BUITENGEWONE OPENBARE VERGADERING van de raad der gemeente Alblasserdam op dinsdag 27 oktober 2009 des namiddags om 19.30 uur in het raadhuis Aanwezig de leden: mevrouw M.J.H. Barra-Leenheer (PvdA), mevrouw P.M. Wennekes (PvdA), de heer R. van Lavieren (PvdA), de heer J.J.G. Lok (PvdA), de heer O. Yilmaz (PvdA), de heer L. Verwoert (PvdA), de heer A.C.C.M. Ruikes (CDA), mevrouw L. Sundquist-van Solingen (CDA),de heer Th. de Gelder (CDA), de heer J.H. Wesselius (CDA), de heer dr.ir H. Boersma (SGP), de heer drs. P.J. Verheij RA (SGP), de heer F.C. de Gier (VVD), de heer J.H.E. Nieuwenhuis (VVD, de heer A.J. Zwaan (ChristenUnie) en de heer A.G. Clements (ChristenUnie); Burgemeester:
mevrouw L.M. Huizer
Wethouder:
mevrouw C.E.J. Leeuwis (VVD), de heer S.J. Veerman (CDA) en de heer A.L. Cardon (PvdA);
Griffier (plv.):
mevrouw P.L. Van der Net
Voorzitter(plv.)
de heer mr. A. Boele
Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 1 – Afscheid burgemeester L.M. Huizer --------------------------------------------------------------------------Voorzitter Dames en heren, ik open deze bijzondere raadsvergadering door u allemaal hartelijk welkom te heten, in het bijzonder dit keer onze burgemeester, Lennie Huizer. Deze hele vergadering staat in het teken van haar afscheid, maar wij moeten wel bedenken dat zij nog burgemeester is tot Burgemeester: Tot en met zondag. Voorzitter: Tot en met zondag. Dus het is ook een beetje een voorlopig afscheid en ook in die zin voorlopig, omdat wij op 11 november nog eens een keer misschien met nog veel meer drukte afscheid gaan nemen van Lennie. Bert, kom erbij. Je was tot nu toe een gemis, althans door mij. Ik dacht, hij zal toch wel komen. Kijk eens aan. Maar het is wel tijd. Ja. Goed, ik zei al, deze hele vergadering staat in het teken van het afscheid nemen van Lennie. Dat doen wij en ook daar komt Paulien nog aan. Dit laat ik ook nog even deelgenoot maken van mijn introducerende bewoordingen. Dag Paulien. Ik hoorde zojuist, wij zijn er allemaal. Je bent toch niet het achttiende raadslid van Alblasserdam, hè, Paulien. Nee, nee, vanavond ook niet. Dat doen wij door te luisteren naar toespraken en sommigen van ons houden toespraken. Ik ga er zo meteen zelf eerst mee beginnen. Ik vind dat natuurlijk een hele eer. Overigens, Lennie en ik zijn met elkaar overeengekomen dat ik vanavond deze vergadering voorzit in haar plaats. Na mijn toespraak zal André Ruikes het woord richten tot Lennie en tot ons als nestor van de gemeenteraad. Daarna is er gelegenheid voor andere fractievoorzitters of misschien ook wel andere leden van de raad om ook nog wat te zeggen tegen Lennie. Ik geef er in ieder geval ruimschoots u gelegenheid voor. En als wij allemaal voorlopig uitgepraat zijn, dan gaan wij vragen aan Lennie om het woord tot ons te richten. En dan gaan wij daarna afronden en nog misschien wat lekkers nuttigen en gezellig nog bij elkaar zijn. Ik heb trouwens ook vanavond het gevoel dat wij onder elkaar zijn. Er zijn nu weinig mensen op de publieke tribune, maar dat komt ongetwijfeld doordat jij zo meteen nog afscheid van ons allemaal gaat nemen, van de hele bevolking. Dus dit wordt een gezellig onderonsje wellicht vanavond. Ik hoop op een hele plezierige, gedenkwaardige vergadering.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
2 Maar voordat wij dat allemaal gaan doen, schors ik nu even een kort moment voor het nuttigen van een lekker aangekleed kopje koffie. En daar komt de gemeentebode nu voor binnen. SCHORSING Voorzitter: Dames en heren, zullen wij onze vergadering heropenen? De koffie is op, het gebak is op, dus nu opperste concentratie voor de woorden die gesproken gaan worden gelijk het betaamt in de raad. Ik ga wat zeggen tegen Lennie en ik doe dat achter de katheder. Beste Lennie, dames en heren en andere belangstellenden. Het heeft nog niet eens zoveel gescheeld of dit moment – waarop wij als raad officieel afscheid nemen van onze waarnemend burgemeester – was aan ons voorbijgegaan. Een inderhaast bijeengeroepen Presidium moest eraan te pas komen om jou, Lennie, af te brengen van de voornemen om met zo min mogelijk vertoon te vertrekken. Van jou hoefde die aandacht allemaal niet. Dat zegt iets over jou en dat wij vanavond toch hier bij elkaar zijn, zegt ook iets over de raad. Het zegt over jou, denk ik, Lennie, dat je niet zo nodig in de schijnwerpers hoeft te staan. Dat je niet uit bent op publieke loftuitingen. Dat je in staat bent jezelf en je werk te relativeren. Al vele jaren speel jij een vooraanstaande rol in het openbaar bestuur, maar het virus dat “ijdelheid” heet en waar anderen in vergelijkbare posities gemakkelijk door bevangen raken, heeft jou niet in de greep gekregen. Het zegt ook iets over de raad, want wij laten jou niet zomaar vertrekken. Wij willen eerst nog een paar goede woorden wijden aan jouw werk voor onze gemeente en jou op dit moment van afscheid nog eens heel diep in de ogen kijken. Want jij hebt met jouw burgemeesterschap bij ons een blijvende indruk gevestigd en – wat belangrijker is – veel voor het bestuur van onze gemeente betekend. Tweeënhalf jaar geleden kwam jij naar Alblasserdam. “Hier neergezet door de Commissaris van de Koningin” zeiden criticasters. “Natuurlijk met de stiekeme opdracht om Alblasserdam zijn zelfstandigheid te ontnemen”, voegden cynici eraan toe. En konden toen, in de verwarring van die crisis, zulke geluiden nog op bijval rekenen, ondertussen weten wij hoe onzinnig zij waren. Want, dames en heren, het tegendeel is gebleken: jij bent niet bezig geweest om als een pion van hogerhand het bestuur van onze gemeente te elimineren. Jij was er daarentegen op gericht om Alblasserdam zijn bestuurlijke kracht terug te geven. Jij hebt gewerkt aan de herbouw van het bestuurlijk zelfvertrouwen. En je was daarin succesvol. Jij hebt – met andere woorden – er hard aan gewerkt om jezelf als interim-burgemeester weer zo snel mogelijk overbodig te maken en dat vind ik echt een compliment waard. Jouw komst, in de zomer van 2007, staat ons nog scherp voor de geest. Wij hebben je toen hartelijk onthaald, beslist. Maar wij waren ook nog een beetje in verlegenheid en onzekerheid, laten wij ook dat niet verhullen vanavond. Wij hadden zelfs even het gevoel dat ons het heft uit handen genomen werd. Want het was immers met het bestuur van onze gemeente niet goed gegaan. En natuurlijk ga ik niet de wonden van destijds openrijten, maar zoveel is wel duidelijk, dat toen hulp van buitenaf onvermijdelijk was. En jij, Lennie, bent in die vastgelopen situatie van destijds aan de slag gegaan, niet wetend wat je allemaal zou