ALS DE SCHOOL HET NIET ALLEEN KAN ... Betrokkenheid van politie en justitie bij ernstige incidenten
Ine Spee
’s-Hertogenbosch, KPC Groep, 2006
X_082_B01nw.indd 3
13-02-2007 12:52:20
Deze publicatie is totstandgekomen in opdracht van het Ministerie van OCW in het kader van de Wet Subsidiëring Landelijke Onderwijsondersteunende Activiteiten.
Eindredactie: Susan de Boer Bestelnummer: 251059 Omslag: Fotobureau Lens Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © 2006, KPC Groep, ’s-Hertogenbosch
X_082_B01nw.indd 4
13-02-2007 12:52:21
Woord vooraf Als scholen geconfronteerd worden met ernstige incidenten waar contact met politie en justitie uit voortkomt, komen ze terecht in een andere wereld. Een wereld met een eigen politie- en justitiejargon, ambtenaren die rechten claimen en naar wetten verwijzen, leerlingen en ouders die niet meer weten wat hun rechten zijn. In sommige gevallen is het nodig om de pedagogische verantwoordelijkheid van scholen voor leerlingen te delen of zelfs over te dragen aan politie en justitie. In ernstige veiligheidssituaties kan de politie een school overnemen en dat kan voor een schoolleider een bijna traumatische ervaring zijn. Scholen nemen de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van leerlingen en leraren heel serieus en vinden het dan ook soms moeilijk op deze terreinen regie te verliezen. Anderzijds ondervinden ze soms weinig ondersteuning van politie en justitie en staan ze alleen bij het oplossen van problemen. In deze brochure willen we de verschillende culturen dichter bij elkaar brengen en in kaart brengen wat de wettelijke rechten en plichten van burgers, scholen, politie en justitie zijn. Scholen zijn vaak op zoek naar eenduidige antwoorden op juridische vragen, maar dat is niet altijd mogelijk. Veeleer is een juridische denklijn het uitgangspunt die in verschillende gevallen tot andere antwoorden kan leiden. Voor pragmatische schoolleiders niet altijd even handig, maar zo zit onze wetgeving in elkaar. Bij meer ingewikkelde situaties blijft het daarom raadzaam een jurist te raadplegen. Veiligheid van leerlingen en personeel op scholen vinden we allen van groot belang en inmiddels is het duidelijk dat we niet zonder een goede samenwerking met politie en justitie kunnen. Als we beter begrijpen hoe deze werelden functioneren en wat de wettelijke kaders zijn, komt dat alle partijen ten goede en daardoor de veiligheid van onze jongeren op Nederlandse scholen. Daarom hebben we in deze brochure samengewerkt met scholen die casuïstiek hebben aangeleverd en met partners uit de wereld van justitie en politie. De brochure is geschreven in een vraag- en antwoordvorm om zaken duidelijk in beeld te bengen. Deze brochure is totstandgekomen in samenwerking met: • Gerard de Jonge, Universiteit van Maastricht, faculteit der Rechtsgeleerdheid, Capaciteitsgroep strafrecht en criminologie; • Hein Oudshoorn, Regionaal beleidsmedewerker Jeugd, Divisie Beleidsondersteuning; politie Brabant-Noord; • Birgit Tax, Ineke van Sijl, Heleen Schoots en Anita Zeeman, KPC Groep. Daarnaast danken we de Raad voor de Journalistiek en de scholen voor hun ingebrachte vragen. Verder hebben we relevantie informatie van het Centrum School en Veiligheid in deze brochure verwerkt (zie: www.schoolenveiligheid.nl).
Woord vooraf
X_082_B01nw.indd 5
13-02-2007 12:52:21
Om de leesbaarheid te optimaliseren kiezen we ervoor de mannelijke vorm te gebruiken. Overal waar ‘hij’ staat, kan ook ‘zij’ gelezen worden.
Ine Spee
X_082_B01nw.indd 6
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:21
Inhoud Woord vooraf Inleiding
5
1 Klacht, aangifte of informele afhandeling
8
Kan de school incidenten zelf afhandelen?
8
Wat kan de directie of een leraar doen als er twijfel is over het doen van aangifte?
8
Wat is herstelrecht?
8
Hoever kan schoolpersoneel gaan bij het opsporen van vermoedelijk strafbare feiten?
9
Uitzondering 1: aanhouding door schoolpersoneel. Wanneer mag iemand een verdachte
opsluiten?
Uitzondering 2: ondervragen. Mag de verdachte ondervraagd worden door een
personeelslid?
10
Uitzondering 3: in beslag nemen. Mag iemand spullen afpakken van de verdachte?
10
Wat is het verschil tussen een klacht en een aangifte?
10
Mag iedereen een klacht of een aangifte doen?
10
Wanneer is een melding een aangifte?
11
Kan een aangifte weer worden ingetrokken?
11
Kan een klacht weer worden ingetrokken?
11
Kan justitie ook zonder klacht een strafbaar feit vervolgen?
12
Moeten de ouders altijd worden ingelicht als een minderjarige aangifte wil doen?
12
Wat is een Halt-afdoening?
13
Waaruit bestaat een Halt-afdoening?
13
Wie neemt het besluit over een Halt-afdoening?
13
Wat gebeurt er als de verdachte niet meer in aanmerking komt voor een
Halt-afdoening?
10
13
2 Na de klacht of aangifte
15
Wat kan de politie doen bij intimidatie?
15
Wat te doen als de politie niets doet met een aangifte of een klacht?
16
Hebben school en ouders recht op informatie over een opsporingsonderzoek?
16
Mag de politie een persbericht uitgeven?
17
Hoe kan een school betrokken worden bij de informatievoorziening over incidenten?
17
3 Onderzoek en vooronderzoek
18
Wie is aanspreekbaar bij verstoring van de openbare orde?
18
Wie heeft de regie na een ernstig incident?
18
Mag de politie de school afsluiten?
18
Wat mag de politie doen als iemand wordt verdacht van wapenbezit?
19
Hoe gaat de politie te werk bij de aanhouding van verdachten?
19
Wie moet de politie over de insluiting informeren?
20
Wie mogen er bij het verhoor aanwezig zijn?
21
Mogen de ouders op bezoek komen?
21
Wat gebeurt er bij inverzekeringstelling van verdachten?
21
Hebben de advocaat en de school contact met elkaar?
21
Wordt de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld?
21
Inhoud
X_082_B01nw.indd 1
13-02-2007 12:52:21
Wat is inbewaringstelling?
21
Kan de inbewaringstelling worden geschorst?
22
Wat is gevangenhouding?
22
Kan een leerling onderwijs volgen tijdens inverzekeringstelling en voorlopige
hechtenis?
22
Kan een jongere met een enkelband naar school?
22
Wanneer moet een personeelslid getuigen?
23
Mag de school de ouders informeren?
23
Hebben leraren verschoningsrecht of een geheimhoudingsplicht?
23
Kan een getuige anoniem worden gehoord?
24
Wanneer kan DNA-materiaal van scholieren en schoolpersoneel worden afgenomen?
24
Waartoe dient een voorlichtingsrapport van de Raad voor de Kinderbescherming?
24
4 De rechtszitting
25
Wat is de positie van de slachtoffers in het strafproces?
25
Wie berecht jongeren tussen 12 en 18 jaar?
25
Wanneer mogen medeleerlingen, leraren en ouders bij een zitting van de
kinderrechter zijn?
26
Woont een benadeelde de gehele zitting bij?
26
Woont een slachtoffer de gehele zitting bij?
26
Maakt het voor de straf uit of de verdachte wel of niet in voorlopige hechtenis zit?
27
5 Na de rechtszitting
28
Waar gaat de leerling heen als hij wordt veroordeeld?
28
Krijgt de leerling onderwijs in de inrichting?
29
Wat is de rol van de school van de leerling?
29
Wat doet de jeugdreclassering?
29
Wat is een taakstraf?
30
Wat is een werkstraf?
30
Wat is een leerstraf?
30
Wie organiseert de taakstraf?
30
6 Privacywetgeving en school
31
Wat doet de politie als een leerling een pistool heeft?
31
Mag de politie zomaar de school binnengaan?
32
Mag de politie de school doorzoeken?
32
Mag de politie kluisjes van leerlingen doorzoeken?
32
Welke afspraken kan een school maken zodat kluisjes wel kunnen worden
geïnspecteerd?
33
Mag de politie leerlingendossiers meenemen?
33
Kan een school het dragen van bepaalde kleding verbieden?
33
7 Bescherming tegen intimidatie en agressie
34
Wat is intimidatie?
34
Wat is seksuele intimidatie?
34
Wat is discriminatie?
Is de school verplicht leerlingen en personeel te beschermen tegen intimidatie
en agressie?
35
Is een klachtencommissie verplicht?
35
X_082_B01nw.indd 2
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:22
Waarover kan geklaagd worden?
35
Wat te doen als een klacht buiten het werkterrein van de klachtencommissie valt?
36
Moet de school intimiderend gedrag melden?
36
Wat is het doel van de Meld- en aangifteplicht?
37
Wanneer geldt de Meld- en aangifteplicht?
37
Voor wie geldt de Meld- en aangifteplicht niet?
37
Wanneer is een personeelslid meldplichtig?
38
8 Omgaan met de media
39
Wat mag een journalist en wat niet?
39
Hebben minderjarigen recht op extra bescherming?
40
Hoe kan een school een klacht indienen?
40
Wat doet de Raad voor de Journalistiek?
40
Is een schoolplein toegankelijk voor iedereen?
40
Heeft een journalist toestemming nodig van degene over wie hij publiceert?
41
Doet een school er verstandig aan geen contact te hebben met de pers?
42
Aanbevelingen
44
Begrippenlijst
45
Literatuur en websites
52
Bijlage - Handreiking omgaan met de media
55
Inhoud
X_082_B01nw.indd 3
13-02-2007 12:52:22
X_082_B01nw.indd 4
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:22
Inleiding De laatste jaren is de onveiligheid op scholen toegenomen. Meestal gaat het om geweld en bedreigingen met geweld, waarbij zowel leerlingen als leraren slachtoffer zijn. Enkele excessen, zoals de moord op het Terracollege in Den Haag, de brand op de islamitische school in Uden en de moord op een leerling van een basisschool te Hoogerheide, hebben dagenlang het nieuws beheerst. Als gevolg van het toenemende aantal geweldsincidenten wordt de noodzaak om veiligheidsbeleid te formuleren en te implementeren urgent. Veiligheid wordt steeds meer als een collectieve verantwoordelijkheid beschouwd. Niet alleen de overheid (rijk, gemeente, politie en Openbaar Ministerie) moet hieraan bijdragen, maar ook instellingen, bedrijven en burgers. En dus ook scholen. Voor schoolveiligheid betekent dit dat alle betrokken partijen een actieve bijdrage moeten leveren. We onderscheiden daarbij vijf categorieën veiligheidspartners: • onderwijs (schoolbesturen, directies, leraren, ouders en leerlingen); • bestuurlijke overheid (gemeente, politie); • justitiële partners (Raad voor de Kinderbescherming, jeugdreclassering, Openbaar Ministerie, Halt, politie); • zorginstellingen (Bureau Jeugdzorg, jeugd- en jongerenwerk, Wijkwelzijn, hulpverleningsinstellingen, Slachtofferhulp, Algemeen Maatschappelijk Werk, GGD); • brandweer. Scholen zijn zelf in eerste instantie verantwoordelijk voor de veiligheid in de schoolgebouwen en op de daarbij behorende terreinen. Op grond van de Arbowet moeten scholen, net als andere bedrijven, een veiligheidsplan hebben en zijn zij verplicht het veiligheidsbeleid van de school te vermelden in de schoolgids. In het schoolveiligheidsplan staan duidelijke afspraken over preventieve maatregelen, scholing van medewerkers, incidentenregistratie, procedures en sancties bij overtreden. De regie over de veiligheid rond de scholen berust bij de gemeente en justitie. De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare orde en de politie is verantwoordelijk voor veiligheidsactiviteiten op en rond scholen. Het gaat daarbij om activiteiten die rechtstreeks voortvloeien uit de kerntaken van de politie, zoals preventie en opsporing van strafbare feiten. Incidenten op school hebben al gauw een politionele, een juridische en een justitiële kant. Het gaat om daders en slachtoffers, aangifte doen, juridische procedures. Dit gaat vaak de competentie van scholen te boven. Daarnaast hebben incidenten die zich geheel buiten de school afspelen (een steekpartij in de discotheek of een moord op een school in Nederland) vaak grote invloed op een school en vragen ze om een standpunt of discussie in de school. Het is daarom belangrijk dat scholen en politie goed met elkaar samenwerken, afspraken maken over wie welke taak en verantwoordelijkheid heeft en structureel en effectief contact met elkaar hebben. Een voorbeeld van zo’n samenwerking is de aanstelling van een schoolcontactpersoon van de politie. Het zorgadviesteam (ZAT), een schooloverleg waar problemen betreffende de school en haar leerlingen
Inleiding
X_082_B01nw.indd 5
13-02-2007 12:52:23
besproken worden, is een ander voorbeeld van een structurele samenwerking tussen school en externe partners. De betrokkenheid van de politie bij veiligheid op school raakt de kerntaken van de politie. Die kerntaken zijn: • opsporing van strafbare feiten en gedragingen; • handhaving van de openbare orde; • hulpverlening; • toezicht in het publieke domein; • signalering en advisering inzake veiligheid en veiligheidsbeleid. De activiteiten van de politie op het gebied van school en veiligheid hebben tot doel een bijdrage te leveren aan de veiligheid op en om scholen, uiteraard binnen de hierboven genoemde kerntaken. Succesvol schoolveiligheidsbeleid is deels een kwestie van goede afspraken met de partners, heldere procedures en toegang tot juridische en justitiële kennis. Maar ook is het mensenwerk: mensen die goed met elkaar communiceren, elkaar kennen en snel kunnen en willen reageren in het geval van een geweldsincident. Om de schoolveiligheid in kaart te brengen is incidentenregistratie van groot belang. Steeds meer scholen realiseren zich dat ze alleen succesvol aan veiligheidsbeleid kunnen werken als de knelpunten goed in beeld zijn. De medewerking van alle medewerkers in de school is daarbij noodzakelijk. Veel leraren voelen zich alleen staan als het gaat om (gewelddadige) incidenten op school en ervaren te weinig of te kortstondig steun van hun management. Uit een onderzoek (maart 2003) van de Algemene Onderwijsbond (AOb) blijkt dat een vijfde van de scholen agressie en geweld op school verdoezelen uit angst een slechte naam te krijgen. In het voortgezet onderwijs is dat 24%, in het basisonderwijs 11% en in scholen voor volwasseneneducatie 24%. Op het moment dat er ernstige incidenten spelen waarbij politie en/of justitie in beeld komen, kan een school erg veel baat hebben bij structurele afspraken met partners en/of politiecontactpersonen. Vaak voorkomt dit communicatieve misverstanden door de verschillende referentiekaders die scholen, politie en justitie vanuit hun andere taakstellingen hebben.
Pedagogisch klimaat Het veiligheidsbeleid van een school heeft alles te maken met het pedagogisch klimaat op school: hoe gaan leraren en leerlingen met elkaar om, is er plaats voor verschillen, zijn de leraren voldoende toegerust voor het omgaan met de veranderende leerling, hoe gaat de school om met conflicten, hoe gaat een school om met fouten en/of misstappen van leerlingen? Als jongeren mogen leren van fouten en spijt betuigen van die fouten, krijgen ze dan ook de kans hun loopbaan op een school voort te zetten? Maar ook: hoe geven scholen ouders de kans hun verantwoordelijkheid te nemen?
