Bouwen van 8 woningen

Opdracht : 04-1742

ALGEMEEN VEILIGHEIDS EN GEZONDHEIDSPLAN

SPECIFIEKE BEPALINGEN ALGEMEENHEDEN

Bouwen van 8 woningen Jorezstraat, 33/35 1070 Anderlecht

Index : A

Datum : 30/04/07

DE LEVENSFICHE

De levensfiche is een document dat gebruikt wordt in het kader van de voortgang Kwaliteit en Certificatie ISO 9001 van de Groep SECA. Ze werd gecreëerd teneinde U permanent te bevredigen. Ze betekent een kwaliteitswaarborg die aangeeft dat het document dat U toevertrouwd werd het voorwerp uitmaakte van onze gehele aandacht. Bij de creatie draagt het document de revisie-index A; indien het wijzigingen moet ondergaan, evolueert de index en worden de wijzigingen genoteerd in de tabel hieronder.

GOEDKEURING VAN HET DOCUMENT Opstelling

Keuring

Goedkeuring

Functie :

Project Manager

Functie :

Project Manager

Functie :

Directeur

Naam :

P.E. Deffoin

Naam :

N. Legrain

Naam :

N. Lafferrairie

Datum :

30/04/07

Datum :

30/04/07

Datum :

30/04/07

Visum :

Visum :

Visum :

WIJZIGINGSTABEL Index A

04-1742 /PED/NLE

Wijzigingsdatum 30/04/07

Natuur van de wijziging

Pagina's

Creatie

Alle

AVGP 04-1742 Jorez_indA_NRL

Edition du 30/04/07

2/39

DEFINITIES EN AFKORTINGEN -

A.V.G.P. :

-

B.V.G.P. :

-

C.B.M. : C.J. : C.V.G. : C.S. : E.D.P.B. : I.D.P.B. : L.T.D. : M.S.D.S. : P.B.M. : E.D.T.C. :

Algemeen Veiligheids- en Gezondheidscoördinatieplan (opgesteld door de C.V.G.) Bijzonder Veiligheids- en Gezondheidsplan (opgesteld door de ondernemingen en hun onderaannemers) Collectief Beschermingsmiddel Coördinatiejournaal Coördinator Veiligheid en Gezondheid Coördinatiestructuur Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk Later Tussenkomstdossier Material Safety Data Sheet Persoonlijk Beschermingsmiddel Externe Dienst voor Technishe Contrôle.

INLEIDING - Aangaande het VGP : Het veiligheidsen gezondheidsplan (VGP) omvat de specifieke veiligheidsen gezondheidsvoorschriften die van toepassing zijn op de werf naast de preventieve en beschermende maatregelen voor de risicowerken. De bedrijven moeten het document preciseren en/of vervolledigen via het Veiligheids- en Gezondheidsplan Ondernemingen (VGPO) dat bij alle risicowerken moet gevoegd worden. De ondernemingen mogen alle alternatieve beschermende maatregelen voorstellen voor zover die minstens even veilig zijn als de maatregelen voorzien in het Algemeen Veiligheidsen Gezondheidsplan. Alle inlichtingen die over het bouwwerk in het dossier staan, hebben slechts een indicatieve technische waarde om de veiligheidsen gezondheidsmaatregelen te bepalen die dienen nageleefd te worden. Ze vormen geenszins een afwijking op de uitvoeringsdocumenten, borderellen, plannen en details van de bouwmeesters (architect, bureau voor stabiliteit of technische engineering). De werkgevers moeten de kosten dragen om zich te conformeren aan de geldende wetten en reglementen voor het toepassen van de hier beschreven veiligheidsmaatregelen en voor het opmaken van de documenten die aan de leiding van de werken en ook aan de coördinator moeten voorgelegd worden. Die kosten moeten opgenomen worden in de kostenstaten die daarvoor eventueel voorzien zijn. Het aantal documenten dat dient opgemaakt te worden in het kader van de veiligheid en de gezondheid, is niet limitatief. Het veiligheidsen gezondheidsplan beval de analyse van de risico's en de maatregelen die moeten getroffen worden voor het voorkomen van de risico's waaraan de werknemers kunnen blootgesteld worden door: de uitvoering van hun werk; de interferentie van de activiteiten van de verschillende betrokkenen die tegelijk op de werf aanwezig zijn;

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

3/39

de opeenvolging van de activiteiten van de diverse betrokkenen op een werf wanneer een ingreep die gedaan is, nog risico's laat bestaan voor de andere partijen die later zullen optreden; de interferentie van alle installaties of van andere activiteiten buiten of in de omgeving van de werf, meer bepaald het openbaar of privé-vervoer van personen en goederen, het eerste of voortgezette gebruik van een gebouw of het voortzetten van een uitbating; de mogelijke uitvoering van werken na de constructie. - Aangaande de VGC (veiligheidsen gezondheidscoördinator - uitvoeringsfase) :

De coördinator uitvoering leidt de coördinatie van de veiligheid en de gezondheid voor het geheel van de werken. De onder de verschillende ondernemingen gemaakte afspraken inzake veiligheid en gezondheid op de werf moeten eerst goedgekeurd worden door de coördinator uitvoering. Elke onderneming waaraan een werk werd toegekend, moet een verantwoordelijke voor de veiligheid aanduiden die bij de werken op de werf moet aanwezig zijn. Elke onderneming verklaart dat de werknemers de professionele opleiding/ervaring en de nodige fysieke capaciteiten bezitten om de taken uit te voeren die hen worden toevertrouwd (met inbegrip van de verantwoordelijkheden in functie van de veiligheid) en dat ze het geschikte materiaal in alle veiligheid gebruiken. Op vraag van de coördinator legt de onderneming de nodige bewijsstukken voor. De personeelsleden van de ondernemingen mogen zich enkel op de werkplaatsen bevinden die voor hen voorzien zijn.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

4/39

OVERZICHT DEFINITIES EN AFKORTINGEN...................................................................................................................... 3 INLEIDING ............................................................................................................................................................ 3 1.

ALGEMENE ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN .............................................................................. 6 VOLGENS BIJLAGE 3 VAN DE EUROPESE RICHTLIJN 92/57 VAN 24 JUNI 1992 ................................................ 6 1.1. VOORSTELLING VAN HET PROJECT .............................................................................................. 6 1.2. VOORSTELLING VAN DE TUSSENKOMENDE PARTIJEN........................................................ 7 1.3. VOORSTELLING VAN DE REEDS GEDEFINIEERDE BEDRIJVEN.......................................... 7 1.4. CONTRACTUELE DOCUMENTEN....................................................................................................... 8

2.

TE LEVEREN DOCUMENTEN ................................................................................................................. 9 2.1. 2.2. 2.3.

MET DE OFFERTE............................................................................................................................. 9 VÓÓR DE AANVANG VAN DE WERF........................................................................................... 12 OP HET EINDE VAN DE WERF ..................................................................................................... 13

3.

ADMINISTRATIEVE CLAUSULE........................................................................................................... 14

4.

OPDRACHT INZAKE COÖRDINATIESTRUCTUUR.......................................................................... 15

5.

ALGEMENE VESTIGING VAN DE WERF............................................................................................ 16

6.

ALGEMENE ORGANISATIEMAATREGELEN VOOR DE WERF.................................................... 17

7.

BESCHERMINGSMAATREGELEN....................................................................................................... 18

8.

MACHINES EN MATERIALEN............................................................................................................... 20

9.

CO-ACTIVITEITSRISICO’S..................................................................................................................... 21

10.

SPECIFIEKE MAATREGELEN .......................................................................................................... 22

11.

ORGANISATIEMAATREGELEN HULPVERLENING .................................................................... 34

12.

BIJLAGEN ............................................................................................................................................. 34

BIJLAGE 1 : WERFREGLEMENT ............................................................................................................... 34 BIJLAGE 2 : FICHE VOOR EEN NOODOPROEP .................................................................................... 34

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

5/39

1.

ALGEMENE ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN

Volgens Bijlage 3 van de Europese Richtlijn 92/57 van 24 juni 1992

1.1.

VOORSTELLING VAN HET PROJECT 1.1.1. Natuur van de operatie

Het werk bestaat uit de bouwen van 8 woningen. Beschrijving van de werken gedefinieerd door de Bouwheer in het bestek Architectuur. De algemene aannemer dient alle nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat zijn bouwplaats zo weinig mogelijk ruimte op de openbare weg inneemt. Zo nodig stippelt hij ook een wegomlegging uit voor voetgangers en auto’ s (met duidelijke en nauwkeurige signalisatie). Bij activiteiten die hinder voor de omwonenden veroorzaken (ontwikkeling van stof, vallende voorwerpen, enz.) moet de aannemer alle nodige maatregelen nemen om deze hinder te beperken. De opdracht van de aannemer omvat de bouwplaatslogistiek. De eerste interventies van de aannemingen op de site dienen in de onderstaande volgorde te verlopen: . 1. bouwplaatsinrichting zoals hierna in de onderhavige aflevering is voorzien (zie punt 5) 2. plaatsing van de bouwplaatsomheining die de activiteiten van het verpleegcentrum moet toelaten. 3. plaatsing van beschermingen voor de bestaande gebouwen, zoals voorgeschreven in het bestek Architectuur. 4. uitvoering van de werken volgens de planning van de aanneming en zodanig dat de activiteiten van het verpleegcentrum mogelijk zijn.

