VERSL. R.K. INST. SPR.- EN STEMGEBR. -
BOEK EN TIJDSCHR. 8
Net mondeling gedeelte van het examen werd afgenomen op 23 en 27 September. Aan het examen namen deel 9 candidaten ; het diploma kon aan 7 hunner worden uitgereikt. De geslaagden waren de dames: J. Brandligt te Groningen, A. Kalff te Amsterdam, T. Snijders te Enkhuizen, A. F. W. Borst, G. van Dijk en A. J. Vreugdenhil te Utrecht, en de heer H. de Ruiter te Rotterdam. Het examen werd afgenomen door: Amsterdam. Dr. L. Kaiser Rotterdam. Dr. W. J. v. d. Hoven v. Genderen Den Haag. P. H. Schreuder Voorburg. A. Goeman Rotterdam. P. Linthorst Utrecht. Dr. J. Jongbloed Utrecht. Dr. M. J. Dentz Utrecht. Mej. T. Nieuwenhuis Utrecht. J. H. Harmsen De twee afgewezen candidaten hadden onvoldoende waarderingscijfers voor anatomie, physiologie en phonetiek. De Secretaris der Commissie van examen, P. LINTHORST.
VERSLAG R.K. INSTITUUT SPRAAK- EN STEMGEBREKEN Verschenen is het le jaarverslag van het R. K. Instituut voor spraak- en stemgebreken. Hieruit nemen we het volgende over : De consultatiebureaux te Den Haag, Rotterdam, Nootdorp en Berkel-Roodenrijs werden bezocht resp. door 159, 66, 43 en 27 personen. Logopaedische hulp werd verleend aan 146 spraak- en stemgebrekkigen, waarvan 42 als genezen werden ontslagen en 87 nog in behandeling waren. 13 patienten onttrokken zich aan de behandeling en 4 vertrokken wegens verhuizing. Het instituut blijkt dus wel in de behoefte te voorzien. F. H. Onze beste wensen, ook in de toekomst
BOEK EN TIJDSCHRIFT „Wat er aan spraakkunstige verlangens verwezenlijkt is en wat nog te wensen blijft" is de titel van een bijdrage van Mevr. Branco van Dantzig in het Nederl. Tijdschrift voor Geneeskunde van 15 Juni '35. Het is de schrijfster gelukt de reeds verwezenlijkte wensen onzer Vereniging in kort bestek weer te geven en het werkplan onzer vereniging uit te stippelen. Ze deed het in een vorm, die stellig de aandacht der medici zal treffen, zodat ze weer, als reeds zo vele malen. een belangrijk stuk propagandistisch werk leverde. P. H. S.
No. 1
JANUARI 1936
17e JAARGANG
TIJDSCHRIFT VOOR
BUITENGEWOON ONDERWIJS Abonnementsprijs f 5.— per jaar
Verschijnt maandelijks Dr. D. HERDERSCHÊE
Redactie : HERM. J. JACOBS
Redactie-Adres: HERM. J. JACOBS Valkenboschkade 455 — Den Haag
P. H. SCHREUDER
Administratie-Adres: N. V. UITGEVERS - MIJ. „H A G A" DEN HAAG — Giro No. 32990
HOOFDBESTUUR: P. H. SCHREUDER, Van Hogendorpstraat 89, Den Haag, Voorzitter C. DE JEU, Schepenstraat 86, Rotterdam, Onder-voorzitter P. V. D. WAALS, Valkenboschkade 135, Den Haag, 1 e Secretaris E. P. SCHUYT, Johan de Wittlaan 24, Haarlem, Penningmeester. Gironummer der vereniging: 6 7 1 8 1, Haarlem MEI. DR. E. C. v. D. WAL, Zutphenschestraat 155, Apeldoorn, 2e Secre e K. DE BLools, Stadhouderslaan 16, Hillegersberg Aanvraag Bibliotheek: Mejuffrouw E. UBAS, IJmuidenstraat 54, Scheveningen - Postrekening 129281
INHOUD: Onderwijs aan psychopathen. II. K. de Bloois . Zorg en Nazorg ten behoeve van geestelijk en lichamelijk misdeelden. II. E. P. Schuyt Inhoud 16e jrg. 1935 Hoofdbestuur (Alg. Verg. ; Buitenleerl. ; Haarlem ; H. B. Verg. Nieuwe leden) . Benoemingen . . • Stichting voor B. O. • . Berichten • • Onze Kolonie . •
•
•
•
•
•
•
Bijdragen in te zenden vóór de 20iYe van de maand Valkenboschkade 455, Den Haag
2 6
11 13 13 16 19
ONDERWIJS AAN PSYCHOPATHEN
2
ONDERWIJS AAN PSYCHOPATHEN door K. DE BLOOIS II.
