Bulgarije: een reisverslag Woensdag 17 september
Hier begint onze reis ook effectief. We waren al weken alles aan het voorbereiden. Op de luchthaven ontmoeten we elkaar voor de balie van Thomas Cook. Onze groep bestaat uit vier mensen: Jelle (afgestudeerde elektronicus), Wouter (studeert biologie in Leuven) en Iwan (studeert biologie in Diepenbeek) en ik, Ellen (u weet wel wat ik studeer). Wij zijn allen actieve leden van JNM (Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieueducatie) en het is via deze organisatie dat we mekaar kennen. Meteen worden er vogelgidsen uitgewisseld en worden de telescopen gekeurd. Onze verwachtingen zijn hoog gespannen, er wordt over en weer gespeculeerd maar we zullen nog even geduld moeten hebben. Na wat probleempjes (onze tickets en die van de andere mensen waren er niet) kunnen we toch inchecken. Ons vliegtuig stijgt op en we zijn vetrokken! Terwijl we over Duitsland, Oostenrijk, Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, en Joegoslavië vliegen wordt er al volop gediscuteerd over welke vogels we allemaal gaan zien: kleine zilverreiger, ortolaan, rotskruiper, steenarend, zeearend, gieren, …? Na drie uur vliegen komen we aan op de luchthaven van Burgas. Ondanks het late uur is de temperatuur nog heel aangenaam. Eenmaal door de paspoortcontrole, en terug in het bezit van onze bagage, gaan we op zoek naar een vervoermiddel. Na wat discussie over de prijs is een taxichauffeur bereid om ons naar het ornithologisch centrum te brengen, dat juist buiten de stad ligt. Met wat zoeken in het donker vinden we uiteindelijk onze slaapplaats.
Donderdag 18 september.
Het licht dat door de ramen valt maakt ons wakker. Het eerste dat we doen is het dak van het centrum op gaan, dat een soort uitkijktoren is. Voor het eerst zien we Bulgarije (gisteren was alles pikkedonker). Heel het centrum is omgeven door rietvelden. In het oosten zien we de Zwarte Zee, in het noorden de stad Burgas, in het zuiden een rivier en het dorpje Craimoria en in het westen een rietveldencomplex. Die voormiddag zien we kleine zilverreiger, visarend, oeverzwaluw, boerenzwaluw, grauwe klawier, grote stern, geelpootmeeuw, sperwer, buizerd, enzovoort. In de namiddag maken we een tocht naar Craimoria. Voor mij was dat zeer vermoeiend. Ik was nog niet helemaal hersteld van een witte angina en ik had echt nog wat extra rust nodig. Onderweg zien we witbandzandoog, resedawitje, kaasjeskruiddikkopje, gekraagde roodstaart, ringmus, huismus, grauwe klauwier, schreeuwarend,… . Aangekomen in het dorpje slaan we een voorraad in en gaan we picknicken op het strand. Jelle kan juist nog een slang zien
1
wegkruipen in de struiken. De stranden zijn er heel vuil! Tenzij het toeristische stranden zijn wordt er zeer veel gestort. Nogal triestig! In het water en op het strand zit het vol met oorkwallen. Een duikje wagen we dus even niet. Onze terugweg is veel langer en gaat langs kust. Onderweg zien we honderden spotvogels, gewone kwikstaart en balkankwikstaart, tapuiten, grauwe klauwier, geelpootmeeuw, grauwe gors, Spaanse mus, aalscholver, Icarus blauwtje, een doodgereden slang (determinatie niet mogelijk),… Terug in het ornithologisch centrum maken we beter kennis met de andere “vogelgeïnteresseerden”: drie Duitsers, die permanent in het centrum aanwezig zijn en een Zweed (Lars) die hier een tijdje verblijft. Moe maar tevreden kruipen we in onze tentjes.