1.1.2. Algemene inlichtingen De werf wordt beschouwd als zijnde van niveau B. Verwachte globale duur van de werken : zie werkplan. Verwachte uitvoeringstermijn : zie werkplan. Voorziene uurroosters : van 7u30 tot 16u30 Werkzaamheden tijdens het weekend of op (een) feestdag(en) : ja/neen .Deze inlichtingen worden bijgewerkt in functie van de effectieve aanvangdata van de werf.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

6/39

1.2.

VOORSTELLING VAN DE TUSSENKOMENDE PARTIJEN 1.2.1. Belangrijkste tussenkomende partijen

Activiteit

Bedrijf

Adres

1

Bouwmeester

Gemeente Anderlecht

Raadsplein, 1 1070 Brussel

2

Architekt

Bureau d’Architectes Rosillon – Clarijs.

G.J. Leclercqstraat, 8 1160 Brussel

3

Stabiliteit

4

Technieken

5

Coörd. Veiligh. Project Coörd. Veiligh. Uitv

SECA Benelux

Woluwelaan, 34 1200 Brussel Woluwelaan, 34 1200 Brussel

6

SECA Benelux

Vertegenwoordi ger Mr Shoeibi Mr Collignon Mr Boulmaïz Mr Rosillon Mr Clarijs

Tél.

Fax

02 558 09 29

02 520 20 91

02 520 41 05

02 675 42 72

N. Legrain

02 646 86 20

02 646 88 89

N. Legrain

02 646 86 20

02 646 88 89

1.2.2. Punctueel tussenkomende partijen Activiteit

Bedrijf

Adres

Tél.

Fax

1

Veiligheid

NAVB

Sint Janstraat, 4 1000 Brussel

02 552 05 00

02 552 05 05

2

Keuring

Technische Keuring

Belliardstraat, 51 1040 Brussel

02 233 45 46

02 233 45 23

1.3.

Activiteit

Vertegenwoordiger

VOORSTELLING VAN DE REEDS GEDEFINIEERDE BEDRIJVEN

Bedrijf

Adres

Vertegenwoordiger

Tél.

Fax

1 2 3 4 5

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

7/39

1.4.

CONTRACTUELE DOCUMENTEN

Onbeperkte lijst van reglementaire en contractuele documenten die van toepassing zijn op deze onderneming, opgesomd volgens hun voorrang in geval van onenigheid tussen de documenten : -

-

-

-

-

-

-

Het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming ( A.R.A.B.) ; Het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties ( A.R.E.I.) ; De Welzijnscode ( CODEX) ; Het K.B. van 25/01/2001 inzake tijdelijke en mobiele werven (B.S. van 07/02/2001) ; De Wet van 04/08/96 inzake het Welzijn van de werknemers (B.S. van 18/9/1996) en haar uitvoeringsbesluiten, waaronder de specifieke bepalingen inzake tijdelijke en mobiele werven (K.B. van 03/05/99 – B.S. van 11/05/99) ; De verordening van 5/03/98 (B.S. van 06/06/98) inzake de coördinatie en de organisatie van werkzaamheden aan het openbaar wegennet in het Hoofdstedelijk Gewest Brussel ; Het materiaal (werkuitrustingen, installaties, machines,...) moet dusdanig gebouwd zijn dat de voorschriften van het K.B. inzake het gebruik van werkuitrustingen (K.B. van 12/08/93 – B.S. van 28/09/93) gerespecteerd worden of kunnen gerespecteerd worden ; Het materiaal moet ontworpen, berekend en uitgevoerd worden in conformiteit met de normen en de regels inzake goede gebruikspraktijken die algemeen toegepast of aanbevolen worden in België, voor zover het in overeenstemming is met de voorschriften van het K.B. inzake het gebruik van werkuitrustingen (K.B. van 12/08/93 – B.S. van 28/09/93) ; De Persoonlijke Beschermingsmiddelen moeten conform zijn met het K.B. van 13/06/05 (B.S. van 14/07/05) inzake het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen ; De machines moeten conform zijn met het K.B. inzake de uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschap betreffende de toenadering tussen de wetgevingen van de Lidstaten inzake machines (K.B. van 05/05/95 – B.S. van 31/05/95 – Omzetting van de EEG-Richtlijn "Machines") ; Alle elektrische machines, apparaten en leidingen moeten conform zijn met de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschap inzake de toenadering tussen de wetgevingen van de Lidstaten betreffende elektrisch materiaal dat bestemd is om gebruikt te worden onder zekere spanningsgrenzen (K.B. van 23/03/77 – B.S. van 31/03/77, K.B. van 10/01/97 – B.S. van 12/04/97 – Omzetting van de EEG-Richtlijn "Laagspanning") ; Alle werkuitrustingen moeten conform zijn met de Richtlijn van de Europese Gemeenschap inzake elektromagnetische compatibiliteit (K.B. van 18/05/94 – B.S. van 24/06/94 – Omzetting van de EEG-Richtlijn "E.M.C.") ; De apparaten op gas moeten conform zijn met de Richtlijn 90/396/EEG (K.B. van 03/07/92 – B.S. van 11/08/92, errata B.S. van 01/09/92) ; De uitrustingen die onder druk staan moeten conform zijn met de Richtlijn 97/23/EEG (K.B. van 13/06/99 – B.S. van 08/10/99) ; De bouwproducten moeten conform zijn met de Richtlijn 89/106/EEG + wijziging 93/68/EEG (K.B. van 19/08/98 – B.S. van 11/09/98) ; Onderhavig document ; De gebundelde technische spécificaties (GTS) ; Het "sanitair reglement" dat samengesteld is uit de Technische Informatienota's nr. 114 en 120 van het W.T.C.B. ; De Europese normen en de normen N.B.N., gehomologeerd of geregistreerd, uitgegeven door het Belgisch Instituut voor Normalisering, voor zover ze uitgegeven werden vóór de publicatiedatum van onderhavig document.

Deze lijst zal gebeurlijk vervolledigd worden door de wetten, koninklijke besluiten en ministeriële besluiten die toepassingen en/of wijzigingen van deze wettelijke voorschriften inhouden. 04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

8/39

2.

TE LEVEREN DOCUMENTEN 2.1. MET DE OFFERTE

2.1.1

Bijzonder veiligheidsplan De aannemer is verplicht om haar veiligheidsplan (B.V.G.P.) aan de C.V.G. van de Bouwheer voor te leggen, plan dat de risico's identificeert die het bedrijf met zich meebrengt, alsook de maatregelen die het neemt om die risico's tot een aanvaardbaar niveau te herleiden. Een vestigingsproject voor de werf zal opgesteld worden door de aannemer en overhandigd worden aan de Bouwheer of aan de C.V.G. Realisatie. De inschrijvers dienen bijzondere aandacht te schenken aan het feit dat de werken op een ziekenhuissite moeten worden uitgevoerd en dat het project bestaat uit de constructie van een extra verdieping boven op een ziekenhuis dat in bedrijf blijft.

2.1.2

Certificatie De aannemer zal eveneens de lijst van haar certificaten voorleggen inzake kwaliteit (ISO), veiligheid (BeSaCC, VCA, ISO 18000) en milieu (ISO 14000) of haar andere erkenningen.

2.1.3

Lijst van onderaannemers De aannemer zal de volledige lijst van de optredende onderaanemers geven

2.1.4

Inschrijvingsdocumenten De aannemer dient samen met zijn offerte de identificatiefiche evenals de intentieverklaring (zie volgende pagina) te bezorgen voor de goedkeuring van het onderhavige Algemene Veiligheids- en Gezondheidsplan. Ook elk onderaannemingsbedrijf moet dit document aan de CVG bezorgen voor er tot enige interventie op de site wordt overgegaan.

