ten laste wordt genomen. Gezien haar sociaal-economische en demografische eigenheid zou het Brussels Hoofdstedelijk Gewest oververtegenwoordigd moeten zijn in het aantal mensen dat onder deze maatregel valt, maar het tegendeel blijkt het geval. In november 2007 waren er volgens de RVA 702 personen met een Activa Start-overeenkomst, waarvan 427 in het Vlaams Gewest, 261 in het Waals Gewest (waarvan 52 in de Duitstalige Gemeenschap) en slechts 14 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De cijfers voor oktober, september en augustus zijn gelijkaardig. Nochtans had de Duitstalige Gemeenschap in 2006 slechts 71.500 inwoners (tegen ruim 1 miljoen in Brussel), 2.986 uitkeringsgerechtigde werklozen (93.597 in Brussel) en 248 werkzoekenden onder de 25 jaar (9.190 in Brussel). Activa Start lijkt de Brusselaars nochtans op het lijf geschreven. Waarom werkt dit programma hier niet? Met welke middelen helpt Actiris op dit moment de laaggeschoolde werkzoekenden onder de 26 jaar aan een eerste werkervaring? Hoeveel leden van deze doelgroep hebben de voorbije twee jaar een eerste job gevonden via Actiris? Welke maatregelen bevat het jongerenbanenplan?


49

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



Région de Bruxelles-Capitale. Pour les mois d'octobre, septembre et août, les chiffres pour la Région de Bruxelles-Capitale se situaient dans la même proportion et variaient entre 13 et 16. Il est étonnant de constater que la Communauté germanophone, qui ne comptait pourtant que 71.500 habitants en 2006 - contre un peu plus d'un million à Bruxelles -, 2.986 chômeurs indemnisés contre 93.597 à Bruxelles - et seulement 248 chômeurs de moins de 25 ans - contre 9.190 à Bruxelles -, fait mieux que notre Région. Le dispositif Activa Start semble pourtant s'adresser spécifiquement à Bruxelles et au profil de ses habitants. Comment expliquer le très faible recours au plan Activa Start dans notre Région, alors que de très nombreux jeunes Bruxellois pourraient en bénéficier ? Quels sont les dispositifs mis actuellement en place par Actiris pour aider les jeunes chômeurs de moins de 26 ans présentant un faible niveau de formation à décrocher un premier emploi ? Combien de jeunes chômeurs de moins de 26 ans disposant d'un faible bagage scolaire ont-ils décroché un premier emploi grâce à l'intervention d'Actiris ces deux dernières années ? Pouvez-vous nous détailler les mesures du Plan emploi jeunes, tel qu'il a été présenté à la presse ?

Discussion

Bespreking

Mme la présidente.- La parole est à Mme P'tito.

Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw P'tito heeft het woord.

Mme Olivia P'tito.- Il me revient que le Conseil économique et social vient d'avaliser le Plan emploi jeunes. Je vous propose qu'au moment où il sera finalisé officiellement, nous débattions en commission des synergies et des nouvelles mesures qu'il comporte. Je voudrais cependant vous poser une question. Le Plan comprend-il une mesure utilisant le levier fédéral qui cumule activation et réduction de charges patronales, qui permettrait d'engager des jeunes peu qualifiés à moindre coût ?

Mevrouw Olivia P'tito (in het Frans).- Ik hoor dat de Economische en Sociale Raad het jongerenbanen plan heeft goedgekeurd. Zodra het helemaal klaar is, moet de commissie het bespreken. Is het ook de bedoeling om gebruik te maken van de federale maatregelen inzake activering en vermindering van de lasten voor werkgevers, zodat het bedrijven minder kost om laaggeschoolde jongeren aan te werven? Het is goed dat er een jongerenbanenplan is dat de steun krijgt van alle partners.

Je me réjouis de ce qu'il existe un Plan emploi jeunes porté par l'ensemble des partenaires. J'espère que les employeurs se sont aussi engagés


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

50


à ouvrir leurs portes, que ce soit pour des stages, des formations professionnelles individuelles en entreprise, de l'alternance ou des emplois pour les jeunes. Nous vous soutiendrons dans vos initiatives. Mme la présidente.- La parole est à M. Cerexhe.


M. Benoît Cerexhe, ministre.- L'interpellation de M. Doulkeridis est extrêmement intéressante et importante. Elle a effectivement un lien direct avec le Plan emploi jeunes, qui a été adopté hier au Conseil économique et social, mais qui n'est pas encore signé par les différents intervenants. Nous n'avons donc pas fait de communication à propos de ce plan, ni à propos de son adoption. Vous comprendrez que je souhaite attendre qu'il soit signé par l'ensemble des partenaires sociaux - ce n'est pas un plan du gouvernement - avant de venir en faire une présentation complète devant cette commission. Mais nous pourrons mettre cela à l'ordre du jour d'une de nos prochaines commissions.

De heer Benoît Cerexhe, minister (in het Frans).- Gisteren heeft de Economische en Sociale Raad het jongerenbanenplan goedgekeurd, maar zolang het nog niet door de sociale partners is ondertekend, kunnen wij het nog niet officieel voorstellen. Wij zullen het echter ongetwijfeld op een van de volgende commissievergaderingen bespreken.

Ce plan comprend une série de mesures visant la problématique que vous mettez en avant, et qui a été reprise par Mme P'tito. En synthèse, je peux vous dire qu'il comprend cinq grands axes. Le premier vise à multiplier les opportunités qui s'offrent aux jeunes de connaître une expérience professionnelle. Cette première confrontation avec le monde du travail a en effet toute son importance. Le deuxième axe vise à lutter, dans la mesure des moyens régionaux, contre la dualisation scolaire, qui est source d'inégalités dans l'accès à l'emploi. Le troisième axe s'attaque à l'aspect de la formation et des compétences adaptées au marché de l'emploi. Sur ce plan, l'inadéquation entre la formation et le marché de l'emploi constitue un obstacle majeur à l'accès à l'emploi des jeunes bruxellois. Le quatrième axe vise particulièrement l'accompagnement des jeunes demandeurs d'emploi. Enfin, le cinquième axe concerne le volet relatif à la problématique de l'information et de la sensibilisation des employeurs sur les aides à l'emploi et les réductions de cotisations sociales, que vous avez aussi soulignée. Au travers de ces axes, une série de mesures très concrètes sont déclinées. Elles ont été négociées et

