Anti-Pestprotocol Onze missie Het Carmelcollege Gouda is een open katholieke scholengemeenschap die haar leerlingen in een veilige en zorgzame omgeving met uitdagend en contextrijk onderwijs wil vormen en opleiden tot verantwoordelijke, creatieve, zelfbewuste en zelfsturende wereldburgers, betrokken bij de medemens en dienstbaar aan de maatschappij.
‘Het bezitten van vrijheid betekent niet dat we kunnen doen waar we zin in hebben, maar dat we het recht hebben om te doen wat we zouden moeten doen’ Citaat van Paus Johannes Paulus II 3
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
1
Inhoud Voorwoord Begripsbepalingen Preventie Preventie digitaal pesten Communicatie Redenen om pesten aan te pakken en om te buigen naar respectvol gedrag Mogelijke signalen van een gepest kind Werkwijze bij pestsignalen Registratie Bijlage
blz. 3 blz. 4 blz. 5 blz. 7 blz. 8 blz. 9 blz. 10 blz. 11 blz. 13 blz. 14
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
2
Voorwoord Dit anti-pestprotocol heeft als doel: “Alle leerlingen moeten zich in hun middelbare schoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen”. Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen leerlingen en personeel, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Dat vraagt wel, dat wij leerlingen leren zich assertief op te stellen. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle leerlingen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan! Het is wettelijk verplicht om als school een veiligheidsplan te hebben. Een onderdeel van dit plan is een anti-pestprotocol. Het anti-pestprotocol geeft leerlingen, docenten en ouders duidelijkheid over hoe gehandeld wordt in het geval van respectloos gedrag op school. Wij vinden het als school heel belangrijk dat leerlingen elkaar respecteren en dat pesten wordt voorkomen. Op deze manier dragen de leerlingen deze waarde in de toekomst met zich mee. Bij ons op school zijn er twee anti-pestcoördinatoren. Hun namen vindt u in de bijlage van dit protocol.
Arina Molenaar Swintha Hordijk Martine Huting
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
3
Begripsbepalingen Plagen Je kunt van plagen spreken, als beide partijen even sterk zijn, en er niet echt gesproken kan worden van een slachtoffer en een dader. Plagen zie je vaak bij mensen die elkaar wel mogen. Het kan een steekspel met woorden zijn, of elkaar voor de gek houden. De plager heeft niet de intentie om de geplaagde te beschadigen. Humor (echte!) staat hierbij centraal. Ruzie / conflict Ruzie maken wordt door leerlingen en ouders nog wel eens benoemd als pesten. Hoewel een ruzie geen pesten is, kan een niet goed opgeloste ruzie soms wel tot pesten leiden. Een ruzie is een conflict tussen mensen over een behoefte of over wat rechtvaardig is. (Digitaal) Pesten Pesten is (psychisch, fysiek of seksueel) systematisch geweld van een leerling of een groep leerlingen ten opzichte van één of meer klasgenoten / schoolgenoten, die niet in staat is / zijn zichzelf te verdedigen, met als gevolg dat die persoon buiten (een deel van) de groep komt te staan. Pesten vindt niet zomaar één keer plaats, maar meerderen keren per week, of zelfs meerdere keren per dag, gedurende een langere periode. De pester misbruikt zijn macht en het slachtoffer wordt o.a.: uitgelachen, uitgescholden, vernederd, gekleineerd, geslagen of er worden dingen van hem of haar afgepakt. Naast deze openlijke vormen van pesten, komen ook vormen van pesten voor die minder zichtbaar zijn, zoals het buitensluiten van iemand of door iemand via sociale media te belagen. Bij pesten zijn drie rollen te onderscheiden 1. Leerlingen die andere leerlingen pesten; 2. Leerlingen die gepest worden; 3. Leerlingen die niet direct bij het pesten betrokken zijn, maar wel een rol spelen Vaak is er een groepje leerlingen dat meedoet met de pester. Dit zijn de zogenoemde meelopers. Daarnaast spelen leerlingen die niet direct betrokken zijn bij het pesten een rol. Doordat deze zwijgende groep de gepeste leerling niet steunt en de pester niet probeert te stoppen, kan een pester vrijelijk zijn of haar gang gaan. Vaak versterkt de zwijgende groep het succes van de pester door op een afstandje toe te kijken en te lachen om wat er gebeurt. Plagen wordt pesten Plagen wordt pesten als de geplaagde aangeeft een bepaalde actie en / of woorden onprettig te vinden en de plager toch doorgaat. Mediation In het anti-pestprotocol wordt gesproken over mediation. De stappen op dit gebied die we op school toepassen zijn: 1. Wat is er gebeurd, volgens beide leerlingen (verhaal laten doen); 2. Welk gevoel leverde dat bij beiden op. 3. Wat is de behoefte nu (voor beide leerlingen); 4. Oplossingen en afspraken maken die voor beiden zinvol en aanvaardbaar zijn; 5. Evaluatiemomenten afspreken, als dat nodig is.
