Archeologisch onderzoek Uiterwaarden bij de stad Rhenen Bureauonderzoek
GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1325
Archeologisch onderzoek Uiterwaarden bij de stad Rhenen Bureauonderzoek
GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1325 Definitief
ISSN 1573-5710
Opdrachtgever: Gemeente Rhenen
Grontmij Nederland B.V. Houten, 15 juli 2013
GM-0095516, revisie D1
Verantwoording
Titel
:
Archeologisch onderzoek Uiterwaarden bij de stad Rhenen Bureauonderzoek Grontmij Archeologische Rapporten 1325
Projectnummer
:
327263
Referentienummer
:
GM-0095516
Revisie
:
D1
Datum
:
15 juli 2013
Auteur(s)
:
de heer drs. J. Bex
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
de heer drs. J. van der Roest
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
de heer ir. P.B.J.M. Oude Boerrigter
Grontmij Nederland B.V. De Molen 48 3994 DB Houten Postbus 119 3990 DC Houten T +31 30 634 47 00 F +31 30 637 94 15 www.grontmij.nl
GM-0095516, revisie D1 Pagina 2 van 25
Administratieve gegevens
Datum opdracht
:
14 februari 2013
Datum concept 1
:
25 maart 2013
Datum definitief 1 :
15 juli 2013
Opdrachtgever
:
Gemeente Rhenen
Uitvoerder
:
Grontmij Nederland B.V.
Bevoegde overheid :
Gemeente Rhenen deskundige namens deze: Omgevingsdienst regio Utrecht
Aanleiding
:
opstellen nieuw bestemmingsplan
Locatie
:
provincie
: Utrecht
gemeente
: Rhenen
plaats
: Rhenen
toponiem
: Uiterwaarden bij de stad Rhenen
kaartblad
: 39 E RHENEN
RD-coördinaten
: NW
X: 165.685
/
Y: 442.095
NO
X: 166.580
/
Y: 441.560
ZO
X: 167.210
/
Y: 440.784
ZW
X: 166.315
/
Y: 441.155
(bijlage 1)
Archeoregio
:
Utrechts-Gelderse zandgebied / Utrechts-Gelders rivierengebied
Archis2
:
OMG nummer
: 55879
Documentatie
:
beheer en plaats
: Grontmij Nederland B.V. – kantoor Houten (tijdelijk)
GM-0095516, revisie D1 Pagina 3 van 25
Samenvatting
Binnen het plangebied ‘Uiterwaarden bij de stad Rhenen’ is de gemeente Rhenen voornemens om enkele ruimtelijke ontwikkelingen te laten plaatsvinden. Voor het totale plangebied is thans nog geen passend en actueel bestemmingsplan voorhanden. Dit archeologisch onderzoek dient ter onderbouwing van het nog op te stellen bestemmingsplan. De mogelijk met dit voornemen gepaard gaande grondwerkzaamheden kunnen een bedreiging vormen voor de eventueel aanwezige archeologische waarden binnen het plangebied. De gemeente Rhenen heeft Grontmij hiertoe de opdracht gegeven om onder meer een archeologisch bureauonderzoek uit te voeren. Binnen het plangebied liggen een aantal cultuurhistorisch waardevolle terreinen en archeologisch kansrijke locaties. In het gebied ligt een archeologisch monument van hoge waarde, namelijk het AMK-terrein van het Oude Veerhuis. De voormalige tuin van het Koningshuis is thans in het reliëf nog herkenbaar. Mogelijk bevinden zich binnen dit terrein ook nog graven van Ene gelse soldaten (eind 18 eeuw) en eventueel bebouwingresten in de noordwestelijke hoek. In het oostelijk deel van het plangebied hebben steenovens gestaan. Mogelijk bevinden zich nog restanten van een klein gebouwtje (tolhuisje?) en van een molen in de ondergrond van het plangebied. Op de flank van de stuwwal komen langs de noordelijke / noordoostelijke rand van het plangebied stuwwalafzettingen in de ondergrond voor die een hoge archeologische verwachting hebben. Dit betreffen stuwwalafzettingen die vanwege hun ouderdom al lange tijd bewoond of gebruikt kunnen zijn geweest. Zo liggen grenzend aan het plangebied een tweetal archeologische monumenten van (hoge) waarde en een zeer bekende vindplaats (vroegmiddeleeuws grafveld De Donderberg). De stuwwalafzettingen met eventueel aanwezige sporenniveaus vanaf de prehistorie, lopen gedeeltelijk door onder het maaiveld van het plangebied. De afzettingen zijn in de Middeleeuwen (deels) geërodeerd door de rivier, die nu wat zuidelijker stroomt dan toen. Op basis van het bureauonderzoek wordt geadviseerd om geen bodemingrepen te laten plaatsvinden binnen het terrein van het voormalige Oude Veerhuis, de voormalige Koningstuin met aangrenzende bijbehorende zones (sloot of huidige depressie rondom en ter plaatse van de noordelijke zone of Paardenmarkt) of de laatmiddeleeuwse dijken binnen het plangebied. Binnen de graslanden van het plangebied rondom de historische stadskern en op de flanken van de stuwwal (zone Utrechtsestraatweg vanaf het Paardenveld westelijker) wordt geadviseerd geen bodemingrepen te laten plaatsvinden die dieper gaan dan de huidige bouwvoor of reeds verstoorde grond. Dit geldt met name voor het gebied of de zones waar de steenovens hebben gestaan, het gebied nabij de oude omwalling en de zone waar op basis van de kaart van Van Deventer een bouwwerkje kan hebben gestaan. Binnen het deelgebied van de kleiputten (noordwestelijk deel plangebied) hebben de voorgaande bodemingrepen tijdens de kleiwinning waarschijnlijk al ernstige verstoringen aan de ondergrond toegebracht. Binnen dit deelgebied wordt geadviseerd verdere ontgravingen (uitdiepen) binnen de bestaande putten- en plassen vrij te geven voor wat betreft de conditie archeologie. Dit geldt niet voor de dijken, kades, oude weggetjes, mogelijke molenplaats of grotere nog aaneengesloten stukken graslanden binnen dit deelgebied. De huidige oevers (stranden) van de Nederrijn kunnen eveneens worden vrijgegeven voor bodemingrepen tot een diepte van meter. Dit advies (D1) dient nogmaals ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de bevoegde overheid, in deze de gemeente Rhenen (voordat deze definitief (D2) gemaakt wordt).
GM-0095516, revisie D1 Pagina 4 van 25
Inhoudsopgave
Samenvatting................................................................................................................................. 4 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding ......................................................................................................................... 6 Algemeen ...................................................................................................................... 6 Beleidskader ................................................................................................................. 7 Doelstelling.................................................................................................................... 7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Bureauonderzoek .......................................................................................................... 8 Werkwijze ...................................................................................................................... 8 Geologie en bodem ....................................................................................................... 8 Landschappelijke omgeving en bewoningsgeschiedenis ........................................... 11 Archeologie en cultuurhistorie..................................................................................... 15 Archeologische verwachting ....................................................................................... 18
3 3.1 3.2
Conclusie en aanbeveling ........................................................................................... 21 Conclusie .................................................................................................................... 21 Aanbeveling ................................................................................................................ 21
Literatuur en bronnen .................................................................................................................. 23 Verklarende woordenlijst ............................................................................................................. 25
Bijlage 1:
Ligging locatie op de topografische ondergrond
Bijlage 2:
Archeologische basiskaart
Bijlage 3:
Beleidsadvieskaart archeologie plangebied Uiterwaarden bij de stad Rhenen
GM-0095516, revisie D1 Pagina 5 van 25
1
Inleiding
1.1 Algemeen Binnen het plangebied ‘Uiterwaarden bij de stad Rhenen’ is de gemeente Rhenen voornemens om enkele ruimtelijke ontwikkelingen te laten plaatsvinden. Er zal mogelijk een parkeerterrein gerealiseerd gaan worden. Het evenemententerrein en andere bestaande functies binnen het plangebied zullen een passende bestemming krijgen. De passantenhaven wordt mogelijk uitgebreid en er zal natuurontwikkeling / ruimte voor de rivier mogelijk worden gemaakt. Voor het totale plangebied is thans nog geen passend en actueel bestemmingsplan voorhanden. Ter onderbouwing van het op te stellen bestemmingsplan ‘Uiterwaarden bij de stad Rhenen’ dient een archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De eventuele ruimtelijke ontwikkelingen en grondwerkzaamheden die met dit voornemen gepaard gaan kunnen mogelijk een bedreiging vormen voor de eventueel aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden binnen het plangebied. De gemeente Rhenen heeft hiertoe Grontmij Nederland B.V. onder meer de opdracht gegeven om een archeologisch onderzoek uit te voeren. Het onderzoek is conform de KNA (versie 3.2) uitgevoerd. Het plangebied ligt in de uiterwaarden bij Rhenen, op de noordelijke oever van de Nederrijn (afb. 1.1). Het plangebied wordt in het noorden (globaal) begrensd door de Utrechtsestraatweg, het pad Buitenomme die langs de voormalige stadsomwalling / historische kern voert en de Cuneralaan tot even ten oosten van de Rijnbrug. De rivier de Nederrijn vormt de zuidelijke grens van het plangebied. De in dit document gebruikte term onderzoeksgebied staat voor het gebied dat globaal de zuidelijke flank van de Rheense stuwwal beslaat tussen ongeveer de Grebbeberg in het oosten en Remmerden in het westen.