X_082_B01nw.indd 6
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:23
Het kan een pedagogische keuze zijn om in bepaalde situaties geen aangifte te doen, maar voor gesprekken te kiezen die tot doel hebben de relatie tussen dader en benadeelde te herstellen. In deze gesprekken wordt ingezet op het vergroten van de empathie van de dader. De kans op herhaling wordt daardoor kleiner. De school vormt een minisamenleving die een beeld geeft van volwassenen en de manier waarop die met elkaar, met hun omgeving en met jongeren omgaan. Daarmee legt de school een kiem voor actief en democratisch burgerschap. Meer concreet gaat het om een democratische houding waarin respect hebben voor jezelf, de ander en het andere en solidariteit met anderen centraal staan. Daarnaast gaat het om kennis van de samenleving en haar democratische regels, ons democratisch rechtsbestel - grondwet, wetten, politiek, rechtspraak - en om democratische vaardigheden: omgaan met verschillen, dialoog en communicatie, je kunnen inleven of verdiepen in de achtergrond en de positie van de ander. Alleen in de inbedding van een expliciet pedagogische en maatschappelijke visie van de school kan een veiligheidsbeleid vorm krijgen en wordt het ook gedragen door alle partijen. En wellicht zijn curatieve maatregelen, zoals die in deze brochure aan de orde komen, in mindere mate noodzakelijk wanneer scholen die visie meer expliciet en in alle geledingen vormgeven.
Inleiding
X_082_B01nw.indd 7
13-02-2007 12:52:23
1 Klacht, aangifte of informele afhandeling De meeste incidenten waarbij leerlingen zijn betrokken doet de school zelf af. De politie kan worden geïnformeerd door het doen van een melding, maar dat hoeft niet. Onder bepaalde voorwaarden mag het schoolpersoneel een verdachte leerling aanhouden en aan de politie overleveren. De school kan een klacht of een aangifte doen, waarna vervolging kan plaatsvinden. Een klacht kan worden ingetrokken, een aangifte niet. Ook zonder aangifte kan het Openbaar Ministerie besluiten te vervolgen. Strafvervolging kan in sommige gevallen worden voorkomen door een Halt-afdoening. Kan de school incidenten zelf afhandelen? De meeste incidenten waarbij leerlingen zijn betrokken, handelen het ondersteunend personeel - de conciërges voorop - of de leraren zelf af. De sancties zijn vaak informeel, zoals een waarschuwing, vroeg komen, nablijven of het schoolplein opruimen. Een informele, buiten-justitiële afdoening kan ook zijn het maken van excuses aan het slachtoffer, het teruggeven van gestolen goederen of het herstellen van de aangerichte schade. Of en in hoeverre de ouders of verzorgers daarbij worden betrokken is geheel ter beoordeling van de school. Naast dergelijke informele interventies kunnen door de school ook meer formele disciplinaire sancties worden opgelegd, zoals schorsing of verwijdering van school. De school kan de politie inschakelen als het gaat om ernstige incidenten zoals diefstal, bedreiging of gebruik van geweld. Wat kan de directie of een leraar doen als er twijfel is over het doen van aangifte? Wanneer de directie of individuele leraren zich afvragen of aangifte van een incident in een bepaalde situatie wenselijk is, kan men ook melding doen van wat zich heeft afgespeeld. In de meeste gevallen zal het gevolg van zo’n melding zijn dat het aanspreekpunt voor de school of de buurt- of wijkagent of -brigadier met de melder in gesprek gaat en advies uitbrengt. Maar een melding kan ook leiden tot een opsporingsonderzoek dat kan leiden tot vervolging van de verdachte van het incident en bestraffing van de dader. De school kan bij niet al te ernstig wangedrag van leerlingen jegens elkaar of leraren kiezen voor een zogenoemde herstelrechtprocedure. De herstelrechtelijke procedures zijn geen alternatief voor strafrechterlijk optreden. Wat is herstelrecht? Solidair met moordenaar De leerlingen die in het openbaar via leuzen sympathie toonden met de leerling die zijn leraar vermoordde, kunnen niet meer terug naar school. Het is voor leraren te kwetsend geweest dat zij zich solidair hebben getoond met de moordenaar van hun collega. In plaats van deze leerlingen meteen van school te verwijderen, wordt er gekozen voor een andere procedure: herstelrecht. Daartoe worden er voorbereidende gesprekken gevoerd met de leerlingen en hun → ouder(s) en/of andere belangrijke personen uit hun omgeving.
X_082_B01nw.indd 8
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:24
Als duidelijk is dat de daders bereid zijn hun verantwoordelijkheid te nemen, worden ze in contact gebracht met de slachtoffers. Dit proces wordt geleid door daartoe opgeleide professionals. Het doel is het zich verplaatsen in de ander en herstel van de relatie. De uitkomst op de school was dat de meeste leerlingen weer terug mochten komen op school.
Herstelrecht of Restorative Justice is gebaseerd op een justitioneel model, waarbij de focus meer gericht is op herstel van de aangerichte schade en daarmee op herstel van de relatie, dan op het straffen van de daders. Het is afgeleid van de manier waarop Maori, de oorspronkelijke inwoners van New Zeeland, conflicten binnen de groep oplossen. Het biedt een alternatief denkkader voor het omgaan met daders en slachtoffers. In Nederland vindt het herstelrecht zijn toepassingen met name in de maatschappelijke dienstverlening. Op een aantal scholen wordt met het model geëxperimenteerd of is het ingevoerd. Hoever kan schoolpersoneel gaan bij het opsporen van vermoedelijk strafbare feiten? Soms is niet meteen duidelijk wie de dader is of wie de daders van een bepaald vermoedelijk strafbaar feit zijn. Ook is niet altijd duidelijk wat er precies is gebeurd. In die gevallen hanteert elke leraar zijn eigen methoden om de daders op te sporen en de waarheid boven tafel te krijgen. Soms gebeurt dat door te dreigen met collectieve sancties tegen een bepaalde groep of klas of het apart nemen van vermoedelijke daders en die te ondervragen. Ook komt het voor dat medewerkers van de school tassen, rugzakken en kluisjes van bepaalde leerlingen - al of niet met hun toestemming - doorzoeken om vermiste goederen op te sporen. Het schoolpersoneel opereert dan op de grens van wat strafvorderlijk nog toelaatbaar is. Niet de burger, maar justitie is - op de hieronder genoemde uitzonderingen na - bevoegd om in het kader van de opsporing van een vermoedelijk gepleegd strafbaar feit opsporings handelingen te verrichten.
Wist je dat ...? • leraren en conciërges bij het openen van rugzakken, tassen of kluisjes opereren op de grens van wat strafvorderlijk nog toelaatbaar is. Niet de burger, maar justitie is bevoegd spullen te doorzoeken • een burger die een zogenaamd ‘citizens arrest’ verricht de spullen die de verdachte bij zich heeft en vermoedelijk iets met het strafbare feit te maken hebben, in beslag mag nemen. Hij dient deze wel aan de politie te overhandigen
1 - Klacht, aangifte of informele afhandeling
X_082_B01nw.indd 9
13-02-2007 12:52:26
Uitzondering 1: aanhouding door schoolpersoneel. Wanneer mag iemand een verdachte opsluiten? De meest vergaande bevoegdheid van een burger, in dit geval een leraar of ander personeelslid, is dat hij een verdachte mag aanhouden. Dit aanhouden mag alleen als de verdachte op heterdaad op een vermoedelijk strafbaar feit wordt betrapt. Onder heterdaad wordt verstaan: tijdens het plegen van het feit of kort daarna. De burger die een verdachte heeft aangehouden moet deze ‘onverwijld’ aan een opsporingsambtenaar - i.c. de politie - overleveren. De schoolmedewerker mag de verdachte, in afwachting van de komst van de politie, korte tijd van zijn vrijheid beroven door hem in een kamer of een andere ruimte op te sluiten. Drang mag daarbij wel worden toegepast, geweld niet. Proportioneel geweld mag alleen worden gebruikt bij noodzakelijke zelfverdediging of ter bescherming van andere personen of van goederen. In dit geval wordt het geweld noodweer genoemd. Uitzondering 2: ondervragen. Mag de verdachte ondervraagd worden door een personeelslid? De medewerker van de school mag de aangehoudene niet echt verhoren, maar wel vragen stellen over het vermoedelijk gepleegde strafbare feit en kan de daarop gegeven antwoorden meedelen aan de politie. De politie kan de medewerker als getuige horen en maakt daarvan een proces-verbaal dat als bewijsmiddel in een eventuele strafzaak kan worden gebruikt. Uitzondering 3: in beslag nemen. Mag iemand spullen afpakken van de verdachte? De burger die een zogenoemd ‘citizens arrest’ verricht, mag spullen die de aangehoudene bij zich heeft en die vermoedelijk iets met het strafbare feit te maken hebben afpakken of in beslag nemen en aan de politie overhandigen. Hij mag de aangehoudene niet fouilleren, dus niet aan lichaam of kleding onderzoeken. Wat is het verschil tussen een klacht en een aangifte? Een aangifte is het melden van een vermoedelijk gepleegd strafbaar feit bij een opsporingsambtenaar. Een klacht is een aangifte met een verzoek tot vervolging. De delicten waarvoor een klacht moet worden gedaan zijn met name genoemd als klachtmisdrijven. Het gaat om gebeurtenissen als belediging, schending van geheimen, smaad, stalking, het onder bedreiging spullen afnemen. Zonder klacht kunnen deze feiten niet worden vervolgd. Mag iedereen een klacht of een aangifte doen? Leraar is bang voor repercussies Een leraar is bedreigd door de vader van een leerling, maar durft daarvan geen aangifte te doen uit angst voor repercussies. De school heeft een ander belang: zij wil niet dat er een situatie van intimidatie en angst blijft bestaan. De school is bevoegd om aangifte te doen. Justitie kan overwegen in dit geval tot vervolging over te gaan.
10
X_082_B01nw.indd 10
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:26
Iedereen die op de hoogte is van een begaan strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte of klacht te doen. Aangifte kan ook worden gedaan tegen de wil van het slachtoffer. Uiteraard zal de politie in die situatie een aantal zaken tegen elkaar afwegen. Het is dan de vraag of het algemeen belang groot genoeg is om toch de klacht of de aangifte in behandeling te nemen. De politie beslist hier in eerste instantie over.
Wist je dat ...? • uit onderzoek blijkt dat leraren vaak geen melding of aangifte doen uit schaamtegevoel of omdat ze geen vertrouwen hebben dat er iets mee gebeurt • als een leraar geen aangifte wil doen uit angst voor repercussies de school de aangifte kan overnemen
Wanneer is een melding een aangifte? Zodra de politie op de hoogte wordt gesteld van een vermoedelijk gepleegd strafbaar feit kan zij besluiten een opsporingsonderzoek in te stellen. Een officiële aangifte is daar niet voor nodig. Een telefoontje (ook anoniem) kan al als een aangifte worden opgevat. Kan een aangifte weer worden ingetrokken? De directeur of leraar die aangifte doet, kan deze formeel niet meer intrekken. De regie gaat over naar de politie. De politie kan in overleg met de schoolleiding wel besluiten een zaak ‘te laten zitten’, dat wil zeggen niet in de vorm van een procesverbaal aan de officier van justitie toe te sturen. Dit wordt politiesepot genoemd. Of de politie seponeert is helemaal ter beoordeling aan de politie. De politie maakt altijd een aantekening van de melding, een zogenoemde mutatie, ook al gebeurt daar verder niets mee. Kan een klacht weer worden ingetrokken? De aangifte van een zogenoemd klachtdelict kan worden ingetrokken. Voorbeelden van klachtdelicten zijn: belediging, iemand dwingen om iets te doen, niet te doen of te dulden (zoals treiteren), afdreiging (bijvoorbeeld het laten afgeven van spullen op straffe van het openbaren van een geheim) en belaging of stalking. Degene tegen wie het feit is begaan, de klachtgerechtigde, kan binnen acht dagen na de dag van de indiening van de klacht deze intrekken. Als klachtgerechtigden jonger zijn dan 16 jaar moet de wettelijk vertegenwoordiger (de ouders of voogd) de klacht indienen en eventueel intrekken.
1 - Klacht, aangifte of informele afhandeling
X_082_B01nw.indd 11
11
13-02-2007 12:52:27
Kan justitie ook zonder klacht een strafbaar feit vervolgen? Ja. Niet-klachtdelicten zijn ‘ambtshalve vervolgbaar’. Dit zijn feiten die ter ore van de politie komen en die zonder aangifte of klacht en zelfs tegen de wil van de benadeelde of het slachtoffer vervolgd kunnen worden. Ambtshalve vervolging vindt meestal plaats nadat aangifte is gedaan, maar is daarvan niet afhankelijk. Ook als een politieagent op basis van eigen waarneming proces-verbaal opmaakt, kan het Openbaar Ministerie besluiten te vervolgen. Een uitgangspunt van politie en justitie is wel dat er geen opsporing en vervolging plaatsvindt zonder dat er aangifte is gedaan van het strafbare feit. Maar dit is een beleidsafspraak en geen wettelijke regel. Daarvan kan dus worden afgeweken. Moeten de ouders altijd worden ingelicht als een minderjarige aangifte wil doen? Marokkaans meisje aangerand Een Marokkaans meisje wordt aangerand door enkele jongeren in de kelder van de school. Na lang aandringen wil het meisje wel aangifte doen, maar het is voor haar ondenkbaar dat ze het thuis vertelt. Het komt daardoor niet tot een aangifte: dit lijkt niet te kunnen zonder de ouders op de hoogte te stellen.
Als een minderjarige aangifte wil doen, is hij daartoe volledig bevoegd. De politie is niet wettelijk verplicht de ouders van het slachtoffer of de aangeefster op de hoogte te stellen van de aangifte. In het geval van de casus ‘Marokkaans meisje aangerand’ kan het inlichten van de ouders door de politie zelfs een onrechtmatige daad opleveren, omdat het meisje schade kan leiden als de politie haar ouders informeert. Het meisje kan, zoals iedereen die iets van de dader heeft te vrezen, vragen om haar personalia en/of adres niet in het proces-verbaal op te nemen. Mocht zij als getuige worden gehoord dan kan zij, afhankelijk van de dreiging die van de verdachte uitgaat, om volledige of beperkte anonimiteit vragen.
