AVANT-PROPOS VOORWOORD

LEMAIRE

AVANT-PROPOS Licencié en histoire, Jean Lemaire est antiquaire spécialisé en faïences et porcelaines anciennes depuis 1993. Il est l’héritier de plusieurs générations d’antiquaires installés au Sablon à Bruxelles. Jean Lemaire a notamment publié La Porcelaine de Tournai. Histoire d’une manufacture (1750-1891) - Renaissance du Livre, 1999, 205 p. et Faïence et porcelaine de Bruxelles - Éditions Racine, 2003, 168 p. La Maison Lemaire S.A. a participé à de nombreux salon internationaux, tels la Biennale et le Salon des Arts du Feu à Paris, le Salon de la Céramique et d’Objets de Collection de Bruxelles et la Brafa. Jean Lemaire est membre de la Chambre des Experts en œuvres d’Art de Belgique, administrateur (Secrétaire général) de la Chambre Royale des Antiquaires de Belgique et administrateur (Trésorier) de la Brafa, Brussels Antiques & Fine Arts Fair - Tour et Taxis. Licenciaat in geschiedenis, Jean Lemaire is een antiquair gespecialiseert in oude aarde­ werk en porselein sinds 1993. Hij is de erfgenaam van verschillende gespecialiseerd generaties antiquairs in de Zavel te Brussel. Jean Lemaire heeft namelijk volgende boeken gepubliceerd: La Porcelaine de Tournai. Histoire d’une manufacture (1750-1891) Renaissance du Livre, 1999, 205 blz. en Faïence et porcelaine de Bruxelles - Editie Racine, 2003, 168 blz. Maison Lemaire S.A. heeft meegedeeld aan meerdere internationale beurzen zoals la Biennale et le Salon des Arts du Feu in Parijs, Het Salon van de oude Keramiek en Verzamelobjecten in Brussel en Brafa. Jean Lemaire is lid van de Belgische Kamer van Deskundige in Kunstwerken, beheerder (Secretaris generaal) van de Koninklijke Kamer van de Antiquairs en Kunsthandelaars van België en beheerder (schat beheerder) van de Brafa, Brussels Antiques & Fine Arts Fair - Tour & Taxis.

Le catalogue 2014 ayant rencontré un franc succès, nous poursuivons donc l’aventure avec l’édition de cette nouvelle publication. Chaque pièce présentée, sélectionnée parmi bien d’autres, possède une histoire, son histoire. Toutes sont des créations originelles et originales. Merci de partager avec nous le fruit d’une année de découverte. Jean, Marcel et Monique Lemaire

VOORWOORD De laatste editie 2014 van onze catalogus heeft een groot succes behaald. Zo willen wij graag dit avontuur vervolgen met deze nieuwe publicatie. Elk voorgesteld stuk werd nauwkeurig uitgekozen tussen anderen en bevat een verhaal, zijn eigen verhaal. Allen zijn oorspronkelijke en originele kunststukken.

Lemaire S.A. Ancienne Maison L. Michiels Rue Lebeaustraat 11 - 1000 Bruxelles-Brussel Tel. +32 (0)2 511 05 13 - Fax +32 (0)2 503 47 84 [email protected] - www.lemairesa.com

Dank aan jullie die met ons de vrucht van een ganse jaar ontdekkingen meedelen. Jean, Marcel en Monique Lemaire

Delft

Plaque murale de forme carrée à angles coupés au décor polychrome d’inspiration orientale. Époque : milieu du XVIIIe siècle. Dimensions : 27,5 x 27,5 cm. Vierkantige muurplaat met inspringende hoeken geïnspireerd door oosterse polychrome voostellingen. Tijdperk : midden van de 18de eeuw. Afmetingen : 27,5 x 27,5 cm.

6

7

Delft

Boîte en trompe-l’œil en forme de botte d’asperges. Une boîte identique provenant de la collection Mrs Paul Mellon, signée Jan Theunis Dextra a été vendue le 22 novembre 2014 chez Sotheby’s à New York. Époque : milieu du XVIIIe siècle. Dimensions : H. : 7 cm, L. : 20 cm, l. : 9 cm. Doos in «trompe-l’oeil», asperges bundels voorstellend. Een identieke doos afkomstig uit de verzameling van Mrs Paul Mellon, getekend Jan Theunis Dextra werd verkocht op 22 november 2014 bij Sotheby’s te New York. Tijdperk : midden van de 18de eeuw. Afmetingen : H. : 7 cm, L. : 20 cm, B. : 9 cm.

8

9

Brunswick

Boîte en trompe-l’œil en forme de botte d’asperges, manufacture de Brunswick en Basse-Saxe (attribué à). Marqué : « B3.». Époque : seconde moitié du XVIIIe siècle. Dimensions : H.: 8cm, L.: 15 cm, l.: 10 cm. Doos “trompe-l’oeil” voorstellend asperges bundels, toegekend aan de fabriek van Brunswick in Laag Saksen. Gemerkt: “B3”. Tijdperk : tweede helft van de 18de eeuw. Afmetingen : H.: 8 cm, L.: 15 cm, B.: 10 cm.

10

11

Allemagne-Duitsland

Boîte en trompe-l’œil en forme de botte d’asperges. Époque : seconde moitié du XVIIIe siècle. Dimensions : H. : 7 cm, L. : 18 cm, l. : 6,5 cm. Doos in de vorm van een aspergebos (trompe-l’œil). Tijdperk : tweede helft van de 18de eeuw. Afmetingen : H. : 7 cm, L. : 18 cm, B. : 6,5 cm.

12

13

Höchst

Carlin donnant la patte en faïence de Höchst. Marque à la roue avec initiales IZ, pour Johannes Zeschinger. Époque : vers 1750. Dimension : H. : 10,5 cm. Poot gevende mopshond in Höchst aardewerk. Gemerkt op de onderzijde in het zwart met een rad en beginletters IZ voor Johannes Zeschinger. Tijdperk : rond 1750. Afmeting  : H. : 10,5 cm.

14

15

Schrezheim

Boîte trompe-l’œil en forme de melon attribué à la manufacture de faïence de Schrezheim. Époque : XVIIIe siècle. Dimensions : H.: 11,5 cm, L.: 21 cm, l.: 20,5 cm. Doos «trompe-l’oeil» in de vorm van een meloen toegekend aan de faience fabriek van Schrezheim. Tijdperk : 18de eeuw. Afmetingen : H. : 11,5 cm, L. : 21 cm, B. : 20,5 cm. Réf. : Rudi (Thomas), Fayence-Geschirre des 18. Jahrhunderts, Augenlust und Gaumenfreude im Museum für Kunst und Gewerbe Hamburg, 1998, p. 107.