aantreffen. In zekere zin was het ook voor jou een avontuur. Wel kon jij je van meet af aan gesteund worden, weten door een hechte gemeenteraad. Een raad die – ik wil dat ook bij deze gelegenheid zog eens zeggen, die zelf geen onderdeel was, vonden wij, van de bestuurlijke crisis, maar ondertussen wel diep overtuigd was van de noodzaak tot fundamentele veranderingen. Je bent aan het werk gegaan met de bagage van een rasecht bestuurder, die de publieke dienst van binnenuit kent en hen die op cruciale posities verkeren, goed weet te vinden. Je bent aan de slag gegaan met het inzicht van een financieel kundige, die weet wat nodig is om de financiële huishouding van de gemeente op orde te krijgen. Maar vooral: je hebt gewerkt op de manier zoals je bent. Een open, toegankelijke, humorvolle, no-nonsense vrouw, die weet mensen te binden en mensen te inspireren. Het is die combinatie die jou interim-periode – ik zei het al – tot een succes hebben gemaakt. De problemen van weleer zijn wij in essentie te boven gekomen, zij het, je zal ons onmiddellijk bijvallen, dat voortdurende waakzaamheid geboden is. Maar je kunt met recht en rede zeggen, dat Alblasserdam achter de bestuurlijke crisis staat. En reeds daarom is het bestuur van onze gemeente jou veel dank verschuldigd. “Ik heb dat niet allemaal alleen gedaan”, zo hoor ik jou stilletjes al protesteren. En natuurlijk is dat zo, want in het openbaar bestuur zijn wij per definitie op elkaar aangewezen en van elkaar afhankelijk. Maar iemand moet de leiding nemen en iemand moet het initiatief houden.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
3 Zo heb jij een voortreffelijk duo gevormd met Bert Blase, nu nog onze interim-gemeentesecretaris, straks onze burgemeester. Door jullie bieder inzet ontstond een geheel nieuw team van managers aan de bovenkant van de ambtelijke organisatie. En dan komt van het een het ander: nieuwe mensen op cruciale posities brachten nieuwe dynamiek, in de organisatie en in de relaties van die organisatie met het bestuur. Er kwam, zo begrepen wij, boven weer nieuwe chemie binnen het college van B&W, waarvan voor de raad het meest zichtbaar was dat het college, wat je er ook van zou denken, maar in ieder geval als eenheid naar buiten trad. En er kwam ook nieuwe kracht in de bestuurlijke externe relaties, waardoor Alblasserdam nu weer staat op de kaart van bijvoorbeeld Drechtsteden. Kortom, Alblasserdam stond op achterstand maar heeft het been ondertussen bijgetrokken. Wij waren in crisis, maar wij kunnen nu verder in nieuwe en stabiele verhoudingen. En ja, Lennie, jij bent van dat alles de stuwende kracht geweest, zeg maar het boegbeeld, het beeldbepalende gezicht. Nu in de basis de zaak op orde is, wordt het hoog tijd dat onze burgers daar ook nu alles van gaan merken en dat zij tevreden worden met het bestuur van hun gemeente. Want de beeldvorming vanuit het verleden is negatief. En wij moeten er met elkaar op rekenen dat die beelden hardnekkig zijn. Sterker: zij worden soms ook bevestigd. Onbedoeld weliswaar, maar toch….. Dat negatieve imago wis je niet uit met mooie praatjes. Wie zijn oor te luisteren legt in de samenleving ( en dat worden wij als raadsleden geacht te doen) bemerkt al spoedig, dat wij bij onze burgers nog steeds op achterstand staan. De urgente vraag van vandaag is daarom: hoe bouwen wij aan een vertrouwenwekkende relatie met onze burgers? Die vraag moeten wij fundamenteel aan de orde stellen en misschien wel helemaal opnieuw gaan doordenken. Want het gaat er uiteindelijk niet om, dat wij als bestuurders tevreden zijn. Het gaat erom, dat onze burgers zich in ons vertegenwoordigd voelen en zich bij een rechtvaardig en zorgvuldig overheidsbestuur veilig weten. En hier ligt mogelijk een belangrijke taak voor onze nieuwe burgemeester om als boegbeeld van deze nieuwe beweging zijn beste krachten aan de gemeente te gaan besteden. Lennie, wij zien als gemeenteraad terug op een fijne samenwerking met jou. Wij herinneren ons jouw vaardige leiding over onze vergaderingen en over onze soms stevige debatten. Wij zagen je soms stiekem genieten van het politieke handwerk, wat bij tijden ook in onze raad geleverd werd. Wij ontwaarden soms ook enige verholen ergernis, als bijvoorbeeld discussies naar jouw oordeel te gedetailleerd verliepen of misschien wel te lang duurden. Wij herinneren ons ook hoe je als raadsvoorzitter, als raadsvoorzitter soms de beantwoording van wethouders overnam, daarmee bijna opzichtig etalerend – dat was mijn gewaarwording – dat jij vond dat zij in hun antwoorden wat beneden de maat bleven. Maar wij weten ook hoe je fractievoorzitters gedecideerd kon tegenspreken – ja, ook die van de SGP – zelfs op momenten dat die fractievoorzitters meenden het volste recht aan hun kant te hebben/ Wij herinneren ons hoe je op vele momenten begrip en geduld vroeg aan de gemeenteraad. Vooral in de begintijd heb jij je erg verwonderd over ingesleten gewoontes en over bestaande praktijken binnen dit huis. Als bestuurlijk crisismanager heb je heel wat kastdeuren opengetrokken, putdeksels opgelicht. Maar, zo zei je telkens weer tegen de raad, trek niet een al te vies gezicht, want dit hoort er nu eenmaal bij. Wij zijn bezig om een probleem op te lossen. En de raad volgde, mokkend soms maar uiteindelijk toch wel weer begripvol. Lennie, jij bewaakte zorgvuldig de sfeer in de raad. Altijd erop gericht om ieder lid het volle pond te geven. Strevend naar evenwicht in aandacht van jou en in inbreng van de leden van de raad. Geen voorkeuren in welke richting dan ook. Wel een scherp ook voor kwaliteit en voor passie. Kortom, wij hadden als raad aan jou een goede voorzitter. Vanavond, dames en heren, nemen wij afscheid van Lennie en dat stemt, in het licht van de dingen die ik zojuist zei, ook een heel klein beetje weemoedig. Je vertrekt uit ons ook, Lennie, maar ik verzeker je: niet uit ons haart. Je gaat, maar tegelijk blijf je een beetje. Je begrijpt wel wat ik bedoel. Je hebt hier in Alblasserdam een opdracht volbracht, die ons aan jou heeft verbonden en die wij met respect en met veel waardering zullen blijven bejegenen. En wat misschien nog wel het mooiste is: je bent in de achterliggende jaren ook een beetje van ons geworden, een heel beetje zelfs. Je bent geen interimmer op afstand gebleven. Je was een bestuurder van ons en voor ons. Zo hebben wij dat ervaren en zo ben je het zelf ook gaan voelen. Beste Lennie, namens de raad dank ik jou heel hartelijk en wens ik je in alle opzichten een goede toekomst toe. En niemand duidt mij euvel als ik daar heel persoonlijk aan toevoeg”moge God jou rijk zegenen in de tijd die voor je ligt. En, tenslotte, als volksvertegenwoordiger roep ik: de inwoners van Alblasserdam groeten jou. Dag Lennie. Ik geef het woord aan onze nestor van de raad, André Ruikes. André ga je gang.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