Het plan is opgebouwd rond vijf pijlers. Ten eerste willen wij de jongeren meer mogelijkheden bieden om beroepservaring op te doen. Daarnaast willen wij de tweedeling in het onderwijs tegengaan, omdat die een bron van ongelijkheid vormt voor de toegang tot de arbeidsmarkt. Ten derde moeten de opleidingen beter op de arbeidsmarkt worden afgestemd. Wij moeten ook de begeleiding van de werkzoekenden verbeteren. Tot slot moeten de werkgevers beter worden geïnformeerd over de steunmaatregelen. Voor elke pijler zijn in overleg met de sociale partners een reeks zeer concrete maatregelen uitgewerkt. Iedereen zal zijn steentje bijdragen om ervoor te zorgen dat het plan geen dode letter blijft. Er zijn verschillende redenen waarom Activa Start weinig wordt toegepast in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een daarvan is de industriële structuur van Brussel. Voor de vacatures moeten de kandidaten, meer dan in de andere gewesten, over een bepaald opleidingsniveau beschikken. In Brussel wordt slechts 18% van het aanbod ingevuld door laaggeschoolden. In Vlaanderen is dat 24% en in het Waals Gewest 27%. Brussel biedt dus minder mogelijkheden aan laaggeschoolden. Door het gebrek aan vacatures en de concurrentie van de andere gewesten worden overgekwalificeerde werknemers in dienst genomen. Daarnaast zijn er de voorwaarden van Activa


51

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



adoptées par les partenaires sociaux dans un climat extrêmement constructif. Chacun va retrousser ses manches pour mettre en oeuvre ce plan, qui n'est pas uniquement un document sur papier. Chacun prend ses responsabilités et chacun sera coresponsable de la réussite des initiatives. J'aurai l'occasion d'y revenir.

Start. De werkgever moet een voltijds contract van minimaal zes maanden aanbieden. De werknemer is doorgaans een laaggeschoolde jongere zonder beroepservaring die de schoolbanken niet langer dan vier maanden heeft verlaten. In Brussel zijn er minder banen voor een dergelijk publiek dan in de andere gewesten.

Plusieurs facteurs expliquent la faible utilisation de la mesure Activa Start dans notre Région. Le premier concerne la structure industrielle même de Bruxelles. Les emplois bruxellois demandent de plus en plus de qualifications, ce qui est moins le cas dans les deux autres Régions. A Bruxelles, on ne recense que 18% des emplois occupés par des personnes faiblement qualifiées, alors que cette proportion est de 24% en Région flamande et de 27% en Région wallonne. C'est donc une évidence que notre marché de l'emploi bruxellois offre moins de places, de possibilités et de potentialités aux personnes faiblement qualifiées. A Bruxelles, cette raréfaction des postes - à laquelle s'ajoute un phénomène de pression concurrentielle provenant des autres Régions - entraîne un phénomène de surqualification à l'embauche.

De banen die in Brussel ter beschikking staan, situeren zich vooral in de horeca en de dienstensector (poetsen). Deze sectoren staan niet bekend om hun vaste contracten. Omdat Activa Start in voltijds banen voorziet, komt het systeem hier niet echt van de grond.

A ce phénomène de rareté de l'offre s'ajoutent les caractéristiques même de la mesure Activa Start, qui expliquent son faible succès à Bruxelles. En effet, les conditions d'octroi sont restrictives au niveau du contrat de travail lui-même. Ainsi, dans le cadre de cette mesure, l'employeur est tenu de proposer un contrat d'au moins six mois à temps plein. Le bénéficiaire est, quant à lui, dans les grandes lignes, un jeune infraqualifié, sans expérience professionnelle, qui doit avoir quitté l'école au maximum depuis quatre mois. Il existe proportionnellement moins de postes de travail à Bruxelles destinés à ce type de public.

Ook andere programma's die niet laaggeschoolden zijn voorbehouden, talencheques, zijn van belang.

Er is ook te weinig ruchtbaarheid aan gegeven. De Brusselse Dienst voor Werkgevers moet meer werk maken van informatieverstrekking en bewustmaking binnen de bedrijfswereld. Deze maatregelen bieden de bedrijven heel wat mogelijkheden die bovendien ook niet veel kosten. Actiris heeft een aantal initiatieven ontwikkeld om jonge laaggeschoolde Brusselse werkzoekenden aan een eerste baan te helpen. enkel zoals

Ik zal deze kwestie uitgebreid bespreken als ik het jongerenbanenplan voorstel.

Un autre constat complète celui-ci. A Bruxelles, les postes accessibles aux moins qualifiés le sont principalement dans les secteurs de l'horeca ou des services aux personnes, comme le nettoyage. Ce sont des secteurs réputés frileux pour offrir des contrats de travail à temps plein. Le système Activa Start prévoyant des contrats à temps plein, il a de facto moins de succès dans ces secteurs, ce qui ne facilite pas son développement. Un élément supplémentaire qui peut expliquer la faible utilisation de la mesure à Bruxelles a trait au


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

52


manque d'information disponible sur la mesure. Le Service bruxellois aux employeurs doit organiser beaucoup plus d'information et de sensibilisation du monde de l'entreprise sur les possibilités d'engagements existantes dans le cadre de cette mesure, à des coûts extrêmement peu élevés pour l'entreprise. Actiris a développé une série de dispositifs destinés à aider les jeunes demandeurs d'emploi bruxellois infrascolarisés à décrocher un premier emploi. Parmi ces mesures, citons le programme de transition professionnelle, la prime de transition professionnelle, les conventions de premier emploi, et les bureaux sociaux d'intérim. D'autres programmes, qui ne sont pas réservés aux infrascolarisés, apportent néanmoins une aide non négligeable. Il s'agit notamment de la formation professionnelle individuelle (FPI), des chèques langues /TIC / formation et des centres de formation en alternance (CEFA). Je reviendrai de manière plus approfondie sur ce sujet lorsque je présenterai le plan Emploi jeunes. Mme la présidente.- La parole est à M. Doulkeridis.

Mevrouw de voorzitter.- De heer Doulkeridis heeft het woord.

M. Christos Doulkeridis.- Je remercie le ministre pour ses réponses. Néanmoins, il est regrettable que ces instruments soient principalement fédéraux. Ils ne sont dès lors pas en mesure de répondre aux spécificités bruxelloises.