Wist je dat ...? • een telefoontje opgevat kan worden als een aangifte en dat je dit formeel niet meer kunt intrekken • je alleen aangifte van zogenaamde klachtdelicten kunt intrekken • de taakstraf van een Halt-bureau maximaal
12
X_082_B01nw.indd 12
20 uur is
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:27
Wat is een Halt-afdoening? Halt staat voor Het ALTernatief. Strafbare incidenten met een baldadig karakter, zoals vernieling, diefstal of overlast met vuurwerk, die te ernstig zijn voor een straf door de school zelf, kunnen leiden tot een Halt-afdoening. Nadat het incident is gemeld bij de politie kan deze de dader verwijzen naar een Halt-bureau voor het deelnemen aan een taakstraf van maximaal 20 uur. Deze maatregel kan worden toegepast voor jongeren van 12 tot 18 jaar. Via een Halt-procedure kunnen jongeren rechtzetten wat zij fout hebben gedaan zonder dat zij in aanraking komen met justitie. De voordelen hiervan zijn: • snelle afhandeling na het gepleegde delict (‘lik-op-stuk’); • de jongere kan een aantekening in de justitiële documentatie vermijden; • schadevergoeding aan de benadeelde wordt in de Halt-afdoening meegenomen. Als het gaat om jongeren van nog geen 16 jaar is voor deelname aan een project de schriftelijke toestemming van de ouders nodig. Als deelname aan een project succesvol wordt afgerond kan de betrokken jongere niet meer worden vervolgd. Voor kinderen jonger dan 12 jaar die strafbare feiten hebben gepleegd, bestaat er de zogenoemde Stop-reactie. Een Stop-reactie bestaat uit deelname aan activiteiten met een pedagogische strekking gedurende maximaal 10 uur. De Stop-reactie wordt uitgevoerd door de Halt-bureaus. Deelname kan alleen plaatsvinden met toestemming van de ouders. Omdat kinderen die jonger zijn dan 12 jaar niet kunnen worden vervolgd, heeft weigering van deelname aan een Stop-reactie geen strafrechtelijke gevolgen. Waaruit bestaat een Halt-afdoening? In de Halt-afdoening gaat de jongere twee tot twintig uur werken of meedoen aan een speciale leeractiviteit. Ook excuses aanbieden aan de benadeelde kan deel uitmaken van de Halt-afdoening. Om de jongere te confronteren met de gevolgen van zijn daden heeft de Haltafdoening bij voorkeur te maken met het gepleegde delict: de jongere gaat bijvoorbeeld de muur schoonmaken die is bespoten met graffiti of helpen in de winkel waar hij wat gestolen heeft. Als de jongere niet bij de benadeelde aan de slag kan wordt hij ingezet bij een gemeentelijke dienst. Het werk wordt buiten de schooltijden gedaan en begeleid door een volwassene. Wie neemt het besluit over een Halt-afdoening? De politie neemt in eerste aanleg, na het raadplegen van de beschikbare informatiebronnen, de beslissing of een strafbaar feit wel of niet via Halt wordt afgedaan. Hierbij wordt een aantal toetsingscriteria in acht genomen. Zo moet het gaan om niet te ernstig vergrijp waarbij de schade niet groter is dan 4.500 euro en moet de dader een bekentenis afleggen. Hierbij wordt rekening gehouden met de achtergrond van de dader. Daarnaast kan in bijzondere gevallen de officier van justitie bepalen dat een feit dat buiten de aanwijzing valt toch door Halt kan worden afgewerkt. Wat gebeurt er als de verdachte niet meer in aanmerking komt voor een Halt-afdoening? Als de betrokken leerling niet of niet meer voor deelname aan een Halt-project in aanmerking komt, kan de politie een proces-verbaal opmaken en dat naar de jeugd-
1 - Klacht, aangifte of informele afhandeling
X_082_B01nw.indd 13
13
13-02-2007 12:52:28
officier van justitie sturen. Deze beslist aan de hand van een casusoverleg waarbij de politie en de Raad voor de Kinderbescherming zijn betrokken of de jongere door de kinderrechter moet worden berecht of dat eerst nog een zogenoemde transactie wordt aangeboden. Als dat laatste het geval is krijgt de jongere een oproep om alleen of met zijn ouders op het parket van de jeugdofficier te verschijnen. Deze kan hem dan voorstellen om alsnog een taakstraf te verrichten van maximaal 40 uur. Gaat dat goed, dan volgt geen dagvaarding en is de zaak afgedaan. Jonge verdachten die in voorlopige hechtenis zijn gesteld of die niet (meer) in aanmerking komen voor een Halt-afdoening of transactie, worden gedagvaard om op een zitting van de kinderrechter te verschijnen. Meer informatie over Halt-afdoening: www.halt.nl.
14
X_082_B01nw.indd 14
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:28
2 Na de klacht of aangifte Soms kan de politie weinig doen met een klacht. Als de benadeelde partij daarover ontevreden is, kan hij schriftelijk een klacht indienen bij het gerechtshof. Als er een opsporingsonderzoek loopt, hoeft de politie of het Openbaar Ministerie daarover geen mededelingen te doen aan de ouders of de school. De politie en het OM kunnen de pers informeren over strafbare feiten zonder de school daarbij te betrekken. Wat kan de politie doen bij intimidatie? Teamleider anoniem bedreigd Een teamleider wordt aangevallen door een leerling, daarna is hij anoniem bedreigd. In goed overleg met de politie is aangifte gedaan. De dader staat echter weer snel op straat en fietst regelmatig rond de school. Na de anonieme telefonische bedreigingen heeft de politie geen nadere actie ondernomen. Er dreigt voortdurend agressie van de kant van de leerling. Het is duidelijk dat de leerling niet meer op school terug kan. Het is onduidelijk wie de bevoegdheid dan wel de taak heeft om initiatieven te nemen. De school, de burgemeester, de politie?
Na aanhouding en verhoor van de verdachte kan de ernst van de zaak en de achtergrond van de verdachte ertoe leiden dat hij weer in vrijheid wordt gesteld. Ook is het moeilijk om anonieme telefonische bedreigingen uit te rechercheren. Bij telefonische bedreigingen kan er een telefoontap op de telefoon van verdachte worden geplaatst, maar alleen als de bedreigingen langere tijd aanhouden en altijd op last van de officier van justitie. Fietsen langs de school en een dreiging van agressie, overigens zonder dat tot daden wordt overgegaan, is wel zeer ongemakkelijk voor de betreffende leraar, maar niet voldoende om strafrechtelijk maatregelen toe te passen.
Wist je dat ...? • dreiging van agressie, zonder dat tot daden wordt overgegaan, niet voldoende is om strafrechtelijk maatregelen toe te passen • je een klacht kunt indienen bij het gerechtshof als de politie niets doet met een aangifte of klacht
2 - Na de klacht of aangifte
X_082_B01nw.indd 15
15
13-02-2007 12:52:28
Los van de politie kan de school haar verantwoordelijkheid nemen en tot actie overgaan door contact te zoeken met de overlastveroorzaker en met hem in gesprek te gaan. Op een school wordt regelmatig in drugs gedeald buiten de poort van de school. Met alle betrokkenen (leerlingen, leraren, politie en ouders) is gesproken over ieders verantwoordelijkheid. Maar als je signaleert en verder niets doet, wordt het probleem nooit opgelost.
Wist je dat ...? • ouders geen recht hebben op inzage in de stukken over het onderzoek van hun kind. Ze kunnen hooguit voorgelicht worden via de raadsman • de politie een persbericht mag uitgeven over het incident of een persconferentie kan organiseren
Wat te doen als de politie niets doet met een aangifte of een klacht? Als de politie niets doet met een aangifte of klacht kan het slachtoffer of de benadeelde als rechtstreeks belanghebbende daarover een klacht indienen bij het dichtstbijzijnde gerechtshof. Het is verstandig om eerst de klacht schriftelijk te melden bij het parket van de officier van justitie in het arrondissement waar het strafbare feit vermoedelijk is gepleegd. Ontvangt men geen of een onbevredigend antwoord, dan kan de rechtstreeks belanghebbende het gerechtshof schriftelijk verzoeken om het Openbaar Ministerie te bevelen om alsnog tot vervolging over te gaan of om de vervolging voort te zetten. Daar is geen advocaat voor nodig. Het gerechtshof stuurt de klager een oproep voor een zitting van het hof, dat vervolgens beslist over eventuele vervolging. Hebben school en ouders recht op informatie over een opsporingsonderzoek? Nee. In het Verdrag inzake de Rechten van het Kind staat dat de privacy van een jeugdige verdachte maximaal wordt gewaarborgd. De politie en het Openbaar Ministerie zijn daarom niet verplicht aan derden mededelingen te doen over aard of vordering van een opsporingsonderzoek. Alles wat de politie in het kader daarvan verricht wordt vastgelegd in processen-verbaal. Deze processen-verbaal worden op een gegeven moment aan de officier van justitie, de rechtbank, de verdachte en de advocaat van de verdachte voorgelegd. De ouders van een verdachte jongere hebben geen eigen recht op inzage in die stukken en kunnen hooguit via de raadsman iets te weten komen over het onderzoek naar mogelijke strafbare gedragingen van hun kind.
16
X_082_B01nw.indd 16
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:29
Mag de politie een persbericht uitgeven? School niet welkom bij persconferentie Na de brand in een moskee is al snel duidelijk dat een groot deel van de verdachten op een bepaalde school zit. Op een persconferentie die is belegd door de burge meester worden wat meer gegevens over de verdachten bekend. De schoolleiding van de betreffende school wil daar graag bij aanwezig zijn om over alle informatie te beschikken en snel te kunnen reageren. Hoewel voor iedereen duidelijk is dat de leerlingen op deze school zitten verbiedt de officier van justitie de school bij de persconferentie aanwezig te zijn in het belang van de privacy van de daders.
De politie en het Openbaar Ministerie zijn vrij in het uitgeven van persberichten of het organiseren van persconferenties. Zij kunnen daarvoor uitnodigen of van uitsluiten wie zij willen. Datzelfde geldt voor het gemeentebestuur (i.c. de burgemeester) als aan een strafzaak een aspect van openbare orde kleeft. Hoe kan een school betrokken worden bij de informatievoorziening over incidenten? Haarlok in brand Twee meisjes steken een lok van het haar van een lerares in brand. De meisjes geven elkaar de schuld, waarop de schoolleiding besluit de politie te bellen. De politie komt en neemt de meisjes mee. Vanaf dat moment wordt de regie overgedragen aan de politie, waardoor de school verstoken blijft van informatie. Omdat de politie het incident hoog opneemt, laat de politie een ‘persalarm’ uitgaan. Hierdoor is het incident overal bekend en wordt er al gesproken over een moordaanslag. De pers weet de school te vinden, maar de school heeft onvoldoende informatie om adequaat te reageren.
Politie, Openbaar Ministerie en gemeentebesturen treffen elkaar regelmatig in het kader van het zogenoemde driehoeksoverleg om het justitie- en openbare ordebeleid waar nuttig en nodig op elkaar af te stemmen. Scholen kunnen op regionaal niveau proberen afspraken te maken over voorlichting aan het publiek bij ernstige incidenten waarbij scholieren zijn betrokken. Een persalarm wordt meestal gegeven bij grootschalige gebeurtenissen, zoals openbare ordeverstoringen of politiële acties waarvan de politievoorlichter het wenselijk of noodzakelijk acht dat de pers wordt gealarmeerd.
2 - Na de klacht of aangifte
X_082_B01nw.indd 17
17
13-02-2007 12:52:29
3 Onderzoek en vooronderzoek De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde. Bij strafbare feiten kan de politie optreden onder verantwoordelijkheid van de officier van justitie. De politie heeft bij ernstige incidenten altijd de regie: zij mag de school afsluiten, het gebouw doorzoeken en mensen bevelen niet of juist wel weg te gaan. De politie kan verdachte leerlingen meenemen naar het bureau en moet daarvan de ouders op de hoogte stellen. De school hoeft niet geïnformeerd te worden. Een verdachte onder de 12 jaar kan hooguit 15 uur op het bureau worden vastgehouden. Voor oudere kinderen kan deze zogenoemde ophouding twee keer met drie dagen worden verlengd en in zware zaken met veertien dagen. Het kind wordt dan in een opvanginrichting geplaatst. Medewerkers van de school hoeven niet te getuigen als zij daartoe door de politie worden opgeroepen. Zij moeten wel getuigen als zij worden opgeroepen door de rechter-commissaris. Wie is aanspreekbaar bij verstoring van de openbare orde? De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde in zijn gemeente. De openbare orde kan bijvoorbeeld worden verstoord door hangjongeren die lawaai of rommel maken. De burgemeester kan de politie dan opdragen de openbare orde te handhaven. Maar vaak gaan ordeverstoringen gepaard met strafbare feiten. In zo’n geval kan de politie optreden ter voorkoming of opsporing van misdrijven of overtredingen. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de officier van justitie in het desbetreffende arrondissement. De politie heeft dus feitelijk twee ‘bazen’. Wie heeft de regie na een ernstig incident? Directeur heeft geen zeggenschap Op een scholengemeenschap wordt een leraar doodgeschoten door een leerling. De voorzitter van de centrale directie is toevallig op de locatie aanwezig en kan snel handelen. De politie is snel ter plaatse en neemt onmiddellijk de regie over. De directeur heeft geen zeggenschap meer.
Als de politie al of niet na aangifte besluit om naspeuring te verrichten naar daders van vermoedelijk gepleegde strafbare feiten op de school of jegens de school, heeft zij bepaalde bevoegdheden op het schoolterrein en binnen de gebouwen van de school. De politie neemt dan de regie in handen. De directeur heeft geen zeggen schap meer over wat op de school gebeurt voor zover dat verband houdt met het gepleegde strafbare feit. Hoe ernstiger het feit, hoe meer de leerlingen en het schoolpersoneel van de politie moeten dulden en hoe groter de inbreuk op de vrijheid van leerlingen en medewerkers van de school is. Mag de politie de school afsluiten? In het kader van sporenonderzoek of als een doorzoeking is aangevraagd - vroeger ‘huiszoekingsbevel’ - kan de politie de school of delen van de school afsluiten in afwachting van de komst van de officier van justitie of de rechter-commissaris. De situatie wordt dan ‘bevroren’. Leerlingen en personeel mogen dan tijdelijk niet meer naar buiten of naar binnen, ook niet om persoonlijke eigendommen op te halen.
18
X_082_B01nw.indd 18
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:29
Ook moeten zij zich op straffe van een proces-verbaal houden aan de aanwijzingen van de politie, al of niet in uniform, zoals recherche. Dit gebeurt om te voorkomen dat er voorwerpen worden weggemaakt of beschadigd die de politie in beslag wil nemen. De politie kan daarbij verlangen dat men zich identificeert. Ook nadien, als er sprake is van een door de rechter gelaste ‘schouw’ (het ter plaatse gaan kijken), kan de politie de school of een gedeelte daarvan afsluiten en bewaken. Ook dan kan de politie bevelen dat niemand weggaat zonder uitdrukkelijke toestemming en dat niemand gebruik maakt van communicatiemiddelen als telefoon of e-mail zolang het onderzoek niet is afgelopen. Overtreders van een dergelijk bevel kunnen door de politie ter plekke worden vastgehouden totdat de schouw of de doorzoeking is voltooid.
Wist je dat ...? • de politie bij verhoor verplicht is om uit eigen beweging de familie of huisgenoten van de minderjarige verdachte zo snel mogelijk op de hoogte te stellen. Zij hoeven de school van de leerling niet in te lichten • de politie in het kader van sporenonderzoek de school kan sluiten in afwachting van de komst van de officier van justitie
Wat mag de politie doen als iemand wordt verdacht van wapenbezit? Als er verdenking bestaat dat er op een school verboden slag-, steek-, vuurwapens of munitie aanwezig zijn, beschikt de politie bij de opsporing van deze wapens en de bezitters ervan over bijzondere bevoegdheden. Deze staan vermeld in de Wet wapens en munitie (WWM). Als de politie vermoedt dat er op een school wapens of munitie aanwezig zijn, kan de school worden doorzocht ter inbeslagneming van deze wapens en/of munitie. Personen die ervan worden verdacht wapens bij zich te hebben of binnen te hebben gebracht kunnen ter plekke op verdenking van overtreding van de WWM worden aangehouden. Het is mogelijk dat een burgemeester een school en de directe omgeving daarvan aanwijst als ‘veiligheidsrisicogebied’. In dat geval is de politie op bevel van de officier van justitie gedurende een beperkte tijd bevoegd om iedereen en alle vervoermiddelen in dat gebied op de aanwezigheid van verboden wapens en munitie te onderzoeken. Hoe gaat de politie te werk bij de aanhouding van verdachten? De politie is bevoegd om verdachten op heterdaad of buiten heterdaad aan te houden en in dat kader voor onderzoek of verhoor mee te nemen naar een politiebureau.
3 - Onderzoek en vooronderzoek
X_082_B01nw.indd 19
19
13-02-2007 12:52:30
Andere aanwezigen kan worden gevraagd zich te identificeren als dat redelijkerwijs noodzakelijk is, bijvoorbeeld om hen later eventueel als getuigen te kunnen horen. Elke verdachte kan gedurende ten hoogste zes uur op een politiebureau voor onderzoek of verhoor worden vastgehouden. Voor de berekening van die zes uur telt de tijd tussen middernacht en 9 uur ‘s ochtends niet mee, zodat de verdachte - afhankelijk van het tijdstip waarop hij op het bureau aankomt - maximaal gedurende 15 uur voor onderzoek kan worden vastgehouden. Dit vasthouden in het kader van onderzoek wordt ‘ophouden’ genoemd. Verdachten onder de 12 jaar kunnen niet langer dan die 15 uur voor onderzoek of verhoor op het politiebureau worden opgehouden. Voorafgaand aan insluiting op een politiebureau zal de politie alle voorwerpen waarmee de verdachte zichzelf of een ander zou kunnen beschadigen van hem afnemen. Wie moet de politie over de insluiting informeren? Leerlingen bellen familie van verdachte Een leerling uit ernstige bedreigingen tegen een leraar. De school heeft een goed en direct contact met de politie. De schoolleiding belt de wijkregisseur op zijn mobiele nummer, waarna de politie zeer snel ter plaatse is. De politie houdt de leerling aan. De schoolleiding mag op bevel van de politie de ouders van de betreffende leerling nog niet op de hoogte brengen. Medeleerlingen informeren ondertussen via hun mobiele telefoons familieleden van de leerling.