16

17

Bruxelles - Brussel

Terrine trompe-l’œil en faïence de Bruxelles en forme de poule blanche couvant un nid rehaussé de vert de cuivre. Marque : 3. Manufacture : Mombaers ou Artoisenet. Époque : deuxième moitié du XVIIIe siècle. Dimensions : H. : 22 cm, L. : 38 cm, l. : 18 cm. “Trompe-l’œil” terrine voorstellend een witte broedende hen in Brusselse faience, met kopergroen gekleurde nest. Merkteken : 3. Fabriek : Mombaers of Artoisenet. Tijdperk : tweede helft van de 18de eeuw. Afmetingen : H. : 22 cm, L. : 38 cm, B. : 18 cm.

18

19

Bruxelles - Brussel

Cafetière au décor vert de cuivre aux papillons en faïence de Bruxelles. Époque : troisième phase. Seconde moitié du XVIIIe siècle. Dimension : H. : 30 cm. Koffiekan in kopergroen vlinderdecor in Brusselse faience. Tijdperk : derde fase. Tweede helft van de 18de eeuw. Afmeting  : H. : 30 cm.

20

21

Bruxelles - Brussel

Corps de fontaine au décor vert de cuivre aux papillons en faïence de Bruxelles. Époque : troisième phase. Seconde moitié du XVIIIe siècle. Dimension : H. : 43 cm. Bovenstuk van een fontein met kopergroen vlinderdecor. Tijdperk : derde fase. Tweede helft van de 18de eeuw. Afmeting  : H. : 43 cm.

22

23

Terre de Lorraine - Lotharings Aardewerk

Groupe intitulé Berger à la flûte et bergère. Modèle de Cyfflé. Marque en creux : « Terre de Lorraine ». Et « François » pour le répareur. Époque : 1766-1779. Dimension : H. : 23 cm. Beeld : Herder met fluit en herderin. Model van Cyfflé. Ingedrukt merk op de onderzijde : “Terre de Lorraine”. En “François” voor de hersteller. Tijdperk : 1766-1779. Afmeting  : H. : 23 cm. Réf. : Calame (C.) Cyfflé Orfèvre de l’argile, Catalogue de l’exposition. Saint-Clément du 1 – 17/8 2009, p. 114.

24

25

Chine - China

Grand plat rond de la famille verte, décor dans des réserves en forme de fleur sur fond jaune de paysages lacustres en porcelaine de Chine. Époque : Kangxi (1662- 1722). Dimension : D. : 36,5 cm. Grote ronde schaal van de groene familie. Decor in bloemvormige paletten op geel meer landschappen achtergrond in Chinees porselein. Tijdperk : Kangxi periode (1662-1722). Afmeting  : D. : 36,5 cm.

26

27

Bruxelles - Brussel Paire de vases Médicis dorés sur socle blanc carré, décorés sur l’entièreté de leur pourtour de scènes de montagnes suisses. Les anses reposent sur un mascaron blanc. Manufacture de porcelaine de Faber à Bruxelles. Époque : vers 1825. Dimension : H. 29,5 cm. Paar gouden Medici vazen op wit vierkant voetstuk versierd op de ganse omloop van Zwitserse berg scenes. De oren zijn op een wit masker geplaatst. Manufactuur van Faber in Brussel. Tijdperk : rond 1825. Afmeting  : H. : 29,5 cm.

28

29

Bruxelles - Brussel

Assiette (d’une série de douze) commandé par le roi Guillaume 1er, provenant du service du Palais Royal de Bruxelles au décor d’oiseaux de Buffon, ici le « loriot a Vantre blanc femelle ». Cinq d’entre elles ont été fabriquées par la manufacture de J.B. Cappellemans. En effet, quelques assiettes plates ont été livrées plus tard par d’autres fabriques belges en complément du service ou en remplacement. Une série significative de ce service a été vendue lors de la vente de la Princesse Lilian de Belgique le 22 et 23 septembre 2003 par Sotheby’s. Signature en or de « f faber. Mre Rle a bruxelles » et « J.B. Cappellemans aîné à Hal ». Époque : vers 1827-1828 pour les Faber, et vers 1853 pour celles fabriquées par Cappellemans. Dimension : D. : 23 cm. Bord, van een twaalfse reeks, besteld door Koning Willem de eerste, afkomstig uit het servies van het Koninklijk paleis van Brussel, van Buffon vogels decor, hier “loriot à vantre blanc femelle”. Vijf van deze borden werden door de fabriek J.B. Cappellemans vervaardigt. Inderdaad, enkele platte borden werden later geleverd door andere fabrieken aan het Paleis van Brussel als aanvulling of in vervanging van dit servies. Een betekende serie van dit servies werd verkocht gedurende de veiling van prinses Lilian van België de 22 en 23 september 2003 door Sotheby’s. Signatuur in goud : “ffaber. Mre Rle a bruxelles” en “J.B. Cappellemans aîné à Hal”. Tijdperk : rond 1827-1828 voor Faber, en rond 1853 voor deze gemaakt door Cappellemans. Afmeting  : D. : 23 cm. Réf. Van Ufford, (C.Q.), Frédéric Faber. 1782 – 1844. Porcelaine Royale du Royaume Uni des Pays-Bas, Leiden, Primavera Pers, 2004, p. 155 – 165. 30

31

Bruxelles-Tervuren Boîte (tabatière) en porcelaine décorée par Georg Christoph Lindemann (1735-1780) à la manufacture de Tervuren sur un blanc de porcelaine tendre de Tournai. Lindemann avait été appelé par Charles de Lorraine en juin 1767 pour fonder une petite manufacture de porcelaine pour son usage privé. D’abord installée à la Cour brûlée à Bruxelles, cet atelier s’installa dans les dépendances du château de Tervuren. Lindemann, né à Dresde vers 1735, possédait une riche expérience de peinture sur porcelaine. Il s’était formé auparavant à Nymphenburg, Ludwigsburg, Höchst, Paris et Weesp. S’il est avéré que Lindemann s’essaya à la fabrication même de porcelaine, celui-ci décorait avant tout des blancs achetés à la manufacture de Peterinck à Tournai. Ainsi, les archives mentionnent de nombreux achats de tabatières auprès de Peterinck ou de son correspondant bruxellois, Antoine Parent (par ex. en 1767, 1775 et 1776). Les décors de cette tabatière s’avèrent être particulièrement typiques des productions de Lindemann. En effet, sa thématique et sa construction de la perspective sont assez redondantes. A l’avant-plan des petits personnages, promeneurs ou pécheurs, sont mis en exergue devant des bâtiments ou des ruines, placés au bord de paysages maritimes ou fluviaux qui en constituent l’arrièreplan. Souvent, des voiliers ou des barques évoluent sur ces plans d’eau. Autre caractéristique des décors de Lindemann, les petits personnages sont souvent ornés de chapeaux noirs. Madame Claire Dumortier et Monsieur Patrick Habets ont démontré l’importance de du peintre C.-J. Vernet auprès de Lindemann (voir plus bas). La manufacture de porcelaine de Tervuren ne survit pas au décès de Charles de Lorraine en 1780. A notre connaissance, il s’agit ici du seul exemplaire de tabatière répertorié à ce jour. Époque : vers 1775. Dimensions : H. : 4 cm, L. : 8,8 cm, l. : 5 cm. Dumortier (Cl.) et Habets (P.), La manufacture de porcelaine, dans Bruxelles-Tervueren. Les ateliers et manufactures de Charles de Lorraine, Bruxelles, CFC-Editions, 2007, pp. 97-143. L’essentiel des informations fournies ci-dessus proviennent de cet ouvrage. Que les auteurs en soient profondément remerciés.