Vrijdag 19 september
s’ Morgens staan we vroeg op om naar Burgas te gaan. We krijgen een lift van een man met een wagen vol vis. Terwijl we op zoek zijn naar het stadscentrum ontmoeten we toevallig een Bulgaarse die vloeiend Nederlands spreekt: en dan nog wel zonder accent! Burgas is een hele rare stad. Chique kledingszaken en sjofele wisselkantoortjes staan naast elkaar. Roma zigeunertjes lopen tussen jongeren die zo Westers mogelijk willen doen. Je ziet heel duidelijk de sporen van het communisme in deze stad maar de verwestering rukt op! Opeens loop je in straten die even goed in Brussel zouden kunnen zijn en dan weer loop je tussen groezelige, arme winkeltjes. Bovendien zijn we hier ook heel dicht bij de Turkse grens. Mensen met allerlei soorten gezichten lopen hier door elkaar! Na wat zoeken vinden we het politiekantoor. Daar moeten we een formulier halen om door het land te mogen reizen: een oude communistische wet die nog steeds van kracht is. Daarna gaan we op zoek naar een bus die ons naar Atanasovsko kan brengen. Niet gemakkelijk! Weinig mensen spreken Engels en op de bussen staan de bestemmingen in het Russisch alfabet geschreven. Deze kunnen we dus onmogelijk lezen (had ik uit de bib toch maar een taalgids meegebracht!) en als we dan eenmaal aan de juiste halte staan moeten we heel lang wachten. Het openbaar vervoer heeft altijd vertraging en is nogal onregelmatig. Mensen in België die klagen als de trein tien minuutjes later aankomt dan voorzien moesten eens naar Bulgarije gaan! Eenmaal aangekomen in Atanasovsko instaleren we ons op een vogeltrek tel post. Hier zijn veel bezinkingsputten voor zoutwinning (Mandalake). die een belangrijke trekpleister zijn voor vogels. Samen met Lars bewonderen we schreeuwarend, roodpootvalk, steppebuizerd, slangenarend, dwergarend, buizerd, sperwer, balkan sperwer, ooievaar, zwarte ooievaar, kroeskoppelikaan, pelikaan, kuifleeuwerik en roodkeelpieper.
2
‘s Avands rijden Iwan en Wouter met Lars mee en liften Jelle en ik terug. Deze keer geen wagen volgeladen met vis meer maar een super chique wagen die bestuurd wordt door een Bulgaar met internationale connecties! We maken het tot in de vroege uurtjes gezellig rond een kampvuur met de drie Duitsers (die gelukkig Engels spreken!).
Zaterdag 20 september
Vandaag vertrekken we naar Madzarovo. Deze streek ligt meer het binnenland in en is bekend om zijn prachtige natuurparken. Onze reis verloopt zeer moeizaam. Op de bus moeten we uitleggen dat we naar het station moeten, niet makkelijk, maar met en tekeningetje lukt het dan toch. Op onze trein moeten we vier uur wachten. Eenmaal vertrokken vergapen we ons aan het uitzicht. Traag beweegt onze trein zich voort tussen prachtige bergen. Het binnenland lijkt wel verlaten! In ons eindstation gaan we op zoek naar een bus. Helaas is het al wat laat op de dag en rijden er geen bussen meer. We zijn genoodzaakt om een taxi te nemen. Dit wordt een hele maffe rit. Zo stopt onze chauffeur opeens en vijst hij het taxibordje van de wagen! Blijkbaar reden we “in het zwart” en zouden iets verder agenten staan. De wegen zijn heel slecht in Bulgarije. Zeker in de bergen moet je soms van rijvak verwisselen door de vele kuilen in de weg. Bovendien moet je ook oppassen voor loslopend vee. Onze taxichauffeur kan op het nippertje een koe ontwijken die in het midden van de weg staat! Het is al heel laat als we aankomen in Madzarovo. We laten ons afzetten buiten de stad en trekken de bergen wat in, weg van de baan, waar we ons onder een prachtige sterrenhemel te slapen leggen.