De heer Christos Doulkeridis (in het Frans).- Het is jammer dat de initiatieven vooral van de federale regering komen. Ze zijn daardoor niet steeds aangepast aan de situatie in Brussel.

Mme Olivia P'tito.- J'abonde dans votre sens.

Mevrouw Olivia P'tito (in het Frans).- Ik ga akkoord met de heer Doulkeridis.

M. Christos Doulkeridis.- Comme vous le soulignez, nous en débattrons de manière plus approfondie à l'occasion de votre présentation. Quand celle-ci est-elle prévue ?

De heer Christos Doulkeridis (in het Frans).Wanneer stelt u het jongerenbanenplan voor?

M. Benoît Cerexhe, ministre.- Celle-ci sera organisée vraisemblablement à la fin du mois prochain.

De heer Benoît Cerexhe, minister (in het Frans).- Waarschijnlijk eind volgende maand.




53

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



QUESTIONS ORALES

MONDELINGE VRAGEN

Mme la présidente.- L'ordre du jour appelle les questions orales.

Mevrouw de voorzitter.- Aan de orde zijn de mondelinge vragen.

QUESTION ORALE DE MME FRANÇOISE SCHEPMANS

MONDELINGE VRAAG VAN MEVROUW FRANÇOISE SCHEPMANS

À M. BENOÎT CEREXHE, MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉ DE L'EMPLOI, DE L'ÉCONOMIE, DE LA RECHERCHE SCIENTIFIQUE ET DE LA LUTTE CONTRE L'INCENDIE ET L'AIDE MÉDICALE URGENTE,

AAN DE HEER BENOÎT CEREXHE, MINISTER VAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING, BELAST MET TEWERKSTELLING, ECONOMIE, WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK, BRANDBESTRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP,

concernant "l'envoi de propositions d'emplois vacants par sms aux chômeurs".

betreffende "de verzending van voorstellen inzake vacante betrekkingen aan de werklozen per sms".

Mme la présidente.- La parole est à Mme Schepmans.

Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw Schepmans heeft het woord.

Mme Françoise Schepmans.- Après l'avoir testé avec succès dans quatorze entités en Flandre, le VDAB en partenariat avec votre collègue flamand en charge de l'Emploi a décidé d'étendre à toutes les communes de Flandre le système d'envoi de propositions d'emplois vacants par sms aux chômeurs.

Mevrouw Françoise Schepmans (in het Frans).De VDAB en de Vlaamse minister van Werk hebben beslist om het proefproject inzake het verzenden van sms-jes aan werklozen uit te breiden naar het hele Vlaamse grondgebied. Aangezien 90% van de volwassenen over een gsm beschikt, zou deze snelle en moderne communicatiewijze ook in Brussel moeten worden ingevoerd.

Je pense qu'il est indispensable d'utiliser tous les moyens pour faciliter la mise au travail des demandeurs d'emploi. Ce système me semble rapide, moderne et adapté à notre société, puisque près de 90% des personnes de plus de 18 ans ont un gsm. Ce sujet fait-il l'objet d'une étude en Région bruxelloise ? Comptez-vous utiliser ce système et, si oui, quand comptez-vous le mettre en place ? Pensez-vous que ce dispositif est adapté pour tous les types d'offres d'emploi ? Quels sont les secteurs que vous identifiez comme les plus adaptés ? Disposez-vous d'une statistique de la part de votre alter ego flamand sur le taux de réponses positives sur les communes où le système a été testé ? Existe-t-il un bilan de l'utilisation de ce dispositif en Flandre ?

Heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest al een studie aan dit systeem gewijd? Wanneer wordt het eventueel ingevoerd? Is het bruikbaar voor alle soorten werkaanbiedingen? Beschikt de Vlaamse minister over cijfers inzake de resultaten van het systeem in de proefgemeenten?


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

54


Mme la présidente.- La parole est à M. Cerexhe.


M. Benoît Cerexhe, ministre.- Vous savez que mon souci principal est d'offrir un service maximalisé aux chercheurs d'emploi dont, entre autres, la possibilité d'offrir un coaching efficace.

De heer Benoît Cerexhe, minister (in het Frans).- Ik wil de werkzoekenden zo goed mogelijk laten begeleiden.

(Mme Marie-Paule Quix, deuxième viceprésidente, prend place au fauteuil présidentiel) Ce principe est d'ailleurs coulé dans le Plan pour l'emploi des Bruxellois qui consacre l'idée de maximiser l'e-government et les interfaces informatiques mises à la disposition des chercheurs d'emploi et des employeurs de la Région. L'envoi des offres d'emploi par sms aux chercheurs d'emploi fait partie des différents outils d'e-government qui sont actuellement en cours de développement chez Actiris. Je vous en dévoile ici les grands principes. Dans un premier temps, un employeur disposant d'un compte "Mon Actiris" pourra, s'il le souhaite, visionner directement des CV de chercheurs d'emploi dont le profil correspond à son offre. Le matching est opéré automatiquement sur la base de quelques critères : code professionnel, connaissance linguistique, temps de travail accepté, etc. S'il le souhaite, l'employeur pourra, en cliquant sur une icône déterminée, envoyer directement son offre d'emploi par sms aux chercheurs d'emploi dont il a jugé le CV intéressant. Cela a pour but d'accélérer la procédure. La mise en place du système est en cours au sein d'Actiris et devrait être totalement opérationnel dans le courant du 1er trimestre 2008. Dans un second temps, ce système d'alerte sera étendu selon le même principe à tous les chercheurs d'emploi sur la base de l'ensemble des offres d'emploi postées sur le site Actiris. Il s'agira donc d'informer les chercheurs d'emploi de l'existence d'une offre qui correspond à leur profil. C'est le principe du "pushing".