Afb. 1.1 Locatie plangebied Uiterwaarden bij de stad Rhenen (binnen het rode kader).
GM-0095516, revisie D1 Pagina 6 van 25
Inleiding
1.2 Beleidskader Met de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz, 2007) zijn de uitgangspunten van het Europese Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving (Monumentenwet) geïmplementeerd. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is om archeologische waarden in hun oorspronkelijke context (ter plekke) te behouden, omdat dat de beste conserveringsomgeving is (voor eventueel toekomstig onderzoek). Dit noemt men behoud in-situ. Door de herziening van de Monumentenwet hebben gemeenten een grotere verantwoordelijkheid gekregen op het terrein van het archeologisch erfgoed. Gemeenten dienen te beschikken over archeologiebeleid en in de ruimtelijke ordening rekening te houden met de mogelijkheid van archeologische waarden in de ondergrond. De gemeente Rhenen beschikt over eigen ar1 cheologiebeleid met bijbehorende beleidskaart . 1.3 Doelstelling Doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de te verwachten archeologische waarden binnen het plangebied en het omliggende gebied (onderzoeksgebied) op basis van bestaande bronnen. Hiervoor wordt een bureauonderzoek uitgevoerd, waarbij een gespecificeerd verwachtingsmodel wordt opgesteld. Op basis van dit verwachtingsmodel kan bijvoorbeeld een advies worden gegeven met betrekking tot de in het bestemmingsplan op te nemen maatregelen of de noodzaak van een eventueel archeologisch vervolgonderzoek indien er bodemingrepen worden uitgevoerd. Indien dit van toepassing is, zal worden aangegeven uit welke stappen het vervolgonderzoek zou kunnen bestaan.
1
Raadpleging gemeente(website). Toelichting op het beleid; Vestigia-rapport V817. Brugman et al. 2011.
GM-0095516, revisie D1 Pagina 7 van 25
2
Bureauonderzoek
2.1 Werkwijze Bij het bureauonderzoek is gekeken naar voor het onderzoeksgebied relevante gegevens met betrekking tot de archeologie, cultuurhistorie, geologie en bodem. Hierbij zijn de volgende werkzaamheden verricht: het bestuderen van bodemkaarten, geologische en geomorfologische kaarten; het raadplegen van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN); het raadplegen van het gemeentelijk archeologiebeleid; het raadplegen van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Utrecht; het inventariseren van archeologische waarnemingen en in het verleden verrichte archeologische onderzoeken in het Archeologisch Informatie Systeem Archis2; het raadplegen van de Archeologische Monumentenkaart (AMK); het raadplegen van de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW); het raadplegen van historisch en topografische kaartmateriaal; het raadplegen van overige relevante literatuur en bronnen. In de navolgende paragrafen worden eerst de geologie en bodemopbouw van het onderzoeksgebied beschreven. Daarbij wordt het bijbehorende landschap beschreven en wat dit kan betekenen voor de archeologie. Daarna zullen de bekende archeologische en cultuurhistorische waarden van het onderzoeksgebied worden besproken. Op basis van de gegevens van zowel de geologische en bodemkundige opbouw als van de bekende archeologische waarden wordt dit hoofdstuk afgesloten met een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Daarin wordt per archeologische periode aangegeven hoe groot de kans wordt geacht op het aantreffen van archeologische waarden. 2.2 Geologie en bodem Het landschap heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het nederzettingspatroon en de exploitatiemogelijkheden van de mens. Bij archeologisch onderzoek naar een bepaald gebied is het van groot belang om te achterhalen hoe het landschap er in het verleden kan hebben uitgezien. Dit kan mede door naar de geologische ontwikkeling en de bodemopbouw te kijken. Tabel 2.1
indeling van (een deel van) het Pleistoceen en het Holoceen
Geologisch tijdvak Laat-Holoceen Midden-Holoceen Vroeg-Holoceen
Laat-Pleistoceen Midden-Pleistoceen ↓
Chronostratigrafie Subatlanticum Subboreaal Atlanticum Boreaal Preboreaal Weichselien Eemien Saalien Holsteinien
Datering in jaren v.Chr. 1.100 – heden 3.800 – 1.100 7.000 – 3.800 8.000 – 7.000 9.000 – 8.000 glaciaal interglaciaal glaciaal interglaciaal
120.000 130.000 370.000 410.000
– – – –
9.000 120.000 130.000 370.000
Het onderzoeksgebied is gelegen op de overgang van het Utrechts-Gelderse zandgebied naar het Utrechts-Gelders rivierengebied, waartoe de uiterwaarden van het plangebied behoren. Het stuwwallenlandschap, dat een groot deel van de gemeente Rhenen beslaat, is circa 150.000
GM-0095516, revisie D1 Pagina 8 van 25
Bureauonderzoek
2
jaar geleden gevormd tijdens de voorlaatste ijstijd; het Saalien. Het vanuit het noorden afkomstige landijs stuwde de toen ter tijd aanwezige ondergrond op tot stuwwallen (afb. 2.1). De gestuwde ondergrond bestaat voornamelijk uit grofzandige en grindrijke fluviatiele sedimenten afkomstig van de oude rivierlopen van de Rijn en (in mindere mate van) de Maas. Door het smeltwater van het landijs zijn zogenaamde glaciofluviale spoelzandwaaiers (sandrs) gevormd. Deze sandrs bestaan dikwijls uit sterk gelaagde en relatief vlak gelegen grindrijke grove zandafzettingen die binnen het Utrechtse stuwwallenlandschap veelal langs de zuidelijke / zuidwestelijke kant van de stuwwal voorkomen. Na het Saalien volgde een warmere periode die bij ons bekend staat als het Eemien. In die periode steeg de zeespiegel tot zo’n 8 m +NAP waarbij de zee tot in de Gelderse Vallei lag. Hoogstwaarschijnlijk heeft zich in deze warme periode, die circa 10.000 jaar duurde, een (organische) bodem kunnen vormen in de stuwwalafzettingen. Als gevolg van bijvoorbeeld neerslag zal de oorspronkelijke stuwwal, zoals deze in het Saalien gevormd was, ook weer deels geërodeerd zijn.
Afb. 2.1 Doorsnede vorming van een stuwwal
In de laatste IJstijd (het Weichselien) bereikte het landijs Nederland niet. Er heerste hier wel koude klimatologische omstandigheden waarbij de (diepere) ondergrond waarschijnlijk vrijwel permanent bevroren was. Tijdens die periode werden in de omgeving van Rhenen fluvioperiglaciale (sneeuwsmeltwater) en eolische (wind) afzettingen, zijnde dekzand behorende tot de For3 matie van Boxtel , afgezet. Tegen de flanken van de hoge stuwwallen werden gordeldekzanden afgezet. Met het aanbreken van het Holoceen begon de warmere periode die thans nog voortduurt. De voorheen kale stuwwalafzettingen raakten bedekt met (bos)vegetatie en er kon zich een bodem in vormen. Ten oosten en ten zuiden van het stuwwallencomplex stroomde een riviersysteem van de voorloper van de huidige (Neder-) Rijn. Deze sneed zich in de stuwwalafzettingen en erodeerde daar een groot deel van. Hierdoor is er bijvoorbeeld een onderbreking ontstaan in de stuwwal tussen Rhenen en Wageningen, waar deze eerder aaneengesloten was. De rivier verplaatste het geërodeerde sediment van de stuwwal verder stroomafwaarts. Langs de actieve stroom van de rivier werden zogenaamde oeverwallen van zand en zavel gevormd. Verder van de actieve stroom vandaan, kon in zones met rustig water klei tot bezinking komen. Gedurende het Holoceen waren in het lagergelegen gebied ten zuiden van de stuwwal van 4 Rhenen een aantal rivieren of wel stroomgordels actief landschapsvormend. Dit betreffen de Stroomgordel van Herveld, die actief was vanaf de Midden Nieuwe Steentijd tot in de Midden IJzertijd (zie tabel 2.2), de Stroomgordel van Mars - Oude Rijn, die actief was vanaf de Midden Romeinse Tijd tot begin Nieuwe Tijd en de Stroomgordel van de Nederrijn die actief was vanaf de Vroege IJzertijd en nog steeds actief is. De Rijn heeft zich ten zuiden van de stuwwal diverse malen verlegd en heeft ook door het plangebied gestroomd. De rivier is tegenwoordig overigens niet of nauwelijks meer landschapsvormend doordat deze door de aanleg van kribben e.d. plaatsvast is geworden.
