BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG. ontwerp

BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG ontwerp

Bestemmingsplan Balk - Verbindingsweg

Code 071806 / 12-12-08

GEMEENTE GAASTERLÂN - SLEAT 071806 / 12-12-08 BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG TOELICHTING INHOUDSOPGAVE

blz

1.

INLEIDING

1

1. 1. 1. 1.

1. 2. 3. 4.

1 1 2 2

2.

BELEIDSKADER

2. 1. 2. 2. 2. 3. 3.

Aanleiding Huidige situatie Vigerende planologische regeling Leeswijzer

Nationaal beleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid

UITGANGSPUNTEN

3. 1. 3. 2. 3. 3.

Aanleiding verbindingsweg De randvoorwaarden Het ontwerp

3 3 3 5 7 7 7 7

4.

MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN

10

4. 4. 4. 4. 4. 4. 4.

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

10 11 11 12 13 14 14

5.

PLANBESCHRIJVING

16

5. 5. 5. 5. 5.

1. 2. 3. 4. 5.

16 16 16 17 17

6.

UITVOERBAARHEID

6. 1. 6. 2. 6. 3.

Milieuaspecten Waterparagraaf Archeologie Ecologie Externe veiligheid Luchtkwaliteit Kabels- en leidingen

Het juridische systeem Digitaal bestemmingsplan Nieuwe Wet ruimtelijke ordening De bestemmingen Dubbelbestemmingen

Maatschappelijke uitvoerbaarheid Grondexploitatie Economische uitvoerbaarheid

Bijlage 1

Geluidsberekening

Bijlage 2

Reactienota Balk - Verbindingsweg

18 18 19 19

07-18-06

blz 1

1. INLEIDING 1. 1. Aanleiding Voor u ligt het bestemmingsplan Balk - Verbindingsweg dat een juridisch planologisch kader geeft voor de aanleg van een nieuwe verbindingsweg bij Balk. Het plangebied is gelegen in het buitengebied ten zuidoosten van Balk, tussen de N359 (Suderséwei) en Wikelerdyk / Jachtlustweg. Het plangebied grenst aan de zuidzijde aan de Munnikeleane (zie rode kader in figuur 1).

Figuur 1.

Plangebied Balk - Verbindingsweg

Met dit bestemmingsplan wordt ingespeeld op de behoefte voor een betere afstroming van het verkeer. De verbetering van de afstroming van het verkeer is onder meer nodig vanwege toename van verkeer door onder andere nieuwe woningbouw en uitbreiding van recreatiegebieden aan de oostzijde van Balk, en ten behoeve van de ontsluiting van het centrum van Balk. Door de nieuwe verbindingsweg wordt voorkomen dat de verkeersveiligheid en bereikbaarheid van Balk in het gedrang komen. 1. 2. Huidige situatie Het plangebied is tot op heden gebruikt voor agrarische doeleinden en bestaat voornamelijk uit gras, sloten en greppels. Het landschap wordt gekenmerkt door openheid.

Bestemmingsplan Balk - Verbindingsweg Status: Ontwerp / 12-12-08

Buro Vijn B.V.

blz 2

07-18-06

Direct ten zuiden van het plangebied ligt de Munnikeleane, een landbouwweg. Deze weg sluit direct aan op de Wikelerdyk / Jachtlustweg aan de oostzijde, maar heeft geen rechtstreekse aansluiting op de Suderséwei aan de westzijde. De Suderséwei mag vanaf de Munnikeleane alleen overgestoken worden, dit is verduidelijkt door middel van borden die een verplichte rijrichting aangeven. 1. 3. Vigerende planologische regeling Het plan is momenteel bestemd in Bestemmingsplan Buitengebied 2004 (vastgesteld in 2005), het heeft daarin de bestemming Agrarisch gebied in een open landschap. Die bestemming is voornamelijk bedoeld voor de uitoefening van het agrarische gebruik. De bepalingen ten behoeve van aanlegvergunningen geven de mogelijkheid voor de aanleg van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2, mits voor agrarisch gebruik. De nieuwe weg is niet slechts voor agrarisch gebruik en past daarom niet binnen de geldende bestemming. De wijzigingsen vrijstellingsbevoegdheden van Buitengebied 2004 bieden ook geen mogelijkheden voor de aanleg van de weg. Aan de noordzijde staat langs het tracé van de toekomstige verbindingsweg, een aanvullende bestemming Nutsleidingen - Hoofdwaterleiding op de bestemmingsplankaart van Buitengebied 2004. Deze bestemming verdient aandacht in het voorliggende bestemmingsplan. Niet gelegen in het plangebied, maar wel van belang, is de aanduiding Aandachtzone wegen (30), die op de N359 ligt. Deze zone geeft het aantal meters (30) aan, dat nodig is voor de bescherming en het doelmatig functioneren van de weg. Deze zone wordt niet opgenomen in dit bestemmingsplan. 1. 4. Leeswijzer Het bestemmingsplan is als volgt opgebouwd. In het volgende hoofdstuk (2) zal in eerste instantie ingegaan worden op het vigerende beleid dat als kader dient voor dit bestemmingsplan. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de uitgangspunten neergezet die in dit bestemmingsplan een juridische vertaling krijgen. Daarnaast moet met de uitwerking van de plannen rekening worden gehouden met de aanwezige milieu- en omgevingsaspecten waar de plannen invloed op kunnen hebben. Deze komen aan bod in hoofdstuk 4. Op basis van het beleid, de uitgangspunten en de milieu- en omgevingsaspecten, vindt in hoofdstuk 5 een vertaling plaats naar de planregels en de verbeelding van het bestemmingsplan. In hoofdstuk 6 zal tenslotte nog ingegaan worden op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.

Buro Vijn B.V.


07-18-06

blz 3

2. BELEIDSKADER 2. 1. Nationaal beleid Nota ruimte De Nota Ruimte (formeel in werking sinds 27 februari 2006) bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020, met een doorkijk naar 2030. Water, natuur en landschap Wat betreft de beleidsthema’s water, natuur en landschap, ligt de rijksverantwoordelijkheid onder meer bij grote rivieren en grote wateren, de kust, de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden, de Natuurbeschermingsgebieden, de Ecologische Hoofdstructuur, Werelderfgoedgebieden en Nationale Landschappen. De gemeente Gaasterlân - Sleat maakt deel uit van het Nationaal Landschap Zuidwest-Friesland. Voor een Nationaal Landschap geldt een “ja, mits-principe”. Dit houdt in dat er wel ontwikkelingen mogelijk zijn, maar dat hierbij de kwaliteiten van de Nationale Landschappen behouden moeten blijven of zelfs moeten worden versterkt. Dit principe is voor het onderhavige bestemmingsplan van toepassing. Het landschap is voor de gemeente een belangrijk aspect, er is daarom gekozen voor een goede inpassing van het plan in het landschap (zie ook hoofdstuk 3). 2. 2. Provinciaal beleid Streekplan Fryslân Het ruimtelijk beleid van de provincie vormt een belangrijk kader voor het gemeentelijk (bestemmingsplan)beleid. Dit is onder meer neergelegd in het Streekplan Fryslân, vastgesteld op 13 december 2006. De provincie Fryslân zet meer dan voorheen in op de verhoging van de ruimtelijke kwaliteit bij veranderingen in het gebruik en de inrichting van de ruimte. Ruimtelijke kwaliteit dient zowel voor economische, sociale als culturele belangen en is daarmee voor alle functies in Fryslân essentieel. Met ruimtelijke kwaliteit wordt bedoeld dat in ruimtelijke plannen, in ontwerpen en in de uitvoering expliciet de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde in stand worden gehouden en verder worden ontwikkeld. Ondanks de verweving tussen steden en platteland wordt er nog steeds een grote waarde gehecht aan onderscheid tussen de dynamiek en intensiteit van steden en de rust en de ruimte van het gebied eromheen. Deze onderscheiden kwaliteiten moeten behouden blijven en waar mogelijk worden versterkt. Balk is in het Streekplan aangewezen als één van de regionale centra. Deze centra hebben een duidelijke regionale verzorgingsfunctie en vormen essentiële schakels tussen de vele kleine kernen in hun omgeving en de stedelijke centra.


Buro Vijn B.V.

blz 4

07-18-06

Figuur 2.

Structuurschets Balk

Figuur 3.

Ruimtelijk Raamwerk

Buro Vijn B.V.