(Mevrouw Marie-Paule Quix, tweede ondervoorzitter, treedt op als voorzitter.) Dit principe komt ook tot uiting in het Tewerkstellingsplan voor de Brusselaars, dat specifieke aandacht besteedt aan e-government en computertools voor werkzoekenden en werkgevers. Actiris werkt onder meer aan een systeem om sms'jes met werkaanbiedingen te versturen. Het is de bedoeling dat werkgevers binnenkort kunnen inloggen op de website van Actiris om cv's van werknemers met een geschikt profiel op te vragen met behulp van criteria. Desgewenst zal de werknemer de vacature per sms laten versturen naar de werkzoekenden met een geschikt profiel. Het is de bedoeling om de procedure te versnellen. Tijdens de loop van het eerste trimester moet het systeem werken. In een tweede fase wordt het systeem veralgemeend voor alle werkzoekenden voor alle werkaanbiedingen. Werkzoekenden worden dan ingelicht over alle aanbiedingen die bij hun profiel aansluiten. Op dit ogenblik zie ik geen enkele reden om bepaalde sectoren of werkzoekenden uit te sluiten. In de eerste fase kunnen bedrijven en werkzoekenden op vrijwillige basis meewerken. Het systeem is niet helemaal identiek aan dat van de VDAB of de FOREM.

Pour le moment, et sous réserve d'une analyse approfondie, je ne vois pas ce qui justifierait d'écarter certains secteurs d'activités ou certains chercheurs d'emploi du processus, qui sera dans un premier temps appliqué sur une base volontaire. Ce système est utilisé sous des formes légèrement


55

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



différentes par le VDAB et par le FOREM. Mme la présidente.- La parole est à Mme Schepmans.

Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw Schepmans heeft het woord.

Mme Françoise Schepmans.- Y a-t-il des contacts avec le FOREM et le VDAB pour évaluer les systèmes mis en place et, si les expériences sont positives, s'en inspirer ? En effet, la Flandre est plus avancée dans la pratique de ce système.

Mevrouw Françoise Schepmans (in het Frans).Hebt u contact gehad met de FOREM en de VDAB om hun systemen te evalueren? Vlaanderen heeft daar al heel wat ervaring mee.

M. Benoît Cerexhe, ministre.- Nous avons beaucoup de contacts avec le VDAB et le FOREM, mais pas à ce sujet. Je ne suis donc pas en mesure de vous donner le bilan de ce type de fonctionnement du côté du VDAB ou du FOREM. La gestion des offres est totalement différente entre les divers organismes. Nous ne pouvons dès lors pas comparer ce qui n'est pas comparable. Cependant, une information sur les résultats de ce type de procédure au VDAB et au FOREM serait intéressante, sans être toutefois automatiquement transposable dans notre Région.

De heer Benoît Cerexhe, minister (in het Frans).- Ik heb heelwat contacten met de VDAB en de FOREM, maar niet over de werking van dit systeem. Actiris gaat immers op een andere manier om met werkaanbiedingen. Er is geen vergelijking mogelijk. Het zou echter interessant zijn om na te gaan welke resultaten de VDAB en de FOREM hebben behaald.

Mme la présidente.- Qu'entendez-vous "bushing" dans ce contexte ?

par

Mevrouw de voorzitter.- Wat bedoelt u precies met "bushing" in deze context?

M. Benoît Cerexhe, ministre.- L'idée du "pushing" est de pousser, d'inciter, en envoyant des propositions d'emplois vacants par sms aux chômeurs.

De heer Benoît Cerexhe, minister (in het Frans).- "Pushing" heeft tot doel de werkzoekenden onder druk te zetten door hen per sms met werkaanbiedingen te bestoken.

Mme la présidente (en néerlandais).comprends mieux maintenant.

Mevrouw de voorzitter.- Nu begrijp ik wat u bedoelde. Ik had het woord verkeerd begrepen.

Je


QUESTION ORALE MADRANE


DE

M.

RACHID

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER RACHID MADRANE




C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


concernant "les récentes données d'Eurostat relatives au chômage à Bruxelles".

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

56


betreffende "de recente gegevens van Eurostat over de werkloosheid in Brussel".

Mme la présidente.- La parole est à M. Madrane.


M. Rachid Madrane.- Le 11 décembre dernier, Eurostat publiait une étude comparative des différents taux de chômage régionaux en Europe. Avec un taux de chômage de 17,6% en 2006, Bruxelles apparaît - avec Berlin et certains départements d'outre-mer français - comme l'une des régions européennes les plus touchées par le chômage. Ce constat est d'autant plus flagrant en ce qui concerne le chômage des jeunes qui, avec 35,3%, constitue l'un des dix taux les plus importants. L'étude pointe également l'importante disparité du taux de chômage entre les trois Régions.

De heer Rachid Madrane (in het Frans).- op 11 december jongstleden publiceerde Eurostat een vergelijkende studie over de werkloosheid in de Europese regio's. Met een algemeen werkloosheidspercentage van 17,6% is Brussel, samen met Berlijn en een aantal Franse overzeese gebieden, een van de meest getroffen regio's. Vooral inzake jeugdwerkloosheid doet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het slecht, aangezien het met 35,3% tot de tien regio's met de hoogste jeugdwerkloosheid behoort.

Quelles conclusions tirez-vous des résultats de cette étude ? Comment expliquez-vous le fait que Bruxelles soit à la fois le plus grand réservoir d'emplois de ce pays et l'une des régions européennes les plus touchées par le chômage ? Les statistiques d'Eurostat montrent que Bruxelles a un taux de chômage comparable à celui de Berlin. Des similitudes peuvent-elles être établies entre ces deux grandes Régions-Capitales en ce qui concerne le marché de l'emploi ? L'étude pointe le chômage des jeunes comme l'une des caractéristiques prééminentes de notre Région. Qu'est-ce qui explique, selon vous, ce phénomène ? La discrimination à l'embauche en constitue-t-elle l'une des principales causes ? Si oui, comment enrayer ce phénomène ?

Welke conclusies trekt u uit deze studie? Hoe komt het dat Brussel tegelijk het grootste werkgelegenheidsbekken van België en een van de Europese regio's met de hoogste werkloosheid is? De werkloosheid in Brussel is ongeveer even hoog als in Berlijn. Zijn er overeenkomsten met betrekking tot de arbeidsmarkt? Wat zijn de oorzaken van de hoge jeugdwerkloosheid in Brussel? Speelt de discriminatie bij aanwerving hierin een rol? Hoe kan dit euvel worden verholpen? De studie toont ook aan dat er grote verschillen zijn tussen de drie Belgische regio's, en met name tussen Vlaanderen en Brussel. Is er ook sprake van verschillen tussen bepaalde gemeenten of wijken van het gewest?