Volgt nu de A. H. Francke-school. Gedurende 1934 werden dus 33 jongens en 11 meisjes opgenomen, makende met de aanwezige leerlingen een totaal van 130 pupillen. Dat moet dan toch wel een wondere verzameling abnormale kinderen geven, zult U zeggen. Dat is ook zo. U vindt daar het diefje, voor wie niets veilig was. Zijn helder verstand hielp hem uitstekend bij het uitdenken van middeltjes, iets van zijn gading machtig te worden. Eigenlijk is dat niet juist uitgedrukt. Dikwijls ging het zo met hem : met de beste voornemens bezield, begaf hij zich 's morgens naar school .... totdat hij zich na een half uur op de markt vond, met om zich heen de kramen en karren, volgetast met heerlijkheden, die je niet kunt laten liggen. Wat kun je hier al niet eerlijk kopen ! Met een paar centen op zak, wordt het gebakje, de zure bom, je eigendom ; alles eerlijk gekocht van geld .... dat uit moeder's portemonnaie gestolen is, of dat verkregen is van gestolen melkflessen, die in een winkel tegen statiegeld werden ingewisseld. Wat zal ik meer variaties noemen ? Het thema is voor onzen vriend onuitputtelijk. Op de A. H. Francke-school vindt U het vagebondje, voor wie geen afstanden meer bestaan. De nauwe straten en hoge huizen van Rotterdam benauwen hem. Hij moet er uit ! Weg, ver weg ! Waarheen ? Dat doet er niet toe. Op weg naar school passeert hem een vrachtauto : bestemming onbekend. Zijn gedachten aan de school en meester breken af ; hij zwaait zich achter op de auto, en voort gaat het ! Straks heet het, dat de auto zo snel reed en hij er niet meer at kon, dus wel mee moest rijden naar Amsterdam, Den Haag of Hoek van Holland. Dezelfde voorjaarszon, die ons doet verlangen naar vrije dagen te midden van bos en heide, bracht hem K. M.-ver weg. Hij denkt nog wel aan de stakkers, die gevangen zitten tussen de muren van het schoolgebouw, maar hij is de schoolsfeer ontstegen. Wel zendt hij een groet uit Hoek v. Holland : van gestolen geld, laat hij z'n portret maken : „Groeten uit Hoek van Holland" staat er op. Dat vindt z'n onderwijzer 's morgens in de schoolbus. Hij zwerft heerlijk rond, leeft, van wat er zo van zijn gading is, slaapt in een hooischuur of onder tentdoek .... totdat hij soms
ONDERWIJS AAN PSYCHOPATHEN
3
na dagen wordt opgepikt en teruggebracht .... naar het gareel van de lagere school dat hem spant en schrijnt aan alle kanten. Daar vindt U de driftkop, die enige scholen versleet, de goede gang van zaken op school menigmaal stoorde; die scènes veroorzaakte, waarbij politie te pas moest komen. Nerveus noemde men hem; een kolonie zou genezing brengen. Didam's vriendelijk koloniehuis nam hem op. Nog diezelfde avond verhuisde hij onder de toren : onhandelbaar, onhoudbaar ! De volgende morgen weer terug naar Rotterdam. Totdat de A. H. Francke-school haar deur voor hem opende. Daar vindt U de jongen, het meisje, door duistere dingen ziel en lichaam verwoest ! De homo-sexueel, die steeds weer aangetrokken wordt door plaatsen en personen, waar en bij wie hij bevrediging vindt voor zijn ziekelijke neiging. Is het juist, die typen bij elkaar te brengen in één school ? Worden daardoor de besmettingskansen niet veel groter ? Ik zou de eerste vraag met een wedervraag willen beantwoorden : Is het wel juist, deze jongens en meisjes op de lagere school te laten ? Op de lagere school zijn deze kinderen een voortdurend gevaar voor de normale schoolbevolking. Ik behoef dat hier niet met veel woorden duidelijk te maken. U begrijpt dat allen. Daar maakt de psychopaath ongetwijfeld slachtoffers ! Daar stoort hij de orde. Zijn herhaaldelijk schoolverzuim remt de klasse. Zijn wangedrag brengt een spanning, die rustige arbeid onmogelijk maakt. De normale jeugd vraagt in deze tijden van versobering en bezuiniging nu zeker alle aandacht. Het kind met psychopathische abnormaliteiten wordt uitgestoten. Aan zichzelf overgelaten, komt het van kwaad tot erger. Het heeft overvloed van tijd en gelegenheid, binnen de muren van de lagere school zich zijn vriendjes te kiezen, zijn slachtoffers te maken. Het is niet juist, dat de psychopaath op de lagere school wel te houden is, mits de leerkracht