Behoort bij agendapunt 5d i Verg. Cie. Sierteelt en Groen dd. 25-10-2012
Programma 2013 De Tuinbouw in de Biobased Economy
Ondernemingsplatform MVO & BBE Productschap Tuinbouw Programmamanager Jan Smits oktober 2012
Programma 2013 De Tuinbouw in de Biobased Economy
Auteur Functie Telefoon e-mail
Jan Smits i.s.m het PT-Ondernemingsplatform MVO & BBE Programmamanager MVO & BBE 079 3470416
[email protected]
Productschap Tuinbouw, Postbus 280, 2700 AG Zoetermeer Telefoon 079 – 347 07 07 email
[email protected] internet www.tuinbouw.nl
2
Inhoudsopgave Samenvatting
4
1
De Tuinbouw in de Biobased Economy
6
1.1
Belang en urgentie
6
1.2
Visie
6
1.3
Ambitie
7
1.4
Concrete actielijnen
7
1.5
Streefbeelden 2020
8
1.6
Programmadoel
9
1.7
Aanpak en organisatie
10
1.8
Kennis- en Innovatievragen
10
1.9
Meerwaarde van het programma en de PPS
12
2
Jaarplan 2013
13
2.1
Doelstellingen 2013
13
2.2
Projecten 2013
14
2.3
Communicatie 2013
16
3
Financiering 2013
18
3.1
Begroting
18
3
Samenvatting Belang In de biobased economy kan biomassa afkomstig van o.a. planten, bollen, paddenstoelen, bomen en algen gebruikt worden als groene grondstof voor o.a. geneesmiddelen, voedingssupplementen, cosmetica, geur- kleur- en smaakstoffen, gewasbeschermingsmiddelen, bouw- en verpakkingsmaterialen, veevoer en energie. De biobased economy biedt daarmee nieuwe economische kansen. Nieuwe product-markt-combinaties, het verbreden van afzetmarkten en het tot waarde brengen van plantaardige restmaterialen. Door het verbeteren van de ecologische footprint wordt tevens ingespeeld op ontwikkelingen bij de internationale retail tot duurzame inkoop. Visie en ambitie De transitie naar een biobased economy is noodzakelijk voor zorgvuldig gebruik van natuurlijke grondstoffen op basis van gesloten kringlopen. Een biobased economy draagt bij aan en maakt onderdeel uit van een duurzame economie. Voor de tuinbouw biedt de biobased economy zowel economische kansen als de mogelijkheid bij te dragen aan maatschappelijke uitdagingen zoals grondstoffenvoorziening, energiezekerheid en klimaatverandering. Het PT-Ondernemingsplatform MVO & BBE heeft als toekomstbeeld en ambitie, dat tuinbouwondernemers uit alle deelsectoren: o Marktgericht kunnen gaan ondernemen en toegevoegde waarde leveren als partner in duurzame biobased ketens o Nieuwe duurzame verdiencapaciteit realiseren door het leveren van (inhoudsstoffen uit) plantaardig(rest) materiaal, en waaronder ook nieuwe gewassen als algen en kroos aan biobased businesspartners in o.a. farmacie, cosmetica, voeding en voedingssupplementen, chemie, papier, materialen en energie het toepassen van biobased materialen zoals verpakkingen, plantenpotten, folies, en substraten en ook gewasbeschermingsmiddelen en bio-energie o Bijdragen aan duurzame ontwikkeling, maatschappelijke positionering en de concurrentiekracht van de Nederlandse tuinbouwsector en hun (nieuwe) businesspartners in een groene economie Actielijnen en streefbeelden 2020 Voor het realiseren van bovenstaande ambities wil het PT-Ondernemingsplatform MVO & BBE investeren in kennisontwikkeling en innovatie voor vier actielijnen. Per actielijn wordt ingezet op het realiseren van de volgende streefbeelden in 2020. 1. Teelt van groene grondstoffen inclusief benutten van plantaardige reststromen o Alle plantaardige tuinbouw reststromen worden nuttig gebruikt en zo goed mogelijk tot waarde gebracht
4
o
o
o o