Enfin, les auteurs de l'étude soulignent l'importante disparité entre les Régions de notre pays et plus particulièrement entre la Flandre et Bruxelles. Ne pensez-vous pas qu'au vu des différents paramètres socio-économiques, on puisse également parler de disparité entre les différentes communes, voire quartiers de la Région ? M. Benoît Cerexhe, ministre.- L'étude d'Eurostat sur les disparités du taux de chômage au sein de l'Union européenne sort chaque année et rappelle effectivement les niveaux élevés de chômage en

De heer Benoît Cerexhe, minister (in het Frans).- Elk jaar publiceert Eurostat de werkloosheidscijfers in de Europese Unie en blijken die van Brussel erg hoog te zijn. Dat is


57

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


Région bruxelloise. Premier bassin d'emploi du pays, notre Région profite à l'ensemble de celui-ci et pas seulement aux Bruxellois. En effet, 53% de l'emploi situé en Région bruxelloise est occupé par des navetteurs et 47% par des Bruxellois. Cela entraîne donc la situation paradoxale de Bruxelles : région productrice de richesse, mais touchée par un chômage important. L'étude d'Eurostat compare 266 régions au niveau européen, mais ces entités couvrent en fait des territoires fort disparates par leur superficie, leur population, leur poids économique ou leurs compétences administratives. Ces entités couvrent des réalités très différentes. Ainsi, la Région bruxelloise est une des régions les plus étriquées au niveau européen. A contrario, la Région Ile-deFrance, qui compte 11 millions d'habitants, est plus peuplée que l'ensemble de la Belgique. Il faut donc se garder de conclusions trop hâtives sur la base de cette étude. Si l'on veut réaliser une comparaison plus pertinente du chômage bruxellois avec le chômage enregistré dans les autre régions européennes, il serait plus opportun de globaliser la Région de Bruxelles-Capitale et son hinterland économique, qui comprend approximativement les deux Brabant. Ainsi, si le taux de chômage est de 17,7% pour Bruxelles selon Eurostat, celui enregistré sur le territoire constitué par Bruxelles et les deux Brabant descend à 10,7%. Cela situe le chômage de Bruxelles et de son hinterland à un niveau proche de celui de l'Ile-de-France, qui s'élève à 9,4%, ou encore de la Belgique, voire de la moyenne européenne. Vous me demandez si l'on peut comparer les bassins d'emploi à Bruxelles et à Berlin. Cette question dépasse bien évidemment le cadre d'une question orale. A ce stade, je constate juste deux réalités : Bruxelles et Berlin possèdent un taux de chômage équivalent et il s'agit de deux villesrégions. Je ne me permettrai cependant pas d'établir un lien causal entre ces deux réalités, mais cela mériterait qu'on en débatte un jour.


paradoxaal, want er zijn erg veel banen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar 53% daarvan wordt ingenomen door pendelaars. Eurostat vergelijkt 266 regio's. Die zijn erg uiteenlopend qua oppervlakte, bevolkingscijfer, economisch gewicht en administratieve bevoegdheden. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een van de dichtst bevolkte. De regio Ile-de-France heeft met 11 miljoen mensen dan weer meer inwoners dan heel België. We mogen dus niet te snel conclusies trekken uit deze studie. Het zou logischer zijn om ook rekening te houden met Vlaams- en Waals-Brabant, het economische hinterland van Brussel. Dan daalt het werkloosheidscijfer plots van 17,7% tot 10,7%, wat niet veel meer is dan dat van Ile-de-France (9,4%) of dan het Europese gemiddelde. Brussel en Berlijn zijn stadsgewesten met een vergelijkbaar werkloosheidscijfer. Ik zeg niet dat er een verband is, maar het is een debat waard. Er zijn verschillende verklaringen voor de jeugdwerkloosheid. Daarmee hebben we rekening gehouden in het jongerenbanenplan. Verklaringen daarvoor zijn het gebrek aan beroepservaring, schoolmoeheid, dualisering in het onderwijs, de eisen met betrekking tot de scholing, de talenkennis, de discriminatie bij de indienstneming. Er zijn ook individuele factoren die jonge werkzoekenden het zoeken naar werk bemoeilijken, zoals een beperkt maatschappelijk netwerk, familiale problemen en huisvestingsproblemen. Bovendien verschilt de demografische situatie in Brussel van die in de andere gewesten. Toch moet omzichtig worden omgegaan met deze statistieken. Het is noodzakelijk om alle parameters in aanmerking te nemen, wanneer de Brusselse werkloosheid vergeleken wordt met de andere gewesten.

En ce qui concerne les causes du chômage des jeunes, vous savez que les facteurs explicatifs sont multiples et se combinent entre eux. Ce sont


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

58


d'ailleurs ces constats qui ont sous-tendu la rédaction du Plan Jeunes dont j'ai parlé aujourd'hui. Les facteurs explicatifs sont le manque d'expérience professionnelle, l'échec scolaire et la dualisation scolaire, les exigences en termes de qualification - j'ai eu l'occasion d'en parler -, les exigences en termes de connaissance linguistique, en particulier à Bruxelles, la discrimination à l'embauche - ce n'est pas à vous que je dois le dire - qui est un phénomène particulièrement fort ici à Bruxelles, les facteurs individuels qui compliquent la recherche d'emploi des jeunes chercheurs d'emploi - un réseau social limité, une situation familiale difficile, des problèmes financiers, des problèmes de logement... Tout cela ne facilite pas la recherche d'un emploi. Il y a aussi des facteurs démographiques à Bruxelles, où la courbe démographique est fort différente de celle des deux autres Régions. Je pense que cet ensemble de facteurs explique ce taux de chômage si élevé à Bruxelles. Je vous invite tout de même à la plus grande prudence dans la discussion ou l'information relative à ces statistiques Eurostat. Il faut veiller à ne pas comparer des pommes et des poires, comme quand on compare le taux de chômage de la Région bruxelloise à celui des deux autres Régions de ce pays. Cela en amuse sans doute certains. En ce qui me concerne, je préfère des critères plus objectifs. Mme la présidente.- La parole est à M. Madrane.


M. Rachid Madrane.- J'ai posé cette question pour avoir votre avis sur ces études Eurostat récurrentes. C'est assez effrayant quand on lit les résultats. Vous avez raison de dire qu'on ne peut pas comparer certains éléments. Le problème, c'est qu'à partir de ces études, la presse, les commentateurs, etc., tirent des conclusions et des analyses qui ne sont pas toujours scientifiquement fondées.

