Belgen in Nederland en Nederlanders in België Elma van Agtmaal-Wobma1), Carel Harmsen 1), Luc Dal 2) en Michel Poulain 2)
1. Nederlanders in Belgie (2006) en Belgen in Nederland (2007) per 1. gemeente Concentratie-index per land; Belgie en Nederland=100
In België wonen ruim 111 duizend Nederlanders. Dat zijn er drie keer zoveel als andersom: in Nederland wonen 36 duizend Belgen. Het aantal Belgen in Nederland is stabiel en bevindt zich overwegend in de grensstreek en in (studenten)steden. Het motief om te migreren is voornamelijk relatievorming, studie en werk. Het aantal Nederlanders in België is vooral vanaf 2000 vrij sterk toegenomen. Naast relatievorming is een belangrijk motief om (net) over de grens te gaan wonen de beschikbaarheid van goedkopere woningen of een aantrekkelijker en rustiger woonomgeving, bijvoorbeeld in de Ardennen.
Minder dan 50 50 tot 80 80 tot 120 120 of meer
Dit artikel gaat in op de ruimtelijke spreiding, herkomst en migratiemotieven van Nederlanders in België en Belgen in Nederland. De cijfers met betrekking tot de in Nederland wonende Belgen betreffen de eerste generatie: in België geboren personen met ten minste één Belgische ouder. De cijfers over Belgen in Nederland zijn bepaald aan de hand van de CBS-definitie van allochtonen, op grond van het geboorteland van de persoon, diens moeder en diens vader. De cijfers over eerste generatie Nederlanders in België zijn op vergelijkbare wijze bepaald, met als verschil dat geen gebruik is gemaakt van het geboorteland van de ouders – een gegeven dat in de Belgische statistiek niet wordt vastgelegd – maar van de nationaliteit van de ouders bij de geboorte van het kind.
Grensstreek en grote steden Nederland en België delen een lange grens. In het grensgebied is sprake van veel ‘grensoverschrijdend’ contact, en in enkele gevallen doorsnijdt de grens zelfs dorpen. Veel bewoners van deze gebieden vinden ook een partner aan de andere kant van de grens en gaan vervolgens in het nabije buitenland wonen. Een belangrijk deel van de Nederlanders in België, en van de Belgen in Nederland, bevindt zich dan ook in de grensstreek. Hierbij speelt voor Nederlanders in België vooral de aantrekkelijker huizenmarkt, net over de grens, een rol. Belgen komen relatief vaak voor een studie naar Nederland (Harmsen, 2006).
Kaart 1 geeft per Nederlandse gemeente weer hoeveel Belgische inwoners een gemeente heeft ten opzichte van de totale bevolking, in verhouding tot het totale aantal Belgen en het inwonertal in Nederland. Hetzelfde is gedaan voor de Belgische gemeenten, naar aantal Nederlandse inwoners.
1) 2)
Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg. Gédap, Université Catholique de Louvain, Leuven, België.
Bevolkingstrends, 4e kwartaal 2007
De kaart laat voor beide landen duidelijk de concentratie in de grensstreek zien. Het dorp Baarle telt in het Nederlandse deel Baarle-Nassau 30 keer zo veel Belgen als gemiddeld in Nederland, en in het Belgische deel Baarle-Hertog 36 keer zo veel Nederlanders als gemiddeld in België. In de Zeeuwse gemeenten Hulst en Sluis wonen ook meer dan 30 keer zo veel Belgische inwoners als gemiddeld. Woensdrecht en Terneuzen tellen eveneens relatief veel Belgen, 20 keer meer dan gemiddeld. De nabijheid van Antwerpen zal hierbij een rol spelen. In Noord-Brabantse gemeenten als Alphen-Chaam, Zundert, Oosterhout en Cranendonck, en in het Limburgse Eijsden is de concentratie Belgen 6 tot 8 keer zo groot als gemiddeld. Gemeenten buiten de grensstreek met relatief veel Belgen zijn Wassenaar (twee keer zo veel als gemiddeld) en Oegstgeest (anderhalf keer). Dit heeft waarschijnlijk te maken met de nabijheid van Den Haag en met de aanwezigheid van internationale organisaties en bedrijven. Belgische gemeenten met de grootste concentratie Nederlanders (20 keer groter dan gemiddeld) zijn, naast Baarle-Hertog: Hamont-Achel in het meest noordelijke puntje van Belgisch Limburg, onder Eindhoven en ten westen van Weert, de aan Zuid-Limburg grenzende gemeenten Voeren en Lanaken, en de onder Tilburg