Tuinbouwondernemers leveren (inhoudsstoffen uit) organisch restmateriaal aan biobased businesspartners in o.a. farmacie, cosmetica, voeding en voedingssupplementen, chemie, papier en materialen Er is een aantal (10 - 20) rendabele ketenprojecten tot stand gebracht gericht op het winnen van waardevolle inhoudstoffen uit specifiek geteelde planten of plantaardig restmateriaal Het resterende deel van het organisch restmateriaal wordt benut voor energieopwekking, en terugwinning van nutriënten en koolstof De relevante wet- en regelgeving en vergunningenprocedures geven ondersteuning aan het tot stand komen van biobased ketens
2. Groene grondstoffen uit aquacultuur (algen en kroos) o De (glas)tuinbouw is een belangrijke speler in de teelt van algen en kroos voor hoogwaardige toepassing in voeding, voedingssupplementen en veevoer. Streefbeeld is een marktgestuurde productie van algen en kroos op een areaal van enkele 10-tallen ha op basis van een rendabele business case. 3. Geïntegreerde bioraffinage o Er zijn kennis en technologieën ontwikkeld waarmee in de diverse tuinbouwlocaties faciliteiten kunnen worden gerealiseerd (centraal en/of decentraal) voor het ontsluiten en benutten van plantaardig (rest)materiaal. o Er zijn businessmodellen ontwikkeld voor bioraffinage (decentraal, centraal, in een netwerk) met waardecreatie voor de tuinbouwondernemers 4. Bio-energie en biobased materialen o De tuinbouw maakt binnen economische randvoorwaarden maximaal gebruik van biobased materialen. Deze ‘verduurzaming’ wordt in de markt (en maatschappij) tot waarde gebracht Met de acties en projecten die in 2013 van start gaan worden eerste stappen gezet om de streefbeelden te kunnen realiseren.
Organisatie Er is een PT-Ondernemingsplatform MVO & BBE (OP) met actieve en betrokken ondernemers uit alle sectoren en schakels van de tuinbouw. Dit OP stelt op basis van een lange termijn visie en streefbeelden voor 2020 het definitieve (jaar)programma op, en adviseert het PT-bestuur en de Topsector T&U board over draagvlak en financiering van concrete projecten. De looptijd van het programma is in beginsel 4 jaar.
5
1 De Tuinbouw in de Biobased Economy 1.1
Belang en urgentie
Het Nederlandse bedrijfsleven zet in op een transitie naar een economie en samenleving die is gebaseerd op hernieuwbare en duurzame grondstoffen. Zes topsectoren, waaronder de topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, hebben in hun sectoradvies aan de overheid aangegeven dat zij willen investeren in het op gang brengen van de biobased economy. Belangrijke motivatie hiervoor is zowel de versterking van de eigen concurrentiekracht als het helpen oplossen van maatschappelijke uitdagingen. De maatschappelijke uitdaging gaat over het duurzaam gebruik van natuurlijke grondstoffen. De voorraden natuurlijke grondstoffen zijn ontoereikend om 9 miljard mensen (prognose wereldbevolking 2050), op een welvaartsniveau zoals we dat in het Westen kennen, te laten leven en consumeren. Streven is om producten op basis van eindige fossiele grondstoffen steeds meer te vervangen door duurzame producten op basis van plantaardige (rest)stromen. Een toenemende inzet van plantaardige grondstoffen helpt daarnaast om de uitstoot van broeikasgassen omlaag te brengen. In de biobased economy kan biomassa afkomstig van o.a. planten, bollen, paddenstoelen, bomen en algen gebruikt worden als groene grondstof voor o.a. geneesmiddelen, voedingssupplementen, cosmetica, geur- kleur- en smaakstoffen, gewasbeschermingsmiddelen, bouw- en verpakkingsmaterialen, veevoer en energie. Tevens maakt de tuinbouw zoveel mogelijk gebruik van biobased grondstoffen en materialen. De biobased economy biedt daarmee nieuwe economische kansen. Nieuwe product-markt-combinaties, het verbreden van afzetmarkten en het tot waarde brengen van plantaardige restmaterialen. Door het verbeteren van de ecologische footprint wordt tevens ingespeeld op ontwikkelingen bij de internationale retail tot duurzame inkoop.