De heer Rachid Madrane (in het Frans).- Ik wenste uw mening te kennen over deze studies van Eurostat. De resultaten ervan zijn onthutsend. U hebt gelijk dat een aantal elementen onvergelijkbaar zijn. Het probleem is dat pers en publiek deze resultaten gebruiken om tot een analyse te komen die niet steeds wetenschappelijk is gefundeerd.




59

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008



QUESTION ORALE DE MME BRIGITTE DE PAUW

MONDELINGE VRAAG VAN MEVROUW BRIGITTE DE PAUW



concernant "le parcours d'insertion des chercheurs d'emploi, notamment via le DGTB et 'De Werklijn'".

betreffende "de dienst voor gespecialiseerde trajectbepaling en -begeleiding (DGTB) en de Werklijn".

Mme la présidente.- La parole est à Mme De Pauw.

Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw De Pauw heeft het woord.

Mme Brigitte De Pauw (en néerlandais).- Les entreprises semblent peu intéressées par l'engagement de personnes handicapées.

Mevrouw Brigitte De Pauw.- Heel wat bedrijven tonen maar weinig interesse om werknemers met een handicap in dienst te nemen. Dat titelde ook de Tijd in een artikel begin deze maand.

Les mesures prises par les pouvoirs publics pour aider l'embauche de personnes handicapées ne rencontrent pas le succès escompté. Le nombre d'actifs handicapés n'est pas connu, car la loi interdit la tenue de telles listes. Selon le VDAB, le nombre de chômeurs handicapés a fortement augmenté ces sept dernières années, et je suppose qu'il en est de même pour Actiris. Tout le monde estime qu'il faut un soutien supplémentaire. Le fait qu'il s'agisse de travail sur-mesure ne rend pas la tâche plus aisée. Le DGTB, 'De Werklijn' et les centres d'information spécialisés en orientation professionnelle sont aujourd'hui plus que jamais nécessaires et pertinents. Le DGTB et 'De Werklijn' accompagnent les chômeurs handicapés sur le marché de l'emploi, tentant, dans la mesure du possible, de les accompagner vers le circuit économique normal, mais les dirigeant aussi parfois vers un emploi dans un atelier protégé. L'accord de coopération entre la Région bruxelloise, la Région flamande et la Communauté flamande relatif à la coopération en matière de politique du marché de travail et de renforcement de la mobilité des demandeurs d'emploi a enfin été adopté par le parlement flamand. Nous espérons

Overheidsmaatregelen om meer personen met een handicap aan het werk te helpen, slaan niet altijd aan. Hoeveel gehandicapten er actief zijn in bedrijven is niet bekend, omdat de wet verbiedt daarover lijsten bij te houden. Uit cijfers van VDAB blijkt wel dat het aantal werklozen met een arbeidshandicap de jongste zeven jaar fors is gestegen. Ik beschik jammer genoeg niet over cijfers van Actiris. We kunnen wel afleiden dat de positie van arbeidsgehandicapten zienderogen verslechtert. Iedereen is het erover eens dat er extra ondersteuning nodig is. Het feit dat het "maatwerk" is, maakt het er niet makkelijker op. De dienst voor gespecialiseerde trajectbepaling en -begeleiding DGTB, de Werklijn en de centra voor gespecialiseerde voorlichting bij beroepskeuze, zoals "De Vest", zijn meer dan ooit noodzakelijk en pertinent. DGTB en de Werklijn begeleiden werkzoekenden met een arbeidshandicap naar de arbeidsmarkt. Aangezien de markt voor deze mensen niet open staat, kunnen ze een duwtje in de rug goed gebruiken op weg naar een volwaardige job. Die diensten proberen zoveel mogelijk mensen naar het normaal economisch circuit te begeleiden, maar soms is er ook doorstroming naar een


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


qu'il sera prochainement présenté au parlement bruxellois. Dans son article 3, §6, il est question d'un accord entre le DGTB et 'De Werklijn'. Comptez-vous proposer un projet dans le cadre de cet accord de coopération entre le VDAB, le DGTB et 'De Werklijn' ? 'De Werklijn' pourraitelle devenir un partenaire bruxellois à part entière du DGTB ? Jusqu'à présent, 'De Werklijn' devait nécessairement transiter par le DGTB pour envoyer les demandeurs d'emploi handicapés vers un centre de formation professionnelle. Pourra-telle dorénavant le faire directement, afin d'assurer un service plus rapide et plus efficace auprès des Bruxellois néerlandophones handicapés ? Quand déposerez-vous au parlement bruxellois un projet d'ordonnance pour l'adoption de cet accord de coopération ?

I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

60


beschutte werkplaats. Het samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Vlaams Gewest en de Vlaamse Gemeenschap betreffende de samenwerking inzake arbeidsmarktbeleid en de bevordering van de mobiliteit van werkzoekenden, is eindelijk in het Vlaams Parlement goedgekeurd. We hopen dat dit ook zeer binnenkort aan het Brussels Parlement zal worden voorgelegd. In artikel 3, § 6, van dat samenwerkingsakkoord wordt er gesproken over een akkoord tussen de vroegere dienst ATB (nu DGTB) en de Werklijn. Ik heb bijgevolg een aantal vragen. Hebt u reeds een ontwerp klaar, met name ter uitvoering van artikel 3 § 6 van dat samenwerkingsakkoord tussen VDAB, DGTB en de Werklijn? Zo niet, hoeveel tijd denkt u dat u daarvoor nodig hebt? Bent u bereid om van de Werklijn een volwaardige Brusselse partner te maken van de DGTB? Als de Werklijn mensen met een arbeidshandicap wil doorverwijzen naar een Centrum voor Beroepsopleiding (CBO), moet dit voorlopig via een DGTB gebeuren. Zal de Werklijn in de toekomst mensen rechtstreeks naar een CBO kunnen doorverwijzen, zodat ook de Nederlandstalige Brusselaars met een arbeidshandicap sneller en efficiënter kunnen geholpen worden? Wanneer zal u een ontwerp van ordonnantie ter goedkeuring van het eerder vermelde samenwerkingsakkoord inzake arbeidsmarktbeleid en de bevordering van de mobiliteit in het Brussels Parlement indienen?

Mme la présidente.- La parole est à M. Cerexhe.