2.1.5

Afzonderlijke prijsberekening voor de veiligheid Om de maatregelen bepaald in het veiligheidsen gezondheidsplan daadwerkelijk te kunnen toepassen bij de uitvoering van de werken, dient de opdrachtgever ervoor te zorgen dat: de kandidaten een document bij hun offerte voegen dat naar het veiligheidsen gezondheidsplan verwijst en waarin ze de manier beschrijven waarop ze het bouwwerk zullen uitvoeren om met voornoemd plan rekening te houden: de kandidaten een afzonderlijke prijsberekening bij hun offerte voegen m.b.t. de preventiemaatregelen en -middelen bepaald door het veiligheidsen gezondheidsplan, inclusief de buitengewone maatregelen en middelen voor de individuele bescherming van personen. De kandidaten dienen bij hun offerte het ingevulde veiligheidsoverzicht in te dienen ; de coördinator-ontwerp de Opdrachtgever inzake de conformiteit van het bij de offerte en het veiligheidsen gezondheidsplan gevoegde document kan adviseren en de non-conformiteiten eventueel kan melden. (zie pagina 11)

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

9/39

IDENTIFICATIEFICHE VOOR CO-AANNEMER OF ONDERAANNEMER Werf : Gemeente Anderlecht – Project “Jorez” Adres : Jorezstraat, 33/35 – 1070 Brussel. Aan alle ondernemingen wordt gevraagd dit formulier in te vullen vóór enige interventie op de werf. De toestemming om op de werf te werken wordt slechts verleend indien dit formulier daadwerkelijk goedgekeurd is en opgestuurd naar VGC. Naam : Adres : Tel. :

Fax :

e-mail :

nr. RSZ : Registratienummer : Officiële goedkeuringen : BTW : Certificaat : (VCA, BeSaCC, ISO,…):

geldig tot :

Bedrijfsleider : Aantal werknemers : Preventief advies :

niveau I of II :

S.I.P.P. : Medische diensten tijdens het werk : Verzekering arbeidsongevallen :

PROJECT : Beschrijving van de uit te voeren werken :

Werfverantwoordelijke : Werfleider: Veiligheidsverantwoordelijke op de werf : Hulpverlener : Maximumaantal werknemers tewerkgesteld op de werf: Uitvoeringsperiode :

van:

tot:

INTENTIEVERKLARING : Ondergetekende verklaart het werfreglement ontvangen te hebben en het te zullen naleven. Hij verbindt er zich toe om de inhoud ervan mee te delen aan zijn werknemers en aan de onderaannemers die voor zijn rekening werken. Hij zorgt ervoor dat alle onderaannemers een kopie ontvangen alvorens zich op de werf te begeven en die kopie voor akkoord ondertekenen. . Ondergetekende bevestigt dat hij de voorschriften van het werfreglement goed begrepen heeft. Gelezen en goedgekeurd,

Handtekening: Naam: Functie:

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

10/39

GERAAMDE BORDEREL "VEILIGHEID" Hoevellh.

Eenh

1

fft

Voorafgaande officiële kennisgeving, bijlagen voor akkoord van A.V.& GP en B.V.& GP

1

fft

1.3

B.V.& GP.

1

fft

1.4

Voorzien van de coördinatiestructuur

1

fft

2 2.1

Werf Werflokalen (vergaderzalen, refter, vestiaire, sanitaire, douches,vergaderingzaal) verwarmd.

1

fft

2.2

Straatsignalisatie, werksignalisatie

1

fft

2.3

Tijdelijke werfverlichting

1

fft

2.4

Afsluiten van de werf. Afsluiting conforme aan het gemeentereglement.

1

fft

2.5

Aanleggen van een beschermde weg uit harde materialen (houten panelen)

1

fft

2.6

Plaatsing van beschermende geluids- en stofwerende panelen

1

fft

2.7

Schoonmaak van de bouwplaats

1

fft

2.8

Afsluiten van schachten.

1

fft

2.9

Tijdelijke borstweringen.

1

fft

2.10

Leuningen voor trappen (borstweringen).

1

fft

2.11

Stelling(en) voor de werf (werfnetten, verankeringen, borstweringen,…)

1

fft

2.12

Sorteren en afvoer van afval

1

fft

Réf 1 1.1

Omschrijving Algemeenheden Werfinstallatieplan

1.2

Prijs € zbtw

Niet van toepassing voor het betreffende project.

TOTAAL

PS : De posten en aantallen hierboven zijn enkel ter indicatie gegeven. Ze dienen beschouwd te worden als deel uitmakend van de prijsofferte voor architectuur en inbegrepen in de post ‘werfinstallatie’ en vormen geen beperkende lijst.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

11/39

2.2. VOOR DE AANVANG VAN DE WERF

2.2.1

De aannemer zal aan de Bouwheer (of zijn afgevaardigde) of aan de C.V.G. de veiligheidsfiches voorleggen van alle gevaarlijke stoffen of preparaten die op de werf gebruikt zullen worden. De aannemer zal aan de verantwoordelijke van de Bouwheer of aan zijn C.V.G. een document overhandigen dat getuigt dat de bouwproducten conform zijn met de EG-Richtlijn "Bouwproducten" (K.B. van 19.08.98 – B.S. van 11.09.98).

2.2.2

De voorafgaande notificatie alsook het bewijs van verzending. Deze documenten moeten gericht worden aan de technische keuring en het N.A.V.B. 15 dagen voor de aanvang van de werkzaamheden. Deze notificatie moet uitgevoerd worden door de aannemer of, bij gebreke hiervan, door de eerste onderneming die werkzaamheden uitvoert op de werf.

2.2.3

Een vestigingsproject voor de werf zal opgesteld worden door de aannemer en overhandigd worden aan de Bouwheer of aan de C.V.G. Realisatie.

2.2.4

Een lijst van de werkapparatuur die moet worden gecontroleerd en die op de bouwplaats zal worden gebruikt, moet aan de CVG worden bezorgd, samen met een kopie van een geldig attest waaruit blijkt dat deze periodieke controle is uitgevoerd.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

12/39

2.3. OP HET EINDE VAN DE WERF Samenstelling van het post-interventiedossier

Dit dossier verstrekt de nuttige gegevens betreffende veiligheid en gezondheid waar rekening mee gehouden moet worden bij eventuele latere ingrepen. Het dossier dient aan de bouwheer overhandigd te worden aan het einde van de werken. De veiligheidscoördinator verzamelt er alle nuttige elementen in betreffende veiligheid en gezondheid, samen met alle gegevens (plannen, technische fiches)die de préventie bij latere werken vergemakkelijken. Oa bij later onderhouds- en verbouwingswerken . Het dossier dient zodanig opgesteld te worden dat de uitbater er zich later eenvoudig in terug kan vinden, en dat hij er alle inlichtingen in terug vindt nodig voor de uitbating van het gebouw en alle er deel van uitmakende installaties. Het dossier wordt samengesteld naarmate de werken vorderen en wordt aangepast in functie van de evolutie van de werken en de eventuele wijzigingen die zich voordoen. Om de réalisatie van het dossier te vergemakkelijken, wordt aan alle aannemers die op de werf aanwezifg zijn, alle documente nover te maken die zijn postinterventiedossier uitmaken, en dit voor de voorlopige oplevering. Het betreft geen As Built dossier, maar een dossier met nuttige elementen voor de post-interventie. Een selectie dient uitgevoerd te worden. De aannemer overhandigt een classeur met de gevraagde documenten. (Plannen, technische fiches, verschillende attesten, onderhoudsboekjes, procédures voor specifieke interventies…). De prijs voor de samenstelling van het dossier is ten laste van de aannemer. Er zal een lijst opgesteld worden in de loop van de werf, met een beschrijving van alle gevraagde documenten. Deze lijst wordt vervolledigd door de aannemer zelf, indien hij het nuttig acht bepaalde bijkomende belangrijke informatie te overhandigen. Ter informatie vindt U hierbij reeds een lijst van een aantal van de gevraagde documenten : -

-

04-1742 /PED/NLE

Stabiliteit : uitvoeringsplannen en berekeningsnota’s Electriciteit : controlerapport, eendraadsschemas, inplanting van stopcontacten en lichtpunten, inplanting van noodverlichting en de lijst van alle te onderhouden elementenmet hun beschrijving, localisatie en levensduur (ampoules, filters, veiligheidscartouches…) Schrijnwerk : RF attesten Impétrants : inplanting van de circuits Conformiteitsattest ivm brandveiligheid Rapport van onder druk zetten van verwarmingsketels… …


Edition du 30/04/07

13/39

3. 3.1

ADMINISTRATIEVE CLAUSULE De taal voor het dossier en de werf zal het Frans en/of Nederlands zijn. De aannemers die personeel in dienst hebben dat aan een ander taalregime onderworpen is verbinden zich er toe : om de veiligheidsen gezondheidsvoorschriften te vertalen, om hun werkkrachten te onderrichten, op te leiden en in te lichten in hun moedertaal of in een andere taal die ze beheersen. Deze vertaling moet op ieder moment beschikbaar zijn op de werf, niet alleen schriftelijk, maar eveneens mondeling en onmiddellijk.

3.2

Elke onderneming en persoon die op de werf aanwezig zijn, moeten onderhavige voorschriften kennen en naleven. Elke onderneming wordt geacht die informatie aan haar werknemers en onderaannemers door te geven en waar nodig uitleg te verschaffen.

3.3

Personen die de voorschriften niet naleven of de veiligheidsinstructies van de coördinator niet opvolgen, wordt de toegang tot de werf verboden waarbij geen verlenging van de uitvoeringstermijn mogelijk is.

3.4

Het Algemeen Veiligheids- en Gezondheidsplan (AVGP) bepaalt de specifieke veiligheidsen gezondheidsvoorschriften die van toepassing zijn op de werf en de preventie- en beschermingsmaatregelen voor risicowerken. De ondernemingen kunnen het document preciseren en/of aanvullen via een Bijzonder Veiligheidsplan (BVP) dat voor alle risicowerken bij de offerte moet gevoegd worden.

