LESBRIEVEN LEERLINGEN WERKBLAD LESBRIEF 3:
VLIEGEN Verhaal:
De Uitvinders en De Verdronken Rivier (deel 3)
Vliegen Opdracht 1:
Ontwerp een vliegmachine
Opdracht 2:
Proefvliegen: drijven op lucht,
vliegtuigvleugel, papieren vliegtuig, stuwkracht. Opdracht 3:
Wat heb je geleerd?
AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN DE VERDRONKEN RIVIER
Luister eerst naar het derde deel van het verhaal over De Verdronken Rivier. Vliegen.
2
Lesbrief 3: Vliegen
OPDRACHT 1: ONTWERP EEN VLIEGMACHINE
Manieren om te vliegen Dat Eva wil vliegen is niet gek. Al heel erg lang geleden probeerden mensen te vliegen. Ze bedachten de gekste manieren. Vaak lukte het niet, maar de meeste manieren die ze bedachten waren wel erg mooi. Kun jij een manier om te vliegen bedenken voor Eva? Deze opdracht doe je alleen.
Benodigdheden (per leerling) Vel papier (bij voorkeur groter dan A4) Potlood
Opdracht Bedenk een manier voor Eva om te vliegen: Ontwerp jouw zelfbedachte vliegmachine. Maak een mooie tekening van je ontwerp. Met welke hulpmiddelen kan jouw vliegmachine vliegen? Maakt deze gebruik van vleugels? Propellers? Gebruikt jouw ontwerp nog andere middelen zoals een motor of misschien een elastiek? Of misschien de armen of benen van Eva? Of zouden dieren of de wind kunnen helpen? Kan Eva met jouw vliegmachine vanuit stilstand opstijgen of heeft ze een aanloop nodig? Of lukt het alleen als ze bovenaan een berg start? Teken jouw vliegmachine voor Eva. Als je wilt uitleggen hoe je machine werkt mag je dat bij je tekening schrijven, maar dat hoeft niet per se.
3
Lesbrief 3: Vliegen
OPDRACHT 2: PROEFVLIEGEN
Drijven op lucht Eva wil vliegen om haar zus en haar vrienden in te halen. Ze haalt de Magiër over om een vliegmachine te bouwen. ‘Als vogels en insecten vliegen, dan moeten wij dat toch ook kunnen?’. Er zijn veel manieren om te vliegen waaruit Eva kan kiezen. Kijk maar naar voorbeelden uit de natuur: vogels, insecten… Ken jij nog meer planten of dieren die kunnen zweven of vliegen? Ook de mens kan vliegen. Bijvoorbeeld met luchtballonnen, vliegtuigen, helikopters, zeppelins, of zweefvliegtuigen. Welke manier heb jij bedacht voor het ontwerp van jouw vliegmachine? De meeste manieren om te vliegen maken gebruik van lucht. Ze drijven als het ware op lucht zoals een boot op het water drijft. Maar hoe werkt dat eigenlijk? Deze opdracht doe je eerst met de hele groep en daarna in groepjes.
Benodigdheden Föhn (per klas) Rietje (per 4 leerlingen) Tempexballetje (per 4 leerlingen)
Opdracht 1. Doe de föhn aan op de laagste stand.
Houd de föhn onder het balletje en blaas omhoog.
(Wanneer de föhn een koude stand heeft,
kan je deze het beste gebruiken)
2. Laat het balletje los in de luchtstroom.
4
Wat gebeurt er?
Lesbrief 3: Vliegen
3. Beweeg een beetje op en weer met de föhn. Valt het balletje
naar beneden?
4. Houd de föhn een beetje schuin en dus niet meer recht onder het
balletje. Valt het balletje nu?
5. P robeer het balletje door de lucht door te geven naar een
vriend(in) zonder dat het valt.
6. Neem nu, in plaats van een föhn, een rietje en houd het balletje
in de lucht door te blazen. (in groepjes)
Wie kan het balletje het langst in de lucht houden?
En wie kan het hoogst?
Uitleg Je hebt nu bewezen dat lucht echt materiaal is waarop iets kan blijven drijven! Zelfs als je schuin onder het balletje blaast blijft het balletje zweven!
5
Lesbrief 3: Vliegen
Vliegtuigvleugel Eigenlijk werkt een vliegtuigvleugel op dezelfde manier als het balletje. Een vliegtuig drijft met zijn vleugels ook op de lucht. Maar hij kan nog meer: een vliegtuig kan ook stijgen en dalen. Dit gaan we uitproberen. Deze opdracht doe je in groepjes.
Benodigdheden (per 4 leerlingen) Föhn Stroken papier 30x7cm (120 gram) Plaatjes piepschuim Satéprikker Rietje Liniaal Plakband Schaar
Opdracht 1 Knip een strook papier van 30x7 centimeter.
(Dit is precies 1/3 deel van een pagina A4 papier)
2 Vouw de strook doormidden. Vouw de strook weer open en prik
3 centimeter links van de vouw een gaatje met een schaar.
Prik nog een gaatje 4,5 centimeter rechts van de vouw.
3cm
4,5cm
3 Vouw de strook weer dubbel en plak met plakband de rechter
zijde op de linker. Zorg dat de linker zijde 2 centimeter uitsteekt.
2 cm
4 Je hebt nu de doorsnede van
6
een vliegtuigvleugel gemaakt.
De onderkant moet recht zijn
en de bovenkant loopt bol.