4
De heer Ruikes: Mijnheer de voorzitter, leden van de gemeenteraad, geachte aanwezigen maar beste Lennie, Namens de gemeenteraad mag ik jou vandaag toespreken. Een buitengewone raadsvergadering om afscheid te nemen van burgemeester Lennie Huizer. Een bijzonder moment. Van onze vorige burgemeester hebben wij bijvoorbeeld niet in een buitengewone raadsvergadering afscheid genomen. Nu heeft het Presidium zonder aarzelen de agenda voor deze vergadering vastgesteld. Dat tekent al gedeeltelijk wat jij de afgelopen jaren in dit huis hebt opgebouwd. Op woensdag 11 juli 2007 ben je geïnstalleerd als de eerste vrouwelijke burgemeester van Alblasserdam. De Commissaris van de Koningin had je voor ons uitgezocht. De bestuurlijke en ambtelijke crisis waarin deze gemeente toen verkeerde, vroeg om een ervaren bestuurder. Ongetwijfeld heeft zijn ervaring hoe je in de provincie Zuid-Holland als gedeputeerde na de Cetecoaffaire de zaak hebt aangepakt bij zijn oordeel een grote rol gespeeld. Want ook dar moest je vertrouwen herstellen. En, zoals de heer Boele in zijn welkomsttoespraak verwoordde, het gaat er daarbij in de kern om, dat het vertrouwen wordt hersteld. Vertrouwen binnen het college, in de richting van het ambtelijk apparaat en naar de regio, ook met het oog op de burger en het bedrijfsleven. En wethouder Veerman voegde toe: Wij verwachten veel van u. De CdK heeft u speciaal uitgekozen wegens uw kwaliteiten, tegenwoordig ook wel competenties genoemd. Zoals goed bekend zijn met gemeentefinanciën en personele zaken. En daarnaast beschikken over wijsheid, moed, rechtvaardigheid en een samenbindend en blijmoedig karakter hebben. En zo begon je in plaats van een aantal vrije maanden na je aftreden als gedeputeerde op 25 april 2007 aan ruim twee jaar Alblasserdam. En terugkijkend op deze periode kun je volgens ons niet anders dan tevreden zijn. Wij als raad zijn dat in ieder geval wel. Want Alblasserdam speelt haar partijtje in de regio weer mee. Is niet meer de gemeente waar het bestuurlijk en ambtelijk allemaal niet zo lekker loopt, zoals je zelf zei. Hier in huis ben je een inspirator geweest voor een nieuw elan onder de ambtelijke organisatie en heb je een dossier als de verbouwing van dit gemeentehuis gebracht waar wij nu staan. Je mag trots om je heen kijken in deze raadzaal, welke met minimale middelen zo verbouwd is (Ikea zei je altijd) en je staat ook trots op de foto van de uitnodiging voor je afscheidsreceptie in de nieuwe gemeentewinkel, wat zowel voor de ambtenaren als de inwoners een grote verbetering is. Maar ik ga hier niet een waslijst opnoemen van zaken die onder jouw leiding allemaal tot stand zijn gekomen, want ik geloof niet dat ik je daar een plezier mee doe. En je hebt het natuurlijk ook niet alleen gedaan, Maar je schepte wel de sfeer waardoor zaken voor elkaar konden komen. Een sfeer binnen het college en ook binnen het Presidium, welke een groot contrast vormde met de vorige periode. Het college was weer een eenheid en straalde weer plezier in het besturen uit. En ook in de raad zijn wij je zeer erkentelijk voor de manier waarop jij zowel als portefeuillehouder als als voorzitter met ons bent omgegaan. In vertrouwen en respect voor ieders opvattingen. Je bleef ook gewoon jezelf. Kon genieten van het debat in de raad, van het bezoek aan huwelijksjubilea en discussies in het Presidium. Vooral zag ik je genieten tijdens de reis naar Sered, Van de gastvrijheid daar, maar vooral van de manier waarop de deelnemers met elkaar omgingen. Jij geniet van je werk en dat heb je overgebracht op het college, op de ambtenaren, kortom op de mensen om je heen. En natuurlijk is niet alles af. Maar naarmate je ouder wordt, betekent het ook dat niet alles waaraan je begonnen bent, door jezelf kan worden afgemaakt. Er rest immers ook nog een mooie taak voor onze nieuwe burgemeester. Maar het uitgangspunt waarmee hij kan beginnen, is veel positiever dan in juli 2007 en dat is voor een groot deel jouw verdienste. Jij gaat nog niet genieten van jouw pensioen, wel hopelijk van een paar vrije maanden. En blijf vooral van je kinderen en kleinkinderen genieten. Ik mag je ook namens de gemeenteraad een geschenk overhandigen waarvan wij hopen dat het een herinnering voor jou zal zijn aan deze tijd in Alblasserdam maar vooral aan de mensen die je hier ontmoet hebt. Ik heb gehoord dat jij deze objecten spaart en als ik erover nadacht, passen deze ook bij jou, want jij houdt van een transparante financiële stand van zaken, helder als glas. Jij houdt van discussie, besluitvorming in ronde bewoordingen en jij houdt van mensen in al hun schakeringen en kleurrijke voorkomens. Lennie, van harte bedankt voor alles wat je voor deze gemeente hebt gedaan. Wij wensen jou als raad samen met je kinderen en kleinkinderen een gezonde en gelukkige toekomst toe. Maar ik wil eindigen met een gedicht, zoals jij zelf vaak in toespraken hebt gedaan. Een gedicht van Rien de Heer, die hier altijd op het gemeentehuis gewerkt heeft. Want het herstel van vertrouwen wat jij hebt ingezet in deze gemeente, heeft in mijn ogen geleid tot Vriendschap tussen jou en de mensen hier in Alblasserdam.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
5
Vriendschap Altijd ben je er voor elkaar, Gebaseerd op wederzijds vertrouwen, Je weet immer waar de ander op doelt Alleen al door een simpel gebaar, Kun je op elkander bouwen, Wetend wat de ander voelt Je komt elkander tegemoet In moeilijke en goede tijden, Bij vreugde en bij lijden, Bij voor- en tegenspoed Vriendschap is vertrouwen, Er zijn voor elkaar Vriendschap is een gevoel. Samen aan iets bouwen Vriendschap is een gebaar, Samen hetzelfde doel. (Overhandiging geschenk) Voorzitter: Dank je wel, André. Ik heb gelegenheid aangekondigd voor misschien nog anderen uit de raad die wat tegen Lennie willen zeggen. Dan is daar nu de tijd voor. Rinus, jij blijft,geloof ik, liever gewoon achter je plek zitten hè. Dat schat ik zo maar in. De heer Van Lavieren: Ja, ja, Voorzitter: Hoe kom ik daar nou bij hè? De heer Van Lavieren: Ik ga er ook niet zo’n lang verhaal van maken, want ik bedoel, volgens mij is alles al redelijk gezegd. Voorzitter: Rinus, ga je gang. En laat je vooral niet belemmeren. De heer Van Lavieren: Nee, zeker niet, nee. Ja, Lennie, het zit erop. Tenminste voor jou dan in ieder geval. En ja, zoals dat wel