3.5

De ondernemingen mogen alle alternatieve beschermingsmaatregelen voorstellen voor zover ze minstens even veilig zijn als de maatregelen voorzien in het Algemeen Veiligheids- en Gezondheidsplan (AVGP). Alle in het dossier opgenomen inlichtingen over het bouwwerk hebben slechts een indicatieve technische waarde om de veiligheidsen gezondheidsmaatregelen te bepalen die dienen nageleefd te worden. Ze vormen geenszins een afwijking op de uitvoeringsdocumenten, borderellen, plannen en details van de bouwmeesters (architect, bureau voor stabiliteit of engineering

3.6

Het aantal documenten dat in het kader van veiligheid en gezondheid dient opgemaakt te worden, is niet beperkt tot de opgegeven lijst.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

14/39

4.

OPDRACHT INZAKE COÖRDINATIESTRUCTUUR

Het al dan niet voorzien van een coördinatiestructuur op de werf zal geregeld worden in conformiteit met het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 => niet van toepassing voor het betreffende project.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

15/39

5.

ALGEMENE VESTIGING VAN DE WERF

5.1

De opdrachtnemende onderneming stelt een plan van de werfinplanting op (hierin staan vermeld: de afbakening van de verkeerszones, de lokalisatie van ingang en uitgang, de opslagzones voor het materiaal en voor de personeelslokalen… met duidelijke aanduiding van de grenzen van de werfplaats). Dit plan wordt vóór de aanvang van de werken ter goedkeuring voorgelegd aan de veiligheidscoördinator. Doordachte inplanting in overeenstemming met de heersende gemeentelijke reglementen.

5.2

De inplanting van lokalen moet gebeuren in overeenstemming met de vertegenwoordiger van de bouwheer. De opdrachtnemende onderneming dient het volgende ter beschikking te stellen: de refters, de kleedruimten en de sanitaire lokalen. een ruimte uitgerust met tafels en stoelen. Deze zelfde aanneming dient ervoor te zorgen dat deze lokalen gesloten worden. Indien een lokaal ter beschikking van de aannemingen wordt gesteld, moeten deze laatste ervoor zorgen dat het in schone en nette staat wordt onderhouden. Indien de aannemingen andere behoeften kenbaar maken dan degene die door het AVGP worden voorzien, moeten ze deze voor hun rekening nemen (installeren, onderhouden, demonteren en afvoeren).

5.3

De opdrachtnemende onderneming dient te zorgen voor: de aanvraag van de toelating van de gemeente (voor het begin van de werken ) wanneer (een deel van) de openbare weg door de werken wordt ingenomen; een doeltreffende signalisatie van de toegang tot de site, in te planten met de toestemming van de technische wegendiensten; de levering, de plaatsing, het onderhoud/de instandhouding en de verwijdering van de bouwplaatsomheining + een beschermde voetgangersdoorgang volgens de positie aangegeven op het situatieplan van de bouwplaats, een beschermde doorgang (harde panelen) wanneer het risico bestaat dat er voorwerpen of materialen op de weg vallen; - de sluiting van de bouwplaats. een doeltreffende externe en interne signalisatie die moet worden ingeplant met de toestemming van de Bouwheer en de CVG-Verwezenlijking.

5.4

Er dient bijzondere aandacht besteed te worden aan de afbakening van de bouwplaatszone t.o.v. het openbare domein. Naarmate de werken vorderen, dient de aannemer zijn werkzone met behulp van een bouwplaatsomheining af te bakenen. Bij de bouwplaatsafbakening moet er rekening worden gehouden met de dynamische afstand vereist wegens het risico van vallende voorwerpen en materialen. De afbakeningen mogen in geen enkel geval vlak langs de gebouwen lopen. Bij het innemen van (een deel van) de openbare stoep, dient er een beschermde verkeersdoorgang worden voorzien en moet tevens de nodige signalisatie worden geplaatst.

5.5

De opdrachtnemende onderneming zal waken over de plaatsing en het onderhoud van de elektrische installatie van de werf. De elektriciteit voor de voeding van de uitrustingen zal geleverd worden door een voldoende aantal punten op de werf. Voor ze in dienst wordt gesteld, moet de elektrische bouwplaatsinstallatie op conformiteit gecontroleerd te worden door een E.D.T.C. De aannemer installeert een werfverlichting en noodverlichting indien nodig. Hij installeert in ieder geval een verlichting voor de zones waar er gewerkt wordt, in zones zonder natuurlijk licht en in de vroege of late uren dat het nog donker is.

5.6

Alle materieel en materialen moeten naar behoren opgeslagen en passend bebakend worden. De opdrachtnemende onderneming dient de zones voor de opslag van de materialen en het materieel van de aannemingen overeenkomstig de fasen te beheren.

5.7

De opslag van risicovolle bouwstoffen zal uitgevoerd worden in conformiteit met de geldende reglementering en na het akkoord van de Bouwheer en de C.V.G. Realisatie.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

16/39

6.

ALGEMENE ORGANISATIEMAATREGELEN VOOR DE WERF

6.1

Het werfreglement, dat toegevoegd wordt in bijlage, moet gelezen en getekend worden ter goedkeuring door alle bedrijven.

6.2

De aannemer bezorgt aan zijn personeel alle nodige PBM zodat een uitvoering zonder risico voor het individu kan plaatsvinden, en zorgt voor het ter beschikking en op punt stellen van alle nodige collectieve beschermingsmiddelen. De aannemer blijft verantwoordelijk voor het instand houden van de collectieve beschermingsmiddelen totdat het risico verdwenen is.

6.3

De persoonlijke beschermingsmiddelen moeten aangepast zijn aan de werken die moeten worden uitgevoerd . Ze moeten in samenwerking met de CVG-Verwezenlijking worden gedefinieerd. In de bouwplaatslokalen moeten PBM’s (veiligheidsschoenen, veiligheidshelmen, enz.) ter beschikking van de bezoekers en van de externe interveniënten worden gesteld. Er moeten minstens drie sets PBM’s permanent beschikbaar zijn. De levering en het onderhoud/de instandhouding van deze PBM’s zijn ten laste van de aannemer. Het dragen van aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen, overeenkomstig de van kracht zijnde wetgeving, is verplicht voor IEDEREN die zich op de bouwplaats bevindt.

6.4

De handmatige behandelingen zullen tot een minimum herleid worden tijdens de hele duur van de werkzaamheden.

6.5

De opdrachtnemende onderneming is verantwoordelijk voor de orde en afval op de werf. Hij stelt containers ter beschikking van de aannemers en zorgt ervoor dat de containers regelmatig geëvacueerd worden. Hij ziet er op toe dat toegangen en circulatiezones altijd vrij zijn, evenals de zones aanleunend tegen de werf. Elke aannemer is verantwoordelijk voor zijn afval en puin ; Alle afval en afbraak wordt regelmatig afgevoerd. Het is strikt verboden om afval te verbranden of te begraven

6.6

De netheid van de werf valt onder de verantwoordelijkheid van de aannemer. Het zal eveneens alle nodige schikkingen treffen : 1. 2.

het onderhoud van de verkeerswegen binnen de bouwplaats verzekeren; vermijden de externe wegen te bevuilen; de openbare wegen die door de activiteiten van de bouwplaats worden bevuild, schoonmaken.

Indien nodig, zal de Bouwheer deze werkzaamheden laten uitvoeren op kosten van de algemene aanneming. Na de uitvoering van de werken, moeten de lokalen proper teruggegeven worden; allerhande puin moet geëvacueerd worden. 6.7

De aannemer moet het risicohoudende afval verpakken en afvoeren volgens de van kracht zijnde reglementering. Deze verpakking moet op het afvoerplan worden vermeld. De aanneming moet de Bouwheer de gecontroleerde transport- en stortplaatsdocumenten voor deze afvalstoffen bezorgen.

6.8

De bedrijven worden er aan gehouden om zich te schikken naar alle milieureglementeringen, met name wat betreft het afval, de grondvervuiling en de uitstoten in de atmosfeer. Het is strikt verboden om chemische producten van welke natuur ook in de rioleringen te gieten of te verbranden

6.9

De aannemer informeert zich op voorhand over de plaats waar de nutsleidingen passeren (eventuele elektriciteit, HS, MS, data, mazout, gas). Hij neemt alle nodige maatregelen om er voor te zorgen dat deze circuits uitgeschakeld worden als er werken in de buurt of erboven plaatsvinden Indien nodig, dient de aannemer die de interventie op de elektrische installaties uitvoert (EL,data,HS,MS…) tijdelijke werfkasten plaatsen en ze laten keuren door een erkend keuringsorganisme

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

17/39

7.

BESCHERMINGSMAATREGELEN

7.1

Algemeen

7.1.1

De aannemer dient te zorgen voor de collectieve beschermingsmiddelen die voor zijn eigen werken vereist zijn en dient ook op zijn kosten voor het onderhoud ervan te zorgen. Een coördinatie tussen de verschillende aannemingen is onontbeerlijk m.b.t. de handhaving/instandhouding van deze collectieve beschermingsmiddelen.

7.1.2

De aannemer dient de veiligheidscoördinator en de vertegenwoordiger van de Bouwheer op de hoogte te brengen van elke nieuwe risicosituatie die het nemen van beschermingsmaatregelen vereist. De betreffende aannemer dient in overleg met de CVG voor de nodige maatregelen te zorgen om de risico’s te beperken.