Zondag 21 september
Eerst gaan we naar het stadje. Aan de ingangsweg lezen we dat hier grondstoffen worden ontgonnen met de hulp van EU subsidies. We slaan ons een voorraad in en trekken dan naar de bergen. Overal zijn er kleine paadjes gemaakt door geiten die hier rondlopen. Handig om te volgen! Het is een vermoeiende tocht, maar als je dan op de kam van de berg staat is het uitzicht meer dan een beloning! De hellingen zijn met een prachtig groen bedekt en in de vallei loopt een rivier. De lucht is heerlijk zuiver en de zon schittert. En ja hoor, na nog geen twee minuten zien we de gieren! Met de telescopen van Iwan en Wouter kunnen we ze nog beter bewonderen. Hier zie ik ook voor het eerst in mijn leven raven. Die zijn bij ons al eeuwen uitgestorven door het verdwijnen van onze bossen. Vlinders zijn hier ook volop: witbandzandoog, een endemische parelmoerlinder, kleine parelmoervlinder, bruin blauwtje, kleine vuurvlinder, enz. Verder zien we nog; vale gier, rotszwaluw, grijze gors, torenvalk, cirlgors, distelvink, groenvink,… Na de middag dalen we af langs de andere kant van de berg. Onderweg vinden we een prachtige bidsprinkhaan, een
3
indrukwekkend insect dat ik voordien enkel op plaatjes had gezien. We verlaten het geitenpad en dalen af naar de rivier via een gevaarlijk stukje rots (met onze rugzakken!). We steken dan de rivier over naar een eilandje midden in het water. Daar eten we nog iets, rusten we wat uit, maken we een kampvuur en bewonderen we de melkweg terwijl we in slaap vallen.
Maandag 22 september
We gaan terug op pad. Eerst moeten we de rivier verder oversteken maar dat lijkt helaas niet meer te lukken met droge voeten. Het water is ijskoud. We vinden er een meerkikker. Dan klimmen we weer een andere helling op waar ons pad wordt gekruist door een kudde koeien met bellen rond hun nek. Onderweg zien we steenarend, rotskruiper, roodstuitzwaluw, een groene pad. Als ons water bijna op is vinden we gelukkig opeens een bronnetje. We hebben alleen geen idee of het drinkbaar is want we kunnen het bordje natuurlijk niet lezen, maar het is zo warm dat we toch maar het risico nemen. Wat kan een mens toch voor gevaren komen te staan zonder taalgids. Als ik dit aan mijn moeder vertel (die in de bib werkt) zal ze haar ogen te hemel opslaan en vervolgens zeggen: “Ellen hoe is dat toch mogelijk, er zijn toch genoeg taalgidsen BulgaarsNederlands in de bib. Heb je er dan geen meegenomen?” Iwan en ik gaan sneller terugstappen naar Madzarovo omdat ik moet telefoneren om mijn terugvlucht te bevestigen. Achteraf gezien onnodig want het was een feestdag en niemand werkte. Op onze terugweg vinden we toevallig een natuurcentrum waar een tentoonstelling doorgaat over de fabelachtige flora en fauna uit de streek. Eén enkel oud vrouwtje was rond het gebouw te vinden en die leek best wel blij om ons te zien: volgens mij kwamen er niet zo veel bezoekers. In het stadje overkomen ons best wel wat rare dingen. We vinden er een zeer modern en luxueus hotel te midden van de oude communistische woonblokken. We mogen even in de kamers kijken en zien dat sommige nog nooit zijn gebruikt! Als we daarna wat in de straten rondlopen worden we aangesproken door een Bulgaar die wonder boven wonder Engels spreekt! Tof want de volgende dag moesten we terug geraken en we wisten nog niet hoe. Hij belooft ons te zullen helpen. ‘s Avonds eten we in een restaurantje. We kunnen de menukaart niet lezen dus duiden we willekeurig maar wat aan (bijvoorbeeld “la calnada” en “l’organa”). We krijgen frietjes, vlees en een reuze omelet voorgeschoteld. Heerlijk om weer eens warm te eten! Drink trouwens geen bier in Bulgarije! Ik heb het uitgeprobeerd en het smaakt verschrikkelijk. Wat later komen onze vriendelijke Bulgaar, Nick heet hij, en een vriend er bijzitten. We babbelen lang en komen heel veel over Nick te weten: hij heeft een tiental paarden in de bergen, hij is momenteel werkloos, vroeger werkte hij op “Sunny Beach” (wandoor hij vlot Engels spreekt) en nog veel meer. Na een tijdje