2
Berendsen 2005, p. 45-52. Voorheen de Formatie van Twente. 4 Berendsen en Stouthamer 2001. 3
GM-0095516, revisie D1 Pagina 9 van 25
Bureauonderzoek
5
De bodem in het plangebied bestaat volgens de Bodemkaart uit rivierkleigronden. De gronden van zware zavel tot lichte klei worden gerekend tot de kalkhoudende ooivaaggronden (code: Rd90A) en kalkhoudende poldervaaggronden (code: Rn95A). Dit betreffen dus relatief jonge kleigronden waarin zich nog geen bodem heeft kunnen vormen. Onder deze kleigronden ligt zand dat door de Rijn eerder is afgezet. De gronden op de flank van de stuwwal, ten noordoosten van het plangebied, worden gerekend tot de hoge bruine enkeergronden (code: gbEZ30) bestaande uit grof zand. Ter plaatse kan grind worden verwacht vanaf een diepte van 40 cm (g-). Deze eerdgronden zijn in de loop der eeuwen ontstaan en in dikte toegenomen door het opbrengen van voornamelijk organische bemesting als potstalmest, gestoken heideplaggen en eventueel beer- of stadsafval. De gronden werden met name ingezet voor de akkerbouw. Geomorfologie Volgens de geomorfologische kaart bestaat het plangebied (uiterwaarden) uit welvingen en vlakten doorsneden of begrensd door dijken. Dit betreffen de zandige oevers, oeverwallen en kleigronden langs de rivier. Aan de voet of de onderkant van de stuwwal liggen waaiervormige glooiingen (sandrs). Ten oosten van Landgoed De Tangh aan de Utrechtsestraatweg is deze laatst genoemde zone onderbroken door een diep dal. AHN Het Actueel Hoogtebestand Nederland vormt een aanvullende informatiebron voor de landschapsanalyse. Dit met behulp van laser-altimetrie verkregen digitale bestand vormt een goed beeld van het huidige reliëf binnen het onderzoeksgebied. Op afbeelding 2.2. is aan de scherpe begrenzing en de onderbreking in de stuwwalrug tussen Rhenen en Wageningen te zien dat de rivier de stuwwal gedeeltelijk heeft geërodeerd. Oranje tot geel staat voor de relatief hoge gronden en groen tot blauw voor de lager gelegen gronden ten opzichte van NAP.
Afb. 2.2 Uitsnede van het AHN met in het rode kader globaal het onderzoeksgebied.
Afbeelding 2.3 is een meer gedetailleerde uitsnede van het AHN ter hoogte van het plangebied. Binnen het plangebied varieert het reliëf relatief sterk. Binnen deze uiterwaarden liggen de dijken en de wegen hoger in het landschap. Opvallend is de rechthoekige sloot of depressie ten westen van de historische kern (zie verder). Het onderling reliëf op de stuwwal is in dit beeld niet geaccentueerd. Afb. 2.3 Uitsnede AHN t.h.v. het centrale deel van het plangebied. 5
Blad 39 Oost Rhenen.
GM-0095516, revisie D1 Pagina 10 van 25
Bureauonderzoek
2.3 Landschappelijke omgeving en bewoningsgeschiedenis Prehistorie In de stuwwalafzettingen van Rhenen zijn in het verleden zeer oude vuurstenen artefacten aangetroffen. Deze vuurstenen voorwerpen uit het Pleistoceen getuigen van menselijke aanwezigheid in deze contreien in de Oude Steentijd. Een deel van deze vuurstenen voorwerpen worden zelfs gedateerd van vóór het Saalien (voorlaatste IJstijd) en zijn dan afkomstig uit de voormalige rivierafzettingen die door het landijs zijn opgestuwd tot stuwwallen. Vermoedelijk zal het onderzoeksgebied gedurende het grootste deel van het Holoceen menselijke activiteiten hebben gekend. Dit gebied met de hoge droge zandgronden en de nabijgelegen natte riviervlakte, zal ook toen al een zekere aantrekkingskracht hebben gehad op de mens. Binnen het plangebied zijn een redelijk aantal vondstmeldingen of waarnemingen gemeld in Archis (blauwe sterren in afb. 2.4). De vroegste datering daarvan is echter pas in de IJzertijd. De waarnemingen bestaan uit crematieresten of (fragmenten) aardewerk en worden geassocieerd met een ter plaatse gelegen grafveld uit de IJzertijd. Die vondsten zijn overigens langs de voet van de stuwwal (langs de Utrechtsestraatweg) aangetroffen en komen dus wat betreft bodem of ondergrond niet direct overeen met de rivierafzettingen die binnen het grootste deel van het plangebied voorkomen. De aanwezigheid van een grafveld duidt natuurlijk wel op menselijke bewoning in die periode. Afb. 2.4 Uitsnede archiswaarnemingen (stippen en sterren) op de ondergrond van de IKAW
Tabel 2.2 Overzicht van archeologische perioden
Periode Nieuwe Tijd Late Middeleeuwen Vroege Middeleeuwen Romeinse Tijd IJzertijd Bronstijd Neolithicum (Nieuwe Steentijd) Mesolithicum (Midden Steentijd) Laat-Paleolithicum (Late Oude Steentijd)
Datering
12 800 1.900 5.325 9.000
1500 1050 450 v. Chr. v. Chr. v. Chr. v. Chr. v. Chr.
- heden - 1500 n.Chr. - 1050 n.Chr. 450 n.Chr. 12 v. Chr. 800 v. Chr. - 1.900 v. Chr. - 4.900 v. Chr. tot 9.000 v. Chr.
Romeinse Tijd en Vroege Middeleeuwen In de Romeinse Tijd lag het grondgebied van het huidige Rhenen net buiten de noordelijke grens van het Romeinse Rijk, die gevormd werd door de Oude Rijn. Het plangebied lag dus toen ter tijd buiten het Rijk, maar de vroege Romeinse aanwezigheid zal naar aller waarschijnlijkheid direct merkbaar zijn geweest in het gebied. Op basis van archeologische waarnemingen (in Archis) is er sprake van bewoning binnen het plangebied vanaf de Midden Romeinse Tijd en continueert de bewoning zich in de Vroege Middeleeuwen. Langs de Utrechtsestraatweg (stuwe walafzettingen) werd in het midden van de 20 eeuw een omvangrijk vroegmiddeleeuws grafveld opgegraven (De Donderberg, archismelding 26853). Ter plaatse werden rond de 1280 graven (zowel inhumatie als crematie) aangetroffen. Daarnaast werden ook enkele paardengraven aangetroffen. De bijgiften bestonden onder meer uit aardewerk, munten, wapenuitrusting, gereedschappen, glaswerk en mantelspelden. Dit rijengrafveld op de Donderberg is de grootste, 6 langst gebruikte en mogelijk rijkste vroegmiddeleeuwse begraafplaats van Nederland. 6
Huiskes 2011.
GM-0095516, revisie D1 Pagina 11 van 25
Bureauonderzoek
Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd 7 De oudst bewaard gebleven historische vermelding van Rhenen dateert uit 855. Omstreeks 1240 kreeg Rhenen stadsrechten uit handen van de Bisschop van Utrecht. Een eeuw later (1346) kreeg deze Utrechtse stad op de grens met de Gelderse gebieden, een stenen ommuring om beter verdedigbaar te kunnen zijn. Rhenen heeft door zijn strategische ligging in de loop der eeuwen veel oorlogsgeweld en schermutselingen gekend. De stenen ommuring had drie hoofdpoorten; de Utrechtse- of Westpoort, de zuidelijk gelegen Rijnpoort en de Bergpoort in het oosten. Rondom de ommuurde stad lag een omgrachting, maar vanwege het hoogteverschil op de flank van de stuwwal bevatte enkel de zuidelijke helft water. Het plangebied ligt net buiten de voormalige omwalling of grachtzone. In deze tijd was een deel van het plangebied in bezit (leen) van een kloosterorde. De onderstaande plattegrond van Rhenen (afb. 2.5) gemaakt door Jacob van Deventer in de e tweede helft van de 16 eeuw, toont een ommuurde stad met een gedeeltelijk met water gevulde omgrachting en drie poorten met toelopende landwegen. De ommuring was voorzien van diverse muurtorens van waaruit men de stad en stadsmuur kon verdedigen. Vanuit de Westpoort, maar ook de zuidelijke Rijnpoort, kon men middels enkele wegen of paden door het huidige plangebied naar de oever van de Rijn komen.
Afb. 2.5 Uitsnede plattegrond van Rhenen door Jacob van Deventer, ca. 1568.
Oude Veerhuis Op de kaart van Van Deventer (afb. 2.5) staan twee bouwwerken weergegeven ten zuidwesten van de oude stadskern van Rhenen, één daarvan (links bij het kruispunt) betreft het zogenaam8 de Oude Veerhuis en het andere betreft mogelijk een tolhuis. In 1983 werden tijdens egalisa9 tiewerkzaamheden in de uiterwaard de resten van een put en een tegelvloertje aangetroffen. De Historische Vereniging Oudheidkamer voor Rhenen en Omstreken heeft ter plaatse tijdens diverse veldcampagnes opgravingen en onderzoek verricht. Ter plaatse heeft het Oude Veere 10 huis gestaan dat mogelijk al in het midden van de 14 eeuw bestond, maar met een zekere e e datering in de 16 en 17 eeuw. De aangetroffen (bouwhistorische) resten omvatte zeker drie bouwfases en er werden vele vondsten gedaan van resten uit de materiële cultuur. In de nabij7
www.rhenen.nl – welke document is niet nader omschreven. Navolgende tekst is grotendeels toegespitst overgenomen van de gemeentewebsite. 8 De Jong 1985. 9 Deys 1984. 10 Van Iterson 1935 in: De Jong 1985.