7.1.3

Er dient prioriteit gegeven te worden aan de plaatsing van collectieve beschermingsmiddelen (CBM’s) boven het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s).

7.1.4

Gebruik van branders: er dient steeds een blusapparaat binnen handbereik te zijn. Er dient een vuurvergunning verkregen te worden van de IDPB-verantwoordelijke van de Bouwheer.

7.1.5

Werken op een ladder is verboden.

7.1.6

Wapeningen (ijzerwerken) : alle uitstekende wapeningen worden omgeplooid of beschermd met plastieke beschermingshulzen

7.2

Vallen personen vanop een hoogte

7.2.1

Het werktuig is conform aan NBN HD 1000 van 1988 en komt overeen met de voorschriften die duidelijk uitgelegd zijn in de Nota betreffende de veiligheid in de bouw n°66 van juni 1995 opgemaakt door het NAVB. De stellingen zijn natuurlijk ook conform aan ARAB en aan de Code betreffende het welzijn op het werk.

7.2.2

Hangende stellingen zijn verboden. Bij het evolueren van de werf, indien AA zo’n stelling verkiest, dient hij dit aan de VC te melden en de voorschriften van de norm NBN I 09-002 te volgen. Met uitzondering van de specifieke vorzorgen hierna, blijft de norm NBN HD 1000 van toepassing De hangende stelling mag slecht door een beperkt aantal personen tegelijk gebruikt worden, en dit enkel voor onderzoekingswerken, of werken waarbij geen materiaal of materieel opgeslagen moet worden (behalve materieel of materiaal voor onmiddellijk gebruik). De hangende stelling mag slecht door een beperkt aantal personen tegelijk gebruikt worden, en dit enkel voor onderzoekingswerken, of werken waarbij geen materiaal of materieel opgeslagen moet worden (behalve materieel of materiaal voor onmiddellijk gebruik). Het gebruik van een stelling conforma an de norm NBN I 09-002 houdt in dat de steunen, bevestigingsgaten,en stabilisteringselementen aangepast zijn aan de krachten die er op overgebracht worden, indien nodig moeten zer specifieke elementen vervaardigd worden Sollicitatieklasse 1 et 2 De VC kan een berekeningsnota vragen die de solicitaties, lasten en deformatie voor elk constructief element van de stelling en voor elke montageconfiguratie weergeeft De stelling is voorzien van borstweringen (h = 90 cm), beveiliging op h = 45 cm en plinten. de vloeren zijn met elkaar verbonden.

7.2.3

Tijdelijke borstweringen worden door AA geplaatst in alle verticale openingen waarvan de hoogte van de borstwering <90cm is. Deze tijdelijke borstweringen zijn samengesteld uit een hoofddwarsbalk op 1 meter hoogte geplaatst, en een tussenbalk op 0,45 cm hoogte en een plint van 15 cm hoog onderaan

7.2.4

Werken op daken : Verplicht plaatsen van borstweringen op de ganse omtrek met valgevaar (aan de schuine kanten+ zijkanten van het dak!). Bij werken op dekstenen of opstanden, dient een harnas gebruikt te wordenindien de borstweringen niet mogelijk zijn of indien de stelling niet geplaatst kan worden door de aard van de omgeving. Collectieve beschermingsmiddelen hebben steeds voorrang! Werken op platte daken: Aanbrengen van borstweringen op de hele omtrek met valgevaar. Mise en place obligatoire de garde-corps sur tout le périmètre de chute. Bij werken op dekstenen of opstanden, dient een harnas gebruikt te wordenindien de borstweringen niet mogelijk zijn of indien de stelling niet geplaatst kan worden door de aard van de omgeving. Collectieve beschermingsmiddelen hebben steeds voorrang!

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

18/39

Tijdelijke borstweringen zullen aangebracht worden om alle zijdelingse vallen te vermijden. Zie voorbeelden hierna:

7.2.5

Schachten worden steeds afgesloten (zie hierna)

7.2.6

Voor alle zones waar later définitieve ballustrades voorzien zijn, wordt er in afwachting van hun plaatsing steeds tijdelijke borstweringen voorzien, tot op het moment dat de definitieve borstweringen geplaatst worden.

7.3

Brandbeschermingen

7.3.1

Alvorens de werken worden gestart, dient de bouwplaatsleider contact op te nemen met de IDPB van de Bouwheer. De maatregelen die inzake brandveiligheid moeten worden genomen, moeten in groep worden doorgenomen. De installatie van de brandblusapparaten op de bouwplaats is ten laste van de aannemer.

7.3.2

De modaliteiten van de vuurvergunning zullen door de IDPB van de Bouwheer worden gedefinieerd.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

19/39

8. 8.1

MACHINES EN MATERIALEN Gevaarlijke producten Alle producten op de bouwplaats moeten op reglementaire wijze van etiketten worden voorzien. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in de risicoanalyse van de aanneming worden vermeld. De opslag van producten en de verwijdering van de verpakking moeten gebeuren volgens de van kracht zijnde wetgeving en in overeenstemming met de coördinator-Verwezenlijking. De aannemer dient de CVG de technische fiche te bezorgen evenals de veiligheidsfiche van de chemische producten en/of de gevaarlijke producten die op de bouwplaats worden gebruikt of opgeslagen. Bij het gebruik van lijm (betegeling, enz.), van vastzetschuim of van verf, moeten de lokalen permanent worden verlucht. Is dit onmogelijk, dan moet de zone worden afgebakend en moet de toegang ertoe verboden worden tenzij de juiste PBM’s worden gedragen (masker, filter,.enz..)

8.2

Hijstoestellen De volgende documenten dienen aan de veiligheidscoördinator bezorgd te worden: de keuringsrapporten opgesteld door een erkende organisatie, voor de kranen in dienst worden genomen. het keuringsrapport opgesteld door een erkende organisatie, na elke verplaatsing van een torenkraan. de rapporten van de jaarlijkse keuring opgesteld door een erkende organisatie, voor de kranen op banden en de vorkheftrucks. Bij gebruik van hijstoestellen gelden de volgende specifieke voorschriften: Voor alle op de bouwplaats gebrachte hijstoestellen en –toebehoren, evenals voor de grondverzetmachines die worden gebruikt om lasten te tillen, moet er een geldig keuringsbewijs bestaan. - Een kopie van de keuringsbewijzen moet aan de coördinator-Verwezenlijking worden overgemaakt voor de betreffende toestellen worden gebruikt. Zo niet, heeft de coördinator het recht de toestellen buiten dienst te stellen. Bij gebruik van meerdere hijstoestellen met elkaar kruisende kraanarmen, moet een gebruiksprocedure worden opgesteld in overleg met de coördinator-Verwezenlijking.

.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

20/39

9.

CO-ACTIVITEITSRISICO’S

9.1

Interferentie met de activiteiten buiten de bouwplaats

9.1.1

Tijdens het gezamenlijke bezoek zal er ter plaatse een analyse worden uitgevoerd om de hinder en de risico's die aan de werken en de bouwplaats verbonden zijn, te preciseren.

9.1.2

De aannemingen moeten hun werken aan de verplichtingen en beperkingen van de omgeving van de site aanpassen: werkuren, - bijzondere of specifieke voorschriften (geluid, stof, algemene netheid)

Het beheer van de bouwplaats- en de mensenstromen dient georganiseerd te worden in overleg met de vertegenwoordiger van de Bouwheer, de CVG-Verwezenlijking en de aannemer. De algemene aanneming dient de geselecteerde maatregelen te implementeren. 9.1.3

Indien nodig moet de aanneming beschermingen ter beperking van de hinder plaatsen (stofwerende en/of akoestische scheidingswanden, in onderdruk brengen van bepaalde zones,…).

9.2

Samenvallende activiteiten op de bouwplaats

9.2.1

De interactie en de superpositie van de taken dienen vermeden of beperkt te worden. Elk geval zal door de bouwdirectie en de CVG-Verwezenlijking worden onderzocht; dit geldt met name voor de werken die een speciaal risico inhouden. De aannemer dient alle samenwerkingmaatregelen te nemen m.b.t. de collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen voor alle werknemers van welke aanneming ook. Hetzelfde geldt t.o.v. de zelfstandige werknemers die door de hoofd- of onderaannemingsbedrijven tewerkgesteld worden.

9.2.2

Het gebruik van bepaalde bouwplaatsinrichtingen door de aannemingen en hun onderaannemers, zoals een gemeenschappelijk werkplatform, een gemeenschappelijke steiger, moet worden gecontroleerd door de aanneming die verantwoordelijk is voor de installatie en die belast wordt met het installeren en het onderhouden/in stand houden ervan. Alle maatregelen moeten worden genomen om het risico van beroepsziekten te voorkomen (afzuiging, ventilatie van de lokalen, keuze van werkwijzen en producten die geen hinder kunnen veroorzaken zoals lawaai, trillingen, toxische gassen). Anders is het nodig materieel te gebruiken dat de hinder beperkt (geluiddemping, trillingwering).

