Begroting 2016 & Meerjarenraming 2017-2019 Versie CONCEPT -
Voor akkoord:
Mr. Drs. J.A. de Vries voorzitter
Drs. L. Touwen directeur
Inhoud 1
2
Begroting 2016 ................................................................................................................................ 3 1.1
Inleiding ................................................................................................................................... 3
1.2
Samenstelling bestuur & organisatie ...................................................................................... 4
1.3
Leeswijzer ................................................................................................................................ 5
Beleidsbegroting.............................................................................................................................. 6 2.1
2.1.1
Programma Bedrijfsvoering............................................................................................. 8
2.1.2
Programma Waterrecreatie ............................................................................................ 9
2.1.3
Programma Landrecreatie ............................................................................................. 14
2.1.4
Programma Baggeren .................................................................................................... 16
2.1.5
Programma Ontwikkelingen .......................................................................................... 17
2.1.6
Programma Wimpels, donateurs en vrijwilligers .......................................................... 18
2.1.7
Programma Algemene Dekkingsmiddelen .................................................................... 19
2.2
3
Programmaplan ....................................................................................................................... 6
Paragrafen ............................................................................................................................. 20
2.2.1
Lokale heffingen ............................................................................................................ 20
2.2.2
Weerstandsvermogen ................................................................................................... 20
2.2.3
Onderhoud Kapitaalgoederen ....................................................................................... 20
2.2.4
Verbonden partijen ....................................................................................................... 21
2.2.5
Grondbeleid ................................................................................................................... 21
Financiële begroting ...................................................................................................................... 23 3.1
Overzicht van baten en lasten ............................................................................................... 23
3.1.1 3.2
4
Toelichting op het overzicht van baten en lasten ......................................................... 24
Uiteenzetting financiële positie............................................................................................. 25
3.2.1
Geprognotiseerde balans .............................................................................................. 25
3.2.2
Stand en verloop van de reserves ................................................................................. 25
3.2.3
Meerjarenraming 2017-2019 ....................................................................................... 27
3.2.4
Ontwikkeling financiële positie ..................................................................................... 28
Bijlagen .......................................................................................................................................... 29 4.1
Overzicht deelnemersbijdragen ............................................................................................ 29
2
1 Begroting 2016 1.1 Inleiding Hieronder worden de Begroting 2016 en Meerjarenraming 2017-2019 gepresenteerd van Recreatieschap De Marrekrite. De begroting voldoet aan het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en bestaat uit een beleidsbegroting en een financiële begroting. Het vaststellen van de begroting is een verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur (AB). In het voorjaar van 2015 wordt de conceptbegroting naar de deelnemers gestuurd. Naar aanleiding hiervan kunnen zij ‘hun gevoelens’ kenbaar maken. De Begroting 2016 en Meerjarenraming 2017-2019 worden op 25 juni 2015 aan het Algemeen Bestuur ter besluitvorming voorgelegd. In de DB-vergadering van donderdag 10 april 2014 is besloten om de deelnemers voor de Begroting 2015 tegemoet te komen in deze tijden van bezuinigingen door niet te indexeren. In de DBvergadering van 20 november 2014 is in het DB besloten om deze lijn ook voor de eerstkomende jaren door te trekken, ten einde de deelnemers structureler tegemoet te komen. In de Begroting 2016 en in de Meerjarenraming 2017-2019 is de bijdrage van de deelnemers daarom wederom niet geïndexeerd (2% korting). In de daarop volgende jaren is de bijdrage in principe wel geïndexeerd. Te zijner tijd kan worden bezien hoe hiermee dan moet worden omgegaan. De komende jaren staat De Marrekrite voor een grote vervangingsopgave. Met deze opgave wordt een groot gedeelte van onze voorzieningen duurzaam vervangen middels steigers van gerecycled kunststof en damwanden van beton. Daarmee blijft De Marrekrite duurzaam investeren in haar recreatieve voorzieningen en in de (Friese) economie. In diverse bestuursstukken (waaronder de Begroting 2015) is de afgelopen reeds geschetst dat er langzaamaan een periode aanbreekt waarin de onderhoudsreserves (is een bestemmingsreserve) aangebroken moeten worden. Deze reserves zijn ontstaan door onderhoud uit te stellen. Op veel plekken is langer uitstel echter niet mogelijk en moeten wij op korte termijn tot vervanging / herbouw overgaan. Onderstaand gaan wij uitgebreid in op onze visie op het Planmatig Onderhoud. Na zorgvuldige overweging en discussie, begint er zich een lijn voor de komende jaren af te tekenen. In deze begroting is dit andermaal het kernpunt, zowel strategisch gezien als in financieel opzicht (paragraaf 2.1.2).
3
1.2 Samenstelling bestuur & organisatie Het Algemeen Bestuur bestaat op 1 januari 2015 uit de volgende bestuursleden: Deelnemers
Bestuursleden
Provincie Fryslân (voorzitter)
Mevrouw J.A. de Vries
Gemeente Achtkarspelen
De heer M. van der Veen
Gemeente De Friese Meren
De heer J. van der Pal
Gemeente Dantumadiel
De heer E. Peterson
Gemeente Dongeradeel
De heer S. Boorsma
Gemeente Ferwerderadiel
De heer W. van den Berg
Gemeente Franekeradeel
Mevrouw C. de Pee
Gemeente Harlingen
Mevrouw M. Le Roy
Gemeente Heerenveen
Mevrouw C. van der Laan
Gemeente Het Bildt
Mevrouw B. Tol
Gemeente Kollumerland
De heer J. Boerema
Gemeente Leeuwarden
Mevrouw I. Diks
Gemeente Leeuwarderadeel
Mevrouw R. van der Meulen
Gemeente Littenseradiel
De heer B. Bonnema
Gemeente Menameradiel
De heer A. Dijkstra
Gemeente Opsterland
De heer R. Jonkman
Gemeente Smallingerland
De heer R. van der Leck
Gemeente Sudwest-Fryslân
De heer M. Offinga
Gemeente Tytsjerksteradiel
De heer G. Schippers
Gemeente Weststellingwerf
De heer F. Kloosterman
Het Dagelijks Bestuur (DB) bestaat per 1 januari 2015 uit de volgende bestuurders: Deelnemers
Bestuursleden
Provincie Fryslân (voorzitter)
Mevrouw J.A. de Vries
Gemeente De Friese Meren
De heer J. van der Pal
Gemeente Franekeradeel
Mevrouw C. de Pee
Gemeente Kollumerland
De heer J. Boerema
Gemeente Opsterland
De heer R. Jonkman
Gemeente Súdwest Fryslân
Dhr. M. Offinga
4
1.3 Leeswijzer De opbouw van de begroting wordt in belangrijke mate voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoorden Provincies & Gemeenten en ziet er als volgt uit:
Begroting
Beleidsbegroting
Programmaplan
Paragrafen
Financiële begroting
Overzicht baten & lasten
Financiële positie
In deze begroting vindt u in Hoofdstuk 2 de Beleidsbegroting, bestaande uit de Programmaplannen (Bedrijfsvoering, Waterrecreatie, Landrecreatie, Baggeren, Ontwikkelingen en Wimpels, Vrijwilligers en Donateurs). Hier presenteert De Marrekrite per programma haar plannen voor het jaar 2016. Hoofdstuk 3 bestaat uit de paragrafen waar wordt ingegaan op het weerstandstandsvermogen, de kapitaalgoederen, en dergelijke. In de Financiële Begroting (Hoofdstuk 4) schetsen wij een beeld van onze financiële positie en geven wij een financiële doorkijk naar de jaren 2017 - 2019.