GM-0095516, revisie D1 Pagina 12 van 25
Bureauonderzoek
11
heid werden tevens resten van een weg of dam en voormalig haventje waargenomen. Mogelijk betreffen het restanten van het dammetje, krib of steiger die ook op de afbeelding van Van Deventer staat afgebeeld in het water van de rivier. Mogelijk bevonden zich ter plaatse meer havenwerken of aan het veer, scheepsvaart of visserij gerelateerde bouwwerken. Ten zuidoosten van Rhenen heeft Van Deventer enkele rivierarmen of restgeulen ingetekend. Mogelijk waren deze watergangen bevaarbaar en hebben ze gediend als natuurlijke haven. Duidelijk is dat het Oude Veerhuis in 1672 door de Fransen werd verwoest, maar nadien weer e is opgebouwd. Op kadastrale kaarten uit het begin van de 19 eeuw staat het gebouw echter 12 niet meer weergegeven. Mogelijk is het veerhuis in 1772 afgebroken. Het terrein is thans opgenomen op de archeologische monumentenkaart (AMK nr 7181). Van de hand van de Historische Oudheidkamer zijn vele artikelen en beschrijvingen over het (Oude) Veerhuis en de uitge13 voerde opgravingen verschenen. Door een verlegging van de rivier naar het zuiden is er een ‘nieuw’ veerhuis gebouwd langs de nieuwe oever aan het einde van de huidige veerweg. Dat gebouw is echter tijdens gevechtshandelingen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog ver14 woest. Eind 1957 is de Rijnbrug in gebruik genomen en hield het veer over de rivier op te bestaan. Deze brug is overigens op de fundamenten van de tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoeste spoorbrug (vanaf 1880) gebouwd. De verwoeste spoorbrug is dus niet meer als spoorbrug herbouwd. Vanuit de stadspoorten liepen een aantal wegen of paden naar het oude veer (zie afb. 2.5). Tijdens enkele verkennende veldonderzoeken door de Historische Oudheidkamer van Rhenen werden in het terrein op een diepte van een halve tot een meter onder maaiveld restanten van deze weggetjes aangetroffen die in positie goeddeels overeenkomen met de ingetekende we15 gen op oude kaarten (zie verder). De restanten bestaan uit verhardingen van veldkeien, grind en stukken baksteen. Op een (onbekende) locatie binnen het opgravingsterrein werd op circa 30 cm onder de bovengenoemde weg een oudere weg aangetroffen van uitsluitend veldkeien. e Enkele van de wegen zouden tot in de 20 eeuw in gebruik zijn geweest. De huidige Veerweg is in 1833 aangelegd. Koningshof Binnen het plangebied Uiterwaarden bij de stad Rhenen ligt nog een terrein van historisch belang. Dit betreft de voormalige zogenaamde Koningstuin behorende bij het Koningshof / Ko16 ningshuis van de Duitse keurvorst Frederik V van de Palts. Dit zomerpaleis (afb. 2.6) lag zelf binnen de ommuring van de stad en werd rond het jaar 1630 gebouwd op het terrein van een voormalige kloosterorde. Buiten de Westpoort lag de bijbehorende tuin die via een brug vanuit de stad te bereiken was.
Afb. 2.6 Tekening van de voor- en achterkant van het Koningshof door C.H. von Bonn 1748. 11
Delfin 1986. Delfin 1986. 13 De beschrijving over het Oude Veerhuis is in deze rapportage zeer beperkt gehouden. Voor meer informatie over deze archeologische vindplaats wordt naar de feitelijke artikelen verwezen (zie o.a. literatuurlijst), daarbij komt dat de waardering van het terrein reeds is ondervangen in een (hoge) AMK-status. 14 Deys 1984. 15 De Jong 1985 en Delfin 1986. 16 www.rhenen.nl 12
GM-0095516, revisie D1 Pagina 13 van 25
Bureauonderzoek
e
17
De tuin werd in de jaren ’30 van de 17 eeuw aangelegd en bestond uit twee gedeelten. Het noordelijk deel was moestuin en het zuidelijk deel boomgaard (afb. 2.7). De bijbehorende omliggende uiterwaardgronden of graslanden stonden bekend als de Koningsweide. In de noordwestelijke hoek van de tuin heeft een bouwwerk gestaan, waarschijnlijk een hovenierswoning e of tuinhuis. Dit gebouwtje is begin 19 eeuw afgebroken. In het noorden werd de tuin begrensd door een schutting en de andere zijden waren omgeven door een brede sloot (met vele wilgen). Deze sloot is thans nog in beperkte mate als rechthoekige depressie in het reliëf van het landschap zichtbaar (zie afb. 2.3 / AHN). e
Eind 18 eeuw was de Nederlandse Republiek (in coalitie) in oorlog met de Franse Republiek. In de zomer van 1794 trok een deel van de troepen van de coalitie zich terug achter de Rijn. In Rhenen kwam zodoende een groep van zo’n 1100 gewonde en 18 verzwakte Engelse soldaten aan. Het Koningshuis werd gebruikt als hospitaal voor deze soldaten. De bomen en schutting uit de Koningsboomgaard, maar ook delen van het Koningshuis zelf werden gebruikt voor brandhout. In de Koningstuin werden in deze periode meer dan 400 Engelsen begraven. Het terrein heeft daardoor de bijnaam het ‘Engelse kerkhof’ gekregen. Het Koningshuis werd uiteindelijke in 1812 in sterk vervallen toestand gesloopt. In de tuin werden de bomen gerooid en de grond omgezet tot weiland. Het is onduidelijk of tijdens die werkzaamheden de graven van de Engelse soldaten (allemaal) zijn gelicht en bijvoorbeeld verplaatst. Afb. 2.7 Uitsnede afbeelding van de Koningstuin e.o.
Steenoven / veldovens In de uiterwaarden ter hoogte van de Schoutenboomgaardweg tussen de Rijnbrug en de binnenstad van Rhenen heeft vanaf 1829 een veldoven (steenoven) gestaan in eerste eigendom 19 van J.G. Sandbrinks. Op oude kaarten (afb. 2.8) staan drie bouwwerken ingetekend langs de e dijk. Bij raadpleging van de kadastrale gegevens uit het begin van de 19 eeuw staat op dit terrein aanvankelijk nog één gebouwtje dat later is uitgebreid met twee bouwwerken / veldovens. In de kadastrale beschrijving staat ‘Huis en Veerplaats’, deze laatste omschrijving is doorgee streept en vervangen door Steenovens. In de tweede helft van de 20 eeuw worden de ovens niet meer weergegeven op de topografische kaarten.
Afb. 2.8 Uitsneden TMK met de locatie van de veldovens in gele cirkel. 17
De Jong 1987. De Jong 1987. 19 Dekker 2006. 18
GM-0095516, revisie D1 Pagina 14 van 25
Bureauonderzoek
Kleiwinning In het westelijk deel van het bestemmingsplangebied Uiterwaarden bij de stad Rhenen, in het gebied dat de Palmerswaard heet, is eind jaren ’80 van de vorige eeuw op één locatie begonnen met het ontkleien of aftichelen van de bovengrond. In de periode 1992 – 1999 is meer klei 20 gewonnen waardoor een aanzienlijk aantal putten en plassen in dit gebied zijn ontstaan. De oude dijken en weggetjes liggen echter nog goeddeels in dit huidige natuurgebied. Waarschijnlijk heeft in dit gebied een molen gestaan (zie verder / afb. 2.10). 2.4 Archeologie en cultuurhistorie 21 In 2010-2011 is in opdracht van de Milieudienst Zuidoost Utrecht door Vestigia een archeologische beleidskaart en een toelichtend rapport voor het grondgebied van de gemeente Rhenen 22 23 opgesteld. Naar aanleiding van overleg met de deskundige namens de bevoegde overheid is besloten enkel de beneden beschreven gemeentelijke kaart uit het geoloket te gebruiken als gemeentelijke verwachtingskaart. De gemeente Rhenen heeft een eigen archeologische verwachtingskaart (afb. 2.9) die te raadplegen is via het digitale geoloket van de gemeente. Daarop is het plangebied onderverdeeld in een tweetal verwachtingszones namelijk een zone met een hoge archeologische verwachting, dat het grootste deel van het plangebied beslaat, en een kleinere zone met een lage archeologische verwachting. De locatie van het Oude Veerhuis is aangemerkt als een terrein van archeologische waarde. De zone van de Utrechtsestraatweg behoort tot de dorpskern met lintbebouwing. De Utrechtsestraatweg is namelijk een zeer oude landroute waarlangs al lange tijd bewoning plaatsvindt. Opmerkelijk is dat de Koningstuin niet is aangegeven op deze kaart en dat een groot gebied ten noorden en een klein gebied ten zuiden van de historische binnenstad blijkbaar niet is gewaardeerd. Op min of meer dezelfde kaart uit het geoloket van de Omgevingsdienst regio Utrecht heeft dit gebied wel een waardering gekregen, maar dan met een onbekende archeologische verwachting of wel beleidscategorie 7. Voor deze beleidscategorie is onvoldoende informatie over de aard en de kwaliteit van het bodemarchief, maar wel kan worden vastgesteld dat ophoging van het maaiveld heeft plaatsgevonden en/of de bovenste bodemlagen geroerd zijn. Vergelijking van de kaart uit het geoloket en de archeologische waarden- en verwachtingenkaart uit het onderzoek van Vestigia leert dat beide kaarten in waardering vrijwel exact overeenkomen. De kaart van Vestigia zal als basis voor de kaart uit het geoloket hebben gediend.
Afb. 2.9
Uitsnede gemeentelijke archeologische verwachtingskaart (geoloket gem. Rhenen).