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
4
Preventie De regel is: "We behandelen elkaar met respect; op school moet iedereen zich veilig voelen." Deze basisregel voor de hele school is voor mentoren en leraren in hun lessen het uitgangspunt. Hierover staan regels in het leerling regelement De basishouding van onze mentoren en leraren is: Als je “plagerijtjes” niet meer leuk vindt, laat je dat duidelijk merken (ook als je niet de gepeste bent). Daarop stoppen de anderen met die “plagerijtjes”. Niemand pest een ander. Je scheldt elkaar niet uit. Je accepteert de ander zoals die is. Je blijft van elkaar af. Je bedreigt elkaar niet. Niemand wordt buitengesloten. Je blijft van de spullen van een ander af. Je luistert naar elkaar. Elke gepeste leerling kan rekenen op de steun van de rest van de klas. Pestgedrag melden is geen klikken. Deze afspraken gelden op school en ook buiten school. De mentor bespreekt deze regels met zijn/haar mentorklas. Daarnaast heeft elke locatie zijn eigen methode als preventie tegen pesten. Antoniuscollege Gouda Het Antoniuscollege Gouda oriënteert zich op het gebruik van de methode ‘Omgaan met Elkaar’. De methode wordt toegepast in de mentoruren van de onderbouw. Omgaan met Elkaar heeft als doel de competenties van leerlingen op het gebied van respectvolle omgang te vergroten. Zij houden daardoor meer rekening met eigen en andermans grenzen. Zij helpen elkaar daarbij vaker. Hierdoor neemt het pesten in de klas af. In de bovenbouw zijn er geen vaste mentoruren, maar kan de mentor terugvallen op het programma ‘Omgaan met Elkaar’ wat in de onderbouw wordt aangeboden. In de training staan zes aandachtsgebieden centraal: Lichaamstaal Leerlingen ontwikkelen weerbare lichaamstaal, zodat zij die gebruiken bij het opkomen voor zichzelf en een ander Pest-attitude Hoe je over een onderwerp denkt, heeft te maken met waarden en normen (van jezelf, je omgeving, de groep).) Leerlingen krijgen informatie en gaan met elkaar in discussie om een positieve attitude voor een respectvolle omgang met elkaar te bereiken. Assertiviteit Leerlingen leren de vaardigheid om assertief in plaats van agressief of subassertief met anderen om te gaan. Coping Leerlingen krijgen handvatten om beter om te gaan met gevoelens van boosheid, verdriet en angst. Hierdoor zijn zij vaker in staat om zichzelf en anderen te helpen. Sociale vaardigheid Meedoen en omgaan met buitensluiten, en feedback geven en ontvangen, zijn twee belangrijke sociale vaardigheden die aan bod komen. Groepcohesie Door verschillende spelvormen, het oefenen in rollenspellen en het voeren van gesprekken met elkaar wordt er gewerkt aan versterking van de groepscohesie. De deelnemers werken onder andere aan uitstraling en lichaamshouding, stemgebruik en woordgebruik, ademhaling, nee zeggen en eigen wil/mening uiten, zeggen waar je last van hebt,
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
5
positief denken, meedoen en buitensluiten oplossen, omgaan met elkaar en samenwerken, hulp vragen en bieden. Het anti-pestproject ‘Omgaan met Elkaar’ wordt gecoördineerd door de anti-pestcoördinatoren. Voor meer informatie over het anti-pestproject ‘Omgaan met Elkaar’ verwijzen wij u naar: http://www.omgaanmetpesten.nl
