Bestuursrapportage 2015
1
Inhoud 1
Inleiding .............................................................................................................. 4
2
Managementsamenvatting en Besluit ....................................................................... 4 2.1
Voortgang programma’s ................................................................................. 4
2.2
Verwacht resultaat over 2015 .......................................................................... 5
2.3
Actualisering van de exploitatie ....................................................................... 6
2.4
Actualisering investeringen ............................................................................. 7
Gevraagd VV-besluit: ............................................................................................... 8 3
Rapportage per programma.................................................................................... 9 3.1 3.1.1
Stand van zaken prestatie-indicatoren ........................................................ 9
3.1.2
Financiën 2015 ...................................................................................... 10
3.1.3
Risicomanagement ................................................................................. 12
3.2
Voldoende water........................................................................................... 14
3.2.1
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 14
3.2.2
Financiën 2015 ...................................................................................... 14
3.2.3
Risicomanagement ................................................................................. 18
3.3
Stevige dijken .............................................................................................. 19
3.3.1
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 19
3.3.2
Financiën 2015 ...................................................................................... 19
3.3.3
Risicomanagement ................................................................................. 22
3.4
Gezuiverd afvalwater .................................................................................... 23
3.4.1
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 23
3.4.2
Financiën 2015 ...................................................................................... 24
3.4.3
Risicomanagement ................................................................................. 27
3.5
Instrumenten ............................................................................................... 29
3.5.1
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 29
3.5.2
Financiën 2015 ...................................................................................... 30
3.5.3
Risicomanagement ................................................................................. 31
3.6
Organisatie ..................................................................................................32
3.6.1
Stand van zaken prestatie-indicatoren ....................................................... 32
3.6.2
Financiën 2015 ...................................................................................... 34
3.6.3
Risicomanagement ................................................................................. 37
3.7 3.7.1 4
Schoon water ................................................................................................ 9
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ...................................................... 39 Financiën 2015 ...................................................................................... 39
Paragrafen ..........................................................................................................43 4.1
Financiering .................................................................................................43
4.2
Verbonden partijen ....................................................................................... 44
Bijlage I Overzicht kosten herhuisvesting ......................................................................46 Bijlage II Overzicht kosten externe inhuur ....................................................................47 Bijlage III Verzamelkredieten IP en IK op projectniveau .................................................. 48
2
Bijlage IV Buitengewoon onderhoud ............................................................................. 49 Bijlage V Overzicht verloop belastingen 2015 ................................................................ 51
3
1
Inleiding
De bestuursrapportage (Burap) 2015 is een onderdeel van de Planning- en Controlcyclus (P&C) 2015. In deze Burap wordt op peildatum 30 juni 2015 per programmalijn gerapporteerd over de afwijkingen op de realisatie van de programmadoelen en resultaten. Van de prestatieindicatoren wordt de stand van zaken weergegeven. Eveneens wordt per programmalijn gerapporteerd over de afwijkingen van de investeringen. Op het niveau van investeringsprojecten worden zo nodig voorstellen gedaan tot bijstelling van het investeringsplan en/of het investeringskrediet. Ook worden de wijzigingen in de risico’s ten opzichte van de programmabegroting 2015 en het jaarverslag 2014 gepresenteerd. De Burap geeft naar de situatie per 30 juni 2015 een prognose van het verwachte exploitatieresultaat over 2015. 2
Managementsamenvatting en Besluit
2.1 Voortgang programma’s De afwijkingen op de resultaten voor 2015 worden, indien van toepassing, per programma(lijn) toegelicht op de gevolgen in geld, tijd, risico en beheersmaatregelen. In de programma’s wordt de stand van zaken betreffende de prestatie-indicatoren gegeven. Hieronder wordt een samenvatting van de stand van zaken per programma gegeven. Schoon water De waterkwaliteitsrapportage 2014 laat zien dat de prestatie-indicatoren van 2015 voor de chemische waterkwaliteit waarschijnlijk zullen worden gehaald als tussendoel op weg naar de norm voor 2027. Ook voor de overige programmalijnen geldt dat de prestatie-indicatoren gehandhaafd blijven of, in het geval van natuurvriendelijke oevers, vispaaiplaatsen en natte ecologische zones, voorliggen op schema. Voor 2015 staat de aanleg van 7,7 hectare gepland, volgens de huidige planning wordt echter 9,2 hectare gerealiseerd. Op programmaniveau zijn er geen wijzigingen in de exploitatie. Wel zijn er enkele beperkte bijstellingen van de directe kosten binnen de verschillende programmalijnen. Het volume van de geprogrammeerde investeringen daalt licht als gevolg van een vertraging bij het oplossen van twee lokale knelpunten in Delft. Voldoende water Voor de prestatie-indicatoren geldt dat alle voorgenomen streefwaarden voor de planperiode op schema lopen. Op basis van een actueel beheerplan is in deze Burap een mutatie verwerkt met betrekking tot de Voorziening onderhoud watergangen. De jaarlijkse storting kan lager worden. Voor de jaarschijf 2015 blijft het investeringsvolume nagenoeg ongewijzigd. Er treedt een verschuiving op tussen de programmalijnen. De achterliggende oorzaken van deze verschuiving worden bij het programma nader toegelicht. Stevige dijken Vanwege een MER/beoordeling zal de uitvoering van de laatste 50 meter in het traject Spuihaven te Schiedam doorschuiven naar 2016. Dit betekent dat in 2015 99,9% van de primaire waterkering op orde is (streefwaarde was 100%). De planning dat in 2015 de volledige 34 kilometer risicovolle regionale waterkeringen (100%) op orde zal zijn is (op 50 meter na) gehaald. Binnen de exploitatie is een belangrijke mutatie het verlies van ingelegd kapitaal doordat Delfland uit de GR Grondwateronttrekking Delft Noord treedt. Het verwachte investeringsvolume voor 2015 neemt licht af, voornamelijk als gevolg van het noodgedwongen doorschuiven van werkzaamheden naar 2016. Gezuiverd afvalwater Aan de wettelijk verplichtingen voor het transporteren en zuiveren van afvalwater wordt voor 100% voldaan. Hierbij is de beschikbaarheid van zowel het transportsysteem als de zuivering 99,9%. Op de jaarlijkse dienstverleningsvergoeding van de PPS kan een structurele bezuiniging worden doorgevoerd van € 1,9 miljoen. De oorzaak hiervan is dat, als gevolg van een lagere 4
rentestand, in 2014 de realisatie van de indices (indexcijfers) zich gunstiger hebben ontwikkeld dan was voorzien. De vergoeding wordt mede bepaald door de werkelijke prestaties van Delfluent en het verloop van een aantal indices. Het risico is dat de definitieve indices hoger of lager uitvallen dan voorzien. Dit betekent dat de bijstelling ook kan leiden tot een overschrijding van de begroting. Delfland beoordeelt en maakt periodiek melding van dit risico aan de hand van de voortgang van de prestaties, de werkelijke ontwikkeling van de indexcijfers en de bijgestelde prognoses van Delfluent. De voorbereidingen worden getroffen om te kijken welke aspecten meegenomen moeten worden in de uit te voeren studies naar de wijze waarop de ketens voor water, energie en grondstoffen worden gesloten. Voorbeeldprojecten waarbij nu al gekeken wordt naar het sluiten van de keten zijn de waterharmonica, de zoetwaterfabriek, de warmterivier, fosfaat terugwinning uit as van het verbrande zuiveringsslib, en het verkennen van het toepassen van het nieuwe Nereda zuiveringsconcept op de AWZI Harnaschpolder. De voorbereiding pilot zoetwaterfabriek AWZI de Groote Lucht is in volle gang. Naar verwachting wordt de installatie dit jaar geinstalleerd, waarna in 2016 gestart kan worden met het onderzoek. Instrumenten De doelrealisatie voor de planperiode loopt in grote lijnen op schema. Daarbij is het volgende op te merken. Of het geplande percentage uitvoeringsprogramma’s dat actueel is (100%) wordt gehaald, is afhankelijk van een gemeente. De betreffende gemeente zal daartoe het initiatief nemen. Financieel zijn er geen grote mutaties. Organisatie De voorgenomen doelrealisatie ligt op schema. Voor wat betreft de samenwerking met buurwaterschappen wordt met Rijnland opgetrokken voor de gezamenlijke inkoop (aanbestedingskalender). De samenwerking op het vlak van I&A met Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard (zaaksysteem) loopt uiteen in verband met een verschillend implementatietempo. Delfland ligt vóórop. Voor samenwerking op het gebied van een nieuw financieel systeem beoordeelt Delfland in 2016 of aansluiting bij Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard alsnog gewenst is. De samenwerking op het gebied van vastgoed is stilgelegd. Wat betreft de samenwerking van de archiefinspectie doet de Inspecteur van Rijnland ook de wettelijke inspectie bij Delfland. Op het vlak van kwaliteitsverbetering bedrijfsvoering moet voor Financiën en P&O nog borging plaatsvinden. Er wordt gewerkt aan de benodigde plannen en maatregelen. In kwantiteit wordt voorzien door middel van de zogenaamde flexibele schil: het budget voor inhuur wordt overschreden, maar wel binnen de kaders van de totale personeelsbegroting. De oude investeringsraming voor de huisvesting is gecorrigeerd op grond van de besluitvorming in de VV van 4 juli 2015: de maximale investering voor de huisvesting bedraagt € 18,8 miljoen. In 2015 zal daarvan circa € 1,1 miljoen worden uitgegeven. De rest van het totale bedrag zal voor 2016 en 2017 in de meerjarenbegroting worden opgenomen. De tijdelijke huisvesting vanaf november 2015 leidt nog dit jaar tot kosten voor noodzakelijke aanpassing, inrichting en huurkosten voor 2 maanden. Deze kosten komen ten laste van de reserve Tijdelijke Huisvesting. Ook worden kosten gemaakt voor de ICT-voorzieningen. Deze worden gecompenseerd door afnemende facilitaire kosten. Uitvoering wordt gegeven aan het VV-besluit om de kosten van de afgelopen verkiezingen volledig ten laste te brengen van de exploitatie in het jaar 2015.
2.2
Verwacht resultaat over 2015
Exploitatieresultaat 2015 In de begroting 2015 was een voordelig exploitatieresultaat van € 7,2 miljoen voorzien. Als de invulling van de bezuinigingen uit het coalitieakkoord buiten beschouwing wordt gelaten wordt een exploitatieresultaat voorzien van € 7,0 miljoen. Het verschil wordt vooral verklaard door per saldo € 2,5 miljoen incidentele hogere kosten voornamelijk omdat de kosten van de 5
verkiezingen ten laste van de exploitatie worden gebracht. Hiertegenover staat een structurele besparing van € 2,3 miljoen. De incidentele hogere kosten bedragen circa 1,1% van het begrotingstotaal. Invulling bezuinigingstaakstelling coalitieakkoord Naast het verwachte exploitatieresultaat, zoals hierboven weergegeven, is naar aanleiding van het coalitieakkoord bekeken hoe in 2015 invulling kan worden gegeven aan de hierin genoemde bezuiniging van structureel € 5,5 miljoen. Voor invulling van deze bezuiniging zijn de volgende posten gevonden: hogere belastingopbrengsten van € 2,8 miljoen, een verlaging van de kapitaallasten van € 1,6 miljoen en de vrijval van het jaarlijks renteresultaat van € 1,0 miljoen. Door invulling te geven aan de taakstelling zoals opgenomen in het coalitieakkoord wordt het verwachte voordelige exploitatiesaldo na deze bestuursrapportage € 12,5 miljoen, zoals weergegeven in tabel 1. Tabel 1: Verloop verwacht resultaat 2014 P&C product (bedragen * € 1.000)
Verwacht resultaat 2015
Voordelig/ Nadelig
Verwacht resultaat oorspronkelijke begroting 2015
7.242
Voordelig
Bijstellingen Burap (peildatum 30 juni 2015)
5.238
Voordelig
12.480
Voordelig
Verwacht resultaat na Burap 2015
2.3
Actualisering van de exploitatie
Actualisering begroting 2015 Tabel 2 geeft een overzicht per programma van de mutaties uit deze Burap en het verwachte exploitatieresultaat over 2015 na verwerking van deze mutaties. Tabel 2: Overzicht begroting per programma na Burap (bedragen * € 1.000) Oorspronkelijke begroting Programma A – Schoon water
lasten
baten
saldo
4.571
274
-4.298
B – Voldoende water
34.477
1.366
C – Stevige dijken
11.568
148
125.375
21.168
D – Gezuiverd afvalwater E – Instrumenten F – Organisatie G - Alg.dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal resultaat voor bestemming Mutatie reserve G - Alg.dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal resultaat na bestemming
Mutaties Burap
lasten
baten
Verwacht resultaat 2015 na Burap lasten baten saldo
saldo
-1
0
1
4.570
274
-4.297
-33.111
-587
-11.420
1.477
173
760
33.891
1.539
-32.352
153
-1.324
13.045
301
-104.207
-1.953
-12.745
-95
1.858
123.422
21.073
-102.349
9.963
168
-9.795
-22
0
22
9.941
168
-9.772
35.753
6.736
-29.016
2.609
176
-2.432
38.361
6.913
-31.449
12.442
209.797
197.356
-3.533
2.820
6.353
8.908
212.617
203.709
234.149
239.658
5.508
-2.011
3.227
5.238
232.139
242.885
10.746
0
1.734
1.734
0
0
0
0
1.734
1.734
234.149
241.392
7.242
-2.011
3.227
5.238
232.139
244.619
12.480
In tabel 3 zijn de grootste bijstellingen (€ 100.000 en meer) van de Burap benoemd.
6
Tabel 3: Belangrijkste oorzaken bijstelling resultaat Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Bedrag
Voordelig / nadelig
Programma
Bezuinigingsopdracht 2015 coalitieakkoord Belastingopbrengst watersysteem-/zuiveringsheffing
-2.800
Voordelig
Actualiseren kapitaallasten
-1.600
Voordelig
Alg. dekkingsmiddelen en onvoorzien Alle programma’s
Vrijval renteresultaat
-1.000
Voordelig
Financiering
-5.400
Voordelig
Totaal bezuinigingsopdracht 2015 coalitieakkoord Overige bezuinigingen 2015 Vrijval onvoorziene uitgaven
-250
Voordelig
Vrijval indexering goederen en diensten
-600
Voordelig
Besparing PPS contract (indices) Totaal overige bezuinigingen 2015
-1.900
Voordelig
-2.750
Voordelig
Alg. dekkingsmiddelen en onvoorzien Alg. dekkingsmiddelen en onvoorzien Gezuiverd afvalwater
Overige mutaties 2015 Afronding investeringsprojecten (kosten nazorg)
1.300
Nadelig
Alle programma’s
Kosten verkiezingen (bijdrage waterschappen)
1.700
Nadelig
Organisatie
650
Nadelig
Dienstverleningsvergoeding RBG 2014
-300
Voordelig
Organisatie Alg. dekkingsmiddelen en onvoorzien
GR Grondwateronttrekking Delft Noord
1.000
Nadelig
-150
Voordelig
300
Nadelig
Organisatie
-300
Voordelig
Organisatie
Kosten verkiezingen (eigen kosten)
Advieskosten Zoetwaterfabriek al bij investering ICT kosten i.v.m. tijdelijke huisvesting Onderhoud gebouwen, vervoersmiddelen e.a.
Stevige dijken Gezuiverd afvalwater
ICT kosten overig
250
Nadelig
Organisatie
Verkoop gronden
-150
Voordelig
Organisatie
Rijksheffing
-200
Voordelig
Gezuiverd afvalwater
Perceptiekosten GOAW Rotterdam-west
100
Nadelig
Gezuiverd afvalwater
Opbrengst GOAW HHSK en Rijnland
100
Nadelig
Gezuiverd afvalwater
Beheerplan onderhoud watergangen
-600
Voordelig
Kosten slibverwerking
100
Nadelig
Schoon water (-50) / Voldoende water (-550) Gezuiverd afvalwater
Reparatie overstortbakken voorbezinktanks
150
Nadelig
Gezuiverd afvalwater
Defecten keersluis Maassluis
100
Nadelig
Stevige dijken
Diverse overige effecten en afronding Stelpost direct beinvloedbare kosten Totaal overige mutaties 2015 Totaal
Nadelig
Alle programma's
-1.500
362
Voordelig
Alle programma's
2.912
Nadelig
-5.238
Voordelig
In het Coalitieakkoord 2015-2019 is een cumulatieve structurele bezuiniging opgenomen van € 10 miljoen, te realiseren in de jaren 2015 (€ 5,5 miljoen), 2016 (€ 2,0 miljoen) en 2017 (€ 2,5 miljoen). Zoals blijkt uit tabel 3 is de structurele bezuinigingsopdracht 2015 gehaald.