20
www.utrechtslandschap.nl – Palmerswaard. Thans de Omgevingsdienst regio Utrecht. 22 Brugman et al. 2011, Vestigia-rapport V817. Overigens is dit rapport niet eenvoudig te achterhalen op de gemeentewebsite of andere informatiebronnen. 23 Omgevingsdienst regio Utrecht – contactpersoon: mevr. drs. H. van den Ende d.d., maart 2013. 21
GM-0095516, revisie D1 Pagina 15 van 25
Bureauonderzoek
Opmerkelijk is dat in de onderzoeksrapportage van Vestigia niets vermeld wordt over de Koningstuin / het Engelse kerkhof en geen enkele inhoudelijke archeologische informatie over het Oude Veerhuis staat beschreven, terwijl het toch twee bekende en belangrijke cultuurhistorische terreinen zijn (!). De toegekende verdeling in hoge en lage archeologische verwachting binnen het onderhavige plangebied wordt in de rapportage of kaartbijlage niet (duidelijk) onderbouwd. Doorgaans hebben zones of gebieden in de (deels afgegraven) uiterwaarden, huidige oevers van rivieren en locaties waar rivieren tot in redelijk recente tijden hebben gestroomd (geërodeerd), een lage tot wellicht middelhoge trefkans. Ondanks deze bodemgenese kunnen er wel degelijk archeologische waarden binnen dit gebied worden aangetroffen zoals de resten van het Oude Veerhuis en de nog steeds zichtbare contouren van de Koningstuin dat aantonen. Een door Vestigia toebedeelde hoge trefkans lijkt voor delen van het plangebied dus (toevallig) wel goed uit te komen. Archis en AMK In het centrale informatiesysteem Archis2 van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed staan veel bekende archeologische onderzoeken, waarden en waarnemingen aangegeven. In de nabijheid van het plangebied zijn vele waarnemingen gemeld (bijlage 2 / afb. 2.4). Een groot deel van die waarnemingen betreffen archeologische vondsten behorende bij de grafvelden uit de IJzertijd en Romeinse Tijd - Vroege Middeleeuwen die langs de Utrechtsestraatweg op de stuwwalgronden liggen (zie verder). Binnen het plangebied is ook een waarnemingspunt geplaatst waaraan administratief diverse vondsten / waarnemingsnummers zijn gekoppeld met een onduidelijke herkomst of onbekende vindplaats (“groene handje” in afb. 2.4) en die dus niet representatief zijn voor het plangebied. Ter hoogte van de voormalige Koningstuin is een waarneming geplaatst met de vermelding dat ter plaatse restanten van een middeleeuwse steenfabriek zouden kunnen liggen (wnr: 26966). Deze is later aangevuld met een verwijzing naar het Oude Veerhuis. Onder waarnemingsnr: 27077 en 58188 is meer informatie (materiaal en literatuurverwijzingen) over het Oude Veerhuis ondergebracht. Verder naar het westen in de Palmerswaard is een melding bekend over het aantreffen van onder meer een houten staander die aan een molen zou hebben toebehoord (wnr: 43605). Mogelijk betreft het een restant van de molen zoals Jan de Beyer die heeft afgebeeld op zijn ets uit 1753 (afb. 2.10). Van het overig daar aangetroffen materiaal (bouwmateriaal en aardewerk e.d) wordt opgemerkt dat het mogelijk van elders afkomstig zou kunnen zijn en ter plaatse is gestort.
Afb. 2.10 Tekening / ets van Jan de Beyer (1753) met uiterst rechts op de voorgrond de molen.
Molendatabase Raadpleging van de molendatabse.nl heeft echter geen aanvullende gegevens opgeleverd voor de (vermoedelijke) molenplaats in de uiterwaarden Palmerswaard langs de rivier. Eind 1979 werden in een rioolsleuf ter hoogte van de Paardenmarkt (vml Koningstuin) menselijke resten aangetroffen (wnr: 44023). Die resten worden aan de Engelse soldaten uit het einde e van de 18 eeuw toegeschreven (zie eerder). Ter hoogte van de in afbeelding 2.7 ingetekende
GM-0095516, revisie D1 Pagina 16 van 25
Bureauonderzoek
bebouwing in de noordwestelijke hoek van de Koningstuin, werden tijdens graafwerkzaamheden restanten van een fundament waargenomen (wnr: 44036). Eerder archeologisch onderzoek in de omgeving Door Synthegra zijn in 2011 twee onderzoeken uitgevoerd die in of nabij het plangebied liggen. Het betreft een bureauonderzoek naar een locatie aan de Rijnstraat 24 en het Keldermanspad 24 25 2 en een bureauonderzoek met een aanvullend booronderzoek Buitenomme . Beide onderzoeken komen niet met voor dit onderhavig grotere plangebied direct relevante of algemene aanvullingen op hetgeen al is beschreven. In het bureauonderzoek Rijnstraat en Keldermanspad worden locaties binnen de historische kern / oude bewoningsgronden van Rhenen onderzocht. Er geldt ter plaatse een lage verwachting voor het kunnen aantreffen van sporen uit de prehistorie vanwege de vermoedelijke erosie van de diepere ondergrond door de rivier. De verwachting vanaf de Romeinse Tijd tot en met de Nieuwe Tijd is middelhoog tot hoog. Er is geadviseerd voorafgaand aan de bodemingrepen een verkennend booronderzoek uit te laten voeren om de bodemopbouw in kaart te brengen. Op een tweede locatie wordt een archeologische begeleiding geadviseerd indien de bodemingrepen daar dieper dan 1 m –mv zullen zijn. Het andere onderzoek betreft een aantal mogelijke locaties voor bergbezinkbassins in de uiterwaarden. Het betreffen kleine locaties aan weerszijden van zowel de Veerstraat als de Rijnstraat. Langs de Veerweg is in het merendeel van de 6 gezette boringen een verstoorde bodemopbouw aangetroffen. De archeologische verwachting is daardoor bijgesteld naar laag. Er is geadviseerd geen vervolgonderzoek uit te laten voeren. Terreinen waarvan de archeologische waarde bekend is, staan aangegeven op de Archeologische Monumentenkaart (AMK). De AMK is per provincie ontwikkeld in samenwerking met de RCE. De terreinen op de AMK zijn ingedeeld in vier categorieën: terreinen met archeologische waarde, hoge archeologische waarde, zeer hoge archeologische waarde en zeer hoge archeologische waarde met een beschermde status . Statustoekenning heeft plaatsgevonden op basis van een aantal door de RCE gehanteerde criteria (kwaliteit, zeldzaamheid en contextwaarde). Binnen het plangebied ligt één monument van hoge archeologische waarde (bijlage 2). Het betreft het terrein waar in het verleden het Oude Veerhuis stond (AMK-nr: 7181). De historische stadskern van Rhenen bestaat uit twee monumentale zones van hoge archeologische waarde (AMK-nr: 11885 en 12204). De eerste beslaat het gebied van de Cunerakerk, het terrein van het voormalige Agnietenconvent en het voormalige Koningshuis. Het tweede AMK-terrein representeert het historisch centrum van Rhenen. Aangrenzend buiten het plangebied liggen nog een tweetal AMK-terreinen aan weerszijden van de Utrechtsestraatweg (ten westen van de stad). Op beide terreinen en omgeving (AMK-nr: 7180 en 7188) zijn graven aangetroffen. Daarbij kent het eerste grafveldterrein een datering in de Vroege Middeleeuwen (De Donderberg) en het tweede terrein een enkel graf met een datering in de IJzertijd – Romeinse Tijd. IKAW en CHS De IKAW geeft voor heel Nederland de verwachte trefkans op de aanwezigheid van archeologische resten. Die trefkans is aangegeven in vier categorieën: hoog, middelhoog, laag en zeer laag. Deze kaart is gebaseerd op de relatie tussen de bodemsoort en eerder aangetroffen vindplaatsen op zulke gronden en landschappelijke zones. Een volgens de IKAW lage kans op het kunnen aantreffen van archeologische waarden betekent uiteraard niet dat er geen archeologische waarden aanwezig kunnen zijn. Volgens de IKAW ligt het gehele onderhavige plangebied in een zone met een lage kans op het aantreffen van archeologische waarden (bijlage 2). Dit wordt veroorzaakt doordat dit gebied in de uiterwaarden ligt, die bestaan uit relatief jonge kleigronden direct langs de actieve rivier. De Rijn heeft in het verleden binnen het plangebied gestroomd waarbij de kans groot wordt geacht 24 25
Nillesen en Kremer 2011. Hagens en Leuvering 2011.
GM-0095516, revisie D1 Pagina 17 van 25
Bureauonderzoek
dat deze de eventueel voorheen aanwezige archeologische sporen heeft verspoeld dan wel vernietigd. Daarnaast worden dit soort overstromingsgevoelige gronden niet gezien als geschikte bewoningslocaties, zeker gezien de directe nabijheid van de hoge en veilige gronden op de stuwwal. Die stuwwalgronden hebben daardoor wel een hoge trefkans toebedeeld gekregen. In aanvulling op de landelijke verwachtings- en waarderingskaarten hebben provincies eigen kaarten vervaardigd, waarin meer lokale gebiedskennis is opgenomen. De Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Utrecht is digitaal te raadplegen. Volgens de CHS hebben een groot deel van de laatmiddeleeuwse zomerdijken (groene lijnen in afb. 2.11) langs de Nederrijn een hoge cultuurhistorische (agrarische) waarde. De voormalige Koningstuin staat (wel) op deze provinciale kaart als historische buitenplaats aangegeven (lichtgroen vlak). De gronden rondom de historische kern liggen binnen een molenbiotoop (blauwe cirkel) van de huidige Binnenmolen. De zuidoostelijke helft van het gebied met de kleiputten en steilrandjes in de Palmerswaard (geel vlak) hebben een zeer hoge waarde in het agrarisch cultuurlandschap.
Afb. 2.11 Uitsnede CHS rond het plangebied.
