10. SAMENVATTING De belangstelling voor het dateren van gebeurtenissen uit de kwartaire periode, zoals geologische klimaatveranderingen en opwarming van de aarde (broeikaseffect, Global Change), groeit snel. De meest bekende dateringsmethode is de 14C-methode, maar die kan alleen toegepast worden op organisch materiaal tot 60.000 jaar oud. Jongere sedimenten worden veelal gedateerd aan de hand van kwarts waarbij de lichtintensiteit wordt gemeten, uitgezonden wanneer roosterbeschadigingen, die door natuurlijke straling veroorzaakt waren, worden gerepareerd. Deze methode is echter te afhankelijk van de omgeving waarin de korrels hebben verkeerd. Juist op deze punten hebben dateringen met zirkoon (ZrSiO4) grote voordelen, want: (1) de informatie over de ouderdom (stralingsschade) is opgeslagen binnen de korrels, omdat ze inwendig bestraald worden met -deeltjes van U en Th, elementen die in het kristalrooster zijn ingebouwd. (2) Het dosistempo is 2-3 orden van grootte hoger dan in kwarts en (3) zirkoon komt in bijna alle sedimenten voor. In dit proefschrift wordt aangetoond dat de huidige nadelen van zirkoondateringen zijn overwonnen o.a. door een selectie van geschikte korrels. Wat is thermoluminescentie (TL)? Thermoluminescentie betekent letterlijk licht uitzenden door verwarming. Wanneer men bestraalde (zirkoonkristal) korrels verhit tot een paar honderd graden, wordt de schade aan het rooster hersteld en zenden de korrels zichtbaar licht uit: thermoluminescentie. Hoe hoger de dosis, hoe hoger de TL-intensiteit. Beneden 150°C bestaat het TL lichtspectrum uit 2 smalle pieken, die we toewijzen aan licht dat door een verontreiniging (Dysprosium ionen: Dy) wordt uitgezonden, en een onbekende brede band. Boven 200°C zijn die pieken en de brede band verdwenen en in plaats daarvan zijn er 6 smalle pieken die worden toegeschreven aan een andere verontreiniging (Terbium ionen: Tb). De stralingsschade wordt ook hersteld door zonlicht. Daarbij wordt de “ dateringsklok” op nul gezet (“ resetten” ), terwijl de bestraling door U en Th blijft doorgaan. Bij het dateren bepalen we dus de tijd die verstreken is sinds de korrels voor het laatst aan zonlicht blootgesteld zijn en de dateringsklok weer vanaf 0 ging lopen. De problemen rond datering met zirkoon hebben we opgelost door: (i) Selectie van korrels van de hoogste optische kwaliteit, want donkere korrels zijn ongewenst, omdat daarin het TL licht geabsorbeerd wordt. Ook worden donkere zirkonen minder goed gereset. (ii) Onderzoek van zirkoon onder invloed van bestraling, verwarmen, optisch resetten en opslag in het donker om de problemen van afname van het TL signaal na kunstmatige bestraling (fading) op te lossen. Belangrijke winst is geboekt door de stabiele component van het TL spectrum voor het dateren te gebruiken. (iii) Ontwikkeling van een model dat het gedrag van de defecten in zirkoon beschrijft. Het belangrijkste wapenfeit is dat we een procedure hebben ontwikkeld voor TL datering van jonge zirkoonhoudende sedimenten. Om dit te staven hebben we een analyse 161
162
Chapter 10
uitgevoerd van alle dateringsstappen van Ameland-zand, dat volgens historische bronnen 175 jaar oud was. Dit leverde gedetailleerde informatie op over het gedrag van zirkoon tijdens elke stap in het dateringprotocol. Experimenten aan zirkoon van diverse continenten tonen aan dat onze methode effectief is. Het scheiden van het zware mineraal zirkoon van het sediment en de selectie van de meest geschikte korrels omvat de volgende stappen: (1) het zand wordt met een zeef op korrelgrootte gescheiden, (2) dan volgt scheiding in een lichte en zware fractie, (3) de zware fractie wordt gesplitst in een magnetische en een niet-magnetische fractie waarvan de laatste vrijwel geheel uit zirkoon bestaat, (4) voor het verwijderen van geleidend rutiel en donker zirkoon wordt elektrostatische scheiding toegepast. Het meest kleurloze en heldere materiaal voor de dateringen werd verkregen door de elektrostatische scheiding vele malen te herhalen. Na elke extra stap bevatte het extract minder donkere korrels. Figuur 10.1 toont de niet-magnetische fractie (links) en het resultaat na elektrostatische scheiding (rechts).