De politie is verplicht om uit eigen beweging een familielid of huisgenoot van een minderjarige verdachte zo spoedig mogelijk van de insluiting op het bureau op de hoogte te stellen. De politie is niet verplicht de school van de insluiting op de hoogte te stellen en is ook niet verplicht om op vragen van de school over een eventuele insluiting van een leerling of over het verloop van het onderzoek in te gaan.
Wist je dat ...? • de politie bij aanhouding van een minderjarige de Raad voor de Kinderbescherming waarschuwt • een jongere meer kans maakt op schorsing van inbewaringstelling als de jongere op school terug kan komen
20
X_082_B01nw.indd 20
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:30
Wie mogen er bij het verhoor aanwezig zijn? De wet geeft noch de ouders, noch de raadsman het recht om bij de politieverhoren aanwezig te zijn. Ook heeft niemand van de school het recht om bij dergelijke verhoren aanwezig te zijn. De school kan te zijner tijd slechts kennis nemen van de inhoud van de door de leerling afgelegde verklaringen voor zover zij als benadeelde partij inzage krijgt in de strafstukken. Het is aan de andere kant ook niet verboden om ouders of raadslieden toe te laten. In sommige gevallen, zeker bij minderjarigen, kan het verhoortechnisch zelfs verstandig zijn om dit wel te doen. Mogen de ouders op bezoek komen? Ouders die het gezag over hun minderjarig kind uitoefenen, mogen hun ingesloten kind vrijelijk bezoeken. Ook de raadsman van het kind mag op bezoek komen, evenals gezinsvoogden. Wat gebeurt er bij inverzekeringstelling van verdachten? Verdachten van 12 jaar of ouder kunnen in aansluiting op het ophouden voor onderzoek in verzekering worden gesteld, waardoor het verblijf op het bureau met maximaal twee keer drie dagen kan worden verlengd. Voor zover de ouders van de jongere zelf nog geen raadsman hebben ingeschakeld, waarschuwt de politie na inverzekeringstelling de advocaat van piket. Deze zoekt de jongere op en verleent de eerste rechtsbijstand. Hebben de advocaat en de school contact met elkaar? De politie hoeft de school niet te zeggen wie de advocaat van de jongere is. De advocaat kan wel zelf contact opnemen met de school of schoolpersoneel. Wat door schoolmedewerkers tegen de raadsman wordt gezegd kan deze gebruiken ter verdediging van zijn cliënt. De advocaat kan de zegsman of -vrouw desnoods op de strafzitting laten komen om te getuigen. Wordt de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld? Als de verdachte minderjarig is waarschuwt de politie op het moment dat de verdachte minderjarige in verzekering is gesteld tevens de Raad voor de Kinderbescherming. Een medewerker van de Raad zoekt de jongere op en maakt een ‘vroeghulprapport’, een snelle eerste verkenning. Bij zaken waarbij de verdachte niet in verzekering wordt gesteld, wordt tijdens het justitiële casusoverleg waarbij een raadsmedewerker aanwezig is besloten of er al dan niet onderzoek wordt gedaan. Als er onderzoek wordt gedaan kan de medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming in dat kader contact met de school opnemen en in zijn rapportage vermelden wat de school over de jongere en zijn gedrag heeft opgemerkt. Het raadsrapport komt als onderdeel van het strafdossier onder ogen van de officier van justitie, de rechter en de advocaat. Wat is inbewaringstelling? In de wat zwaardere strafzaken kan na de inverzekeringstelling, op vordering van de officier van justitie, de rechter-commissaris de bewaring van de verdachte bevelen. De bewaring kan ten hoogste 14 dagen duren en vindt plaats in een zogenoemde opvanginrichting, in de volksmond ook wel jeugdgevangenis genoemd. De bewaring kan echter ook op elke andere ‘daartoe geschikte plaats’ worden uitgevoerd. Huisarrest is bijvoorbeeld mogelijk als de opvoeders daartoe in staat zijn.
3 - Onderzoek en vooronderzoek
X_082_B01nw.indd 21
21
13-02-2007 12:52:31
Kan de inbewaringstelling worden geschorst? De rechter moet uit eigen beweging onderzoeken of een inbewaringstelling geschorst kan worden, eventueel met bijzondere voorwaarden. Een jongere maakt meer kans op schorsing als hij op school kan terugkomen. De jeugdreclassering zal - als het goed is - contact opnemen met de school om te vragen of de jongere bij schorsing van de bewaring weer terug naar zijn oude school kan en zo niet, of hij op een andere school terecht kan. Als de bewaring wordt geschorst mag de jongere tijdens die schorsing geen nieuwe strafbare feiten begaan. Gebeurt dat toch, dan wordt de schorsing opgeheven en gaat de jongere terug naar de opvanginrichting. Wat is gevangenhouding? Als de bewaring is bevolen en niet is geschorst kan de jongere nog driemaal 30 dagen gevangen worden gehouden in een opvanginrichting. Hier zitten zowel jeugdigen die van een misdrijf worden verdacht als jeugdigen die al een straf opgelegd hebben gekregen. Ook de gevangenhouding kan op een andere ‘daartoe geschikte plaats’ worden uitgevoerd en ook de gevangenhouding kan worden geschorst. Kan een leerling onderwijs volgen tijdens inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis? De school kan voor een leerling die op een politiebureau is gedetineerd lesmateriaal afgeven of dat aan de ouders of verzorgers meegeven die bij het kind op bezoek gaan. Als een jongere in het kader van de bewaring of gevangenhouding naar een opvanginrichting wordt overgebracht, kan de school contact opnemen met die inrichting en daar laten weten met welke opleiding het kind bezig was. In overleg met de inrichting kan dan onderwijsmateriaal worden afgegeven. In de opvang inrichtingen moeten in het kader van een ‘verblijfsplan’ leerplichtige jongeren onderwijs krijgen. Als het enigszins kan moet de opleiding die voor de detentie werd gevolgd, worden voortgezet. Kan een jongere met een enkelband naar school? Met een enkelband naar school Op een ROC waar verschillende jongeren met enkelbanden onderwijs volgen zijn de ervaringen overwegend positief. Reacties: “De enkelband is belangrijk; als maatregelen vanuit justitie wegvallen, dan vallen ze snel terug in oud gedrag.” “De enkelband helpt, het weerhoudt de jongere om toe te geven aan de groepsdruk.” “Het is niet nodig om extra veiligheidsmaatregelen in de school te treffen als poortjes, pasjes en dergelijke als een gestrafte jongere een enkelband draagt.”
In sommige gevallen gaan gedetineerde jongeren overdag naar school. De rechter heeft dan besloten dat zij de kans krijgen om hun opleiding af te maken. Ook kan er sprake zijn van nachtdetentie, waarbij de jongere een opleiding gaat volgen als onderdeel van een terugkeertraject. Deze jongeren krijgen een enkelband om en gaan onder strikte voorwaarden naar school. Er zijn enkelbanden die ervoor zorgen dat de jongere op tijd van en naar school gaat en er zijn enkelbanden waarmee ook in de
22
X_082_B01nw.indd 22
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:31
gaten gehouden wordt waar de jongere zich bevindt. Soms wordt hiermee een buurtverbod uitgevoerd. Wanneer moet een personeelslid getuigen? In het kader van een opsporingsonderzoek kan de politie getuigen horen en daartoe leerlingen en schoolpersoneel vragen stellen over het vermoedelijk gepleegde strafbare feit. Op grond van de Wet op de identificatieplicht mag de politie vragen of de getuigen zich willen identificeren. Wil of kan men dat niet, dan levert dat een strafbaar feit op. Getuigen zijn echter niet verplicht om de opsporingsambtenaren antwoord te geven op vragen over de vermoedelijk gepleegde strafbare feiten. Men hoeft de politie ook niet te vertellen waaróm men niet wil antwoorden. Men kan niet mee naar het politiebureau worden genomen om daar te getuigen. Men is niet verplicht om aan een uitnodiging om op het bureau te komen getuigen gehoor te geven. Als (mogelijke) getuigen in een later stadium van het vooronderzoek door een rechter-commissaris worden opgeroepen om te getuigen, zijn zij wél verplicht om op vragen te antwoorden, tenzij zij gebruik kunnen en willen maken van het verschoningsrecht. Mag de school de ouders informeren? De politie mag de schoolleiding niet bevelen geen informatie aan de ouders te verstrekken over een door hun zoon of dochter vermoedelijk gepleegd strafbaar feit. De schoolleiding mag door het opnemen van contact met de vermoedelijke dader(s) echter niet het risico nemen dat door de ouders bewijs tegen hun kind wordt weggemaakt, bijvoorbeeld dat zij door hun kind gestolen spullen of bepaalde kledingstukken vernietigen of verbergen. De school zou dan kunnen worden beticht van medeplichtigheid aan het wegmaken van bewijsstukken en dat is strafbaar. De politie is zelf verplicht de ouders zo snel mogelijk in kennis te stellen van de insluiting van hun kind. De politie zal dan - hangende het onderzoek - hooguit globale informatie aan de ouders geven over de reden van de insluiting. Hebben leraren verschoningsrecht of een geheimhoudingsplicht? Vermist Op een school wordt een leerling uit de brugklas vermist. Dit duurt al weken. Omdat er geen enkele aanwijzing is, is iedereen in principe verdacht: ook de leraren. Sommige leraren houden zich intensief bezig met het verdriet van hun leerlingen en de wanhoop over de vermissing. Dezelfde leraren moeten zich melden op het politiebureau voor verhoor.
Als de rechter-commissaris in het kader van een gerechtelijk vooronderzoek mensen oproept om te getuigen, zijn zij verplicht om naar hem toe te gaan en de hun gestelde vragen te beantwoorden. Antwoorden is alleen niet verplicht als zij zich op het verschoningsrecht of een geheimhoudingsplicht kunnen beroepen. Verschoningsgerechtigd zijn familieleden van de verdachte. Leraren worden in het strafprocesrecht niet als geheimhouders beschouwd en zijn dus verplicht te antwoorden. Maar wanneer een getuige door het afleggen van een verklaring zichzelf zou kunnen beschuldigen hoeft hij bij de rechter-commissaris geen verklaring af te leggen.
3 - Onderzoek en vooronderzoek
X_082_B01nw.indd 23
23
13-02-2007 12:52:31
Kan een getuige anoniem worden gehoord? Als getuigen zich bedreigd voelen kunnen zij verzoeken om anoniem te worden gehoord. Zij moeten dan officieel tot bedreigde getuigen worden bestempeld. Hun identiteit blijft dan voor de verdachte en diens raadsman geheim, maar aan hen kunnen door de verdediging via de rechter–commissaris wel vragen worden gesteld.
Wist je dat ...? • de school als een jongere naar een opvanginrichting wordt overgebracht, contact kan opnemen en in overleg onderwijsmateriaal mag afgeven • medeleerlingen en schoolpersoneel niet verplicht zijn gehoor te geven aan een uitnodiging om op het bureau te komen getuigen
Wanneer kan DNA-materiaal van scholieren en schoolpersoneel worden afgenomen? DNA-onderzoek is juridisch gezien nog erg in ontwikkeling. Op dit moment kan een officier van justitie of een rechter-commissaris die dat in het kader van het vooronderzoek nodig vindt celmateriaal laten afnemen. Dit kan desnoods onder dwang. Op dit celmateriaal wordt DNA-onderzoek gedaan. Als de officier of de rechtercommissaris ook van niet-verdachte personen celmateriaal wil hebben om DNA-onderzoek aan te laten verrichten kan dat alleen als de betrokkenen daarvoor schriftelijke toestemming geven. Als het gaat om minderjarige leerlingen is daarvoor ook de schriftelijke toestemming nodig van de ouders of voogd. De wetgeving op dit gebied verandert regelmatig. De actuele stand van zaken is te vinden op www.postbus51.nl. Waartoe dient een voorlichtingsrapport van de Raad voor de Kinderbescherming? Om een goed beeld te krijgen van een jeugdige verdachte stelt een medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming of van de jeugdreclassering een voorlichtings rapportage op. Hierin wordt de persoon van de jongere en zijn levensomstandigheden belicht. Daartoe wordt ook contact opgenomen met de school. De school is niet verplicht aan deze voorlichtingsrapportage mee te werken, maar voor het krijgen van een goed beeld is voorlichting van de officier van justitie en de rechtbank over de verdachte als leerling bijna onontbeerlijk. Alles wat de geïnterviewden over de persoon van de leerling en over de vermoedelijk door hem begane strafbare feiten aan de rapporteur vertellen, kunnen in het voorlichtingsrapport terechtkomen. Het rapport wordt aan het strafdossier toegevoegd. Alle verklaringen die zich daarin bevinden over de vermoedelijk gepleegde strafbare feiten kunnen door de rechter als bewijs tegen de leerling worden gebruikt.
24
X_082_B01nw.indd 24
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:32
4 De rechtszitting De school kan zich ‘stellen’ als benadeelde partij en een schadeclaim indienen. Jongeren tot 18 jaar worden berecht door de kinderrechter. De zitting is besloten. Alleen als zij moeten getuigen, kunnen medeleerlingen of medewerkers van de school aanwezig zijn. In de meeste gevallen wordt een taakstraf opgelegd, bestaande uit een werk- of leerstraf van maximaal 200 uur of maximaal 240 uur als werk- en leerstraf worden gecombineerd. In ernstige gevallen kan jeugddetentie worden opgelegd. Een jeugddetentie duurt maximaal 12 maanden als de veroordeelde tijdens het plegen van het delict nog geen 16 jaar was en maximaal 24 maanden als hij ouder dan 16 jaar was. Ook kan een maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel) worden opgelegd; deze maatregel kan in ernstige gevallen maximaal zes jaar duren. Wat is de positie van de slachtoffers in het strafproces? School krijgt geen informatie Twee leerlingen van een school zitten wegens een geweldsdelict tegen een lerares in voorarrest. De lerares heeft aangifte gedaan en daardoor blijkt de school geen recht op informatie te hebben. Tijdens het juridische proces krijgt de school een aanspreekpunt bij het parket die alleen desgevraagd informatie over het verloop van de zaak mag geven. Ook bleek de pers steeds eerder over informatie te beschikken dan de school met alle gevolgen van dien. “Had ik maar geweten hoe ik grip kon krijgen en houden op de informatiestromen”, verzucht de locatiedirecteur van de school.