07-18-06

blz 5

Naast de toeristische betekenis van Balk, is het dorp een concentratiepunt voor voorzieningen, bedrijven en wonen in de regio. Uitgangspunten voor het beleid zijn bundeling en concentratie van wonen en werken en een robuust draagvlak voor voorzieningen door: • een goede ruimtelijke positionering en situering van regionaal georiënteerde voorzieningen. Behoud en versterking van een attractief en bereikbaar kernwinkelgebied is belangrijk; • behoud en verdere ontwikkeling van aantrekkelijke woonmilieus voor opvang van de woningbehoefte in de regio. Uitgegaan wordt van een meer dan evenredige woningtoename in de regionale centra; • het op kwaliteit houden van bestaande bedrijventerreinen en het op voorraad aanleggen van nieuwe, goed bereikbare bedrijventerreinen, zodat een wervend vestigingsmilieu voor (boven)lokale en regionale bedrijven aanwezig is. Tussen de regionale centra die zijn aangewezen door de provincie bestaan aanzienlijke verschillen wat betreft aard, schaal en potenties. De gemeenten krijgen de ruimte om de regionale potenties in te zetten. In de algemene visie voor Zuidwest-Fryslân is meer nadrukkelijk aangegeven dat met infrastructurele maatregelen wordt gestreefd naar verbetering van de doorstroming van bestemmingsverkeer en doorgaand verkeer. Ook is daarin aangegeven dat binnen het Nationaal Landschap ZuidwestFryslân ingezet wordt op versterking en ontwikkeling van de bijzondere landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten. 2. 3. Gemeentelijk beleid Het gemeentelijk beleid ten aanzien van de ruimtelijke ontwikkeling van Balk is vervat in de Structuurschets Balk 2005. Als uitwerking van dit plan is vervolgens een ontwikkelingsvisie opgesteld, Bouwen aan Balk, waarin (woningbouw)plannen verder zijn onderzocht. Structuurschets Balk 2005 De Structuurschets Balk 2005 (zie figuur 2) is een actualisering van de uit 1995 daterende structuurschets. In de structuurschets wordt een beeld gegeven van de ontwikkelingen in de komende 10 jaar. In deze visie worden oplossingsrichtingen aangegeven voor de ontsluitingsproblematiek en worden gebieden aangegeven waar een bepaalde ontwikkeling op het gebied van wonen, werken en voorzieningen kunnen plaatsvinden. Door de komst van nieuwe woningen en uitbreiding van bepaalde voorzieningen in met name het zuidoostelijke deel van Balk, wordt voorzien dat op verkeersgebied knelpunten ervaren gaan worden. Om verdere dichtslibbing van bestaande wegen te voorkomen, zet de Structuurschets onder andere in op de aanleg van een zuidelijke verbindingsweg.


Buro Vijn B.V.

blz 6

07-18-06

Bouwen aan Balk Als tussenstap van de Structuurschets naar het bestemmingsplan is gekozen voor het opstellen van een “Ruimtelijk raamwerk” (zie figuur 3). In dit plan zijn de meest actuele beleidsontwikkelingen meegenomen en worden op structuurniveau richtinggevende uitspraken gedaan over waar en hoe gebouwd gaat worden, waar infrastructuur (water en wegen) wordt aangelegd, hoe met de landschappelijke inpassing dient worden omgegaan e.d.. Alle werkzaamheden (de voorbereiding end e uitvoering) van het Ruimtelijk raamwerk vallen onder het project met de werknaam: “Bouwen aan Balk” dat daarnaast ook de aanpak van de sociaal-culturele voorzieningen, en de herinrichting van het bestaande winkelgebied in zich heeft. Met de nieuw aan te leggen weg tussen de provinciale weg N 359 en de Jachtlustweg wordt een nieuwe verbinding gemaakt aan de zuidzijde van Balk waarmee enerzijds een antwoord wordt gegeven op de bestaande verkeersproblematiek in het centrum van Balk rond de Teernstrabrug en anderzijds een oplossing wordt geboden voor het sluipverkeer op de Lynbaan. De aanleg van deze verbinding was al voorzien bij de ontwikkeling van de woonwijken aan de zuidzijde van Balk. Het verkeersonderzoek dat is uitgevoerd ten behoeve van de nieuwe structuurschets Balk onderbouwt de noodzaak van deze verbindingsweg ook vanwege de nieuwe woningbouw op Havendiken en de Groene wal.

Buro Vijn B.V.


07-18-06

blz 7

3. UITGANGSPUNTEN 3. 1. Aanleiding verbindingsweg In 2004 heeft een verkeersonderzoek 1) plaats gevonden. Dit onderzoek maakt deel uit van de studie naar de toekomstige verkeersstructuur die past binnen de ruimtelijke Structuurschets Balk 2005. In de structuurschets worden enkele ruimtelijk ontwikkelingen in Balk verwacht, waardoor de verkeersdruk op bestaande wegen in en rond Balk verder toeneemt. Het doel van het onderzoek was de (on)mogelijkheden van een volledige rondweg te onderzoeken. Uit het onderzoek is gekomen dat een volledige rondweg niet zinvol / te zwaar is voor Balk. Wel wordt het noodzakelijk geacht het zuidelijke deel, de verbindingsweg, te realiseren. Hiermee wordt een groot deel van de toenemende verkeersproblematiek opgelost. 3. 2. De randvoorwaarden In eerdere voorstellen lag de verbindingsweg direct aan de bebouwde kom van Balk. Naar aanleiding van bezwaren tijdens de toenmalige planologische procedure is besloten het tracé te verleggen tot de locatie direct ten noorden van de Munnikeleane. De verbindingsweg komt ten zuiden van een hoofdwaterleiding, om het gebied ten noorden van die leiding vrij te houden voor eventuele woningbouw. De weg wordt uitgevoerd in asfalt en krijgt een 60 km/uur-regiem, dit komt de verkeersveiligheid en woningbouwmogelijkheid aan de noordzijde ten goede. Vanwege de (toekomstige) functie als hoofdontsluiting van het centrum en oostelijk woongebied van Balk, is het belangrijk dat deze weg voldoende breedte krijgt. Agrarisch verkeer en langzaam verkeer gaan geen gebruik maken van de nieuwe verbindingsweg, maar worden door middel van verbodsborden verwezen naar de Munnikeleane. 3. 3. Het ontwerp De nieuwe weg komt te liggen in het buitengebied ten zuiden van Balk. Hoewel het de bedoeling is om op den duur aan de noordzijde nog woningen te realiseren, ligt de weg nu nog in een open agrarisch gebied. Een goede ruimtelijke inpassing is daarom belangrijk. De weg krijgt een belangrijke functie voor het dorp Balk, het ontsluit het centrum en de (nieuwe) woongebieden aan de zuidoostzijde van het dorp. De weg bestaat uit twee rijbanen, met ieder een breedte van 2,75 meter, de totale breedte is dus 5,50 meter.

1)

Goudappel Coffeng, Verkeersproblematiek Balk – Werkdocument verkeerskundige invulling structuurschets, 2004.


Buro Vijn B.V.

blz 8

07-18-06

Op een afstand van circa 4 meter vanaf de wegkant, komt aan weerszijden van de weg een greppel (zie figuur 4).

Figuur 4.

Wegontwerp september 2008

De aansluiting van de nieuwe verbindingsweg met de Wikelerdyk / Jachtlustweg aan de noordzijde bestaat uit een rotonde. Aan de zuidzijde ligt de provinciale weg N359. De verbindingsweg wordt daarop aangesloten door middel van een afritconstructie. Dat betekent dat de N359 vanaf de zuidzijde (Lemmer) een afrit krijgt en vanaf de noordzijde een afslagstrook op de rijbaan (zie figuur 5). De maximumsnelheid van de N359 wordt ter hoogte van de aansluiting verlaagd van 100 km/uur naar 70 km/uur.

Figuur 5.

Uitsnede aansluiting N359

Buro Vijn B.V.


07-18-06

blz 9

Landschappelijke inpassing Het doel is om het landschap zo weinig mogelijk aan te tasten. Bestaande groenelementen worden zo veel mogelijk gehandhaafd, waardoor een goede landschappelijk inpassing gegarandeerd wordt. De weg is gelegen in een open landschap. De openheid van het landschap is het uitgangspunt voor de landschappelijke inpassing van de weg, daarom worden geen bomen geplant langs de weg. Een uitzondering hierop vormen de aansluitingen op de bestaande wegen. Rond de rotonde, bij de aansluiting op de Jachtlustweg/Wikelerdyk wordt beplanting aangeplant.