1.2
Visie
De transitie naar een biobased economy is noodzakelijk voor zorgvuldig gebruik van natuurlijke grondstoffen op basis van gesloten kringlopen, en biedt kansen voor versterking van de economie. Een biobased economy draagt bij aan en maakt onderdeel uit van een duurzame economie. Voor de tuinbouw biedt de biobased economy zowel economische kansen als de mogelijkheid bij te dragen aan maatschappelijke uitdagingen zoals grondstoffenvoorziening, energiezekerheid en klimaatverandering.
6
1.3
Ambitie
De ambitie sluit aan op en is een concretisering van de missie van de Topsector Tuinbouw & uitgangsmaterialen. ‘De tuinbouw als wereldleider in duurzame oplossingen voor werelduitdagingen’. Het PT-Ondernemingsplatform MVO & BBE heeft als toekomstbeeld en ambitie, dat tuinbouwondernemers uit alle deelsectoren: o Marktgericht kunnen gaan ondernemen en toegevoegde waarde leveren als partner in duurzame biobased ketens o Nieuwe duurzame verdiencapaciteit realiseren door het leveren van (inhoudsstoffen uit) plantaardig(rest) materiaal, en waaronder ook nieuwe gewassen als algen en kroos aan biobased businesspartners in o.a. farmacie, cosmetica, voeding en voedingssupplementen, chemie, papier, materialen en energie het toepassen van biobased materialen zoals verpakkingen, plantenpotten, folies, en substraten en ook gewasbeschermingsmiddelen en bio-energie o Bijdragen aan duurzame ontwikkeling, maatschappelijke positionering en de concurrentiekracht van de Nederlandse tuinbouwsector en hun (nieuwe) businesspartners in een groene economie Deze ambities sluiten aan op die van diverse andere topsectoren als chemie, energie, agrofood en life sciences. De topsector Chemie heeft in zijn actieplan de ambitie geformuleerd dat in 2050 de transitie naar een op biomassa gebaseerde economie moet zijn voltooid. Deze ambities sluiten ook aan op het beleid van de nationale overheid en dat van de EU met het onderzoeksprogramma Horizon 2020.
1.4
Concrete actielijnen
Voor het realiseren van bovenstaande ambitie adviseert het PTOndernemingsplatform MVO & BBE dat de tuinbouw collectief gaat investeren in kennisontwikkeling & innovatie voor de volgende vier aandachtsgebieden / actielijnen. Teelt van groene grondstoffen inclusief benutten van plantaardige reststromen
o o
o
Inventariseren mogelijkheden van nieuwe product-martkcombinaties op basis van plantenstoffen Telen en tot waarde brengen van specifieke planten, inclusief geheel nieuwe teelten, voor de toepassing van plantenstoffen in nieuwe product-marktcombinaties Benutten van plantaardige reststromen uit alle sectoren van de tuinbouw in nieuwe product-markt-combinaties
Groene grondstoffen uit aquacultuur (algen en kroos)
o
Telen en tot waarde brengen van algen en kroos als plantaardige bron voor eiwitten, vetzuren, pigmenten en antioxidanten
7
Geïntegreerde bioraffinage
o
o o
Vierkantsverwaarding van tuinbouw(rest)stromen door isoleren van plantenstoffen voor toepassing in diverse producten met als sluitstuk het benutten voor energietoepassing en het winnen van mineralen Realiseren van faciliteiten voor valoriseren / benutten van biomassa in de diverse productiecentra; bijdragen aan (regionale) koolstof- en mineralenkringlopen Business- en verdienmodellen
Bio-energie en biobased materialen
o o
Groen gas, biogas, groene warmte en de uitwisseling tussen bedrijven, groene CO2 inclusief benutting digestaat Biobased plantenpotten, gewasbeschermingsmiddelen, substraten en verpakkingsmaterialen
1.5
Streefbeelden 2020