500 m
500 m
Figuur 10.1. Links: foto van de niet-magnetische fractie, korrelgrootte 75-100 µm, van een Ameland zandmonster. De fractie bestaat uit een verzameling donkere en heldere korrels. Rechts: foto van de zirkoon fractie (75-100 µm) na 10 stappen met de elektrostatische scheider. De fractie bestaat voornamelijk uit heldere en doorschijnende korrels. In de literatuur is gesuggereerd dat er in zirkoon Dy en Tb-rijke gebieden zijn, die arm aan U en Th zijn en omgekeerd. Deze anti-correlatie zou zirkoon ongeschikt maken voor dateringen, omdat de stralingsschade daar geproduceerd wordt waar geen TL activatoren zijn. Daarom zijn in alle stadia van de zirkoonselectie de specifieke activiteit van U en Th en de TL efficiëntie gemeten. De U en Th concentraties in zwarte en heldere korrels blijken nagenoeg gelijk te zijn. Omdat tijdens de scheiding meer en meer gekleurde en zwarte korrels worden verwijderd, zou de TL na elke selectiestap moeten toenemen, maar in de praktijk blijft het ongeveer gelijk. Dit betekent dat ook de Tb en Dy concentraties nauwelijks variëren. Laser Ablation Inductively Coupled Plasma Mass Spectrometry (LAICP-MS) metingen bevestigen dit en tonen een positieve correlatie van de U en Th concentraties en die van de zware zeldzame aarden in plaats van een anti-correlatie. Voor dateringen gebruiken we de meest intense component van het TL spectrum: de 545 nm lijn van Tb3+, waarvan de intensiteit na 16 weken opslag in het donker tot zeker tot 2
Samenvatting
163
jaar na bestraling, stabiel blijft. De oplossing van het fadingprobleem bij dateringen is gevonden door de exclusieve detectie van de 545 nm Tb3+ TL piek. Elektron paramagnetische resonantie (EPR) aan zirkoon is uitgevoerd -met voornamelijk éénkristallen- aan paramagnetische defecten, waaronder Tb4+ en Dy3+ en enkele SiO nm− centra, omdat ze een belangrijke rol spelen bij TL. Ionen van zeldzame aard metalen zijn gunstig voor dateringsonderzoek, omdat we deze defecten tijdens de bestraling, fading en verwarmen kunnen volgen. De verzadiging van de defectvorming treedt op bij zeer hoge doses (> 105 Gy). Hieruit concluderen we dat de effectiviteit van de schadevorming van ’ s gelijk is aan die van ’ s en ’ s. De EPR resultaten tonen verder aan dat door bestraling Dy3+ wordt omgezet in Dy4+ en Tb3+ in Tb4+. Dit betekent dat Dy3+ en Tb3+ ionen een gat kunnen invangen. Hierbij gedraagt Dy3+ zich als een ondiep centrum en Tb3+ als een diepe vangstplaats voor gaten, dat nauwelijks fading vertoont. Het simulatiemodel verschaft inzicht in het gedrag van elektron en gat vangstplaatsen tijdens bestraling, fading en TL experimenten. Het gesimuleerde gedrag wordt bevestigd door de EPR resultaten. Uit een vergelijking van de gesimuleerde en experimentele resultaten blijkt dat fading van zirkoon goed beschreven wordt; d.w.z. er is niets abnormaals aan fading zoals het tijdens onze experimenten is waargenomen. De simulaties laten ook zien dat we natuurlijke bestralingen kunnen imiteren door een korte laboratorium bestraling gevolgd door een voorverwarming (preheat). Omdat het simulatiemodel het gedrag van bestraald zirkoon reproduceert, stellen we dat het model een bruikbaar hulpmiddel is voor het ontwerpen van een dateringsprotocol. Ons doel was om een TL dateringsmethode voor zirkoon te ontwikkelen. We hebben de voorwaarden gevonden, waaraan voldaan moet worden om TL dateringen met zirkoon uit te voeren. Als test hebben we een monster uit de Zwanenwaterduinen op Ameland gebruikt. De ouderdom van het sediment wordt berekend met de volgende vergelijking
Ouderdom ( jaren ) =
ED [Gy ] . AD [Gy / jaar ]
(10.1)
ED is de equivalente dosis in Gray (Gy), d.w.z. de kunstmatige dosis die het natuurlijke TL signaal reproduceert en AD de jaarlijkse natuurlijke dosis. AD wordt berekend uit de specifieke activiteit van uranium en thorium. Het zirkoonconcentraat is verdeeld in zes porties. Van de eerste portie werd het natuurlijke TL signaal gemeten. Deze heeft de Natuurlijke Dosis (ND) ontvangen tijdens de 175 jaar die het in de grond heeft doorgebracht. De vijf andere porties zijn met een gekalibreerde 137 Cs -bron extra bestraald tot vijf doses. De geïntegreerde TL piek is geplot als functie van de extra -dosis (Figuur 10.2). ED is bepaald door de rechte lijn, die zo goed mogelijk bij de meetpunten past, te extrapoleren. Het snijpunt met de x-as levert ED= 139 ± 14 Gy. Daar is TL=0 en dat is het moment dat de dateringsklok weer vanaf 0 begon te lopen. De jaarlijkse interne dosis t.v.g. de -deeltjes uit U en Th is AD intern = 750 ± 30 mGy/jaar. Daarnaast zijn er kleine bijdragen van en straling afkomstig van U en Th en 40K uit het
164
Chapter 10
omringende sediment. De totale jaarlijkse dosis ADtotaal bedraagt 760 ± 30 mGy/jaar. Met de equivalente dosis en de jaarlijkse natuurlijke dosis kunnen we met vergelijking (10.1) de ouderdom van het Zwanenwaterduinen monster berekenen. Het resultaat, 183 ± 14 jaar, komt zeer goed overeen met de historische ouderdom van 175 jaar.