2.4 Actualisering investeringen De verwachting is dat in 2015 een investeringsvolume van € 42,6 miljoen wordt gerealiseerd. Dit is € 15,7 miljoen lager dan bij de begroting 2015 is voorzien. Belangrijkste oorzaken zijn de besluitvorming rond de herhuisvesting en de uitstel van de grondaankoop voor een zoetwaterfabriek bij de AWZI Nieuwe Waterweg. De afwijkingen ten opzichte van de begroting worden in de afzonderlijke programma’s toegelicht. In tabel 4 zijn op programmaniveau de verschillen zichtbaar van het oorspronkelijke investeringsvolume uit de begroting 2015 en de verwachte realisatie voor 2015. 7
Tabel 4: Verloop investeringen per programma Investeringen per programma (bedragen * € 1 miljoen)
Geprogrammeerde investeringen begroting 2015
Geraamde investeringen Burap
3,6
3,4
Voldoende water
16,2
16,3
Stevige dijken
20,5
19,9
Gezuiverd afvalwater
2,2
1,1
Instrumenten
0,1
0,1
12,0
1,1
3,7
0,7
58,3
42,6
Schoon water
Organisatie (huisvesting) Organisatie (overig) Totaal
Naast een actualisatie van de verwachte investeringsuitgaven voor 2015 zijn in deze Burap ook enkele lopende investeringsprojecten geactualiseerd. Het gaat hierbij om aanvragen of mutaties van een specifiek investeringsplan (IP) en/of het beschikbaar stellen van een investeringskrediet (IK). Tabel 5 geeft een totaaloverzicht per programma van de bijgestelde investeringsplannen en investeringskredieten. Deze bijstellingen worden in de afzonderlijke programma’s toegelicht. In bijlage III is een overzicht van de bijstellingen van het IP en het IK op projectniveau opgenomen. Tabel 5: Mutatie investeringsplannen en beschikbaar gesteld krediet Programma IP bij IK bij Mutatie IP Mutatie IK (bedragen in €) begroting begroting Schoon water Voldoende water Stevige dijken Gezuiverd afvalwater Organisatie Totaal
IP bij Burap
IK bij Burap
425.000
413.000
0
12.000
425.000
425.000
10.135.000
5.018.000
456.000
742.000
10.591.000
5.760.000
1.275.000
1.256.000
0
4.000
1.275.000
1.260.000
0
0
242.000
242.000
242.000
242.000
1.000.000 12.835.000
1.000.000 7.687.000
-1.000.000 -302.000
-1.000.000 0
0 12.533.000
0 7.687.000
Gevraagd VV-besluit: 1. De bestuursrapportage over 2015 vast te stellen. 2. Het verwachte exploitatieresultaat over 2015 bij te stellen van € 7.242.000 voordelig naar € 12.480.000 voordelig, zoals weergegeven in tabel 2. 3. De totale raming van de verwachte investeringsuitgaven over 2015 conform tabel 4 bij te stellen van € 58,3 miljoen naar € 42,6 miljoen. 4. Met betrekking tot het verzamelkrediet investeringen de investeringsplannen en – kredieten te wijzigen conform bijlage III.
8
3
Rapportage per programma
3.1 Schoon water Binnen het programma Schoon water is een onderscheid gemaakt in de volgende vijf programmalijnen: Chemische waterkwaliteit Ecologische waterkwaliteit Vismigratie Zwemwateren Lokale knelpunten 3.1.1 Stand van zaken prestatie-indicatoren Chemische waterkwaliteit De Waterkwaliteitsrapportage 2014 laat zien dat de stikstof- en fosfaatconcentraties, volgens de langjarige ontwikkeling, aan het afnemen zijn. Datzelfde geldt voor de bestrijdingsmiddelen. Voor 2015 zijn er weliswaar nog geen gegevens beschikbaar maar de verwachting is dat de prestatie-indicatoren voor 2015 waarschijnlijk worden gehaald, met uitzondering van een lichte afwijking voor het stikstofgehalte in de Oostboezem. De waterkwaliteit voldoet echter nog niet aan de normen. Met name de emissies vanuit de glastuinbouw vormen een belangrijk aandachtspunt. Om uiteindelijk aan de norm te voldoen, zet Delfland in op: Gebiedsgericht meten; Bewustwording; Doorspoelen. Met gebiedsgericht meten (positieve handhaving) wordt ingezet op het aangesloten houden van glastuinbouwbedrijven op de riolering, het voorkomen en bestrijden van lozingen en samenwerking met gebiedspartijen voor verbetermaatregelen van de waterkwaliteit. Het gebiedsgericht meten is dit jaar begonnen in de Oranjepolder (gemeente Westland), andere polders zoals de Woudse droogmakerij (gemeente Midden Delfland), de Bosch- en Dorppolder (gemeente Westland) en de Zuidpolder van Delfgauw (gemeente PijnackerNootdorp), volgden. De ondernemersavonden kennen een goede opkomst en levendige interactie. Dit illustreert dat het gebiedsgericht meten in sterke mate bijdraagt aan de bewustwording bij tuinders. Om tot een blijvende mentaliteitsverandering bij individuele tuinders te komen communiceert Delfland actief over de actuele waterkwaliteit (waterkwaliteitsrapportage). Sinds april 2015 wordt de boezem voor een periode van drie maanden (het groeiseizoen) doorgespoeld. Voortbordurend op de resultaten uit 2014 is in 2015 ingezet op het verbeteren van ecologische randvoorwaarden (doorzicht). Uit de eerste resultaten voor dit jaar lijkt deze maatregel het gewenste effect te hebben, namelijk een vergroting van het doorzicht. Tevens lijken de gehaltes aan meststoffen het verlaagde niveau van 2014 vast te houden. Eind 2015 volgt een evaluatie van deze maatregel en wordt gekeken of het doorspoelen onderdeel wordt van het reguliere peilbeheer. Ecologische waterkwaliteit Delfland ligt op koers om eind 2015 de aan haar toebedeelde KRW-resultaatsverplichte maatregelen van het 1e stroomgebiedsbeheerplan gerealiseerd te hebben binnen de financiële kaders van het SGBP-1. Grotere integrale projecten zoals de Poelzone (Westland) en het alternatief afvoertracé Pijnackerse Vaart naderen hun voltooiing, maar ook kleinere ecologische projecten zoals de vispaaiplaats Wennetjessloot (Den Haag) en de natuurvriendelijke oever Buijs Ballotstraat (Westland) liggen vooralsnog op schema om dit jaar gereed te zijn. Uiteindelijk zal daarmee eind 2015 9,2 ha gerealiseerd worden ten opzichte van de 7,7 ha die was voorzien. Daarmee wordt tegelijk ook een grotere bijdrage geleverd aan de opgave voor het 2de stroomgebiedsbeheerplan (2,7 ha t.o.v. 1,2 ha begroot).
9
Conform het beheerplan is het jaarlijkse onderhoud aan natuurvriendelijke oevers, vispaaiplaatsen en natte ecologische zones op dit moment in uitvoering. Vismigratie De prestatie-indicator van vier vismigratieknelpunten zal naar verwachting dit jaar behaald worden. Uiteindelijk zullen daarmee eind 2015 18 vismigratieknelpunten vanaf 2010 zijn opgelost. Dat is één minder dan aan het begin van het jaar was aangenomen. De reden hiervoor is dat de aanpak van vismigratieknelpunten steeds vaker meeloopt met het gemaalrenovatieprogramma, waardoor een vertraging bij de renovatie van de gemalen Schieveen automatisch ook leidt tot een vertraging van de aanpak van het vismigratieknelpunt. Zie hiervoor de rapportage bij het programma Voldoende water. Omdat vorig jaar de oplossing van één vismigratieknelpunt is doorgeschoven naar 2015, blijft het totaal van het aantal opgeloste vismigratieknelpunten in 2015 op vier. Zwemwater Het zwemseizoen loopt van 1 mei tot 1 oktober. De prestatie-indicatoren zijn gebaseerd op waterkwaliteitsmetingen gedurende deze hele periode. Op jaarbasis mag op de primaire zwemwaterlocaties maximaal 18 weken een negatief zwemadvies worden afgegeven met betrekking tot blauwalgen. Tot en met juni 2015 is er nog geen negatief zwemadvies afgegeven voor de prioritaire zwemwaterlocaties. De tweede prestatie-indicator voor zwemwater is dat in 2015 op 17 zwemwateren minimaal de toetswaarde “aanvaardbaar” wordt gescoord voor bacteriële verontreiniging. Deze toetswaarde is een gemiddelde over 4 jaar en wordt vastgesteld na afloop van de metingen in oktober. Op één locatie (waterspeeltuin Korftlaan in Delft) zijn dit jaar overschrijdingen voor bacteriële verontreinigingen gemeld. Het risico bestaat dat hierdoor de prestatie-indicator voor bacteriële verontreinigingen niet wordt gehaald. Naar aanleiding van het optreden van bacteriële problemen is door middel van DNA-onderzoek actief gezocht naar de herkomst van de verontreiniging en zijn passende verbetermaatregelen genomen. Aangezien voor beide indicatoren geldt dat pas na het zwemseizoen kan worden gerapporteerd, worden deze prestatie-indicatoren meegenomen in de jaarrekening. Lokale knelpunten Zoals in de begroting 2015 is opgenomen worden in 2015 naar verwachting alle zes maatregelen uit de 4de ronde lokale knelpunten (2014) opgelost. Daarnaast worden ook nog vier maatregelen uit de vorige rondes opgelost, zodat het totaal in 2015 op tien uitkomt. 3.1.2 Financiën 2015
Exploitatie: Per programmalijn Programma Schoon water per programmalijn (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2015
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
Programmalijn Chemische waterkwaliteit
2.118
-40
2.078
Ecologische waterkwaliteit
634
509
1.143
Vismigratie
340
75
415
Zwemwateren
943
-545
398
Lokale knelpunten
262
0
262
4.298
-1
4.297
Saldo programma
10
Per kosten-/opbrengstsoort Programma Schoon water (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2015
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
Lasten Directe kosten
1.905
-105
1.800
Toegerekende salarissen
1.412
0
1.412
Rente en afschrijving
1.254
104
1.358
Totaal lasten
4.571
-1
4.570
Directe opbrengsten
274
0
274
Totaal baten
274
0
274
4.298
-1
4.297
Baten
Netto lasten programma
Toelichting afwijking exploitatie In de Burap zijn voor het programma Schoon water de volgende mutaties verwerkt. Specificatie mutaties per programmalijn Programma Schoon Chemische Ecologische water waterkwaliteit waterkwaliteit (bedragen * € 1.000)
Vismigratie
Zwemwateren
Lokale knelpunten
Totaal
Directe kosten Afrekening Aquon
-40
Voorziening onderhoud watergangen
-40 -50
-50
Overige bijstellingen Totaal directe kosten
-40
Kapitaallasten
-50
-15
-15
-15
-105
559
75
-530
104
509
75
-545
-1
Directe opbrengsten
Totaal
-40
Chemische waterkwaliteit De afrekening 2014 van Aquon is gunstig uitgevallen. Er werd rekening gehouden met een hogere bijdrage van Delfland. Het budget van 2015 kan met € 40.000 naar beneden worden bijgesteld. Ecologische waterkwaliteit Ten gevolge van het optimaliseren van het onderhoudsprogramma en een scherpere aanbesteding, is er minder geld nodig voor onderhoud. De jaarlijkse toevoeging vanuit het programma Schoon water aan de voorziening onderhoud watergangen kan daarom met € 50.000 naar beneden worden bijgesteld. Zwemwateren Deze mutaties betreffen enkele kleine bijstellingen van budgetten. Kapitaallasten Tussen de programmalijnen Ecologische waterkwaliteit en Zwemwateren heeft een verschuiving plaatsgevonden. De actualisering van de kapitaallasten leidt tot een verhoging van in totaal € 104.000.
11
Kosten nazorg investeringsprojecten De kosten van nazorg van investeringsprojecten (directe kosten en uren) worden geleidelijk gedurende het jaar verantwoord op dit programma. De raming van de kosten van nazorg van in totaal € 1.275.000 is als stelpost in het programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien verantwoord.
Investeringen: Programma Schoon water (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2015
Geraamde investeringen Burap
Programmalijn 0
0
Ecologische waterkwaliteit
1.300
1.600
Vismigratie
1.200
1.100
Zwemwateren
200
200
Lokale knelpunten
900
500
3.600
3.400
Chemische waterkwaliteit
Saldo programma
Toelichting afwijking investeringsvolume 2015 Ten gevolge van het doorschuiven van een activiteit uit 2014 (vispaaiplaats Oranjebuitenpolder) zullen de uitgaven in 2015 voor ecologie waarschijnlijk € 300.000 hoger zijn dan begroot. De totale uitgaven voor de investeringen vallen voor dit programma in 2015 naar verwachting iets lager uit dan bij de begroting was aangenomen. De verklaring hiervoor is voor het overgrote deel toe te schrijven aan de vertraging bij het oplossen van twee lokale knelpunten in Delft. Vanwege de financiële situatie bij de gemeente vragen de brongerichte maatregelen, die voor rekening van de gemeente komen, meer tijd voor analyse en besluitvorming. Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project Vispassage Bergboezem Berkel (701795) Totaal
IP
425.000 425.000
IK
413.000 413.000
Mutatie IP
0 0
Mutatie IK
12.000 12.000
IP Burap
IK Burap
425.000 425.000
425.000 425.000
Toelichting 701795 Vispassage Bergboezem Berkel Gezien de complexe realisatie van deze vispassage, ook gezien de gecombineerde aanleg met het gemaal Bergboezem Berkel, is er voor begeleiding en toezicht meer tijd nodig dan was voorzien. 3.1.3 Risicomanagement Chemische waterkwaliteit Natuurlijke factoren en processen (waaronder regenval en temperatuur) en menselijk handelen (antropogene bronnen) spelen een rol bij het behalen van de prestatie-indicatoren. In 2015 wordt het watersysteem weer extra doorgespoeld. Vanwege de kortere doorspoelperiode bestaat de mogelijkheid dat de beoogde chemische waterkwaliteit niet gehaald wordt. De beheermaatregel bij het achterblijven van de gewenste chemische waterkwaliteit is monitoring van de kwaliteitsontwikkeling en een aanpassing van het doorspoelregime voor 2016.
12
Ecologische waterkwaliteit en Lokale knelpunten De voortgang in de projecten is in sterke mate afhankelijk van steun en medewerking van de gebiedspartners. In een aantal gevallen is inmiddels gebleken dat het verkrijgen van draagvlak meer tijd en aandacht vraagt, zoals bijvoorbeeld de lokale knelpunten in de gemeente Delft en de natuurvriendelijke oever bij de Casembrootlaan (Westland). Ook bij een aantal andere, lopende projecten is dit risico nog aanwezig, zoals bij de natuurvriendelijke oever Buijs Ballotstraat. Delfland stuurt hierop door zorgvuldig de gebiedsprocessen te doorlopen en permanent de dialoog met de gebiedspartners te voeren en goed de planning te bewaken. Zwemwater Het risico bestaat dat ondanks de genomen maatregelen toch overlast door blauwalgen en bacteriën optreedt. Door de relatief warme winter 2014/2015 en daardoor optredende natuurlijke processen worden er inmiddels in diverse plassen blauwalgen aangetroffen, maar nog niet in zulke concentraties dat een negatief zwemadvies noodzakelijk is. In de Krabbeplas en Delftse Hout is in 2014 blauwalgenoverlast geweest. In 2015 worden bij oplopende gehalten blauwalgen voor deze belangrijke zwemwateren voorzorgsmaatregelen genomen door het toedienen van waterstofperoxide. Meer algemeen geldt dat bij bacteriële problemen of blauwalgenoverlast duidelijk wordt gecommuniceerd. Samen met beheerders wordt gezocht naar maatregelen, zoals bijvoorbeeld ook gebeurt bij overlast door ganzen. Bij jaarlijks terugkerende problemen die niet of moeilijk oplosbaar zijn, wordt in overleg met de beheerder/eigenaar en met de provincie besproken of de functie zwemwater voor de betreffende locatie realistisch is, waarna de provincie de afweging maakt of de functie moet worden gehandhaafd.