32

33

Brussel-Tervuren Tabakdoos versierd door Georg Christoph Lindemann (1735-1780) in de fabriek van Tervuren, op wit zacht porselein van Doornik. Lindemann werd door Charles de Lorraine in juni 1767 gevraagd om een kleine fabriek te stichten voor persoonlijk gebruik. Eerst geïnstalleerd “à la Cour Brulée” te Brussel, deze afdeling vestige zich in een bijgebouw van het kasteel te Tervuren. Lindemann geboren te Dresden rond 1753, had een rijke ervaring van schilderen. Voordien had hij een vorming gekregen te Nymphenburg, Ludwisburg, Höchst, Parijs en Weesp. Hij trachtte zelf porselein te vervaardigen, doch hij versierde eerst en vooral op wit porselein gekocht aan de fabriek van Peterinck te Doornik. Zo, vermelden de archieven veel tabaksdozen gekocht te hebben bij Peterinck of zijn Brusselse correspondent, Antoine Parent (B.V. 1767, 1775 en 1776). De decors van deze tabaksdoos blijkt bijzonder typisch te zijn van de productie van Lindemann. Inderdaad, zijn thematisch en zijn constructie van de perspectief zijn genoeg overtollig. Op de voorgrond kleine figuren, wandelaars of vissers zijn zo geplaats voor gebouwen of wrakken, geplaats aan de rand van maritieme landschappen of stromen, zo op de achtergrond aangelegd. Andere karak­te­ristiek van de decors van Lindemann, de kleine figuren zijn dikwijls versierd met zwarte hoeden. Mevrouw Claire Dumortier en de heer Patrick Habets hebben bewezen de belangrijkheid van de schilder C. J. Vernet bij Lindemann (zie hieronder). De fabriek van Tervuren na het sterfgeval van Charles de Lorraine in 1780 overleefde niet. Aan onze kennis, het zou hier de enige gekende exemplaar zijn tot heden, als tabaksdoos. Tijdperk : rond 1775. Afmetingen : H. : 4 cm, L. : 8,8 cm, B. : 5 cm. Dumortier (Cl.) et Habets (P.), La manufacture de porcelaine, dans Bruxelles-Tervueren. Les ateliers et manufactures de Charles de Lorraine, Bruxelles, CFC-Editions, 2007, pp. 97-143. De meeste informatie hierboven vermeld komt uit dit boek. Wij danken van harte de auteurs ervoor.

34

35

Paris - Parijs

Paire de vases Médicis au décor en grisaille de paysages animés de nymphes dansant ou se baignant avec rehauts or. Les deux anses sont en forme de masque de Silène. Attribué à la manufacture de Monsieur, frère du roi à Clignancourt. Époque : fin du XVIIIe siècle, début du XIXe siècle. Dimension : H. : 35 cm. Paar Medici vazen versierd in grisaille met landschappen opgevrolijkt met dansende of badende nimfen. De twee oren in de vorm van Silenus masker. Toegekent aan de fabriek van Monsieur, broer van de koning, te Clignancourt. Tijdperk : einde van de 18de eeuw, begin van de 19de eeuw. Afmeting  : H. : 35 cm.

36

37

Paris - Parijs

Tasse en forme de cygne et sa soucoupe. Biscuit, doublé or. Manufacture de l’Impératrice, Dagoty. Marque en rouge Dagoty A Paris. Époque : 1er Empire. Vers 1805-10. Dimensions : H. tasse : 7,5 cm, L. : 11,5 cm, l. : 7 cm. Parijs porselein. Kop in de vorm van een zwaan en zijn schaaltje. Biscuit met verguld binnenkant. Fabriek van de Keizerin, Dagoty. Gemerkt in rood : Dagoty A Paris. Tijdperk : eerste Keizerrijk. Rond 1805-10. Afmetingen : H. kop : 7,5 cm, L. : 11,5 cm, B. : 7 cm.

38

39

Paris - Parijs Porcelaine de Paris. Paire de tasses et leurs soucoupes l’une au portrait de l’Impératrice Joséphine, l’autre à celui de l’Empereur Napoléon en uniforme des chasseurs à cheval de la Garde, portant les insignes de Grand Aigle de la Légion d’honneur. Très belle dorure, reprenant notamment l’aigle impérial sur la tasse de Napoléon. Époque : fin du Premier Empire. Dimensions : H. tasses : 13 cm, diam. soucoupes : 16,5 cm. Parijs porselein. Paar koppen en hun schaaltjes, de ene met het portret van Keizerin Josephine, de andere met Keizer Napoleon in uniform der paardjagers van de “Garde” met het kenteken van de Grote Adelaar van het Legioen van eer. Zeer prachtige gouden versiering met o.a. de keizerlijke Adelaar op de tas van Napoleon. Tijdperk : einde van het Eerste Keizerrijk Afmetingen : H. koppen : 13 cm, diam. schaaltjes : 16,5 cm.