5
2 Beleidsbegroting 2.1 Programmaplan Beleidskader De Marrekrite onderhoudt en beheert ongeveer 42 kilometer aan vrije ligplaatsen in de Friese natuur, zorgt voor afvoer van recreatieafval en onderhoudt boeien en bakens in recreatievaarten. Daarnaast beheert en onderhoudt De Marrekrite het fietsknooppuntennetwerk en de andere routestructuren op het land. Het in kaart brengen en actueel houden van alle routes in Fryslân behoort ook tot het werk van De Marrekrite (bronbeheer koepeldatabase). De Marrekrite doet dit werk namens de provincie Fryslân en 19 Friese gemeenten met het doel om een uniforme, toeristische recreatieve infrastructuur op het water en land te bewerkstelligen. Samen met onze deelnemers en nauw betrokken partijen zoals Merk Fryslan, Landschapsbeheer Fryslan, Wetterskip Fryslan, It Fryske Gea, Staatsbosbeheer, en vele anderen, werkt De Marrekrite aan het opschalen en professionaliseren van de recreatie en het toerisme in en naar Fryslân. Wijziging begrotingsopzet In 2013 heeft het bestuur ingestemd met de wijziging van de opzet van de basisbegroting met als resultaat één document met daarin een Beleidsbegroting (programmaplan en de paragrafen) en een Financiële Begroting (overzicht baten en lasten, uiteenzetting financiële positie en toelichtingen). Door deze vereenvoudigde opzet wordt de begroting overzichtelijker en transparanter. We geven zicht op de vragen: ‘wat willen we bereiken?’, ‘wat willen we gaan doen?’ en ‘wat gaat het kosten?’ In 2014 hebben de deelnemers aangegeven blij te zijn met deze nieuwe opzet. Die wordt daarmee naar de toekomst toe gehanteerd als nieuw format. Deelnemersbijdragen Met ingang van 2012 werkt De Marrekrite met een nieuwe bijdrageregeling waterrecreatie en landrecreatie. De nieuwe bijdragestructuur is transparant en fusieproof. Echter, de terminologie ‘deelnemersbijdrage waterrecreatie’ is vrij verwarrend, omdat het impliceert dat deze bijdrage alleen bestemd is voor waterrecreatie. Van oudsher wordt ook een deel van de bijdrage gebruikt voor de bedrijfsvoering van De Marrekrite en om nieuwe ontwikkelingen in gang te kunnen zetten. Zoals in de Inleiding reeds is aangegeven, geldt dat de deelnemersbijdragen voor de jaren 2016 2019 niet zijn geïndexeerd. Wat wel per 2015 veranderd is, is de toewijzing van de bijdragen aan de diverse programma’s. De wijziging van de percentages in de Begroting 2015 volgt via een formele begrotingswijziging (AB-vergadering 25-06-2015) en is nog niet meegenomen in deze begroting. Bij het opstellen van de vernieuwde begrotingsopzet is besloten te werken met een bepaalde procentuele verdeling van de deelnemersbijdragen over de verschillende programma’s. Nu blijkt echter, dat door tegenvallende rente-inkomsten (o.a. door schatkistbankieren en lage rentestanden) het saldo van het programma Bedrijfsvoering altijd een negatief saldo laat zien. Daarom stellen wij een wijziging in de procentuele verdeling voor. De aanpassing van de percentages hebben gevolgen voor de programma’s Bedrijfsvoering, Waterrecreatie, Ontwikkeling en Landrecreatie, allen aan de inkomstenkant. Hieronder zijn de percentages in de oude en nieuwe situatie weergegeven.
6
De verdeling van de deelnemersbijdrage Water aan de verschillende programma’s is weergegeven in onderstaand schema. Deelnemersbijdrage Water Programma
% oud
€ oud % nieuw
€ nieuw
Bedrijfsvoering
25
€ 270.608
34%
€ 368.027
Waterrecreatie
70
€ 757.703
65%
€ 703.581
5
€ 54.122
1%
€ 10.824
Ontwikkeling Totaal
€ 1.082.433
100% € 1.082.433
Voor deelnemersbijdrage Landrecreatie is een vergelijkbare verdeling gemaakt. Omdat deze bijdrage vooral uit personeelskosten bestaat, wordt een hoog percentage aan Bedrijfsvoering toebedeeld. De verdeling van de deelnemersbijdrage Landrecreatie aan de verschillende programma’s is als volgt: Deelnemersbijdrage Land Programma
% oud
€ oud % nieuw € nieuw
Bedrijfsvoering
85 € 53.754
Landrecreatie
10
€ 6.324
3%
€ 1.897
Ontwikkeling
5
€ 3.162
2%
€ 1.265
€ 63.240
100%
€0
Totaal
95% € 60.078
Stabiele begroting De begroting van De Marrekrite bestaat uit een zestal programma’s: 1) Bedrijfsvoering 2) Waterrecreatie 3) Landrecreatie 4) Baggeren 5) Ontwikkelingen 6) Wimpels, donaties en vrijwilligers Deze programma’s laten vanouds, op het domein Waterrecreatie en het laatste jaar op het domein Bedrijfsvoering na, een stabiel beeld zien. Het programma Bedrijfsvoering is door de aanpassing van de procentuele verdeling weer in evenwicht. Binnen het programma Waterrecreatie vinden traditioneel de meeste fluctuaties plaats, omdat in hier het beheer en onderhoud van onder andere de aanlegvoorzieningen is opgenomen. Per jaar kan het bedrag dat nodig is voor het Planmatig Onderhoud aan de voorzieningen sterk wisselen. Per 2016 stellen wij voor om de post Planmatig Onderhoud ook te stabiliseren. Er wordt dus een maximumbudget voorgesteld, in plaats van de werkelijke vervangingsbehoefte te begroten (zoals tot nu toe). Dit is een wezenlijke trendbreuk in ons beleid. Op de achtergronden van deze maatregel wordt dieper ingegaan in paragraaf 2.1.2.
7
2.1.1 Programma Bedrijfsvoering Het doel van het programma ‘Bedrijfsvoering’ is, dat de primaire processen binnen de organisatie effectief worden ondersteund en er goed kan worden samengewerkt met deelnemers en bestuur. De kosten die betrekking hebben op de bedrijfsvoering zijn: personeelskosten, secretariaatskosten, kantoorkosten en communicatie. Maar ook de aan- en verkoop van grond, waterschapslasten en ruiverkavelingsrente worden verantwoord in dit programma. Het saldo van het programma Bedrijfsvoering valt ten bate/laste aan de Algemene Reserve. Wat willen we bereiken en wat gaan we doen? Binnen dit programma willen we, behoudens onvoorziene zaken, vooral negatieve afwijkingen van de begroting voorkomen. Vanzelfsprekend daarbij is, dat wij onze taken naar behoren uitvoeren. Wij willen ervoor zorgen dat de interne organisatie op orde is, zodat wij de deelnemers en het bestuur kunnen adviseren en hun belangen kunnen behartigen op het gebied van de recreatie (water/land). Wat mag het kosten? 2015
2016
2017
2018
2019
Baten
349.362
453.105
453.105
453.105
453.105
Lasten
-396.637
-417.047
-423.845
-430.779
-437.852
-47.275
36.058
29.260
22.326
15.253
0
0
0
0
0
47.275
-36.058
-29.260
-22.326
-15.253
0
0
0
0
0
Resultaat voor bestemming Onvoorzien Toevoeging/onttrekking Algemene Reserve Resultaat na bestemming
In de tabel ziet u dat dit programma voor 2015 een negatief saldo laat zien, maar dat de cijfers vanaf 2016 positief zijn. Zoals bovenstaand is betoogd, zijn de pensioenlasten, sociale lasten en eindejaarsuitkeringen voor het jaar 2015 in eerste instantie niet volledig correct doorgerekend, wat voor 2015 heeft geleid tot een negatief resultaat op dit programma. Middels een begrotingswijziging (25-06-2015, AB) kunnen we dit rechtzetten door de percentuele verdeling van de bijdragen over de programma’s aan te passen. Dezelfde bijdrage wordt dus anders verdeeld over de programma’s. Een en ander is mede het gevolg van de veranderingen die zich binnen de organisatie voltrekken. Met de komst van de Technisch Medewerker en Milieuboot met schipper nemen bijvoorbeeld onze sociale lasten flink toe. Echter, daar staat tegenover dat andere posten op de begroting fors kleiner worden of zelfs verdwijnen, waardoor dergelijke veranderingen per saldo voordeling uitpakken. Vanaf 2016 denken wij de secretariaatskosten terug te kunnen brengen naar € 70.000 tegenover bijna € 89.000 in 2015. De overige posten (reis-en verblijfskosten, PR & communicatie, waterschapslasten, e.d.) blijven gelijk of stijgen licht in de komende jaren.