eens op schepen gaat, dan neemt de kapitein die neemt afscheid en dan gaat de stuurman een stapje vooruit en die wordt dan de kapitein om het maar even in beeldspraak te zeggen. Dat is wat hier dus eigenlijk ook gebeurt. Ik denk ook dat het geen makkelijk karwei geweest is waar je voor gezet bent. Maar de vorige sprekers hebben al gezegd, dat karwei heb je prima gedaan. Wij hebben echt genoten van de manier waarop je de raad leidde en voorgezeten hebt met, gewoon met kennis en met charme. Dat wil ik er even bij zeggen. Dat is, daar hebben wij echt van genoten. En ik hoop ook dat je van deze raad genoten hebt, want, ja, soms, het is niet altijd moeilijk geweest. Ik bedoel, wij hebben in de tijd dat er problemen waren, de heer Boele is daar de voortrekker van geweest, hebben wij afgesproken dat wij in ieder geval samen op zouden trekken om de problemen in Alblasserdam op te lossen. En ik hoop dat wij daar, ik hoop dat wij daar als raad ook een klein beetje in geslaagd zijn. Ja, en dan is het moment dat je dus zegt van nou, het karwei is bijna klaar. Je hebt het wel eens in de raad gehad over het schip ligt op koers en toen hebben wij dus gezegd van ja, dat is heel mooi, maar nu nog varen. Ik heb dus nu het idee dat wij aan het varen zijn en dat wij de haven gaan bereiken op een gegeven moment. Wij krijgen nog wel wat zware tijden natuurlijk, maar ik heb er het vertrouwen in dat met de stuurman, die een plaatsje opstapt, dat die, dat wij de haven gaan bereiken.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
6 Lennie, hartstikke bedankt en ik wil ook nog zeggen, dat ik je op een andere manier meegemaakt heb. En ja, ik ben van mening dat je ook gewoon een gezellig mens bent. Niet alleen een goede burgemeester, maar ook gewoon een gezellig mens. Bedankt. Voorzitter: Nog anderen? Freek, ga je gang. De heer De Gier: Ja, Lennie, er is natuurlijk een heleboel gezegd en wij hebben gezegd, ja, goed, laten wij in het rijtje van de partijen ook nog een duitje in het zakje doen. Ja, wat mij opviel in deze, vandaag eigenlijk was, dat was meer, dat viel mij ook op met deze entree, dat was met name jouw entree. Want dat was natuurlijk een hele hectische periode en ik liep niet zo lang mee op dat moment, dus ik viel, zoals dat heet, met mijn neus in de prijzen. En ja, wij moesten gelijk ontzettend aan de slag. En wij kregen de heer Franssen en wij mochten op bezoek en toen dachten wij van ja, hoe gaat dit verder. En toen kwam jij, jouw entree vergeet ik ook niet, want jij werd aan ons voorgesteld en toen dachten wij van ja, hoe gaan wij dit doen. En vandaag realiseerde ik me ook hoe snel de tijd gaat, omdat wij hier nu zitten vanavond, bij jouw afscheid van de raad, maar realiseerde ik me ook hoeveel wij gedaan hebben in die tweeënhalf jaar. Want het is een beetje wat Rinus aangaf, wij hebben inderdaad tegen elkaar gezegd, wij kunnen dit niet laten vallen. Wij moeten nu met elkaar sterk staan en, wat ik me nog herinner, was de terugkomst uit Den Haag en ja, zeg maar, de gelatenheid hier boven in aanwezigheid van elkaar van nou, hoe gaan wij nu verder? Hoe trekken wij dit recht? Hoe gaan wij nu onze beloftes waarmaken? En ja, dan ben ik toch wel heel enthousiast, en dat is misschien een verkeerde eigenschap maar ik ben altijd nogal snel enthousiast, dat ik vind dat wij daar heel veel van bereikt hebben. En daar heb jij natuurlijk ontzettend veel aan gedaan en goed, dat is gememoreerd, jij hebt ons gestuurd, jij hebt ons toegesproken, positief, negatief, maar goed, jij hebt je mening duidelijk gesteld. En ja, wat mij enorm aansprak in deze periode is, en dat is, ja dat is de daadkracht, de snelheid. Dus niet lang ergens over zitten, beslissingen durven nemen. Wij spreken het uit en wij moeten wel door, dus er moet een beslissing komen. Wij gaan niet nog een keertje terug. Wij proberen het rond te maken. En ik denk, die daadkracht heeft ertoe geleid, ja, dat wij nu toch na deze periode, denk ik, terug kunnen kijken op een hele mooie raadsperiode met enorme goede resultaten. En daar mogen wij best met z’n allen trots op zijn. Persoonlijk hebben wij natuurlijk, heb je een band met elkaar en Rinus memoreert, je houdt van sfeer, van mensen, van gezelligheid en ja, dan praat je ook anders met elkaar. En wat ik enorm waardeer, en dat was met name de laatste periode, jij was een luisterend oor, denk ik, voor eenieder. Maar ja, jij gaf ook adviezen en ja, ik heb dat de laatste maanden best nodig gehad, want wij hadden natuurlijk nog een wethouderswisseling te gaan en ja goed, dat heb jij keurig netjes aangehoord. Je hebt geadviseerd en wij zijn ermee aan de slag gegaan. En ik ben ook heel blij met het resultaat en ik denk dat wij met z’n allen trots kunnen zijn op het resultaat zoals wij er nu bij zitten. Dus daar wil ik nogmaals voor bedanken. En ja, verder denk ik, ja, jij bent nog lang niet klaar. Je hebt het heel druk. Je hebt je kinderen, je hebt je kleinkinderen en je hebt nog een heleboel leuke dingen te doen. Dus ik zou zeggen, het ga je goed en geniet ervan. Voorzitter: Ik zag ook de heer Zwaan nog aanstalten maken. De heer Zwaan: Ja, zoals afgesproken, zou ik de laatste in rij zijn en zoals afgesproken, zou ik dat dan hier gewoon lekker vanaf mijn stoel doen. Nee, wat dat betreft, registreren wij alles prima van tevoren. Ik heb in ieder geval een bijdrage. Ja, soms mag je ook eerlijk erover zijn en dat is één van de dingen die ik geleerd heb. En ik heb in ieder geval mijn bijdrage ook in drie delen neergezet, drie aspecten die, wat ons betreft, ook de periode onder burgemeester Lennie Huizer illustreren. Ik zat trouwens net ook te luisteren en eigenlijk is wel opvallend hoe normaal wij het nu vinden, zoals wij bij elkaar zitten, terwijl het niet normaal was vanuit de situatie waarvandaan wij gekomen zijn. En ik denk dat dat ook heel goed is om dat dan af en toe ook met elkaar vast te stellen en dat dan ook vast te houden. Dan meer op de drie aspecten. Allereerst: burgemeester Huizer. Ik denk toch ook zeker wel dat het spannend was voor ons allen om een waarnemend burgemeester te krijgen. Wat ons betreft, complimenten voor de open wijze waarop je ons als raad bent tegemoet getreden. Heel kordaat heb je voor jezelf een bepaalde lijn uitgezet, gefocust en daarmee aan de slag gegaan en zoals daarnet ook aangegeven daar ook successen behaald. Successen in belangrijke dossiers, op cultuuraspecten en dat heb je samen met je opvolger,
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