Op basis van voldoende investeringscapaciteit voor kennisontwikkeling & innovatie en goede resultaten daarvan, kan de sector de gewenste stappen zetten in de biobased economy. In 2020 moeten deze stappen duidelijk zichtbaar zijn. Het PT-Ondernemingsplatform MVO & BBE zet er op in dat in 2020 de volgende streefbeelden zijn gerealiseerd. Dit als realistische mix van wat wenselijk is en technisch, economisch en institutioneel haalbaar. Teelt van groene grondstoffen inclusief benutten van plantaardige reststromen o Alle plantaardige tuinbouw reststromen worden nuttig gebruikt en zo goed mogelijk tot waarde gebracht • Tuinbouwondernemers leveren (inhoudsstoffen uit) plantaardig restmateriaal aan biobased businesspartners in o.a. farmacie, cosmetica, voeding en voedingssupplementen, chemie, papier en materialen • Er is een aantal (10 - 20) rendabele ketenprojecten tot stand gebracht gericht op het winnen van waardevolle inhoudstoffen uit specifiek geteelde planten (bijvoorbeeld wortelen voor kleurstoffen, narcissenbollen voor Galathamine en Stevia voor zoetstoffen) of plantaardig restmateriaal • Het resterende deel van het plantaardig restmateriaal (dat momenteel wordt gecomposteerd) wordt benut voor energieopwekking, waaronder vergisting en de productie van biogas • Nutriënten en koolstof uit organisch restmateriaal, digestaat en biologisch slib worden zoveel mogelijk terug gewonnen en veilig (afwezigheid van virussen, nematoden, enz.) benut in de agrarische sector voor een goede mineralenbalans en organische stofbalans • In de groenten- en fruit verwerkende industrie worden waterkringlopen gesloten door leveren van gezuiverd water voor inzet bij derden • De relevante wet- en regelgeving en vergunningenprocedures geven ondersteuning aan het tot stand komen van biobased ketens
8
Groene grondstoffen uit aquacultuur (algen en kroos) o De (glas)tuinbouw is een belangrijke speler in de teelt van algen en kroos voor hoogwaardige toepassing in voeding, voedingssupplementen en veevoer. Streefbeeld is een marktgestuurde productie van algen en kroos op een areaal van enkele 10-tallen ha op basis van een rendabele business case. • Er is een optimaal gesloten teeltsysteem voor hoogwaardige algenteelt ontwikkeld; continue productie is mogelijk • Markteisen t.a.v. algensoorten, inhoudstoffen (eiwitten, vetzuren, kleurstoffen, antioxidanten), prijsniveaus en potentiële partners zijn in beeld. • Kroosteelt op digestaat onder geconditioneerde omstandigheden is mogelijk; het product is (wettelijk) inzetbaar in de feed industrie Geïntegreerde bioraffinage o Er zijn kennis en technologieën ontwikkeld waarmee in de diverse tuinbouwlocaties faciliteiten kunnen worden gerealiseerd (centraal en/of decentraal) voor het ontsluiten en benutten van plantaardig (rest)materiaal. o Er zijn businessmodellen ontwikkeld voor bioraffinage (decentraal, centraal, in een netwerk) met waardecreatie voor de tuinbouwondernemers Bio-energie en biobased materialen o De tuinbouw maakt binnen economische randvoorwaarden maximaal gebruik van biobased materialen. Deze ‘verduurzaming’ wordt in de markt (en maatschappij) tot waarde gebracht • De telersverenigingen in de groente- en paddenstoelenteelt zijn nagenoeg volledig overgeschakeld op biobased consumentenverpakkingen • Ook in de sierteelt zijn de gebruikte folies grotendeels biobased • In kartonnen verpakkingen wordt gebruik gemaakt van plantenvezels uit de tuinbouw • Voor plantenpotten wordt gebruik gemaakt van biobased materialen • Veen in dekaarde (champignons) en substraten is voor een substantieel deel vervangen door materialen met dezelfde technische en economische specificaties en met een gunstige eco footprint • De tuinbouw maakt gebruik van biosubstraten, substraten op basis van gesloten kringlopen en met een gunstige eco footprint • Waar bio-energie een duurzame (local for local) en rendabele keuze is wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bio-energie.