13
3.2 Voldoende water Binnen het programma Voldoende water is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Regulier beheer polders en boezem Voorkomen wateroverlast polders Goede zoetwatervoorziening. 3.2.1 Stand van zaken prestatie-indicatoren Regulier beheer polders en boezem Het reguliere maaionderhoud 2015 aan de 1.222 km verloopt conform planning en is gestart. De uitvoering van baggerseizoen 2014-2015, 163 kilometer, is 1 april 2015 afgerond. De voorbereiding van de baggerseizoenen 2015-2016 en 2016-2017 loopt vertraging op als gevolg van personele problematiek. Deze vertraging wordt beperkt door marginale inhuur. Het percentage ingeplande onderhoud installaties (2015: 99%) verloopt conform de planning. In de oorspronkelijke begroting 2015 is abusievelijk 90% vermeld. Momenteel zijn er 3 boezemknelpunten in uitvoering. In 2015 zullen 8 van de 10 boezemknelpunten zijn opgelost. Op dit moment voldoet 89% van de oppervlaktewaterpeilen aan de vigerende peilbesluiten. 100% van de peilbesluiten is actueel. Dat geen 100% voldoet aan de vigerende peilbesluiten komt voort uit het feit dat er tijd zit tussen het vaststellen van peilbesluiten en het inwerking stellen van nieuwe peilbesluiten. De prognose voor 2015 van 90% wordt naar verwachting gehaald. Voorkomen wateroverlast polder In 2015 leveren we 19 knelpunten op. Dit is 1 meer dan in begroting aangenomen. Dit extra knelpunt komt nog voort uit 2014, waar niet drie (zoals bij begroting aangenomen) maar vier knelpunten niet konden worden afgerond. In het eerste halfjaar van 2015 zijn 11 knelpunten opgeleverd. Goede zoetwatervoorziening Het aantal onderzoeken in voorbereiding/uitvoering/gereed afgezet tegen de planning is 100%. Dit is conform de begroting. 3.2.2 Financiën 2015
Exploitatie: Per programmalijn Programma Voldoende water per programmalijn (bedragen * € 1.000) Programmalijn Regulier beheer polders en boezem Voorkomen wateroverlast polder Goede zoetwatervoorziening Saldo programma
Oorspronkelijke begroting 2015
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
22.942
-602
22.339
9.991 179 33.111
-127 -30 -760
9.864 149 32.352
14
Per kosten-/opbrengstsoort Programma Voldoende water (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2015
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
Lasten Directe kosten Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Totaal lasten
12.236 5.677 16.565 34.477
-265 0 -322 -587
11.971 5.677 16.243 33.891
1.366 1.366
173 173
1.539 1.539
33.111
-760
32.352
Baten Directe opbrengsten Totaal baten Netto lasten programma
Toelichting afwijking exploitatie In de Burap zijn voor het programma Voldoende water de volgende mutaties verwerkt. Specificatie mutaties per programmalijn Programma Voldoende water (bedragen * € 1.000)
Regulier beheer polders en boezem
Voorkomen wateroverlast polder
Goede zoetwatervoorziening
Totaal
Directe kosten Waterakkoorden Voorziening onderhoud watergang Tactisch beheer Gietwaterbassins Afrekening platform zoet water Vasthoudmaatregel Totaal directe kosten Kapitaallasten
-30 -550 205 90 -30 -375
50 140
-54
-267
Directe opbrengsten
-173
Totaal
-602
-30
-30 -550 205 90 -30 50 -265 -322 -173
-127
-30
-760
Regulier beheer polders en boezem De afrekening van de waterakkoorden is minder dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de afrekening over 2014, waarin minder water is aangevoerd dan gemiddeld. De kosten kunnen hierdoor met € 30.000 naar beneden worden bijgesteld. De prognose over 2015 kan nog veranderen indien er sprake zou zijn van langdurige KWA-inzet. Vooruitlopend op een aanpassing van het beheerplan onderhoud watergangen heeft er een optimalisatieslag van het onderhoudsprogramma plaatsgevonden. Dit levert, evenals een scherpere aanbesteding, een verlaging op van het benodigde onderhoudsbudget. De jaarlijkse toevoeging vanuit het programma Voldoende water aan de voorziening onderhoud watergangen wordt met € 550.000 structureel naar beneden bijgesteld. In 2014 is binnen Delfland gestart met het uitwerken van het tactisch beheer. Doel ervan is het versterken van het beheer, zodat dit effectiever, integraler en efficiënter kan worden gerealiseerd. Dit traject is één van de initiatieven om het investeringsproces, inclusief beheer, op orde te brengen. In april 2015 is voor dit traject een doorstart gemaakt, die niet in de begroting was opgenomen. De directe kosten voor dit traject worden geschat op € 205.000. Voorgesteld wordt deze kosten te dekken uit de Reserve frictie.
15
De stijging van de directe opbrengsten (per saldo € 173.000) betreft enerzijds de hiervoor genoemde onttrekking uit de Reserve frictie voor het tactisch beheer en anderzijds een correctie voor abusievelijk bij de begroting niet meegenomen uren met betrekking tot de Voorziening onderhoud baggeren. Voorkomen wateroverlast polders Voor het project Dynamische inzet gietwaterbassins is een opschaling van één naar tien deelnemende tuinders voorzien. Om dit ICT-technisch op een verantwoorde manier te doen was een langere voorbereiding in 2014 nodig dan eerder werd aangenomen. Dit heeft tot gevolg dat de meeste tuinders in 2015 aansluiten. Hierdoor is het budget in 2014 ten gunste van de algemene middelen gebracht (€ 155.000) en dienen de kosten voor het aansluiten van de tuinders in 2015 in deze Burap te worden opgenomen (€ 90.000). De verwachting is dat het project met een jaar zal worden verlengd. In de begroting 2016 zal een nog nader te bepalen budget worden opgenomen. Delfland heeft er belang bij dat hemelwater wordt vastgehouden ‘in de weg van het water’. Het vermindert de afstroming naar het oppervlaktewater waardoor het watersysteem in kwantitatief opzicht wordt ontlast. Deze alternatieve vasthoudmaatregel is een pilot met een gunstige werking op het watersysteem in geval van hevige regenval. Een voorstel om bij de Burap hiervoor éénmalig een budget van € 50.000 beschikbaar te stellen, wordt voorgelegd aan de verenigde vergadering van 24 september 2015 (Alternatieve vasthoudmaatregel Delft). Goede zoetwatervoorziening Het gezamenlijk onderzoek in de regio West-Nederland van het deltaprogramma wordt afgebouwd doordat de focus is komen te liggen op uitvoering van de maatregelen uit de voorkeurstrategie zoetwater. De kosten kunnen met € 30.000 naar beneden worden bijgesteld. Kapitaallasten De actualisering van de kapitaallasten leidt tot een verlaging van in totaal € 322.000. Kosten nazorg investeringsprojecten De kosten van nazorg van investeringsprojecten (directe kosten en uren) worden geleidelijk gedurende het jaar verantwoord op dit programma. De raming van de kosten van nazorg van in totaal € 1.275.000 is als stelpost in het programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien verantwoord.
Investeringen: Programma Voldoende water (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2015
Geraamde investeringen Burap
Programmalijn Regulier beheer polders en boezem
9.200
6.200
Voorkomen wateroverlast polder
7.000
10.100
0
0
16.200
16.300
Goede zoetwatervoorziening Saldo programma
Toelichting afwijking investeringsvolume 2015 Regulier beheer polders en boezem Voor het groot onderhoud van gemalen wordt de uitvoering verwacht in 2016 en 2017. In 2015 vindt voornamelijk de voorbereiding plaats voor het onderhoud van de gemalen. Hierdoor kan het investeringsvolume 2015 met € 0,8 miljoen naar beneden worden bijgesteld. Het investeringsvolume 2016 zal met € 0,8 miljoen stijgen. Deze verschuiving zal geen invloed hebben op de doelrealisatie. 16
Het project Gemaal Akkerdijkse polder is vertraagd doordat de onderhandelingen met de grondeigenaren en belanghebbenden langer hebben geduurd dan was aangenomen. Het investeringsvolume voor 2015 kan met € 1 miljoen naar beneden worden bijgesteld. Het investeringsvolume voor 2016 zal hierdoor een stijging met zich mee brengen. Het project Alternatief afvoer tracé heeft, in overleg eind 2014 met de aannemer, een enorme versnelling ondergaan. Het investeringsvolume kan met € 1,1 miljoen naar beneden worden bijgesteld. Ook het project Vergroting boezemberging heeft een versnelling ondergaan en kan met € 0,2 miljoen naar beneden worden bijgesteld. Voorkomen wateroverlast polders Bij het opstellen van de begroting 2015 was bekend dat drie knelpunten deels zouden doorschuiven vanuit 2014 naar 2015. In de begroting is rekening gehouden met een klein deel van de projecten. In het jaarverslag 2014 is aangegeven dat er in plaats van drie, vier knelpunten deels zijn doorgeschoven naar 2015. Deze knelpunten zijn in de zomer van 2015 technisch opgeleverd en daarmee is bekend dat een veel groter deel (circa € 3 miljoen) in 2015 is uitgevoerd dan begroot. Daarnaast is voor het projecten Boostergemaal Kerstanje wetering (701748) nog een uitbreiding van de scope vastgesteld (VV- mei 2015) welke in 2015 tot een verhoging van de uitgaven leidt. In totaal betreft het hier € 3,2 miljoen stijging van het investeringsvolume ten opzichte van de begroting. Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project Gemaal Dorppolder (701577) Poldergemaal Bergboezem Berkel (701696) Waterberging Oude polder van Pijnacker (701743) Watergang NoordZuidverbinding (701750) Vullen en ledigen bergboezem (701751) Verbeteren afvoer Vrijenban (701796) Totaal
IP
IK
Mutatie IP
Mutatie IK
IP Burap
IK Burap
2.235.000
250.000
0
50.000
2.235.000
300.000
2.915.000
2.776.000
291.000
430.000
3.206.000
3.206.000
1.455.000
1.416.000
115.000
115.000
1.570.000
1.531.000
1.430.000
96.000
0
40.000
1.430.000
136.000
1.760.000
166.000
0
34.000
1.760.000
200.000
340.000
314.000
50.000
73.000
390.000
387.000
10.135.000
5.018.000
456.000
742.000
10.591.000
5.760.000
Toelichting 701577 Verbetering watersysteem Dorppolder Er is meer tijd, onderzoek en overleg nodig om tot een goede oplossing in de Dorppolder te komen. Het college heeft aangegeven nog extra overleg met de betrokken agrariërs te willen voeren, voordat een variant voor de aanvraag uitvoeringskrediet aan de VV wordt voorgelegd. Het zal resulteren in een VV-voorstel voor het einde van 2015. Hierdoor is een verhoging van het ontwerpkrediet van € 50.000 benodigd. 701696 Gemaal Bergboezem Berkel Begin januari is, op verzoek van de beheerder, het krediet van dit project met € 210.000 opgehoogd vanuit de post onvoorzien voor het aanbrengen van twee keerkleppen. Deze keerkleppen waren in het ontwerp niet meegenomen. Tijdens de uitvoering is nog een aantal meerwerken uitgevoerd (o.a. het verwijderen van een stuk onderwaterbeton). De kosten voor deze meerwerken worden geschat op € 220.000. Inmiddels kan het gemaal technisch worden opgeleverd. Er is dus geen sprake meer van onvoorzien en zijn het IP en krediet aan elkaar gelijk.
17
701743 Waterberging Oude polder van Pijnacker Bij de behandeling van het uitvoeringskrediet in de verenigde vergadering is een deel van het krediet niet direct vrijgegeven in verband met de lopende grondonderhandelingen met de gemeente Pijnacker-Nootdorp. De onderhandelingen met de gemeente over de grond zijn inmiddels afgerond. Het resultaat is dat Delfland € 215.000 aan de grondkosten moet bijdragen. Hiervan was € 100.000 al eerder door de VV vrijgegeven. Er is dus nog € 115.000 extra benodigd. 701750 Watergang Noord-Zuidverbinding 701751 Vullen/ledigen bergboezem Als gevolg van een nieuwe watersysteemanalyse moet het ontwerp worden aangepast. Het ontwerp afstemmen met de omgeving kost meer tijd dan vooraf aangenomen. Hierdoor nemen de ontwerpkosten met € 74.000 toe (701750 € 40.000 en 701751 € 34.000). Naar verwachting wordt een voorstel voor het uitvoeringskrediet eind 2015 aan de verenigde vergadering voorgelegd. 701796 Verbeteren afvoer Vrijenban Bij dit project is de aanbesteding van het civiele- en werktuigbouwkundige fors hoger dan geraamd. De markt voor dit soort werk blijkt aan te trekken. Hierdoor dient zowel het investeringsplan als het -krediet te worden opgehoogd. 3.2.3 Risicomanagement Klimaatscenario’s De huidige analyses van het watersysteem worden gemaakt aan de hand van een klimaatscenario uit 2006. In 2014 heeft het KNMI nieuwe scenario’s vrijgegeven. Deze nieuwe scenario’s worden momenteel door de waterschappen vertaald naar verschillende buienreeksen, welke weer in de nieuwe analyses gebruikt zullen worden. Een eerste indicatie van het nieuwe klimaatscenario is dat er rekening moet worden gehouden met meer hevige buien dan waar tot nu toe mee werd gerekend. Dit betekent concreet dat theoretisch de kans op wateroverlast groter is dan tot nu toe aangenomen. Watersysteemanalyses en technisch advisering Door het vertrek en ziekte van een aantal medewerkers is de beschikbare capaciteit voor het uitvoeren van watersysteemanalyses en de technische ondersteuningen van planvormingsprocessen op dit moment minimaal. De volgende beheermaatregelen worden genomen: Bepalen welke werkzaamheden kunnen worden ingekocht door het op de markt zetten van opdrachten en het verder oprekken van de flexibele schil; Prioriteren zodat in de meest kansrijke processen wordt geparticipeerd. Baggeren Naar aanleiding van het seizoen 2013-2014 is door twee aannemers die vooraf (heel) laag hadden ingeschreven, een zaak aangespannen bij de Raad van Arbitrage. Er loopt in deze kwestie nog een claim.