7 denk ik, ook heel, ja, goed opgepakt en nou, daar hebben wij ook alle vertrouwen in voor de toekomst. Er is wellicht één punt waar je de volgende keer in je rol als waarnemend burgemeester wat meer aandacht aan mag geven en ik heb daar in een eerdere situatie ook naar gevraagd en daar had je toen ook een hele goede reden voor en ik ben ook de laatste die een soort burgermoeder voorsta. Maar voor een deel van het, voor een deel van het damdorp was je niet zichtbaar. En nou, dat is, denk ik, gewoon iets om ook mee te mogen nemen, denk ik, vanuit de ervaringen die je hier meeneemt. Een tweede aspect, wat illustreert, dat heb ik genoemd “Mevrouw de voorzitter”. Ik ben ervan overtuigd dat wij ons allemaal helemaal hebben voorbereid om te voorkomen dat wij een misser zouden maken, dat wij zouden zeggen “mijnheer de voorzitter”. En verschillenden van ons zijn toch, waaronder ikzelf, daarop de fout ingegaan, maar toch denk ik dat wij er heel snel aan gewend waren dat wij een “mevrouw de voorzitter” ook hebben gehad om het maar zo te zeggen. Ook bijzonder de rol of de wijze waarop je de rol van voorzitter hebt vervuld. Ik kan niet spreken over hoe je de collegevergaderingen hebt voorgezeten, maar ik kan me er wel iets bij voorstellen als ik de raadsvergaderingen heb meegemaakt. En dan hebben wij in ieder geval geconstateerd dat met een soort moederlijke geruststelling de meest lastige dossiers door de besluitvorming heen zijn geloodst en daarbij soms ook wethouders reddend. Ik zal het maar even op een andere manier formuleren. Daarnaast werd regelmatig met een niet mis te verstane lichaamstaal duidelijk hoe je je in een dossier had neergezet, hoe je daarin staat. En daarbij werd het soms even heel scherp, maar daarna kwam de relativerende glimlach en dan was het weer tot gewone proporties teruggebracht en werden de vergaderingen weer gewoon voortgezet. Ook een kwaliteit, denk ik, ja, die wij, denk ik, met z’n allen ook gezien en gewaardeerd hebben. Dan als laatste het aspect: de persoon Lennie Huizer. Mijn eerste herinnering aan Lennie is de avond van het afscheid van Van den Bergh. Dat was in de Wipmolen. Ik had op een gegeven moment, laat ik maar zeggen, zuurstof nodig, dus ik liep naar buiten toe en wie stond daar met een sigaret? Lennie Huizer in de bekende, ja, op de bekende manier zoals je hier ook altijd op het bordes hebt gestaan. Maar wel op een wijze, zoals je ook presenteerde, als een warme persoonlijkheid en ook een persoonlijkheid met een mening, een mening die je dan ook neerzet zonder opsmuk. En daarmee heb je naar mijn oordeel ook gewoon harten weten te winnen. Een meer recente herinnering, die wij beiden hebben meegemaakt, is het diner in Bratislava. Ik weet echt niet meer wat wij daar gegeten hebben, maar dat was echt een diepgaand gesprek met elkaar, waarbij wij elkaars nieren geproefd hebben om het maar even zo te zeggen. Een bijzonder vriendschappelijke maaltijd. Kortom, Lennie, wij willen je ook enorm bedanken voor het contact maar ook voor je inzet voor de gemeente die, en zo willen wij het toch ook zeggen, ook een beetje jouw gemeente is geworden. Dit was misschien niet je eerste verwachting toen je aan deze opdracht begon, maar met een knipoog, als Franssen je binnenkort vraagt voor een volgende opdracht als waarnemend burgemeester, dan heb je met Alblasserdam een uitstekend referent. Dank je wel en Gods zegen ook namens de fractie. Voorzitter: Ja, ik wilde net gelegenheid geven voor misschien nog heel spontane oprispingen en zie daar, voor ik zover ben steekt Lennie, of Leny, Lyie haar vinger op voor Lennie. Leny, ga je gang. Mevrouw Sundquist Dat scheelt heel veel. Het enigste wat ik wil zeggen, er is al zoveel gezegd en zoveel genoemd, dat ik er trots op ben dat het eens een vrouw geweest is, die het hier heeft geklaard. En er is in Tilburg weer een vacante plaats, maar ik vind het, wij zijn trots op wat je gedaan hebt en ik vind het heel fijn dat het als vrouw zijn ook eens een keer hier, in Alblasserdam op deze manier zo goed gelukt is. Dank je wel, Lennie. Voorzitter: Orhan, ga je gang. De heer Yilmaz: Ja, ik denk ook dat ik inderdaad iets te zeggen heb. Omdat ik met Lennie, de burgemeester, ook met een andere pet natuurlijk heel veel meegemaakt heb, buiten deze raad, in haar kamer. En als wij daar kwamen, schonk zij onze koffie in, dus dat is echt te waarderen want waar ik vandaan kom, daar kan ik me niet voorstellen dat een burgemeester inderdaad voor mensen, die op bezoek komen, koffie inschenkt. Dat is in het algemeen volgens mij, dat in dit land alle burgemeesters dit doen, want dat heeft Lennie ook gedaan. Dus dank je wel in ieder geval. Dat is mij altijd bijgebleven.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
8 Aan de andere kant had zij inderdaad een oor naar andere belangen, naar de mensen, wat er echt speelde in de samenleving. En dat heeft zij ook bij ons, bij de Turkse gemeenschap gedaan. Ook heel veel naar onze problemen geluisterd en naar oplossingen gezocht. En daarvoor wou ik eigenlijk haar namens de raad en namens de Turkse gemeenschap hartelijk dank uitspreken. Het ga je goed. Voorzitter: Wij geven Lennie pas het woord als wij echt zelf uitgesproken zijn en ik wil mij daar echt van vergewissen en dat lijkt het geval te zijn. Lennie. Burgemeester: Ik ga daar nu even staan. Voorzitter: Ga je gang, ja zeker. Aan jou het woord. Burgemeester: Ja, hier sta ik dan en ik weet nog dat Aart een tijd geleden in de raad zei, dat was, geloof ik, toen Jan Franssen hier was, van wij maken je nog wel verlegen enig moment. Hoe je precies zei, nou, dat is natuurlijk ook zo. Want, nou, jullie hebben zoveel lieve dingen gezegd dat ik dat heel moeilijk vind, even, maar ik kom er nog wel verder op terug. Want ik houd me zo meteen gewoon aan de tekst, die ik gemaakt heb, want het aardige is, en misschien is het wel een bewijs hoeveel wij in elkaars, jullie in mijn hart zijn gaan zitten en ik kennelijk in jullie hart, is dat ik bijna op alles wat er gezegd is, ook ergens in mijn tekst voorkomt. En dan hoef ik niet te gaan proberen om tegen iedereen dat apart te zeggen. Ik denk, luister maar en hoor maar hoe mijn ervaringen waren. Ik heb mijn verhaal. Een motto, dat is misschien niet goed, maar een soort spreuk meegegeven, die ik erboven heb gezet en omdat die iets over het verleden zegt, maar vooral ook iets over verwachtingen en de toekomst. Hij is van de heer Grabbé, ik heb geen idee wie het is, want ik heb hem uit een boekje gehaald, maar het luidt zo: “Op puinhopen ontspruit het teerste groen” en ik vond dat zo toepasselijk. Ik houd me nu aan mijn tekst voorzover dat lukt onderweg. Bij het opruimen van mijn kamer hierboven, op het gemeentehuis kwam ik de