1.6
Programmadoel
Het PT-programma ‘De Tuinbouw in de Biobased Economy’ richt zich op het o ontwikkelen van kennis en innovaties inclusief kennisoverdracht o leggen van verbindingen met relevante partijen (sectoren, overheden) met vergelijkbare ambities o ondersteunen van tuinbouwondernemers bij de realisering van praktijkpilots / demoprojecten o communiceren over het programma, de projecten, de resultaten en goede voorbeelden
9
ter ondersteuning van ondernemers in de sector in het realiseren van nieuwe verdiencapaciteit als partner in duurzame biobased ketens. Daarmee geeft het programma ondersteuning aan het realiseren van bovenstaande ambities en streefbeelden 2020. PPS Het ontwikkelen van kennis en innovaties gebeurt mede in het kader van de Uitvoeringsagenda van de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Samen met het ministerie van EL&I en Wageningen UR-FBR is binnen de innovatiethema’s ‘meer met minder’ en ‘samenwerkende waardeketen’ als publiek-privaat initiatief (PPS) een koepelprogramma voor onderzoek en innovatie ingediend.
1.7
Aanpak en organisatie
Er is een PT-Ondernemingsplatform MVO & BBE (OP) met actieve en betrokken ondernemers uit alle sectoren en schakels van de tuinbouw. Dit OP stelt op basis van een lange termijn visie en streefbeelden voor 2020 het definitieve (jaar)programma op, en adviseert het PT-bestuur en de Topsector T&U board over draagvlak en financiering van concrete projecten. De looptijd van het programma is in beginsel 4 jaar. Jaarlijks adviseert het OP (op basis van de streefbeelden 2020) o aan welke actielijnen moet worden gewerkt o welke doelstellingen moeten worden gerealiseerd (zowel korte als lange termijn) o welke acties en projecten moeten worden uitgevoerd In gerichte calls of tenders zullen daarvoor projectindicaties en projectvoorstellen worden opgevraagd. Het OP komt drie à vier keer per jaar bijeen voor de beoordeling daarvan en het uitbrengen van adviezen aan het PT-bestuur. Op jaarbasis werkt het OP volgens onderstaande cyclus.
Het OP wordt ondersteund door de PT programmamanager. De programmamanager onderhoudt contacten en werkt samen met het Kenniscentrum Plantenstoffen, kennisinstellingen, brancheorganisaties, overheden, andere productschappen, maatschappelijke organisaties.
1.8
Kennis- en Innovatievragen
De te ontwikkelen kennis is zowel fundamenteel als toegepast en richt zich ook op eerste toepassing van deze kennis. De kennisvragen zijn:
10
o
Fundamenteel: mogelijkheden en positionering van tuinbouwgrondstoffen en reststromen: Inventariseren van inhoudsstoffen en moleculen gericht op toepassing in de farmaceutische, cosmetica, chemische en food & feed industrie. Selecteren welke van deze stoffen werkelijk interessant zijn en tevens de concurrentie met andere productiewijzen, zoals via chemie of witte biotechnologie, mogelijk aankunnen. Inventariseren of en in welke planten deze inhoudsstoffen en moleculen voorkomen (opzetten van een plant extracten library) en de rendabele teeltmogelijkheden van die planten door de Nederlandse tuinbouw bepalen. Ontwikkelen en opschalen van noodzakelijke scheidingstechnologie en omzettingstechnologieën van de biomassa naar de producten, bij voorkeur in samenwerking met mogelijke afnemers. Verkrijgen van inzicht in de institutionele, organisatorische en maatschappelijke vraagstukken bij het realiseren van netwerken voor het valoriseren van biomassa
o
Toegepast: In kaart brengen van de (grote) plantaardige reststromen, de daarin aanwezige vezels, inhoudsstoffen en energiewaarde met koppeling naar potentiële afnemers. Ontwikkelen van haalbare businesscases daarvoor. In kaart brengen van de randvoorwaarden vanuit wet- en regelgeving en vergunningverlening voor de toelaatbaarheid van plantenstoffen en reststromen in diverse toepassingen (zoals food en feed). In kaart brengen van knelpunten bij de overschakeling naar gebruik van biobased materialen (verpakkingen, folies, gewasbeschermingsmiddelen, substraten) en starten van onderzoek met ketenpartners voor elimineren knelpunten. Onderzoek naar en het creëren van de juiste randvoorwaarden voor het realiseren van rendabele biobased valorisatieparken in de diverse Greenports; kwantificeren van de waardecreatie en ontwerpen van business- en verdienmodellen. Ontwikkelen van logistieke concepten, zoals biomassawerven en valorisatieparken.
o
Valorisatie: Realiseren van samenwerkingsverbanden tussen tuinbouwondernemers, experts en marktpartijen voor het ontwerpen van rendabele business cases. Ondersteunen van koplopers in praktijkpilots.