2.5 Archeologische verwachting Op basis van de resultaten van het voorgaande kan voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting worden geformuleerd. Prehistorie Op basis van het voorgaande wordt de kans op het kunnen aantreffen van archeologische waarden uit de prehistorie binnen het plangebied Uiterwaarden bij de stad Rhenen, middelhoog geacht. De eventueel aanwezige sporen worden dan met name op en nabij de stuwwalgronden ten westen van de historische binnenstad langs de Utrechtsestraatweg verwacht direct vanaf maaiveld of onder de geroerde toplaag en tot op enige diepte. Binnen de kleigronden van de uiterwaarden wordt de kans op het kunnen aantreffen van intacte sporen uit de prehistorie laag geacht. Vermoedelijk heeft de ter plaatse gelegen actieve stroom van de Nederrijn de ondergrond verstoord en de eventueel aanwezige prehistorische sporen al vernietigd of wellicht afgedekt. Eventueel nog aanwezige sporen uit deze periode in de uiterwaarden kunnen zich op de zandgronden van de uitlopers van de stuwwal of eventueel aanwezige zandige oeverwallen op enige diepte onder maaiveld bevinden. De prehistorische sporen zouden kunnen bestaan uit resten van grafvelden (botmateriaal en bijgiften) of sporen van bewoning en landgebruik met resten van (afval)kuilen, haardplaatsen, huisplattegronden, greppels of sporen van zogenaamde off-site activiteiten en een breed scala van resten uit de materiële cultuur.
GM-0095516, revisie D1 Pagina 18 van 25
Bureauonderzoek
Binnen deze waterrijke omgeving van de stroomgordel van de Rijn kunnen natuurlijk ook watergerelateerde waarden uit de prehistorie worden aangetroffen. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld restanten van kano’s of fuiken. Deze zogenaamde toevalsvondsten zijn echter vooraf moeilijk te voorspellen maar zeker niet uit te sluiten. Romeinse Tijd en Vroege Middeleeuwen De archeologische verwachting voor het kunnen aantreffen van archeologische waarden uit de Romeinse Tijd en Vroege Middeleeuwen wordt binnen het plangebied Uiterwaarden bij de stad Rhenen middelhoog geacht. Ook voor deze periode geldt dat de eventueel aanwezige sporen dan met name op en nabij de stuwwalgronden langs de noordelijk rand van het plangebied of rond de Utrechtsestraatweg verwacht kunnen worden direct vanaf maaiveld of onder de geroerde toplaag. Binnen de jonge gronden van de uiterwaarden wordt de kans op het kunnen aantreffen van intacte sporen uit de Romeinse Tijd en Vroege Middeleeuwen lager geacht. Vermoedelijk heeft de rivier deze gronden nadien verstoord. Ter hoogte van de kleiputten in het westelijk deel van het plangebied heeft de kleiwinning de eventueel nog aanwezige Romeinse of vroegmiddeleeuwse sporen vermoedelijk grotendeels verstoord of vernietigd. Ook voor deze periode geldt dat de eventueel nog aanwezige sporen binnen de uiterwaarden zich op de zandgronden van de uitlopers van de stuwwal, eventuele oude oeverwallen op enige diepte onder maaiveld of direct onder de geroerde toplaag kunnen bevinden. De sporen zouden kunnen bestaan uit resten van grafvelden (botmateriaal en bijgiften) of sporen van bewoning en landgebruik met resten van (afval)kuilen, haardplaatsen, huisplattegronden, greppels, sloten of sporen van zogenaamde off-site activiteiten en een breed scala van resten uit de materiële cultuur. Ook voor deze waarden geldt dat indien ze zich binnen een zuurstofarm milieu bevinden (onder water en/of in klei) ze mogelijk nog redelijk goed geconserveerd zullen zijn gebleven. Er bestaat ook voor de romeinse en vroegmiddeleeuwse tijd de mogelijkheid dat er zogenaamde toevalsvondsten in de (voorheen) natte context kunnen worden gedaan. Dit betreffen dan mogelijke water-, scheeps- of visserijgerelateerde archeologische waarden. Hierbij kan gedacht worden aan scheepswrakken, steigerwerken of restanten van overbruggingen, duikers en dammen, fuiken en ander vistuig. Toevalsvondsten zijn vooraf uiteraard moeilijk te voorspellen maar dit soort zaken lijken een reële mogelijkheid binnen dit gebied en voor deze periode. Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd De archeologische verwachting op het kunnen aantreffen van sporen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd is binnen het gehele plangebied hoog. Binnen het plangebied liggen een aantal bekende vindplaatsen en kansrijke locaties die vroeger deel uitmaakten van de terreinen van het Oude Veerhuis, de Koningstuin met sloot en bebouwing, de Engelse graven / grafveld, de laatmiddeleeuwse dijken, de (keien)weggetjes door het gebied, de nog onbepaalde locatie van het mogelijke tolhuisje op het weggetje buiten de Rijnpoort (afb. 2.5), de waarschijnlijk al aangetroffen molenplaats in de Palmerswaard en de gesloopte steenovens aan de waterkant. Rhenen (Grebbeberg) staat wat betreft oorlogsverleden met name bekend om de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Mogelijk zijn er binnen het plangebied nog sporen aan te treffen van de oorlogshandelingen die zich in de Tweede Wereldoorlog maar ook andere perioden in de nabijheid van Rhenen hebben afgespeeld. Daarnaar is in dit archeologisch bureauonderzoek geen nader onderzoek gedaan omdat dit door specialisten apart zal worden uitgevoerd in een zogenaamd NGE-onderzoek voor het plangebied Uiterwaarden bij de stad Rhenen. Voor meer informatie wordt verwezen naar dat (nog op te stellen) rapport. Ten behoeve van de mogelijke toekomstige graafwerkzaamheden binnen het plangebied en ten behoeve van een algemene inventarisatie van mogelijke Niet-Gesprongen Explosieven (NGE) in het gebied zal hiernaar door specialistisch bureau een onderzoek worden gedaan. Voor meer informatie over het oorlogsverleden, bodemverstorende gevechtshandelingen en landinrichting in de oorlogstijd wordt verwezen naar dat (nog op te stellen) specialistische rapport.
GM-0095516, revisie D1 Pagina 19 van 25
Bureauonderzoek
In de ondergrond kunnen sporen van landgebruik en landinrichting worden aangetroffen zoals greppels, sloten, watergangen, akkerlagen, dumpzones, dijken en weggetjes of kuilen en graafsporen alsmede een breed scala van resten uit de materiële cultuur. Het is bovendien zeker niet uit te sluiten dat er restanten van scheepswrakken en andere aan scheepsvaart, visserij of water gerelateerde voorwerpen of bouwwerken kunnen worden aangetroffen in de ondergrond omdat een groot deel van het plangebied deel heeft uitgemaakt van de rivier, rivierarmen, uiterwaarden of voormalige en huidige oevers. Dit betreffen in een groot deel van de gevallen echter toevalsvondsten die vooraf moeilijk te voorspellen zijn. Ter hoogte van het Oude Veerhuis (monumententerrein) zijn al eerder resten van een dam o.i.d. aangetroffen. De eventueel aanwezige resten uit deze relatief recente periode van de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd kunnen gezien hun relatief jonge ouderdom nog redelijk tot goed bewaard zijn gebleven. De sporen kunnen direct vanaf maaiveld worden verwacht.