Buro Vijn B.V.

blz 10

07-18-06

4. MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN In dit hoofdstuk wordt een weergave gegeven van de verschillende omgevingsaspecten waaraan het plan getoetst moet worden. Belangrijke aspecten die van toepassing zijn op dit plan zijn: milieu, water, archeologie, ecologie, externe veiligheid en kabels en leidingen. 4. 1. Milieuaspecten 4.1.1. Bodem In het kader van het bestemmingsplan is inzicht nodig in de milieukwaliteit van bodem- en grondwater. Hiervoor is de Signaleringskaart potentiële bodemverontreiniging (2007) van de provincie Fryslân een eerste middel. Uit die kaart blijkt dat in het plangebied twee gedempte sloten aanwezig zijn waarin verontreiniging aanwezig kan zijn. In het gebied is geen bodemonderzoek uitgevoerd. Voor de locatie geldt echter ook dat het gebied valt binnen de zone zand zoals opgenomen in de Bodemkwaliteitskaart Zuidwest Friesland. Voor deze zone geldt een vrijstelling voor het uitvoeren van onderzoek. 4.1.2. Geluid Geluidhinder wegverkeer Voor de realisatie van de verbindingsweg dient rekening gehouden te worden met het gestelde in de Wet geluidhinder (Wgh). Hierin is het streven vastgelegd dat om de weg liggende woningen geen hogere belasting dan 48 dB, de voorkeursgrenswaarde, op de gevel hebben. De Wgh schrijft voor dat iedere weg een bijbehorende zone heeft, waarbinnen akoestisch onderzoek gedaan moet worden. Wegen en woonstraten waar een maximumsnelheid van 30 km/u geldt, hebben echter geen wettelijke zone. Ook wegen waarop de verkeersintensiteit dermate laag is dat de 48 dB-grens op minder dan 10 meter uit de as van de dichtstbijzijnde rijstrook ligt, zijn niet zoneplichtig. De N359 en Wikelerdyk / Jachtlustweg zijn zoneplichtig. Omdat de nieuwe verbindingsweg een maximumsnelheid van 60 km/uur toestaat, is deze weg zoneplichtig. Voor de nieuwe verbindingsweg is een geluidsberekening 2) gedaan. Uit de berekening blijkt dat de 48 dB-contouren variërend op een afstand van 29 tot 32 meter uit het hart van de weg liggen. Binnen deze contour zijn op dit moment geen woningen aanwezig. De berekening is toegevoegd in bijlage 1 bij deze toelichting. Bij eventuele nieuwbouw van woningen dient buiten de contour gebouwd te worden. Het is echter ook mogelijk om dichter bij de weg te bouwen, mits de exacte gevelbelasting voor die woningen wordt bepaald en geluidswerende maatregelen worden getroffen. 2)

Goudappel Coffeng, Geluidsberekening geplande rondweg Balk, kenmerk GST007/Cps/ 0035, 26 februari 2008.

Buro Vijn B.V.


07-18-06

blz 11

4. 2. Waterparagraaf In het kader van de Watertoets wordt in deze paragraaf aandacht besteed aan de uitgangspunten voor het water in het bestemmingsplan. Voor het wateradvies is het bestemmingsplan voorgelegd aan het Wetterskip Fryslân. Daarbij is genoemd dat het belangrijk is om de waterafvoer van de nieuwe verharding goed te regelen. Het Wetterskip houdt hierbij aan dat voor iedere vierkante meter verhardingsoppervlak, 0,10 m2 open water aangelegd moet worden (10% regeling). Aan weerzijden van de nieuwe weg worden watergangen aangelegd, waarmee ruimschoots voldaan kan worden aan de gestelde voorwaarde. Het water in deze watergangen kan op een vlotte manier wegstromen naar bestaand open water. Een goede afvoer van water is hiermee gegarandeerd. 4. 3. Archeologie In 1992 werd het Europese Verdrag van Malta ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder ook Nederland, met als doel om het (Europese) archeologisch erfgoed veilig te stellen. Dit moet met name gestalte krijgen in het ruimtelijke ordeningsbeleid, wat betekent dat bij de voorbereiding van bestemmingsplannen meer aandacht moet worden besteed aan de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden en dat een beschermende regeling moet worden opgenomen ten aanzien van die archeologische waarden. Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is in 2007 de Monumentenwet gewijzigd. De bescherming van archeologische waarden is geregeld in de nieuwe Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ), die deel uitmaakt van de Monumentenwet. De kern van de WAMZ is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De provincie Fryslân heeft, als hulpmiddel voor het bepalen van eventuele archeologische waarden in een plangebied, de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) vastgesteld. De FAMKE bestaat enerzijds uit de Archeologische Monumentenkaart (AMK), waarop de reeds bekende archeologisch waardevolle gebieden staan aangegeven, en anderzijds uit de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW), met daarop de kans op het aantreffen van archeologische waarden. Voor de periode steentijd - bronstijd geeft FAMKE voor het plangebied aan, dat een quickscan gewenst is, wanneer sprake is van ontwikkelingen in het gebied. Voor de periode ijzertijd – middeleeuwen is dit een karterend onderzoek 3. Op basis van deze aanwijzingen is voor het plangebied een archeologische verwachtingskaart opgesteld. Deze wordt hierna besproken.


Buro Vijn B.V.

blz 12

07-18-06

Archeologische verwachtingskaart Naar aanleiding van de Structuurschets Balk 2005 is een archeologische verwachtingskaart 3) opgesteld. Voor een deel van het plangebied geldt een hoge kwalitatieve archeologische verwachting. De kwantitatieve verwachting voor het plangebied is (groten)deels laag en deels hoog. Vanwege die resultaten wordt aanbevelen om een verkennend archeologisch booronderzoek en een karterend archeologisch booronderzoek uit te voeren, rond boringen waar een podzolbodem aanwezig is. Daarbij gaat het om een podzolbodem, waarvan de Een B-horizont nog intact zijn. Archeologisch vooronderzoek In augustus 2007 is een archeologisch vooronderzoek 4) gedaan voor drie locaties bij Balk, waaronder ter plaatse van de nieuwe verbindingsweg. Naast een bureauonderzoek is tijdens het vooronderzoek in een deel van het plangebied geboord. Tijdens die boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Een vervolgonderzoek wordt dan ook niet aanbevolen. De voorziene aanleg van de weg, kan zonder bezwaar worden uitgevoerd. 4. 4. Ecologie Op grond van de Natuurbeschermingswet is in Nederland een groot aantal Natura 2000-gebieden aangewezen, waarvoor momenteel de vaststellingsprocedure loopt. Op dit moment is de procedure tot aanwijzing van de Natura 2000-gebieden nog niet afgerond; naar verwachting worden de aanwijzingsbesluiten eind 2007, begin 2008 door het ministerie van LNV gepubliceerd. Natura 2000 omvat alle gebieden die zijn beschermd op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn. De Natura 2000-gebieden worden beschermd door de Natuurbeschermingswet en behoeven daardoor geen bescherming via het bestemmingsplan. De relatie tussen de Natuurbeschermingswet en het bestemmingsplan is echter gelegen op het punt van de uitvoering van het bestemmingsplan. Dit betekent dat de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan moet worden aangetoond. Het bestemmingsplan moet echter wel rekening houden met de beschermde status van de aangewezen gebieden. Het bestemmingsplan mag geen ontwikkelingen mogelijk maken waarvan verwacht moet worden dat daarvoor geen vergunning wordt verleend op basis van de Natuurbeschermingswet. Het plangebied is op enige afstand van het Natura 2000-gebied De Fluessen gelegen. Door de ligging van het plan ten opzichte van de Fluessen wordt geen negatieve invloed verwacht op ecologische waarden. 3)

4)

RAAP, Plangebied Balk, archeologische verwachtingskaart, RAAP-notitie 709, mei 2004. RAAP, Drie plangebieden te Balk, Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en i inventariserend veldonderzoek, RAAP-notitie 2343, augustus 2007.

Buro Vijn B.V.