40

41

Paris - Parijs

Service à café représentant l’effigie de célébrités mythologiques et historiques. Les sources d’inspiration proviennent de tableaux de l’époque, notamment du peintre néo-classique Pierre-Narcisse Guérin (1774-1833) avec ses tableaux Phèdre et Hippolyte, actuellement conservé au Louvre, ou Didon et Enée. Le service comprend douze tasses et leurs soucoupes, une cafetière, un pot à lait, et un pot à sucre. Manufacture : Manufacture de Schoelcher à Paris. Marqué Schoelcher. Époque : vers 1815-1820. Dimension : H. cafetière : 22 cm. Koffieservies voorstellend beroemde mythologische en historische figuren. Geïnspireerd door schilderijen van die periode, namelijk door de neo-klassieke schilder Pierre-Narcisse Guérin (1774-1833) met zijn schilderijen “Phèdre en Hippolyte”, heden tentoongesteld in de Louvre, of “Didon en Enee”. Het servies bevat 12 koppen en hun schaaltjes, een koffiekan, een melkkan en suikerpot. Fabriek : Fabriek Schoelcher in Parijs. Gemerkt Schoelcher. Tijdperk : rond 1815-1820. Afmeting  : H. koffiekan : 22 cm. 42

43

Paris - Parijs

Paire de vases au décor sur fond nankin de guirlandes de fleurs en biscuit blanc. Anses dorées en forme de griffons ailés. Les vases portent une étiquette de la manufacture de Darte, rue de la Roquette. Époque : vers 1820. Dimension : H. : 34 cm. Paar vazen met in reliëf bloemenslingers decor in wit biscuit op “nankin” gekleurde achtergrond. Oren in de vorm van gevleugelde griffioenen. De vazen dragen een etiket van de fabriek van Darte, rue de la Roquette. Tijdperk : rond 1820. Afmeting  : H. : 34 cm.

44

45

Paris - Parijs

Rare garniture formée par une pendule en porcelaine accompagnée de ses deux vases en porcelaine de Paris. Une pendule de forme identique est reproduite dans Plinval de Guillebon (R. de), Porcelaine de Paris, 1770-1850, Office du Livre, 1972, pp. 178-179. Manufacture : Manufacture de Darte. Époque : vers 1825. Dimensions : H. pendule : 28 cm. - H. vases : 25 cm. Zeldzame garnering gevormd door een porselein klok en twee bijhorende vazen in Parijs porselein. Een identiek klok is weergegeven in Plinval de Guillebon (R. de), Porcelaine de Paris, 1770-1850, Office du Livre, 1972, pp. 178-179. Fabriek : Fabriek van Darte. Tijdperk : rond 1825. Afmetingen : H. klok : 28 cm. - H. vazen : 25 cm.

46

47

Sèvres

Biscuit en porcelaine de Sèvres intitulé Hébé et l’Amour. D’après un modèle de Falconet créé en 1759. Marque L R en creux sous la base. Époque : seconde moitié du XVIIIe siècle. Dimension : H. : 31 cm. Sèvres porselein betitelt: Hébé et l’Amour. Naar een model van Falconet gefabriceerd in 1759. Merk op de onderzijde : L R Tijdperk : tweede helft van de 18de eeuw. Afmeting  : H. : 31 cm.

48

49

Tournai - Doornik Paire de bustes en porcelaine tendre émaillée de Tournai représentant François Ier d’Autriche, Empereur du Saint Empire (1708-1765) et son épouse, Marie-Thérèse, Impératrice d’Autriche (1717-1780). Époque : vers 1760. Dimensions : H : 36 cm pour François Ier, 38 cm pour Marie-Thérèse. Paar busten in Doornik porselein voorstellend Frans Iste van Oosterijk, Keizer van de heilige Empire (1708-1765) en zijn echtgenote Maria-Teresa, Keizerin van Oosterijk (1717-1780). Tijdperk : rond 1760. Afmetingen : H : 36 cm voor Frans Iste, 38 cm voor Maria-Teresa. Historique : - anciennement, Collection Louis Sheid, vente Drouot, 19 mars 1933, p. 61, n°718. - anciennement, Collection Baron Robert Gendebien, Bruxelles.

50

51

Soutenue par les autorités autrichiennes, la manufacture de Porcelaine et de Faïence de Tournai se vit accorder le titre d’Impériale et de Royale, le 7 août 1752, soit un peu plus d’un an après son rachat par le Lillois François-Joseph Peterinck (1719-1799). Spécialisée notamment dans la production de vaisselle de luxe, il était inévitable qu’elle s’engage, à l’exemple des grandes manufactures européennes, à la diversification de sa production avec de la petite statuaire d’agrément et à tenter l’art difficile du portrait. La venue d’un sculpteur tel que Nicolas Gauron favorisa la production de sculptures à Tournai. Bientôt, ce sont des sculpteurs établis à Tournai, dont certains originaires de Valenciennes, qui fournissent les précieux modèles. L’influence française domine, tant dans la production de la petite figurine pittoresque que dans celle du portrait. On connaît un certain nombre de bustes sortis de la manufacture de Tournai, essentiellement des gouvernants de l’époque, généralement réalisés en porcelaine émaillée blanche et montés sur piédouche.1 Les bustes de Marie-Thérèse (Vienne 1717-1780) et de François Ier (Nancy 1708 - Inns-

bruck 1765) forment la seule paire complète de bustes tournaisiens répertoriée à ce jour.2 On reconnait aisément le visage rond caractéristique de Marie-Thérèse, le front bombé, le double menton, la moue sévère, la fossette à la joue et le nez droit. Elle est vêtue d’une robe au corsage ajusté, ornée de motifs floraux. Les épaules sont baissées. Une dentelle légère garnit le décolleté qu’agrémente une rose. Elle porte des boucles d’oreille rondes et un diadème. La coiffure est soyeuse et apprêtée sans exagération. Sur le devant, la première ligne de mèches est coiffée en rouleaux. Derrière, les cheveux sont relevés en chignon d’où s’échappe une longue mèche roulée en serpenteaux tombant sur l’épaule droite, et dont l’effet ajoute à la grâce du portrait. Un grand manteau au galon orné des mêmes motifs que ceux du corsage est retenu sur l’épaule droite par une agrafe précieuse. Il enveloppe le buste en un réseau de plis souples et mouvants, puis tombe en vrille sur le piédouche. François Ier est vêtu, comme il se doit, d’une armure militaire. Le plastron est lisse et les épaulières décorées d’écailles. Il porte une écharpe nouée autour du cou

1 Voir à ce sujet, Chevalier Soil de Moriame (E.) & Delplace de Formanoir (L.), La Manufacture Impériale et Royale de Porcelaine de Tournay, Paris-Tournai, Casterman, 1937, p. 311-317.

2 Les Musées Royaux d’Art et d’Histoire possède un buste de François 1er reproduit dans le Marïen-Dugardin (A.-M.), Porcelaines de Tournai, 1959, p. 30 & 31, Fig. 6.