GM-0095516, revisie D1 Pagina 20 van 25
3
Conclusie en aanbeveling
3.1 Conclusie Binnen het plangebied Uiterwaarden bij de stad Rhenen liggen een aantal cultuurhistorisch waardevolle terreinen en archeologisch kansrijke locaties. In het gebied ligt een archeologisch monument van hoge waarde, namelijk het AMK-terrein van het Oude Veerhuis. De voormalige tuin van het Koningshuis ligt ook binnen het plangebied en is thans in het reliëf nog herkenbaar. Mogelijk bevinden zich binnen dit terrein ook nog graven van Engelse soldaten en eventueel bebouwingresten van de hovenierswoning. In het oostelijk deel van het plangebied hebben steenovens gestaan. Mogelijk bevinden zich nog resten van een klein gebouwtje (kaart Van Deventer ca. 1568) of resten van de op de ets van De Beijer (1753) weergegeven molen in de Palmerswaard in de ondergrond van het plangebied. Op de flank van de stuwwal komen langs de noordelijke / noordoostelijke rand van het plangebied stuwwalafzettingen in de ondergrond voor die een hoge archeologische verwachting hebben. Dit betreffen stuwwalafzettingen die vanwege hun ouderdom al lange tijd bewoond of gebruikt kunnen zijn geweest. Zo liggen grenzend aan het plangebied een tweetal archeologische monumenten van hoge waarde. Het betreffen locaties waar (vele) graven zijn aangetroffen met een datering in de IJzertijd en de Romeinse Tijd – Vroege Middeleeuwen. Eén daarvan behoort tot één van de rijkste vroegmiddeleeuwse grafvelden in ons land (De Donderberg). De stuwwalafzettingen met eventueel aanwezige sporenniveaus vanaf de prehistorie, lopen gedeeltelijk door onder het maaiveld van het plangebied. De afzettingen zijn in de Middeleeuwen wel (deels) geërodeerd door de rivier, die nu wat zuidelijker stroomt dan toen. Vermoedelijk zal niet de gehele ondergrond geërodeerd of weggespoeld zijn en kunnen er nog restanten van aan watergerelateerde zaken worden verwacht. Hierbij valt te denken aan scheepswrakken, havenwerken en andere bouwwerken of voorwerpen behorende tot de visserij of de scheepsvaart. 3.2 Aanbeveling Op basis van het voorgaande wordt geadviseerd om geen bodemingrepen (in dit geval graven noch ophogingen) te laten plaatsvinden binnen het terrein van het voormalige Oude Veerhuis, de voormalige Koningstuin met aangrenzende bijbehorende zones (sloot of huidige depressie rondom en de noordelijke zone van de Paardenmarkt) of ter plaatse van de laatmiddeleeuwse dijken of dijkjes binnen het plangebied (rode zone in afb. 2.12.). Omdat hier mogelijk nog menselijke overblijfselen / graven kunnen worden aangetroffen maar ook om de contouren van de Koningstuin zichtbaar te houden, is het niet wenselijk om binnen dit deelgebied een ophoging of egalisatie te realiseren. Binnen de graslanden van het plangebied rondom de historische stadskern en op de flanken van de stuwwal (zone Utrechtsestraatweg vanaf het Paardenveld westelijker) wordt geadviseerd geen bodemingrepen te laten plaatsvinden die dieper gaan dan de huidige bouwvoor (doorgaans ca. 30 cm) of reeds verstoorde grond (oranje zone in afb. 2.12). Dit geldt met name voor het gebied of de zones waar de steenovens hebben gestaan, het gebied nabij de oude omwalling (Buitenomme) en de zone waar op basis van de kaart van Van Deventer een bouwwerkje (tolhuisje?) kan hebben gestaan (grasland ten oosten van de Veerweg en noorden van de Rijnkade). Een matige ophoging of beperkte egalisatie zal hier niet direct op bezwaren stuiten vanuit de conditie archeologie. Binnen het deelgebied van de kleiputten (noordwestelijk deel plangebied) hebben de voorgaande bodemingrepen tijdens de kleiwinning waarschijnlijk al ernstige verstoringen aan de ondergrond toegebracht. Binnen dit deelgebied wordt geadviseerd verdere ontgravingen (uitdiepen)
GM-0095516, revisie D1 Pagina 21 van 25
Conclusie en aanbeveling
binnen de bestaande putten- en plassen vrij te geven, wat betreft de conditie archeologie (gele zone in afb. 2.12). Dit geldt dus niet voor de dijken, kades, oude weggetjes, mogelijke molenplaats of grotere aaneengesloten stukken graslanden binnen dit deelgebied. Bodemingrepen binnen deze laatst genoemde groep (dijken … graslanden) dienen vermeden te worden. De huidige oevers (stranden) van de Nederrijn kunnen worden vrijgegeven voor bodemingrepen tot een diepte van één meter (groene zone in afb. 2.12).
Afb. 2.12 Beleidsadvieskaart archeologie plangebied Uiterwaarden bij de stad Rhenen
Indien er ondanks bovenstaande aanbevelingen toch bodemingrepen gaan plaatsvinden die de aangegeven grenzen overschrijden of van dusdanige omvang zijn, dan zal voorafgaand daaraan eerst een inventariserend veldonderzoek noodzakelijk worden geacht. Dit dient om de in dit bureauonderzoek uitgesproken archeologische verwachting te kunnen toetsen. Binnen de zone van de voormalige Koningstuin en het Oude Veerhuis zal - afhankelijk van de ingreep - wellicht gedacht moeten worden aan een vlakdekkende of beperkte opgraving indien hier grootschalige of diepgaande graafwerkzaamheden gaan plaatsvinden. Het is namelijk zeker dat zich ter plaatse sporen van menselijke activiteiten, bewoning en mogelijk zelfs graven bevinden. Om er zeker van te zijn dat hier geen behoudswaardige archeologische resten worden vernietigd tijdens de werkzaamheden dient dit vooraf gedocumenteerd te worden. Binnen de ‘graslanden’ of grotere aaneengesloten stukken gronden kan een inventariserend veldonderzoek bestaan uit een verkennend of karterend booronderzoek. Dit booronderzoek dient dan om de bodemopbouw, mogelijke verstoringsgraad of archeologische kansrijkheid in kaart te brengen. Om (stenen) bouwwerken op te sporen in dit buitengebied kunnen grondradartechnieken (geofysisch onderzoek) wellicht uitkomst bieden. Op de flanken van de stuwwal, nabij de voormalige omwalling of locaties grenzend aan de AMK-terreinen wordt geadviseerd direct een (beperkt) proefsleuvenonderzoek uit te laten voeren. Mochten tijdens grondwerkzaamheden archeologische of cultuurhistorische waarden, vondsten en/of sporen worden aangetroffen, dan dient altijd direct contact te worden opgenomen met de bevoegde overheid in het kader van de wettelijke meldingsplicht (Monumentenwet 1988, artikel 53 en 54). Dit advies (definitief 1) dient nogmaals ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de bevoegde overheid, in deze de gemeente Rhenen. De deskundige namens de bevoegde overheid is de Omgevingsdienst regio Utrecht.
GM-0095516, revisie D1 Pagina 22 van 25
Literatuur en bronnen
Literatuur Berendsen, H.J.A. 2005. Fysische Geografie van Nederland. Landschappelijk Nederland. Van Gorcum, Assen. Berendsen, H.J.A. en E. Stouthamer 2001. Paleogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The Netherlands. Assen. Blijdenstijn, R. 2005. Tastbare Tijd. Cultuurhistorische atlas van de provincie Utrecht. Amsterdam. Dekker, H., 2006. Heel Rhenen op de schop. Oud Rhenen – jaarboek. Delfin, L., 1986. Levenstekens uit het Oude Veerhuis van Rhenen. Oud Rhenen – jaarboek. Bron: SABINE – Universiteit Utrecht. Deys, H.P., 1984. Het Oude Veerhuis van Rhenen teruggevonden. Oud Rhenen – jaarboek. Bron: SABINE – Universiteit Utrecht. Hagens, D., en J.H.F. Leuvering, 2011. Bureauonderzoeken Inventariserend Veldonderzoek, karterend booronderzoek, Buitenomme te Rhenen. Projectnummer S100247. Synthegra bv, Doetinchem. Huiskes, B., 2011. Eeuwige rust op de Donderberg, een groot vroegmiddeleeuws grafveld bij Rhenen. Sidestone Press, Leiden. Jong, de 1985. Oude wegen naar het veer bij Rhenen. Oud Rhenen – jaarboek. Bron: SABINE – Universiteit Utrecht. Nillesen, R., en H. Kremer, 2011. Rijnstraat 24 en Keldermanspad 2 te Rhenen, gemeente Rhenen. Bureauonderzoek. Projectnummer S110210. Synthegra bv, Doetinchem. Stiboka, 1973. Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000. Toelichting bij kaartblad Blad 39 West Rhenen en Blad 39 Oost Rhenen. Stichting voor Bodemkartering, Wageningen. Bronnen Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) - www.ahn.nl – maart 2013. Archeologisch Informatiesysteem (Archis2). Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Amersfoort (bodemkaart, IKAW, AMK, onderzoeken, waarnemingen). Archief van Utrecht – afbeeldingen (afb. 2.6 Koningshuis – C.H. von Bonn, 1748) – www.hetutrechtsarchief.nl – maart 2013. Bodemkaart van Nederland, Blad 39 Oost Rhenen. Schaal 1:50.000, Stiboka, Wageningen 1973. Cultuurhistorische Hoofdstructuur provincie Utrecht. - www.provincie-utrecht.nl – maart 2013.
GM-0095516, revisie D1 Pagina 23 van 25
Literatuur en bronnen
Ets van Jan de Beyer / Beijer uit 1753 – website over Het dorp Veenendaal (o.i.d.) gemaakt door Paul Hageman – website: http://hagemapa.home.xs4all.nl/Turfprenten/index2.html Geologievannederland.nl – afbeelding 2.1 (doorsnede vorming van een stuwwal). Historische Vereniging Oudheidkamer Rhenen (en omstreken) - www.oudrhenen.nl – maart 2013. Rhenen – gemeentewebsite - voor beleid en historie – www.rhenen.nl – maart 2013 Utrechts Landschap – informatie Palmerswaard – www.utrechtslandschap.nl – maart 2013. Universiteit Utrecht – SABINE bibliografisch gegevensbestand – www.uu.nl – maart 2013 WatWasWaar – historisch / oude kaarten en afbeeldingen - www.watwaswaar.nl – maart 2013.
GM-0095516, revisie D1 Pagina 24 van 25
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst afzetting onderverdeling van een formatie, ook wel laagpakket genoemd. BP
Before Present (voor 1950).
eolisch
door de wind gevormd, windafzettingen.
fluvioperiglaciaal
door sneeuwsmeltwater gevormd.
fluviatiel
door rivieren gevormd, afgezet.
formatie
fundamentele eenheid in de lithostratigrafische classificatie gebaseerd op gesteentekenmerken.
genese
wording, ontstaan.
Holoceen
geologisch tijdvak, dat ongeveer 10.000 jaar geleden begon en waarin we ons nu bevinden. Jongste periode van het Kwartair.
in situ
achtergebleven op exact dezelfde plaats waar de laatste gebruiker het heeft gedeponeerd, weggegooid of verloren.
oeverwal
zandige rug langs een rivierbedding.
Pleistoceen
Geologisch tijdvak, dat ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden begon tot aan het Holoceen.
prehistorie
dat deel van de geschiedenis waarvan geen geschreven bronnen bewaard zijn gebleven.