daar zijn taak naar behoren vervult. Leerplan, lesrooster, de gehele instelling der lagere school is niet geschikt voor de psychopaath, kan zich daar ook niet op instellen, omdat zij de belangen van het normale kind moet dienen. Op de A. H. Francke-school zijn de besmettingskansen geringer, omdat de jongen daar onder voortdurend toezicht is. Complotteren is daar een grote uitzondering. Natuurlijk moet een school voor psychopathen een niet te groot aantal leerlingen tellen : een honderdtal is wel de uiterste grens, mits het schoolgebouw voldoende gelegenheid biedt, de verschillende groepen volkomen gescheiden van elkaar te houden. Behalve de controle binnen de schoolmuren — de leerlingen verblijven daar allen zonder onderbreking van 9 uur 's morgens
ONDERWIJS AAN PSYCHOPATHEN
4
tot 4 uur 's avonds — is er de individuele behandeling, die deze onevenwichtige jeugd zeer ten goede komt. Het onderwijs wordt individueel gegeven. Het lesrooster en leerplan biedt daar gelegenheid toe. Met de eigenaardigheden van ieder kind kan rekening worden gehouden. Karaktervorming staat op de voorgrond, en niet in de eerste plaats het verwerken van een bepaalde hoeveelheid leerstof. Richtsnoer is: wat eist het leven straks van het kind. Een jongen, die straks naar de M. U. L. 0.-school gaat, krijgt andere leerstof te verwerken, dan een leerling die moet worden klaargemaakt voor de ambachtsschool en deze weer andere, dan de jongen, die van de A. H. Francke-school direct bij een patroon wordt geplaatst. Veel overbodige ballast is uit het leerplan weggelaten. Vóór alles blijft er tijd over, om rustig met de leerling te praten, blijft er vooral ook tijd over binnen de schoolmuren, voor dat werk dat de volle belangstelling van een kind heeft. Voor de een is dat : het knutselwerkje, het verzorgen van planten, het in orde houden van het aquarium, de Engelse les, tekenen; voor een ander weer iets anders : een bezigheid, die de volle belangstelling van den jongen heeft; waaraan hij 's avonds denkt bij het verlaten der school, die hem 's morgens vlugger doet aanstappen, om voor schooltijd nog even er aan te kunnen werken. Ik denk hier aan de jongens die een dag- of weektaak hebben; de tijd, die overblijft na het beëindigen der taak, wordt gevuld met dergelijke, bovenomschreven bezigheden. Dat bindt den jongen aan de school. Anarchie zult U zeggen ? Een vrij gevochten landje ? Niet de juiste manier, om een psychopaath die moet wennen aan orde en regelmaat, in het gareel te brengen ? Wanorde heerst er in de A. H. Franke-school niet. Wel een gepaste vrijheid. Echter ook geen orde, zoals de lagere school die kent. We stellen een minimum van eisen, maar daaraan moet onvoorwaardelijk worden voldaan. We stapelen niet : verbod op verbod, houden de school en haar organisatie eenvoudig; eenvoudig om na te leven ook voor een psychopaath. Het slaafse schoolhouden is verdwenen. De leerling moet zich vrij en gemakkelijk kunnen bewegen. Door vrijheid willen wij hem brengen tot gebondenheid. Hij moet de A. H. Francke-school gaan zien als de plaats, waar hij moet leren, zeker !, maar ook als de plaats, waar tijd is voor aangename bezigheid; de plaats waar hij zijn onderwijzer steeds bereid vindt, hem te helpen. Bij hem moet hij met z'n moeilijkheden kunnen komen ; hij is zijn grote raadgever, als er moeilijkheden thuis zijn, als de verkeerde neigingen weer sterker komen, als er ruzie is met vriendjes, als het tollenstokje moet worden gemaakt, als er een match moet worden gespeeld. U begrijpt wat ik bedoel ? Zijn onderwijzer is de man, die raad weet in alle gevallen ; hij staat altijd voor je klaar, hij
ONDERWIJS AAN PSYCHOPATHEN
5