8
2.1.2 Programma Waterrecreatie Onder dit programma vallen alle taken die betrekking hebben op het beheer en onderhoud aangaande de infrastructuur op en om het water. De taken variëren van Dagelijks Onderhoud (DO), Planmatig Onderhoud (PO), Groenbeheer, Recreatieafvalinzameling, Bebakening recreatievaart tot een Uniforme Brug- en Sluisbediening. Wat willen we bereiken en wat willen we gaan doen? Dagelijks Onderhoud Wij hebben in 2013 de lijn ingezet om het (kleine), dagelijkse onderhoud zoveel mogelijk zelf uit te voeren. Door de inzet van onze Technisch Medewerker (sinds februari 2013) zijn de kosten voor het kleine onderhoud, dat eerder door derden werd uitgevoerd, lager geworden. Tegelijk is het inzicht in de technische staat van onze voorziening juist sterk verbeterd. Voor de komende jaren verwachten wij de kosten van het dagelijks onderhoud rondom € 155.000 te kunnen begrenzen, hoewel het nog wel spannend is welk effect het uitstellen van planmatig onderhoud voor invloed zal hebben op de post dagelijks onderhoud. Vooralsnog zetten wij echter in op de lijn ‘stabiliseren’. Hieronder wordt aan de hand van de vergelijking van de jaren 2012 en 2014 helder weergegeven, dat de inzet van de Technisch Medewerker een besparing van de kosten laat zien. Dagelijks Onderhoud Onderhoud regulier, inclusief schip, bebording, et cetera Personeelskosten Totaal
2012
2014
€ 199.267
€ 124.960 *
€0
Ca € 35.000
€ 199.267
€ 159.9600
* Prognose Planmatig Onderhoud In de afgelopen jaren is de lijn van werken binnen De Marrekrite – altijd met in achtneming van de veiligheid - defensief geweest als het gaat om Planmatig Onderhoud. Bewust is niet proactief en projectmatig gewerkt, maar eerder op basis van werkelijke bevinding en dus realistisch-reactief. Het nadeel van dit beleid is dat het ongestructureerd is en dat het ad hoc werken en bedrijfsmatige onrust in de hand werkt. Het grote voordeel is dat men pas een vervanging doet als het echt nodig is. Het geld dat hiermee bespaard is, kwam ten gunste aan de Onderhoudsreserve, die zodoende fors is. Het gevolg van dit beleid is ook, dat voor een steeds groter aantal voorzieningen inmiddels geldt, dat het moment van daadwerkelijke vervanging snel dichterbij komt. Tijdelijke lapmiddelen en kleine, tussentijdse reparaties (post Dagelijks Onderhoud) zullen te structureel en te fundamenteel worden en de veiligheid kan in het geding komen. Op enig moment dienen wij maatregelen te nemen en ligt er voor die voorzieningen een simpele keuze op tafel: vervangen of (tijdelijk) buiten gebruik stellen. Het is helder dat wij de komende jaren binnen de jaarlijkse exploitatie over onvoldoende middelen beschikken om te vervangen wat vervangen moet worden. In 2014 hebben we hierover zowel in het AB als het DB meermaals gesproken. In relatie hiertoe is intussen helder geworden dat het opplussen van de begroting in de komende jaren, ten einde het verwachte vervangingstempo bij te kunnen benen, lastig ligt. Het beste scenario in dat verband leek om gedurende de eerste 7 jaar de bijdrage van de provincie flink te verhogen en die in de jaren erna flink te verlagen, tot we per saldo weer op de normale lijn zitten. Echter, ook deze lijn is om diverse redenen niet wenselijk gebleken.
9
Dit leidt ons tot de conclusie dat wij het Planmatig Onderhoud in de komende jaren het beste kunnen gaan koppelen aan een jaarlijks vastgesteld budget (zie onderstaand overzicht). De voor- en de nadelen hiervan zijn: Voordelen - We hoeven niet bij te lenen; - Het te vervangen volume is goed weg te zetten in de Friese markt; - We kopen tijd om de optimale voorraad te bepalen. Nadelen - We zullen voorzieningen tijdelijk buiten gebruik moeten stellen. Niet alleen vormen de jaarlijkse volumes aan te vervangen voorzieningen in financieel opzicht een probleem, ook qua uitvoering stellen grote aantallen ons voor serieuze uitdagingen. Willen wij de komende jaren doorgaan met ons aanbestedingsbeleid – dat goed uitpakt voor de Friese aannemers – dan is het belangrijk om het werk in beheersbare jaarlijkse hoeveelheden in de markt te zetten. Intussen loopt hier parallel aan nog de discussie rondom de optimale voorraad. Mocht blijken dat wij niet alle voorzieningen die wij nu in beheer hebben hoeven te vervangen, dan heeft dit meteen gevolgen voor onze financieringsbehoefte. De verwachte piek in de vervangingsopgave is immers gebaseerd op het vervangen van “water er nu is”, ofwel de historische voorraad. Als we de lijn van vertragen van het groot onderhoud dus doorzetten, voorkomen wij dat wij te snel nu voorzieningen vervangen, waarvan later misschien blijkt dat deze niet voldoende worden gebruikt/gewaardeerd. Kortom, wij stellen voor de jaren 2016 – 2019 een budget-gestuurd Planmatig Onderhoud voor. Door de gekozen hoogte van de budgetten in combinatie met de inzet van onze reserves, komen we tot 2020 rondom de nullijn uit (2019: € 12.000 negatief). Vanaf 2020 zijn de reserves uitgeput en krijgen we te maken met rode cijfers, tenminste, als we alles vervangen dat aan vervanging toe is. Voor die tijd moet echter helder zijn wat de optimale voorraad is en wat we hiermee aan kosten bespaard kan worden. Hieronder is weergegeven wat het theoretisch tekort is ten opzichte van de historische voorraad (* = Prognose): Jaar
Te vervangen Planmatig historische voorraad Onderhoud
Verschil
Te verwachten Meters Begrotingsresultaat*
2016
€ 2.543.050
€ 1.000.000 -€ 1.543.050
-2.469
-€ 453.281
2017
€ 2.080.050
€ 1.000.000 -€ 1.080.050
-1.728
-€ 459.360
2018
€ 2.606.400
€ 1.000.000 -€ 1.606.400
-2.570
-€ 466.581
2019
€ 436.550
€ 563.450
902
-€ 466.446
2020
€ 3.224.000
€ 750.000 -€ 2.474.000
-3.958
-€ 401.592
2021
€ 261.050
€ 750.000
€ 488.950
782
-€ 401.592
2022
€ 239.050
€ 750.000
€ 510.950
818
-€ 151.952
2023
€ 88.600
€ 750.000
€ 661.400
1.058
-€ 151.952
2024
€ 368.900
€ 750.000
€ 381.100
610
-€ 151.952
2025
€ 560.450
€ 750.000
€ 189.550
303
-€ 151.952
2026
€0
€ 750.000
€ 750.000
1.200
-€ 151.952
2027
€0
€ 750.000
€ 750.000
1.200
-€ 51.952
2028
€0
€ 550.000
€ 550.000
880
€ 48.048
2029
€0
€ 550.000
€ 550.000
880
€ 48.048
2030
€ 441.500
€ 550.000
€ 108.500
174
€ 48.048
€ 12.849.600 € 11.650.000 -€ 1.199.600
-1.919
Totaal
€ 1.000.000
10
Als gezegd is pas echt te bepalen hoe groot de werkelijke tekorten jaarlijks zijn, als deze worden gespiegeld aan de optimale voorraad, de voorraad die wij willen behouden. Hiervan is echter pas iets zinnigs aan te geven als helder is hoe groot deze optimale voorraad is. Misschien kunnen we wel pijnloos een deel van onze huidige 42 km aan voorraad krimpen en kunnen we voorkomen dat we überhaupt – dus ook na 2019 -rood gaan schrijven. Negatieve begrotingsresultaten worden tot 2019 gefinancierd uit de Onderhoudsreserve (Onderhoudfonds). Dat wat betreft de korte en middellange termijn. Ten aanzien van de lange termijn geldt dat de prognose van De Marrekrite per definitie gunstig is. Tijdens de AB-vergadering van 5 juni 2014 (Wyns) hebben wij het bestuur uitgebreid op dit punt geïnformeerd. Door in te zetten op slimme vervangingen met duurzame materialen en constructies, wordt de levenscyclus van onze voorzieningen spectaculair verlengd. Dit leidt ertoe dat zowel het dagelijks als het planmatig onderhoud enorme dalingen te zien zullen geven, op het moment dat al onze voorzieningen duurzaam vervangen zijn. Doordat we, op basis van de bovenstaand geschetste overwegingen, echter kiezen voor een geleidelijk vervangingsregime, ligt dat punt wat verder vooruit, dan wanneer we zouden kiezen voor grote hoeveelheden vervangingen op korte termijn. Groenbeheer In 2013 is gestart met de inzet van een ‘eigen’ maaiploeg. Twee SW-ers zijn sinds die tijd jaarrond bij ons gedetacheerd. Hierdoor is het aantal klachten over slecht gemaaide ligplaatsen aanvankelijk spectaculair gedaald. Door allerlei omstandigheden was 2014 een minder goed jaar. Duidelijk werd onder meer – naast materiaalproblemen en personele perikelen - dat het contract voor de SW feitelijk te strak was en dat er meer controle in het veld nodig is om het beoogde kwaliteitsniveau te halen. Met de SW is afgesproken om hen iets tegemoet te komen in de kosten. Hier staat tegenover dat er meer kwaliteit wordt geboden, hetgeen inmiddels reeds merkbaar is in het winterwerk 2014/2015. De SW-ploeg wordt samen met meer SW-collega’s ook ingezet voor het winterwerk. Op vele plekken zijn we bezig om een inhaalslag te maken en het groenbeheer structureel vorm te geven. Door deze en bovenstaande kwaliteitsimpulsen op het terrein ‘groen’ verwachten wij de komende jaren meer uit te geven aan maaiwerk (zomer) en aan winterwerk. Na de inhaalslag van de komende jaren in het winterwerk, kunnen deze kosten naar verwachting over een jaar of 5 omlaag bijgesteld worden. Iets anders is een ook nog niet eerder structureel in beeld gebracht probleem, namelijk het verzakken en dus steeds natter worden van onze percelen. Dit is de keerzijde van een ander probleem dat ook een structurele visie en aanpak vereist, namelijk onze baggeropgave: wij krijgen veel klachten over het ondieper worden van het water bij onze voorzieningen (zie Programma Baggeren). Om onze percelen droog, toegankelijk en bruikbaar te houden, moeten wij de komende jaren investeren in het ophogen ervan. Door hierin nauw met de provincie samen te werken, kunnen wij aan goedkope grond komen uit de diverse baggerdepots. Door de som van al deze maatregelen begroten wij voor de komende jaren € 150.000 aan groen- en grondbeheer, tegenover € 102.000 in 2015. Deze post is samengesteld uit € 70.000 voor maaiwerk, € 30.000 voor winterwerk en € 50.000 voor grondwerk.