9.2.3

De preventiemaatregelen moeten o.a. op de volgende wijze worden ondersteund en versterkt: een goed gedefinieerde werkzone voor elke activiteit; een duidelijke en bebakende bouwplaatsinrichting voor elke activiteit (voorraad, toegang voor elke taak); een coördinatievergadering waaraan de ploegbazen van de verschillende ondernemingen elke ochtend deelnemen om de fasen, de verdeling van het materieel, enz. te bepalen, een wekelijkse veiligheidsvergadering – organisatie tussen alle bouwplaatsleiders, de aanstelling van een persoon binnen elke ploeg, die instaat voor het opbergen. De analyses van de samenvallende activiteiten zullen tijdens de fase van de werken door de CVGVerwezenlijking worden uitgevoerd.

9.3

Externe tussenkomende partijen

9.3.1

De externe tussenkomende partijen moeten door de Bouwheer gesignaleerd worden. Deze laatste kan een persoon aanduiden die de externe tussenkomende partij vergezelt op de werf. De externe tussenkomende partij moet kennis genomen hebben van het volledig A.V.G.P. en B.V.G.P. van de site en de werf. Ze zal in het bezit moeten zijn van de verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen en de veiligheidsvoorschriften moeten respecteren.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

21/39

10. SPECIFIEKE MAATREGELEN 0.

1.

Generieke risico's Aard van de risico’s snijwonden, klemmingen, aan de handen

verwondingen

beschermingsuitrusting

stoornissen spieren en skelet

ergonomische principes volgen voor het hanteren van lasten

het neervallen van voorwerpen

verbod in de actieradius te komen van werfmachines nooit onder een opgeheven of gehanteerde lading staan of lopen

struikelen

afval regelmatig afvoeren via een verharde, vrijgemaakte weg zorgen voor orde en netheid op de werf

Aankomst van materaal en materieel Aard van de risico’s aanrijdingen, botsingen met werfmachines

verkeersongelukken op de werf ongelukken veroorzaakt bij een derde

2.

Preventiemaatregelen dragen van aangepaste individuele (handschoenen, schoenen, helm …)

Werfinstallatie Aard van de risico’s vallen van personen op +/- dezelfde hoogte - tijdens de montage - tijdens het gebruik

Preventiemaatregelen dragen van aangepaste individuele bescherming werkkledij in zichtbare kleuren werfmachines gecontroleerd voor indienstneming door een bevoegde instelling (aanwijzing voor veilig gebruik en onderhoud op de machine geplaatst) zwaailicht en claxon bij het achteruitrijden van de werfmachine verbod in de nabijheid te komen van de actieradius van de werfmachines vrijgemaakte verkeerszone stabilisatie, planning van de verkeerszones werfmachines uitgerust met veiligheidscabines de planning van de werffasen raadplegen de werken duidelijk signaleren de nodige lokaties reserveren INSTALLATIEPLAN VAN DE WERF, met lokalisatie van de toegang, ontmoetingsplaats voor noodgevallen, opslagzones voor het materiaal en lokalen voor het personeel, sanitaire installaties, kranen en draairadius, enz. doorgang voetgangers verbieden tijdens het lossen toegang verbieden aan buitenstaanders

Preventiemaatregelen Over voldoende ruimte beschikken en over een vlakke inplantingszone; regelmatig onderhoud; plaatsing van een inrichting voor het reinigen van de laarzen en schoenen aan de ingang van de keet; verankering van de toegangstreden

vallen van versjouwde voorwerpen (vallen van de cabine bij de plaatsing ervan)

Hijstoestel en -toebehoren gekeurd door een erkende organisatie

vastgeklemd raken in mobiel voorwerp tijdens de plaatsing van de keet.

Handhaven van voldoende afstand tussen de delen in beweging en de vaste delen.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

22/39

3.

4.

5.

Grondwerken – sleuven - greppels Aard van de risico’s vallen in uitgravingen, bederlvingen, afbrokkeling.

Afbraakwerken Aard van de risico’s vallen van personen vanop een hoogte

Preventiemaatregelen bermen tegen regen beschermen met een plastic vel overbelasting van het bovenste deel van de berm vermijden, minstens een afstand van 80 cm behouden van de rand van de uitgraving aanbevolen afstand voor de hefmachines: levage: ≥ 1 m voor vrachten ≥ 12 t. ≥ 2 m voor vrachten ≥ 12 t. de putten afschermen wanneer het terrein niet stabiel is vanaf een diepte van 1,2 m de randen van de uitgraving vrijmaken liefst geen opslag naast een uitgraving

Preventiemaatregelen indien het gevaar te vallen ≥ 2 m is : plaatsen van leuningen (Norme HD 1000) Een borstwering samengesteld uit 2 metalen buizen van dezelfde diameter als de structuur van de stelling, dient op elk niveau van de werkvloer aangebracht te worden. Hoogte 50 en 100 cm tov de vloer. Een plint hoogte 10 cm wordt aangebracht over de volledige lengte van de werkvloeren om alle vallend puin, materiaal etc te vermijden.


verbod in de actieradius te komen van werfmachines nooit onder een opgeheven of gehanteerde lading staan of lopen goedgekeurde hefapparaten en toebehoren. Aangepaste hefaccessoires gebruiken. stoppen met de activiteiten indien windsnelheid > 20 m/s is de werkvloeren niet overladen (voorschriften van constructeur opvolgen) het verse metselwerk stevig stutten de stapels bakstenen stabiel en niet te hoog opstapelen alle obstakels van de werkvloer en doorgang verwijderen waken over orde en netheid

lawaai, trillingen

geluidsbronnen zo ver mogelijk van werkpost geluidsafscherming aangepaste individuele bescherming, oorbescherming machines onderhouden/adequate instructies en opleiding gehoorbescherming trilvrij materiaal gebruiken

vrijkomen van stof in de ogen intoxicatie door het inademen of inslikken van schadelijke stoffen

zorgen voor voldoende natuurlijke verluchting op de arbeidsplaats dragen van aangepaste individuele bescherming (masker, handschoenen…) voor en na het werk handen grondig wassen kleine huidwonden onmiddellijk verzorgen

Ruwbouw Aard van de risico’s vallen van personen vanop een hoogte

04-1742 /PED/NLE



Edition du 30/04/07

23/39



lawaai, trillingen


instorting, ontvlammen van de bekisting, instabiliteit

controle van de bekistingen en hun stabiliteit voor het gieten van het beton regelen van het vastklemmen progressief en regelmatig debiet bij het storten van het beton naleven van de ontkistingstermijn plaatsen van driepoten voor de stutten, winkelhaken, plaatsen van houten balken in stutpoten gebruik van krikken, muurankers, vijzels, raderen, enz. progressief, methodisch ontsluiten gebruik van aanpasbare steunbalken die aangepast zijn aan de hoogte van de bekistingen en de lasten die ze moeten dragen (goede vasthechting op een stevige basis, uitgerust met stutten) de voorschriften naleven van de fabrikanten van alle hulpaccessoires voor bekisting



intoxicatie door inademen of inslikken van schadelijke stoffen irritatie door huidcontact, beschadiging huid en ogen door additieven, door cement bij het behandelen van beton

dragen van aangepaste individuele bescherming: veiligheidsbril (tegen het opspatten van cement), veiligheidshandschoenen, afhankelijk van het product (wegwerp)masker zakken voorzichtig ledigen gebruiksklare mortel gebruiken - de etikettering van de verpakking volgen. De productinformatie raaadplegen inzake veiligheid en gezondheid (toxicologische en veiligheidsfiche) de instructies van de arbeidsgeneesheer opvolgen stofwerende werkkledij isolatiematten en -panelen op maat laten leveren en ze met water zagen voor en na het werk de handen goed inzepen kleine huidwonden onmiddellijk verzorgen

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

24/39

6.

verbrandingen, brand

lasmateriaal in perfecte staat alle ontvlambare producten en ook papier en vodden verwijderen draagbaar blusapparaat bij de hand houden zorgen voor voldoende verluchting en natuurlijk licht aangepaste opleiding, instructies en opvolging dragen van aangepaste individuele bescherming afkoelingsmiddelen voorzien een afstand van 6m bewaren van de voedingsfles en 10m van een opslagplaats met gasflessen (leeg of vol) productinformatie inzake veiligheid en gezondheid. Correcte etikettering van recipiënten poederblusapparaat van het type ABC 6 kg in de opslagruimte gevaarlijke producten rookverbod; geen open vuur en vonken voor en na het werken handen goed inzepen kleine huidwonden onmiddellijk verzorgen

elektrocutie

regelmatig onderhoud van de werkinstrumenten correcte aansluiting van de kabels conforme schakelaars gebruiken, geschikte elektrische werkinstrumenten gebruiken aangepaste individuele bescherming gebruiken, trilbestendige handschoenen kabels ophangen en regelmatig controleren kabels gebruiken die geschikt zijn voor de constructie elektrische werkinstrumenten met CE-vermelding, elektriciteitsnet gecontroleerd door een erkende instelling veiligheidssteekkabels lage druk

Dak - Afdekking Aard van de risico’s vallen van personen vanop een hoogte


04-1742 /PED/NLE

Preventiemaatregelen indien het gevaar te vallen ≥ 2 m is : plaatsen van leuningen (Norme HD 1000) Een borstwering samengesteld uit 2 metalen buizen van dezelfde diameter als de structuur van de stelling, dient op elk niveau van de werkvloer aangebracht te worden. Hoogte 50 en 100 cm tov de vloer. Een plint hoogte 10 cm wordt aangebracht over de volledige lengte van de werkvloeren om alle vallend puin, materiaal etc te vermijden. verbod in de actieradius te komen van werfmachines nooit onder een opgeheven of gehanteerde lading staan of lopen goedgekeurde hefapparaten en toebehoren. Aangepaste hefaccessoires gebruiken. stoppen met de activiteiten indien windsnelheid > 20 m/s is de werkvloeren niet overladen (voorschriften van constructeur opvolgen) het verse metselwerk stevig stutten de stapels bakstenen stabiel en niet te hoog opstapelen alle obstakels van de werkvloer en doorgang verwijderen waken over orde en netheid


Edition du 30/04/07

25/39


7.