vergeeft ook alle struikelen, mits hij ziet, dat je werkelijk vecht om staande te blijven. Zolang er strijd is, is er hoop op beterschap ! Dat alles past niet in het lagere school systeem, ook niet in een systeem van wanorde. Er heerst orde in de A. H. Franckeschool, maar een andersoortige, dan die op de lagere school. 't Is zo moeilijk te zeggen, waarom het vagebondje na enige tijd op de A. H. Francke-school niet meer vagebondeert. Waarom het diefje niet meer steelt ? In één woord, hoe het komt, dat bij de leerlingen langzaam aan de remmen weer werken ? Ik kan daar geen vaste regels voor geven. Het is het geheel van kleine maatregelen, geringe verboden, die hen brengen tot regelmaat en orde ; de sfeer van de school waarin de psychopaath zich prettig voelt, ongedwongen, aangenaam. „De magische kracht van de A. H. Francke-school" sprak spottend een schoolhoofd te Rotterdam. Hij bedoelde het onvriendelijk. Magische kracht is het niet. Wat het dan wel is? Ik weet het niet ! Eén ding weet ik : de jongen voelt zich thuis op de A. H. Francke-school en dat is wat we graag willen. Dan worden banden gelegd, die rekbaar blijken over jaren. Dan herinnert de leerling zich later de aangename uren, doorgebracht op de school, weet hij ook dat men hem daar helpen wil, ook, als er op later leeftijd moeilijkheden zijn. Want onze taak eindigt niet, bij liet verlaten van de school. Het contact met den leerling wordt dus door den onderwijzer gezocht. Dat brengt met zich mede, een contact met het gezin. De Vereniging : „Zoekt het Verlorene !" toch, wil de psychopaath opvoeden in eigen omgeving, dus kind èn omgeving beide dienen. Niet dus verwijdering van het kind uit het gezin en de stad, maar hem sterken tegen de verleiding van het grote stadsleven, hem opvoeden onder de ogen van z'n eigen omgeving. We leren het kind eerst goed kennen, als we hem bestuderen in z'n eigen milieu. De grondslag voor die studie werd gelegd bij het onderzoek. Door herhaald huisbezoek completeren we onze kennis. De oud-kinderrechter te Rotterdam zei eens: „Zoekt het Verlorene !" werkt aan defecte kinderen uit defecte gezinnen." Juist daarom moet contact worden gezocht met het gezin, en is het zeer nodig, het gezin bij te staan bij de opvoeding van het moeilijke kind. Hier vooral komt het op tact aan. Nooit mogen we vergeten, dat we staan in het gezin van een vreemde, waar we niets te eisen hebben . De ouders moeten merken, dat we niet als een betweterige schoolmeester komen, met afbrekende critiek alleen. Voorzichtig aan, zullen we hier moeten voortschrijden. Ook hier zijn het weer de kleine dingen, die de band tussen gezin èn onderwijzer helpen vormen. 't Is zeer goedkoop, in de vele arme en verarmde gezinnen in Rotterdam te komen met wijze raadgevingen en langzaam het hoofd te schudden, bij het
ZORG EN NAZORG GEESTELIJK EN LICH. MISDEELDEN
6
lange eentonige verhaal van ontbering en gebrek. Menselijker is het, te helpen waar nodig en mogelijk. Goede diensten bewijst hier het magazijn voor gedragen kleding. Jaarlijks zendt de school naar alle arme gezinnen een pakket levensmiddelen omstreeks Kerstmis. Mede via deze geringe leniging van materiele nood — beter is het te zeggen : door deze bewijzen van medeleven en medevoeler — krijgt de school contact met de ouders. Het vormt de brug naar een gemakkelijker bespreking van de moeilijkheden die het kind geeft, en de veranderingen die ook de houding der ouders moet ondergaan. Men merkt, dat het de onderwijzer ernst is ; dat hij naar vermogen de moeilijkheden wil meedragen. Ik weet het wel, dat alles staat slechts in verwijderd verband met de opvoeding van de psychopaath. Toch kunnen wij ook dit niet missen. We proberen de weg te effenen voor de leerling, zo mogelijk ook voor het gezin. Dat waarderen de ouders. Onheuse behandeling van een onderwijzer door de ouders is uitzondering. Natuurlijk botst het weleens ! Hoe kan het ook anders. Dezelfde vader, die dreigend voor je staat, zegt je enige maanden later reeds, dat hij stom heeft gedaan. Dezelfde vrouw, die beweert, niets meer met je te maken te willen hebben, roept enige tijd later je bemiddeling in, om een dreigende steunverlaging te voorkomen. Alweer.... het contact komt langzaam. Iedere pas beginnende onderwijzer is geneigd zijn vertrouwen al te gauw te schenken, en merkt spoedig, dat hij wordt misbruikt. Je leert daar echter doorheen zien, de gezinnen door en door kennen, en ook de momenten aanvoelen, waarop je moet helpen, wil het met kind en gezin niet vastlopen. (Wordt vervolgd)
ZORG EN NAZORG TEN BEHOEVE VAN GEESTELIJK EN LICHAMELIJK MISDEELDEN door E. P. SCHUYT
II.