De Meander Op De Meander wordt gebruik gemaakt van de methode “Rots en Water”. De “Rots en Water” lessen worden tweewekelijks aan alle eerste klassers aangeboden. De mentor is actief bij de lessen betrokken. ”Rots en Water” heeft als doel de competenties van leerlingen op het gebied van respectvolle omgang te vergroten. Zij houden daardoor meer rekening met eigen en andermans grenzen. In de training staan o.a.de volgende aandachtsgebieden centraal: Lichaamstaal Leerlingen ontwikkelen weerbare lichaamstaal, zodat zij die gebruiken bij het opkomen voor zichzelf en een ander Assertiviteit Leerlingen leren de vaardigheid om assertief in plaats van agressief met anderen om te gaan en de eigen grenzen aan te geven en de grenzen van anderen te respecteren. Sociale vaardigheid Meedoen, samenwerken en respect tonen zijn belangrijke sociale vaardigheden die aan bod komen. Groepcohesie Door verschillende spelvormen wordt er gewerkt aan versterking van de groepscohesie. De deelnemers werken onder andere aan uitstraling en lichaamshouding, stemgebruik en woordgebruik, ademhaling, nee zeggen en eigen wil/mening uiten, zeggen waar je last van hebt, positief denken, meedoen en buitensluiten oplossen, omgaan met elkaar en samenwerken, hulp vragen en bieden. Op De Meander wordt de anti-pestproject “Rots en Water” gecoördineerd door de zorgcoördinator. Het project wordt uitgevoerd door medewerkers van STEK-Jeugdhulp die hiervoor speciaal getraind zijn. Deze trainers bespreken met de mentor signalen die zij tijdens de lessen waarnemen. Zo kijkt een objectieve buitenstaander mee met hoe het groepsproces verloopt. Voor meer informatie over het anti-pestproject “Rots en Water” verwijzen wij u naar: www.rotsenwater.nl.
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
6
Preventie Digitaal pesten Het document Spelregels voor Computergebruik bevat de modelregeling voor het gebruik van Elektronische Informatie- en Communicatiemiddelen (EIC). In deze regeling staan de regels voor leerlingen en personeel bij het gebruik van de ICT-faciliteiten van het Carmelcollege Gouda en de regels voor het gebruik van persoonlijke elektronica beschreven. Dit document bevat tevens afspraken over te nemen sancties bij het zich niet houden aan de afspraken in deze regeling. Dit document is terug te vinden op de website van de school: www.carmelcollegegouda.nl. Ook in het leerling reglement staat een verwijzing naar dit document. Het digitaal pesten gebeurt meestal in buitenschoolse situaties en/of niet lesgebonden schoolsituaties, maar dit gaat vaak samen met niet-digitaal pesten in de "echte wereld". Wanneer er door leerlingen of ouders wordt gemeld dat er sprake is van digitaal pesten worden de stappen gevolgd zoals deze zijn opgenomen in het protocol. Een aantal tips om aan leerlingen mee te geven om digitaal pesten tegen te gaan: Vertel aan je ouders dat cyberpesten plaats vindt. Het is nooit jouw schuld dat een ander iets vervelends naar jou toestuurt op internet. Niemand heeft het recht om jou te pesten! Voor de ouders: sommige leerlingen vertellen niet dat ze gepest worden via internet, omdat ze bang zijn dat ze niet meer mogen internetten. Maak duidelijk, dat uw kind gewoon mag blijven internetten! Voor de ouders: overleg en bespreek met uw kind, de positieve en negatieve kanten van internetgebruik en social media. Bewaar alles wat met pesten te maken heeft op je computer als bewijsmateriaal. Reageer niet op het cyberpesten. Ook niet gaan terugschelden. Blokkeer mensen die jou pesten op internet. Bij vervelende internet/YouTube filmpjes of foto’s, lees de tips op de politiesite: www.vraaghetdepolitie.nl Als je aangifte wilt doen, doe dan eerst aangifte, voordat je het filmpje door You Tube laat verwijderen (i.v.m. bewijsmateriaal). Meld (internet)pesten van medeleerlingen op school. Overleg met je ouders en school de te nemen stappen. Spreek af wie wat gaat doen en zet dit zwart op wit.