18
3.3 Stevige dijken Binnen het programma Stevige dijken is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Primaire waterkeringen Regionale waterkeringen Overige waterkeringen. 3.3.1 Stand van zaken prestatie-indicatoren Primaire waterkeringen De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft ingestemd met de gedetailleerde toets waarmee de 1050 meter definitief zijn goedgekeurd. Vanwege een MER/beoordeling zal de uitvoering van de laatste 50 meter in het traject Spuihaven te Schiedam doorschuiven naar 2016. In 2015 is 99,9% van de primaire waterkering op orde. Regionale waterkeringen In de begroting is aangegeven, dat de volledige 34 kilometer risicovolle keringen (100%) op orde zal zijn. Hiervoor dient nog circa 2,8 kilometer verbeterd te worden. In 2014 is 0,7 kilometer meer verbeterd dan verwacht. De doelstelling wordt op 50 meter na volledig gehaald. De 50 meter te verbeteren risicovolle kade betreft de vakken A en B in de Zuidbuurt op de grens van Maassluis en Vlaardingen. Vanwege de complexiteit wordt dit deel van de risicovolle kade in 2016 op orde gebracht. Overige waterkeringen In 2016 worden verbeteringswerken uitgevoerd met het oog op de vermindering van de grondwateronttrekking in Delft Noord. Door het uitvoeren van verbeteringswerken vermindert de noodzaak van instandhouding van deze onttrekking en daarmee het belang van Delfland. Voor 2015 zijn vooralsnog geen verbeteringswerken gepland, mogelijk worden werken naar voren getrokken als de kans zich voordoet. Verwacht wordt een beperkte investering in 2015 van € 90.000. 3.3.2 Financiën 2015
Exploitatie: Per programmalijn Programma Stevige dijken per programmalijn (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2015
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
Programmalijn Primaire waterkeringen
3.039
95
3.134
Regionale waterkeringen
8.166
1.202
9.368
216
27
243
11.420
1.324
12.745
Overige waterkeringen Saldo programma
19
Per kosten-/opbrengstsoort Programma Stevige dijken (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2015
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
Lasten Directe kosten Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Totaal lasten
4.109 2.214 5.246 11.568
1.200 27 250 1.477
5.309 2.241 5.496 13.045
148 148
152 152
300 300
11.420
1.324
12.745
Baten Directe opbrengsten Totaal baten Netto lasten programma
Toelichting afwijking exploitatie In de Burap zijn voor het programma Stevige dijken de volgende mutaties verwerkt. Specificatie mutaties per programmalijn Programma Stevige dijken (bedragen * € 1.000)
Primaire waterkeringen
Regionale waterkeringen
Overige waterkeringen
Totaal
Directe kosten Kosten onderhoud primair
200
Bijdrage GR Delft Noord regionaal Overige bijstellingen Totaal directe kosten
200 1.000
200
Kapitaallasten
1.000
1.000 27
27
27
1.227
250
250
Directe opbrengsten Declarabel deel kosten primair
-105
Extra bijdragen gemeenten regionaal Totaal directe opbrengsten Totaal
-105 -48
-48
-105
-48
-153
95
1.202
27
1.324
Primaire waterkeringen Door onvoorziene defecten aan de keersluis Maassluis en de Delflandse buitensluis wordt naar verwachting het budget primaire keringen per saldo overschreden met € 95.000. Regionale waterkeringen Wegens uittreding uit de GR Grondwateronttrekking Delft Noord wordt een bedrag van € 1.000.000 afgeboekt zijnde het verlies op het door Delfland ingelegde kapitaal. Zie verder de tekst onder risicomanagent bij dit programma. Extra bijdragen van gemeenten levert voor regionale keringen een extra opbrengst op van € 48.000. Voor de onderdelen beleid, innovatie en onderzoek en het toetsen van waterkeringen is in 2015 geen budgetbijstelling noodzakelijk. De overige bijstellingen bedragen in totaal € 277.000 (actualisatie kapitaallasten en een enkele bijstelling bij de overige waterkeringen). Kosten nazorg investeringsprojecten De kosten van nazorg van investeringsprojecten (directe kosten en uren) worden geleidelijk gedurende het jaar verantwoord op dit programma. De raming van de kosten van nazorg van
20
in totaal € 1.275.000 organisatiebreed, is als stelpost in het programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien verantwoord.
Investeringen: Programma Stevige dijken (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2015
Geraamde investeringen Burap
Programmalijn Primaire waterkeringen
1.300
700
Regionale waterkeringen
6.900
6.900
Overige waterkeringen HWBP Saldo programma
200
100
12.100
12.200
20.500
19.900
Toelichting afwijking investeringsvolume 2015 Primaire waterkeringen De grootste verandering doet zich voor binnen de programmalijn primaire waterkeringen. Als gevolg van een aanbestedingsnadeel bij het project Keersluis Maassluis (701815) heeft het project enkele maanden stilgelegen teneinde aanvullende financiering te krijgen voor uitvoering van het project. Een groter deel van de werkzaamheden wordt hierdoor in 2016 uitgevoerd (- € 450.000). Aan het project Delflandse Buitensluis (701817) wordt in 2015 minder geld uitgegeven omdat eerst tijd is besteed aan het voorbereiden van de Vlaardinger Driesluis (701816). Ook hier wordt een groter deel van de (voorbereidende) werkzaamheden in 2016 uitgevoerd (- € 100.000). Als gevolg van de lange procedures bij de kadeverbetering Delflandse Dijk – de 50 meter te verbeteren in de Spuihaven (701734) - worden dit jaar minder uren besteed aan het project (- € 25.000). Regionale waterkeringen De uitgave binnen de programmalijn regionale keringen blijft (uitgaande van peildatum 30 juni 2015) per saldo gelijk. Er lijkt wel een tendens te zijn dat voor de projecten Buitengewoon onderhoud een deel van de uitvoering van de werkzaamheden naar 2016 verschuift. Dit leidt mogelijk in de tweede helft van 2015 tot een lagere uitgave (orde van grootte € 500.000) in 2015 dan nu geraamd. In bijlage IV is informatie opgenomen over de voortgang van het buitengewoon onderhoud en de stand van de investeringen. Overige waterkeringen De uitgave binnen de programmalijn Overige keringen valt lager uit (- € 110.000). Dit wordt veroorzaakt door lagere besteding voor de uitvoering van de kadeverbeteringen vanwege de grondwateronttrekking bij DSM (701826 en 701871) en voor het project Gooland (701881). Deze werkzaamheden verschuiven naar 2016. Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) De bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma is hoger uitgevallen (+ € 100.000). Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project Vlaardinger Driesluizen (701816) Totaal
IP
1.275.000 1.275.000
IK
1.256.000 1.256.000
Mutatie IP
0 0
Mutatie IK
4.000 4.000
IP Burap 1.275.000 1.275.000
IK Burap 1.260.000 1.260.000
Toelichting Vanwege een hoger uitgevallen aanbesteding voor het project Vlaardinger driesluizen (701816) moet het uitvoeringskrediet met € 4.000 naar boven worden bijgesteld. 21
3.3.3 Risicomanagement Als gevolg van de droogtecalamiteit is er enig risico op vertraging in de uitvoering van het onderhoud 2015 en 2016 (voorbereiding) bij regionale waterkeringen. Inzake de GR Grondwateronttrekking Delft Noord doet het in de begroting opgenomen risico tot de hogere bijdrage aan de GR zich voor. Omdat er nog geen overeenstemming is bereikt betreffende het aandeel van Delfland aan de GR, is de bijdrage in 2015 € 1.000.000 hoger. Oorspronkelijk was een bedrag van € 1.071.000 begroot zijnde een bijdrage naar het beperkte belang van Delfland bij instandhouding van de grondwateronttrekking en de onverschuldigde heffing die voor rekening van Delfland komt. Over de hoogte van de uittredingsvergoeding bestaat nog geen overeenstemming. Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland heeft nog geen inhoudelijk standpunt ingenomen ten aanzien van ons verzoekschrift. De inzet van Delfland is dat de bijdrage over 2015 betrokken wordt bij het bepalen van de hoogte van de uittredingsvergoeding.
22
3.4 Gezuiverd afvalwater Binnen het programma Gezuiverd afvalwater bestaan vier programmalijnen: Transporteren Zuiveren Doelmatigheid Publieke private samenwerking (PPS). 3.4.1 Stand van zaken prestatie-indicatoren Transporteren In de rapportageperiode is voor 100% voldaan aan de vastgestelde afnameverplichting. Hiermee is voor 100% voldaan aan de prestatie-indicator. Vanaf 1 januari tot en met mei 2015 is 60.960.262 m3 van het verwachte jaartotaal van 150.000.000 m3 afvalwater verpompt. Voor de rioolgemalen is 3.999.131 kWh elektriciteit verbruikt van het geschatte jaartotaal van 10.500.000 kWh. In het eerste halfjaar heeft Delfland voor 99,9% voldaan aan de technische beschikbaarheid die nodig is om het transportproces te garanderen. Hiermee is voor 100% voldaan aan de prestatie-indicator. Zuiveren In de rapportageperiode heeft Delfland voor 100% voldaan aan de wettelijke eisen voor het zuiveren van afvalwater en het verwerken van zuiveringsslib. Er is geen afwijking met betrekking tot de prestatie-indicator. Kentallen
Op jaarbasis
Stand per 31 mei 2015
Behandeld afvalwater (influent)
135.000.000 m3
53.117.376 m3
Ontvangen vuilvracht (influent)
1.500.000 ve
1.602.553 ve
55.000 ve
53.825 ve
Verwijderingsrendement ve’s
92,5%
93,3%
Verwijderingsrendement stikstof
79,0%
78,3%
Verwijderingsrendement fosfaat
75,5%
78,6%
Electriciteitsverbruik zuiveringen
53.000.000 kWh
21.110.964 kWh
Elekctricteitsproductie (eigen opwekking)
22.000.000 kWh
12.303.855 kWh
85.500 ton
33.798 ton
21,4%
22,0%
Rest ve’s tbv rijksheffing (effluent)
Afgevoerd ontwaterd slib Gemiddeld droogstofgehalte slibontwatering
In het eerste halfjaar heeft Delfland voor 99,9% voldaan aan de technische beschikbaarheid die nodig is om het zuiveringsproces te garanderen. Hiermee is voor 100% voldaan aan de prestatie-indicator. Doelmatigheid Binnen zowel Netwerk Afvalwaterketen Delfland (NAD) als RoSA zijn projecten van start gegaan om de lange termijn visies uit te werken in een strategie voor de komende jaren. Daarnaast vindt een tussentijdse herijking plaats van de belangen en de voortgang in de realisatie van de beide bestuursovereenkomsten. Op basis daarvan zal het bestuur eind 2015 worden geïnformeerd over de voortgang, resultaten en strategie voor de komende jaren. De waterschapverkiezingen zijn afgewacht voor het zetten van vervolgstappen op samenwerking met Rijnland in het zuiveringsbeheer. In het Delflands coalitieakkoord is opgenomen dat verder optimaliseren van de zuiveringen, de verdeling en het aanbod van afvalwater, het verbeteren van de effectiviteit van de zuiveringsinstallaties een speerpunt is. Samenwerking met de buurwaterschappen wordt hierbij nadrukkelijk gezocht.
23
De voorbereidingen worden getroffen om te kijken welke aspecten meegenomen moeten worden in de uit te voeren studies naar de wijze waarop de ketens voor water, energie en grondstoffen worden gesloten. Voorbeeldprojecten waarbij nu al gekeken wordt naar het sluiten van de keten zijn de waterharmonica, de zoetwaterfabriek, de warmterivier en het verkennen van het toepassen van het Nereda-concept. Door gemeentes, maar soms ook door particulieren, worden verschillende rioleringsplannen ingediend. In de rapportageperiode is advies geleverd in 10 rioleringsplannen. Voor deze plannen is binnen de vastgestelde wettelijke termijnen integraal advies geleverd. Hiermee is voor 100% voldaan aan de prestatie-indicator. Aanvullend hierop vindt er vooroverleg plaats over 7 nog in te dienen rioleringsplannen. Daarnaast is de actualisatie van Delflands beleidskader aanbesteed voor de volgende onderwerpen: handreiking rioleringsplannen, positionpaper afvalwatertransport en een beleidsnota "Bescherming zuiveringtechnische werken". Binnen het NAD zijn de voorbereidingen voor een gezamenlijk Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) in volle gang. Delfland hoeft hierdoor niet alle belangen bij iedere gemeente afzonderlijk kenbaar te maken, maar kan dit in één keer doen door deelname aan dit project. Publieke private samenwerking (PPS) In de rapportageperiode tot eind mei is voor 100% voldaan aan de vastgestelde afnameverplichting en wettelijke eisen. Het project Afvalwaterketen Haagse Regio Toekomstbestendig en Transparant (AHR T&T) is nagenoeg afgerond. De toekomstagenda met Delfluent is het enige onderdeel dat nog afgerond moet worden. Een gezamenlijke werkgroep levert kort na de zomervakantieperiode van 2015 de toekomstagenda op. De toekomstagenda zal in het 4e kwartaal van 2015 ter informatie met het college worden gedeeld. 3.4.2 Financiën 2015
Exploitatie: Per programmalijn Programma Gezuiverd afvalwater per programmalijn (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2015
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
Programmalijn Transporteren Zuiveren Doelmatigheid Publiek Private Samenwerking Saldo programma
4.312
16
4.328
14.565
-8
14.557
1.586
0
1.586
83.744
-1.866
81.878
104.207
-1.858
102.349
24
Per kosten-/opbrengstsoort Programma Gezuiverd afvalwater (bedragen * € 1.000) Lasten
Oorspronkelijke begroting 2015
Directe kosten
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
85.819
-1.903
3.585
0
3.585
35.971
-50
35.921
125.375
-1.953
123.422
Directe opbrengsten
21.168
-95
21.073
Totaal baten
21.168
-95
21.073
104.207
-1.858
102.349
Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Totaal lasten
83.916
Baten
Netto lasten programma
Toelichting afwijking exploitatie In de Burap zijn voor het programma Gezuiverd afvalwater de volgende mutaties verwerkt. Specificatie mutaties per programmalijn Transporteren Programma Gezuiverd afvalwater (bedragen * € 1.000) Directe kosten Kosten onderhoud
50
Directe kosten GOAW Technische advieskosten
Zuiveren
Doelmatigheid
125
76
76
-150
-150
Bijstelling slibafvoer en verwerking
Kapitaallasten
-1.886
-1.886
-105
-105
327
327
-290
-290
50
1
-1.954
-1.903
-34
-9
-7
-50
95
95
-1.866
-1.858
Directe opbrengsten GOAW Totaal
Totaal
75
Dienstverleningsvergoeding PPS Bijstelling verontreinigingsheffing en EDL reconciliatie Bijstelling slibreconciliatie
Totaal directe kosten
Publiek private samenwerking
16
-8
0
Transporteren Na de inspectie van het transportstelsel is gebleken dat het noodzakelijk is om het civiel onderhoud op gewenst niveau te brengen voor het in stand houden van de beschikbaarheid van het transportstelsel. Hierdoor wordt voorgesteld het budget met € 50.000 te verhogen. Zuiveren Per saldo is er nagenoeg geen wijziging voor het zuiveren van afvalwater. Bij het onderhoud van de zuiveringsinstallaties blijkt een onvoorziene reparatie van de overstortbakken voorbezinktanks noodzakelijk te zijn. Hierdoor wordt voorgesteld het budget met € 75.000 te verhogen. De te betalen vergoeding voor het grensoverschrijdend afvalwater (GOAW) aan waterschap Hollandse Delta wordt structureel met € 76.000 verhoogd als gevolg van bijgestelde prognoses.
25
De begrotingspost technische advieskosten van € 200.000 voor de zoetwaterfabriek is komen te vervallen, omdat de kosten al gedekt worden binnen het investeringsproject Zoetwaterfabriek. Daartegenover wordt een aanvullend bedrag van € 50.000 geraamd voor optimalisatie van stikstof- en fosfaatverwijdering op de zuivering ter voorbereiding op de zoetwaterfabriek en eventuele aanscherping van lozingseisen. Doelmatigheid Geen wijziging. PPS Per saldo is er voor de PPS een kostenverlaging van afgerond € 1.900.000. Toelichting: In 2014 heeft een structurele verlaging van € 1.886.000 op de begrote dienstverleningsvergoeding van de PPS plaatsgevonden doordat de realisatie van de indices zich gunstiger hebben ontwikkeld dan was voorzien. Naar verwachting bevat het effluent van de AWZI’s Harnaschpolder en Houtrust minder zuurstofverbruikende stoffen volgens de gewijzigde vervuilingseenheden prognoses. Hierdoor wordt een lagere definitieve aanslag verontreinigingsheffing verwacht van afgerond € 180.000. Daartegenover wordt een hogere EDL reconciliatie (EDL = Effluent Discharge Levy) verwacht van € 75.000. Per saldo derhalve een verlaging van € 105.000. De kosten voor slibafvoer en verwerking zijn met € 290.000 verlaagd conform de door Delfluent afgegeven slibprognoses. Daartegenover wordt een hogere slibreconciliatie van € 327.000 verwacht. Als gevolg van bijgestelde prognoses vanuit de waterschappen Schieland en de Krimpenerwaard en Rijnland en lager uitgevallen indexcijfers wordt de verwachte GOAW opbrengsten in regio Noord met € 95.000 verlaagd. Kapitaallasten De actualisering van de kapitaallasten leidt tot een verlaging van in totaal € 50.000. Kosten nazorg investeringsprojecten: De kosten van nazorg van investeringsprojecten (directe kosten en uren) worden geleidelijk gedurende het jaar verantwoord op dit programma. De raming van de kosten van nazorg van in totaal € 1.275.000 is als stelpost in het programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien verantwoord. Voor programma gezuiverd afvalwater worden de nazorgkosten (directe kosten en uren) geschat op € 370.000. Hiervan komen € 300.000 ten laste van rioolgemaal Scheveningen, € 50.000 van het rioolgemaal Morsestraat en € 20.000 van het project slibcentrifuge op de zuivering Nieuwe Waterweg.