Wanneer een kind voor de buitengewone school wordt opgegeven, wordt het eerst medisch-paedagogisch onderzocht. Wijst dit onderzoek uit, dat plaatsing op een school voor buitengewoon onderwijs noodzakelijk is, zo wordt in een register het belangrijkste van vader, moeder, broers, zusters en naaste familie genoteerd. Voorts het verloop der zwangerschap en geboorte; de eerste . levensjaren (groei, gezondheid, ziekten en ongevallen); milieu ; het rapport van de laatste school ; de lichamelijke- en psychise toestand.
ZORG EN NAZORG GEESTELIJK EN LICH. MISDEELDEN
7
Tevens worden in dit register de vorderingen bijgehouden en aantekeningen geplaatst omtrent bijzondere verschijnselen ; voorvallen en maatregelen tijdens het schoolbezoek. Enige maanden voordat het kind van school gaat wordt door den klasse-onderwijzer en door den schoolarts een rapport ingevuld voor de eindindruk. Deze rapporten en bovengenoemd register worden den ambtenaar voor de nazorg toegezonden. Na hiervan kennis genomen te hebben heeft de ambtenaar niet hoofd en klasseonderwijzer een bespreking over het kind en wordt een en ander nog eens uitvoerig besproken. Daarna brengt de ambtenaar een bezoek aan de ouders van dit kind om een juist beeld te krijgen van het milieu en ons hun mede te delen, wat er voor dit kind gedaan moet worden. Zij ontvangen een kaart waarop staat, dat dit kind nu onder nazorg valt en waar en wanneer de ambtenaar te spreken is als er zich in de toekomst moeilijkheden voordoen. In een rapport, hetwelk bij het dossier van het kind gevoegd wordt, legt de ambtenaar zijn indrukken vast en hij neemt maatregelen, opdat bij het van school gaan, zo goed mogelijk zijn intrede in de maatschappij voorbereid is (plaatsing bij een patroon; thuis of op zijn bureau nadere kennismaking met dit kind). De leerling wordt nu in een kaartsysteem opgenomen. Deze kaarten worden geregeld bijgehouden en op de achterzijde van de jaarkaart wordt ingevuld, wat er alzo in de loop van het kalenderjaar met het kind gebeurt, terwijl aan het einde van het jaar de belangrijkste gegevens op de gele stamkaart (jongen), of witte stamkaart (meisje) worden overgebracht (patroon; verdienste; moeilijkheden ; conflicten). De dagscholen ontvangen, nadat de leerlingen twee maanden van school zijn, van de nazorg bericht, wat er voor de leerlingen gedaan is en jaarlijks van alle leerlingen, die in de twee voorafgaande jaren van school vertrokken, een rapport met de belangrijkste gegevens. De administratieve grondslag en de gegevens voor de zwakzinnigen worden over het gehele land waar scholen voor b. o. zijn, uniform gehouden, opdat vergelijkbaar materiaal wordt verkregen. De Nederl. Ver. „Nazorg Buitengewoon Onderwijs" zorgt er voor dat er op alle scholen voor B. O. bepaalde staten en rapporten gebruikt worden en dringt er op aan, dat het kaartsysteem eensluidend wordt bijgehouden. Ook tracht deze vereniging — en met succes ! = eenheid te brengen in de avondverzorging en werkinrichtingen voor zwakzinnigen. De ambtenaar voor de nazorg heeft dus tot taak over de oud-leerl. der openbare- en bijzondere scholen voor B. O. en over de hiermede gelijkgestelde jeugdige zwakzinnigen, die niet dit onderwijs hebben genoten, het patronaat uit te oefenen.