rapportage van Dick Korporaal en de gespreksverslagen tegen, Die heb ik ooit gekregen. En die verslagen had ik nog nooit gelezen en niet, omdat ik in juni 2007 niet nieuwsgierig was, maar omdat ik me had voorgenomen om eigenlijk redelijk blanco hier in de Alblasserdamse wereld te stappen. Niet gehinderd door allemaal beelden die daaruit tevoorschijn zouden kunnen komen. Afgelopen weekend heb ik het rapport uiteraard nog eens een keer, maar ook de verslagen gelezen. En wees niet bang, ik ga daar niet uit citeren. Maar ik wilde wel weten of de zaken die in die gesprekken waren uitgesproken, of ik die zou herkennen. En vooral, wat ik niet meer zou herkennen. En achteraf gezien ben ik ontzettend blij dat ik dat in 2007 besloten heb, want nu kan ik oprecht zeggen dat wat ik gelezen heb, herken ik eigenlijk alleen maar omdat mij de afgelopen tweeënhalf jaar dingen verteld zijn over vroeger en niet omdat ik het zelf zo heb ervaren. Want ergens in die verslagen kwam ik een uitspraak tegen die bevestigde wat ik zelf ook altijd heb gezegd. Er was, zijn mijn woorden, stond er niet letterlijk zo, maar er was in Alblasserdam een situatie ontstaan van mensen die niet meer met elkaar door één deur konden, die elkaar daardoor niet meer vertrouwden en ook daardoor de neiging hadden om zo nu en dan op elkaars stoel te gaan zitten. Werk van een ander nog eens een keer over te doen. Bang waren om elkaar aan te spreken en niet altijd loyaal waren aan genomen beslissingen. En als dat gebeurt, doet ieder zijn eigen ding, vanuit de beste bedoelingen. Collegeleden willen dat er iets bereikt wordt, ambtenaren bedenken zelf wat nuttig en nodig is en in het begin merkt de buitenwereld er weinig van. En misschien was het nog wel funester wat ik wel gemerkt heb, zeker nog in het begin, nu absoluut niet meer, dat eenieder de neiging had om zijn eigen verhaal te vertellen. Mijn start hier in Alblasserdam moet voor de fractievoorzitters, en jullie hebben het eigenlijk zelf ook allemaal wel gezegd, redelijk curieus zijn geweest. Mag je meestal bij een waarnemend burgemeester kiezen uit twee of drie kandidaten, door de Commissaris van de Koningin werd jullie die mogelijkheid niet geboden. Ik werd als het ware gedropt, sommigen van jullie zeiden het iets aardiger, maar ik had zelf opgeschreven gewoon gedropt en jullie hadden dat maar te accepteren. Alleen als jullie me echt niet zagen zitten, geloof ik, mochten jullie weigeren. Zelf had ik overigens wel enige bedenktijd gehad en mocht ik mijn beslissing af laten hangen van het feit of ik met de beoogde interim-secretaris het zag zitten. Nu kende ik Bert alleen van naam, dus hebben wij ergens in juni 2007, voordat ik hier op audiëntie kwam, samen koffie gedronken op een rustieke plek in Rotterdam. En jullie begrijpen, ik zag Bert wel zitten en hij mij ook, hoop ik. Nou, op 19 juni 2007 mocht ik op audiëntie komen bij de fractievoorzitters en bij de collegeleden. En omdat ik niet wist hoelang het rijden was van Zoetermeer
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
9 naar Alblasserdam, want ik dacht eigenlijk dat Alblasserdam veel verder achter de tunnel lag, was ik ruim op tijd van huis gegaan. Dus was ik bijna een uur te vroeg hier. Nou ben ik meestal wel vroeg, maar dit was wel erg extreem. Dus heb ik eerst een half uurtje in mijn auto gezeten daarom. Wist ik veel dat er hier een parkeerplaats was, daarachter ergens. En toen ben ik op het hoekje daar bij de bloemenwinkel gaan staan, want daar had ik een mooi uitzicht op de ingang van het gemeentehuis en ik dacht, als ik Jan Franssen nou aan zie komen lopen, dan steek ik quasi nonchalant hier het plein over en dan zeg ik, ook toevallig, wij komen tegelijk aan. Maar ja, Jan zat te dineren in het Wapen van Alblasserdam. Overigens, hoorde ik gisteren pas, met de burgemeesterskring met mijn voorganger daarbij. Heb ik gisteren pas gehoord dat dat de samenstelling was. En die kwam er nog niet aan. Maar ja, op een gegeven moment zag ik Ad op het bordes verschijnen want die moest mij, geloof ik, ontvangen of zoiets en nou kende ik Ad wel al uit een voor hem en mij eerder leven. En ik dacht, ha, een bekende. Dus ik ben naar de overkant gelopen, wij kwamen elkaar tegen en daarna ging het eigenlijk allemaal vanzelf. Het contact met jullie fractievoorzitters, met jullie fractievoorzitters en met de collegeleden was uitermate plezierig en heeft volgens mij toen al de basis gelegd voor een goede samenleving, samenwerking. Nou vertel ik dit verhaal niet helemaal voor niets. Ik wil graag dat jullie begrijpen dat ik op dat moment ook onzeker was. Ik had jullie in mijn gevoel alleen mezelf te bieden. Uiteraard met de bestuurlijke ervaring die ik in de loop van mijn leven had opgedaan en ik was weliswaar wethouder en gedeputeerde geweest, maar ik had geen ervaring als burgemeester. En ik wist van mezelf dat ik vooral kan gedijen in een omgeving waar mensen elkaar vertrouwen en respecteren. En dat kan voor mij weer alleen als je de mensen om je heen accepteert met hun eigen opvattingen en hun eigen levenswijze. En dat wist ik op dat moment nog niet hoe dat hier zou gaan. Maar ook in de politiek is dat voor mij vooral belangrijk. Je kunt, vind ik, alleen een echte discussie met elkaar hebben op basis van argumenten, wanneer je ervan uitgaat dat de ander zijn of haar mening baseert op een oprechte kijk op het leven en de samenleving en ook al is dat niet jouw opvatting. En ik heb dat in deze Alblasserdamse raad gevonden en daar ben ik jullie ontzettend dankbaar voor. Maar natuurlijk kan ik ook vertellen hoe het was in het begin. Ik werd warm onthaald toen ik binnenkwam. Rondgeleid door de gemeente, langs afdelingen in en buiten, toen nog buiten, het gemeentehuis. De buitendienst is nog steeds buiten het gemeentehuis. Bewondering en schrik had ik daarbij. Schrik om de manier waarop Publiekszaken gehuisvest was en bewondering voor het enthousiasme van medewerkers omdat zij, denk ik, er een gevoel was, er gaat iets veranderen. En ik kan een uitgebreid verhaal houden over wat er in de maanden daarna aan werk is verzet door de organisatie, de gemeenteraad, de gemeentesecretaris en het college om weer op orde te komen. En over de ontspannen maar nuttige en noodzakelijke contacten met de griffier, eerst met Jack, of Jacques, want dat is me nooit duidelijk geworden, later met Dorien en uiteraard met Rieneke als plaatsvervanger. En ik kan vertellen over de bereidwilligheid van het college om een nieuwe koers in te slaan. En ik kan vertellen over mijn verbazing toen ik doorhad hoe er in de afgelopen jaren in Alblasserdam mooie nieuwe