Investeringen: Programma Gezuiverd afvalwater (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2015
Geraamde investeringen Burap
Programmalijn 0
0
400
100
Doelmatigheid Publieke private samenwerking
1.800
800
0
200
Saldo programma
2.200
1.100
Transporteren Zuiveren
Toelichting afwijking investeringsvolume 2015 Transporteren Geen wijziging. 26
Zuiveren In het concept geurrapport dat nu bij de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond voorligt, is geen verbetering van de geurbehandelingsinstallatie nodig. Daarom lijkt de verwachte uitbreiding van de geurbehandelingsinstallatie op AWZI De Groote Lucht niet nodig te zijn (- € 150.000). De vervanging van de geurbehandelingsinstallatie op de AWZI De Groote Lucht wordt gedekt uit de Voorziening onderhoud zuiveringtechnische werken. Daarnaast blijven de kosten voor het project Geurloos verladen onder de grenswaarde van € 50.000 en worden daarom in de exploitatie verantwoord (- € 50.000). Het project Vervangen biogasleidingen wordt gedeeltelijk in 2016 uitgevoerd. De uitvoering in 2015 vergt naar schatting een bedrag van € 75.000. Doelmatigheid De grootste wijziging komt door de grondaankoop voor een zoetwaterfabriek bij de AWZI Nieuwe Waterweg. Deze aankoop zal niet in 2015 plaatsvinden (- € 1.300.000). De optie op grondaankoop blijft wel gehandhaafd. De start van de pilot zoetwaterfabriek vindt dit jaar plaats (+ € 400.000). De prognose van het project OAS DGL is € 380.000 en is daarmee € 120.000 lager dan de begroting. PPS De uit 2014 doorgeschoven operationele aanpassingen ten behoeve van het geurloos slibverladen op de AWZI Houtrust en de geurbehandeling van het rioolgemaal Delft zullen in 2015 worden gerealiseerd. Hiervoor dient zowel het investeringsplan te worden vastgesteld als het krediet beschikbaar te worden gesteld (€ 242.000), zoals in de volgende tabel is weergegeven. Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project (bedragen * € 1.000)
IP
IK
Mutatie IP
Mutatie IK
IP Burap
IK Burap
PPS Aanpassingen installatie geurbehandeling rioolgemaal Delft Aanpassingen installatie geurloos slibverladen AWZI Houtrust
0
0
92
92
92
92
0
0
150
150
150
150
Totaal
0
0
242
242
242
242
3.4.3 Risicomanagement Verleggen persleidingen (Programmalijn Transporteren) Delfland heeft tientallen kilometers persleiding in beheer. In de meeste gevallen is Delfland niet de eigenaar van de grond waarin deze persleidingen liggen. Het risico bestaat dat de grondeigenaar Delfland zal verzoeken de persleiding te verleggen. Om dit risico in de toekomst te beperken moeten voor persleidingen waarvoor dat nog niet is gebeurd, overeenkomsten worden gesloten met de grondeigenaar. Dit kan door bijvoorbeeld het vestigen van een recht van opstal. Begonnen is met het bepalen van de kosten voor het vestigen van een opstalrecht over de gehele lengte bij de transportleiding vanuit Schiedam naar de AWZI De Grootte Lucht. Dit gehele leidingtracé is circa 7.500 m waarvan circa 5.500 m niet in eigendom is bij Delfland maar bij 12 andere perceeleigenaren. Als wordt uitgegaan van de vergoedingen zoals aangegeven in de Gasunie-LTO regeling zijn de bedragen als volgt: Bij het bepalen van de kosten hebben we te maken met de kosten voor een vergoeding voor de grondeigenaar, notariskosten en de uitvoeringskosten van een rentmeester. De totaalkosten voor deze leiding bedragen bij een leidingstrook van 10 meter breed circa € 255.000 en bij een leidingstrook van 6 meter breed circa € 180.000. Deze bedragen kunnen hoger worden indien grondeigenaren geen genoegen nemen met de vergoeding volgens de Gasunie-LTO regeling. Bij uitbreiding van de gegevens van de leiding uit Schiedam naar geheel Delfland kunnen de totale (eenmalige) kosten voor het vestigen van opstalrechten uiteenlopen van € 2,5 tot € 3,8 27
miljoen afhankelijk van de breedte van de leidingstrook. Voor een nauwkeurigere inschatting van de totale kosten worden de komende maanden meer leidingdelen geïnventariseerd. OZB Harnaschpolder (Programmalijn PPS) Aanslagen onroerendezaakbelasting voor de AWZI Harnaschpolder. Op 5 november 2013 heeft de rechtbank uitspraak gedaan. Delfland is in volle omvang in het gelijk gesteld. De gemeente heeft na deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof. Op 3 september 2014 heeft het hoger beroep gediend. Op 13 mei is er uitspraak gedaan door het Gerechtshof. De gemeente is in het ongelijk gesteld waar het de “beheer”kwestie betreft. Oftewel het feit dat Delfland voor de uitvoering van zijn wettelijke taak tot afvalwaterzuivering een private partij heeft ingeschakeld neemt niet weg dat de uitvoering van deze wettelijke taak ook voor wat betreft de toepassing van de OZB-waarderingsregels onder publiekrechtelijke verantwoordelijkheid van Delfland is blijven plaatsvinden. Het Gerechtshof heeft echter de visie van de gemeente gedeeld dat de AWZI niet in zijn geheel onder de “vrijstelling” valt, maar dat dit voor elk onderdeel afzonderlijk moet worden beoordeeld. Het Hof acht de “onderdelenbenadering” van toepassing waarbij de door het Hof gehanteerde grondslagwaarde aanzienlijk lager uitvalt dan hetgeen de gemeente had gewild. Dit schept een aanzienlijk precedent voor alle waterschappen, reden waarom er ook met de Unie van Waterschappen is gesproken. D&H heeft besloten cassatie aan te tekenen tegen deze hofuitspraak. Nooduitlaat effluentstelsel (Programmalijn PPS) Het effluent van de AWZI Harnaschpolder wordt via twee effluentleidingen en via twee tracés afgevoerd naar het effluentgemaal op de AWZI Houtrust. Er is op dit systeem geen nooduitlaat aanwezig. Op het terrein van de AWZI Houtrust lopen de leidingen over enkele honderden meters direct naast elkaar. In het geval van een calamiteit kunnen beide leidingen beschadigen en moeten wellicht buiten gebruik worden gesteld. De kans hierop is klein, maar de gevolgen voor imago, ecologie en gemeentelijke rioolstelsels zijn aanzienlijk. Om dit risico te verkleinen kan de aanleg van een nooduitlaat nabij de AWZI Harnaschpolder uitkomst bieden. Deze nooduitlaat kan mogelijk ook gebruikt worden voor inlaat van effluent voor peilhandhaving en waterkwaliteitsverbetering. Hiermee vergroot de redundantie van de zoetwatervoorziening. Tot een nooduitlaat is gerealiseerd blijft het risico bestaan en wordt het risico beheerst door adequaat onderhoud en een voldoende toegeruste calamiteitenorganisatie. Vergoeding aan Delfluent (Programmalijn PPS) Meevallende indices hebben in de afgelopen jaren geleid tot minder uitgaven voor de vergoeding aan Delfluent dan bij de begroting werd aangenomen. De vergoeding wordt mede bepaald door de werkelijke prestaties van Delfluent en het verloop van een aantal indices. Het risico is dat de definitieve indices hoger of lager uitvallen dan voorzien. Dit kan leiden tot een overschrijding van de begroting. Delfland beoordeelt en maakt periodiek melding van dit risico aan de hand van de voortgang van de prestaties, de werkelijke ontwikkeling van de indexcijfers en de bijgestelde prognoses van Delfluent. Dit is een risico dat zowel positief (een nog lagere vergoeding) als negatief (een hogere vergoeding) kan uitvallen. Pompcapaciteit gemaal Morsestraat (Programmalijn PPS) Bij het gerenoveerde gemaal Morsestraat is een probleem geconstateerd met de capaciteit van de pompen. Er wordt uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de oorzaken en mogelijke oplossingen. Kosten voor het uitvoeren van dit uitgebreide onderzoek komen ten laste van de exploitatie. Zie voor nadere toelichting de tekst bij programmalijn PPS. Na vaststelling van de oorzaken zullen de te maken herstelkosten verhaald worden op de verantwoordelijke partij. Het risico bestaat dat (een deel van) de herstelkosten niet verhaald kunnen worden op een andere partij. Deze kosten komen dan ten laste van Delfland.
28
3.5 Instrumenten Binnen het programma instrumenten is een onderscheid gemaakt in de volgende vier programmalijnen: Gebiedsgericht samenwerken Regulering en toezicht Communicatie Digitale dienstverlening. 3.5.1 Stand van zaken prestatie-indicatoren Gebiedsgericht samenwerken Alle uitvoeringsprogramma’s op basis van waterplannen zijn actueel met uitzondering van de gemeente Vlaardingen (93%). De gemeente heeft aangegeven te willen actualiseren. Delfland wacht het initiatief van de gemeente ten aanzien van actualisatie af. Alle aanvragen voor een watertoets zijn binnen de termijnen afgehandeld (ruim 200 aanvragen per 1 juni 2015). Na de ambtelijke Watertafel op 21 mei 2015 heeft een bestuurlijke Watertafel plaatsgevonden op 17 juni 2015. De eerstvolgende bestuurlijke Watertafel staat gepland op 2 december 2015. Regulering en toezicht Tot en met juni 2015 is 84% van de aanvragen om een vergunning binnen de gestelde termijn afgehandeld (doel: 90%). Het percentage meldingen dat is afgehandeld binnen de geldende termijn bedraagt tot en met juni 2015 77% (doel 90%). Het KCC waar nieuwe aanvragen en meldingen binnenkomen is een nieuwe ontwikkeling die verder ingebed wordt in de organisatie. Middels diverse vervolgstappen en technische aanpassingen ligt het doel van 90% binnen bereik. Tot en met juni 2015 is 35% is van alle aanvragen waar op grond van de Keur toestemming voor nodig is, afgedaan met een melding in plaats van een aanvraag om toestemming/ vergunning (doel 25%). De geactualiseerde keur is vastgesteld in de VV van 19 februari 2015. In april 2015 zijn zowel de Keur als de algemene regels verder bekend gemaakt. Hoewel niet alle activiteiten in percentages zijn uit te drukken, verloopt de realisatie van de speerpuntactiviteiten uit het uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving 2015 conform de planning en is eind 2015 90% gerealiseerd. De bestuurlijke besluitvorming over nautisch beheer en vaarwegbeheer heeft plaatsgevonden. Het systeem van vaarvergunningen is tevens beëindigd. Het bebordingsplan is in concept gereed en zal, na invulling van de tijdelijke vacature, in de tweede helft van 2015 tot uitvoering worden gebracht. Communicatie 55% van de artikelen over Delfland in de media is conform de kernboodschap en met de gewenste toonzetting. Er zijn nog geen metingen gedaan door middel van het medewerkersonderzoek; meting vindt na de zomer 2015 plaats. Digitale dienstverlening Klanttevredenheid is een van de belangrijkste prestatie-indicatoren. Onderdeel hiervan is de dienstverlening vanuit het KCC. Het KCC dient nog verder ingebed te worden in alle werkprocessen teneinde de kwaliteit van de dienstverlening te allen tijde te kunnen garanderen. Binnen het project e-dientverlening loopt een aantal deelprojecten door om het gewenste niveau van klanttevredenheid te bereiken. In de begroting 2016 wordt hiermee rekening gehouden. Binnen de planvormingsprocessen rond “De lange stukken” en “De poelzone” in het Westland is 3Di ingezet. Parallel met drie watersysteemanalyses wordt een werkend en interactief 3Di model opgesteld. De planning is om dit voor eind van het jaar gereed te hebben voor de Oude polder van Pijnacker, de Oude Lierpolder, de Kralingerpolder en de Oude Campspolder. Daarnaast wordt de datamining van 3Di ingezet in de inventarisatie en voorbereiding van de watersysteemanalyses en het peilbesluit van de Oude en Nieuwe Wateringveldschepolder, de Wippolder, de Polder Berkel en een deel van de Noordpolder. De planning is dit eind september 2015 gereed te hebben, om vervolgens te bepalen hoe deze tool verder kan worden ingezet.
29
3.5.2 Financiën 2015
Exploitatie: Per programmalijn Programma Instrumenten per programmalijn (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2015 (na techn.wijz.)
Programmalijn Gebiedsgericht samenwerken Regulering en toezicht Communicatie Digitale dienstverlening Saldo programma
Mutatie Burap
2.238 5.130 1.351 1.076 9.795
Begroting 2015 na Burap
0 -37 15 0 -22
2.238 5.093 1.366 1.076 9.772
Per kosten-/opbrengstsoort Programma Instrumenten (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2015 (na techn.wijz.)
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
Lasten Directe kosten Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Totaal lasten
2.048 7.875 39 9.963
-10 -12 0 -22
2.038 7.863 39 9.941
168 168
0 0
168 168
9.795
-22
9.772
Baten Directe opbrengsten Totaal baten Netto lasten programma
Toelichting afwijking exploitatie In de Burap zijn voor het programma Instrumenten de volgende (administratief technische) mutaties verwerkt. Specificatie mutaties per programmalijn Programma Gebiedsgericht Instrumenten samenwerken (bedragen * € 1.000)
Regulering en toezicht
Communicatie
Digitale dienstverlening
Totaal
Directe kosten Diverse kleine bijstellingen Totaal
0
-37
15
-37
15
-22 0
-22
Het betreft hier vooral een verschuiving van interne uren tussen de programmalijnen Regulering en toezicht en Communicatie en een verschuiving van inhuurkosten naar het KCC.