52

et l’insigne de la Toison d’or, suspendu à un lac, en réalité de soie rouge, est fièrement arboré. Une cape retenue pareillement par une agrafe sur l’épaule droite, enveloppe plus amplement le buste et retombe en une plus grande masse de plis et de replis sur le piédouche, comme pour marquer l’autorité martiale du souverain. Enfin, il porte une perruque dont les longues mèches ondoyantes sont nouées dans la nuque. Les deux bustes ont été conçus pour servir de pendants. Par leur structure équilibrée, ils se répondent l’un et l’autre. L’empereur se tourne vers la droite et l’impératrice vers la gauche en une sorte de chassé-croisé des regards entre les deux époux. Une seconde version du buste de Marie-Thérèse a été acquise en 2004, par le Musée national de la Céramique de Sèvres (Ht. 36 cm). Les deux exemplaires sortent d’un moule unique. Moins raffinée, la version de Sèvres est en biscuit, état qui évite les dangers d’affaissement des cuissons successives. Plusieurs éléments de la parure de coquetterie féminine y sont absents. Ainsi, Marie-Thérèse ne porte pas le diadème, ni, apparemment, les boucles d’oreille du modèle émaillé. Surtout, elle est dépourvue de la rose indiscrète glissée entre les seins impériaux. Doit-on voir dans le buste en biscuit de Sèvres un

modèle d’essai en vue de la réalisation du buste émaillé ? Certaines traces sur le visage de l’impératrice semblent confirmer le caractère expérimental de la pièce. Quoi qu’il en soit, Marie-Thérèse est ici représentée dans sa pleine maturité d’impératrice et d’épouse. Ce n’est plus la jeune femme, encore mince, des portraits des années 20 et 30, ni ceux réalisés après le 18 août 1765, date du décès de l’empereur, période durant laquelle elle imposa à ses portraits une stricte observance de son statut de veuve, par le port d’un couvre-chef à dentelle et d’une robe stricte. Le modeleur de la paire de bustes analysée ici, a fait preuve d’un grand talent physionomiste dans le rendu fidèle des traits, tant ceux de l’empereur, encore qu’il nous apparaît ici moins empâté qu’à son ordinaire, que ceux de l’impératrice. Toutefois, il a pris des libertés dans l’invention des coiffures. Il faut rappeler que le sculpteur n’avait à sa disposition que des portraits gravés, pas toujours fiables, des portraits peints, limités en nombre et essentiellement des copies de portraits officiels du peintre de la cour à Vienne, Martin van Meytens (1695-1770), et visibles seulement dans certaines salles d’apparat ou de cours de justice de bâtiments d’Etat, et enfin des médailles et des 53

monnaies3. La liberté d’invention est particulièrement sensible dans le cas du buste de François Ier. En peinture et gravure, il est exclusivement représenté tantôt coiffé de la lourde perruque de tradition louis-quatorzienne, aux deux épaisses bandes de boucles latérales tombant sur les épaules, tantôt, coiffé d’une plus légère perruque, mais demeurée volumineuse et bouclée sur les côtés, lisse et plate au sommet du crâne avec une raie centrale. Une exception cependant est la gravure, d’esprit rococo, du célèbre peintre et graveur de Sa Majesté Catholique, Gottfried-Bernhard Göz (Augsbourg 1708-1771), datant de la seconde moitié des années 1740, qui semble avoir été une source d’inspiration pour le portrait en buste de l’empereur (fig.). On notera que cette gravure et notre buste présentent de grandes similitudes dans le détail vestimentaire, y compris l’armure. Le même Göz a fourni également des portraits de Marie-Thérèse et de CharlesAlexandre de Lorraine, le Gouverneur 3 Les bustes sculptés des souverains ont été rarissimes. On peut citer le buste en bronze de Matthäus Donner, (1750, Ht. 68 cm, Vienne, Kunsthistorisches Museum, inv. KK 6142) et cet autre, en bronze doré au feu de Franz Xaver Messerschmidt (1760 - Bronze doré au feu, Vienne, Musée du Belvedere, inv. 4241). Voir à ce sujet : Selma Krasa-Florian, ‘Maria Theresia im Denkmalskult’, in Marie Theresia und ihre Zeit, Residenz Verlag, 1980, p. 447-455. 54

général des Pays-Bas autrichiens. Enfin, on pense que l’influence directe de la mode en l’honneur à la cour du fringant et sémillant Charles-Alexandre de Lorraine, jeune frère de l’empereur, a contribué, elle aussi, au choix de la perruque. A Bruxelles, on suivait volontiers la mode déjà plus élégante de la cour de France que celle, à l’étiquette rigide et empesée, qui régnait alors à la cour de Vienne en ce milieu du XVIIIe siècle. Une telle coiffure rendait plus alertes et plus vifs les traits du personnage. En ce qui concerne le portrait en buste de Marie-Thérèse, le modèle qui se rapproche le plus est une gravure, également augsbourgeoise, due cette fois à Johannes Esaias Nilson (Ausbourg 1721 – 1788) (fig.). Rappelons que les gravures de cet artiste étaient largement diffusées en Europe et que l’artiste a fourni quantité de modèles à diverses manufactures de porcelaines allemandes, dont celle de Meissen. Il y là plus qu’une coïncidence. Quant à la structure des bustes, elle rappelle celle des bustes royaux français contemporains, notamment ceux de Jean-Baptiste II Lemoyne, par le port altier des souverains, la simplicité distinguée de leur rang, mais elle demeure marquée par le goût rococo alors apprécié par les cours germaniques, et préci-

sément véhiculé par la gravure augsbourgeoi­se. La manière large de draper les bustes, le parti pris d’asymétrie ou le profond modelé produi­ sent des contrastes d’ombres et de lu­miè­ res et des effets de nuances tonales sont des caractéristiques de ce style dominant à l’époque, tout comme l’est la minutie précieuse des détails. Qui est l’auteur de ces bustes ? On serait tenté de proposer le nom du Parisien François Nicolas Gauron, actif dans la manufacture tournaisienne de 1753 à 1764 et resté fidèle à son acquis antérieur à Mennecy, ou celui d’ Antoine Gillis (Dole 1702-1781), entré en 1756. Plus incertain, car plus tardif est Nicolas Lecreux (Valenciennes 1734-Tournai 1799), élève de ce dernier. Leurs œuvres, en particulier celui de Lecreux, mieux connu, se singularisent par des modelés fortement articulés et de puissants effets plastiques d’influence nordique, mais aussi gagnés par un raffinement et une distinction toute française4. À ce 4 cf. Alain Jacobs, « L’Assomption de Nicolas Lecreux », dans Monique Maillard-Luypaert (sous la direction de), Séminaire de Tournai. Histoire. Bâtiments. Collections, Leuven, Peeters, 2008. 221-225

stade de nos connaissances, on ne peut rien affirmer. Quant à une datation, il est préférable d’envisager une fourchette entre la fin des années cinquante et le début des années soixante, 1765, année du décès de François 1er constituant le terminus ad quem. Quoiqu’il en soit, les deux bustes allient à une technique pleinement maitrisée de l’art de la porcelaine une qualité de travail remarquable. On ne peut qu’apprécier la rose sortant du corsage de Marie-Thérèse, très finement traitée, pour nous convaincre d’être en présence de deux œuvres majeures de la manufacture impériale et royale de porcelaine et de faïence de Tournai.