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
7
Communicatie Een goede samenwerking en communicatie tussen school en gezin is erg belangrijk. Je kunt hier dan ook een groot voordeel behalen. Daarom wordt hieronder beschreven wat u van ons als school kan verwachten en wat wij van u en uw kinderen verwachten. Wat wordt er verwacht van de docenten op onze school? De school verwacht dat de docenten respectvol omgaan met de leerling en met de ouder. Tevens wordt er verwacht dat de docenten onderling respectvol met elkaar omgaan. Zij zijn zich bewust van het gezegde: “een goed voorbeeld doet goed volgen.” Het voorbeeldgedrag van de leerkracht nodigt leerlingen uit om over te stappen naar de wereld van wederzijds respect. Doet zich een probleem voor op school, dan verwachten we van de docenten dat zij daarmee oplossingsgericht aan de slag gaan. De docenten hebben de ouder nodig om tot een goede oplossing te komen, die goed is voor de leerling, maar ook voor de andere leerlingen, hun ouders, de leerkracht, de school en de buurt. Wat wordt er van de ouder verwacht? Het oplossen van conflicten tussen leerlingen is zelden een probleem, als op basis van het voorgaande met elkaar wordt overlegd. Van de ouders wordt verwacht dat zij zich aan de volgende vuistregels houden: De ouder spreekt in het bijzijn van het kind niet negatief over andermans opvoeding en andermans kind. De ouder spreekt met respect over de leerkracht, dit doet de leerkracht ook over de ouder. Als de ouder zich zorgen maakt om het welzijn van zijn kind, of het welzijn van andermans kind, dan overlegt de ouder in de eerste plaats met de mentor. In de tweede plaats kan de ouder zich richten tot de teamleider, vertrouwenspersoon, zorgondersteuner of antipestcoördinator. In de derde plaats kan de ouder zich richten tot de locatiedirecteur. Uitgangspunt daarbij is dat de ouder in gesprek gaat met het doel een oplossing te zoeken die goed is voor de ouder en zijn kind, maar ook goed is voor de andere leerlingen. Wat wordt er van de leerlingen verwacht? Wij verwachten van de leerlingen dat zij eerst het conflict zelf proberen op te lossen. We verwachten dat de leerling bij vervelend gedrag van anderen rustig blijft en zich niet op de kast laat jagen. Een leerling kan, indien nodig, om hulp vragen aan een van de docenten. Samengevat Bij problemen van pesten of agressie zullen de leerlingen eerst proberen het conflict zelf op te lossen, zullen de docenten, de directie en de ouders hun verantwoordelijkheid nemen. Partijen zullen overleg voeren met elkaar, met het doel een goede oplossing te vinden die ook in de toekomst houdbaar is. Voorbeeldgedrag van docenten en ouders is daarbij van groot belang!
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
8
Redenen om pesten aan te pakken en om te buigen naar respectvol gedrag Redenen om pesten aan te pakken en om te buigen naar respectvol gedrag zijn: Elk kind moet zich veilig kunnen voelen Het is traumatisch voor het gepeste kind en sommige omstanders De sfeer in de klas wordt slecht De schoolresultaten worden minder De leerlingen leren verkeerd sociaal gedrag aan Vormen van pesten zijn o.a.: Buitengesloten worden Negeren Roddelen Belachelijk maken Uitlachen en schelden Spullen afpakken of kapot maken Achtervolgen en bedreigen Slaan, schoppen, duwen en porren Vernederen Kleineren Vormen van digitaal pesten zijn o.a.: Anonieme berichten sturen via SMS of WhatsApp/Ping Schelden, roddelen en bedreigen via computer of mobieltje Foto’s van mobieltjes op delen/internet plaatsen Privé-gegevens van een ander op een site plaatsen Wachtwoorden misbruiken Haat profielen aanmaken Schoolmail misbruiken
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
9