Saalien
voorlaatste glaciaal, waarin het landijs tot in Nederland doordrong (vorming stuwwallen), circa 200.000-130.000 jaar geleden.
stroomgordel
rug bestaande uit zand en grind, gevormd door een opgevulde rivierbedding met de twee oevers die door daling van de omliggende grond hoger in het landschap is komen te liggen.
vaaggronden
minerale gronden zonder duidelijke-podzol B-horizont, zonder briklaag en zonder minerale eerdlaag.
Weichselien
geologische periode (laatste ijstijd, waarin het landijs Nederland niet bereikte), ca. 120.000-10.000 geleden.
Afkortingen AHN
Actueel Hoogtebestand Nederland
AMK
Archeologische Monumentenkaart
Archis2
geautomatiseerde archeologisch informatiesysteem voor Nederland. Dit
GM-0095516, revisie D1 Pagina 25 van 25
Verklarende woordenlijst
bestaat uit een databank waarin allerlei gegevens over archeologische vindplaatsen en terreinen in Nederland zijn opgeslagen, daterend van de prehistorie tot de Nieuwe Tijd. IKAW
Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden. Landelijke verwachtingskaart.
KICH
Kennisinfrastructuur Cultuurhistorie
KNA
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (versie 3.2, 2010)
-mv
onder maaiveld
NAP
Normaal Amsterdams Peil
RCE
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
StiBoKa
Stichting Bodemkartering (tegenwoordig onderdeel van Alterra).
GM-0095516, revisie D1 Pagina 26 van 25
Bijlage 1
Ligging locatie op de topografische ondergrond
GM-0095516, revisie D1
Bijlage 2
Archeologische basiskaart
GM-0095516, revisie D1
Archeologisch onderzoek Uiterwaarden bij de stad Rhenen
25-03-2013 J. Bex - Grontmij Nederland B.V.
Archeologische basiskaart (OMG= 55879)
4854
440351142
417492 56749 407604 2270 128112 417588 43588 43548 43549 407594 43608 417557128111 417510 10025 128098 9443 407580 43482 49626 407601 23021 27046 128115 1252 417498 43585 24094
44083
168705 / 442824 26959
26957 59538 27037 59874 43719 435738 10135 417302 133951 1255 426415 21672 29153 51395 43434 435135 133949 428615 58047 58039 43591 417670 23814 417672 133950 58869
27050
27030 27032 43718 417571 27034
417678
10024
417714 30419 43411 7183
26949 44049 43491
417736 43945 417750 417534 1220358001 44081 43630 43948 417682 43937 417300 43941 43938 417298 43943 43939 417440 43932 43936 407543 417738 43930 10052 417698 4853 43903 417432 417461 43949 417598 43907 417545 43905 23003 43908 417502 43909 43906 435240 417684 36358 423825 425021 44022 415395 43662 43663 417532 128106 417706 415398 417514 43988 128114 59476 407545 26892 27035 417680 417688 417504 417686 128109 4404844059 24098 26891 44046 44053 417500 408133 417478 43543 43530 407541 407539 417494 33325 417506 26845 22734 44064 425060 128110 417722 43888 59550 43990 27042 417776 718858957 10031 417310 417834 417512 26873 58275 417296 425573 22999 26938 407535 417778 37745 407549 417644 417579 417780417690 43899 43677 43676 26933 26939 43531 27043 2704444029 417610 43480 43479 43574 59196 417608 26968 43866 417724 30074 48261 43581 43552 417815 43410 417622 44044 43993 43991 55731 417602 417616 425580 31978 32569 1256 23097407537 24003 43583 417594 417702 417648 1254 43789 12202 43889 43890 59882 43792 43791 43788 59486 43413 417592 10067 425601 44758 39033 44008 44013 45685 417466 44070 11251 417539 420434 44009 6510 26887 44001 43800 59140 44010 33182 43994 35482 417832 423084 44006 43333 43799 60100 2694040298 429415 44007 426045 43258 44003 43978 44002 26943 10098 44004 7180 43999 417664 41752444014 44012 44005 417836 27051 44011 34379 59318 27040 26853 1608 1251 44091 417662 43995 60096 26948 417838 60098 43785 26848 57920 43605 13250 402962 43811 26970 44038 43593 59552 417694 26964 59578 43770 417704 44023 44088 55879 40319 28783 417468 419476 417718 44036 411039 31709 42532 425831 417716 1545059249 420229 41944 417457 417596 44085 43604 44086 417455 12204 44087 43541 43606 58188 44102 44090 417582417840 45521 27077 43544 43546 27033 43607 57922 7181 26930 26952 43445 26955 44040 26979 41068 417772 43474 43873 43874 11885 58253 43872 60069 417790 26966 43868 43870 35147 43453 43869 43472 417668 58255 26956 44047 58906 39208 402721 1145 44093 26976 417774 43482 435893 44077 417476 417792 43102 48676 44398 48482 55170 417472 417770417768 26837 26836 26830 417516 417559 417666 58247 26831 11070 26842 423802
5413426947
40802
WAARNEMINGEN ONDERZOEKSMELDINGEN HUIZEN TOP10 ((c)TDN)
MONUMENTEN archeologische waarde hoge archeologische waarde zeer hoge archeologische waarde zeer hoge arch waarde, beschermd
IKAW zeer lage trefkans lage trefkans middelhoge trefkans hoge trefkans lage trefkans (water) middelhoge trefkans (water) hoge trefkans (water) water niet gekarteerd
43468 20521 26973 26972
11210
52940
Legenda
417549 43462
0
31984 44426
500 m
11053
N
10230 45162 426735
40073
165106 / 439885
Archis2
Archeologisch onderzoek Uiterwaarden bij de stad Rhenen
25-03-2013 J. Bex - Grontmij Nederland B.V.
Archeologische basiskaart - overzicht (zonder waarnemingen)
7190 7191 7139
172866 / 445438
33274
186777143 7144 7172
7142 7145 7140 7146 7141 7147 18569 7173
46029
30200 18027 16857
34431 39028
14849 1358910030 7176 51947 52288 7174 9935 1250 19354 11562 4875 9934 47131 10113 11556 11558 26630 1139 53623 53461 38662 14932 10040 19355 9933 17339 3076653462 53625 4870 53460 53624 9936 43086 54356 46864 48480 32000 42592 9938 4867 4858 14764 12757 53728 39364 16699 9937 46437 9939 1146 53459 43751 53626 2630 41071 2490 23861 3730 1141 2320 12188 10064 16325 46821 9048 16725 11549 17750 27737 4855 22260 7178 10233 6633 14870 13710
10139 1253 4854 2270 10025 9443 49626 1252
11554 4853 36358
10234
18632
1142 10052
52940 14630 14680
4019
30331 31052 30330 4014 5974
38229 19743 18746 35391 36223 13012 33308 43738 12336
4015
4018
19202 19203 18249
52941 34788
4021 4022 14836 4023 36049 3128
16195 21942 49385 3151 26746 18689 40674 5460 10697
162071 / 436619
hoge archeologische waarde
9874
zeer hoge archeologische waarde
45325
zeer hoge arch waarde, beschermd
12130 7702 37618
IKAW zeer lage trefkans lage trefkans
22734
26542
12187
middelhoge trefkans hoge trefkans
16711 29116 29112
lage trefkans (water)
16855 25433
middelhoge trefkans (water) hoge trefkans (water)
3913 53269 8468
water niet gekarteerd
37598 40073
17626 17202 10481
41748 7379 7047
40038
archeologische waarde
48467
19800 4020
21621
MONUMENTEN 42220 50279 42462 33214
1144
31271 17168 17169
28552
TOP50_CBS ((c)CBS)
11540
56065 51926 55036 48806 41415 44099 41769 10135 51395 1255 29153 2 167245979 44549 38392 11544 55224 4763
10230
4017 52037
HUIZEN
55731 23097 1256 10022 12202 125444758 10067 115417179 39033 33182 11251 35482 6510 40298 43333 43258 7180 10098 1608 1251 12182 13250 4992512183 21416 55879 31709 35252 28783 40319 42532 15450 41944 39769 11565 12204 45521 40125 7181 11885 10080 43482 44398 10051 43102 48482 12181 551701145 48676 35254 50198 3861 20521 10055 10088 10068 1138 54134 47010 2574 31984 44426
10231
35744
ONDERZOEKSMELDINGEN
11543 21069
30074
48011
4012
7183 12203
10024
7188 10031 37745
44471 31985 46433 7166
17824
Legenda
10447 43091 43090
39624 46549 11248454237981 36260 11250 12634 12577 535653984 6149 5543 11249 7980 38460 4790 30075 36927 4736 5079740031 14272 3969 41922 4024 368 14271 4026 39603 49557 46698 11247 3968 4025 367 364 20237 365 7797 13089 54149 45951 366 369 30722 31926 31334 50444 34338 12576 26002 26366 3038 12589 26364 26000 20010 8117 45658 54464 12575 26001 26365 18986 31929 33131 39443943 37820 3640 5508 12581 1777 5062 11313 47812 12582 5513 1786 14833 1787 54797 12562 3639 12559 5459 5447 12560 2095 12561 5448 54795 5449 1783 2096 363 2036 5506 362 54801780 12580 49305 1782 5503
0
1 km
N
Archis2
Bijlage 3
Beleidsadvieskaart archeologie plangebied Uiterwaarden bij de stad Rhenen
GM-0095516, revisie D1