47
Belgen in Nederland en Nederlanders in België
gelegen gemeente Ravels. Het aangrenzende Hoogstraten telt ruim 15 keer zo veel Nederlanders als gemiddeld, evenals Essen, nabij Bergen op Zoom. In de ten zuiden van Eindhoven gelegen gemeenten als Kinrooi, Neerpelt en Lommel is de concentratie 10 keer zo groot als gemiddeld. Ook in andere gemeenten nabij de Nederlandse grens wonen relatief veel Nederlanders. Nederlanders wonen vooral in het Vlaamse Gewest van België. Ook het wat verder van de grens gelegen Duitstalige gebied onder Maastricht, met de plaatsen Malmédy, Eupen en St. Vith, zijn populair. Dit gebied ontleent zijn aantrekkingskracht aan de mooie omgeving, vergelijkbaar met de Ardennen. De taal en cultuur liggen dichter bij die van Nederland dan bij die van het Franstalige deel van de Ardennen. Overigens wonen ook daar Nederlanders. Dit geldt vooral voor het oostelijke gedeelte, komend vanuit Nederland het eerste gebied met een bosrijk heuvellandschap. Vanwege de afstand tot Nederland en de grotere Belgische steden wonen hier vooral gepensioneerde Nederlanders. Ook in de Vlaamse kuststreek wonen vrij veel Nederlanders. Deze Vlaamse streek is vermoedelijk minder in trek bij de Walen, waardoor er mogelijk meer vestigingsmogelijkheden zijn voor Nederlanders. De kuststreek is het gebied met een van de hoogste concentraties 65-plussers in België (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, 2007). Brussel kent een vrij grote concentratie
2. Toe- of afname (2006 ten opzichte van 1991) van Nederlanders in 2. België en Belgen in Nederland per regio Index per land; Nederland en België=100 Te weinig waarnemingen 0 tot 50 50 tot 80 80 tot 120 120 of meer
Nederlanders in de oostelijke en zuidelijke delen van de stad. Hier bevinden zich veel Europese en andere internationale instellingen. Tussen 1991 en 2006 is het aantal Nederlanders in België bijna verdubbeld. De toename per arrondissement (met minimaal 250 Nederlanders in 2006) is gerelateerd aan het aantal inwoners en aan de totale groei en bevolking (kaart 2). De afgelopen vijftien jaar is het aantal Nederlanders in België het sterkst toegenomen in delen van de provincies Luxemburg (de arrondissementen Marche-enFamenne en Bastenaken), Limburg (vooral in Maaseik en Tongeren) en Antwerpen. Ook in het oosten van België is het aantal Nederlanders relatief sterk toegenomen. In en rond Brussel, en in enkele kustgemeenten, is het aantal Nederlanders eveneens gestegen. In dezelfde periode is het aantal Belgen in Nederland met slechts 3 duizend toegenomen. Wel zijn er enkele verschuivingen opgetreden. Kaart 2 toont de relatieve groei per COROP-gebied (met minimaal 250 Belgen in 2006). De COROP-gebieden met een universiteitsstad, zoals Delft, Groningen, Utrecht en Twente laten een toename van het aantal Belgen zien. De toename in Flevoland heeft vooral te maken met de sterke bevolkingsgroei in deze periode. Opvallend is de afname in Midden- en ZuidLimburg en Zuidoost Noord-Brabant.
Migranten meestal samen De meeste Belgen in Nederland maken deel uit van een gezin, als kind of ouder. Een op de vijf Belgen woont alleen. Dit is een relatief klein aandeel: van alle Nederlanders woont ongeveer een op de drie alleen. Ook onder de Nederlanders in België is het aandeel alleenstaanden met 16 procent veel kleiner dan in de totale Belgische bevolking, waarvan – evenals in Nederland – een derde alleenwoont (grafiek 1).
1. Totale bevolking België en Nederlanders in België naar huishoudtype % 35 30 25 20 15 10 5 0
Alleenwonend
Nietgehuwd samenwonend
Echtpaar Echtpaar Eenouders zonder met met kinderen ongehuwde ongeh. kinderen kinderen
Totaal België (2005)
Onbekend
Nederlanders in België (2006)
Bron: Rijksregister (toestand op 1 januari) – berekeningen Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie.