Als aangifte van een vermoedelijk gepleegd strafbaar feit wordt gedaan kan degene die aangeeft zich bij de politie uitdrukkelijk ‘stellen’ als benadeelde partij. Dat kan de direct benadeelde als persoon doen en de school kan dat als benadeelde rechtspersoon doen. De schade van de school als rechtspersoon kan bijvoorbeeld bestaan uit immateriële schade, zoals reputatieschade, maar ook uit materiële, op geld waardeerbare schade. Dit is bijvoorbeeld het geval als er eigendommen van de school zijn gestolen of beschadigd of wanneer leraren tijdelijk vervangen moeten worden door invalkrachten. De benadeelde partij kan dan een schadeclaim indienen. Daarvoor moet een schadeformulier worden ingevuld. Een benadeelde partij is bevoegd om te zijner tijd het strafdossier in te zien voor zover dat van belang is voor het onderbouwen van deze schadeclaim. Slachtoffers of hun nabestaanden kunnen de officier van justitie vragen of zij, als het tot een strafzitting komt, spreekrecht krijgen. Spreekrecht bestaat alleen bij vervolging van ernstige delicten. Wie berecht jongeren tussen 12 en 18 jaar? Verdachten die al wel 12 maar nog geen 18 jaar oud waren toen zij het strafbare feit begingen, worden berecht door de kinderrechter. Deze doet eenvoudige zaken in zijn eentje af. Zwaardere en gecompliceerde zaken worden behandeld door een meervoudige kamer jeugddetentie. Dat is een rechtbank die bestaat uit drie rechters waarvan er ten minste een kinderrechter is. De alleen rechtsprekende kinderrechter
4 - De rechtszitting
X_082_B01nw.indd 25
25
13-02-2007 12:52:32
mag vrijheidsbenemende straffen tot zes maanden opleggen. De meervoudige kamer jeugddetentie kan tot 24 maanden opleggen en is ook bevoegd een jongere tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel) te veroordelen.
Wist je dat ...? • de school zich kan ‘stellen’ als benadeelde partij als er schade is geleden en dat er dan een schadeclaim kan worden ingediend • slachtoffers of hun nabestaanden aan de officier van justitie kunnen vragen om bij een strafzitting spreekrecht te krijgen
Wanneer mogen medeleerlingen, leraren en ouders bij een zitting van de kinderrechter zijn? De zitting van de kinderrechter is in beginsel besloten. Medeleerlingen en schoolpersoneel hebben alleen toegang tot de zitting als zij daar als getuige aanwezig moeten zijn. In uitzonderingsgevallen kan de kinderrechter besluiten jeugdstrafzaken in het openbaar te behandelen. Bij besloten zittingen kan hij bepaalde personen bijzondere toelating verlenen. Een getuige ontvangt een oproep. De medeleerling of het personeelslid dat getuigt wordt ter zitting beëdigd. Een getuige op een zitting is tot antwoorden verplicht, tenzij hij zich op het verschoningsrecht kan beroepen of als door een verklaring af te leggen iemand zichzelf van een strafbaar feit zou beschuldigen. Ook een medeleerling of een personeelslid van de school die als benadeelde partij een claim wil indienen of toelichten of als slachtoffer van spreekrecht gebruik wil maken, heeft toegang tot de zitting. De ouders van de jonge verdachte hebben het recht om ter zitting aanwezig te zijn en kunnen ook reageren op wat medeleerlingen of leraren als getuigen hebben verklaard. Woont een benadeelde de gehele zitting bij? Een benadeelde die ter zitting aanwezig is om zijn schadeclaim toe te lichten, wordt pas binnengeroepen als hij daarvoor aan de beurt is. Voor zover bewijzen van de geleden schade niet met het schadeformulier waren meegestuurd, kunnen die nog ter zitting aan de rechter worden overhandigd. Woont een slachtoffer de gehele zitting bij? Als een slachtoffer heeft aangegeven van zijn spreekrecht gebruik te willen maken wordt hij op het gepaste moment binnengeroepen en kan hij zijn verklaring afleggen.
26
X_082_B01nw.indd 26
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:32
De verdachte mag niet in discussie gaan met het slachtoffer. Ook mag het slachtoffer niet rechtstreeks aan de verdachte vragen stellen. Eventuele vragen kunnen aan de rechter worden gesteld. Maakt het voor de straf uit of de verdachte wel of niet in voorlopige hechtenis zit? Jongeren die niet in voorlopige hechtenis zitten worden meestal tot een taakstraf veroordeeld. Een taakstraf kan bestaan uit een werk- of een leerstraf of een combinatie daarvan. Een combinatie van beide taakstraffen mag maximaal 240 uur duren. Jongeren die in voorlopige hechtenis zitten als ze moeten voorkomen maken een kans op een vrijheidsbenemende sanctie. Vrijheidsbenemende jeugdsancties zijn jeugddetentie en Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJ-maatregel). Jeugddetentie kan maximaal 12 maanden duren als de dader nog geen 16 jaar was toen hij het feit pleegde en maximaal 24 maanden als hij toen al wel 16 jaar of ouder was.
Wist je dat ...? • medeleerlingen en schoolpersoneel alleen toegang hebben tot de zitting van de kinderrechter als zij als getuige zijn opgeroepen of een schadeclaim willen indienen • jongeren die niet in voorlopige hechtenis zitten meestal tot een taakstraf veroordeeld worden
4 - De rechtszitting
X_082_B01nw.indd 27
27
13-02-2007 12:52:33
5 Na de rechtszitting Jongeren die worden veroordeeld tot gevangenisstraf komen in justitiële jeugdinrichtingen. Daar krijgt de jongere onderwijs als onderdeel van het verblijfsplan. De school kan contact opnemen met de inrichting over het lesprogramma en toetsen of examens. De jeugdreclassering zal contact met de school opnemen aan het eind van de detentie om te overleggen over de terugkeer naar de school. Als de jongere geen detentie, maar een taakstraf is opgelegd, moet de Raad voor de Kinderbescherming de uitvoering van de taakstraf afstemmen op de schooltijden.
Wist je dat ...? • er voor een jongere die langer dan drie maanden in een opvangrichting moet verblijven een verblijfsen behandelplan opgesteld moet worden en dat onderwijs een verplicht onderdeel van dit plan is • de jeugdreclassering pas in beeld komt enkele weken voordat de jongere wordt vrijgelaten
Waar gaat de leerling heen als hij wordt veroordeeld? Jongeren van 12 tot ongeveer 18 jaar die worden veroordeeld tot een gevangenis straf komen terecht in justitiële jeugdinrichtingen. Er is een onderscheid tussen opvang- en behandelinrichtingen. Meisjes en jongens worden in aparte afdelingen opgesloten. In de opvanginrichtingen verblijven jongeren met jeugddetentie. Ook zitten er jongeren die nog wachten op de uitspraak van de rechter. In opvanginrichtingen ligt de nadruk op de (her)opvoeding. In behandelinrichtingen zitten jongeren met een zogenoemde PIJ-maatregel. Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJ) is de enige vrijheidsbenemende strafrechtelijke maatregel die sinds de wijziging van het jeugdstrafrecht in 1995 kan worden opgelegd. De kinderrechter kan deze maatregel alleen opleggen indien: • er sprake is van een dermate ernstig misdrijf dat aan de minderjarige verdachte voorlopige hechtenis kan worden opgelegd; • de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen in het geding is; • de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de minderjarige. De jongere krijgt deze maatregel als een ontwikkelingsstoornis heeft geleid tot het plegen van een misdrijf. Voor die stoornis krijgen ze dan een behandeling.
28
X_082_B01nw.indd 28
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:33
Er verblijven ook jongeren in een behandelinrichting op basis van een kinderbeschermingsmaatregel. Het gaat dan om een ondertoezichtstelling (OTS) of uithuisplaatsing; een jongere kan dan niet thuis blijven wonen en moet naar een internaat of pleeggezin. De adressen van al deze inrichtingen zijn te vinden via de website van de Dienst Justitiële Inrichtingen: www.dji.nl. Krijgt de leerling onderwijs in de inrichting? Ja. De directeur van de inrichting moet een verblijfsplan maken voor degenen die langer dan drie maanden in een opvanginrichting verblijven. Een verplicht onderdeel van zo’n verblijfsplan vormt het onderwijs aan de leerling die in voorlopige hechtenis zit of tot jeugddetentie is veroordeeld. Voor jongeren die in een behandelinrichting zijn geplaatst moet de directeur een behandelplan maken. Ook daarvan vormt onderwijs een belangrijk onderdeel. Er wordt een aan de inrichting verbonden leraar betrokken bij de opstelling van een verblijfs- of behandelplan. Wat is de rol van de school van de leerling? Vaak zal de inrichting contact met de school van herkomst opnemen voor overleg over de inhoud van het lesprogramma in de inrichting. Als dit niet gebeurt ligt het op de weg van de school het initiatief te nemen, zeker wanneer de leerling na zijn detentie weer op school mag terugkeren. Daarbij kunnen afspraken worden gemaakt over het laten deelnemen van de gedetineerde jeugdige aan toetsen en examens. De inrichting kan daarvoor verlof verlenen. Tegen het eind van meer langdurige detenties is het zaak om het lesprogramma dat in de inrichting is gevolgd aan te laten sluiten op de scholingsmogelijkheden die er zijn voor de jongere nadat hij weer in vrijheid is gesteld. Wat doet de jeugdreclassering? Terugkeer van drie jongens Na de veroordeling en het inlossen van de straf van een ernstig strafbaar feit verzoekt de jeugdreclassering drie jongens weer op school toe te laten. Dit stelt de school voor de volgende problemen: • De school heeft tijd nodig om een veiligheidsplan voor de beheersing van de situatie rond de school op te stellen. De terugkeer van de jongens moet daarin passen. • De school krijgt pas na lang aandringen relevante gegevens van de reclassering. • De jongens moeten een leertraject volgen. Door een wachtlijst van zes maanden start dit traject pas als de jongens allang weer op school terug zijn. De school heeft de jongens gefaseerd een voor een weer teruggenomen.
De jeugdreclassering komt pas enkele weken voor de invrijheidstelling van veroordeelde jongeren in beeld. Dan neemt deze dienst contact met hen op om de reïntegratie in de vrije maatschappij te vergemakkelijken. Dat kan betekenen dat de jeugdreclassering bemiddelt bij terugkeer naar dezelfde school of plaatsing op een andere school. De jeugdreclassering is ondergebracht bij het Bureau Jeugdzorg.
5 - Na de rechtszitting
X_082_B01nw.indd 29
29
13-02-2007 12:52:34
Wist je dat ...? • een taakstraf een combinatie kan zijn van een werk- en leerstraf en dat deze maximaal 240 uur mag duren • de Raad voor de Kinderbescherming, die de taakstraf organiseert, rekening moet houden met schooltijden
Wat is een taakstraf? Verdachten die niet in voorlopige hechtenis hebben gezeten komen in aanmerking voor een taakstraf. Een taakstraf kan bestaan uit een werkstraf of een leerstraf of een combinatie daarvan. Een gecombineerde taakstraf duurt maximaal 240 uur. Wat is een werkstraf? Een werkstraf wordt in Nederland uitgevoerd binnen non-profitorganisaties zoals zorginstellingen, verenigingen of overheidsinstanties. Een van de doelen van werkstraffen is het verrichten van werk ter algemene nutte, iets voor de maatschappij doen. Een werkstraf moet in de vrije tijd van de veroordeelde worden uitgevoerd. Een enkele werkstraf mag maximaal 200 uur duren. Wat is een leerstraf? Een leerstraf is een cursus of training, bijvoorbeeld een training agressiebeheersing, een sociale vaardigheidstraining of een dader-slachtoffer-leerproject. De leerstraffen die in Nederland worden opgelegd zijn formeel vastgesteld. Er zijn verschillende straffen die los of gecombineerd kunnen worden opgelegd. Een enkele leerstraf mag maximaal 200 uur duren. Wie organiseert de taakstraf? De uitvoering van taakstraffen wordt georganiseerd door de Raad voor de Kinder bescherming. Deze houdt rekening met de schooltijden van de leerling. Als daar problemen mee rijzen, kan de school contact opnemen met de Raad om de uitvoering van de taakstraf beter aan te passen aan de schooltijden.
30
X_082_B01nw.indd 30
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:34
6 Privacywetgeving en school De politie heeft verregaande bevoegdheden als het gaat om de opsporing van een strafbaar feit. Zo mag de politie de school betreden en doorzoeken. Of de leraren kamer en de kluisjes van de leerlingen doorzocht mogen worden is de vraag. De school kan hierover regels vastleggen in de schoolgids en afspraken maken met de politie. De school heeft het recht het dragen van bepaalde kleding te verbieden. Wat doet de politie als een leerling een pistool heeft? Vuurwapen Een leraar vertelt de schoolleiding dat hij gehoord heeft dat een van de leerlingen een pistool heeft. In een gesprek met de rector geeft de jongen dit toe. De politie wordt gebeld en komt direct met gillende sirenes voorrijden. De jongen wordt meegenomen en moet zijn schoenveters inleveren. De politie doorzoekt het kluisje van de jongen. De rector wil de ouders op de hoogte brengen dat hun zoon als verdachte van een vergrijp naar het politiebureau wordt gebracht. De politie verzoekt de school daarmee te wachten tot er huiszoeking is gedaan. De rector vraagt zich af of de kluisjes van de leerlingen wel doorzocht mogen worden.
Het woord ‘pistool’ heeft bij de politie een zeer zware lading. De politie neemt iedere melding dat er een vuurwapen is aangetroffen zeer serieus en zal de zaak direct voortvarend aanpakken. De politie neemt ook onmiddellijk de regie. De schoolleiding moet met de politie overleggen over de te zetten stappen en de volgorde daarin. Daarbij moeten verantwoordelijkheden en belangen van de school enerzijds en de politie anderzijds worden afgewogen.
Wist je dat ...? • de politie een school mag binnengaan zonder toestemming van de schoolleiding en zelfs zonder aankondiging • de school in haar schoolreglement of huurovereenkomst een bepaling kan opnemen dat de kluisjes doorzocht mogen worden in tegenwoordigheid van de schoolleiding
6 - Privacywetgeving en school
X_082_B01nw.indd 31
31
13-02-2007 12:52:34
Mag de politie zomaar de school binnengaan? Opsporingsambtenaren zijn bevoegd om bij de aanhouding van verdachten elke plaats te betreden, dus ook het schoolterrein en de daarbij behorende gebouwen. Daar is geen voorafgaande toestemming van de schoolleiding voor nodig. De politie hoeft zelfs de schoolleiding van tevoren niet op de hoogte te brengen dat zij de school zullen binnengaan. Mag de politie de school doorzoeken? Opsporingsambtenaren zijn ook bevoegd om de school en de daarbij behorende gebouwen te doorzoeken als zij goederen in beslag willen nemen waarvan zij menen dat die iets met het onderzoek te maken kunnen hebben, zoals buit van een diefstal en voorwerpen die tot bewijs van een misdrijf kunnen dienen. De inbeslagneming geldt alleen voorwerpen die voor het grijpen liggen. De politie mag niet zomaar kasten of kluisjes of andere afgesloten ruimtes openmaken om te kijken of daar goederen liggen die in beslag genomen kunnen worden. Als de politie stelselmatig en gericht naar voor beslag vatbare spullen wil zoeken, dan zal dat alleen kunnen in het kader van een doorzoeking onder leiding van een officier van justitie of een rechter-commissaris. Alleen in zeer spoedeisende gevallen mag een hogere politieman met de titel van hulpofficier van justitie de school en het schoolterrein doorzoeken. ‘Doorzoeking’ is de nieuwe naam van het vroegere ‘huiszoekingsbevel’. Mag de politie kluisjes van leerlingen doorzoeken? Het is de vraag of de politie zonder toestemming kluisjes van leerlingen mag doorzoeken. De kluisjes worden gebruikt om privé-zaken voor inmenging door derden te behoeden. Die kluisjes kunnen daarom als een stukje privé-terrein van de leerlingen binnen de school worden beschouwd die de politie niet zonder de uitdrukkelijke toestemming van de desbetreffende leerling of met een machtiging van een (hulp)officier van justitie mag openen en doorzoeken.