Voor een zo goed mogelijke doorstroming van de kennis uit onderzoek en praktijkprojecten zal voorlichting en communicatie zoveel mogelijk integraal onderdeel vormen van alle kennisprojecten.
11
1.9
Meerwaarde van het programma en de PPS
Het programma en de ingediende PPS moeten meerwaarde opleveren in zowel economisch, maatschappelijk als wetenschappelijk opzicht. Economische meerwaarde wordt gegenereerd door een hogere toegevoegde waarde van de geproduceerde (nieuwe) producten inclusief het plantaardig restmateriaal, het ontsluiten van geheel nieuwe markten en het versterken/vergroenen van bestaande markten. De maatschappelijke meerwaarde zit in efficiënt en zorgvuldig gebruik van natuurlijke en fossiele grondstoffen en het verminderen van de ecologische footprint van de tuinbouw en haar business partners. De wetenschappelijke meerwaarde zit in het opbouwen van nieuwe kennis over de potentie van inhoudsstoffen en biomassa in (non-)food toepassingen. Met name de link die moet worden gelegd tussen de verschillende inhoudsstoffen, hun functionaliteiten, bioraffinage (op basis van meervoudige benutting van de biomassa) en het daarmee samenhangende toepassingspalet vergt de opbouw van nieuwe kennis.
12
2 Jaarplan 2013 2.1
Doelstellingen 2013
De acties en projecten die in 2013 van start gaan, richten zich - per actielijn - op de meest urgente kennis- en innovatievragen (zie 1.8). Prioritering daarbinnen is mede afhankelijk van door de Topsector T&U beschikbaar gestelde budgetten. Het PT-Ondernemingsplatform MVO & BBE adviseert nu projecten te starten, waarmee eind 2013 / in de loop van 2014 onderstaande vraagstukken in beeld zijn gebracht: Actielijn 1: Teelt van groene grondstoffen inclusief benutten van plantaardige reststromen o Er is een methodiek ontwikkeld voor het in beeld brengen van biomassareststromen (op regioniveau) en het identificeren en benutten van valorisatiekansen o Er is inzicht in het volume en aanvoerpatroon van een aantal grote tuinbouw rest- of zijstromen o Er is inzicht in de daarin aanwezige stoffen in relatie tot marktsegmenten o Voor één van de potentiële marktsegmenten (farmacie, cosmetica, voedingssupplementen) is er een eerste beeld of en welke plantenstoffen potentieel interessant kunnen zijn o Er is zicht op een rendabele business case voor het winnen van plantaardige fungiciden uit tomaten- en paprikaloof o Er is zicht op een rendabele business case voor het verwerken van plantenvezels in (tuinbouw)verpakkingen Actielijn 2: Groene grondstoffen uit aquacultuur (algen en kroos) o Er is een algenteeltsysteem ontwikkeld voor optimale algenteelt onder glas o Er is een basis teeltrecept voor algenteelt in kassen beschikbaar o Er is zicht op de economische, technische en juridische haalbaarheid van kroosteelt onder glas voor vee- en visvoer Actielijn 3: Geïntegreerde bioraffinage o Er is inzicht in het volume en aanvoerpatroon van een aantal (gemengde) organische rest- of zijstromen in een aantal tuinbouwclusters, de energiewaarde van die stromen en de potenties in de biobased economy o Er is een eerste aanzet voor een business model voor het valoriseren van reststromen met een verdienmodel voor tuinbouwondernemers Actielijn 4: Bio-energie en biobased materialen o Er is een - ondernemersgedreven - programma van eisen opgesteld voor toepassing van biobased verpakkingen en plantenpotten en voor overige toepassingen van bioplastics in de tuinbouw.