48
Centraal Bureau voor de Statistiek
Belgen in Nederland en Nederlanders in België
Echtparen, met of zonder thuiswonende kinderen, zijn oververtegenwoordigd. Mogelijk speelt hier de ruimere beschikbaarheid van betaalbare woningen in de grensstreek een rol.
3. Alleenstaande Nederlanders in België (2006) en alleenstaande 3. Belgen in Nederland (2007) per gemeente Concentratie-index per land; België en Nederland=100 Minder dan 50 50 tot 80
Ongeveer de helft van alle emigranten migreert als ‘niet in gezinsverband levende persoon’. Onder de emigranten naar België bevinden zich naar verhouding iets minder mensen die niet in gezinsverband migreren dan in de totale stroom emigranten uit Nederland. In de periode 1996–2006 is het aandeel naar België emigrerende, niet in gezinsverband levende personen wel toegenomen. De meest waarschijnlijk oorzaak van deze toename is van statistische aard: niet-gehuwd samenwonende personen kunnen in de migratiestatistiek niet afzonderlijk worden onderscheiden. Zij worden als ‘niet in gezinsverband migrerend’ geteld. Juist het aantal niet-gehuwd samenwonenden in Nederland is de afgelopen tien jaar fors gestegen.
80 tot 120 120 of meer
Universiteitssteden De alleenstaande Belgen en Nederlanders zijn geconcentreerd in en rond studentensteden en grotere steden. Kaart 3 geeft de concentratie weer van alleenstaanden. De concentratie in de grensstreek blijft duidelijk zichtbaar, maar de grotere steden en de kleinere steden met een universiteit, zoals Delft, Wageningen, Leiden, Leuven en Gent, vallen nu ook op. In Delft wonen bijna 4 keer zo veel alleenstaande Belgen als gemiddeld, in Leiden 3 keer en Wageningen 2,5 keer. Ook in de grotere steden zijn meer alleenwonende Belgen te vinden. In Leuven wonen bijna 4 keer zo veel alleenstaande Nederlanders als gemiddeld, in Antwerpen 3,5 keer en in Gent en Brussel 1,5 keer. Ook in de gemeenten rondom Brussel zijn vrij veel Nederlanders te vinden die alleenwonen. De alleenstaanden in Brussel wonen iets vaker in de gemeenten ten westen van de stad en minder vaak in het meer welvarende oosten en zuiden.
Belgen vooral uit grensgebied en grote steden Van de in Nederland wonende Belgen in Nederland zijn de geboorteplaatsen bekend. Deze lagen, zoals verwacht, vrijwel allemaal in het Vlaamse Gewest, en dan voorname-
lijk in de grensgebieden met Nederland of in de grote steden. Een op de vijf Belgen in Nederland is geboren in het arrondissement Antwerpen. Verder komen relatief veel Belgen uit de stad Brussel en omliggende gemeenten, en uit de arrondissementen Sint-Niklaas, Turnhout, Gent en Maaseik. Deze gebieden zijn de geboortestreek van telkens 7 tot 8 procent van de nu in Nederland wonende Belgen. De in en rond Brussel geboren Belgen komen vooral uit de – in vergelijking tot de oostelijke en zuidelijke gemeenten – minder welvarende gemeenten ten westen van de stad.
Staat 1 Eerste generatie Belgen in Nederland (2007) en Nederlanders in België (2006) Leeftijdgroep
Nederlanders in België mannen
vrouwen
Belgen in Nederland totaal
mannen
vrouwen
totaal
x 1 000 0–14 15–29 30–44 45–59 60–74 75 jaar of ouder
5,8 6,4 14,6 14,3 9,9 4,0
5,5 7,1 13,9 13,4 10,3 6,3
11,2 13,5 28,5 27,7 20,3 10,3
1,7 2,5 4,6 3,6 2,1 0,7
1,6 3,1 5,7 5,5 2,9 2,2
3,2 5,6 10,3 9,1 5,0 2,9
Totaal
55,0
56,6
111,6
15,1
21,0
36,1
Bron: CBS en Gédap, Université Catholique de Louvain, België.