11
Recreatieafval Het voorkomen van zwerfafval in het buitengebied is de voornaamste reden om recreatieafval op te halen bij onze ligplaatsen. Met ingang van 2014 haalt De Marrekrite het recreatieafval in eigen beheer op. In voorgaande jaren werd dit werk uitbesteed aan de gemeente Boarnsterhim/Omrin. De hele procedure en de werkzaamheden blijven grotendeels ongewijzigd. De Marrekrite heeft de medewerker en het schip overgenomen van de gemeente Boarnsterhim/Omrin. Een wijziging in de werkwijze rondom het daadwerkelijk ophalen van het afval is niet noodzakelijk. De schipper wordt naast zijn werkzaamheden op de Milieuboot, daar waar mogelijke en na compensatie van zijn overuren uit de zomerperiode, ook ingezet voor onderhoudswerkzaamheden (veelal samen met de Technisch Medewerker). In onderstaand overzicht is te zien dat het “binnenhalen” van de schipper en de Milieuboot voor De Marrekrite ook in financieel opzicht voordelig is geweest. Daarbij beschikken wij nu voor minder geld nu over een man extra in de wintermaanden en brengt de schipper met zijn jarenlange ervaring ook veel kennis mee.
Recreatieafvalinzameling
2012
Jaarlijkse kosten
€ 111.025
Personeelskosten Totaal
2013
€0 € 111.025
€ 171.525* € 171.525
2014 € 41.608** Ca. € 35.000 € 76.608
* Aan het eind van 2013 is de milieuboot voor € 60.500 aangekocht. Dit zijn eenmalige kosten, die jaarlijks worden afgeschreven. ** Dit is een prognose. De definitieve jaarcijfers van 2014 zijn nog niet bekend. Handhaving Wij willen komen tot een nieuwe opzet voor het handhaven van de ‘driedagen-regeling’. Formeel is het zo dat De Marrekrite niet belast is met de taak om de driedagen-regeling te handhaven. Deze verantwoordelijkheid ligt bij de deelnemers en moet vastgelegd worden in een ligplaatsverordening. In de praktijk blijkt echter dat veel deelnemende gemeenten niet handhaven op de regeling rondom langliggen. Ondertussen zorgen langliggers echter voor veel ergernis onder de watersporters. Het is klacht nummer 1. Bovendien, door niet te handhaven, stijgt het aantal langliggers. De Marrekrite gaat daarom onderzoeken of het niet mogelijk is de deelnemers op dit punt te ontzorgen. Vuilwaterschip Gedurende drie jaar (2014, 2015 en 2016) vragen wij op een positieve manier aandacht voor de vuilwaterproblematiek, door in het seizoen te varen met de “Vuilwaterboot”. De boot vaart langs Marrekriteligplaatsen om bij schepen het vuilwater op te halen. Dit project wordt volledig gesubsidieerd door de provincie Fryslân en is een groot succes gebleken. De Marrekrite draagt bij aan het project door de projectleiding op zich te nemen. Een tweede onderdeel van het project is dat er met het CEW onderzoek wordt gedaan naar schone technologie. Bebakening De Marrekrite is ook verantwoordelijk voor de betonning en bebakening van de recreatiegeulen. Het onderhoud van de betonning wordt uitgevoerd door de provincie. De kosten van dit werk worden meegenomen in de kosten van het klein-onderhoud dat de provincie voor ons uitvoert.
12
De bebakening van de recreatieve doorvaarten is uitgevoerd in hout. Op dit moment is niet overzichtelijk weergegeven waar deze houten bakens staan en wat de technische status is. Er dient in kaart gebracht waar dergelijke bakens staan en wat de status ervan is, zodat een onderhoudsplan opgesteld kan worden. Ook is het belangrijk om de kosten beter gespecificeerd aangeleverd te krijgen. Brug- & Sluisbediening In overleg met de provincie is besloten dat De Marrekrite het taakveld ‘bediening bruggen en sluizen’ weer op zich neemt. Vanouds ligt deze taak bij ons, maar door de inspanningen rondom Het Friese Merenproject is aan dit onderwerp de laatste jaren minder aandacht besteed. Voor de komende jaren wordt hiervoor een bescheiden budget van € 5000 begroot. Wat gaat het kosten? Baten Lasten Resultaat voor bestemming Onvoorzien Onttrekking Onderhoudsfonds Resultaat na bestemming
2015
2016
2017
2018
2019
869.109
814.087
714.087
714.087
714.087
-1.737.800
-1.445.000
-1.345.000
-1.345.000
-1.345.000
-868.691
-630.913
-630.913
-630.913
-630.913
0
0
0
868.691
630.913
630.913
630.913
630.913
0
0
0
0
0
0
Uit bovenstaande tabel blijkt, dat wij door de budgetten van het Planmatig Onderhoud in de jaren 2016 – 2019 te bevriezen op € 1.000.000 (2016 t/m 2019) zorgen dat wij tot 2019 zwarte cijfers blijven schrijven. In 2019 is sprake van een licht tekort (€12.000). Hiervoor dient wel jaarlijks een beroep te worden gedaan op de reserve in het Onderhoudsfonds (dat hier ook voor bedoeld is). Door het Planmatig Onderhoud jaarlijks te limiteren, is het onvermijdelijk dat we voorzieningen (tijdelijk) zullen moeten sluiten. Het feit dat de baten in de loop van de jaren afnemen, wordt veroorzaakt doordat het project Vuilwaterboot alleen nog loopt in 2015 en 2016. In totaal is hiervoor € 300.000 subsidie verstrekt door de Provincie Fryslân (2014, 2015 en 2016), hetgeen de baten tijdelijk doet toenemen. Tegenover een stijging van de kosten op het vlak van groen- en grondbeheer, staat dat we verwachten dat de kosten voor de recreatieafvalinzameling de komende jaren verder zullen dalen (van ca. € 41.000 in 2015 naar € 35.000 in de jaren hierna). Positieve en negatieve saldi op het programma Waterrecreatie worden in principe verrekend met de Onderhoudsreserve/fonds.