13
o
Er is een inventarisatie van initiatieven en opties voor biosubstraten op basis van gesloten kringlopen
2.2
Projecten 2013
Voor het aanpakken van kennis- en innovatievragen in 2013 zijn er twee indieningsen beoordelingsrondes gepland. De eerste is gekoppeld aan de indieningsronde van de Uitvoeringsagenda 2012 – 2016 van de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Het PT-Ondernemingsplatform heeft 11 september 2012 16 projectindicaties beoordeeld op belang, draagvlak voor participatie en draagvlak voor (co)financiering. Daarbij zijn de volgende beoordelingscriteria gehanteerd: a. Is financiering door PT en/of Topsector nodig? Kan het niet privaat? b. Helpt dit project bij het realiseren van de streefbeelden 2020? c. Levert dit project kennis en producten die er nog niet zijn? d. Is het resultaat / de output duidelijk en concreet? e. Is er garantie op kwalitatieve output? f. Helpt het resultaat tuinbouwondernemers om stappen te zetten in de BBE? g. Is het budget / de investering redelijk? Positief advies voor participatie en cofinanciering is uitgebracht voor de volgende projecten. Daarvan is de projectindicatie inmiddels uitgewerkt tot een compleet en concreet projectvoorstel of project-PPS. PTTitel Actie- Indien Output Project lijn er nr
PTbudget 2013 (€)
14780
14783
Kansrijke mogelijkheden voor biobased grondstoffen uit regionale biomassareststromen in combinatie met de benodigde logistieke infrastructuur van biomassawerven – a.h.v. de cases Greenport Betuwse Bloem en Greenport Duin- en Bollenstreek Kansrijke mogelijkheden voor biobased grondstoffen uit regionale biomassareststromen; Pilot inhoudsstoffen
1
WURFBR
•
& 3 • • •
Kennis • centru mPlan tenstoffe n
1 & 3
14
Zicht op beschikbare reststromen, de aard van het materiaal, valorisatiekansen en afzetperspectieven Een methodiek voor het signaleren en benutten van valorisatiekansen Consortia voor 1 – 2 business cases Plan en partners voor netwerk van biomassawerven
70.000
Aanleveren van twintig extracten en beschrijvingen (analyseresultaten) aan de ‘library’. Een overzicht van interessante bestanddelen in de reststromen.
50.000
•
•
14784
Succesvolle Netwerk- en Bedrijfsmodellen voor biomassa valorisatie in de tuinbouw
1
InHoll and
• •
& 3
•
14779
Algenteelt-systemen voor de glastuinbouw
WUR • glastui • nbouw •
2
• 5.6
Kroos voor vee- en visvoer
2
Energ • y Matte rs
14781
Valorisatie van champost in de vollegrondstuinbouw
3
WURPPO
•
14782
In blad verpakt
4
WURFBR
•
TOTAAL
Rapportage over bioactieve stoffen in de extracten op basis van vier uitgevoerde bioassays. Beschikbaar stellen van inhoudsstoffen voor industriële research naar bioactiviteit Proefschrift en promotie Inzicht in factoren, samenwerkingsmodelle n en strategieën voor succesvolle valorisatie van biomassa op het juiste schaalniveau Input voor ondernemers bij het vormgeven van samenwerking en uitvoeren van projecten Integraal (groei- en economisch) model Ontwerp voor optimaal teeltsysteem Bandbreedtes voor optimale groeifactoren Kennisuitwisseling met ondernemersgroep Oordeel of en onder welke voorwaarden kroosteelt op digestaat voor levering aan visen veevoer industrie economisch en juridisch haalbaar is Een praktijkrijpe techniek voor scheiden van champost in fosfaatarme champost en fosfaat meststoffen, geoptimaliseerd voor de vollegrondstuinbouw Een productieketen met ketenafspraken, een hogere marge en verduurzaming waarin o.a. tomatenbladeren worden benut voor het maken van verpakkingen
18.150
112.000
24.000
35.000
140.000
449.150
15
In 2013 worden de volgende projecten gecontinueerd PT-projectnummer Titel
Budget 2013 € -
14340 14554
Winnen van natuurlijke biociden uit tomatenen paprikaloof Champost als biobased product Verbeteren compost tbv. champignonteelt
14016
Kenniscentrum Plantenstoffen
-
Ontwikkelbudget
25.000
14333
23.000 25.000
Op basis van de streefbeelden 2020, de meest urgente kennis- en innovatievragen en definitieve vaststelling van de begroting 2013, wordt in oktober nog een gerichte call voor het indienen van onderzoeksprojecten gedaan. Het PT-Ondernemingsplatform MVO & BBE zal januari 2013 - in een tweede beoordelingsronde voor het begrotingsjaar 2013 - advies uitbrengen over deze projectvoorstellen.