Wist je dat ...? • de politie in het kader van een doorzoeking ook leerlingendossiers in beslag mag nemen • het Ministerie van OCW een ‘Leidraad kleding op scholen’ heeft gepubliceerd
32
X_082_B01nw.indd 32
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:35
Er zijn echter omstandigheden waaronder dit wel kan. Als het gaat om het zoeken naar wapens of munitie hebben opsporingsambtenaren verregaande bevoegdheden. Zij mogen kluisjes openen als zij redelijkerwijs kunnen vermoeden dat zich daarin wapens of munitie bevinden. Welke afspraken kan een school maken zodat kluisjes wel kunnen worden geïnspecteerd? De school kan in het schoolreglement of in de huurovereenkomst van de kluisjes een bepaling opnemen die inhoudt dat kluisjes aan leerlingen worden verhuurd onder de voorwaarde dat deze te allen tijde door of in aanwezigheid van de schoolleiding kunnen worden geopend om de inhoud ervan te inspecteren. De school kan dan met de politie afspreken dat als in het kader van een opsporingsonderzoek een of meer kluisjes moeten worden onderzocht, dit kan plaatsvinden in aanwezigheid van een staflid van de school. Mag de politie leerlingendossiers meenemen? Ja. In het kader van een doorzoeking mogen ook leerlingendossiers in beslag worden genomen. Het gaat daarbij niet alleen om papieren dossiers, maar eventueel ook om gegevensdragers als computers met gegevens over leerlingen. Kan een school het dragen van bepaalde kleding verbieden? Lonsdale-jongeren Op een school lopen de spanningen rond Lonsdale-jongeren behoorlijk op. Leerlingen en leraren voelen zich niet langer veilig op school door het uiterlijke vertoon van deze groep jongeren. De rector haalt de landelijke pers doordat hij Lonsdale-kleding verbiedt op zijn school.
Een school is onder voorwaarden vrij om kledingvoorschriften voor te schrijven. De voorschriften mogen niet discriminerend zijn of de vrijheid van meningsuiting aantasten. Als er voorschriften worden opgelegd, moet dit worden opgenomen in de schoolgids, het leerlingenstatuut, het studentenstatuut, in de onderwijsovereenkomst of in de arbeidsvoorwaarden. Daarvoor is toestemming nodig van de medezeggenschapsraad. Het Ministerie van OCW heeft een ‘Leidraad kleding op scholen’ gepubliceerd. Deze is downloadbaar via www.minocw.nl. De school die kledingvoorschriften wil invoeren kan ook de Commissie Gelijke Behandeling vooraf vragen hiernaar te kijken. Meer informatie: www.cgb.nl.
6 - Privacywetgeving en school
X_082_B01nw.indd 33
33
13-02-2007 12:52:35
7 Bescherming tegen intimidatie en agressie Iedere Nederlandse school is verplicht leerlingen en personeel te beschermen tegen seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten. Discriminatie op grond van persoonlijke kenmerken die in een bepaalde situatie niet relevant zijn, is verboden. Scholen zijn verplicht een klachtencommissie in te stellen. Ook het melden van seksueel geweld en intimidatie is verplicht. Hiermee wordt voorkomen dat scholen intern strafzaken oplossen.
Wist je dat ...? • de school verplicht is leerlingen en personeel te beschermen tegen seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten • op scholen voor voortgezet onderwijs steeds meer getrainde vertrouwensleerlingen ingezet worden
Wat is intimidatie? Intimidatie is gedrag dat tot doel of tot gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast en dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Ook pesten valt onder de definitie van intimidatie. Wat is seksuele intimidatie? Seksuele intimidatie is iedere vorm van verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast. Dit geldt in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd. Wat is discriminatie? Discriminatie is het maken van ongeoorloofd of onterecht onderscheid op grond van kenmerken die in een specifieke situatie niet relevant zijn. Anders geformuleerd: discriminatie is het anders behandelen van iemand op grond van kenmerken die er niet toe doen. De wetgeving over gelijke behandeling verbiedt discriminatie op grond van de volgende kenmerken: godsdienst, levensovertuiging, politieke overtuiging, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, handicap of chronische ziekte, leeftijd, arbeidsduur (fulltime en parttime werk) en soort contract (vast of tijdelijk).
34
X_082_B01nw.indd 34
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:36
Is de school verplicht leerlingen en personeel te beschermen tegen intimidatie en agressie? Zowel de Arbowet als cao-afspraken verplichten scholen om leerlingen en personeel te beschermen tegen seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten. Scholen zijn verplicht hierop beleid te maken. Dat beleid moet voor alle personeelsleden duidelijk zijn. Veel scholen stellen een vertrouwenspersoon aan. Een vertrouwenspersoon kan leerlingen en personeelsleden met raad en daad helpen als zij te maken krijgen met agressie, geweld, seksuele intimidatie, pesten of discriminatie. Is een klachtencommissie verplicht? Met de introductie van het Klachtrecht in 1998 is iedere Nederlandse school voor basis- en voortgezet onderwijs verplicht om een klachtencommissie in te stellen en een klachtenregeling op te stellen. Veel BVE-instellingen hebben zich bij deze ontwikkeling aangesloten. Waarover kan geklaagd worden? Leerlingen, ouders en onderwijspersoneel kunnen op basis van dit Klachtrecht klagen over gedragingen, maatregelen en nalatigheid van iedereen die deel uitmaakt van de school, dus zowel leerlingen als personeel en schoolleiding. Klachten over gedragingen kunnen gaan over seksuele intimidatie, discriminatie, racisme, pesten enzovoort. Klachten over maatregelen gaan bijvoorbeeld over het verbod op het dragen van een hoofddoek. Een voorbeeld van een klacht over nalatigheid is het onvoldoende rekening houden met islamitische of hindoefeestdagen. Op scholen voor voortgezet onderwijs worden steeds meer getrainde vertrouwens leerlingen ingezet die hun medeleerlingen de weg wijzen in de begeleidingsstructuur van de school. Door vertrouwensleerlingen uit verschillende etnische groepen te benoemen, komen mogelijk meer leerlingen met hun ervaringen met ongewenst gedrag naar buiten.
Wist je dat ...? • directie en bestuur bij een vermoeden van een zedenmisdrijf tussen een medewerker van de onderwijsinstelling en een minderjarige leerling verplicht zijn aangifte te doen bij de politie en onverwijld in overleg te treden met de vertrouwensinspecteur
7 - Bescherming tegen intimidatie en agressie
X_082_B01nw.indd 35
35
13-02-2007 12:52:36
Wat te doen als een klacht buiten het werkterrein van de klachtencommissie valt? Hoofddoek dragen tijdens stage Een leerling werd verboden om op haar stageplaats een hoofddoek te dragen, omdat de stage-instelling een hoofddoek als ‘niet representatief’ beoordeelde. Op basis van artikel 1 van de Grondwet inzake vrijheid van godsdienst deed de klachtencommissie van het ‘Meldpunt discriminatie’ uitspraak dat de instelling niet het recht had om deze eis te stellen. De klachtencommissie van het Meldpunt refereerde daarnaast aan andere instellingen waar in een vergelijkbare functie het dragen van hoofddoeken wel was toegestaan. De leerling vervolgde haar stage met hoofddoek.
Soms valt een klacht buiten het werkterrein van de klachtencommissie, bijvoorbeeld omdat het gedrag, de maatregel of de nalatigheid wel nadelig is voor een leerling of personeelslid, maar buiten de school plaatsvindt. Leerlingen of personeelsleden die het idee hebben dat zij ongelijk worden behandeld kunnen terecht bij de volgende instanties: • Commissie Gelijke Behandeling (CGB), www.cgb.nl; • Arbodienst waarbij de school is aangesloten of de arbodeskundige; • vakbond (Algemene Onderwijsbond, www.aob.nl, Onderwijsbond CNV, www.ocnv.nl); • interne klachtencommissie. Daarnaast kunnen klagers een klacht indienen bij het Meldpunt discriminatie in de eigen regio. Een vertrouwenspersoon kan de klager bij een dergelijke actie ondersteunen. Klachten over racistische of discriminerende opmerkingen die gemaakt worden via internet kunnen worden gemeld bij het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI), een onderdeel van Stichting Magenta. Deze stichting richt zich op de bestrijding van racisme, fascisme en andere vormen van discriminatie. Meldingen kunnen worden gedaan via www.meldpunt.nl. Meldingen over kinderporno op internet kunnen worden gedaan bij het Meldpunt Kinderporno op Internet: www.meldpunt-kinderporno.nl. Moet de school intimiderend gedrag melden? Seksuele intimidatie Een leraar had op school geen goede naam bij zijn vrouwelijke collega’s: hij was intimiderend en vertoonde agressief machogedrag. Ook in zijn gedrag met leerlingen was hetzelfde gedrag waarneembaar. De meeste collega’s en ook schoolleiders vonden het moeilijk daarop te reageren. Tot er een aanklacht kwam van een leerling jegens deze leraar wegens seksuele intimidatie. De aangifte resulteerde in ontslag. Voor alle partijen een verlies: de leerling was slachtoffer, de leraar verloor zijn baan en zijn aanzien en de collega’s waren de stille omstanders die wisten dat zij misschien in een eerder stadium aan de bel hadden moeten trekken.
36
X_082_B01nw.indd 36
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:36
De Wet bestrijding van seksueel geweld en seksuele intimidatie in het onderwijs, ook wel genoemd de Meld- en aangifteplicht, verplicht tot het zorgvuldig omgaan met strafbare feiten gepleegd binnen de schoolsituatie. De Meld- en aangifteplicht is van toepassing op situaties waarin sprake is van een mogelijk zedendelict zoals ontucht, aanranding of verkrachting. Wat is het doel van de Meld- en aangifteplicht? Doel van de wet is voorkomen dat scholen strafzaken intern oplossen. Het gevolg daarvan kan zijn dat een misstappend personeelslid op dezelfde school of elders opnieuw een zedendelict pleegt. Wanneer geldt de Meld- en aangifteplicht? De Wet bestrijding van seksueel geweld en seksuele intimidatie in het onderwijs of Meld- en aangifteplicht is een onderwijswet. De handelingen moeten hebben plaatsgevonden tussen een medewerker van de onderwijsinstelling en een minderjarige leerling (jonger dan 18 jaar), binnen of in samenhang met de schoolsituatie zoals buitenschoolse activiteiten en ontmoetingen in de privé-situatie. Medewerkers van de instelling zijn niet alleen personeelsleden, maar ook personen die buiten dienstverband werkzaamheden verrichten voor de school, zoals stagiaires, schoonmaakpersoneel en vrijwilligers.
Wist je dat ...? • een personeelslid meldplichtig is bij een vermoeden van een zedenmisdrijf tussen een medewerker van de onderwijsinstelling en een minderjarige leerling en dat dit niet geldt voor personen die buiten het onderwijspersoneel vallen, zoals bijvoorbeeld externe vertrouwenspersonen, oudercontactpersonen en preventiemedewerkers
Voor wie geldt de Meld- en aangifteplicht niet? De wet geldt uitsluitend voor onderwijspersoneel. Externe vertrouwenspersonen, oudercontactpersonen en preventiemedewerkers behoren meestal niet tot het onderwijspersoneel en vallen daarom buiten deze verplichting. Hoewel niet-onderwijspersoneel buiten de meld- en aangifteverplichting valt, zijn er bepalingen die iedereen verplichten tot het doen van aangifte bij een vermoeden van strafbare feiten.
7 - Bescherming tegen intimidatie en agressie
X_082_B01nw.indd 37
37
13-02-2007 12:52:37
Wanneer is een personeelslid meldplichtig? Schoolpersoneel is meldplichtig bij een vermoeden van een zedenmisdrijf tussen een medewerker van de onderwijsinstelling en een minderjarige leerling. Het personeelslid moet dit vermoeden melden bij de schoolleiding of het bestuur. De directie en het bestuur zijn verplicht aangifte te doen bij de politie en onverwijld in overleg te treden met de vertrouwensinspecteur.
38
X_082_B01nw.indd 38
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:37
8 Omgaan met de media De school kan niet voorkomen dat de media aandacht schenken aan incidenten. Wel is er een gedragscode voor journalisten met regels voor de nieuwsgaring. Een school kan een klacht indienen als de journalist die regels schendt. Het is verstandig om als school een draaiboek te hebben voor het omgaan met de media bij incidenten. Omdat in Nederland persvrijheid bestaat, is de pers vrij in de keuze van de onderwerpen waarover zij wel of niet wil berichten en kan de school hierop geen invloed uitoefenen. De wijze waarop de media de gebeurtenissen verslaan, is voor de school niet altijd even prettig.
Wist je dat ...? • de privacy van jongeren onder alle omstandigheden beschermd dient te worden en in veel situaties de media expliciet aan hun wettelijke vertegenwoordiger om toestemming moeten vragen • een school indien zij zich benadeeld voelt door de media een klacht in kan dienen bij de redactie van het medium of deze klacht voor kan leggen aan een ombudsman of de Raad voor de Journalistiek
Wat mag een journalist en wat niet? Een school kan niet voorkomen dat de pers over een incident bericht. Maar een journalist moet wel enkele gedragsregels inachtnemen. In de Gedragscode voor Nederlandse Journalisten staat onder andere dat de journalist deugdelijke, publieke nieuwsvoorziening als een algemeen belang van de eerste orde beschouwt. De informatie die hij verspreidt bestaat uit feiten, meningen en/of beelden. De journalist is vrij en onafhankelijk bij het verzamelen, vormgeven en doorgeven van deze informatie. De informatie berust op eigen waarneming of op bronnen die hem bekend zijn en die hij betrouwbaar acht. De journalist past hoor en wederhoor toe. De gedragscode besteedt ook aandacht aan de privacy van slachtoffers, nabestaanden, patiënten, verdachten, veroordeelden en eventueel anderen. De journalist zal herkenbaarheid van betrokkenen in de berichtgeving vermijden voor zover dit niet in strijd is met het belang van adequate berichtgeving.
8 - Omgaan met de media
X_082_B01nw.indd 39
39
13-02-2007 12:52:37
Hebben minderjarigen recht op extra bescherming? Middelvinger Bij de nasleep van een ernstig geweldsincident is de pers (schrijvende pers, televisie, radio, ook internationaal) veelvuldig bij de school gesignaleerd. Een van de leerlingen steekt op enig moment zijn middelvinger op naar een cameraploeg. Dit beeld is de wereld ingegaan als teken dat deze leerling sympathiseert met de dader. De werkelijkheid is anders: de jongen heeft gewoon even genoeg van de aanhoudende aandacht van de pers.
De privacy van minderjarigen moet onder alle omstandigheden worden beschermd. In veel situaties waarbij minderjarigen een rol spelen, is expliciet toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger nodig. De achtergrond hiervan is dat jeugdigen vaak niet de gevolgen kunnen overzien als zij in de media met hun naam en een foto of ander beeldmateriaal worden gepresenteerd. Hoe kan een school een klacht indienen? Een school die zich benadeeld voelt door de berichtgeving in de pers, kan verschillende acties ondernemen. De school kan contact opnemen met de betreffende journalist of met de hoofdredactie van het medium. Bij sommige media kan de school de klacht voorleggen aan een ombudsman of lezersredacteur. Het is goed mogelijk dat de school er vervolgens in een persoonlijk gesprek met de journalist uitkomt. Ze kunnen bijvoorbeeld afspreken dat in een vervolgpublicatie of rectificatie onjuistheden worden rechtgezet of dat een ingezonden brief wordt geplaatst. Wat doet de Raad voor de Journalistiek? Als het niet lukt om met het medium tot een oplossing te komen, kan de school de zaak voorleggen aan de Raad voor de Journalistiek. Deze Raad is onafhankelijk. Tijdens zittingen behandelt de Raad de klacht in een college van vijf personen. De voorzitter is afkomstig uit de rechterlijke macht. Verder bestaat een college uit twee journalisten en twee deskundige niet-journalisten. De Raad geeft alleen een oordeel, zij kan geen sanctie opleggen. De Raad kan de journalist of het medium niet verplichten om een rectificatie te plaatsen of aan de klager een schadevergoeding toekennen. In Nederland kan alleen de rechterlijke macht dat doen. De Raad bekijkt of een journalist de grenzen van journalistieke ethiek heeft overschreden. De uitspraken van de Raad dragen bij aan de menings vorming over journalistieke gedragsregels. Over het algemeen publiceren de betrokken media de uitspraak van de Raad, ook al zijn zij daartoe niet verplicht. Is een schoolplein toegankelijk voor iedereen? Kinderdagverblijf In oktober 1998 kwam een kinderdagverblijf in het nieuws vanwege vermoedelijk seksueel misbruik bij kinderen op het dagverblijf, gepleegd door een van de groepsleidsters. Naar aanleiding van een publicatie in het Brabants Dagblad hebben verslaggevers van TV8 contact gezocht met de directie van het kinderdagverblijf. →
40
X_082_B01nw.indd 40
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:38
De directrice heeft hen laten weten niet te willen meewerken aan publiciteit over de zaak. Vervolgens zijn de verslaggevers naar het kinderdagverblijf gegaan en hebben daar binnen opnamen gemaakt. Teamleidsters hebben de verslaggevers herhaalde malen duidelijk gemaakt dat zij niet voor de camera wilden reageren en hen verzocht het pand te verlaten. Ook de directrice heeft hen verzocht weg te gaan. De gemaakte opnamen zijn dezelfde dag uitgezonden, gevolgd door commentaar van de directeur van de gemeentelijke koepelorganisatie waaronder het kinder dagverblijf valt en van een lid van de ouderraad. Later bleek dat de vermoedens van seksueel misbruik ongegrond waren. De ouderraad heeft een klacht ingediend bij de Raad voor de Journalistiek.