30
Investeringen: Programma Instrumenten (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2015
Programmalijn Gebiedsgericht samenwerken Regulering en toezicht
Geraamde investeringen Burap
0
0
0
0
0
0
Digitale dienstverlening
100
100
Saldo programma
100
100
Communicatie
Toelichting afwijking investeringsvolume 2015 Er worden binnen het programma Instrumenten geen mutaties voorgesteld. 3.5.3 Risicomanagement Verwevenheid met de omgeving Het risico ten aanzien van verwevenheid met de omgeving is toegenomen. Bij ruimtelijke plannen kost een aantal processen meer tijd dan verwacht door de noodzaak van extra afstemming door nieuwe ontwikkelingen, onderhandelingen die langer duren, extra aandacht voor de omgeving etc. Het gaat hier grotendeels om projecten waar Delfland geen initiatiefnemer is, zoals de bochtafsnijding de Schie, maar ook de Blankenburgertunnel en de Hoekse lijn. Ook omgevingsmanagement bij kade-ophogingen kosten meer tijd dan verwacht. Dit wordt opgevangen door nieuwe opdrachten later op te starten of door inzet van de “flexibele schil”. Dit gebeurt in overleg met de doel- en resultaatverantwoordelijken. De eventuele gevolgen voor hun doelen verwerken zij in hun programmarapportages. Daarnaast is de economie duidelijk aan het aantrekken, waardoor meer initiatieven voor ruimtelijke ontwikkelingen door externe partijen worden genomen. Dit vraagt meer tijd om mogelijkheden voor Delfland te verkennen. Het Nieuwe Water Met betrekking tot “Het Nieuwe Water” heeft het college van Delfland op 26 mei 2015 besloten over aanpassing van de governance en een andere invulling van de rol van Delfland in de Ontwikkelingsmaatschappij “Het nieuwe Westland” CV (ONW). Definitieve besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden in de VV van 2 juli 2015. E-dienstverlening Bij het inschatten van de benodigde capaciteit bij het KCC is er vanuit gegaan dat gebruik kan worden gemaakt van bestaande databases met persoonsgegevens, zodat deze niet per zaak volledig handmatig hoeven worden ingevoerd. Op dit moment is nog onduidelijk of de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens hiermee instemt. Aangezien op jaarbasis duizenden zaken door het KCC worden behandeld leidt dit tot een forse extra belasting van het KCC. Beheermaatregel: In juli 2015 heeft overleg plaatsgevonden met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens. 3Di Door het vertrek en ziekte van medewerkers is aanzienlijk minder capaciteit beschikbaar voor 3Di dan gepland. Hierdoor ontstaat het risico op vertraging, met name daar waar het gaat om het instrument goed in de vingers krijgen. De volgende beheermaatregelen zijn genomen: Bepalen welke werkzaamheden kunnen worden ingekocht door het uitbesteden van opdrachten en flexibele inhuur; Prioriteren van werkzaamheden waarbij geldt dat werkzaamheden waarbij “hands on experience” wordt opgedaan zoveel mogelijk door vaste medewerkers worden uitgevoerd.
31
3.6 Organisatie Binnen het programma Organisatie is een onderscheid gemaakt in de volgende twee programmalijnen: Sturing Ondersteunende producten. 3.6.1 Stand van zaken prestatie-indicatoren Sturing Doorlichting werkprocessen Het voorstel tot aanpak van het doorlichten van de werkprocessen is in mei 2015 door het DMT akkoord bevonden. In het derde kwartaal 2015 zullen de eerste doorlichtingsprocessen starten. Personeelsbegroting en -capaciteit De kosten van salarissen blijven achter door openstaande vacatures. De kosten van inhuur zijn hierdoor hoger dan begroot. De kosten voor de eenmalige uitkering in 2015 vanuit de nieuwe CAO worden binnen het salarisbudget opgevangen. De financiële personeelsbegroting wordt per saldo niet overschreden. De prognose van de financiële personeelsbegroting op basis van realisatie tot en met juni 2015 is als volgt: Kentallen Personeelskosten Begrote formatie c.q. gemiddelde bezetting Begrote inhuur c.q. gemiddelde inhuur Concernbrede claimruimte: begroot c.q. realisatie t/m juni 2015 Begrote claimruimte c.q. benutte claimruimte Begrote c.q. realisatie stelpost onvoorzien personeel Reserve frictiekosten: stand 1-1-2015 c.q. realisatie t/m juni 2015
Begroot
Prognose o.b.v. realisatie per 30 juni 2015
€ 43.700.000
€ 42.800.000
452,9 fte
431,4 fte
26,5 fte
32,4 fte
€ 2.100.000
€ 700.000
19,5 fte
11,0 fte (w.v. 3,9 ingehuurd)
€ 1.000.000
€0 €0 (verplichtingen ca. € 1,8 mln)
€ 5.380.000
Flexibele werkplekken In het Gemeenlandshuis van Delfland is het aantal flexibele werkplekken meer dan 50%. Op andere locaties ligt het percentage lager. Gemiddeld is de toename van het aantal flexibele werkplekken rond de 50%. Naar locatie gespecificeerd geeft het volgende beeld. Gemeenlandshuis: Totaal 151 Flexwerkplekken t.b.v de Early Adopters (EA) en de algemene flexwerkplekken in het gebouw. De EA Teams zijn: WSK, FAZ, JVI, Waterkeringen, Communicatie en Crisisbeheersing, Ruimtelijke Planvorming, Waterhuishouding, Strategie en Innovatie. Gerealiseerd: > 50%. Delftechtpark: 10 algemene flexwerkplekken. PMB-werkplekken zijn geoormerkt als flexibel. Gerealiseerd: 30%. Vlaardingen: 3 werkplekken algemeen flexibel. Gerealiseerd: 5%. Kijkduin: 1 werkplek algemeen flexibel. Gerealiseerd: 5%. Samenwerking met buurwaterschappen Op het gebied van samenwerking met buurwaterschappen wordt samengewerkt met Rijnland met betrekking tot Inkoop door middel van gezamenlijke aanbestedingskalender. De samenwerking op het vlak van I&A met Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard op het gebied van Zaaksysteem is na een gezamenlijke basis (aanschaf en inrichting) uiteen gaan gelopen in verband met een verschillend implementatietempo. Delfland ligt vóórop. Met betrekking tot de samenwerking voor een Financieel systeem beoordeelt Delfland in 2016 of aansluiting bij Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard alsnog gewenst is. De samenwerking op het gebied van Vastgoed is stilgelegd. 32
Wat betreft de Samenwerking archiefinspectie doet de Inspecteur Rijnland ook de wettelijke inspectie bij Delfland. Ondersteunende producten. Jaarrekening De jaarrekening over 2014 met een goedkeurende accountantsverklaring is besproken in de rekeningcommissie en op 23 april 2015 definitief vastgesteld door de VV. Klachten en bezwaren In het tweede kwartaal van 2015 is inzicht gegeven over 2014 in de termijnen van afdoening door middel van het jaarverslag bezwaarschriftencommissie en het jaarverslag klachtencommissie. In 2015 is 100% binnen de gestelde termijnen afgehandeld. Kwaliteit bedrijfsvoering De kwaliteit van de ondersteuning van de bedrijfsvoering moet nog geborgd worden op het gebied van Financiën en P&O. Teamleiders werken aan de benodigde plannen en maatregelen. In kwantiteit wordt voorzien door middel van de flexibele schil. Budget voor inhuur wordt overschreden maar wel binnen de kaders van totale personeelsbegroting. Flexibele Personeelsbegroting Over de Flexibele Personeelsbegroting wordt vanaf maart 2015 gerapporteerd op het niveau van Delfland totaal. De beschikbare ruimte om personeel flexibel in te zetten is daarmee inzichtelijk gemaakt en is sturing mogelijk. De inzet van de flexibele schil wordt negatief beïnvloed door het inzetten van een deel van de hiervoor beschikbare gelden voor het opvangen van de lastenverzwaring als gevolg van de onlangs afgesloten SAW. Digitalisering van werkprocessen en documentstromen Dit proces wordt versneld met het oog op de verhuizing naar tijdelijke huisvesting. Ondersteuning bestuurders Naast de reguliere werkzaamheden dienden ook de werkzaamheden voor de bestuurswisseling, de inwerkperiode, het opstarten van PFO’s, het beantwoorden van vragen ten aanzien van portefeuilleverdeling en “wie gaat waar over” te worden uitgevoerd. Het bestuursproces is daarbij zo goed mogelijk ondersteund, maar door de hoge werkdruk zijn er ook de nodige haperingen geweest, prioriteiten gesteld en noodgrepen toegepast. Dit laatste ook vanwege de uitval van medewerkers door ziekte. Omdat de druk op de ondersteunende werkzaamheden binnen het team van meer structurele aard lijkt en niet alleen samenhangt met de verkiezingen, wordt het team op die ondersteunende taak tijdelijk versterkt met een medewerker operationeel advies (1 juli 2015 - 1 juli 2017). De inzet is inmiddels gestart en t/m september 2015 geborgd. Voor de resterende periode wordt in de zomer geworven. Om de druk op met name de bestuursassistenten verder te verlagen is de ondersteuning van de Rekeningcommissie vanuit het team Bestuur beëindigd. Verkiezingen De start van de evaluatie van de waterschapsverkiezingen is vertraagd en zal mogelijk niet gereed zijn in het derde kwartaal 2015. Crisisbeheerorganisatie De activiteiten ronde de crisisbeheerorganisatie lopen op schema.
33
3.6.2 Financiën 2015
Exploitatie: Per programmalijn Programma Organisatie per programmalijn (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2015 (na techn.wijz.)
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
Programmalijn Sturing Ondersteunende producten
4.510
-110
4.400
23.606
2.596
26.202
Doorbelasting Saldo programma
0
-53
-53
28.116
2.432
30.549
Per kosten/opbrengstsoort Programma Organisatie (bedragen * € 1.000)
Oorspronkelijke begroting 2015 (na techn.wijz.)
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
Lasten Directe kosten
58.662
2.931
61.593
Toegerekende salarissen
12.744
-15
12.729
1.537
-138
1.399
Rente en afschrijving Saldo financieringsfunctie
979
-121
858
Doorbelasting
-38.170
-48
-38.218
Totaal lasten
35.753
2.608
38.361
7.636
-604
7.033
0
780
780
7.636
176
7.813
28.116
2.433
30.549
Baten Directe opbrengsten Mutaties reserves/voorzieningen Totaal baten Netto lasten programma
Toelichting afwijking exploitatie In de Burap zijn voor het programma Organisatie de volgende mutaties verwerkt. Specificatie mutaties per programmalijn Programma Organisatie (bedragen * € 1.000)
Sturing Ondersteunen de producten
Doorbelasting
Totaal
Directe kosten Advieskosten S&I
-100
Effecten reorganisatie
-450
Verkiezingen
2.328
ICT-kosten
120
Onderhoud gebouwen
-70
Herziening werkprocessen
80
Tijdelijke huisvesting
350
Datacenter Vlaardingen
45
Grondverwerving naar JVI
175
WA-verzekering
50
Uitzendkrachten Diverse bijstellingen Totaal directe kosten
222 -10
-15
21
-560
3.064
243
2.747
34
Rente en afschrijving
-138
-138
-80
370
Directe opbrengsten Reserve frictiekosten
450
Reserve huisvesting
-250
Grondverkopen
-250 -168
-168
Uitlenen van personeel JVI
-80
-80
Diverse bijstellingen
-48
-48
Totaal directe opbrengsten Totaal
450
-330
-296
-176
-110
2.596
-53
2.432
Toelichting afwijking exploitatie Sturing Advieskosten S&I De advieskosten voor de eenheid Strategie & Innovatie wordt met € 100.000 afgeraamd. Er is minder inhuur nodig om de doelen te bereiken. Effecten reorganisatie en Reserve frictiekosten De Reserve frictiekosten is gevormd voor het dekken van de achterblijvende kosten (personele en materiële uitgaven) van de functies die zijn vervallen door de reorganisaties op grond van de Kadernota 2011. Het effect van de reorganisatie wordt voor 2015 geraamd op € 450.000. Dit bedrag wordt geheel onttrokken aan de daarvoor ingestelde reserve (budgetneutraal). Overige bijstellingen Tegenover het aframen van het adviesbudget bij de directie staan extra kosten bij het team I&A voor consultancy, informatiebeveiliging en aandeel in kosten Waterschapshuis. Per saldo een verlaging van € 10.000. Ondersteunende producten Verkiezingen De VV heeft op 2 juni 2015 besloten de uitgaven voor de waterschapsverkiezingen niet te activeren. Bij deze Burap wordt een bedrag van € 2,3 miljoen ten laste van de exploitatie gebracht. Dit bedrag bestaat uit de centraal overeengekomen bijdrage (€ 1,7 miljoen) en de eigen kosten van Delfland (€ 0,6 miljoen). ICT-kosten Extra budget is nodig voor de 2e lijns 24/7 beheersondersteuning van het nieuwe internet door GWW, het vervangen van het SAN en de Mobile Device Management. Kosten € 120.000. Onderhoud gebouwen De voor 2015 geplande herstelwerkzaamheden van de bodemverontreiniging bij de voormalige dienstwoningen naast gemaal De Zaaijer (raming € 150.000) worden naar het voorjaar 2016 doorgeschoven. Dit in verband met het risico op hoge waterstanden (er moet tot 3,5 m diep worden gegraven). Aan de andere kant heeft Delfland voor € 30.000 bijgedragen aan de asbestsanering van het Gemeenlandshuis Maassluis. Ook moeten regelmatig niet voorziene kosten worden gemaakt om de realisering van verkopen mogelijk te maken (het gaat hier om vastgoed dat niet meer nodig is voor de bedrijfsvoering). In het eerste halfjaar is € 30.000 uitgegeven aan o.m. de sloop van asbesthoudende kassen op een perceel waarvan de pachter failliet is gegaan. Verwacht wordt dat voor het tweede halfjaar circa € 20.000 nog nodig zal zijn. Resumerend kan het oorspronkelijke budget van € 150.000 met € 70.000 worden verlaagd. 35
Werkprocessen In 2015 wordt gestart met de doorlichting van de werkprocessen. Hiervoor wordt externe expertise ingehuurd. De kosten voor 2015 worden geraamd op circa € 80.000 (totaal € 0,4 miljoen t/m 2017). Voorgesteld wordt deze kosten te dekken uit de Reserve frictiekosten (budgetneutraal). Tijdelijke huisvesting De in 2015 te maken kosten voor huur van de tijdelijke huisvesting (2 maanden) en voor noodzakelijke aanpassingen en inrichting van het pand (totaal circa € 250.000) worden ten laste gebracht van de reserve Tijdelijke huisvesting (€ 1.300.000). Daarnaast wordt ten behoeve van de tijdelijke huisvesting € 300.000 geraamd voor de aansluiting van de ICT-infrastructuur op het glasvezelnetwerk. Deze kosten worden deels gecompenseerd door lagere kosten (- € 200.000) voor beheer en onderhoud van het gemeenlandshuis in 2015 (en in 2016). Datacenter Vlaardingen Voor de verhuizing van het datacenter Vlaardingen en de invoering van “Exchange online” wordt een bedrag geraamd van € 45.000. Grondverwerving Het budget voor grondverwerving van € 175.000 wordt in het kader van de taakoverdracht overgeheveld van het Project managementbureau (PMB) naar het team JVI en komen daarmee ten laste van de exploitatie. WA-verzekering Aanbesteding van de verzekeringen heeft na taxatie geleid tot een € 50.000 hogere premie voor de WA-verzekering. Kapitaallasten De actualisering van de kapitaallasten leidt tot een verlaging van in totaal € 138.000. Doorbelasting Project managementbureau (PMB) De kosten van inhuur PMB zullen in 2015 circa € 385.000 hoger uitvallen. Deze kosten komen niet ten laste van de exploitaitie maar worden geactiveerd. De oorzaak van deze hogere kosten is een overloop van € 145.000 uit 2014 en een vertraging in de verwachte afbouw van inhuurcapaciteit van € 240.000. Deze vertraging wordt veroorzaakt doordat: oude projecten langer doorlopen, waardoor een aantal (vaste) medewerkers hun nieuwe IPM-rol nog niet volledig kan oppakken; de werving voor de vacatures bij projectbeheersing en contractmanagement niet het gewenste resultaat opleverde en nogmaals uitgezet moest worden; vanaf februari 2015 een Integraal Projectmanager is uitgevallen waardoor extra inhuur noodzakelijk is. Uitzendkrachten De post uitzendkrachten tijdelijk budget bij de sector Bedrijfsvoering wordt met € 222.000 verhoogd. Dit als gevolg van een groot aantal langdurige ziektegevallen en extra onvoorziene werkzaamheden. De personeelsbegroting wordt per saldo niet overschreden. Verkopen gronden In het eerste halfjaar is voor een bedrag van € 168.000 verkocht aan gronden die niet meer bijdragen aan de taken van Delfland. Uitlenen personeel Er wordt een opbrengst geraamd van € 80.000 voor het uitlenen van personeel van team JVI.