07-18-06

blz 13

Op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en de Flora- en faunawet is inzicht nodig in de mogelijke effecten van het plan op de aanwezige ecologische waarden. Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijn (gebiedsbescherming) De Vogelrichtlijn is gericht op het beschermen van de in het wild levende vogelsoorten en op de instandhouding van de habitats die het leefmilieu voor deze soorten vormen. De Habitatrichtlijn is gericht op het in stand houden van natuurlijke en halfnatuurlijke habitats en de bescherming van wilde flora en fauna. De soortenbeschermingsregeling van de Vogel- en Habitatrichtlijn is volledig geïmplementeerd in de Flora- en faunawet. Flora- en faunawet (soortenbescherming) Op grond van de Flora- en faunawet mogen beschermde dieren en planten, die in de wet zijn aangewezen, niet gedood, gevangen, verontrust, geplukt of verzameld worden en is het niet toegestaan om nesten, te vernielen of te verstoren. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor (bedreigde) soorten die vermeld staan op Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijstsoorten opgenomen, in deze bijlage, zijn de ontheffingsvoorwaarden zeer streng. Ecologisch onderzoek Voor het plangebied is in 2004 een ecologisch onderzoek uitgevoerd 5). Het plangebied ligt deels in het onderdeel Woongebied Munnikeleane. Met de nieuwe verbindingsweg is in het onderzoek rekening gehouden. Het plangebied heeft zelf geen status als Speciale beschermingszone in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Er zijn geen relaties tussen de Speciale Beschermingszones in de wijde omgeving en het plangebied en effecten zijn daarom niet te verwachten. Uitvoering van het plan stuit niet op bezwaren in het kader van de gebiedsbescherming volgens de Vogelen Habitatrichtlijn. Voor vogels kan geen ontheffing worden verleend in het kader van de Flora- en faunawet. Dit betekent dat altijd buiten het broedseizoen moet worden begonnen met de werkzaamheden die verstoring van nesten teweeg kunnen brengen. 4. 5. Externe veiligheid Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) is op 27 oktober 2004 in werking getreden. Het BEVI is in 2007 herzien; de afstanden met betrekking tot bestaande situaties zijn hierin verkleind ten opzichte van nieuwe situaties. Het besluit heeft gevolgen voor de ruimtelijke ordening en dus ook voor het bestemmingsplan.

5)

Altenburg & Wijmenga, Ecologische beoordeling van de structuurschets Balk, A&W rapport 482, 2004.


Buro Vijn B.V.

blz 14

07-18-06

Bij het plannen van risicogevoelige objecten (bijvoorbeeld woningen) in de omgeving van een risicovolle inrichting moet op basis van het BEVI op bindende wijze rekening gehouden worden met de mogelijke invloed van die inrichting. Op grond van het besluit gelden bepaalde normeringafstanden tussen risicovolle en risicogevoelige functies. Voor de bepaling van de risicogevoelige en risicovolle inrichtingen in het plangebied kan onder meer gebruik worden gemaakt van de Risicokaart van de provincie Fryslân.` De verbindingsweg is zelf geen risicovol object. En omdat er geen transport van gevaarlijke stoffen over de weg plaatsvindt, levert de weg vanuit het oogpunt van de externe veiligheid, geen belemmeringen op voor de omwonenden. 4. 6. Luchtkwaliteit Sinds 15 november 2007 geldt de Wet luchtkwaliteit (Wlk) als onderdeel van de Wet Milieubeheer (titel 5.2 in de WM). Met de inwerkingtreding van deze wet, is het Besluit luchtkwaliteit 2005 (Blk) vervallen. Onder het voorheen geldende Blk dienden alle besluiten met gevolgen voor de luchtkwaliteit te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtverontreinigende stoffen. Met de invoering van het criterium ‘niet in betekenende mate’ (= artikel 5.16 lid 4 WM) hoeven besluiten die onder dat criterium vallen niet meer te worden getoetst aan die grenswaarden. Er kan in die gevallen worden volstaan met het aannemelijk maken dat het voorgenomen project qua omvang beneden de in de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’ (Nibm) genoemde aantallen te bouwen woningen of vierkante meters bruto vloeroppervlak of andere begrenzingen blijft, dan wel het aannemelijk maken dat de concentratietoename ten gevolge van het betreffende besluit niet de 3%-grens (of tijdelijke 1%-grens) overschrijdt. Bij het onderhavige bestemmingsplan is geen sprake van nieuwbouw van woningen. Bovendien wordt, door de komst van de verbindingsweg, de hoeveelheid wegverkeer over meer wegen verdeeld. In verhouding neemt de hoeveelheid wegverkeer, en daarmee de belasting op de luchtkwaliteit, af. Hierdoor kan worden afgezien van het doen van onderzoek met betrekking tot de luchtkwaliteit. Bij voorbaat kan worden aangenomen dat voor het onderhavige bestemmingsplan de concentratietoename niet hoger wordt dan 1,2 microgram per kuub (3% grens), respectievelijk 0,4 microgram per kuub (1% grens). 4. 7. Kabels- en leidingen In het plangebied loopt een hoofdwaterleiding. Binnen 10 meter aan weerszijden van deze leiding mogen geen bouwwerken worden gerealiseerd. Het gaat hier niet om bebouwing, maar om de aanleg van een weg.

Buro Vijn B.V.


07-18-06

blz 15

Ten behoeve van die weg moeten echter wel greppels gegraven worden, de hoofdwaterleiding moet daarbij in het oog gehouden worden. Een andere mogelijkheid is de leiding te verleggen. De hoofdwaterleiding wordt als dusdanig overgenomen in het bestemmingsplan.


Buro Vijn B.V.

blz 16

07-18-06

5. PLANBESCHRIJVING 5. 1. Het juridische systeem In de voorgaande hoofdstukken zijn de in het plangebied voorkomende functies, de (eventuele) ontwikkelingen daarbinnen én de uitgangspunten ten aanzien daarvan aan de orde gesteld. Het in de voorgaande hoofdstukken beschreven beleid, krijgt zijn juridische vertaling in bestemmingen. Deze bestemmingen regelen de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden binnen het plan. De bepalingen die betrekking hebben op de te onderscheiden bestemmingen, zijn vastgelegd in de regels en op de verbeelding van het plan. Het bestemmingsplan geeft dus aan voor welke doeleinden de gronden zijn bestemd. 5. 2. Digitaal bestemmingsplan Het bestemmingsplan is opgezet als een digitaal raadpleegbaar plan. Deze digitale versie is bedoeld om de burger "online" informatie te verschaffen omtrent het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties. In het kader van de nieuwe wet- en regelgeving wordt het plan technisch als een digitaal raadpleegbare versie uitgevoerd en voldoet het aan de eisen van de nieuwste versie van het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO). Het plan kan in het informatiesysteem van de gemeente en diverse andere overheden worden ingevoerd en worden ontsloten via internet. Er blijft een analoge (papieren) versie van het bestemmingsplan naast het digitale plan bestaan. Het vaststellen van een digitale versie is vanaf 1 juli 2009 verplicht. 5. 3. Nieuwe Wet ruimtelijke ordening Daarnaast zijn, in verband met de inwerkingtreding van de nieuwe Wro per 1 juli 2008, een aantal essentiële onderdelen in het bestemmingsplan veranderd. Het betreffen onder meer: • het vervallen van de gebruiksbepaling en de strafbepaling. Deze zijn opgenomen in de nieuwe Wro; • een gestandaardiseerde bepaling met betrekking tot het overgangsrecht en de anti-dubbeltelregel. De tekst hiervan is integraal overgenomen uit het nieuwe Bro; • het vervallen van de uitsluiting van de aanvullende werking van de Bouwverordening. Bepalingen met betrekking tot bijvoorbeeld erf- en terreinafscheidingen die vooreerst aan de Bouwverordening konden worden overgelaten, worden nu in het bestemmingsplan geregeld; • binnenplanse vrijstellingen worden nu ontheffingen genoemd.

Buro Vijn B.V.


07-18-06

blz 17

De regels bevatten allereerst een bestemmingsomschrijving. Hierin is per bestemming uitgewerkt voor welk doel of doeleinden de gronden mogen worden benut. Naast de bestemmingsomschrijving zijn in de regels bouwregels, gebruiksregels en aanlegvergunningen opgenomen. In de bouwregels zijn - gerelateerd aan de toegelaten gebruiksfuncties - eisen gesteld aan de hoogte, aard, nadere situering, diepte, enzovoorts van gebouwen en bouwwerken. In de regels is daarnaast een aantal aanlegvergunningenstelsels opgenomen voor het uitvoeren van in de regels omschreven werken en werkzaamheden (hieronder valt niet het bouwen). De gebruiksregels verbieden bepaalde vormen van gebruik binnen een bestemming (specifieke gebruiksregels) dan wel alle gebruik in strijd met de gegeven bestemming (algemene gebruiksregels). 5. 4. De bestemmingen In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de bestemmingen die in dit plan voorkomen. Agrarisch De bestemming Agrarisch beslaat het grootste oppervlak van het plangebied. Binnen deze bestemming kan het agrarisch gebruik worden voortgezet. Door binnen deze bestemming geen gebouwen en in beperkte mate bouwwerken toe te staan wordt gewaarborgd dat de open ruimte behouden blijft. Verkeer Deze bestemming ligt aan de noordrand van het plangebied. Binnen de bestemming Verkeer is het mogelijk wegen en bijbehorende voorzieningen (zoals bermen en sloten) aan te leggen. In het bestemmingsvlak mag slechts in zeer geringe mate bebouwing (bouwwerken) worden gerealiseerd. Deze bebouwing staat ten dienste van het verkeer. 5. 5. Dubbelbestemmingen Leiding – Water De dubbelbestemming Leiding - Water ligt aan de noordrand van het plangebied, deels over de bestemming Verkeer heen. Binnen Leiding – Water is geen bebouwing toegestaan. Bovendien is er voor een groot aantal werken en/of werkzaamheden een aanlegvergunning nodig, onder andere voor graafwerkzaamheden met een diepte van meer dan 30cm onder het maaiveld.