plannen in de begroting werden opgenomen met geld dat nog verdiend moest worden. En ik kan vertellen over het college waar ik mee gewerkt heb met zijn of is het haar eigen leuke en soms moeilijke, moeizame kanten. En hoe snel in het college een sfeer van vertrouwen ontstond. Soms met pittige aanvaringen, ik kijk niet speciaal naar jou, hoor Ad, zonder dat die het vertrouwen ondermijnden. En ik kan vertellen over mijn kleine ergernissen en teleurstellingen. Maar sommigen zijn, hebben jullie allemaal dat allang gezien als ik natuurlijk hiervoor, want mijn lichaamstaal is inderdaad overduidelijk, dat weet ik. Ga ik niet meer veranderen. Weer uitleggen dat het geld voor het zwembad niet verdwenen is, maar er nooit is geweest. En dat je alleen een nieuw zwembad kunt bouwen, wanneer er structureel geld in de begroting is vrijgemaakt. Maar wel begrijpen hoe gevoelig dat ligt in de samenleving en in de politiek. Moeten ervaren dat er processen zijn die langzamer lopen dan je wilt en verwacht en dat veranderingen van vandaag helaas niet met terugwerkende kracht van toepassing zijn op fouten uit het verleden. Of, en daar hebben jullie niet zoveel van gemerkt en ik zal het ook op 11 november nog wel herhalen als er ook wat Drechtstedenmensen bij zijn, of het gevoel van onbehagen wanneer in het verband van Drechtsteden, de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden of Zuid-Holland Zuid op verschillende plaatsen met bijna dezelfde mensen over dezelfde dingen heel vaak werd gesproken. Maar daartegenover staan zoveel kleine en grote genoegens. Het volgen van, jullie hebben mij toch wel goed geobserveerd hoor, want het gewoon helemaal waar, het volgen van de bewegingen tussen fracties maar vooral mensen tijdens de raadsvergadering. Zien hoe fracties op elkaar reageren. Discussie in de commissie Bestuur of in de raad over, en ik zeg het nog een keer, ik heb het geloof ik al eens eerder gezegd, bijvoorbeeld de containertransferium, waar ik gewoon trots op de sprekers zat te wezen. Een gemeenteraad die bereid is om over de eigen grenzen heen te kijken. De discussie aangaat over wat regionaal kan en wat lokaal moet blijven. Die grote stappen voorwaarts zet in het voluit meedoen in Drechtstedenverband
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
10 en mee durft te gaan in het nemen van ingrijpende beslissingen. Ook al vond het college soms dat een enkele keer het algemeen belang wat te vlug moest wijken voor het belang van enkelingen. De goede sfeer in het college, waar veel gelachen wordt, en de veranderde organisatie, waar mensen weggingen en hele goede medewerkers voor terugkwamen, die in het Alblasserdamse gemeentehuis bij hebben gedragen aan een nieuwe cultuur. Maar ook, en ook dat werd daarnet genoemd door André geloof ik, maar ook de bezoeken aan mensen die zoveel jaar getrouwd waren. Ik had daar een beetje tegenop gezien toen ik hier begon, maar ik denk dat ik het meest geleerd heb over de Alblasserdamse samenleving in die contacten. En ik denk met veel plezier terug, tot slot, ook aan de sessies met de raad om te komen tot een andere opzet van de begroting. En natuurlijk kan ik ook vertellen over die zaken die bereikt zijn en die een beetje voelen als van mij. De Publiekswinkel, de raadzaal, de verbeterde bedrijfsvoering als is daarin nog steeds een slag te maken, de aanzet tot de nieuwe brandweerkazerne en, zei ik ook wel een beetje trots over mezelf, de goede sfeer die er heerst tussen raad en college en college en ambtelijke organisatie. En die sfeer kan, en misschien is het hetzelfde wat ik daarnet zei maar ik kan het niet vaak genoeg zelf, alleen dan blijven bestaan, wanneer ieder bereid is om de ander te nemen zoals hij of zij is, maar wel die discussie aangaat of eerlijk zegt wanneer er iets niet bevalt. En zo kan ik nog wel wat dingen verzinnen. Maar in alle eerlijkheid, resultaten bereik je als burgemeester niet zelf en niet alleen. En het was alsof sommigen mijn tekst al hadden gelezen. Alleen met medewerkers die mee willen veranderen, wethouders, raadsleden, griffier, werkers in het veld en Bert, met hen kwamen mooie dingen tot stand. En ik herhaal nog eens wat ik bij mijn aantreden ook heb gezegd op, wat was het ook weer, 11 juli geloof ik 2007, ik was gewoon al twee weken bezig, maar installatie, omdat ik het belangrijk vind dat bestuurders zich daarvan bewust zijn. Wij hebben het in de politiek vaak over wat de burger wil en wij vergeten wel eens dat de ambtenaar, de wethouder, het raadslid en zelfs de burgemeester ook burgers zijn, die hun voelhorens in de samenleving hebben en net zo goed last of plezier hebben van beslissingen die zijn genomen. En in die zin is het absoluut waar dat ik vond dat het tijd werd dat ook in Alblasserdam een burgemeester zou komen, die nog wat meer, die meer gewoon door omstandigheden, het was nou eenmaal een andere start, ik was op een andere klus binnengekomen, maar meer nog in die Alblasserdamse samenleving zelf kan staan en zorgen dat, en dat is, denk ik, inderdaad heel essentieel, die verbinding tussen openbaar bestuur en de samenleving meer nog tot stand kan komen. En ook, en dat kan ook al moet je als bestuurder soms de afweging maken of je dat nou leuk vindt of niet, tussen dat algemeen belang of een individueel belang. En soms moet je mensen teleurstellen en soms kan je ze gelukkig maken, maar het belangrijkste is dat je zichtbaar bent en blijft. Nou, voor de toekomst heb ik nog een paar wensen. Zo wens ik al de fracties die dagelijks bestuurders leveren toe, en dat, ik weet niet of dat over een paar maanden dezelfde zijn als nu dus het geldt voor jullie allemaal, dat zij een goede onderlinge band hebben en houden. Opgegroeid in het monisme vind ik het nog steeds een zoektocht naar de juiste verhoudingen. Het dualisme kan pas echt werken naar mijn idee wanneer coalitie en oppositie accepteren dat wethouders vanuit hun rol als uitvoerder binnen de kaders van de raad in het algemeen belang wel eens een ander standpunt in kunnen nemen dan de fractie van de partij waar zij uit voort zijn gekomen. En daar hoeven zij dan niet meteen voor af te treden. Ik hoop dat in een open discussie goede argumenten van oppositie de coalitie kunnen overtuigen en vice versa. En misschien hoort u wat ik, het staat niet in mijn tekst maar ik zeg het er nu wel bij, omdat ik hier eigenlijk mee zeg, dat is dat soms dingen wel eens dichtgetimmerd zijn maar argumenten moeten altijd de boventoon kunnen voeren, ook om meningen te kunnen veranderen. Ik hoop dat ook in deze gemeenteraad de komende jaren veel werk wordt gemaakt van de algemene beschouwingen. Ik zal ze dit jaar niet meer meemaken, maar ik geef het maar mee. Vorig jaar is daar al een goede aanzet toe gegeven. Maak bij de Perspectiefnota de politieke prioriteiten duidelijk en gebruik de begrotingsbehandeling voor je politieke verhaal. Maak er iets van. Begrotingsbehandeling is een soort Leitmotiv wat mij betreft, voor mij, horen een feestje te zijn. Een hoogtepunt in een politiek jaar. En als suggestie die u natuurlijk, die jullie natuurlijk niet over hoeven te nemen, dat ligt aan jullie straks, neem er eens een keer twee dagen voor. Ik vind het nog steeds zo jammer dat een college haasje rep je moet antwoorden terwijl ook een collegelid en een college een verhaal neer zou moeten kunnen zetten. En zo zijn er nog wel meer dingen die ik zou willen vertellen, waar ik de achtergrond …..