13
2.1.3
Programma Landrecreatie
Wat willen we bereiken en wat willen we gaan doen? De afgelopen jaren werd het onderhoud Landrecreatie steeds voor één jaar aanbesteed. In 2014 is de mogelijkheid onderzocht om het onderhoud volledig in eigen beheer (met een eigen ploeg) te nemen. Het bleek echter dat het financieel aantrekkelijker is om het onderhoud uit te besteden aan een aannemer. In 2015 wordt het onderhoud voor een periode van 3 jaar (2015-2107) aanbesteed. In deze aanbesteding is zowel het onderhoud van de fietsknooppunten als de wandelknooppunten opgenomen. Ook moet de aannemer gebruik maken van de inzet van de Sociale Werkvoorziening. Vanaf 2015 wordt het onderhoud elk jaar in één uitgebreide voorjaarsonderhoudsronde uitgevoerd. Daarnaast worden jaarrond de incidentele meldingen verholpen. In 2014 en 2015 realiseert De Marrekrite het project Routegebonden Recreatie Zuidoost Fryslân. Dit project bestaat uit het realiseren van een wandelknooppuntnetwerk en het uitbreiden van het fietsknooppuntnetwerk in de regio Zuidoost Fryslân. Het project wordt gefinancierd door de Provincie Fryslân en de vijf betrokken gemeenten. De begroting van dit project bedraagt € 399.988. In 2016 is een groot deel van Fryslân voorzien van een wandelknooppuntnetwerk, waardoor de onderhoudstaak op Land verder toeneemt. Dan is er circa 3.300 km aan wandelnetwerk gerealiseerd. Samen met LBF en Merk Fryslân zet De Marrekrite zich in om het wandelen in de provincie de komende jaren provinciedekkend te maken. Dit gebeurt door de gerealiseerde netwerken onderling te verbinden. Dit project sluit aan op de ambitie van de provincie om de basisinfrastructuur compleet te maken en Fryslân als meest gastvrije provincie op de kaart te zetten. Het doel is ook om Fryslân langzaamaan op een bredere wijze te gaan vermarkten, dan de provincie van vooral de watersport alleen. Wij willen dat onze provincie uitgroeit naar DE provincie waar men zowel varend, fietsend als wandelend door het landschap kan zwerven. Dit brengt hele nieuwe toeristische doelgroepen naar ons gebied met een spin-off voor vele ondernemers. Het geeft de regio’s een natuurlijke kans om aan te haken op het merk “Fryslân”, omdat het niet meer alleen over “water” hoeft te gaan. In dat alles vormen routes een strategisch verkooppunt. Toeristen denken in dagbesteding en dan vormen routes mooie, gemakkelijke en informatieve handleidingen. Ondernemers worden gestimuleerd om hierop aan te haken en met uniforme informatie naar buiten te treden, wat de kwaliteitsbeleving van onze gasten ten goede komt. Over de rol en de positie van de koepeldatabase in dit verband, wordt nog gesproken. In die provinciebrede aanpak moeten alle initiatieven rondom de basisinfrastructuur gebundeld worden. Projecten als bijvoorbeeld het realiseren van TOP’s – waarin ook een rol voor De Marrekrite is beoogd - moeten een logische plek krijgen in het integrale plan basisinfrastructuur waaraan op dit moment hard wordt gewerkt. Het fietsknoopppuntnetwerk staat in de meeste regio’s nu ruim 10 jaar. Op de gebruikte materialen zit over het algemeen een kleurechtheidsgarantie van 10 jaar. Tijdens het reguliere onderhoud worden onleesbare borden weliswaar vervangen, maar het betekent dat de komende jaren meer onderhoud nodig zal zijn. Wij willen inventariseren in hoeverre grootschalig onderhoud aan het fietsknooppuntnetwerk noodzakelijk is. Eventuele investeringen willen wij combineren met het uniformeren van het netwerk, zodat er één fietsknooppuntnetwerk Fryslân ontstaat, in plaats van de huidige vijf regio’s. Dit zullen wij als apart project opzetten. 14
Verder bestaat er de wens om te komen tot één deelnemersbijdrage in plaats van de drie bijdragen, die nu gefactureerd worden aan de deelnemers. Deze wens zullen wij in 2015 verder uitwerken, waardoor we vanaf 2016 toe kunnen naar één deelnemersbijdrage op land. Wat gaat het kosten? 2015
2016
2017
2018
2019
Baten
81.324
101.897
101.897
111.897
111.897
Lasten
-75.000
Resultaat voor bestemming Onvoorzien Toevoeging Landrecreatiefonds Resultaat na bestemming
-101.897
-101.897
-111.897
-111.897
6.324
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-6.324
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Het project Routegebonden Recreatie Zuidoost Fryslân is nog niet verwerkt in de bovengenoemde cijfers van 2015. In de eerstvolgende AB-vergadering op 25 juni 2015 wordt het bestuur de formele begrotingswijziging voorgelegd, zodat dit project daarna formeel in de Begroting 2015 kan worden verwerkt. De totale begroting van het project komt neer op een bedrag van € 399.988. Het grootste deel van de inkomsten is ontvangen in 2014 en wordt gereserveerd in een speciale bestemmingsreserve Landrecreatie (‘Landrecreatiefonds’). De meeste uitgaven vinden plaats in 2015. De verwachting is nog altijd dat het project conform de begroting kan worden gerealiseerd. Positieve en negatieve saldi op het programma Landrecreatie worden in principe verrekend met het Landrecreatiefonds.
15
2.1.4
Programma Baggeren
Wat willen we bereiken en wat willen we gaan doen? In 2015 beslist het bestuur over de continuering van het Baggerfonds vanaf 2016. Indien besloten wordt om het Baggerfonds voort te zetten, moet er ook een besluit genomen worden over het doel van dit fonds. Ook moet een nieuwe bijdrageregeling worden gemaakt, waarin alle deelnemers gaan bijdragen op basis van aantallen meters voorziening per gemeente. Op de achtergrond speelt een tot nu toe onderbelicht punt. Het wordt steeds duidelijker dat wij op veel plekken last krijgen van ondieptes. Wij krijgen hier veel klachten over. Mensen kunnen op sommige plekken niet meer goed bij de aanlegplaatsen komen. Naast een goed en gestructureerd Groen- & Grondbeheer is het wezenlijk dat wij op planmatige wijze aan de slag gaan met het beheer van de waterdieptes rondom onze voorzieningen. Dit nu toe werd er weinig met de klachten gedaan of werd er basis van incidenten gehandeld. Het wordt tijd om hierin het roer om te gooien. De uitgaven uit het huidige Baggerfonds zijn tweeledig. De deelnemers die aan het Baggerfonds bijdragen, kunnen eens per drie jaar een beroep op het fonds doen (33% van de kosten met een maximum van € 84.000). Daarnaast wordt er geld aan het Baggerfonds onttrokken om ‘mee te kunnen liften’ met baggerprojecten van derden (veelal de provincie), om zodoende de ligplaatsen bereikbaar te houden. In de nieuwe opzet van het onderdeel Baggeren zullen wij, als reeds gezegd, moeten gaan werken aan een meerjarenonderhoudsplanning, zodat er goed begroot kan worden. Wat gaat het kosten? 2015
2016
2017
2018
2019
Baten
144.417
144.417
144.417
144.417
144.417
Lasten
-144.417
-144.417
-144.417
-144.417
-144.417
Resultaat voor bestemming
0
0
0
0
0
Onvoorzien
0
0
0
0
0
Toevoeging/onttrekking Baggerfonds
0
0
0
0
0
Resultaat na bestemming
0
0
0
0
0
Aan de inkomsten- en aan de uitgavenkant is een bedrag opgenomen van circa € 144.000. Dit bedrag kan veranderen naar aanleiding van besluiten die in de loop van 2015 genomen worden. Indien er sprake is van een wijziging in de begroting, dan wordt het bestuur gevraagd daarmee in te stemmen. De baggerbijdrage wordt niet geïndexeerd. Positieve en negatieve saldi op het programma Baggeren worden in principe verrekend met het Baggerfonds.
16
2.1.5 Programma Ontwikkelingen Hieronder vallen alle nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van voorzieningen van De Marrekrite en de infrastructuur voor de water- en de landrecreatie. Jaarlijks worden, indien van toepassing, relevante projectvoorstellen ter goedkeuring aan het bestuur voorgelegd. De bedoelde ontwikkelingen hebben tot doel “een verbetering van de infrastructuur op land en/of water”. Het beoogde effect van de ontwikkelingen draagt bij aan het aantrekkelijker maken van Fryslân als provincie voor water- en/of landrecreatie, waardoor het leefklimaat van de inwoners verbetert en er tevens meer toerisme komt. Wat willen we bereiken en wat willen we gaan doen? De Marrekrite wil door middel van onderzoek managementinformatie genereren om in zicht te krijgen in het gebruik van haar voorzieningen en de routes die watersporters varen. Hierdoor kunnen wij beter sturen op beheer en onderhoud van de voorzieningen en op onze financiën. In het bijzonder is voor ons cruciaal hoe groot de optimale voorraad is. Dat wil zeggen: hoeveel van de huidige 42 km aan aanlegvoorzieningen hebben we nodig om de watersport optimaal te bedienen en hoe zit het met de spreiding? Zitten er misschien witte vlekken in het netwerk (plaatsen waar nauwelijks voorzieningen zijn, maar wel behoefte is) en zijn er wellicht ook plekken waar we vanouds een te grote capaciteit hebben? In 2014 is gestart met het enquêteren door vrijwilligers bij Marrekrite-ligplaatsen en in jachthavens. Dit was een groot succes. De enquêtes zijn verwerkt door de NHL (combinatie van docent en student) en hebben en heel duidelijk beeld opgeleverd. Hierdoor denken wij dat het de eerstvolgende jaren niet nodig is dit onderzoek te herhalen. Dat scheelt jaarlijks een post van € 5000. Daar staat tegenover dat wij nog altijd werken aan het idee om gedegen en grootschalig onderzoek te doen naar het ‘werkelijk gebruik’ van de Marrekriteligplaatsen via ‘harde meting’, met het doel om de optimale voorraad te kunnen vaststellen. Momenteel is de inzet van een ‘track & trace systeem’ nog onderwerp van discussie. In 2015 is sprake van een aantal projecten waar flinke kosten meer samenhangen, waarvan de belangrijkste het Plan Oordje is (aanleglegvoorzieningen rondom Bolsward). Voor 2016 staan dergelijke projecten niet binnen het Programma Ontwikkelingen begroot, waardoor de begrote kosten drastisch dalen. De ‘achterkant’ van de nieuwe aanlegmogelijkheid ‘Marboei’, wordt nog tot 2018 verder ontwikkeld (€ 4.750 per jaar). Het idee is om aan de MarBoeien kunst en cultuur te koppelen en op deze wijze meteen ook de communicatie rondom het fenomeen “meerboei” vorm te geven. De MarBoeien vormen samen geleidelijk aan een kunst- en cultuurvaarroute die in 2018 gereed moet zijn (Culturele Hoofdstad). Wij willen in 2018 graag circa 100 MarBoeien in het water te hebben liggen. Voor landrecreatie hebben we nog altijd het idee in beraad om vegetatiematten rondom de knooppuntpalen te plaatsen. Hierdoor kunnen we mogelijk kosten besparen, want met het maaien (door gemeenten) rondom de paaltjes wordt vaak ook het paaltje meegenomen. Dit denken we met de vegetatiematten deels te kunnen voorkomen. Voor dergelijke ontwikkelingen hebben wij jaarlijks € 2.500 begroot.