Buro Vijn B.V.

blz 18

07-18-06

6. UITVOERBAARHEID Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheidaspecten van een bestemmingsplan (artikel 3.16 Bro). In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Daarnaast is de grondexploitatie van het plan van belang. 6. 1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli 2008, veranderd de bestemmingsplanprocedure. Zo vervalt in principe de inspraak. Vooroverleg vindt nog wel plaats, maar nu volgens artikel 3.1.1 Bro. Inspraak Omdat de gemeente Gaasterlân-Sleat een inspraakverordening heeft, heeft het voorliggende plan gedurende 6 weken, met ingang van 11 april 2008, ter inzage gelegen. Hierbij is aan belangenorganisaties en burgers de gelegenheid geboden inspraak op het bestemmingsplan naar voren te brengen. In die periode zijn inspraakreacties ingediend, deze zijn door de gemeente voorzien van een reactie 6). Deze reactienota is opgenomen in bijlage 2. Waar nodig is het bestemmingsplan aangepast op de ingediende reacties. Vooroverleg Vooroverleg heeft nog plaatsgevonden volgens artikel 10 van het Bro 1985. De gemeente heeft in het kader van vooroverleg reacties ontvangen van: Commissie van Overleg, Wetterskip Fryslân, KPN, Brandweer Fryslân, Essent, Ministerie van Defensie, Gasunie en Nuon. Ook hierop heeft de gemeente een reactie geformuleerd, deze zijn opgenomen in de reactienota in bijlage 2. De reacties uit het overleg hebben geleid tot enkele wijzigingen in het voorliggende bestemmingsplan. Verdere procedure Het ontwerpbestemmingsplan volgt de uniforme openbare voorbereidingsprocedure die is beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het ontwerpplan wordt gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Een ieder wordt daarbij in de gelegenheid gesteld schriftelijk en/of mondeling zienswijzen op het plan naar voren te brengen. Eventueel ingediende zienswijzen worden voorzien van een passend antwoord. Vervolgens wordt het bestemmingsplan vastgesteld. De publicatie van het vaststellingsbesluit vindt (over het algemeen) plaats binnen twee weken na de vaststelling. Tijdens de daarop volgende inzagetermijn (6 weken) is het mogelijk beroep in te stellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS). Het vaststellingsbesluit treed in werking op de eerste dag nà de dag waarop de beroepstermijn afloopt.

6)

Gemeente Gaasterlân-Sleat, Reactienota Balk – Verbindingsweg, september 2008

Buro Vijn B.V.


07-18-06

blz 19

6. 2. Grondexploitatie Per 1 juli 2008 is, als onderdeel van de Wet ruimtelijke ordening, de Grondexploitatiewet in werking getreden. In de Grondexploitatiewet wordt het voor gemeenten mogelijk gemaakt kosten te verhalen op ontwikkelaars. Hiervoor heeft de gemeente de keuze om dit middels een overeenkomst of een exploitatieplan te doen. De aanleg van een weg valt niet onder de bouwplannen zoals deze opgenomen zijn in artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening, de Grondexploitatiewet is daarom niet van toepassing. Het opstellen van een exploitatieplan in de zin van de Wet ruimtelijke ordening is niet aan de orde. 6. 3. Economische uitvoerbaarheid De gemeente heeft de gronden onder de weg in eigendom en voert het plan zelf uit. De kosten van de realisatie van deze verbindingsweg zijn geraamd op totaal ongeveer €1.550.000 exclusief BTW. De aansluiting van de verbindingsweg op de N359 en de daarbij te realiseren rotonde worden door de Provinsje Fryslân gerealiseerd en gefinancierd. Er is voldoende financiële dekking voor de uitvoering van het plan.

===


Buro Vijn B.V.

BIJLAGE 1 Geluidsberekening

BIJLAGE 2 Reactienota Balk - Verbindingsweg

Reactienota Balk - Verbindingsweg voorontwerp bestemmingsplan Het voorontwerp bestemmingsplan Balk - Verbindingsweg hebben naar aanleiding van het bepaalde in de inspraakverordening ter inzage gelegen gedurende 6 weken met ingang van 11 april 2006. Gedurende deze termijn van ter inzage legging konden ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen (belanghebbenden) hun inspraakreactie kenbaar maken. Er zijn drie inspraakreacties ontvangen. De inhoud van de inspraakreacties en de reactie op de inspraakreacties van het college van Burgemeester en Wethouders worden in dit stuk weergegeven. Voorts is gereageerd door de commissie van overleg ex art. 10 van het Bro. 1985. Ook deze reactie wordt hier samengevat en de reactie van Burgemeester en wethouders wordt weergegeven. Inspraakreactie Buurtbewoners Meerzicht/Jachtlustweg Op 22 mei 2008 is een pro forma inspraakreactie ontvangen waarin wordt gevraagd om een aanvullende termijn om de inhoudelijke inspraakreactie kenbaar te maken. Op 30 mei 2008 is de inhoudelijke inspraakreactie ontvangen. De inspraakreactie gaat in op de volgende punten: 1. Vrijwel het gehele winkelcentrum, de grote bedrijven en een aantal recreatiebedrijven/complexen liggen op de noordkant van de Luts. Het gevolg van de aanleg van de Verbindingsweg is dat de Jachtlustweg/Dubbelstraat als verkeersader gaat fungeren voor o.a. veel vrachtverkeer/recreatieverkeer; 2. De Jachtlustweg is te smal en onveilig om als een verlengstuk van de verbindingsweg te kunnen fungeren en zal tevens als sluiproute worden gebruikt; 3. In diverse voorgaande onderzoeksrapporten werd de Gemeentehuisbrug en Teernstraburg als verkeersknelpunt aangegeven. Door de aanleg van de verbindingsweg zal het verkeer in het centrum bij de gemeentehuisbrug alleen maar toenemen wat in strijd is met het gemeentelijk beleid; 4. Alternatieven zijn niet onderzocht; 5. De N359 wordt steeds meer een weg met oponthoud door zijwegen/rotondes terwijl onlangs in de aanleg van het aquaduct bij Woudsend fors is geïnvesteerd. Welk beleid voert de provincie ten aanzien van de doorstroomfuncties van hoofdwegen? 6. Insprekers geven de voorkeur aan de ontwikkeling van een verbindingsweg ten noorden van Balk. Deze zal ook de zuidzijde ontlasten Reactie van het college van Burgemeester en Wethouders Ad 1. De Verbindingsweg is bedoeld om : 1. de huidige aansluitingen aan noordzijde (Wilhelminastraat) en westzijde te ontlasten van verkeer dat zijn bestemming of herkomst in Balk-zuid heeft; 2. het onderliggende wegennet ten zuidoosten van Balk te ontlasten dat veel hinder ondervindt van verkeer dat gebruik maakt van routes via Wyckel/Bargebek of Sondel/Lynbaen; 3. de knelpunten ter plaatse van de Teernstrabrug en de Gemeentehuisbrug te ontlasten. In het plan van de aanleg van de Verbindingsweg wordt ook rekening gehouden met de verkeerscirculatie in en rondom Balk. Tot doel wordt gesteld om het verkeer zo te leiden dat men aan de juiste zijde van Luts Balk in of uit rijdt. Verkeer dat bestemming of herkomst heeft aan de noordzijde van Balk zal ook in de toekomstige situatie wor1

Ad 2.

Ad 3.

Ad 4.