Mogelijke signalen van een gepest kind Mogelijke signalen van een gepest kind zijn o.a.: Zij lijken vaak geen vrienden te hebben Ze worden vaak als laatste gekozen Ze hebben geen zin om naar school te gaan Ze proberen vaak dichtbij de leerkracht te blijven Ze vertonen gedrag dat op klikken kan lijken Ze zijn angstig en onzeker Zij zien er bang, neerslachtig en huilerig uit De schoolresultaten verminderen Ze vertonen volgzaam gedrag (worden daar vervolgens mee gepest) Proberen af te kopen met geld of snoep Ze vertonen bangig gedrag of agressief gedrag Andere signalen voor de leerkracht kunnen zijn o.a.: Piepen en zuchten van klasgenoten Bij de pleinwacht blijven staan Verhullend computergedrag Het is belangrijk om als ouder / docent signalen te onderkennen die door een gepest kind worden afgegeven, omdat leerlingen niet altijd vertellen dat ze worden gepest. Redenen hiervoor kunnen zijn o.a.: Het is een geleidelijk proces van plagen naar pesten Teleurstelling en schaamte gevoelens om ouders er over te vertellen Angst voor een beschuldiging (“Waarom zeg je niets terug?”) De problemen worden groter als er over gesproken wordt: “Klikspaan!”. Niet mogen vertellen v/d pester (bedreiging)
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
10
De werkwijze bij pestsignalen Stap 1: Er is sprake van ruzie of pesten. Bij ruzie gaat het om verschillende belangen. Bij pesten kan het ook om verschillende belangen gaan, maar is ook de intentie bij de pester aanwezig de gepeste fysiek en / of mentaal te beschadigen. Hieronder de stappen bij een voortslepende ruzie / 1e signalen van pesten: Verwerken oud-zeer in mediation door de docent (zie begripsbepaling). Uitzoeken van de kern van het probleem. Na afloop mediation (zie begripsbepaling) terugkoppeling naar ouders. Als het probleem hiermee is opgelost volgens de gepeste (let ook op lichaamstaal) is, lichten we alle betrokkenen in en is deze stap klaar. Indien het probleem niet is opgelost, gaan we verder met:
Afspraken maken om nieuwe ruzies te voorkomen en daarop een belonings- en sanctiesysteem te zetten. Afspraken en voortgang registreren
Stap 2: Er is sprake van daadwerkelijk pesten. Vanaf deze fase wordt de mentor en eventueel de antipestcoördinator er bij betrokken. De teamleider wordt op de hoogte gesteld, de ouders worden geïnformeerd. Mediation tussen pester en gepeste door mentor, evt. samen met de anti-pestcoördinator Wat is er gebeurd, volgens beide leerlingen (verhaal laten doen); Welk gevoel leverde dat bij beiden op. Wat is behoefte nu (voor beide leerlingen); Oplossingen en afspraken maken die voor beiden zinvol en aanvaardbaar zijn; Evaluatiemomenten afspreken, als dat nodig is. Voortgang met interne betrokkenen bespreken en registreren. Als het probleem hiermee is opgelost volgens de gepeste (let ook op lichaamstaal) is, lichten we alle betrokkenen in en is deze stap klaar. Indien het probleem niet is opgelost, gaan we verder met: Stap 3: Signaleringssysteem pesten activeren. Dit doen we door: Afnemen pesttest bij de betrokken klas/groep; Aan leerlingen te vragen pesten aan te geven bij de docenten/mentor/vertrouwenspersoon/anti-pestcoördinatoren; Alle ouders vragen pesten te melden bij mentor Docenten en ondersteunend personeel pesten te laten melden bij de mentor. Als pesten is gesignaleerd worden de volgende stappen (acties) ondernomen: Melding naar ouders van gepeste en pester/meelopers dat er een pestsituatie is door mentor, teamleider of anti-pestcoördinator; Mediation gesprek door mentor, teamleider of anti-pestcoördinator; Alle betrokken ouders informeren over de afloop en de afspraken m.b.t. het mediation gesprek door mentor, teamleider of anti-pestcoördinator. Gesprek in de klas met de mentor. In de eerste twee weken frequent een korte evaluatie, daarna wekelijks, totdat vier weken achter elkaar alles goed is gegaan. Daarna 1x per maand tot drie maanden in de nieuwe groep (uiteraard met uitzondering van schoolverlaters) Nadruk tijdens de evaluatiegesprekken komt steeds meer te liggen op wat de factoren zijn, dat het (steeds) beter gaat. Voortgang met anti-pestcoördinatoren/zorgondersteuner bespreken en vastleggen. Als het probleem hiermee is opgelost volgens de gepeste (let ook op lichaamstaal) is, lichten we alle betrokkenen in en is deze stap klaar. Indien het probleem niet is opgelost, gaan we verder met: Stap 4: Maatregelen voor pesters en meelopers. Aanspreken ouders van pesters en meelopers op het gedrag van hun kind, want niet alleen voor gepeste, maar ook voor pesters en meelopers is de situatie niet gezond. Het pesten moet stoppen.