Het terrein rond de school (voor zover dat in het bezit is van de school en niet van de gemeente) behoort niet tot de openbare ruimte. Meestal zal het schoolterrein door een hekwerk zijn omgeven. Bordjes met de tekst ‘Verboden toegang voor onbevoegden’ maken duidelijk dat niet iedereen op het schoolterrein mag komen. Dat betekent dat het schoolpersoneel ongewenste gasten, ook de media, kan wegsturen. Zij die geen gehoor geven aan een bevel het terrein te verlaten, begaan een overtreding. De politie kan dan te hulp worden geroepen en de overtreder kan worden verwijderd of zelfs worden aangehouden. In dit geval konden de verslaggevers over voldoende informatie beschikken uit het Brabants Dagblad en uit het gesprek met een lid van de ouderraad en de directeur van de koepelorganisatie waardoor binnendringen op het terrein van het dagverblijf niet nodig was voor verslaglegging. De Raad voor de Journalistiek achtte de klacht van de ouderraad van het kinderdagverblijf dan ook gegrond. Heeft een journalist toestemming nodig van degene over wie hij publiceert? Mond afplakken In juni 2004 kopt de Gooi- en Eemlander: ‘Lerares plakt mond van kind af’. De intro van het artikel luidt: ‘Een lerares van een basisschool heeft eind vorig jaar, begin dit jaar de mond van een zevenjarige leerling met tape afgeplakt. Het incident werd onlangs pas bij de moeder van het jongetje gemeld door twee ooggetuigen.’ Verder wordt in het artikel vermeld dat de betrokken leerling astma heeft, dat dat bij de school bekend was en dat de betrokken leraar nog voor de klas staat. In het artikel is een reactie van de directeur van de school opgenomen. Hij wordt als volgt geciteerd: “De lerares betreurt enorm wat er is gebeurd. Het had absoluut niet mogen gebeuren. Dit is zeker niet de manier waarop wij met onze leerlingen willen omgaan.” En: “We hebben een gesprek met de ouders gehad en hen beloofd dat dit nooit meer zal voorkomen. We zijn daar samen uitgekomen.” Een kennis van de ouders heeft de redactie op de hoogte gebracht van het voorval. De moeder van het kind, het bestuur van de school en de kennis die de krant had geïnformeerd, hebben de krant verzocht publicatie achterwege te laten. Het bestuur van de school heeft een klacht ingediend bij de Raad voor de Journalistiek.
8 - Omgaan met de media
X_082_B01nw.indd 41
41
13-02-2007 12:52:38
Het oordeel van de Raad luidt: de klacht is ongegrond. In de motivatie stelt de Raad vast dat de belangen van het schoolbestuur niet nodeloos zijn geschaad ten gevolge van de publicatie. De journalist heeft diverse bronnen geraadpleegd en dus voldoende onderzoek verricht. Bovendien is er hoor en wederhoor toegepast. De reactie van de directeur is correct weergegeven. De namen van de betrokken leerling en leraar zijn niet in het artikel vermeld. Ook is er geen sprake van onjuiste of suggestieve berichtgeving. De directeur heeft zelf het woord ‘afplakken’ gebruikt. De journalist heeft geen grenzen overschreden van wat maatschappelijk aanvaardbaar is.
Wist je dat ...? • de school ongewenste gasten, ook de media, kan wegsturen van het terrein rond de school (voor zover dit in bezit is van de school) • de school beter de regie in eigen handen kan houden en het contact met de pers strak te regisseren
Doet een school er verstandig aan geen contact te hebben met de pers? Gezinsmoord De school wil na een gezinsmoord de relatie met de pers serieus nemen en stelt voor afspraken te maken. De aanwezige pers weigert zich te binden aan afspraken. De school kiest ervoor geen contact met de pers te hebben: interviews en tv-opnamen worden afgewezen. De pers spreekt vervolgens leerlingen en ouders aan en die willen soms maar al te graag reageren.
Soms ziet een school de pers als vijand en houdt de schoolleiding alle contacten af. De kans is niet denkbeeldig dat de media dan op een andere manier hun verhaal proberen te bemachtigen. Handiger is het de regie in eigen handen te houden en het contact met de pers strak te regisseren. Een interview of de aanwezigheid bij een tv-programma kan in de rouwverwerking van mensen en in het vertrouwen in de school een positieve rol spelen. Natuurlijk is een selectie van de media waarmee de school in zee gaat van belang. Daarnaast moeten er afspraken worden gemaakt over wie die contacten onderhoudt. Het omgaan met de media is een wezenlijk onderdeel van een crisisdraaiboek. Een crisisdraaiboek is een protocol dat duidelijke aanwijzingen bevat voor handelingen bij calamiteiten. In een draaiboek is onder meer opgenomen uit welke
42
X_082_B01nw.indd 42
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:38
leden het crisisteam bestaat en wie het aanspreekpunt voor de media is. Scholing op dit terrein is geen overbodige luxe: het omgaan met de media vraagt om speciale vaardigheden en het is handig om voorbereid te zijn. Het is niet altijd een directeur of een schoolbestuurder die de contacten met de pers onderhoudt. Bij grotere rampen worden soms gemeentelijke persvoorlichters ingeschakeld. Meer informatie over het crisisdraaiboek: www.kpcgroep.nl/calamiteiten.
8 - Omgaan met de media
X_082_B01nw.indd 43
43
13-02-2007 12:52:39
Aanbevelingen Calamiteiten komen altijd onverwacht. Dat geldt ook voor calamiteiten waar politie en justitie bij betrokken worden. Deze gebeurtenissen veroorzaken veel onrust en onzekerheid. Het is dan goed om een aantal instrumenten paraat te hebben en duidelijke afspraken te hebben vastgelegd die voor zover relevant bij iedereen in de organisatie bekend zijn. 1 Richt een digitale map in waarin alle documenten, formulieren, draaiboeken en protocollen rondom het thema calamiteiten verzameld worden. 2 Zorg voor een deugdelijke incidentenregistratie. Zorg ervoor dat dit gedaan wordt door een medewerker die een goed overzicht heeft van wat voorvalt in de school en steun dit personeelslid voortdurend door maandelijks de geregistreerde incidenten door te nemen. Publiceer erover in interne media. 3 Stel een crisisteam samen. Dat kan het beste gebeuren in een rustige tijd. Als het crisisteam ten tijde van de calamiteit samengesteld is, evalueer het en laat het team bestaan. Zorg wel jaarlijks voor een opfrisgesprek. Beschrijf de taken van het crisisteam. Voeg afhankelijk van de soort calamiteit specifieke functionarissen toe. 4 Zorg voor een goed contact met de aanspreekpersoon bij de politie (buurtagent, schoolcontactpersoon) en noteer mobiele telefoonnummers en e-mailadressen. Zorg ook voor een reservecontactpersoon. 5 Maak een draaiboek over het omgaan met de pers; gebruik hiervoor de ‘Checklist omgaan met media’ in de bijlage. 6 Neem in het pedagogisch beleid van de school ook op wat de visie van de school is over het geven van een tweede kans en herstelrecht. 7 Ga ervan uit dat de politie niet op alle verzoeken om interventies te doen in kan en mag gaan. Anticipeer daarop, accepteer dat dit zo is en reken het tot de verantwoordelijkheid van de school om daarmee om te gaan. Er is over dit onderwerp al veel geschreven en ontwikkeld. Raadpleeg de genoemde websites en bronnen. 8 Stel een veiligheidscoördinator aan die alle bovengenoemde taken uitvoert. 9 Zet dit boekje op een vaste plaats in de kast, zodat het bij een calamiteit meteen te vinden is.
44
X_082_B01nw.indd 44
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:39
Begrippenlijst Aangifte Een aangifte is het melden van een strafbaar feit (misdrijf of overtreding) bij de politie. Iedereen heeft het recht aangifte te doen. Dat kan schriftelijk of mondeling. Aanhouden Aanhouden is het feitelijk vasthouden van iemand die ervan verdacht wordt een strafbaar feit te hebben begaan met de bedoeling om deze naar een plaats van verhoor (politiebureau) te brengen. Bij betrapping op heterdaad mag iedereen een verdachte aanhouden, maar moet deze dan wel zo spoedig mogelijk aan de politie overleveren. Aanhouding van verdachten buiten heterdaad is voorbehouden aan de politie. Arrondissement Nederland telt 19 arrondissementen, elk met een eigen arrondissementsrechtbank (soms ook gewoon ‘rechtbank’ genoemd). Bij deze rechtbanken worden alle bestuurlijke, civiele en strafzaken behandeld. Een arrondissementsrechtbank is verdeeld in kamers van elk drie rechters die gezamenlijk rechtspreken. Daarnaast zijn er alleen rechtsprekende rechters: de politierechter, die zich bezighoudt met eenvoudige misdrijven als winkeldiefstallen en kleinere fraudes, de economische politierechter en de kinderrechter die oordeelt over minderjarigen. Boven de arrondissementsrechtbanken staan de gerechtshoven, één in elk van de vijf hofressorten. Aan de top van de piramide staat de Hoge Raad der Nederlanden in Den Haag. Doorzoeking Een doorzoeking is het ‘stelselmatig en gericht’ zoeken naar voorwerpen en sporen die met een vermoedelijk gepleegd strafbaar feit te maken hebben. Een oudere term hiervoor is ‘huiszoeking’. Voor een doorzoeking van ‘plaatsen’ zoals een school is een machtiging van de officier van justitie nodig (in spoedgevallen eventueel achteraf). Voor de doorzoeking van woningen of kantoren van verschoningsgerechtigden is een machtiging van de rechter-commissaris nodig, tenzij die rechter-commissaris zelf de doorzoeking leidt. Woningen mogen niet zomaar zonder toestemming van de bewoner worden betreden om daar een doorzoeking uit te voeren. In die gevallen is nog een machtiging nodig: een machtiging om die woning met dat doel te betreden, ook tegen de wil van de bewoner. Gedragscode voor Nederlandse journalisten Voor de beroepsgroep van journalisten geldt een gedragscode waarin voorschriften staan over de manier waarop nieuwsgaring plaatsvindt, hoe wordt omgegaan met privacy enzovoort. Gerechtshof Een gerechtshof (vaak afgekort tot hof) spreekt recht in hoger beroep. Er zijn in Nederland vijf gerechtshoven: in Amsterdam, Arnhem, ‘s-Gravenhage, ’s-Hertogenbosch en Leeuwarden.
Begrippenlijst
X_082_B01nw.indd 45
45
13-02-2007 12:52:39
De rechters van een gerechtshof worden ‘raadsheer’ genoemd. Ook vrouwen worden raadsheer genoemd. Gevangenhouding Gevangenhouding is het vasthouden van een verdachte nadat de termijn voor inbewaringstelling (maximaal 14 dagen) is verstreken. De beslissing over gevangenhouding en de verlenging daarvan wordt genomen door de Raadkamer van de rechtbank. De gevangenhouding duurt maximaal 30 dagen en kan tweemaal worden verlengd. Halt-afdoening Een Halt-afdoening is deelname aan een project van maximaal 20 uur voor jongeren van 12 tot 18 jaar. Zij voorkomen daarmee dat zij vervolgd worden en krijgen daardoor geen ‘strafblad’. Hechtenis ‘Principale’ hechtenis is een vrijheidstraf. Voorlopige hechtenis is een verzamelterm voor inbewaringstelling en gevangenhouding. Vervangende hechtenis is de sanctie die wordt uitgevoerd als men een door de rechter opgelegde geldboete niet betaalt: voor elke 25 euro staat één dag vervangende hechtenis. Herstelrecht Herstelrecht is een manier om de relatie tussen dader en slachtoffer te herstellen. Herstelrecht heeft geen officiële juridische status en wordt vooral toegepast in de maatschappelijke dienstverlening. Inbewaringstelling De officier van justitie kan bij de voorgeleiding van de verdachte aan de rechtercommissaris vragen om de verdachte in bewaring te stellen. De verdachte kan maximaal 14 dagen ‘in bewaring’ worden gehouden. Inverzekeringstelling Inverzekeringstelling is het vasthouden van de verdachte omdat dat nodig is voor het onderzoek. De (hulp)officier van justitie beslist hierover. De inverzekeringstelling wordt opgelegd bij middelzware en zware misdrijven. De inverzekeringstelling duurt drie dagen en kan eenmaal met drie dagen worden verlengd. Daarna kan voorlopige hechtenis (bewaring en gevangenhouding) volgen. Jeugddetentie Jeugddetentie is een vrijheidsstraf en wordt in een opvanginrichting uitgevoerd. Jeugdreclassering De jeugdreclassering is ondergebracht bij het Bureau Jeugdzorg en helpt en begeleidt jongeren tussen de 12 en 18 jaar oud die met de politie in aanraking zijn gekomen en een proces verbaal hebben gekregen, bijvoorbeeld bij diefstal, geweldsdelicten of vernielingen. De jeugdigen worden begeleid voorafgaande aan de strafzitting en na een veroordeling door de kinderrechter. Bovendien worden jeugdigen begeleid na hun verblijf in de justitiële jeugdinrichting of behandelinrichting. De jeugdreclassering
46
X_082_B01nw.indd 46
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:40
verricht haar werkzaamheden op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, de officier van justitie, de rechter of de directeur van de Justitiële Jeugdinrichting. Voor elke jeugdige wordt een op maat gesneden begeleidingsplan gemaakt met als belangrijkste doel te voorkomen dat hij opnieuw strafbare feiten pleegt. De begeleiding kan vrijwillig zijn of verplicht. Justitieel casusoverleg Overleg tussen de ketenpartners in jeugdstrafrechtzaken (Bureau Jeugdzorg, Openbaar Ministerie, politie, Raad voor de Kinderbescherming, jeugdreclassering) waar casuïstiek wordt ingebracht en beslissingen worden genomen. Justitiële jeugdinrichtingen Jongeren die in voorlopige hechtenis zijn gesteld of tot een vrijheidsstraf of een vrijheidsbenemende maatregel zijn veroordeeld, worden ondergebracht in een justitiële jeugdinrichting. Dat kan een opvanginrichting zijn of een behandelinrichting. Kinderrechter De kinderrechter behandelt alle zaken waarbij de dader tussen de 12 en 18 jaar oud is. Kinderen jonger dan 12 jaar die een strafbaar feit hebben gepleegd kunnen niet worden vervolgd. De kinderrechter houdt rekening met het belang van het kind wanneer hij rechtspreekt. Daarom kan hij in plaats van een straf soms ook een maatregel opleggen of een alternatieve straf geven. Voorbeelden zijn de taakstraffen, zoals het helpen in de keuken van een ziekenhuis of het volgen van een cursus sociale vaardigheden. Naast een berisping, geldboete of een korte gevangenisstraf kan hij eisen dat het kind op een tuchtschool wordt geplaatst. De zitting vindt plaats achter gesloten deuren. Klachtdelict Een klachtdelict is een misdrijf dat alleen vervolgd kan worden als er een klacht is ingediend, bijvoorbeeld in geval van belediging. Meld- en aangifteplicht De Wet bestrijding van seksueel geweld en seksuele intimidatie in het onderwijs, ook genoemd de Meld- en aangifteplicht, verplicht schoolpersoneel aangifte te doen van een vermoeden van een zedendelict. Melding Bij een melding wordt de politie op de hoogte gebracht van een incident, meestal een vermoedelijk gepleegd strafbaar feit. Soms leidt dit tot vervolging zonder dat er expliciet aangifte is gedaan. De politie maakt altijd een aantekening (mutatie) van een melding. Meldkamer Het Nederlandse alarmnummer voor de politie is 112 voor directe hulp en 0900-8844 voor niet-spoedeisende hulp. Bij een levensbedreigende situatie moet binnen 15 minuten een eenheid ter plaatse zijn. Bij andere ernstige situaties geldt een aanrijtijd van maximaal 30 minuten. Minder ernstige situaties worden uitgezet naar de wijkteams.