Bevolkingstrends, 4e kwartaal 2007
49
Belgen in Nederland en Nederlanders in België
Meer Nederlanders in België De eerste generatie Nederlanders in België bestond op 1 januari 2006 uit 55 duizend mannen en bijna 57 duizend vrouwen (staat 1). Het totaal van ruim 111 duizend is drie keer zo groot als het aantal Belgen in Nederland (36 duizend). De emigratie naar België vertoont de laatste jaren een stijgende lijn. De eerste generatie Belgen in Nederland vormt daarentegen een vrij stabiele groep. Van deze populatie is 58 procent vrouw. In de Nederlandse populatie in België is het aantal mannen en vrouwen vrijwel even groot. De oververtegenwoordiging van Belgische vrouwen in Nederland is zichtbaar in alle leeftijdscategorieën vanaf 25 jaar, maar neemt toe met de leeftijd. In de groep van 65 jaar of ouder is 70 procent vrouw. Hierbij speelt de hogere levensverwachting van vrouwen een rol: er zijn inmiddels meer mannen dan vrouwen van de al langere tijd in Nederland wonende Belgen overleden. Mede om deze reden ligt de gemiddelde leeftijd van Belgische vrouwen met 45,5 jaar ook hoger dan die van de mannen (40,9 jaar). Een aanvullende verklaring voor de oververtegenwoordiging van Belgische vrouwen houdt verband met de redenen van migratie. Naast werk in Nederland is een Nederlandse partner voor Belgen een belangrijk motief om naar Nederland te komen. Dit geldt vaker voor vrouwen dan voor mannen. Uit cijfers over gemengde huwelijken is gebleken dat bij partnervorming en/of huwelijk de vrouw vaker bij de man gaat wonen dan andersom (De Beer en Harmsen, 2003). In 2006 was bij twee derde van de Belgisch-Nederlandse samenwonende of gehuwde paren de vrouw Belgisch.
Nederlandse 29 kilometer. Laatstgenoemde afstand is kleiner dan het gemiddelde voor alle Nederlandse partners, ongeacht herkomst van de partner (Haandrikman en Harmsen, 2006). Er bestaat in dit opzicht overigens geen verschil tussen mannen en vrouwen. België is een aantrekkelijker migratieland voor Nederlanders dan Nederland voor Belgen. Vanaf begin jaren negentig is het ontbreken van vermogensbelasting in België aantrekkelijk geweest voor vermogende Nederlanders. Nu Nederlanders die in België wonen maar in Nederland werken onder het Nederlandse belastingstelsel vallen, is dit voordeel verdwenen. De wetgeving is echter nog wel aantrekkelijk voor Nederlandse huiseigenaren in België, omdat zij profiteren van de Nederlandse hypotheekrenteaftrek. Afgezien hiervan zijn er vlak over de grens meer betaalbare woningen te koop (Harmsen, 2001). Ook de rust en ruimte in een aantal Belgische streken trekt Nederlanders, die er vaak ook na hun pensionering gaan wonen. Voor deze groep is het overwegend Duitstalige oostelijk deel van België aantrekkelijk, evenals de Ardennen. De eerste generatie Belgen in Nederland vormt een vrij stabiele groep, van circa 15 duizend mannen en 21 duizend vrouwen, van wie een groot gedeelte al langere tijd in Nederland woont. De afgelopen tien jaar is dit aantal met circa 36 duizend vrij constant gebleven. Het positieve migratiesaldo werd gecompenseerd door een ongeveer even hoge sterfte onder de eerste generatie in Nederland. De laatste jaren gaat het dan om enkele honderden personen per jaar.
Analyse van de afstand tussen de geboorteplaats en de huidige Nederlandse woonplaats van gemengde paren laat zien dat de Belgische partners over het algemeen verder van hun geboorteplaats wonen dan de Nederlandse partners (grafiek 2): de Belgische partner woont gemiddeld 69 kilometer van zijn of haar geboorteplaats verwijderd, de
De migratie van Belgen naar Nederland kende een piek in 1914, toen tijdens het bombardement van Antwerpen 900 duizend Belgen naar Nederland vluchtten. Na de oorlog bleef meer dan de helft van hen in Nederland wonen. De kinderen die zij in Nederland kregen vormen een groot deel van de huidige tweede generatie Belgen (nu 76 duizend personen). Ook tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog kwamen veel Belgen naar Nederland. Afgezien van deze immigratiepieken in oorlogstijd is de jaarlijkse immigratie van Belgen naar Nederland jaarlijks vrij stabiel.