Docteur Alain Jacobs

Bibliographie : – Chevalier SOIL de MORIAME (E.) & DELPLACE de FORMANOIR (L.), La Manufacture Impériale et Royale de Porcelaine de Tournay, Paris-Tournai, Casterman, 1937, pp. 311-313, n° 572 et 573. – MARÏEN-DUGARDIN (A.-M.), Porcelaines de Tournai, 1959, p. 30 & 31, Fig. 6. – Le buste de Marie-Thérèse est reproduit dans le DELPLACE (L.), Florilège de porcelaines de Tournai, Tournai, Casterman, 1973, p. VII & VIII. 55

Tournai - Doornik Exceptionnel service à thé en porcelaine tendre de Tournai comprenant une théière, un pot à sucre, un bol, quatre tasses et leurs soucoupes au décor d’oiseaux imaginaires. Filet or. Ce service illustre remarquablement le style rocaille assagi alors au goût du jour. Il constitue également un des premiers témoignages pictural du nouveau directeur artistique Henri-Joseph Duvivier qui apporte dans ses bagages, sa précieuse expérience reçue à la manufacture de Chelsea. Marque à la tour en or. Époque : début de la deuxième période, vers 1760-1765. Dimension : H. théière : 12 cm. Zelden theeservies in zacht porselein, bevatten een theepot, een suikerdoos, een kom, vier tassen met hun schoteltje met decor van imaginaire vogels. Gouden rand. Dit servies illustreert opmerkelijk de rocaillestijl volgens de laatste mode. Het vormt eveneens één der eerste picturale getuigenissen van de nieuwe artistieke bestuurder Michel Joseph Duvivier. Deze bracht van de fabriek van Chelsea zijn kostbare ervaring. Merkteken : gouden toren. Tijdperk : begin van de tweede periode, rond 1760-1765. Afmeting  : H. theekan : 12 cm.

56

57

58

59

Tournai - Doornik Paire de tasses avec anse rocaille en porcelaine tendre de Tournai. Rare décor à deux oiseaux polychromes dit « imaginaires » ou de « fantaisie ». En effet, selon la typologie tournaisienne, trois oiseaux sont généralement représentés sur une terrasse plutôt que deux. Époque : début de la deuxième période, vers 1763. Dimensions : H. tasse : 7,5 cm, diam. soucoupe : 14 cm. Paar koppen met rocaille oren, versierd met een zeldzaam decor van twee fantasie vogels op een tak. Rode rand. Meestal worden er in Doornik drie vogels geschilderd op een terras. Tijdperk : begin van de tweede periode, rond 1763. Afmetingen : H. kop : 7,5 cm, diam. schaal : 14 cm.

60

61

Tournai - Doornik Paire de petites figurines en biscuit émaillé en porcelaine tendre de Tournai symbolisant les quatre éléments. Un putti émerge des roseaux et symbolise l’eau, l’autre est forgeron et symbolise le feu. Époque : deuxième moitié du XVIIIe siècle. Dimension : H. : 8,5 cm. Paar kleine figuren in geëmailleerd biscuit in zacht porselein van Doornik, symboliserend de vier elementen. Eén putti, komende uit het riet en symboliseert het water, de andere een smid, symboliserende het vuur. Tijdperk : t weede helft van de 18de eeuw. Afmeting  : H. : 8,5 cm.

62

63

Tournai - Doornik

Groupe en biscuit en porcelaine tendre de Tournai intitulé La déclaration. Une magnifique bergère aux pieds nus, véhiculant une signification érotique, du moins au XVIIIe siècle, est assise sous un arbre, un agneau posé sur ces genoux. Un berger à ses pieds lui fait sa déclaration. Une cornemuse est accrochée à une branche d’arbre. L’influence de l’univers pastoral et galant du peintre François Boucher est ici évidente. Époque : deuxième moitié du XVIIIe siècle. Dimension : H. : 24 cm. Doorniks zacht porselein. Groep in biscuit: De liefdesverklaring. Een mooie herderin met blote voeten, een erotische connotatie in de 18de eeuw, zit onder een boom met een lam op haar schoot. Een herder naast haar doet zijn liefdesverklaring. Aan een tak van de boom hangt een doedelzak. De invloed van de schilder François Boucher is hier weer voelbaar. Tijdperk : tweede helft van de 18de eeuw. Afmeting : H. : 24 cm. Réf. : Soil de Moriame (E.) & Delplace (L.), La Manufacture Impériale et Royale de Porcelaine de Tournay, Casterman, 1937, p. 356 & 367, n° 702 a.

64

65

Tournai - Doornik

Figurine en biscuit de porcelaine tendre de Tournai, représentant une vendangeuse symbolisant l’une des quatre saisons : l’automne. Époque : deuxième moitié du XVIIIe siècle. Dimension : H. : 14 cm. Doorniks zacht porselein. Druivenplukster, symbool van de herfst. Tijdperk : tweede helft van de 18de eeuw. Afmeting : H. : 14 cm. Réf. : Soil de Moriame (E.) & Delplace (L.), La Manufacture Impériale et Royale de Porcelaine de Tournay, Casterman, 1937, pl. 69 n° 591.

66

67

Tournai - Doornik

Paire d’assiettes à potage au décor d’inspiration chinoise représentant un paysage oriental avec une pagode en camaïeu bleu. La forme, dénommée « altozier », a été créée à Meissen et copiée ici à Tournai. Marque aux épées croisées. Époque : deuxième période (1763-1775). Dimension : D. : 24 cm. Paar diepe bord in zacht porselein van Doornik met oosters landschap met een pagode decor in blauw uit Chinese inspiratie. De “altozier” genoemde vorm werd voor het eerst in Meissen gefabriceerd en nagebootst, hier, in Doornik. Merkteken : gekruiste zwaarden in blauw. Tijdperk : tweede periode (1763-1775). Afmeting  : D. : 24 cm. Réf. : Bayet (T.), Dumortier (C.)& Habets (P.), Porcelaine de Tournai. Chine et chinoiserie, Bxl, Ed. Racine, 2009, p. 90.