Ad 5.

den geleid via de aansluiting Balk-noord (Wilhelminastraat). Dit geldt ook voor recreatie- en beroepsverkeer. De vrees voor een extra toename van recreatie- en bevoorradingsverkeer als gevolg van de aanleg van de Verbindingsweg op Jachtlustweg en Dubbelstraat is daarom ongegrond; De huidige wegbreedte van de Jachtlustweg is 5,5 meter. Deze maatgeving is voldoende voor de functie van deze weg, ook in de toekomstige situatie. Bovendien kan het langzaam verkeer gebruik maken van een separaat fietspad. De situatie wordt daarom niet als onveilig beschouwd. De Jachtlustweg (tussen komgrens Balk en Verbindingsweg) zal samen met de Verbindingsweg de toekomstige verbinding vormen tussen de N359 en Balk-zuid. Dit gedeelte Jachtlustweg kan dus niet als sluipweg worden beschouwd. De Verbindingsweg moet tevens de routes van en naar Balk via Wijckel of de Lynbaen verder ontlasten. Het gedeelte Jachtlustweg richting Bargebek zal door deze verbindingsweg juist worden ontlast; De Teernstrabrug en de Gemeentehuisbrug vormen inderdaad knelpunten binnen de verkeerstructuur van Balk (zie ook punt A). De gemeente wil deze beide bruggen ontlasten en daarmee tevens de verkeersveiligheidssituatie ter plaatse (aan weerszijden van de bruggen) verbeteren door het aantal oversteekbewegingen te verlagen. In de huidige situatie is de bewegwijzerde route vanuit en naar het bovenliggende wegennet (de provinciale wegen N359 en N928) geregeld via de Wilhelminastraat (rotonde Balk-noord). Daarnaast is het mogelijk vanuit de rotonde bij Balk om Balk in en uit te rijden (Gaaikemastraat, Balk uit alleen via Tjalke de Boerstrjitte). Een directe bewegwijzerde verbinding tussen Balk ten zuiden van de Luts en de N359 is niet aanwezig. Gemotoriseerd verkeer dat gebruik maakt van de provinciale wegen is dus aangewezen op twee entrees ten noorden van de Luts, ook als men de bestemming heeft in Balk ten zuiden van de Luts. De aanleg van de nieuwe Verbindingsweg heeft ondermeer tot doel om het verkeer dat vanuit of naar Balk-zuid een kortere verbinding met het provinciale wegennet te bieden, zonder dat men gebruik hoeft te maken van de Teernstrabrug en Gemeentehuisbrug. Het totaalplan inzake de Verbindingsweg behelst meer dan alleen het aanleggen van deze weg. Tevens wordt een plan ontwikkeld om de verkeerscirculatie te optimaliseren. Bezoekers aan Balk hebben de mogelijkheid om gebruik te maken van meerdere parkeervoorzieningen in Balk. In de praktijk ligt de parkeerdruk vooral op de parkeerterreinen aan de noordzijde van het centrum, terwijl er ook prima voorzieningen liggen ten zuiden van de Luts, dichtbij het centrum. De Verbindingsweg past juist prima in het beeld om bezoekers aan Balk een zo direct mogelijke verbinding te bieden zonder dat daarbij een oversteek over de Luts noodzakelijk is. Het is ons inziens dus onjuist dat de verkeersdruk op de bruggen zal toenemen en past dus goed in het verkeersbeleid dat de gemeente nastreeft. In 2004 is onderzoek gedaan naar een gehele rondweg rond Balk. In dit rapport werd geconcludeerd dat de verkeersdruk rond Balk niet van dien omvang is dat een volledige rondweg rond Balk een meerwaarde zou hebben. Uit dit onderzoek bleek tevens dat de realisatie van een zuidelijke verbindingsweg wel zinvol zou zijn. Het is de gemeente bekend dat de provincie momenteel bezig is met het opstellen van een visie voor de N359 tussen Leeuwarden en Lemmer. Achterliggende redenen zijn meerdere maatregelen die de afgelopen jaren zijn getroffen op deze provinciale weg die de functie van stroomweg hebben ondermijnd. Met de te ontwikkelen visie wil de provincie bepalen wat de gewenste functie van deze weg moet zijn en welke consequenties dat heeft voor het type en aantal aansluitingen. Ten aanzien van de aansluiting van de Verbindingsweg zijn hierover duidelijke afspraken gemaakt. De provincie heeft zich ten aanzien van de aansluiting van de Verbindingsweg kritisch opgesteld. Het aanvankelijke plan van de gemeente om de Verbindingsweg middels een rotonde aan te sluiten op de N359, is om redenen van de doorstroming van het verkeer tussen Sondel en Balk bewust afgewezen. Afgesproken

2

is dat de bestaande iets noordelijker gelegen aansluiting, die reeds in de jaren negentig is aangelegd voor een soortgelijke zuidelijke verbinding voor Balk, wordt gesaneerd en dat daarvoor in de plaats een nieuwe T-aansluiting, met in- en uitvoegstroken wordt gerealiseerd iets ten noorden van de Munnikeleane. Deze werkzaamheden worden meegenomen in reguliere onderhoudswerkzaamheden aan de provinciale weg. Wij hopen de buurtbewoners Meerzicht/Jachtlustweg voldoende te hebben geïnformeerd naar aanleiding van hun inspraakreactie. De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. Inspraakreactie O. Anema Op 20 mei 2008 is een inspraakreactie ontvangen van O. Anema, Jachtlustweg 30 te Wijckel. De inspraakreactie gaat in op de volgende punten: 1. Door de te dichte situatie van de rotonde op de uitrit van het perceel Jachtlustweg 30 is, in combinatie van de aanwezige bomen, is de uitritsituatie onoverzichtelijk; 2. De Verbindingsweg staat op gespannen voet met de ecologische verbindingszone die functioneert tussen het Slotermeer en de bossen van Ruigahuizen. Een alternatief is er niet; 3. Het voorontwerp bestemmingsplan wijkt op de volgende punten af van het plan zoals gepresenteerd tijdens de informatieavond: a. De wijzigingsmogelijkheid voor de realisatie van een compensatiebos; b. De nieuwe woonwijk Boslust krijgt geen aansluiting op de verbindingsweg; c. Het uitzicht van Jachtlustweg 30 zou slechts gehinderd worden door struiken met een maximale hoogte van 1.50 m. Dit wil inspreker graag vastgelegd zien; d. De ontsluiting van het deel van Balk dat is gelegen ten zuiden van de Luts, verloopt nog steeds via de Teernstrabrug. De nieuwe weg zou juist voor een ontlasting moeten zorgen e. De bocht in de verbindingsweg nabij de rotonde zou zuidelijker te komen liggen; 4. Het open landschap wordt aangetast, terwijl andere initiatieven naar aanleiding hiervan worden afgewezen; 5. De noodzaak van de verbindingsweg is niet aangetoond. Het meeste verkeer op de Jachtlustweg gaat van Balk via Wijckel naar Sint Nicolaasga. Dit verkeer zal geen gebruik maken van de verbindingsweg; 6. Het verkeersrapport stoelt te veel op aannames. De overlast voor de Lynbaen en de Teernstrabrug is betrekkelijk en kan ook middels andere aanpassingen verbeterd worden; 7. Er ontstaat een gevaarlijke oversteek voor fietsers; 8. De woningbouwplannen lijken minder noodzakelijk dan gedacht en lijken ingegeven door de financiële zorgen van de gemeente Gaasterlân-Sleat. 9. Geluid en lichtoverlast van de auto’s op de nabijgelegen rotonde; 10. het aan te leggen bos zal veel insecten met zich meebrengen die ziekten kunnen overbrengen op de schapen en de paarden; 11. een MER-rapport ontbreekt; Inspreker is van mening dat de verbindingsweg een onnodige inbreuk is op de natuur. Er zijn alternatieven die meer in de lijn van de het gemeentelijk beleid liggen.