17
Wat gaat het kosten? 2015
2016
2017
2018
2019
Baten
57.284
12.089
12.089
12.089
12.089
Lasten
-172.755
-26.470
-25.470
-25.470
-17.970
Resultaat voor bestemming
-115.471
-14.381
-13.381
-13.381
-5.881
0
0
0
0
0
115.471
14.381
13.381
13.381
5.881
0
0
0
0
0
Onvoorzien Onttrekking Ontwikkelingsfonds Resultaat na bestemming
Positieve en negatieve saldi op het programma Ontwikkelingen worden in principe verrekend met het Ontwikkelingsfonds. 2.1.6 Programma Wimpels, donateurs en vrijwilligers Het programma behelst alles wat te maken heeft met het verkopen van wimpels en met de donateurs die De Marrekrite extra steunen. Ook de vrijwilligers van De Marrekrite maken deel uit van dit programma, omdat zijn veelal betrokken zijn bij de verkoop van wimpels. Wat willen we bereiken en wat willen we gaan doen? Wimpels Watersporters dragen bij aan het in stand houden van de Marrekritevoorzieningen door het vrijwillig kopen van een wimpel. Jaarlijks wordt beslist over de wimpelprijs. In het verleden is afgesproken dat de wimpelprijs jaarlijks met € 1 zou stijgen tot een maximum van € 20. Mede door de economische crisis heeft het bestuur besloten de wimpelprijs van € 13 (jaar 2012) voor de jaren 2013 en 2014 te handhaven. Per 2015 is de prijs van de standaardwimpel opgetrokken naar € 15. De middelgrote en grote wimpels kosten respectievelijk € 20 en € 25. Voor de Begroting 2016 wordt vooralsnog aangenomen dat dit prijspeil zal worden gehandhaafd. Een en ander moet echter nog in het bestuur worden besproken. Wij streven ernaar door de inzet van jongeren de wimpelomzet in de komende jaren vast te kunnen houden. De jongeren gaan in een eigen gebied wimpels verkopen en ontvangen € 1 vergoeding per verkochte wimpel. In principe heeft elke jongere zijn ‘wimpelwijk’. In 2014 is hiermee en bescheiden begin gemaakt, dat wij in 2015 verder willen doortrekken. We kunnen nog niet inschatten hoeveel dit de komende jaren gaat opleveren. Wat wij wel zeker weten, is dat veel van onze vrijwilligers inmiddels een hoge leeftijd beginnen te bereiken. Steeds meer mensen stoppen met het vrijwilligerswerk, of schakelen naar een lagere versnelling. Het is niet de verwachting dat de groei van een ‘jeugdbrigade’ dit op korte termijn volledig kan compenseren. Daar is tijd voor nodig. Donateurs Het aantal donateurs varieert al een aantal jaren tussen de 400 en 500 watersporters. Deze watersporters dragen door hun donateurschap net even iets meer bij aan het in stand houden van Marrekritevoorzieningen. Door € 22 (of meer) over te maken ontvangen donateurs een wimpel en in ieder geval vier keer per jaar de Marrekrite Nieuwsbrief. Ook hier is rekening gehouden met een handhaving van de prijs.
18
Vrijwilligers Vrijwilligers maken een belangrijk deel uit van De Marrekrite. De taken van vrijwilligers richten zich vooral op de wimpelverkoop en het toezichthouden. In 2013 is voorzichtig een start gemaakt met het professionaliseren van het vrijwilligersbestand. Hierin opereren wij zeer behoedzaam. Ook in 2015 en 2016 zetten wij deze professionaliseringsslag voort. Dit is een lastig traject omdat het direct aan de gevoelens van mensen raakt. Willen wij echter een professioneel bedrijf zijn, dan zullen vrijwilligers moeten kunnen werken onder het motto “vrijwillig is niet vrijblijvend”. De vrijwilligers zijn het gezicht van De Marrekrite in het veld en dus is de wijze waarop zij optreden voor ons cruciaal. Voor een aantal mensen betekent deze slag dat zij zullen stoppen met het vrijwilligerswerk. Met de groep die verbonden blijft, kan hecht en nauw, maar ook wat zakelijker worden samengewerkt. Vanouds vinden er jaarlijks diverse informatiebijeenkomsten plaats om de betrokkenheid te borgen en informatie te vergaren. Onder de vrijwilligers is een grote mate van kennis aanwezig die voor de organisatie nuttig is. Als organisatie zijn wij niet alleen trots op onze vrijwilligers, in veel opzichten hebben wij ook een groot belang bij hun inzet. Wat gaat het kosten? 2015
2016
2017
2018
2019
Baten
170.000
170.000
170.000
170.000
170.000
Lasten
-13.770
-14.045
-14.326
-14.613
-14.905
Resultaat voor bestemming
156.230
155.955
155.674
155.387
155.095
Onvoorzien Toevoeging Onderhoudsfonds Resultaat na bestemming
0
0
0
0
0
-156.230
-155.955
-155.674
-155.387
-155.095
0
0
0
0
0
Positieve en negatieve saldi op het programma Wimpels, donaties & vrijwilligers worden in principe verrekend met de Onderhoudsreserve.
2.1.7 Programma Algemene Dekkingsmiddelen Het saldo van dit programma is altijd nul, omdat de deelnemers onze BTW betalen via het BTW Compensatiefonds. Het BTW-bedrag wordt hoger of lager naar gelang de fluctuatie van onze investeringen.
19
2.2 Paragrafen 2.2.1 Lokale heffingen Bij De Marrekrite is geen sprake van Lokale Heffingen. 2.2.2 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als de middelen die gebruikt kunnen worden om niet-begrote kosten te kunnen opvangen. De Marrekrite heeft in het kader van de Onderhoudreserve een lange termijnprogramma. De uitgaven zijn geraamd, maar er zijn geen verplichtingen aangegaan. In nood kan besloten worden om niet tot vervanging over te gaan of te wachten tot er voldoende liquide middelen zijn (zie Planmatig Onderhoud). In het bagger- en ontwikkelingsprogramma zijn diverse bedragen toegezegd aan deelnemers c.q. derden. De aangegane verplichtingen zijn niet in de balans opgenomen, maar in de (meer)jaren begroting verantwoord als lasten, die verwacht worden in het jaar dat de verplichting tot uitbetalen komt (aannames t.a.v. jaar van uitbetaling). 2.2.3
Onderhoud Kapitaalgoederen
Aanlegvoorzieningen Onderstaande opsomming van voorzieningen vertaalt zich in totaal circa 325 locaties met meer dan 600 voorzieningen en een totale capaciteit voor circa 3.800 boten (gemiddelde lengte 10-11 meter). Soort steiger Containerplateau Hout
Meters 31-12-2013
Meters 31-12-2014 37 77
14.239
13.938
1.830
1.863
0
325
Eenvoudige steiger Hout
1.780
1.680
Eenvoudige steiger Kunststof
4.093
3.614
Gewone steiger Hout
9.313
8.602
Damwand Hout Damwand Kunststof Damwand Beton
83
83
6.789
6.932
24
34
Palenrij Hout
102
200
Prolock damwand
313
395
2.900
794
Kanosteiger Hout Kunststofsteiger Oploopsteiger Hout
Walsteiger Hout en Kunststof
Containers De containers voor het recreatieafval worden jaarlijks gecontroleerd - en indien nodig gerepareerd door de schipper van de Milieuboot. Daarmee wordt de kwaliteit en levensduur verlengd. In de winter blijven de containers in het veld staan. Tot 2019 worden de containers jaarlijks afgeschreven. 20
Containerboot (MK2) + bijboot De containerboot of Milieuboot is eind 2013 aanschaft om met ingang van 2014 het recreatie-afval in eigen beheer te kunnen inzamelen. De verwerking van het afval blijft een taak van Omrin. Het kleine onderhoud aan het schip wordt uitgevoerd door de schipper. Na een forse motorrevisie in 2014 en een grote schilderbeurt in 2015 verwachten wij voor de jaren 2016 – 2019 geen serieuze onderhoudskosten meer. De afschrijving van onze schepen vindt plaats over een periode van 15 jaar. De jaarlijkse afschrijvingslast voor de milieuboot is € 3.700 (aanschafwaarde minus de restwaarde verdeeld over 15 jaar). In 2014 is een nieuwe bijboot aangeschaft voor de vuilnisronde van de maandagen rondom Grou. Werkschip (MK1) De werkboot is halverwege 2013 aanschaft en wordt ook gedurende 15 jaar afgeschreven (tot 2028). Het schip wordt in een jachthaven in Sneek gestald. Voorgaande jaren werd het technisch onderhoud uitbesteed. Nu het team is uitgebreid met een Technisch Medewerker Watersport hoeft er praktisch geen technisch onderhoud aan de werkboot te worden uitbesteed. Het meeste onderhoud aan beide schepen wordt door de schippers zelf gedaan (behoudens motorrevisies en groot schilderwerk). Duwponton De Marrekrite beschikt ook over een werkponton van 6 bij 4 meter. Het ponton is aangekocht om kleine onderhoudswerkzaamheden te kunnen doen. In het voorjaar van 2013 is nog een enkele keer gevaren om schapen te vervoeren. Daarna is deze activiteit gestopt. Het ponton is de afgelopen maanden veel ingezet om groenonderhoud te kunnen doen. De verwachting is dat dit de komende jaren alleen maar zal toenemen. Borden netwerken De knooppuntenborden en informatiepanelen van het fietsknooppuntennetwerken blijven formeel eigendom van de gemeenten. Ook de vervangingskosten worden doorberekend aan de gemeenten. Kantoorinventaris De kantoorinventaris is opgenomen op de balans en er wordt jaarlijks volgens de voorschriften op afgeschreven. 2.2.4 Verbonden partijen Bij De Marrekrite is geen sprake van Verbonden Partijen. 2.2.5 Grondbeleid De Marrekrite heeft circa 170 percelen land in eigendom waarop voorzieningen zijn gerealiseerd. Ook is er een enkel perceel waar geen aanlegvoorziening is gerealiseerd. Er zijn locaties die zich bevinden in provinciaal of gemeentelijk vaarwater en op terreinen van natuurorganisaties. Grondbezit is geen doel op zich, maar een middel om ligplaatsen te realiseren. Wanneer er kansen zijn om percelen te verkopen (met in sommige gevallen behoud van het recht er een aanleglocatie te realiseren) dan kan daar aan meegewerkt worden. Hetzelfde geldt voor percelen die niet volledig gebruikt worden. Incidenteel kunnen percelen of delen daarvan worden verkocht. Het Dagelijks Bestuur moet altijd instemmen met een eventuele verkoop.