M. Benoît Cerexhe, ministre (en néerlandais).L'aide aux personnes handicapées est une matière communautaire.

De heer Benoît Cerexhe, minister.Gehandicaptenzorg is een gemeenschapsmaterie, zoals bepaald bij artikel 5, § 1, II van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.

L'objectif de cet accord de coopération visait initialement à garantir un service de qualité à l'égard des Bruxellois néerlandophones handicapés.

Toen ik het samenwerkingsakkoord tussen het Hoofdstedelijk Gewest, het Vlaams Gewest en de Vlaamse gemeenschap heb gesloten, lag het in


61

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


Jusqu'à présent, les demandeurs d'emploi encadrés par 'De Werklijn' doivent être renvoyés vers l'ATB (Service d'accompagnement du travail), pour bénéficier de certaines dispositions à leur égard. Le renvoi à l'ATB constitue une étape complémentaire pour ces personnes. Dans l'accord de coopération, j'ai fait insérer un article concernant ce groupe spécifique. L'objectif était de parvenir à un accord entre 'De Werklijn' et l'ATB, mais le ministre Vandenbroucke préférait un accord avec le VDAB. Ce projet d'accord de coopération était déjà prêt fin décembre 2007. Il a été rédigé en collaboration avec mon cabinet, Actiris, le VDAB, 'De Werklijn' et l'ATB. Il devrait être signé dans les jours qui viennent, après que l'ATB ait été rebaptisé DGTB. 'De Werklijn' maintiendra un accord de partenariat avec Actiris pour l'accompagnement des demandeurs d'emploi 'plus faibles'. 'De Werklijn' fait aussi partie du Réseau des plateformes locales pour l'emploi (RPE). J'inscrirai dès que possible à l'ordre du jour l'ordonnance portant assentiment à l'accord de coopération. Je me demande cependant si nous ne devons pas aller plus loin en actualisant et en élargissant cet accord.


mijn bedoeling om een goede en vlotte dienstverlening te waarborgen voor het Nederlandstalig Brussels doelpubliek. Tot op heden moeten de werkzoekenden die de Werklijn begeleidt, worden doorverwezen naar de dienst arbeidstrajectbegeleiding (ATB) om van bepaalde voorzieningen gebruik te kunnen maken. Voor dat specifieke doelpubliek is de doorverwijzing naar ATB een bijkomende drempel. Ik heb in het samenwerkingsakkoord een artikel met betrekking tot deze specifieke doelgroep laten opnemen. De bedoeling was te komen tot een samenwerkingsakkoord tussen De Werklijn en ATB, maar minister Vandenbroucke had liever een akkoord met de VDAB, in zijn gemeenschapshoedanigheid. Het ontwerp van het samenwerkingsakkoord was reeds klaar eind december 2007 en was opgesteld in samenwerking met mijn kabinet, Actiris, de VDAB, De Werklijn en ATB (dat vanaf 1 januari 2008 DGTB heet). Aangezien de ATB in Vlaanderen pas op 1 januari 2008 officieel zou worden omgedoopt tot de DGTB, wordt het ontwerp pas ondertekend in januari 2008. Voor zover ik weet, gebeurt dit een van de komende dagen. De Werklijn zal het partnerschapsakkoord met Actiris voortzetten om de 'zwakkere' werkzoekende te begeleiden. Daarnaast maakt De Werklijn deel uit van het Netwerk voor Werkgelegenheidsplatformen. Ik zal de ordonnantie tot instemming met het samenwerkingsakkoord zo spoedig mogelijk op de agenda zetten. Toch stel ik me de vraag of we niet verder moeten gaan en het samenwerkingsakkoord moeten actualiseren en verbreden.

Mme la présidente.- La parole est à Mme De Pauw.

Mevrouw de voorzitter.- Mevrouw De Pauw heeft het woord.

Mme Brigitte De Pauw (en néerlandais).- Je regrette que ces changements de partenariat retardent la collaboration. Le fait que le secteur des handicapés soit normalement une matière communautaire et que la Flandre ait décidé de

Mevrouw Brigitte De Pauw.- Ik betreur dat dit soort wissels van partnerschappen de samenwerking vertragen. Zoals u zei, is het grote probleem dat de gehandicaptensector normaal een gemeenschapsmaterie is, maar dat Vlaanderen nu


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

62


transférer au département Emploi la compétence relative à l'emploi des handicapés pose effectivement problème. Nous nous trouvons de ce fait dans une toute autre situation. C'est du reste le raison pour laquelle j'interroge également Mme Grouwels à la Commission communautaire flamande.

beslist heeft dat de bevoegdheid voor alles wat te maken heeft met de tewerkstelling van gehandicapten overgedragen wordt aan het departement Werk. Daardoor belanden wij natuurlijk ook in een heel andere situatie. Ik ondervraag daarover trouwens ook mevrouw Grouwels in de Vlaamse Gemeenschapscommissie, waar we nog een aantal andere problemen te wachten liggen.



QUESTION ORALE ASSCHE

DE

M.

JOS

VAN

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER JOS VAN ASSCHE



concernant "le nombre de dossiers transmis à l'ONEM par Actiris portant sur des refus d'emploi et/ou la présence aux convocations des chômeurs indemnisés et des chercheurs d'emploi en 2007".

betreffende "het aantal door Actiris aan de RVA overgemaakte werkweigeringen en/of aanwezigheden bij oproepingen van vergoede werklozen en werkzoekenden in 2007".

Mme la présidente.- La parole est à M. Van Assche.

Mevrouw de voorzitter.- De heer Van Assche heeft het woord.

M. Jos Van Assche (en néerlandais).- Entre janvier et novembre 2007, 24.537 demandeurs d'emploi flamands n'ont pas réagi à une invitation d'entretien avec le VDAB, soit une augmentation d'environ 60% par rapport à 2006. Cette augmentation ressort également des chiffres relatifs aux refus d'emploi communiqués par le ministre flamand de l'Emploi, Frank Vandenbroucke.

De heer Jos Van Assche.- Tussen januari 2007 en november 2007 gingen 24.537 Vlaamse werkzoekenden niet in op een uitnodiging voor een gesprek met de VDAB. Dat was een stijging van ongeveer 60% in vergelijking met de afwezigheden van 2006. In dat jaar waren er namelijk 15.723 gevallen.