3

Reactie van het college van Burgemeester en Wethouders Ad 1. De geringe afstand tot de rotonde betekent echter dat de rijsnelheden ter plaatse laag zullen zijn. Ook in de huidige situatie, waarbij geen sprake is van een aansluiting middels een rotonde, doet zich de situatie voor dat verkeer vanaf het erf verminderd zicht heeft op de Jachtlustweg; hierbij liggen de rijsnelheden echter hoger dan in de toekomstige situatie het geval zal zijn. Ons inziens resulteert de aansluiting van de Verbindingsweg op de Jachtlustweg middels een rotonde ten aanzien van de rijsnelheid en in relatie tot de nabijgelegen aansluiting van het erf juist in een verkeersveiligere situatie. Daarnaast wordt de rotonde kleiner uitgevoerd dan is aangegeven in het voorontwerp bestemmingsplan. Hierdoor wordt de overzichtelijkheid verder vergroot en de rijsnelheden verder beperkt. Om inspreker tegemoet te komen is hem aangeboden de onderhavige uitrit te verleggen. Hierdoor kan de afstand van de rotonde tot de uitrit iets vergroot worden waardoor de veiligheid, door verbetering van het zicht in combinatie met de lagere rijsnelheden, verder vergroot wordt. Inspreker zal zelf initiatief moeten nemen richting gemeente indien hij gebruik wil maken van genoemd aanbod. Ad 2. De ecologische verbinding is aangegeven in de Structuurschets Balk. Op de kaarten waarop de ecologische verbinding wordt aangegeven is tevens de verbindingsweg ingetekend. Van meet af aan is rekening gehouden met de aanwezigheid van de verbindingsweg. De verbindingszone zoals aangegeven in de Structuurschets is bedoeld als corridor; geleidende groenelementen waarlangs bijvoorbeeld vleermuizen tussen de bossen en het Slotermeer kunnen migreren. Dit element kan aansluiten bij het lintvormige tracé van de verbindingsweg. De ecologische verbinding die is opgenomen in de structuurschets Balk heeft geen formele status. De zone is niet gerealiseerd en is niet beschermd. Daarom is er geen sprake van een spanning tussen de in de inspraakreactie genoemde zone en de verbindingsweg. Ad 3. a. In de lange termijn visie voor het gebied is op termijn al beplanting voorzien. De wijzigingsbevoegdheid maakt deze mogelijkheid wellicht concreter. Echter, deze mogelijkheid zal alléén worden benut ten behoeve van boscompensatie voor het bos dat zal worden gekapt op het terrein van de voormalige golfbaan. Deze voorwaarde is opgenomen in het bestemmingsplan. Het heeft onze voorkeur om de boscompensatie elders te laten plaatsvinden. Alleen als de voorkeurslocaties voor bosinplant niet kunnen worden benut, zal er boomaanplant plaatsvinden in het plangebied van het onderhavig bestemmingsplan. b. Deze conclusie is terecht voor zover het het gebied betreft waar nu woningbouw wordt voorzien. Bij verdere doorontwikkeling wordt er wel degelijk een of meerdere aantakking(en) op de verbindingsweg gerealiseerd. c. Het is juridisch gezien niet mogelijk de hoogte van bomen vast te leggen in bestemmingsplannen. Wel kunnen wij de met inspreker gemaakte afspraken schriftelijk bevestigen; d. De Jachtlustweg (tussen komgrens Balk en Verbindingsweg) zal samen met de Verbindingsweg de toekomstige verbinding vormen tussen de N359 en Balk-zuid. Dit gedeelte Jachtlustweg kan dus niet als sluipweg worden beschouwd. De Verbindingsweg moet tevens de routes van en naar Balk via Wijckel of de Lynbaen verder ontlasten. Het gedeelte Jachtlustweg richting Bargebek zal door deze verbindingsweg juist worden ontlast;

4

Ad 4.

Ad 5.

Ad 6.

Ad 7.

e. Dit klopt; de bestemmingsplankaart wordt in die zin gecorrigeerd. f. De aanleg van deze weg zal het open landschap niet aantasten. Langs de verbindingsweg worden geen bomen aangeplant. Om de rotonde aan te kunnen leggen zullen drie bomen die deel uitmaken van de lintbebouwing, gekapt moeten worden. Daarnaast wordt de aanleg van de nieuwe rotonde aangegrepen om een aantal minder gezonde bomen te vervangen. De lintbeplanting langs de Jachtlustweg zal zoveel mogelijk gehandhaafd worden. Het lint zal worden doorgetrokken rond de aan te leggen rotonde; De verbinding Wijckel – Balk blijft in de toekomstige situatie gehandhaafd. Van en naar Wijckel zal de bewegwijzering gemotoriseerd verkeer via de N359 wordt leiden. Tevens is in het categoriseringsplan zoals die is opgenomen in het vigerende Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan de route Jachtlustweg – M. van Coehoornweg aangeduid als een erftoegangsweg. Dit houdt in dat op termijn de maximumsnelheid op deze route 60km/u zal bedragen, hetgeen deze verbinding minder aantrekkelijk maakt voor doorgaand verkeer. In de zienswijze wordt gesteld dat de relatie Joure – Balk via Lemmer ondergeschikt is aan dezelfde relatie via St. Nicolaasga. De Verbindingsweg heeft echter niet als doel sec de verkeersdruk als gevolg van het gebruik van de route via St. Nicolaasga te verlagen; dit ligt veel breder. Voor het verkeer uit de richting Lemmer, ongeacht de verdere herkomst of bestemming, vormt de Verbindingsweg in de meeste gevallen juist een snellere verbinding met Balk-zuid. Dit geldt ook voor verkeer van en naar Sondel/Nijemirdum. De aanleg van de Verbindingsweg heeft dus een grotere impact op (de afname van) de hoeveelheid verkeer op het onderliggende wegennet dan in de zienswijze wordt gesteld en is bovendien niet alleen gericht op de route Jachtlustweg – M. van Coehoornweg, maar ook op de Lynbaen, Delbuursterwei en Vogelzangwei en op ontlasting van de Teernstrabrug te Balk. Intensiteiten zijn bepaald op basis van huidige intensiteiten en modelberekeningen door Goudappel Coffeng. Dit zijn inderdaad aannames, maar dat is een gebruikelijke en ook betrouwbare methodiek voor het inschatten van toekomstige intensiteiten. In de zienswijze wordt geschetst dat overlast op Teernstrabrug en Lynbaen meevalt. Op basis van klachten en de gemeten intensiteiten is dit niet een juiste constatering. De in 2003 gemeten aantallen (etmaalintensiteiten werkdag) liggen rondom de Teernstrabrug op 1.600-1.900 mvt’s per etmaal en voor de Lynbaen op 1.400 mvt’s per etmaal. De Teernstrabrug vormt een smalle passage over de Luts en is niet berekend op hoge intensiteiten. Bovendien vindt ter plaatse aan weerszijden van de Luts veel verkeersuitwisselingen plaats van en naar Westein, Raadhuisstraat, Van Swinderenstraat en Gaaikemastraat. In combinatie met de bebouwing die vooral aan Gaaikemastraat/Van Swinderenstraat dicht op de weg staat, zorgt dit voor een drukke onoverzichtelijke situatie. Een afname van de hoeveelheid verkeer op de route Wilhelminastraat-Erasmusstraat zal de verkeerssituatie ter plaatse wel degelijk sterk verbeteren. De overlast kan hier dus niet als betrekkelijk worden beschouwd. Op de Lynbaen is sprake van een andere situatie. Deze weg wordt in toenemende mate gebruikt als alternatief – lees: sluiproute – tussen Sondel en Balk. Dit wordt in de huidige situatie al beschouwd als een knelpunt en zonder maatregelen zal dit in de toekomst alleen maar toenemen. Gezien het huidige wegprofiel is de Lynbaen daar niet op berekend, zowel qua onderhoud als verkeersveiligheid. Alternatieve oplossingen als fysieke maatregelen of het ‘knippen’ van deze route leveren nadelige hinder op voor het lokale verkeer en met name het landbouwverkeer. Een goede wegverbinding tussen Sondel en Balk via de provinciale weg N359 en de Verbindingsweg zal het gebruik door sluipverkeer van Lynbaen sterk doen afnemen. Het is onduidelijk of met de fietsoversteek de oversteek bij de provinciale weg wordt bedoeld of de oversteek bij de rotonde Verbindingsweg-Jachtlustweg. In beide situatie is echter sprake van een veilige of verbeterde oversteek.

5

Ad 8.

Ad 9.

Ad 9.

Ad 10.