21
Veel percelen land zijn nauwelijks van (financiële) waarde omdat deze geen nut hebben voor een andere bestemming. Boeren hebben er bijvoorbeeld geen belang meer bij, wanneer het buitendijks land betreft. Verkoop voor commercieel gebruik is daardoor veelal niet mogelijk. Toch is het goed nog eens zorgvuldig naar deze materie te kijken. De onderhoudsplicht ligt namelijk wel bij De Marrekrite. Dat betekent dat we kosten maken, zonder dat hier echte voordelen tegenover staan. Tot nog toe is (beperkt) commercieel gebruik van onze locaties niet aan de orde geweest. Er is geen reden om aan te nemen dat dit zal veranderen. De weinige inkomsten komen voort uit jachtrechten.
22
3 Financiële begroting 3.1 Overzicht van baten en lasten Begrotingsjaar 2015 Baten Lasten Omschrijving programma Bedrijfsvoering Waterrecreatie Landrecreatie Baggeren Ontwikkelingen Wimpels, donaties & vrijwilligers
Saldo
Begrotingsjaar 2016 Baten Lasten Saldo 453.105 814.087 101.897 144.417 12.089 170.000
-417.047 -1.445.000 -101.897 -144.417 -26.470 -14.045
36.058 -630.913 0 -14.381 155.955
1.695.595
-2.148.876
-453.281
349.362 869.109 81.324 144.417 57.284 170.000
-396.637 -1.737.800 -75.000 -144.417 -172.755 -13.770
-47.275 -868.691 6.324 0 -115.471 156.230
1.671.496
-2.540.379
-868.883
Omschrijving algemene dekkingsmiddelen Saldo compensabele BTW en uitkering
418.913
-418.913
0
327.028
-327.028
0
Subtotaal algemene dekkingsmiddelen
418.913
-418.913
0
2.022.623
-2.475.904
0
2.090.408
-2.959.292
-868.883
3.718.218
-4.624.780
Begrotingsresultaat -47.275 -712.461 0 -115.471 6.324
Eindstand
Subtotaal programma's
Resultaat vóór bestemming
Toevoeging/onttrekking bestemmingsreserves Algemene reserve Onderhoudsfonds Baggerfonds Ontwikkelingsfonds Landrecreatiefonds
Beginstand* 31-12-2014 133.812 2.601.898 967.940 415.900 129.052
86.537 1.889.437 967.940 300.429 135.376
Beginstand 86.537 1.889.437 967.940 300.429 135.376
Begrotingsresultaat 36.058 -474.958 0 -14.381 -
-453.281 Eindstand 122.596 1.414.479 967.940 286.048 135.376
Subtotaal mutaties reserves 4.248.602 -868.883 3.379.719 3.379.719 -453.281 2.926.438 Resultaat ná bestemming 0 0 *O.b.v. begrotingswijziging 2014.02. De jaarrekening 2014 is nog niet is vastgesteld. Daarom kunnen deze bedragen nog wijzigen.
23
3.1.1
Toelichting op het overzicht van baten en lasten
Stabiele begroting Door op het planmatig onderhoud in de komende jaren budget gestuurd te werk te gaan (plafond gesteld op € 1.000.000 per jaar), schrijven wij in 2016 – 2018 zwarte cijfers. In 2019 voorzien wij een beperkt tekort (€ 12.000). Daarmee ontstaat op het Programma Waterrecreatie een vergelijkbaar stabiel beeld als reeds jaren op de andere programma’s gewoon is. Daarmee zal de mate waarin de Begroting 2016 naar onze verwachtingen ook gerealiseerd kan worden, in belangrijke maatgevend zijn voor de betrouwbaarheid van de Meerjarenbegroting 2017 – 2019. Deelnemersbijdragen De verdeling van de deelnemersbijdrage waterrecreatie aan de verschillende programma’s is als volgt: Bedrijfsvoering 34% Waterrecreatie 65% Ontwikkelingen 1% Voor deelnemersbijdrage Landrecreatie is een vergelijkbare verdeling gemaakt. Omdat deze bijdrage vooral uit personeelskosten bestaat, wordt een hoog percentage aan Bedrijfsvoering toebedeeld. De verdeling van de deelnemersbijdrage landrecreatie aan de verschillende programma’s is als volgt: Bedrijfsvoering 95% Landrecreatie 3% Ontwikkelingen 2% De deelnemersbijdragen zijn niet geïndexeerd voor de jaren 2016 t/m 2019.
24
3.2 Uiteenzetting financiële positie 3.2.1
Geprognotiseerde balans
Activa Vaste activa
126.670
111.570
96.670
83.120
70.410
Vorderingen
420.000
300.000
300.000
300.000
300.000
Liquide middelen
2.873.110
2.554.930
2.110.470
1.657.440
1.203.700
Totaal activa
3.419.780
2.966.500
2.507.140
2.040.560
1.574.110
3.119.780
2.666.500
2.207.140
1.740.560
1.274.110
Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva
3.2.2
-
-
-
-
-
300.000
300.000
300.000
300.000
300.000
3.419.780
2.966.500
2.507.140
2.040.560
1.574.110
Stand en verloop van de reserves
Verloop van de reserves Toevoeging/onttrekking bestemmingsreserves Algemene reserve Onderhoudsfonds Baggerfonds Ontwikkelingsfonds Landrecreatiefonds Subtotaal mutaties reserves Resultaat ná bestemming
2015 Beginstand* 31-12-2014 133.812 2.601.898 967.940 415.900 129.052 4.248.602
2016
Begrotingsresultaat -47.275 -712.461 0 -115.471 6.324
Eindstand
Beginstand
Eindstand
86.537 1.889.437 967.940 300.429 135.376
Begrotingsresultaat 36.058 -474.958 0 -14.381 -
86.537 1.889.437 967.940 300.429 135.376
-868.883
3.379.719 0
3.379.719
-453.281
2.926.438 0
122.596 1.414.479 967.940 286.048 135.376
25
De Marrekrite werkt met een taakstellende begroting. De programma’s zijn in principe gekoppeld aan de verschillende bestemmingsreserve (fondsen). Het saldo komt ten bate of ten laste van de bestemmingsreserve. Vanzelfsprekend kan hiervan worden afgeweken. Programma Bedrijfsvoering naar Algemene Reserve Programma Waterrecreatie naar Onderhoudsfonds water* Programma Landrecreatie naar Onderhoudsfonds land* Programma Baggeren naar Baggerfonds Programma Ontwikkelingen naar Ontwikkelingsfonds voor water/land Programma Wimpels, etc. naar Onderhoudsfonds * bij nieuwe voorzieningen het Ontwikkelingsfonds.
Door de hoge vervangingsopgave de komende jaren laat de Onderhoudsreserve - via budgetsturing op de post Planmatig Onderhoud - een geleidelijke, maar zekere daling zien. Feitelijk is dit niets anders dan het alsnog aanwenden van middelen die zijn opgebouwd doordat het onderhoud was uitgesteld.