Les services d'Actiris possèdent-ils des données récentes et fiables sur ce phénomène ? Les consultants d'Actiris ont-ils la possibilité de transmettre directement les données à l'ONEM ? Une série de filtres sont-ils mis en place, avec le risque que tous les intéressés ne soient pas traités

De algemene toename blijkt ook duidelijk uit de meest recente gegevens over werkweigeringen die Vlaams minister van Werkgelegenheid Frank Vandenbroucke meedeelde. Alleen al in november 2007 waren er 1.041 werkweigeraars. In november 2006 waren er slechts 790 Vlaamse werkzoekenden die bedankten voor een aangeboden baan.


63

C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


de la même manière ? Quel est le rôle exact de la direction et du comité de gestion d'Actiris dans cette procédure ? Autrefois, les dossiers de suspension ou d'exclusion pour refus d'emploi de chômeurs chefs de ménage étaient automatiquement réclamés par la direction générale de l'ONEM. Le placeur et l'ORBEM n'avaient dès lors plus la situation en mains. Comment les choses se passent-elles à présent ?


Beschikken de diensten van Actiris ook over recente en betrouwbare gegevens over dit fenomeen? Hebben de arbeidsbemiddelaars van Actiris, die tegenwoordig "consultants" worden genoemd, de mogelijkheid om de gegevens rechtstreeks door te geven aan de RVA? Of zijn er een aantal filters, waardoor het gevaar bestaat dat niet alle betrokken op dezelfde manier worden behandeld? Ik zal straks verduidelijken wat ik hiermee bedoel, want het lijkt misschien contradictorisch. Wat is de exacte rol van de directie en het beheerscomité van de pararegionale Actiris in deze procedure? Ik zal u er even aan herinneren hoe de vork vroeger in de steel zat. Toen werden dossiers inzake schorsing of uitsluiting van werkloze gezinshoofden vanwege werkweigering automatisch opgevraagd door het hoofdbestuur van de RVA. De arbeidsbemiddelaar en de BGDA hadden de zaak dan niet langer in handen. Hoe gaat de procedure tegenwoordig in zijn werk?

Mme la présidente.- Veuillez vous en tenir au texte de votre question orale.

Mevrouw de voorzitter.- Dit is een mondelinge vraag, mijnheer Van Assche. Gelieve u dus aan uw tekst te houden.

La parole est à M. Cerexhe.

De heer Cerexhe heeft het woord.

M. Benoît Cerexhe, ministre (en néerlandais).La transmission de données entre Actiris et l'ONEM est réglée par un accord de coopération qui lie les Régions, les Communautés et l'Etat fédéral. Les dispositions prévues dans les annexes de cet accord sont transmises à l'ONEM par flux électronique. C'est l'ONEM qui, sur la base des données, procède à une sanction.

De heer Benoît Cerexhe, minister.- De overdracht van gegevens tussen Actiris en de RVA wordt geregeld door een samenwerkingsakkoord tussen de gewesten, de gemeenschappen en de federale staat. De bepalingen voorzien in de bijlagen van dit akkoord worden geglobaliseerd per elektronische flux aan de RVA overgemaakt. Het is de RVA die, op grond van de gegevens, overgaat tot een procedure van sanctie.

D'après la direction Demandeurs d'emploi et Employeurs, le nombre de transmissions de données d'Actiris à l'ONEM s'élevait à 4.309 pour la période comprise entre janvier et novembre 2007, contre 4.565 pour la même période en 2006. Etant donné que la transmission de données est entièrement électronique et compilée dans un dossier par encodage, il n'y a pas d'intervention possible de la direction ou du comité de gestion d'Actiris.

Volgens de directie Werkzoekenden en de directie Werkgevers bedroeg het aantal gegevensoverdrachten (afwezigheid op oproeping, werkweigering, enzovoort) van Actiris naar de RVA in totaal 4.309 voor de periode tussen januari en november 2007. Voor dezelfde periode in 2006 bedroeg dit cijfer 4.565. Aangezien de gegevensoverdracht volledig elektronisch gebeurt en deze door de verschillende encoderingen in een dossier wordt samengesteld, is er geen sprake van enige tussenkomst noch door de directie, noch door het beheerscomité van


C.R.I. COM (2007-2008) N° 32

30-01-2008


I.V. COM (2007-2008) Nr. 32

64


Actiris. Mme la présidente.- La parole est à M. Van Assche.

Mevrouw de voorzitter.- De heer Van Assche heeft het woord.

M. Jos Van Assche (en néerlandais).- Le fait que le consultant transmette directement les données à l'ONEM, sans aucun filtre, constitue un changement important.

De heer Jos Van Assche.- Wat u zegt is heel belangrijk. De individuele bediende - of bemiddelaar of nog consulent -, deelt de gegevens direct aan de RVA mee zonder dat daar enige filter aan te pas komt. Dat is een hele verandering ten opzichte van vroeger.

M. Yves Bastaerts, collaborateur du ministre Cerexhe (en néerlandais).- Une série d'éléments provenant de la banque de données des demandeurs d'emploi sont automatiquement introduits dans le flux. Celui-ci est traité durant la nuit et transféré à l'ONEM, sans aucune intervention humaine.

De heer Yves Bastaerts, medewerker van minister Cerexhe.- Een aantal gegevens uit het databestand van de werkzoekenden wordt automatisch in een flux ingevoerd. Die flux wordt 's nachts verwerkt en naar de RVA overgeheveld. Er is dus geen menselijke tussenkomst.

M. Jos Van Assche (en néerlandais).- Il n'y a donc plus de manipulation possible ?

De heer Jos Van Assche.- Er is dus geen manipulatie meer mogelijk?

M. Yves Bastaerts, collaborateur du ministre Cerexhe (en néerlandais).- Les données introduites sont transmises automatiquement.

De heer Yves Bastaerts, medewerker van minister Cerexhe.- Zodra bepaalde gegevens worden ingetikt, worden zij automatisch overgemaakt.

M. Jos Van Assche (en néerlandais).- Tant mieux, vu que le chômage ne diminue pas substantiellement à Bruxelles.

De heer Jos Van Assche.- Des te beter, gelet op het feit dat de werkloosheid in Brussel niet substantieel vermindert. In tegenstelling tot Vlaanderen, waar de evolutie crescendo gaat, is het werkloosheidscijfer in Brussel tussen 2006 en 2007 constant gebleven.



_____

_____


Compte rendu intégral des interpellations et des questions orales. Integraal verslag van de interpellaties en mondelinge vragen

Recommend Documents