2. Nederlands-Belgische paren woonachtig in Nederland naar afstand tussen huidige woonplaats en geboorteplaats
3. Eerste generatie Belgen in Nederland naar leeftijd en verblijfsduur, 1 januari 2007 %
% 12
100
10
80
8
60
6
40 4
20 2
0 0
0–4
5–9
10–19
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 afstand in km
Belgische partner
50
Nederlandse partner
20–29
30+
verblijfsduur in jaren 0–17 jaar
18–24
25–34
35–44
45–54
55–64
65+
Centraal Bureau voor de Statistiek
Belgen in Nederland en Nederlanders in België
4. Eerste generatie Belgen in Nederland, 1 jan 2007 en Nederlanders in België, 1 jan 2006 Mannen
Vrouwen 99+ 95-98 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4
6000
5000
4000
Belgen in Nederland
3000
2000
1000
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
Nederlanders in België
De meeste Belgen wonen al langere tijd in Nederland; de helft zelfs al meer dan 18 jaar. Een vijfde is recenter geïmmigreerd en woont hier minder dan 5 jaar. Deze recente immigranten zijn vooral kinderen en jongvolwassenen (grafiek 3). Maar weinig oudere Belgen hebben zich recent in Nederland gevestigd. Een kwart van de Belgen
5. Eerste generatie Belgen van 18 jaar of ouder in Nederland naar migratiemotief, 2004 70
0
%
60 50
die hier 5 jaar of korter woont, is jonger dan 18 jaar en als kind met zijn of haar ouder(s) meegekomen. Belgische mannen die nu in Nederland wonen, zijn gemiddeld 19 jaar geleden geïmmigreerd. Dat is recenter dan in het geval van de Belgische vrouwen, die hier gemiddeld al 24 jaar verblijven. Het verschil hangt samen met de oververtegenwoordiging van vrouwen onder oudere Belgen. Een vijfde van de Nederlanders in België is 65 jaar of ouder. Dit aandeel is iets groter dan het gemiddelde van 17 procent voor de totale Belgische bevolking (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, 2007). Onder Belgen in Nederland is het aandeel 65-plussers met 16 procent iets kleiner. Het aandeel is vergelijkbaar met dat in de gemiddelde Nederlandse bevolking. De gemiddelde leeftijd van de eerste generatie Belgen in Nederland is 43,5 jaar, de gemiddelde Nederlander in België is 45,7 jaar.
40 30
Migratiemotieven en herkomst ouders 20 10 0 Arbeid
Studie
mannen
Bevolkingstrends, 4e kwartaal 2007
Gezin
vrouwen
Overig
Uit onderzoek van de Immigratie- en Naturalisatiedienst naar de motieven van immigranten in 2004 blijkt dat een kleine meerderheid van de Belgen van 18 jaar en ouder voor werk naar Nederland komt (grafiek 5). Dit gold voor 57 procent van de mannen en 48 procent van de vrouwen. Daarnaast was studie een belangrijk migratiemotief:
51
Belgen in Nederland en Nederlanders in België
15 procent van de mannen en 10 procent van de vrouwen noemde dit. Gezinsvorming of -hereniging is de reden om te immigreren voor 6 procent van de mannen en 15 procent van de vrouwen. Negen op de tien eerste generatie Belgen in Nederland hebben een of twee in België geboren ouders (staat 2). Een op de tien is in België geboren, maar heeft ouders die een ander geboorteland dan België hebben. Twee derde van de eerste generatie Belgen in Nederland heeft twee in België geboren ouders. Een op de vijf heeft een Nederlandse en een Belgische ouder, waarbij de combinatie van een Nederlandse vader en een Belgische moeder vaker voorkomt dan andersom.
Staat 2 Eerste generatie Belgen in Nederland naar geboorteland ouders, 1 januari 2007
Literatuur Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, 2007, Bevolking en huishoudens. Totale en Belgische bevolking. Brussel, juni 2007. Beer, J. de, en C. Harmsen, 2003. Allochtone huwelijken. Bevolkingstrends (51)2, blz. 33–36. Haandrikman, K. en C. Harmsen, 2006, Spatial homogamy in the Netherlands. Distances between partners before cohabitation. Poster gepresenteerd op de Annual PAA Meeting, Los Angeles, USA, Maart, 30 april, 1, 2006. Harmsen, C., 2006, Emigratie van autochtonen naar België. Bevolkingstrends (54)2, blz. 41–44.
Totaal absoluut
%
x 1 000 Beide ouders België Moeder België, vader Nederland Vader België, moeder Nederland Moeder België, vader elders Vader België, moeder elders Moeder Nederland, vader elders Vader Nederland, moeder elders Beide ouders elders
52
23,6 4,5 2,9 0,8 0,7 0,9 1,1 1,6
65 13 8 2 2 3 3 4
36,1
100
Centraal Bureau voor de Statistiek