26
3.2.3
Meerjarenraming 2017-2019
Baten Omschrijving programma Bedrijfsvoering Waterrecreatie Landrecreatie Baggeren Ontwikkelingen Wimpels, donaties & vrijwilligers
Begroting 2017 Lasten
Saldo
Baten
Begroting 2018 Lasten
Saldo
Baten
-430.779 -1.345.000 -111897 -144.417 -25.470 -14.613
22.326 -630.913 0 -13.381 155.387
453.105 714.087 111.897 144.417 12.089 170.000
453.105 714.087 101.897 144.417 12.089 170.000
-423.845 -1.345.000 -101897 -144.417 -25.470 -14.326
29.260 -630.913 0 -13.381 155.674
453.105 714.087 111.897 144.417 12.089 170.000
1.595.595
-2.054.955
-459.360
1.605.595
-2.072.176
-466.581
Omschrijving algemene dekkingsmiddelen Saldo compensabele BTW en uitkering
326.906
-326.906
0
329.095
-329.095
Subtotaal algemene dekkingsmiddelen
326.906
-326.906
0
329.095
1.922.501
-2.381.861
-459.360
Begrotingsresultaat 29.260 -475.239 -13.381 -
Eindstand
Beginstand 122.596 1.414.479 967.940 286.048 135.376 2.926.438
-459.360
2.467.078 0
Subtotaal programma's
Resultaat vóór bestemming
Toevoeging/onttrekking bestemmingsreserves Algemene reserve Onderhoudsfonds Baggerfonds Ontwikkelingsfonds Landrecreatiefonds Subtotaal mutaties reserves Resultaat ná bestemming
151.856 939.239 967.940 272.667 135.376
Begroting 2019 Lasten
Saldo
-437.852 -1.345.000 -111897 -144.417 -17.970 -14.905
15.253 -630.913 0 -5.881 155.095
1.605.595
-2.072.041
-466.446
0
327.611
-327.611
0
-329.095
0
1.933.206
-2.399.652
0
1.934.690
-2.401.271
-466.581
3.538.801
-4.471.692
-466.446
Begrotingsresultaat 22.326 -475.526 0 -13.381 -
Eindstand Beginstand 174.182 463.713 967.940 259.286 135.376
Begrotingsresultaat 15.253 -475.818 0 -5.881 -
Eindstand
Beginstand 151.856 939.239 967.940 272.667 135.376 2467077,8
-466.581
2.000.497 0
2.000.497
-466.446
1.534.051 0
174.182 463.713 967.940 259.286 135.376
189.435 -12.105 967.940 253.405 135.376
27
3.2.4
Ontwikkeling financiële positie
Bij de presentatie van de Begroting 2015 werd er nog vanuit gegaan dat we op korte termijn te maken zouden krijgen met financieringstekorten. Door de keuze om het Planmatig Onderhoud aan een jaarlijks plafond te onderwerpen, is er in 2019 voor het eerst sprake van een gering tekort (€ 12.000). In de jaren erna zou het tekort forser worden als er meer vervangen moet worden dan het vastgesteld budget op Planmatig Onderhoud. De Marrekrite hoeft echter nooit “rood te schrijven”. Wij kunnen goed sturen op onze begroting. De prijs die daarvoor moet worden betaald, is dat er voorzieningen (tijdelijk) zullen moeten worden gesloten of afgebroken. Vanzelfsprekend zal deze krimp zodanig worden vormgegeven, dat de watersport hier zo weinig mogelijk van merkt. Niet vaak genoeg kan worden gezegd, dat de langere termijn prognoses van De Marrekrite uitstekend zijn. Er is feitelijk maar één probleem: de piek die zich de eerstkomende jaren voordoet in onze vervangingsopgave en die niet kan worden gefinancierd uit onze jaarlijkse middelen. Wij hebben geschetst hoe wij hier het beste mee denken om te gaan. Het is een serieus probleem, maar tegelijk is het een tijdelijk vraagstuk. Op de langere termijn is het perspectief prima. De onderhoudskosten gaan op termijn namelijk zeer serieus dalen door het gebruik van duurzame materialen (gerecycled kunststof en beton). Behoudens onvoorziene omstandigheden kan de deelnemersbijdrage op termijn daarom omlaag. Echter, doordat we het vervangingsonderhoud nu sterker gaan spreiden dan in de afgelopen jaren gedacht werd, schuift het punt waarop de bijdragen omlaag kunnen, wel mee naar achteren.
28
4 Bijlagen 4.1 Overzicht deelnemersbijdragen Deelnemers Achtkarspelen Dantumadeel De Friese Meren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen het Bildt Kollumerland c.a. Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menaldumadeel Opsterland Provincie Smallingerland Sudwest Fryslan Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Totaal
2015 € 11.838 € 12.448 € 114.124 € 14.524 € 4.406 € 9.848 € 10.989 € 30.749 € 4.352 € 13.103 € 99.513 € 5.659 € 6.140 € 5.922 € 12.671 € 477.544 € 45.014 € 151.592 € 35.998 € 15.999 € 1.082.432
Baggerbijdrage Deelnemers Dantumadiel De Friese Meren Dongeradeel Ferwerderadiel Heerenveen Kollumerland c.a. Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Opsterland Provincie Smallingerland Sudwest Fryslân Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Totaal
Waterrecreatie 2016 2017 2018 € 11.838 € 11.838 € 11.838 € 12.448 € 12.448 € 12.448 € 114.124 € 114.124 € 114.124 € 14.524 € 14.524 € 14.524 € 4.406 € 4.406 € 4.406 € 9.848 € 9.848 € 9.848 € 10.989 € 10.989 € 10.989 € 30.749 € 30.749 € 30.749 € 4.352 € 4.352 € 4.352 € 13.103 € 13.103 € 13.103 € 99.513 € 99.513 € 99.513 € 5.659 € 5.659 € 5.659 € 6.140 € 6.140 € 6.140 € 5.922 € 5.922 € 5.922 € 12.671 € 12.671 € 12.671 € 477.544 € 477.544 € 477.544 € 45.014 € 45.014 € 45.014 € 151.592 € 151.592 € 151.592 € 35.998 € 35.998 € 35.998 € 15.999 € 15.999 € 15.999 € 1.082.432 € 1.082.432 € 1.082.432
2019 € 11.838 € 12.448 € 114.124 € 14.524 € 4.406 € 9.848 € 10.989 € 30.749 € 4.352 € 13.103 € 99.513 € 5.659 € 6.140 € 5.922 € 12.671 € 477.544 € 45.014 € 151.592 € 35.998 € 15.999 € 1.082.432
2016 € 1.444 € 16.158 € 2.888 € 1.444 € 641 € 1.444 € 14.973 € 1.444 € 1.444 € 1.444 € 64.988 € 5.777 € 23.107 € 5.777 € 1.444 € 144.418
NB: Op de Baggerbijdrage wordt geen indexatie toegepast.
29
Deelnemers Achtkarspelen Dantumadeel De Friese Meren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen het Bildt Kollumerland c.a. Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menaldumadeel Opsterland Provincie Smallingerland Sudwest Fryslan Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Totaal
Landrecreatie 2015 2016 € 1.560 € 1.560 € 1.308 € 1.308 € 10.455 € 10.455 € 2.777 € 2.777 € 538 € 538 € 1.558 € 1.558 € 1.476 € 1.476 € 3.659 € 3.659 € 620 € 620 € 1.126 € 1.126 € 7.470 € 7.470 € 548 € 548 € 674 € 674 € 761 € 761 € 3.372 € 3.372 €0 €0 € 3.418 € 3.418 € 15.058 € 15.058 € 4.117 € 4.117 € 2.745 € 2.745 € 63.240 € 63.240
2017 € 1.560 € 1.308 € 10.455 € 2.777 € 538 € 1.558 € 1.476 € 3.659 € 620 € 1.126 € 7.470 € 548 € 674 € 761 € 3.372 €0 € 3.418 € 15.058 € 4.117 € 2.745 € 63.240
2018 € 1.560 € 1.308 € 10.455 € 2.777 € 538 € 1.558 € 1.476 € 3.659 € 620 € 1.126 € 7.470 € 548 € 674 € 761 € 3.372 €0 € 3.418 € 15.058 € 4.117 € 2.745 € 63.240
2019 € 1.560 € 1.308 € 10.455 € 2.777 € 538 € 1.558 € 1.476 € 3.659 € 620 € 1.126 € 7.470 € 548 € 674 € 761 € 3.372 €0 € 3.418 € 15.058 € 4.117 € 2.745 € 63.240
Omdat de aanbesteding van het onderhoud voor fietsen en wandelen op het moment van schrijven nog loopt, kunnen wij de deelnemersbijdragen voor het onderhoud in 2016 (en verder) nog niet berekenen. Wij hopen de aanbesteding in de eerste week van maart 2015 af te ronden. [NB: Ons idee is het DB (per mail) te informeren welke gevolgen de uitkomsten van de aanbesteding voor de Begroting 2016 (en verder) hebben, zodat een en ander in de definitieve begroting kan worden verwerkt. Daarmee krijgen de AB-leden het volledige beeld in één keer netjes voorgelegd.]
30