Oversteek Rûchhústerwei-Munnikeleane: In de huidige situatie is dit een rechte oversteek. Fietsers hebben niet de mogelijkheid om in 2 fasen over te steken, aangezien een middeneiland ontbreekt. In de toekomstige situatie blijft deze rechte oversteek – vlak naast de T-aansluiting gehandhaafd. Met dien verschil dat nu een fysieke middeneiland wordt gerealiseerd, zodat langzaam verkeer in 2 fasen kan oversteken. Bovendien wordt de rijsnelheid op de hoofdrijbaan (N359) ter plaatse verlaagd naar 70km/u. Deze maatregelen zorgen juist voor een verkeersveiligere situatie voor het overstekende langzaam verkeer. Oversteek rotonde Verbindingsweg-Jachtlustweg: De rijsnelheden zullen ter plaatse van de fietsoversteek parallel aan de Jachtlustweg laag liggen en dus geen probleem gaan vormen voor de verkeersveiligheid voor het langzaam verkeer. In het licht van de verwachte krimp van de bevolking, kunnen wij de twijfels omtrent de noodzaak van de nieuwe woningbouw indenken. Echter in de huidige woningmarkt is er nog wel behoefte aan extra woningbouw. De nieuwe woningbouw op Boslust en Havendiken/Groene wal brengt een aanvullende reden met zich mee om de verbindingsweg te realiseren. Wellicht kan, met de aanplant van bomen en/of struikgewas, een groot deel van mogelijke lichthinder weggenomen worden. Vanuit de gemeente is de bereidheid uitgesproken om met aanplant van de beplanting rekening te houden met de wensen van de familie Anema. Met betrekking tot de geluidsbelasting is een onderzoek uitgevoerd. Hieruit is niet gebleken dat wettelijke geluidsnormen en/of richtlijnen door de aanleg van de Verbindingsweg worden overschreden. De wijzigingsbevoegdheid om agrarische gronden te voorzien van de bestemming “Bos” is niet meer opgenomen in het ontwerp-bestemmingsplan. Het bestemmingsplan maakt het niet (meer) mogelijk een bos te realiseren. Hiermee is de aanleiding van onderhavige reactiepunt vervallen. Het project “Verbindingsweg” is niet van dien omvang dat een maken van een milieueffectrapportage noodzakelijk is.

Inspraakreactie Bewoners Jachtlustweg, Munnikeleane Op 21 mei 2008 is een inspraakreactie ontvangen. De inspraakreactie gaat in op de volgende punten: 1.

In de advertentie die op 10 april in de Balkster courant is geplaatst, is niet vermeld om welke artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en Wet ruimtelijke ordening zijn toegepast;

Insprekers zijn van mening dat inspraak reeds heeft plaatsgevonden. Zij verwachten te zijner tijd de officiële bestemmingsplanprocedure aangekondigd te zien in de Balkster Courant. Zij zullen dan reageren. Reactie van het college van Burgemeester en Wethouders Ad 1. Het voorontwerp bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen in het kader van de inspraak. De inspraak heeft plaatsgevonden naar aanleiding van het bepaalde in de inspraakverordening. Aangezien de inspraak los staat van het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening dan wel de Algemene wet bestuursrecht, worden geen artikelen uit deze wetten genoemd in de publicatie in de Balkster Courant.

6

Binnenkort zal het Ontwerp-bestemmingsplan ter inzage worden gelegd. Op deze terinzagelegging zijn de Wet op de ruimtelijke ordening en de Algemene wet bestuursrecht wel van toepassing. De terinzagelegging van het plan zal van te voren worden bekendgemaakt in de Balkster Courant en in de Staatscourant. Het college vindt het spijtig dat de bewoners Jachtlustweg, Munnikeleane niet inhoudelijk willen reageren in het kader van de inspraak. Eventuele aanpassingen aan het plan zijn in dit stadium van de planvorming nog relatief makkelijk door te voeren. De inspraakreactie gaat niet inhoudelijk in op het voorontwerp-bestemmingsplan en geeft daarom geen aanleiding tot wijziging van het plan.

7

Bestemmingsplan Balk - Verbindingsweg Vooroverleg ex artikel 10 Bro 1985 Reactie van de commissie van overleg Op 9 juli 2008 is de reactie van de Commissie van Overleg ontvangen. De commissie van overleg geeft in haar reactie aan in hoofdlijnen met het plan kan worden ingestemd. De Commissie maakt de volgende opmerkingen: 1. De commissie adviseert om in een aparte paragraaf in te gaan op de landschappelijke impact van de weg en de wijze waarop de Verbindingsweg in het landschap zal worden ingepast; 2. De commissie adviseert ter bescherming van eenmaal aangeplat bos een aanlegvergunningstelsel op te nemen; 3. De geluidsberekeningen in het akoestisch onderzoek zijn gebaseerd op de as van de weg. De as van de weg is niet vastgelegd in het bestemmingsplan. Om te voorkomen dat het consequentie niet meer overeenkomt met de feitelijke situatie, adviseert de commissie een dwarsprofiel van de weg op de plankaart aan te duiden en een koppeling te leggen met de voorschriften. 4. Uit het plan blijkt niet dat aan de Wet Luchtkwaliteit wordt voldaan. Daarnaast wordt geadviseerd het advies van het Wetterskip bij de verdere planvorming te betrekken. Tevens wordt geadviseerd om archeologisch onderzoek te doen op de gronden waar boscompensatie plaatsvindt. 5. Er zijn met de provincie afspraken gemaakt over de uitvoering van de aansluiting op de provinciale weg en over de te treffen maatregelen, vanuit het veroorzakersprincipe. De commissie adviseert hiervan in hoofdstuk 6 melding van te maken. Reactie van het college van Burgemeester en Wethouders Ad 1. Aan de landschappelijke impact van het plan is aandacht besteed bij de toelichting op het ontwerp; Ad 2. Aanleiding om de wijzigingsbevoegdheid naar de bestemming “Bos” op te nemen, was de noodzaak voor boscompensatie naar aanleiding van het plan Op ‘e Golfbaan. Nu elders voldoende areaal voor boscompensatie is gevonden, is de wijzigingsmogelijkheid naar de bestemming “Bos” niet meer in het ontwerp-bestemmingsplan opgenomen. Daarmee vervalt tevens de aanleiding om het door de Commissie voorgestelde aanlegvergunningenstelsel op te nemen. Ad 3. Een dwarsprofiel van de weg is op de ruimtelijke verbeelding van het plan opgenomen. Ad 4. In het bestemmingsplan wordt aandacht besteed aan het omgevingsaspect “luchtkwaliteit”. Het advies van het Wetterskip Fryslân zal worden opgenomen in de bijlagen van het bestemmingsplan en zal worden betrokken bij de verdere planvorming. Nu in het bestemmingsplan geen wijzigingsbevoegdheid meer opgenomen wordt ten behoeve van het compensatiebos, is daarmee de aanleiding om hiervoor een archeologisch onderzoek uit te voeren vervallen. Ad 5. Aan dit punt is aandacht besteedt in hoofdstuk 6. Reactie van het Wetterskip Fryslân De enige opmerking die het Wetterskip Fryslân naar aanleiding van het plan heeft betreft de waterberging, om het afstromende regenwater (tijdelijk) op te vangen. Uit het plan wordt niet duidelijk of hiermee rekening gehouden wordt.

8

Reactie van het college van Burgemeester en Wethouders Dit punt zal de aandacht hebben bij de technische uitvoering van het plan. Verder is in de waterparagraaf van het bestemmingsplan aandacht besteed aan de oplossing voor de opvang van het afstromende water. Reactie van KPN KPN wenst een aantal punten met betrekking tot de leidingentracés in het plangebied met de gemeente te bespreken. Reactie van het college van Burgemeester en Wethouders Betreffende punten zijn met KPN besproken. Reactie van Brandweer Fryslân De regionale brandweer Fryslân heeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Reactie van Essent Waarschijnlijk moeten, door de aanleg van de weg, gasleidingen verlegd worden. Essent wil daarom graag in overleg met de gemeente treden. Reactie van het college van Burgemeester en Wethouders Overleg met Essent en overige leidingbeheerders heeft in het kader van de uitvoering plaatsgevonden. De uitkomsten hiervan hebben geen gevolgen voor het bestemmingsplan Reactie van Ministerie van Defensie Het ministerie van defensie geeft aan dat haar inhoudelijke reactie wordt opgenomen in de door de VROM Inspectie Noord gecoördineerde gezamenlijke reactie. Reactie van Gasunie Het plangebied valt buiten de 1% letaliteitsgrens van onze leiding(en). Daarmee staat vast dat de leiding(en) geen invloed heeft (hebben) op de verdere planontwikkeling. Reactie van Nuon Een aantal leidingen zullen verlegd moeten worden. Nuon ontvangt graag de gegevens waarmee een verleggingsplan gemaakt kan worden. Reactie van het college van Burgemeester en Wethouders Er is in overleg getreden met de leidingbeheerders. De leidingen zullen worden verlegd. Dit heeft echter geen gevolgen voor het bestemmingsplan.

9

Ambtelijke aanpassingen In het voorontwerp bestemmingsplan was een grotere rotonde opgenomen bij de aantakking van de Verbindingsweg op de Jachtlustweg. De huidige kleinere rotonde is opgenomen naar aanleiding van overleggen die hebben plaatsgevonden met de familie Swart die nabij de rotonde wonen. Het bestemmingsplan is op dit punt aangepast.

10

BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG. ontwerp

Recommend Documents