8.

Buitenschrijnwerk – gevelswerken Aard van de risico’s vallen van personen vanop een hoogte







lawaai, trillingen


Binnenafwerking en logistiek Aard van de risico’s vallen van personen vanop een hoogte

04-1742 /PED/NLE



Edition du 30/04/07

26/39



lawaai, trillingen




vrijkomen van stof stof in de ogen intoxicatie door het inademen of inslikken van schadelijke stoffen




04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

27/39

elektrocutie

9.

regelmatig onderhoud van de werkinstrumenten correcte aansluiting van de kabels conforme schakelaars gebruiken, geschikte elektrische werkinstrumenten gebruiken aangepaste individuele bescherming gebruiken, trilbestendige handschoenen kabels ophangen en regelmatig controleren kabels gebruiken die geschikt zijn voor de constructie elektrische werkinstrumenten met CE-vermelding, elektriciteitsnet gecontroleerd door een erkende instelling veiligheidssteekkabels lage druk kabels volledig ontrollen

Elektriciteit Aard van de risico’s werken op het algemeenheden

elektriciteitsnet

–

Preventiemaatregelen Eerst en vooral mogen alleen gekwalificeerde personen op een elektriciteitsnet werken op voorwaarde dat de hierna vermelde voorschriften worden nageleefd. Algemeen principe: altijd zonder druk werken tenzij er geschikte methodes en uitrustingen bestaan om veilig onder druk te werken. Tijdens het werken onder druk altijd de adequate geïsoleerde werkinstrumenten gebruiken, altijd de individuele beschermingsuitrusting gebruiken en zich indien mogelijk van de aarde isoleren De ingrepen op het net coördineren met de elektriciteitsmaatschappij. Nagaan of er geen stroom op de installaties zit bij het begin van het werk en telkens wanneer de werknemer zijn post heeft moeten verlaten. De werknemer plaatst op elk paneel een informatief bord voor het elektriciteitspaneel of -panelen waarop hij gewerkt heeft. (zie hieronder)

gevoelige punten bij het werken zonder druk

Zich er eerst en vooral van vergewissen dat de betrokken werkpost en alle volgende acties goed onderzocht werden. Vervolgens de vijf fundamentele principes toepassen wanneer de druk wordt uitgeschakeld: het deel van het net uitschakelen waarop moet gewerkt worden en nakijken wat precies de toestand is van de toestellen om de druk uit te schakelen. vergrendelen zodat de druk niet terug ingeschakeld wordt, ondermeer door het plaatsen van een adequate signalisatie. testen dat er geen druk is in de juiste volgorde zorgen voor de aarding en de uitschakeling van het deel van het net waarop moet gewerkt worden met isolatiemateriaal de overblijvende elementen beschermen die nog onder druk staan in het toegankelijke volume

gevoelige punten bij het werken onder druk

Werkmethode: de gepaste methodes, materialen, werkinstrumenten en uitrustingen moeten gebruikt worden altijd een volledige, katoenen, dichtgeknoopte overall dragen bij het werken onder druk mag er nooit een rechtstreeks lichamelijk contact plaatsvinden met de elementen onder druk altijd aangepaste, geïsoleerde werkinstrumenten gebruiken altijd een neergeklapte helm dragen met gelaatsbescherming. altijd isolatiehandschoenen gebruiken. naar gelang de omstandigheden een isolatiemat in goede staat gebruiken of rubberen laarzen in goede staat dragen. isolatiebescherming voorzien voor de elementen onder druk waarop gewerkt wordt. het snijden en zagen van kabels onder druk kan een elektrische boog veroorzaken. Daarom worden de kabels eerst gecontroleerd en buiten druk gezet. Fase per fase worden ze ingekort en geïsoleerd.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

28/39

10.

elektrocutie


vrijkomen van stof bij afbraak, boringen of afvloeiingssleuven in de muren

zorgen voor voldoende natuurlijke verluchting op de arbeidsplaatsl dragen van aangepaste individuele bescherming (masker, handschoenen…) voor en na het werk handen grondig wassen kleine huidwonden onmiddellijk verzorgen

intoxicatie door het inademen of inslikken van schadelijke stoffen

dragen van aangepaste individuele bescherming (schoenen, handschoenen, masker…) voor en na het werk de handen goed inzepen huidwondjes onmiddellijk verzorgen

HVAC Aard van de risico’s vallen van personen vanop een hoogte


lawaai, trillingen






04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

29/39

elektrocutie

12.


Sanitair Aard van de risico’s vallen van personen vanop een hoogte


lawaai, trillingen




Verbrandingen, brand


04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

30/39

Elektrocutie

13.

14.


Vast meubilair Aard van de risico’s lawaai, trillingen

Preventiemaatregelen geluidsbronnen zo ver mogelijk van werkpost geluidsafscherming aangepaste individuele bescherming, oorbescherming machines onderhouden/adequate instructies en opleiding gehoorbescherming trilvrij materiaal gebruiken





Elektrocutie


Ijzer- en smeedwerk Aard van de risico’s

04-1742 /PED/NLE

Preventiemaatregelen


Edition du 30/04/07

31/39

15.

vallen van personen vanop een hoogte

indien het gevaar te vallen ≥ 2 m is : plaatsen van leuningen (Norme HD 1000) Een borstwering samengesteld uit 2 metalen buizen van dezelfde diameter als de structuur van de stelling, dient op elk niveau van de werkvloer aangebracht te worden. Hoogte 50 en 100 cm tov de vloer. Een plint hoogte 10 cm wordt aangebracht over de volledige lengte van de werkvloeren om alle vallend puin, materiaal etc te vermijden.



lawaai, trillingen




Elektrocutie


Onmiddellijke omgeving Aard van de risico’s

04-1742 /PED/NLE

Preventiemaatregelen


Edition du 30/04/07

32/39

lawaai, trillingen








Elektrocutie


04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

33/39

11. 11.1

ORGANISATIEMAATREGELEN HULPVERLENING Organisatie in geval van brand of ongeval De aannemer moet onder zijn personeel gekwalificeerde hulpkrachten voor Eerste Interventie aanduiden alsook gekwalificeerde hulpverleners die verplicht aanwezig zullen zijn op de werf tijdens de volledige duur van de werkzaamheden. De bedrijven zullen er ook op toezien dat de onderaannemers over dergelijke gekwalificeerde werkkrachten beschikken. Deze personen zullen benoemd worden bij de aanvang van de werkzaamheden

11.2

Medische preventie Al het medisch materiaal zal aanwezig zijn op de werf in conformiteit met de geldende reglementering. Een conforme industriële EHBO-doos en een draagbaar met twee dekens zullen beschikbaar zijn op de werf.

12. BIJLAGEN BIJLAGE 1 : WERFREGLEMENT BIJLAGE 2 : FICHE VOOR EEN NOODOPROEP

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

34/39

BIJLAGE 1 : WERFREGLEMENT Het onderhavig reglement heeft tot doel om alle acteurs te betrekken bij de preventie van de risico's op de werf. Alvorens bij het project betrokken te worden, is de adhesie aan de voorschriften van het onderhavig reglement verplicht voor alle toekomstige partners.

1. PRINCIPES Onafhankelijk van de bepalingen (lastenboek, A.V.G.P., …) verbinden de bedrijven die aanwezig zijn op de werf zich er toe om alle geldende reglementeringen te respecteren : A.R.A.B., A.R.E.I., Code voor goede praktijken, enz. Alle acteurs die aanwezig zijn op het terrein verbinden zich er toe om samen te werken met de Coördinator voor Veiligheid en Gezondheid alsook om alle nodige en mogelijke middelen te voorzien en in het werk te stellen inzake preventie van ongevallen en van de risico's voor de veiligheid en de gezondheid. De kosten die met deze maatregelen verbonden zijn zullen steeds in de prijsofferte begrepen zijn. Indien mogelijk of nodig, zullen de kosten inzake veiligheid duidelijk onderstreept worden.

2. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN DE BESCHERMING a) De C.V.G. Realisatie heeft de leiding over de coördinatie van de veiligheid en de gezondheid voor alle werkzaamheden. De afspraken die gemaakt worden tussen de verschillende bedrijven inzake veiligheid en gezondheid op de werven moeten eerst goedgekeurd worden door de C.V.G. Realisatie. b) Alvorens de werkzaamheden aan te vatten, moet elk bedrijf overleg plegen met de C.V.G. betreffende haar risicoanalyse tijdens een geplande INLEIDENDE VERGADERING. c) De tussenkomende partijen verbinden zich er toe om aanwezig te zijn tijdens de periodieke COÖRDINATIEVERGADERING VEILIGHEID EN GEZONDHEID die georganiseerd wordt door de C.V.G. Realisatie. d) Elk bedrijf aan wie een werk toevertrouwd werd is verplicht een verantwoordelijke aan te stellen voor de veiligheid die aanwezig moet zijn bij de werkzaamheden op de werf. e) Elk bedrijf voorziet de organisatie van opleidingen die te maken hebben met de functie op de werf voor al haar personeel, opleidingen tijdens dewelke de specifieke veiligheidsonderwerpen aangesneden worden. f)

Elk bedrijf verklaart dat haar werknemers over de nodige opleidingen / beroepservaring alsook over de nodige fysieke gesteldheid beschikken om de taken uit te voeren die hun toevertrouwd worden (met inbegrip van de verantwoordelijkheden voor een veiligheidsfunctie) en dat ze veilig het aangepast materiaal kunnen gebruiken. Op aanvraag van de C.V.G. Realisatie, legt het bedrijf de nodige bewijsstukken voor.

g) De personeelsleden van de bedrijven mogen zich enkel bevinden op de werkplaats die voor hen voorzien werd.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

35/39

3. SPOEDPROCEDURES a) Elk bedrijf moet de procedures respecteren die opgesteld werden door de C.V.G. Realisatie inzake E.H.B.O. en werkongevallen, alsook de bepalingen van haar eigen preventieadviseur. b) Op de dag van de feiten, moet een advies alsook een rapport betreffende elk ongeval, brand of schadegeval overhandigd worden aan de C.V.G. Realisatie en aan de Bouwheer. c) Elk bedrijf rust zijn lokalen uit met de wettelijke apparaten en uitrustingen inzake brandblussers en E.H.B.O.-materiaal. d) Elk bedrijf moet beschikken over de nodige aangepaste en conforme brandblussers. In afspraak met de C.V.G. Realisatie is een vuurvergunning verplicht voor sommige werkzaamheden. e) Minstens één hulpverlener bevindt zich permanent op de werf vanaf een bezetting van 20 werkkrachten.

4. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN a) Het gebruik van de aangepaste P.B.M., conform met de geldende wetgeving, is verplicht voor ALLE personen die op de werf aanwezig zijn. b) Elk bedrijf moet, op haar eigen kosten, P.B.M. ter beschikking stellen aan haar personeel en/of bezoekers. Ze moet eveneens hun gebruik controleren en zorg dragen voor hun onderhoud en hernieuwing op het geschikte ogenblik. c) In conformiteit met hun opleiding en de gegeven instructies, moeten de werkkrachten de P.B.M. correct gebruiken, ze opbergen na gebruik en ze onderhouden.

5. COLLECTIEVE BESCHERMINGSMIDDELEN a) Teneinde werkongevallen tegen te gaan, zal elk bedrijf ook C.B.M. voorzien wanneer dit nodig blijkt. De keuze gebeurt volgens de preventieprincipes uit het hoofdstuk II "Algemene principes" van de wet op het Welzijn, wanneer onder andere de voorkeur gegeven wordt aan collectieve beschermingsmiddelen eerder dan aan persoonlijke beschermingsmiddelen. b) De plaatsing en/of de afbraak van de C.B.M. wordt geregeld in samenspraak met de C.V.G. Realisatie. De geïnstalleerde C.B.M. mogen nooit weggenomen worden zonder dat vervangende of definitieve beveiligingen geplaatst werden. c) Elk risico of elke gevaarlijke of hinderende situatie inzake gezondheid op de werf moet onmiddellijk gerapporteerd worden aan de C.V.G. Realisatie.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

36/39

6. ORDE EN NETHEID a) Elk bedrijf moet minstens één keer per dag haar werkposten opruimen en het afval verwijderen. De C.V.G. Realisatie mag een derde opdragen om de werkposten op te ruimen op kosten van het bedrijf indien dit laatste haar verplichtingen niet nakomt. b) De wegen, doorgangen en trappen moeten steeds vrijgehouden worden van elke hindernis of belemmering. Soepele leidingen en kabels mogen de doorgang niet hinderen. Wanneer deze leidingen en kabels een doorgang kruisen, moeten ze beschermd worden tegen elke beschadiging. c) In samenspraak met de C.V.G. Realisatie moeten de bouwstoffen op ordentelijke en stabiele wijze opgeslagen worden; ze moeten beschermd worden tegen klimaatinvloeden in de hiervoor bestemde zones.

7. MILIEU a) De verwijdering en/of de verpakking van het afval gebeurt in conformiteit met de procedure voorzien in het A.V.G.P. b) Aangepaste maatregelen moeten genomen worden om hinder tegen te gaan : lawaai, grondvervuiling, luchtvervuiling en watervervuiling.

8. ELEKTRISCHE INSTALLATIE a) Conform met het A.R.E.I., zal de elektrische installatie gecontroleerd worden door een erkend organisme. Elke afwijking moet onmiddellijk gerapporteerd worden aan de C.V.G. Realisatie. b) Elk bedrijf is verantwoordelijk voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet conform zijn met de geldende wetgeving. De C.V.G. Realisatie verzekert de algemene verlichting en de eventuele noodverlichting.

9. WERKUITRUSTINGEN EN ACCESSOIRES a) Enkel het elektrisch materiaal dat conform is met het A.R.E.I. mag zich op de werf bevinden en moet aangesloten worden op de schakelborden die hiertoe voorzien worden. b) Elk bedrijf moet haar werkkledij markeren om ze te kunnen identificeren. De identificatie moet beschreven worden in de risicoanalyse van het bedrijf. c) De werkuitrustingen moeten aangepast zijn aan de uit te voeren werkzaamheden en moeten regelmatig gecontroleerd worden door een bevoegd persoon teneinde op elk moment de veiligheid en de gezondheid te garanderen tijdens hun gebruik. Op aanvraag van de C.V.G. Realisatie zullen de gebruiksvoorschriften alsook de voorschriften inzake veiligheid en gezondheid moeten kunnen voorgelegd worden. d) Wanneer werkuitrustingen gebruikt worden die het eigendom zijn van een derde, is de GEBRUIKER verantwoordelijk voor de veiligheid die er uit voortvloeit.

04-1742 /PED/NLE


Edition du 30/04/07

37/39

10. GEVAARLIJKE PRODUCTEN a) Alle producten op de werf moeten voorzien zijn van een reglementair etiket. Het gebruik van brandbare en giftige producten of andere gevaarlijke producten moet vermeld worden in de risicoanalyse van het bedrijf. b) De opslag van producten en de verwijdering van de verpakkingen moet gebeuren in conformiteit met de geldende wetgeving en de aanbevelingen van de leverancier en met het akkoord van de C.V.G. realisatie.

11. WERKZAAMHEDEN MET EEN OPEN VLAM c) Alvorens werkzaamheden aan te vangen waar een open vlam bij betrokken is, vraagt het bedrijf aan de C.V.G. Realisatie of een vuurvergunning vereist is. d) Een ABC-brandblusser van minimum 6 kg is verplicht bij de werkzaamheden waar een open vlam bij betrokken is. De brandblusser is aangepast aan de mogelijk vuurtypes.

GOEDKEURING VAN HET WERFREGLEMENT Bouwheer : Datum : Handtekening :

04-1742 /PED/NLE

C.V.G. : P-E Deffoin Datum : Handtekening :


Edition du 30/04/07

38/39

BIJLAGE 2 : FICHE VOOR EEN NOODOPROEP

IN GEVAL VAN

ONGEVAL BEL DE 100

en zeg :

1

HIER WERF TE GELEGEN

TELEFOON :

2

PRECISEER DE NATUUR VAN HET ONGEVAL Bijvoorbeeld : instorting, verstikking, val,…

EN DE POSITIE VAN DE GEWONDE : hij ligt op het dak, op de grond, in een bouwput… EN INDIEN HIJ MOET VRIJGEMAAKT WORDEN

3

SIGNALEER HET AANTAL GEWONDEN EN HUN TOESTAND Bijvoorbeeld : drie gewonde arbeiders, één bloedt hevig, één spreekt niet.

04-1742 /PED/NLE

4

BEPAAL EEN ONTMOETINGSPLAATS. Stuur iemand daarheen als gids voor de hulpdiensten.

5

HAAK NIET ALS EERSTE IN. Doe de boodschap herhalen.

6

ZIE DE ONGEVALLENPROCEDURE


Edition du 30/04/07

39/39

Bouwen van 8 woningen

Recommend Documents