Lesbrief 3: Vliegen
5 Knip een stukje van 9 centimeter af van een rietje. Steek deze
door de gaatjes in de vleugel en zet hem vast met een stukje
plakband. 6 Prik een satéprikker, een beetje schuin naar achter, vooraan in
een plaatje piepschuim.
7 Schuif de vleugel met het rietje over de prikker. 8 Blaas nu hard, en recht van voren, tegen de vleugel.
(je kan hiervoor ook een fohn gebruiken)
De vleugel gaat omhoog, dit heet liftkracht.
Kun jij bedenken hoe het kan dat de vleugel omhoog gaat?
7
Lesbrief 3: Vliegen
Papieren vliegtuigen Nu je weet dat lucht echt iets kan dragen wordt het tijd om echt te gaan vliegen. Meestal mag het niet op school, maar nu mag je wel vliegtuigjes vouwen! Deze opdracht doe je alleen.
Benodigdheden 30 Velletjes A4 papier (zo dun mogelijk) Opdracht 1. Iedereen kiest één vliegtuigje uit de volgende twee pagina's.
Vouw nu je eigen vliegtuigje. Zorg dat alle vijf vliegtuigjes
gemaakt worden. Aan de plaatjes kun je zien hoe je elk
vliegtuigje moet vouwen.
2. Als de vliegtuigjes klaar zijn, gooi dan elk vliegtuigje zo ver
mogelijk weg vanaf dezelfde hoogte. Welke komt het verst?
3. Misschien helpt het als je nog iets verandert aan de vleugels?
Kun je ze groter maken? Of kun je de uiteinden met behulp van
een potlood omkrullen naar boven of naar beneden? Probeer
het eens.
4. Gooi elk vliegtuigje nog een keer zo ver mogelijk weg vanaf
8
dezelfde hoogte. Welke komt nu het verst? Heb je een
verklaring waarom deze het beste is?
Lesbrief 3: Vliegen
1.
1.
9
Lesbrief 3: Vliegen
2.
2.
3.
3.
10
4.
5.
4.
5.
Lesbrief 3: Vliegen
Stuwkracht Je hebt ervaren dat op lucht iets kan drijven. Beter gezegd: zweven. Vliegmachines worden door lucht gedragen. Maar hoe komt een vliegmachine eigenlijk vooruit? Je papieren vliegtuigje moest je zelf met je arm weggooien. In de natuur en bij vliegmachines werkt het anders. Vogels hebben bewegende vleugels die de lucht naar achteren duwen waardoor ze zelf als het ware naar voren geduwd worden. Dit heet stuwkracht. De meeste vliegtuigen hebben vleugels die niet bewegen. Hebben ze dan geen stuwkracht nodig om vooruit te komen? Jawel hoor! Vliegtuigen gebruiken motoren om de lucht heel hard naar achteren te duwen. Daardoor duwen ze zichzelf als het ware vooruit. Je kunt het vergelijken met een opgeblazen ballon waarvan je het open uiteinde loslaat. Ga dat eens testen! Deze opdracht doe je met de hele groep.
Benodigdheden Langwerpige ballon
Plakband
Dik rietje
Schaar
3 meter glad touw 1. Knip een stukje van 5 centimeter van een rietje af. 2. Doe het touw door het afgeknipte stuk rietje. 3. Blaas de ballon op en houd hem dicht. Plak het rietje op de
zijkant van de ballon met stukjes plakband.
4. Hang het touw strak op tussen 2 punten of houd het touw met
twee kinderen strak vast.
5. Houd de ballon vast in het midden van het touw. 6. Laat de ballon los. Welke kant gaat deze in?
11
Lesbrief 3: Vliegen
OPDRACHT 3: WAT HEB JE GELEERD?
Je hebt balletjes hoog gehouden, een vliegtuigvleugel gemaakt, vliegtuigjes gevouwen en een ballon weg laten schieten. Kijk eens terug hoe dat ging. Wat heb je eigenlijk geleerd? Deze opdracht doe je in groepjes .
Benodigdheden Vel papier Potlood of pen
Vragen 1. Het balletje bleef zweven boven de föhn of het rietje. Waarop bleef het balletje zweven?
2. Toen het vleugel omhoog ging. Waar was de luchtdruk hoger? Aan de onderkant of aan de bovenkant?
3. Toen je vliegtuigjes vouwde merkte je dat het ene vliegtuigje verder kwam en langer in de lucht bleef dan het andere vliegtuigje. Kun je opschrijven waarom dat was?
4. Weet jij met welke middelen de piloot de luchtdruk boven en onder de vleugel kan regelen?
12
Lesbrief 3: Vliegen
5. Stuwkracht wordt gebruikt om een vliegmachine vooruit te bewegen. Maar een helicopter dan? Gebruikt deze ook stuwkracht? In welke richting? Teken een helicopter en de stuwkracht.
13
Lesbrief 3: Vliegen
6. Kun je stuwkracht ook gebruiken op het land of in het water? Schrijf op welke voertuigen je kent die stuwkracht gebruiken op het land of water. Hoe heet het onderdeel dat zorgt voor de stuwkracht?
7. Vind jij vliegen interessant? Wist je dat in Nederland lang vliegtuigen zijn gebouwd van het merk Fokker? Nog steeds worden heel veel vliegtuigonderdelen gebouwd in Nederland. Kun je op internet vinden welke bedrijven dat doen en wat ze maken?
14
Lesbrief 3: Vliegen
Copyright De Uitvinders