….. de voortgang of wat dan ook met jullie zou willen delen. Maar ja, zo zit het politieke leven niet in elkaar en hoewel je verder gaat waar je voorganger is gebleven, nou ja, ik moest natuurlijk juist niet zo doorgaan, brengt iedere periode weer oude en nieuwe vragen met zich mee. Wie vertrekt, moet loslaten. Hopen dat wat bereikt is de basis is voor zijn of haar opvolger om verder te bouwen met inbreng van de eigen opvattingen en bestuurs…….. en dat meen ik oprecht. Maar ik zal niet verhullen
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
11 dat ik ontzettend blij ben dat Bert mijn opvolger in Alblasserdam is. Want samen hebben wij er ruim twee jaar aan getrokken en nog niet alles wat wij wilden, is bereikt. Volgend jaar komt er een nieuwe raad en een nieuw college en met Bert aan het roer weet ik zeker dat jullie op de ingeslagen weg zullen voortgaan. Ik zou met jullie nog kunnen delen met welke raadsleden ik de afgelopen 28 maanden, want zoveel zijn het er precies, een speciale band heb gekregen. Soms omdat een blik genoeg was om elkaar te begrijpen, soms omdat wij van elkaar zagen dat wij om dezelfde dingen inwendig moesten lachen. Soms omdat jullie kleine en grote zorgen met me deelden, maar ook, en ook dat is al eerder gezegd, door de leuke en de diepzinnige gesprekken in Sered. Maar het meest van al door het vertrouwen dat jullie in me stelden. Dus, Jacco, de fractievoorzitters sla ik even over, Leny, Theo, Aart, Peter, Eric, Jan en voor jou Catharina, maar die zit nu hier, Paulien, Jan, Oran, Ria en Leo ontzettend bedankt voor de hele fijne samenwerking. En de speciale dank van mijn kant naar de fractievoorzitters Rinus, voor de lieve woorden die je sprak maar ook de gezelligheid die wij hadden op het bordes en die sigaret kan ik nou een niet laten, dat zal ik maar bij... En ik weet dat ik nog één ding ooit aan jullie had beloofd en dat is er nooit van gekomen, dat is dat rode bankje hier voor de deur voor de rokers. Dus Bert, als je een goede beurt wilt maken, rookbankje. André voor je lieve woorden maar ook wat je namens de raad hebt gezegd en voor het mooie cadeau, want ik heb inderdaad een, door mijn moeder gekregen moet ik zeggen want die is daarmee begonnen, een passie voor mooi, mooi glas en vooral het glas uit Leerdam. Ik heb er een aantal van, ik vind het echt schitterend. Dank je wel. Maar ook dank je wel voor de samenwerking. Freek, ik weet dat je in het begin tegen me zei van ik weet het zelf allemaal nog niet, ik ben er hier ook maar net. Nou, dat zei Rinus ook, niet te geloven. Jullie waren allebei net begonnen, dan voor zo’n klus. Dank voor het vertrouwen wat wij in elkaar stelden. Arjan, volgens mij hebben wij de meeste band, wij hadden al wel een band, maar gekregen ook toen je dat proces van Bert zijn verkiezing mocht leiden. En ik moet altijd zo lachten als ik jou hoor lachen. Tot vanavond toe, want ik stond boven en ik hoorde het beneden, dat je beneden stond. En voor de dingen die wij uitgewisseld hebben, dank je wel. En tot sloot Aart. Ik weet niet eens hoe ik het onder woorden moet brengen, maar ik denk dat wij vanaf het allereerste moment een hele speciale, bijzondere band hebben gehad. En soms ontstaat dat zo maar op één moment tussen mensen en daar wil ik je ontzettende hartelijk voor bedanken. En ik zal altijd aan jullie allemaal blijven denken. En ik hoop dat jullie me vergeven dat ik soms wat belerend was, maar dat is nu eenmaal de aard van het beestje. Het was heel fijn om met jullie te werken. Jullie zijn een beetje van mij geworden. En ik hoor dat ik in jullie hart ben, jullie zijn en blijven in mijn hart. Ik wil graag afsluiten met een gedicht van Ed Hoornik. Ik heb het, denk ik, wel eens meer bij een gelegenheid gebruikt maar dat is eigenlijk toch mijn lijfgedicht omdat het zo weergeeft de manier, waarop ik in het leven sta en tegen het leven aankijk. Maar niet nadat ik uiteraard jullie als raad, het college doe ik later nog wel een keer apart, voor nu en voor in de toekomst veel bestuurlijke wijsheid maar bovenal ook veel plezier heb toegewenst. En het gedicht heet, luidt zo. Op school stonden zij op het bord geschreven Het werkwoord hebben en het werkwoord zijn Hiermee was tijd, wat eeuwigheid gegeven De ene werkelijkheid, de ander schijn Hebben is niets, is oorlog, is niet leven, Is van de wereld en haar goden zijn Zijn is boven al die dingen uitgeheven Vervuld worden van goddelijke pijn Hebben is hard, is lichaam, is twee borsten Is naar de aarde hongeren en dorsten Is enkel zinnen, enkel botte plicht Zijn is de ziel, is wijken Is kind worden en naar de sterren kijken En daarna langzaam worden opgelicht Dat wens ik jullie toe. Maak er iets moois van. Alblasserdam verdient dat. Dank je wel. AGENDAPUNT 2 - Sluiting -----------------------------------Voorzitter: Nou, van onze kant, Lennie, ook hartelijk dank voor alle mooie woorden die je tegen ons gezegd hebt. Wij zijn straks nog in de gelegenheid om ook nog onder het genot van een drankje met jou nog wat
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
12 persoonlijk te wisselen. Wij nemen natuurlijk ter harte al die aanbevelingen die je ons gedaan hebt. Dat is nog wat anders dan allemaal overnemen, maar wij denken er goed over na. Wij zijn het niet kwijt. En ik denk dat wij een hele mooie avond tot nu toe hebben gehad. Onze wens was om een mooie vergadering te hebben. Dat is rijk vervuld. Ook bij jou. Bij ons ook. Goed, dat is memorabel, dat hebben wij dan voorlopig er weer opzitten voor dit moment. Hartelijk dank. Ik ga de vergadering sluiten en ik nodig u uit om nog even met elkaar wat te drinken. Dank je wel. De voorzitter sluit de vergadering om 20.45 uur. Alblasserdam, De plv. griffier,
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
De plv.voorzitter,