68

69

Tournai - Doornik Sucrier (pot à sucre) en porcelaine de Tournai au décor de cartouches d’écailles et des armes des comtes de Sparre. Une des branches de la maison de Sparre, famille parmi les plus illustres de Suède, se fixa en France à la fin du XVIIe siècle. Cette branche française fut faite comte par le roi Louis XIV en 1675. Le commanditaire de cette pièce est probablement Joseph-Magnus Sparre qui servit l’armée française durant les sièges de Mons, Charleroi, Namur et Maastricht. Il mourût en 1787. Le fretel de ce sucrier illustre bien le style rocaille alors à la mode à cette époque. Marque aux épées croisées. Époque : seconde période (1763-1775). Dimension : H. : 12,5 cm. Suikerpot in Doorniks porselein versierd met “cartouches d’écailles” en het blazoen van de graven de Sparre. Één der vertakkingen van de familie de Sparre bevestigde zich in Frankrijk op het einde de 17de eeuw. Deze Franse vertakking kreeg de titel van graaf door koning Lodewijk XIV in 1765. De Commanditaire van dit stuk is waarschijnlijk Joseph-Magnus Sparre, in dienst van het Franse leger gedurende de belegeringen van Bergen, Charleroi, Namen en Maastricht. Hij stierf in 1787. De knop van de suikerpot illustreert goed de rocaille stijl toen in de mode van dit tijdperk. Gemerkt met de gekruiste gouden zwaarden. Tijdperk : tweede periode (1763-1775). Afmeting  : H. : 12,5 cm. Voir à ce sujet/Zie op dat gebied : Cogels van Reynegom (D.) & Cardon de Lichtbuer (M.), Des armoiries de familles belges sur céramiques, Bruxelles, 2014, p. 152.

70

71

Tournai - Doornik Paire de sucriers à poudre à fines côtes torses en porcelaine tendre de Tournai. Bords chantournés à filet or, feston carmins et or. Décor en camaïeu pourpre de scènes animalières (renard, poule et coq, biche, oiseaux, chien,…) et d’attributs musicaux, pastoraux et guerriers. Provenance : Collection Louis Sheid, vente Drouot, 19 mars 1933, p. 61, n° 711. Un sucrier de forme et de décor identique est conservé aux Musées Royaux d’Art et d’Histoire à Bruxelles. Marque aux épées en or. Époque : deuxième période (1763-1775). Dimensions : H. :12 cm, L. : 17,5 cm, l. : 11 cm, L. plateau : 25,5 cm. Doorniks zacht porselein. Paar langwerpige suikerpotten met fijne getorste ribben. Rand met gouden filets en rode decor. Decor met verschillende dieren (vos, hen, haan, hinde, vogels, hond…) in het paars en trofees op het deksel. Provenance : Collectie Louis Sheid, veiling Drouot, 19 maart 1933, p. 61, n° 711. Een zelfde suikerport is bewaard in de Koninglijke Kunst Museum te Brussel. Merkteken : gekruiste gouden zwaarden. Tijdperk : tweede periode (1763-1775). Afmetingen : H. :12 cm, L. : 17,5 cm, B. : 11 cm, L. schaal : 25,5 cm. Voir/Zie Marïen-Dc (A.-M.), Porcelaines de Tournai, 1959, p. 101, Fig. 80.

72

73

Tournai - Doornik

Assiette en porcelaine tendre de Tournai à fines côtes torses au décor en camaïeu pourpre d’un bouc ou d’une chèvre entourée d’instruments de musique et agraires et mis en évidence devant une stèle. Marque aux épées en or. Époque : deuxième période (1763-1775). Dimension : D. : 23,5 cm. Doorniks zacht porselein. Bord met fijne ribben, decor met een bok of een geit in het paars omringd met muziek- en agrarische instrumenten. Merkteken : gekruiste gouden zwaarden. Tijdperk : tweede periode (1763-1775). Afmeting  : D. : 23,5 cm.

74

75

Tournai - Doornik

Deux tasses en porcelaine tendre de Tournai à fines côtes torses rehaussées de festons carmin et or. Décor en camaïeu pourpre de compositions reprenant des coquillages rocaille, des instruments agraires et des paniers fleuris. Provenance : Collection Louis Sheid, vente Drouot, 19 mars 1933, p. 59, n°698. Marque aux épées en or. Époque : deuxième période (1763-1775). Dimensions : H. tasse : 7,2 cm, diam. soucoupe : 14,5 cm. Doorniks zacht porselein. Paar koppen met fijne getorste ribben, met rood goud rand. Decor met verschillende rococo schelpen, agrarische instrumenten en gebloemde manden in het paars. Collectie Louis Sheid, veiling Drouout, 19 maart 1933, blz 59, nr 698. Merkteken : gekruiste gouden zwaarden. Tijdperk : tweede periode (1763-1775). Afmetingen : H. kop : 7,2 cm, diam. schaal : 14,5 cm.

76

77

Tournai - Doornik

Paire de compotiers en porcelaine tendre de Tournai de forme triangulaire à fines côtes torses au décor en camaïeu pourpre d’un paysage. Filet or. Marque aux épées croisées en or et 5 en creux. Époque : fin de la deuxième période, début de la troisième, vers 1775. Dimension : D. : 21 cm. Doorniks zacht porselein. Paar driehoekige schalen met fijne getorste ribben, decor van een landschap in het paars. Gouden rand. Merkteken : gekruiste gouden zwaarden en 5 ingedrukt. Tijdperk : einde van de tweede periode, begin van de derde, rond 1775. Afmeting  : D. : 21 cm.

78

79

Tournai - Doornik

Paire d’assiettes en porcelaine tendre de Tournai au décor dit « aux Chinois verts ». Époque : troisième période (1775-1800). Dimension : D. : 24 cm. Doorniks zacht porselein. Paar borden uit het servies “aux Chinois verts”. Tijdperk : derde periode (1775-1800). Afmeting  : D. : 24 cm. Réf. : Bayet (T.), Dumortier (C.)& Habets (P.), Porcelaine de Tournai. Chine et chinoiserie, Bruxelles, Racine, 2009, pp. 154-168.

80

81

Tournai - Doornik

Porcelaine tendre de Tournai, pot à sucre avec fretel en forme de gland jaune, décor aux oiseaux imaginaires. Filet brun. Époque : troisième période (1775-1800). Dimension : H. : 13 cm. Doorniks zacht porselein. Suikerpot met gele eikel op het deksel, decor met denkbeeldige vogels. Bruine rand. Tijdperk : derde periode (1775-1800). Afmeting  : H. : 13 cm.