4
vraagt hij ons waar we gaan slapen en als hij hoort dat we van plan zijn de nacht buiten door te brengen, stelt hij voor om bij hem te komen logeren. We kijken mekaar even aan en we gaan dan akkoord. Een half uur later bevinden we ons in zijn appartement . Hij woont naar Belgische normen in een krot maar wij zijn dankbaar voor de gastvrijheid en met de zachte zetels waar we op mogen slapen. Veel mensen in Bulgarije houden dieren op hun kamers om van hun warme te profiteren tijdens de ijzige winters. Gelukkig heeft Nick dat nog nooit moeten doen. We krijgen nu zo’n beetje de rest van zijn levensverhaal te horen en hij toont ons zijn verzameling oude, gouden munten. Maar stil, niemand mag weten dat hij die heeft!
Dinsdag 23 september
Vandaag gaan we proberen terug te geraken naar het ornithologisch centrum. Eerst moeten we geduldig, heel geduldig zijn, totdat Nick een vriend vindt die ons wil voeren. (Bulgaren leven heel wat trager dan ons en soms werkt dat wel eens op de zenuwen) Ze brengen ons naar een grote stad van waaruit de bussen vertrekken. De bus is het reismiddel bij uitstek voor de Bulgaren, wat betreft de lange afstanden in ieder geval. Het is er héél goedkoop (zeker voor ons, rijke West-Europeanen), het gaat nog redelijk snel en de bussen rijden regelmatig. Dankzij onze Engels sprekende vriend vinden we snel de juiste bus en zijn we op weg naar Burgas. We komen heel laat ‘s avonds aan en nemen de taxi naar het ornithologisch centrum. Als je een taxi neemt in Bulgarije, spreek dan steeds op voorhand de prijs met de chauffeur af. Anders kun je wel eens voor verrassingen komen te staan! Na een warme douche en warm eten val ik als een blok in slaap.
Woensdag 24 september
‘s Morgens speuren we alweer de hemel af naar bijzondere vogels. Maar het is tijd om afscheid te nemen: eer st van onze drie Duitse vrienden en dan van Jelle en Wouter. Ik ben namelijk de enige die terug naar huis moet. De anderen zullen nog een week blijven. Jelle en Wouter gaan opnieuw naar Atanasovsko, Iwan en ik gaan naar Burgas. Na wat rondslenteren in de stad gaan we naar het vliegveld. Ik moet nu ook afscheid van Iwan nemen en inchecken. Eerst nog door de douane en dan mijn internationaal paspoort laten afstempelen. Dan helemaal alleen het vliegtuig op terug naar België waar mijn ouders mij staan op te wachten. De volgende ochtend weer naar school!
Dit was voor mij en heel leerrijk reis: nu heb ik met eigen ogen kunnen “proeven” van de totaal verschillende natuur en cultuur van
5
dit Oost Europese land. Niet zo ver weg maar toch zo helemaal anders dan bij ons. Ik wil de directeur heel hartelijk bedanken dat ik mocht gaan! Deze reis was voor mij een ervaring die ik nooit ga vergeten! Dank u wel! Ellen Clara 23 december 2003
In bijlage de volgende illustraties: 1. De officiële documenten van groot naar klein: - document uit het politiekantoor om te mogen rondreizen - treinticket - busticket voor lange reis - busticket voor korte reis 2. De niet-officiële documenten - dieren in Bulgarije - uitzicht op een berg (prachtig niet?) (sorry voor de slechte kwaliteit van de beelden)
6
7
8