36
Investeringen: Programma Organisatie (bedragen * € 1.000)
Geraamde investeringen oorspronkelijke begroting 2015
Geraamde investeringen Burap
Programmalijn Sturing (huisvesting)
12.000
1.100
0
100
Sturing (overig)
3.700
600
15.700
1.800
Ondersteunende producten Saldo programma
Toelichting afwijking investeringsvolume 2015 Sturing De VV heeft op 4 juni 2015 het krediet voor het Huisvestingsproject geaccordeerd (€ 18.800.000). Naar schatting zal € 1.100.000 van dit krediet in 2015 worden besteed. In het kader van de Warmte Koude Opslag (incl. Smart Polders) wordt voor 2015 een bedrag van € 50.000 geraamd. Ondersteunende producten De VV heeft op 2 juli 2015 besloten de uitgaven voor de waterschapsverkiezingen niet te activeren. Bij deze Burap wordt een bedrag van afgerond € 1.700.000 (bijdrage waterschappen) en € 500.000 (eigen kosten) ten laste van de exploitatie gebracht. De vervanging van het Storage Area Network (SAN) is geraamd als investering (€ 550.000), maar zal als dienst worden afgenomen (in de exploitatie met vaste jaarlijkse lasten). De vervanging van GIDS (investeringsraming € 400.000) zal niet in 2015 plaatsvinden, maar naar verwachting vanaf 2017. In het tweede halfjaar 2015 zal worden bekeken of de vervanging van IRIS en ERGO uit de exploitatie kan/ moet worden gefinancierd. Bijstelling investeringsplan (IP) en –krediet (IK) Naam project Verkiezingen 2015 (701611) Totaal
IP
IK
1.000.000 1.000.000
1.000.000 1.000.000
Mutatie IP
Mutatie IK
-1.000.000 -1.000.000 -1.000.000 -1.000.000
IP Burap
IK Burap 0 0
0 0
Toelichting Uitvoering wordt gegeven aan het VV-besluit om de kosten van de afgelopen verkiezingen volledig ten laste te brengen van de exploitatie in het jaar 2015. 3.6.3 Risicomanagement Kennisbehoud Voor wat betreft kennisbehoud is het team P&O, samen met het team S&I, bezig het strategisch P&O-beleid vorm te geven. Daarbinnen is aandacht voor kennismanagement. In het strategisch P&O-beleid is kennismanagement ondergebracht bij de Delflandacademie. Informatiebeveiliging Informatiebeveiliging is en blijft een belangrijk onderwerp voor Delfland. In de afgelopen jaren is al een flink aantal maatregelen op het gebied van informatiebeveiliging geïmplementeerd. Hierbij gaat het niet alleen om technische- en IT maatregelen. Informatiebeveiliging is een bedrijfsbreed thema. Op elk van deze vlakken is Delfland actief om de beveiliging op orde te krijgen c.q. te houden. In de afgelopen periode zijn enkele (routine-)beveiligingstesten uitgevoerd op de ICT- en op de SCADA-omgeving. Het calamiteitenbestrijdingsplan is afgerond en trainingen van I&A op 37
specifieke I&A-calamiteiten zijn afgesproken met de Calamiteitenorganisatie. Tevens hebben circa 200 collega’s een lezing over informatiebeveiliging bijgewoond. Ten slotte is het project “introductie Mobile Device management” gestart, met als doel deze beveiligingsmaatregel (tevens functionele uitbreiding) na de zomer op alle smartphones en tablets in gebruik te nemen. Aanbestedingen De spendanalyse is iets vertraagd, mede als gevolg van zwangerschapsverlof, beëindiging dienstverband en externe detachering van medewerkers van het inkoopteam. De resultaten van de spendanalyse worden in juni 2015 opgeleverd, waarna budgethouders kunnen worden geïnformeerd.
38
3.7 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Binnen het programma algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien is een onderscheid gemaakt in de volgende twee programmalijnen: Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien, frictiekosten, indexering en reserves. Algemene dekkingsmiddelen 3.7.1 Financiën 2015
Exploitatie: Per programmalijn Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien per programmalijn (bedragen * € 1.000) Programmalijn Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien, frictiekosten, indexering en reserves Saldo programma
Oorspronkelijke begroting 2015
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
-201.468
-3.108
-204.576
3.278 -198.190
-3.245 -6.353
33 -204.543
Per kosten/opbrengstsoort Programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (bedragen * € 1.000) Lasten
Oorspronkelijke begroting 2015
Directe kosten Rente en afschrijving Mutaties reserves / voorzieningen Totaal lasten Baten Directe opbrengsten Mutaties reserves / voorzieningen Saldo financieringsfunctie Totaal baten Netto lasten programma
Mutatie Burap
Begroting 2015 na Burap
10.150 1.312
-1.363 -1.312
8.787 0
979 12.442
-979 -3.655
0 8.787
208.818
2.820
211.638
834 979 210.631
0 -121 2.699
834 858 213.330
-198.190
-6.353
-204.543
Toelichting afwijking exploitatie In de Burap zijn voor het programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien de volgende mutaties verwerkt.
39
Specificatie mutaties per programmalijn Programma Algemene Algemene dekkingsmiddelen / onvoorzien dekkingsmiddelen (bedragen * € 1.000)
Onvoorzien, frictiekosten, indexering en reserves
Totaal
Directe kosten Aanpassing stelposten Stelpost kosten van nazorg Dienstverleningsvergoeding RBG
-2.350
-2.350
1.275
1.275
-2.170
-2.170
-3.245
-3.533
-288
Kapitaallasten
-288
Saldo financieringsfunctie Totale directe kosten
-288
Directe opbrengsten Belastingopbrengsten
Totaal
-2.820
-3.108
-2.820
-3.245
-6.353
Algemene dekkingsmiddelen Dienstverleningsvergoeding RBG 2014 Het positieve financiële resultaat 2014 van de RBG wordt aan de deelnemers vergoed. Het aandeel Delfland bedraagt € 288.000 en komt in mindering op de voor 2015 geraamde dienstverleningsvergoeding. Belastingopbrengsten De Regionale Belasting Groep (RBG) heeft in het vierde kwartaal 2014 een uitgebreide volledigheidscontrole op het belastingbestand uitgevoerd. Deze controle heeft geleid tot een verbeterde basisadministratie voor de belastingheffing en daarmee ook de realisatie van aanvullende belastingopbrengsten over 2015 van € 2.820.000. Het verloop van de belastingen over 2015 is weergegeven in bijlage IV. Onvoorzien, frictiekosten, indexering en reserves Stelposten onvoorzien, indexering en direct beïnvloedbare kosten In de begroting zijn onder meer stelposten opgenomen voor prijsindexering en de wettelijke post voor onvoorziene uitgaven. De verwachting is dat een deel van het voor deze posten geraamde bedrag kan vrijvallen (€ 850.000). Daarnaast is de verwachting dat de uiteindelijke realisatie van de direct beïnvloedbare kosten zoals (technische) advieskosten en onderhoud computerapparatuur, achterblijft bij de prognoses. Om die reden is in deze Burap een stelpost opgenomen van € 1.500.000 waarmee onderschrijdingen kunnen worden opgevangen. Het doel van deze mutatie is om het uiteindelijke jaarresultaat zo goed mogelijk te benaderen. Kosten nazorg investeringsprojecten Op grond van de nota Investeringen en Activa beleid (IAB) komen de kosten van nazorg ten laste van de exploitatie. Op basis van de werkelijke nazorgkosten tot en met juni (directe kosten en uren) zal in 2015 naar verwachting in totaal een bedrag voor nazorg van afgerond € 1.275.000 ten laste van de exploitatie worden gebracht. In de begroting is hiervoor geen stelpost opgenomen. Onderstaande tabel geeft de verdeling over de programma’s.
40
Kosten nazorg per programma Programma (bedragen in €)
Kosten nazorg investeringsprojecten
Schoon water
535.000
Voldoende water
270.000
Stevige dijken
100.000 370.000
Gezuiverd afvalwater Saldo programma
1.275.000
Kapitaallasten De actualisering van de kapitaallasten leidt tot een verlaging van in totaal € 2.170.000. Dit betreft onder meer het renteresultaat 2015 dat ten gunste wordt gebracht van de exploitatie (zie in dit verband de tekst in paragraaf 4.1 Financiering).
Investeringen: Onderzoekskrediet (700739) De hoogte van het onderzoekskrediet bedraagt € 3,0 miljoen. Per 30 juni 2015 is in totaal € 2,8 miljoen aan onderzoekskredieten beschikbaar gesteld. De onderstaande tabel geeft een verdeling van het beschikbaar gestelde krediet per programma. Onderzoekskrediet (bedragen * € 1.000)
Begroting 2015 bij Burap
Oorspronkelijk beschikbaar krediet
3.000
Beschikbaar gestelde kredieten: Schoon water Voldoende water Stevige dijken Gezuiverd afvalwater Organisatie Totaal beschikbaar gesteld
84 456 163 710 1.368 2.782
Nog beschikbaar krediet per 30 juni 2015
218
Krediet ‘project onvoorzien’ (701723) De hoogte van het krediet is door de verenigde vergadering bepaald op 5% van de waarde van het in de begroting opgenomen overzicht van voorgenomen investeringen voor het betreffende begrotingsjaar. Voor 2015 is het krediet bepaald op € 2,9 miljoen (5% van € 58,3 miljoen). Per 30 juni 2015 is hiervan € 399.000 aan kredieten beschikbaar gesteld. De onderstaande tabel geeft een verdeling van het beschikbaar gestelde krediet per programma. Krediet ‘project onvoorzien’ (bedragen * € 1.000) Oorspronkelijk beschikbaar krediet Beschikbaar gestelde kredieten: Schoon water Voldoende water Stevige dijken Gezuiverd afvalwater Organisatie Totaal beschikbaar gesteld Nog beschikbaar krediet per 30 juni 2015
Begroting 2015 bij Burap 2.915
0 399 0 0 0 399 2.516
41
Voorziening onderzoekskosten (072040) Deze voorziening is in 2011 gevormd voor de dekking van de kosten van onderzoek welke niet hebben geleid tot een investeringsproject. Voorziening onderzoekskosten (bedragen * € 1.000) Stand voorziening per 1 januari 2015 Kosten onderzoek ten laste van voorziening: NVO Broeksloot Knelpunten wateroverlast polders Stuwen en duikers Stand voorziening per 30 juni 2015
Begroting 2015 bij Burap 210
40 54 12 104
42
4
4.1
Paragrafen
Financiering
Ontwikkelingen In het eerste halfjaar van 2015 was de kortlopende rente (looptijd maximaal 1 jaar) nog steeds aanzienlijk lager dan de langlopende rente. Voor het aantrekken van kasgeldleningen was zelfs sprake van negatieve rente. Vanwege deze zeer lage rente vult Delfland zijn financieringsbehoefte in 2015 zoveel mogelijk in door het aantrekken van kortlopende geldleningen. Daarnaast maakt Delfland maximaal gebruik van de beschikbare kredietlimiet van € 54 miljoen bij de Nederlandse Waterschapsbank. Vanzelfsprekend houdt Delfland bij het invullen en aantrekken van de noodzakelijke financiering rekening met de kaders zoals deze zijn opgenomen in het vastgestelde treasurystatuut. Deze kaders betreffen met name de toegestane kasgeldlimiet (is tevens de kredietlimiet) en renterisiconorm. In het eerste halfjaar zijn kasgeldleningen aangetrokken met een gemiddeld rentepercentage van -/- 0,10% op jaarbasis. Financieringsbehoefte en renteresultaat Voor de toerekening van de rentekosten over de geactiveerde investeringen en het onderhanden werk rekent Delfland met een vast omslagpercentage. Het vaste omslagpercentage betekent concreet dat de rentekosten tegen een vooraf bepaald rentepercentage worden doorbelast naar de exploitatie en het onderhanden werk (de lopende investeringen). Voor 2015 bedraagt dit omslagpercentage 3,5%. Het verschil tussen de werkelijke betaalde rentekosten en de doorbelaste rentekosten op basis van het omslagpercentage van 3,5% is het renteresultaat. In deze Burap is verwerkt dat in 2015 (net als in de begroting 2014) dit renteresultaat ten gunste van de exploitatie komt. Op basis van de actualisatie in de Burap bedraagt het verwachte voordelige renteresultaat over 2015 in totaal € 0,9 miljoen. De onderstaande tabel geeft een cijfermatige weergave van het bijgestelde renteresultaat over 2015. tabel Renteresultaat Omschrijving (bedragen * 1 miljoen)
Begroting 2015
Burap 2015
Bijstelling Burap
Rentekosten langlopende geldleningen Rentekosten kortlopende geldleningen Rentekosten financieringstekort Totaal rentelasten
20,5 0,6 1,3 22,3
20,5 0,6 0,8 21,8
0,0 0,0 -0,6 -0,6
Toegerekend aan: Exploitatie (rente staat vaste activa) Onderhanden werk (geactiveerde rente) Totaal toegerekende rentelasten
21,8 1,5 23,3
21,2 1,5 22,7
-0,7 0,0 -0,7
1,0
0,9
-0,1
Renteresultaat (positief =voordeel)
43
4.2
Verbonden partijen
Van de onderstaande verbonden partijen worden de ontwikkelingen over 2015 toegelicht. AQUON De gemeenschappelijke regeling AQUON bundelt de laboratoriumwerkzaamheden van negen waterschappen. Aan de gemeenschappelijke regeling nemen, naast Delfland, ook deel de waterschappen Hollandse Delta, Brabantse Delta, De Dommel, AA en Maas en Rivierenland deel en de hoogheemraadschappen van Rijnland, Schieland en de Krimpenerwaard en De Stichtse Rijnlanden. AQUON kende in 2014 een positief resultaat van € 1,9 miljoen. Dit bedrag is aan de bestemmingsreserve reorganisatie toegevoegd. Daarmee bedraagt het resultaat 2014 na bestemming € 0. Over de periode van het eerste kwartaal van 2015 vallen de resultaten binnen de begroting van AQUON. In 2015 zijn verdere maatregelen voorgesteld om de bedrijfsvoering structureel te verbeteren. In 2016 wordt de locatie Breda gesloten. Dit vertaalt zich in een aanpassing van de begroting voor 2016. De restantschuld van de door AQUON opgenomen geldleningen bedroeg op 30 juni 2015 € 9,2 miljoen. Daarnaast heeft AQUON een rekening-courantkrediet tot maximaal € 7 miljoen. Voor deze totaalschuld van € 16,2 miljoen staat Delfland met de andere acht deelnemende waterschappen garant. Het aandeel van Delfland in de garantstelling is gekoppeld aan het aandeel van Delfland in de begroting van Aquon en bedraagt afgerond 6,1%. Dit komt overeen met een garantstelling van afgerond € 1,0 miljoen. In 2013 heeft de VV uitgesproken per 1 januari 2017 uit de GR Aquon te willen treden, tenzij is gebleken dat Aquon concurrerend is in de markt waarop zij actief is. In de 2e helft van 2015 wordt de concurrentiepositie van Aquon inzichtelijk gemaakt en volgt besluitvorming over het al dan niet uittreden. Gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord De gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord ziet sinds 2009 toe op het beheren van de omvangrijke grondwateronttrekking welke eerder van DSM was. Deelnemers aan de regeling zijn gemeente Delft en Delfland. Delfland heeft het besluit genomen om 1 januari 2016 uit te treden en is het gesprek met de gemeente aangegaan voor een andere kostenverdeling en het vaststellen van een uittredingsvergoeding. Omdat partijen in een patstelling zijn geraakt is aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland een verzoekschrift gestuurd om een uittredingsvergoeding vast te stellen. Het Waterschapshuis In 2013 en 2014 zijn belangrijke besluiten genomen in het kader van HWH 2.0. Te noemen zijn de Koersnotitie HWH 2.0, Startnotitie Dienstverleningsconstruct HWH 2.0, reorganisatieplan, Sociaal plan en het Functieboek en de gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling. In het 1e kwartaal 2015 zijn ook de uitwerking van de Opdrachtgeverstafel, het dienstverleningshandvest en het model dienstverleningsovereenkomst opgeleverd. De nieuwe koers HWH 2.0 kan met een aantal kernbegrippen worden samengevat: Splitsing tussen collectieve en facultatieve programma’s; Een financiële scheidsmuur zodat risico’s binnen programma’s blijven; HWH heeft een kleine omvang en is dienstvaardig, kostenbewust en resultaatgericht; De transitie naar HWH 2.0 wordt verbonden met een kwaliteitsimpuls en een cultuuromslag. De nieuwe structuur van Het Waterschapshuis (HWH 2.0) is doorvertaald naar de begrotingen van 2015 en 2016. De nieuwe structuur van de begrotingen is een belangrijke stap in de richting van een goed onderscheid tussen collectieve en facultatieve taken. Project- en product-specifieke kosten worden nu grotendeels toebedeeld aan de juiste projecten en producten. De begrotingen worden hiermee nog overzichtelijker en transparanter. Hierdoor blijft inhoudelijke sturing mogelijk en is de aansluiting tussen de HWH ontwerpbegroting en de programma's en sectoren van Delfland goed te maken. De begrotingen van de voorgaande jaren zijn eenvoudig in de nieuwe structuur in te passen, waardoor de cijfers van 2015 en 2016 goed te vergelijken zijn met die
44
van voorgaande jaren. De nieuwe begrotingen zijn op 2 juli 2015 goedgekeurd door het AB van de GR HWH. Het gemeenschappelijke informatiesysteem IRIS is in 2014 grotendeels en succesvol uitgefaseerd en vervangen door standaard ArcGIS software. De bijdrage van Delfland aan HWH voor IRIS is dus komen te vervallen. De vrijgekomen gelden op de Delflandse begroting worden gebruikt om de nog niet uitgefaseerde modules (o.a. OWA en RioKen) te vervangen door nieuwe applicaties. DRSH Zuiveringsslib N.V. (HVC) Wijziging bestuurssamenstelling Als gevolg van de laatste waterschapsverkiezingen hebben zich enkele mutaties voorgedaan in de vertegenwoordiging vanuit de diverse waterschappen in de GR Slibverwerking. Daarnaast is er een nieuw dagelijks bestuur gekozen. Als voorzitter van zowel het dagelijks als algemeen bestuur van de GR Slibverwerking zal de vertegenwoordiger van Delfland (Han van Olphen) optreden. Fosfaatterugwinning Het Hoogheemraadschap van Delfland en andere waterschappen die verenigd zijn in afvalverwerkingsbedrijven HVC en SNB, hebben op 26 februari 2015 een overeenkomst ondertekend met de Belgische firma EcoPhos voor het terugwinnen van fosfaat uit de vliegas van slibverbrandingsinstallaties. Daarmee hebben de waterschappen een belangrijke stap gezet in het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater en wordt uitvoering gegeven aan de Green Deal Grondstoffen tussen Unie en Rijk. In 2016 zal hier verder uitvoering aan worden gegeven. Garantstelling Per 31 december 2014 bedraagt de restant hoofdsom van alle aan HVC gegarandeerde langlopende geldleningen € 50,86 miljoen. Daarnaast staat de GR gedeeltelijk garant voor het rekening-courantkrediet. Vooralsnog wordt dit gedeelte geschat op maximaal € 10 miljoen. In totaal staat de GR per 31 december 2014 derhalve garant voor in totaal € 60,86 miljoen. Het aandeel van Delfland in de GR is 24%, zodat sprake is van een verleende garantie van maximaal € 14,6 miljoen. Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het Nieuwe Westland’ (ONW) Het door de gemeente opgestelde voorstel om te komen tot een vereenvoudigde governance structuur van de ONW is begin 2015 met betrokken partijen afgestemd. De verenigde vergadering heeft op 2 juli 2015 met het voorstel ingestemd. Delfland draagt zijn aandelen over aan de gemeente Westland waarna het samenwerkingsverband wordt beëindigd. Wel behoudt Delfland als “stille” vennoot zijn ingelegd vermogen ter grootte van € 0,9 miljoen in de commanditaire vennootschap. Na opheffen van de BV/CV-constructie wordt na verrekening van winst/verlies dit ingelegd vermogen aan Delfland uitgekeerd. Naar verwachting is dat in 2030. De inzet van Delfland beperkt zich tot het jaarlijks ondertekenen van de jaarstukken van de CV. Overeenkomst kosten voor gemene rekening Muskusrattenbestrijding Het muskusrattenbeheer is vanaf 1 juli 2011 van rechtswege overgegaan van de provincies naar de waterschappen. Per 1 januari 2012 is het beheer van de muskus- en beverratten voor het beheersgebied van Delfland en vijf andere waterschappen ondergebracht bij de bestaande muskusrattenbeheerorganisatie van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Eind 2013 is de samenwerking voor twee jaar verlengd. Eind 2015 zal aan het bestuur voorgesteld worden om de samenwerking nogmaals met vier jaar te verlengen.