82

83

Tournai - Doornik

Moutardier au décor ronda en bleu avec cerclages du tonneau en relief. L’anse, tout-à-fait inhabituelle, liée avec des cordages, se sépare en deux branches. À notre connaissance, il s’agit d’un modèle non-répertorié. Marque : épées croisées en bleu. Époque : deuxième période (1763-1775). Dimension : H. : 9 cm. Doorniks zacht porselein. Zeldzame mosterdpot in blauwe ronda decor : het tonnetje zelf met cirkelvormige wanden in reliëf. Het oor is ongewoon, met touwwerk in twee verdeelt. Wij kennen geen gelijke model in de inventarissen. Gemerkt met de blauwe gekruiste zwaarden. Tijdperk : tweede periode (1763-1775). Afmeting  : H. : 9 cm.

84

85

Tournai - Doornik

Boîte (tabatière) de forme ovale en porcelaine de Tournai. Décor dans des médaillons en grisaille de putti à l’extérieur et à l’intérieur du couvercle, d’une scène en grisaille reprenant deux putti d’après Boucher. Monture en argent et vermeil. Époque : début de la troisième période, vers 1775. Dimensions : H. : 4,5 cm, L. : 10 cm, l. : 5 cm. Doorniks zacht porselein, ovale doos in grisaille decor in medaillons van puttis naar illustraties van Boucher. Zilveren en hoogrode montuur. Tijdperk : begin van de derde periode, rond 1775. Afmetingen : H. : 4,5 cm, L. : 10 cm, B. : 5 cm.

86

87

Tournai - Doornik

Tasse dite triboulette à anse ronde au décor d’oiseaux copiés d’après l’Histoire naturelle des oiseaux de Buffon, service du duc d’Orléans, cousin de Louis XVI. Sur la tasse : « hirondelle de mer brune de la louisiane » et sur la soucoupe : « gobe mouche à gorge du Sénégal ». Époque : vers 1787. Dimensions : H. tasse : 4,3 cm (quatrième grandeur), D. soucoupe : 10,2 cm. Triboulette-vorm kopje met rond oor met decor van vogels uit l’Histoire naturelle des oiseaux van Buffon. Servies van de Hertog van Orléans, neef van Louis XVI. Op het kopje : “hirondelle de mer brune de la louisiane” en op het schoteltje : “gobe mouche à gorge du Sénégal“. Tijdperk : rond 1787. Afmetingen : H. tas : 4,3 cm (vierde grote), D. schoteltje : 10,2 cm.

88

89

Tournai - Doornik

Compotier en porcelaine tendre de Tournai, au décor d’une « perruche à front jaune de Cayenne », d’après les planches de l’ Histoire naturelle des Oiseaux de Buffon (1770-1783). Le nom de l’oiseau figure au dos du compotier. Époque : troisième période (1775-1800). Dimension : D. : 21,5 cm. Doorniks zacht porselein. Compoteschaal met voorstelling van “la perruche à front jaune de Cayenne”, naar een gravure uit het werk van Buffon : “Histoire naturelle des Oiseaux“ (1770-1783). Op de achterzijde van de schaal staat de naam van de afgebeelde vogel. Tijdperk : derde periode (1775-1800). Afmeting  : D. : 21,5 cm.

90

91

Tournai - Doornik

Assiette en porcelaine tendre de Tournai au décor d’une fleur d’herbier polychrome. Le nom de la plante Abutilon figure au dos de l’assiette en caractères imprimés or. La fleur est reprise d’une planche du recueil botanique Plantae selectae de George Dionysius Ehret (1708-1770), publié à Nuremberg vers 1750-73. Époque : troisième période (1775-1800). Dimension : D. : 23,5 cm. Doorniks zacht porselein. Bord met voorstelling van een polychrome bloem uit herbarium. De naam van de bloem Abutilon staat op de achterkant geschreven in gouden letters. De bloem is geschilderd naar een gravure uit het botanisch werk Plantae selectae van George Dionysius Ehret (1708-1800), uitgegeven te Nuremberg rond 1750-73. Tijdperk : derde periode (1775-1800). Afmeting  : D. : 23,5 cm.

92

93

Tournai - Doornik

Service de poupée en porcelaine tendre de Tournai au décor à l’anneau comprenant une cafetière, une théière, deux tasses et un pochon. Les services de poupée, d’ailleurs assez rares, ont été produits majoritairement au XIXe siècle. Ici, eut égard à ses formes, nous pouvons le dater de la fin du XVIIIe siècle. Époque : fin du XVIIIe siècle. Dimensions : H. cafetière : 10 cm. H. théière : 6,5 cm. Doorniks zacht porselein. Poppenservies met decor “à l’anneau” bestaande uit een koffiekannetje, een theekannetje, twee kopjes en een kommetje. De zeldzame poppenserviezen werden meestal in de 19de eeuw geproduceerd. Dankzij de vormen van dit poppenservies dateren wij hem van het einde van de 18de eeuw. Tijdperk : einde van de 18de eeuw. Afmetingen : H. koffiekannetje : 10 cm. H. theekannetje : 6,5 cm.

94

95

Tournai - Doornik

Rare saleron double en porcelaine tendre de Tournai au décor au laurier fleuri avec chiffre. Époque : première moitié du XIXe siècle. Dimensions : L. : 11 cm, l. : 5,3 cm. Doorniks zacht porselein. Dubbel zoutvat met zeldzaam “laurier fleuri” decor met voorletters. Tijdperk : eerste helft van de 19de eeuw. Afmetingen : L. : 11 cm, B. : 5,3 cm.

96

97

Un tout grand merci pour l’aide apportée à la réalisation de Photographie : © Jean Lemaire - +32 (0)2 511 05 13 Infographie : Raymond Aubry - +32 (0)477 17 26 85 Impression : Crousse Graphics - +32 (0)475 78 94 91 © L emaire SA Aucune partie de cette publication ne peut être reproduite sous quelque forme que ce soit sans autorisation écrite. Bruxelles, janvier 2015.

ce catalogue à : mon épouse Sophie, Madame Nadine d’Udekem d’Acoz, Monsieur Pierre Heymans et Madame Joëlle Pirlot de Corbion.

Hartelijk dank voor de hulp aan de realisatie van deze catalogus aan: mijn echtgenote Sophie, Mevrouw Nadine d’Udekem d’Acoz, Mijnheer Pierre Heymans en Mevrouw Joëlle Pirlot de Corbion.