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
11
Bestraffen van pestgedrag, ouders telefonisch informeren en gesprek op school met mentor/anti-pestcoördinator en teamleider. Wekelijks een evaluatiegesprek over de goede momenten. Afhankelijk van de situatie kan Rots en Water worden ingezet om de groepsbinding te versterken en te werken aan weerbaarheid.
Als het probleem hiermee is opgelost volgens de gepeste (let ook op lichaamstaal) is, lichten we alle betrokkenen in en is deze stap klaar. Indien het probleem niet is opgelost, gaan we verder met: Stap 5: Zwaardere maatregelen voor pesters. Ouders en kind duidelijk maken, dat pesten nu gaat leiden tot interne schorsing en als dat ook niet zal werken, dat de school dan tot externe schorsing zal overgaan. Dit gesprek wordt gevoerd door de locatiedirecteur en teamleider. Externe hulpverlening aankaarten. Wekelijks een gesprek over de goede momenten. Als het probleem hiermee is opgelost volgens de gepeste (let ook op lichaamstaal) is, lichten we alle betrokkenen in en is deze stap klaar. Indien het probleem niet is opgelost, gaan we verder met: Stap 6: Overplaatsing pester binnen de school. Tijdelijke of definitieve overplaatsing van de pester naar een andere klas om de eigen klas veiligheid te bieden Als het probleem hiermee is opgelost volgens de gepeste (let ook op lichaamstaal) is, lichten we alle betrokkenen in en is deze stap klaar. Indien het probleem niet is opgelost, gaan we verder met: Stap 7: Externe schorsing van de pester en voorwaarden voor terugkeer. Externe Schorsing van de pester en als ouders zich onttrekken aan hun verantwoordelijkheid kan overwogen worden een Veilig thuis-melding te doen. De reden van schorsing bespreken met de groep door mentor/teamleider. Gepeste leerling in de gaten houden. Als de pester weer in de klas komt, kunnen de volgende afspraken worden gemaakt: - pauze surveillance inlichten (ter bescherming van de gepeste) - docenten worden opnieuw ingelicht over de situatie en de afspraken - pester meldt zich kwartier voor aanvang van de les en meldt zich direct na het laatste lesuur bij de teamleider (ter bescherming van de gepeste) - na 2 weken kunnen deze afspraken worden geëvalueerd met ouders en leerling Als het probleem hiermee is opgelost volgens de gepeste (let ook op lichaamstaal) is, lichten we alle betrokkenen in en is deze stap klaar. Indien het probleem niet is opgelost, gaan we verder met: Stap 8: Verwijdering van de pester van school. Verwijdering van school volgens de juiste procedures. Eventueel nog exit gesprek leerling en ouders. Communicatie over het pesten met de (ouders van) gepeste leerlingen. Gedurende alle stappen wordt contact gehouden met de ouders en de gepeste leerling door mentor/teamleider/anti-pestcoördinator. Indien het gepeste kind niet durft op te komen voor zichzelf of assertief-onvriendelijk op komt voor zichzelf, en / of als het kind te weinig zelfvertrouwen (meer heeft), groepscodes niet doorziet, dan kan met de ouders over externe hulpverlening worden gesproken. Als ouders of leerling overplaatsing (tijdelijk of definitief) naar een andere klas overwegen, kan dit worden besproken.
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
12
Registratie Meldingen van pestgedrag worden genoteerd in SOM-today onder de incidentenregistratie. De voortgang en de afspraken in de stappen van het protocol word ook genoteerd in SOM-today onder de begeleidingsverslagen. Registratie vindt plaats bij zowel de pester als de gepeste. Bij de registratie wordt duidelijk vermeld welke stap van het pestprotocol in behandeling is.
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
13
Bijlage Anti-pestcoördinatoren Antoniuscollege Gouda: Mw. S. Schuttelaar Mw. S. Hordijk
[email protected] [email protected]
Anti-pestcoördinatoren De Meander: Mw. C. Brouw Mw. W. de Hond
[email protected] [email protected]
Zorgcoördinator Antoniuscollege Gouda: Mw. S. Hordijk
[email protected]
Zorgcoördinator De Meander: Mw. M. Huting
[email protected]
Anti-pestprotocol Carmelcollege Gouda versie 1.0, november 2015
14