45
Bijlage I Overzicht kosten herhuisvesting De onderstaande tabel geeft een overzicht van het beschikbaar gestelde onderzoekskrediet en de gerealiseerde uitgaven ten behoeve van de herhuisvesting.
Omschrijving (bedragen in € 1.000) Beschikbaar gesteld onderzoekskrediet (a)
2013
t/m juni 2015
2014
Totaal
567
750
0
1.317
Technisch advies
41
96
84
221
Advies Delflandse Manier van Werken (DMvW)
29
82
132
203
183
518
12
15
27
Gerealiseerde uitgaven (b)
Projectmanagement Installatie advies Makelaarskosten
5
0
Haalbaarheidsstudie
74
Duurzaamheidsstudie
18
Subtotaal gerealiseerde uitgaven
Nog beschikbaar (a-b)
207
111
485
5 51
124 18
333
1.025
292
46
Bijlage II Overzicht kosten externe inhuur Onderstaande tabel geeft een overzicht en toelichting op de gerealiseerde kosten van de externe inhuur tot en met 30 juni 2015.
Inhuur externe medewerkers naar sector Sector (bedragen € 1.000) Directie Strategie en Innovatie Project- en Ingenieursbureau
Kosten 2015 t/m juni
waarvan t.l.v. exploitatie
waarvan t.l.v. investering
204
21
183
19
19
0
992
0
992
223
170
53
1.297
1.257
40
Waterbeheer
146
146
0
Zuivering en Technisch Onderhoud
174
174
0
3.055
1.788
1.268
Bestuur, Beleid en Communicatie Bedrijfsvoering
Totaal
Toelichting Over het eerste halfjaar 2015 bedroegen de kosten van inhuur van externe medewerkers in totaal € 3,1 miljoen. Hiervan wordt een bedrag van € 1,3 miljoen verantwoord op investeringsprojecten. De resterende € 1,8 miljoen komt ten laste van de exploitatie.
47
Bijlage III Verzamelkredieten IP en IK op projectniveau Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bijstellingen van het investeringsplan (IP) en investeringsrediet ( IK) op projectniveau. De projecten zijn in de afzonderlijke programma’s in de Burap toegelicht. Naam project Programma Schoon water Vispassage Bergboezem Berkel (701795) Totaal Schoon water Voldoende Water Gemaal Dorppolder (701577) Poldergemaal Bergboezem Berkel (701696) Waterberging Oude polder van Pijnacker (701743) Watergang Noord-Zuidverbinding (701750) Vullen en ledigen bergboezem (701751) Verbeteren afvoer Vrijenban (701796) Totaal Voldoende water Stevige Dijken Vlaardinger Driesluizen (701816) Totaal Stevige dijken Gezuiverd afvalwater Aanpassingen installatie geurbehandeling rioolgemaal Delft Aanpassingen installatie geurloos slibverladen AWZI Houtrust Totaal Gezuiverd afvalwater Organisatie Verkiezingen 2015 Totaal Organisatie Totaal programma’s
IP
IK
Mutatie IP
Mutatie IK
IP Burap
IK Burap
425.000 425.000
413.000 413.000
0 0
12.000 12.000
425.000 425.000
425.000 425.000
2.235.000
250.000
0
50.000
2.235.000
300.000
2.915.000
2.776.000
291.000
430.000
3.206.000
3.206.000
1.455.000
1.416.000
115.000
115.000
1.570.000
1.531.000
1.430.000 1.760.000 340.000 10.135.000
96.000 166.000 314.000 5.018.009
0 0 50.000 456.000
40.000 34.000 73.000 742.000
1.430.000 1.760.000 390.000 10.591.000
136.000 200.000 387.000 5.760.000
1.275.000 1.275.000
1.256.000 1.256.000
0 0
4.000 4.000
1.275.000 1.275.000
1.260.000 1.260.000
0
0
92.000
92.000
92.000
92.000
0 0
0 0
150.000 242.000
150.000 242.000
150.000 242.000
150.000 242.000
1.000.000 1.000.000
1.000.000 1.000.000
-1.000.000 -1.000.000
-1.000.000 -1.000.000
0 0
0 0
12.835.000
7.687.000
-302.000
0
12.533.000
7.687.000
48
Bijlage IV Buitengewoon onderhoud Voortgangsrapportage Voor het uitvoeren van het buitengewoon onderhoud zijn de volgende investeringsplannen vastgesteld en kredieten beschikbaar gesteld. Nummer
Project
Programma
IP
Uitvoeringskrediet
Uitgegeven t/m juni 2015
701872
BGO groene kades 2015
Stevige Dijken
€
€
850.000
€
171.610
701818
BGO kades met wegen
Stevige Dijken
€ 6.250.000
€ 2.000.000
€
186.780
701753
BGO Kades in complex stedelijk gebied
Stevige Dijken
€ 9.500.000
€ 9.500.000
€ 2.245.148
950.000
In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de stand van zaken van de uitvoering van het buitengewoon onderhoud. alle gemeenten categorie
totaal opgave (m1)
planvorming (m1)
uitvoering (m1)
gereed (m1)
kosten (€)
kosten (m1)
7.833
0 6.280 5.157 0
0
7.833
€ 490.000
€ 63
1.829
1.507
€ 187.000
€ 124
4.889
2.340
€ 932.000
€ 398
0
0
groene kades wegen op kades
1)
23.873
complex BGO
24.108
restcategorie
2.273
1)
deels zijn en worden de wegen met kaden door de gemeente op hoogte gebracht
Clusterprojecten Binnen het programma Stevige dijken worden twee clusterprojecten uitgevoerd. Het gaat om project 701753 Complex Buitengewoon Onderhoud en 701818 Buitengewoon Onderhoud (kades met wegen). In onderstaande tabellen is inzichtelijk gemaakt hoe de kredieten over de verschillende deelprojecten zijn verdeeld. 701753 Complex Buitengewoon Onderhoud Project
Project/Blok naam
701753
Complex BGO
€ 9.500.000
€ 2.297.000
701785
Complex BGO, Algemeen
€0
€ 500.000
701801
BGO Casus
€0
€ 180.000
701802
BGO Cluster 10 (Den Haag)
€0
€ 190.000
701803
BGO Cluster 6 (Delft Oost)
€0
€ 270.000
701804
BGO Cluster 1+2 (Berkel)
€0
€ 2.880.000
701805
BGO Cluster 8 (Westland)
€0
€ 795.000
701806
BGO Cluster 3 en 4
€0
€ 1.500.750
701808
BGO Cluster 11 (Leidschendam)
€0
€0
701809
BGO Cluster minder complex 2015
€0
€ 887.250
701810
BGO Cluster 7 (Delft West)
€0
€0
701811
BGO Cluster 9 (Poeldijk) totaal
IP (VV-bedrag)
Krediet (VV-bedrag)
€0 €
9.500.000
€0 €
9.500.000
49
701818 Buitengewoon Onderhoud (kades met wegen) Project
Project/Blok naam
IP (VV-bedrag)
701818
BGO kades met wegen
€ 6.250.000
€ 1.349.050
701819
BGO kades met wegen, Alg. RPV
€0
€ 200.000
701855
Lange Wateringkade
€0
€ 83.000
701858
BGO kades met wegen, Alg. PMB
€0
€ 100.000
701880
Kade 25 polder Schieveen
€0
€ 267.950
totaal
€
6.250.000
Krediet (VV-bedrag)
€
2.000.000
50
Bijlage V Overzicht verloop belastingen 2015 Onderstaande tabel geeft een overzicht van het verloop van alle belastingheffingen 2015 en voorgaande jaren. Het overzicht is overgenomen uit de tweede kwartaalrapportage 2015 van de Regionale Belasting Groep. Belastingen: HHDelfland Opbrengst heffingsjaar 2015 Watersysteemheffing * ingezetenen * gebouwd * ongebouwd * natuurterreinen
Prim. begroting 2015 € € € €
* ongebouwd wegen
€
56.349.000 34.006.000 1.349.000 9.000
€ € € €
2.218.000 €
Verontreinigingsheffing * huishoudens directe lozingen * bedrijven directe lozingen Zuiveringsheffing * huishoudens * bedrijven (excl. GR)
Opgelegd t/m juni 15
€ €
Nog op te leggen
57.279.193 33.314.821 1.244.343 4.635
€ € € €
1.874.501 €
Prognose 2015
-303.193 1.061.179 86.657 5.365
€ € € €
Verschil begr vs prognose
56.976.000 34.376.000 1.331.000 10.000
€ € € €
627.000 370.000 -18.000 1.000
343.499 €
2.218.000 €
€ €
5.371 € 30.919 €
5.371 30.919
5.371 30.919
-
€ €
103.202.000 € 29.985.000 €
104.296.045 € 24.497.413 €
559.955 € 5.487.587 €
104.856.000 € 29.985.000 €
1.654.000 -
€
227.118.000 €
222.547.240 € 98,0%
7.241.050 €
229.788.290 €
2.670.290
Kwijtschelding * watersysteemheffing ingezetenen * zuiveringsheffing huishoudens
€ €
-5.353.000 € -9.804.000 €
-4.159.468 € -6.386.550 €
-1.271.032 € -3.559.450 €
-5.430.500 € -9.946.000 €
-77.500 -142.000
Oninbaar (exclusief toevoeging voorz.)
€
-3.088.000 €
-397.776 €
-2.690.224 €
-3.088.000 €
Totaal belastingen
€
208.873.000 €
211.603.447 €
-279.657 €
211.323.790 €
2.450.790
€ 210.635 € € 1.500 € 279.700- € 211.535.900 €
-14.366 -248.500 2.187.900
Bruto-opbrengst Opgelegd in percentage van bruto-opbrengst
-
Overige belastingen Precario Leges Totaal opbrengsten Totale netto-opbrengst vorige jaren Totaal
Belastingen: HHDelfland Nog op te leggen voorgaande jaren Watersysteemheffing * ingezetenen * gebouwd * ongebouwd * natuurterreinen
€ € €
225.000 250.000 209.348.000
€
6.371.000
€
215.719.000
Balanspost 2014
€ 210.635 € 1.500 € 211.815.600
€
€
687.900
€
5.645.700
€
6.333.500
€
€ 212.503.500
€
5.366.000
€ 217.869.400
€
Opgelegd t/m juni 15
Nog op te leggen
€ € €
918.000 1.061.000 120.000
€ € €
54.220- € 67.993- € 60.966 € €
* ongebouwd wegen
€
132.000
€
94.265
WVO-B 2008 Zuiveringsheffing bedrijven Zuiveringsheffing huishoudens
€ €
3.450.000 2.177.000
Kwijtschelding Totaal balanspost belastingen
37.500-
2.150.400
Totaal
Verschil begr vs prognose
968.100 1.127.400 78.100 1.600
€ € € €
913.880 1.059.407 139.066 1.600
€ € € €
4.1201.59319.066 1.600
€
93.609
€
187.874
€
55.874
€ € €
65.796 2.066.990 € 283.761- €
1.383.000 2.456.900
€ € €
65.796 3.449.990 2.173.139
€ € €
65.796 103.861-
€
1.506.000- €
1.282.209- €
1.770.251- €
264.251-
€
6.352.000
€
Precario Leges
€
19.000
€ €
Totale netto-opbrengst vorige jaren
€
6.371.000
€
599.836
488.042- €
€
5.620.667
€
6.220.503
€
131.497-
264- € 88.300
25.000
€ €
24.736 88.300
€ €
5.736 88.300
5.645.700
€
6.333.500
€
37.500-
Overige belastingen
687.900
€
51