14 12
TL
10 8
183 jaar
6 4 2 0
-100
0
Leeftijd (jaren)
100
200
300
Lab γ-dosis (Gy)
Figuur 10.2. De dateringsklok begon 183 jaar geleden te lopen. De luminescentie opbrengst was toen 0. De TL is uitgezet in willekeurige eenheden. Onze resultaten tonen aan dat TL van zirkoon gebruikt kan worden voor de tijdsbepaling van sedimentaire gebeurtenissen in de late kwartaire periode. Dit is de kortste en de meest recente geologische periode en daardoor ook het meest onderzocht. Niet alleen geologen hechten veel belang aan dit soort dateringen; ze zijn evenzeer van belang voor de bescherming van onze kustgebieden en in archeologisch onderzoek. Tot slot kunnen we zeggen, dat zirkoon grote voordelen heeft voor het dateren van recente gebeurtenissen omdat de schadevorming plaatsvindt door goed gedefinieerde radioactieve bronnen binnen de korrels en niet door bronnen in de omgeving. Met de huidige technologie zullen monsters van 12 maanden oud gedateerd kunnen worden, waardoor zirkoon TL als ‘stopwatch’ bruikbaar is in allerlei forensisch onderzoek. Er treedt geen waarneembare verzadiging op van het TL signaal en daarom is zirkoon niet alleen geschikt voor recente gebeurtenissen maar kan de methode ook op honderdduizenden jaren oude monsters worden toegepast.
DANKWOORD Ik wil graag iedereen bedanken die heeft bijgedragen aan de totstandkoming van dit proefschrift, zowel op het professionele als op het persoonlijke vlak. Vanwege de breedte van het onderwerp van het onderzoek zijn er veel professionele bijdragen onmisbaar. Allereerst wil ik mijn promotor, Henry den Hartog, bedanken voor zijn steun, vertrouwen en enthousiasme. Zijn immer vaste overtuiging dat we op de goede weg waren heeft ervoor gezorgd dat dit proefschrift er nu ligt. Daarnaast wil ik mijn tweede promotor, Rob de Meijer, bedanken voor zijn positief kritische kanttekeningen tijdens de loop van mijn onderzoek, zijn hulp bij het bepalen van de activiteitsconcentraties, en voor het hanteren van de noodzakelijke stofkam bij de afronding van het werk. David Vainshtein bedankt voor alle hulp en het altijd stand-by staan (“ ik vraag David wel even” ) en voor alle discussies die we gevoerd hebben. Thanks David! Essential for the development of the TL dating method was the work done by Dr. Anatoly Turkin (Kharkov). With the kinetic defect-interaction model for zircon we have gained insight in the multitude of processes relevant to TL dating. Thank you for your input and for always being prepared to answer any question I had. In addition, I would like to thank Dr. G.R. Bulka (Kazan) and Dr. M.A. Laruhin (Kazan) for the EPR measurements that have helped us to understand the behavior of several crucial species of the defect system in irradiated natural zircon. Professor Abraham Rozendaal (Stellenbosch) bedankt voor de Kathode Luminescentie metingen en de chemische analyse m.b.v. (LA-)ICP-MS metingen voor de bepaling van de sporenelementen in zirkoon. Prof. V.V. Gann and Dr. M Mau ec are being thanked for their calculations of the alpha dose in natural zircon, and the calculations of the beta and gamma dose in bulk sand, respectively. I am grateful to the members of the thesis-reading committee, Prof. Jeff de Hosson, Prof. Joe Donoghue, and Prof. Darrell Comins for reading the manuscript and giving their comments on the thesis. In addition, I especially want to thank Joe Donoghue for the characterization of the samples and for his help selecting the zircons used for this investigation, but most of all for his input and enthusiasm from the start of this investigation. Verder wil ik Coen van Dijk bedanken voor zijn hulp bij de SEM-EDAX metingen en de experimenten met de optische microscoop, en natuurlijk voor het gezellige onderhoud tijdens die metingen. Frans van der Horst wil ik bedanken voor de XRD metingen. Daarnaast wil ik een aantal mensen van de (voormalige) vakgroep Nuclear Geophysics Division bedanken voor hun hulp en gezelligheid. Teneerste Ron ten Have voor de radiometrie metingen en verder natuurlijk Catherine, Emiel, Han, Ioana, Lars, Marjan, Marije, Patrick, Pieter, Rianne, Richwald, en Ronald. Maar ook de mensen van de MKgroep, met wie ik de gang heb gedeeld, hebben een sfeerverhogende invloed gehad.
165