2.3
Communicatie 2013
Doelgroepen Communicatie over het programma ‘De Tuinbouw in de Biobased Economy’ richt zich niet alleen op tuinbouwondernemers, maar ook op organisaties en sectoren waarmee tuinbouwondernemers nieuwe biobased ketens tot ontwikkeling kunnen brengen. Daarnaast ook op maatschappelijke organisaties, overheden en partijen die ondersteuning kunnen geven aan het realiseren van de ambities. Communicatiemiddelen PT-website PT-nieuwsbrieven en PT-persberichten Publicaties en vakbladartikelen van de kennis- en innovatieprojecten Twitter-berichten Presentaties, workshops met tuinbouwondernemers Aanpak Door het vertellen van het basisverhaal over biobased economy willen we partijen attenderen op mogelijkheden en inspireren om na te denken over welke kansen de biobased economy hun bedrijf biedt. Dat basisverhaal koppelen we aan nieuwe voorbeelden, ervaringen van ondernemers, projectresultaten en dergelijke waardoor het beeld van en het draagvlak voor de tuinbouw in de biobased economy steeds verder verbreed wordt. Verantwoordelijk voor de communicatie is de PT-programmamanager met ondersteuning van het PT-communicatieteam.
16
Communicatie maakt integraal onderdeel uit van de kennis- en innovatieprojecten. De uitvoerders van projecten spelen een actieve rol in de communicatie. Ook de leden van het PT-Ondernemingsplatform MVO & BBE zijn van belang voor een goede communicatie, in hun regio en met ondernemers en partijen in hun netwerk. In de volgende vergadering zal een integraal communicatieplan worden in het PTOndernemingsplan worden besproken.
17
3 Financiering 2013 3.1
Begroting
De concept-begroting en verdeling over de sectorfondsen voor 2013 voor het gehele programma MVO en De Tuinbouw in de Biobased Economy is als volgt.
Indicatief budget programma MVO & Biobased Economy (in € 1.000) Sector Bloementeelt
300
Bloemenhandel
50
Bl.bollenteelt
100 *
Bl. bollenhandel Bomen
100
Hoveniers
50
Glasgroenten
300
Vollegr. groenten
50
Fruitteelt
40
Paddenstoelen
100
G&F Handel
25
G&F Verwerkt
25
Totaal
1.140
*en aanvullend € 50.000 t.l.v. Colland
In de door het PT bij de Topsector T&U ingediende PPS is uitgegaan van een PTinvestering voor kennis- en innovatie binnen het programmaonderdeel ‘De Tuinbouw in de Biobased Economy’ van max. € 1 miljoen. De Topsector T&U zou daar tot max. € 1 miljoen aan kunnen bijdragen. Denkbaar is dat het Kenniscentrum Plantenstoffen een aantal van de door het PTOndernemingsplatform MVO & BBE voorgestelde projecten wil (laten) uitvoeren en financieren.
18
Vier actielijnen
Producent van hoogwaardige complexe inhoudstoffen voor farmacie en cosmetica enz. Benutten plantaardige reststromen
Producent van algen voor eiwitten, vetzuren, kleurstoffen en antioxidanten voor voeding vis- en veevoer
19
Geïntegreerde bioraffinage. Ontsluiten en benutten plantaardig materiaal. Faciliteiten in de productielocaties, business- en verdienmodellen
Afnemer van biobased verpakkingen bloempotten, folie gewasbeschermings middelen, meststoffen, substraat, bio-energie