Begrippenlijst
X_082_B01nw.indd 47
47
13-02-2007 12:52:40
Noodweer Noodweer is het plegen van een strafbaar feit om jezelf (je lijf, je ‘eerbaarheid’ of je spullen) of een ander te beschermen tegen een onmiddellijke bedreiging. Deze verdediging is niet strafbaar, mits noodzakelijk en proportioneel. Officier van justitie Een officier van justitie is in Nederland een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie (OM). Het Openbaar Ministerie is de organisatie die verantwoordelijk is voor het opsporen en vervolgen van strafbare feiten. De belangrijkste rollen van de officier van justitie zijn: • het gezag voeren over onderzoeken van de politie; • bij zware misdrijven direct leiding geven aan onderzoeken van de politie; • optreden als openbare aanklager in een rechtszaak; • tijdens een rechtszaak een bepaalde straf eisen, die niet altijd door de rechter wordt opgelegd. De officier van justitie bepaalt of hij een zaak aan de rechter wil voorleggen of niet. Hij moet er ook voor zorgen dat uitspraken van de strafrechter worden uitgevoerd. Zowel de politie als de officier van justitie kunnen dwangmiddelen toepassen. Bekende dwangmiddelen zijn bijvoorbeeld iemand fouilleren of vasthouden op het politiebureau. Ophouden Vasthouden in het kader van onderzoek. Elke verdachte kan gedurende ten hoogste zes uur op een politiebureau voor onderzoek of verhoor worden vastgehouden (de tijd tussen middernacht en 9 uur ‘s ochtends telt niet mee). Opvanginrichting In een opvanginrichting zitten jongeren die van een misdrijf worden verdacht en jongeren die al een straf opgelegd hebben gekregen. Parket Een parket is een regionaal of speciaal kantoor van het Openbaar Ministerie. Persalarm Persalarm is bedoeld om de media bij grote gebeurtenissen op de hoogte te stellen. Over de zaken waarover persalarm wordt gegeven zijn regionale beleidsafspraken gemaakt. PIJ-maatregel De maatregel van Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (de PIJ-maatregel) wordt opgelegd aan jongeren die een misdrijf hebben begaan die samenhangt met een ernstige ontwikkelingsstoornis. Een PIJ-maatregel wordt om te beginnen voor twee jaar opgelegd en kan daarna verlengd worden tot maximaal zes jaar. Piketdienst Piketdienst is de regeling die inhoudt dat elke verdachte die in verzekering wordt gesteld automatisch wordt bezocht door een advocaat om zijn rechten te bespreken (strafpiket). Een vergelijkbare regeling bestaat voor vreemdelingen die in het kader van de Vreemdelingenwet van hun vrijheid worden beroofd (vreemdelingenpiket) en
48
X_082_B01nw.indd 48
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:40
voor psychiatrische patiënten voor wie een machtiging tot gedwongen opname wordt afgegeven (BOPZ-piket). Proces-verbaal Er zijn verschillende vormen van proces-verbaal: • schriftelijk verslag van wat op rechtszittingen aan de orde is gekomen; • officieel schriftelijk verslag van politieambtenaren van door hen opgespoorde strafbare feiten of van wat door hen in het kader van de opsporing is verricht of waargenomen. Raad voor de Journalistiek De Raad voor Journalistiek is een onafhankelijke raad waar burgers een klacht kunnen indienen als zij zich benadeeld voelen door berichtgeving in de media. De uitspraken van de Raad zijn niet bindend. Raad voor de Kinderbescherming De drie belangrijkste taken van de Raad voor de Kindbescherming zijn bescherming, scheiding en omgang en strafzaken waarin minderjarigen betrokken zijn. De Raad doet in het laatste geval onderzoek naar de leefomstandigheden van de jongere en geeft een strafadvies aan de officier van justitie en/of de kinderrechter. Verder is de Raad ‘casusregisseur’, dat wil zeggen dat de Raad zicht heeft op het traject dat een jongere doorloopt na melding door de politie totdat de straf voorbij is. Ten slotte coördineert de Raad de uitvoering van de taakstraffen. Raadkamer Sommige rechterlijke beslissingen worden niet op of na een gewone strafzitting genomen, maar in de ‘raadkamer’. Beslissingen over gevangenhouding en verlenging daarvan zijn bijvoorbeeld raadkamerbeslissingen. Sommige raadkamerzittingen zijn openbaar, andere weer niet. Raadkamers kunnen uit één of drie leden bestaan. Raadsman De raadsman is een advocaat die in een strafrechtelijke procedure een verdachte bijstaat. Als de advocaat een vrouw is wordt de vrouwelijke vorm ‘raadsvrouw’ gebruikt. Rechter De rechter werkt in een van de 19 rechtbanken die Nederland rijk is. Rechtspraak bij de rechtbank kan enkelvoudig zijn (één rechter behandelt de zaak) of meervoudig (drie rechters behandelen de zaak). In gecompliceerde zaken behandelen soms zelfs nog meer rechters de zaak; hun aantal is echter altijd oneven. Rechter en griffier worden in de rechtbank officieel aangesproken met ‘edelachtbare’. Tegenwoordig wordt ook vaak ‘meneer de rechter’ of ‘mevrouw de rechter’ gebruikt. Rechter-commissaris De rechter-commissaris (in strafzaken) is een rechter die aangewezen is door de president van de rechtbank om tijdens het opsporingsonderzoek door de politie beslissingen te nemen over zaken waarvoor de officier van justitie geen bevoegdheden heeft. Dit geldt bijvoorbeeld voor het aftappen van telefoonlijnen, de inbewaringstelling van verdachten en het doorzoeken van woningen. Voor dit
Begrippenlijst
X_082_B01nw.indd 49
49
13-02-2007 12:52:41
laatste is vereist dat de rechter-commissaris samen met de griffier aanwezig is bij deze doorzoekingen om daar feitelijk leiding aan te geven. Verder moet de rechtercommissaris daar ter plaatse beslissen wat er wel en niet in beslag mag worden genomen en kan de rechter-commissaris ordemaatregelen treffen. Reclassering De reclassering licht de officier van justitie en de rechter in over de achtergronden van de verdachte en adviseert over de op te leggen sanctie. De reclassering helpt gedetineerden na afloop van de straf terug te keren in de maatschappij. De jeugdreclassering doet dat voor jongeren. De jeugdreclassering is een onderdeel van het Bureau Jeugdzorg. Stalking Belaging of stalking is het stelselmatig lastigvallen van een persoon door die persoon te achtervolgen, steeds op hinderlijke wijze contact op te nemen en soms ook te bedreigen. Stalking is in Nederland bij wet verboden. Stop-reactie De Stop-reactie is een aanbod aan ouders van kinderen onder de 12 jaar die zich schuldig hebben gemaakt aan een licht strafbaar feit. Het aanbod bestaat uit een gesprek met ouders en kind, een leeractiviteit voor het kind en – indien van toepassing – het aanbieden van excuses aan benadeelde. Doel is kinderen en ouders duidelijk te maken dat strafbaar gedrag ontoelaatbaar is én ouders te ondersteunen in hun reactie op het corrigeren en voorkomen van dit strafbaar gedrag van het kind. De Stop-reactie wordt uitgevoerd door een Halt-bureau. Voorwaarde is dat ouders instemmen met verwijzing. Deelname gebeurt op vrijwillige basis. Strafdossier Het strafdossier bevat alle stukken (met name processen-verbaal van de politie en van de rechter-commissaris) die op de strafzaak betrekking hebben. Het ‘persoonsdossier’ bevat alle gedragskundige rapportages over de verdachte. Als er een persoonsdossier is, wordt dat aan het strafdossier toegevoegd. Verdrag inzake de Rechten van het Kind Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind is gebaseerd op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het werd aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1989 en werd van kracht op 2 september 1990, na ratificatie door 20 lidstaten. Door Nederland is het in 1995 geratificeerd. Het wordt meestal het Kinderrechtenverdrag genoemd. Verschoningsrecht Verschoningsrecht is het recht dat een getuige heeft op grond van zijn familierelatie met de verdachte of op grond van zijn beroep om vragen van de rechter onbeantwoord te laten. Een getuige mag zich ook verschonen van het geven van een antwoord als hij zichzelf daardoor zou belasten. Voorlichtingsrapport Een voorlichtingsrapportage is een ten behoeve van de officier van justitie en rechter door de reclassering of Raad voor de Kinderbescherming opgesteld rapport over de
50
X_082_B01nw.indd 50
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:41
achtergronden van de verdachte jongere. Het bevat meestal een advies over de op te leggen sanctie. Vrijheid van nieuwsgaring Het belang van de vrijheid van meningsuiting voor onze democratische rechtsstaat is onomstreden. Onbelemmerde journalistieke nieuwsgaring is hiervoor een essentiële voorwaarde. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens noemt expliciet de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te verstrekken als onderdeel van het grondrecht vrijheid van meningsuiting. Daarnaast kan de journalistiek het pad van justitie en politie kruisen. Het aantal journalisten dat zich met politie en justitie bezighoudt is de laatste jaren sterk toegenomen. Door deze geïntensiveerde activiteit komen journalisten vaker in het blikveld van het OM als bron van informatie over strafbare feiten of als verdachte. Vroeghulprapport De reclassering of Raad voor de Kinderbescherming maakt een zogenoemd ‘vroeghulprapport’ op naar aanleiding van een eerste bezoek aan een in verzekering gestelde verdachte. Wet bestrijding van seksueel geweld en seksuele intimidatie in het onderwijs Zie Meld- en aangifteplicht.
Begrippenlijst
X_082_B01nw.indd 51
51
13-02-2007 12:52:41
Literatuur en websites Literatuur Gedragscode voor journalisten (1986). Internationale verklaring van de IFJ http://virtmed.fcj.hvu.nl/doc/bordeaux-nl.html Gedragscode voor Nederlandse journalisten (1995). Opgesteld door het Nederlands genootschap van Hoofdredacteuren. http://virtmed.fcj.hvu.nl/doc/codehoofdred.html Gennip, L. van, M. Kouwenhoven, W. Kuijpers, H. Oostrik & J. Ruigrok (2006). Anders omgaan met straffen: non-contracten in het onderwijs. ’s-Hertogenbosch: KPC Groep Hoogenboom P. (red.) (2006). Wetboek voor Jongeren. Amstelveen: Lenthe Publishers/Spectrum Winkler Prins Leidraad kleding op scholen (15 november 2006). Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap http://www.minocw.nl/documenten/brief2k-2003-doc-25011b.pdf Linden, A.P. van der, F.G.A. ten Siethoff & A.E.I.J. Zeilstra-Rijpstra (2001). Jeugd en recht. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum Oostrik H., J. Ruigrok & W. van Vroonhoven (2005). De verbindende school: herstelrecht in het Nederlandse onderwijs. ’s-Hertogenbosch: KPC Groep www.kpcgroep.nl/publicaties Ruijsendaal, D. (2005). Heb ik wat van je aan? Kledingvoorschriften in het onderwijs. Amsterdam: VIOS-expertisecentrum Ruijsendaal, D. (2005). Voor de zekerheid. Wettelijke aansprakelijkheid op school. Amsterdam: VIOS-expertisecentrum Sauerwein, L. (2005). Privacy op scholen en in multidisciplinaire zorgteams: de 40 meest gestelde vragen over privacy. Utrecht/Amsterdam: NIZW jeugd/Uitgeverij SWP Schoots-Wilke, H., I. Spee & R. Fiddelaers-Jaspers (eindred.) (2000). Als een ramp de school treft: omgaan met calamiteiten in het onderwijs. Handreikingen: hoe te handelen bij een ramp of calamiteit. ’s-Hertogenbosch: KPC Groep www.kpcgroep.nl/calamiteiten Sikkes, R. (AOb), H. Braam & N. van Kessel (ITS Nijmegen) (februari 2003). De goede naam van de school. Agressie en geweld in het onderwijs. Eerste rapportage: leraren en agressie van de kant van leerlingen en ouders. Uitslag van de AOb-panelenquête. Utrecht/Nijmegen: AOb/ITS http://www.aob.nl/i.aspx?p=&m=&a=150&z=0
52
X_082_B01nw.indd 52
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:42
Veilig onderwijs, schoolveiligheidsplan (2004). Handreiking voor iedereen in het onderwijs die bezig is met het opstellen of bijstellen van een schoolveiligheidsplan. Utrecht: Algemene Onderwijsbond http://www.aob.nl/kixtart/nm/articlefiles/6210-veiligonderwijs.pdf De gratis brochure is te bestellen bij het Informatie- en adviescentrum van de AOb. Telefoon 0900 – 4636262, e-mail:
[email protected]
Websites www.cgb.nl. Website van de Commissie Gelijke Behandeling. www.dji.nl. Dienst Justitiële Inrichtingen. Hier zijn onder meer de adressen te vinden van de opvang- en behandelinstellingen. www.echt-recht.nl Website van het Centrum voor herstelgericht werken. www.halt.nl Informatiebron over Halt-afdoening. www.herstelrecht.nl Website van het Nederlands Forum voor Herstelrecht. www.jeugdzorg.nl Site met informatie over jeugdzorg. www.kinderbescherming.nl Site met onder andere taken en werkwijze van de Raad voor de Kinderbescherming. www.kpcgroep.nl/calamiteiten Informatiebron voor scholen die te maken krijgen met calamiteiten. Naast achtergrondinformatie bevinden zich hier draaiboeken, checklisten, lesideeën, mediatips en publicaties. www.meldpunt.nl Het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) legt zich erop toe om meldingen van uitingen op het internet van discriminatie op basis van geloof, afkomst, seksuele voorkeur, geslacht, huidskleur en/of leeftijd te beoordelen en zo nodig actie te ondernemen. Het meldpunt is onderdeel van de Stichting Magenta. www.meldpunt-kinderporno.nl Meldpunt Kinderporno op het internet is een onafhankelijke particuliere stichting. Het meldpunt wil een bijdrage leveren aan de vermindering van het aanbod van kinderporno op internet.
Literatuur en websites
X_082_B01nw.indd 53
53
13-02-2007 12:52:42
www.om.nl Website van het Openbaar Ministerie. Via de knop ‘U en het OM’ kan er een rubriek juridisch jargon worden geopend. www.politie.nl Website over de organisatie van de Nederlandse politie. Onder de knop ‘jeugd’ bevindt zich informatie voor jongeren die met de politie in aanraking komen. www.ppsi.nl Website met informatie over klachten over seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en geweld. Ook zijn hier adviezen en instrumenten voor het adequaat uitoefenen van de functie van contact- of vertrouwenspersoon te vinden. www.realjustice.org Website van het International Institute for Restorative Practices. www.rechtspraak.nl Website met informatie over de Nederlandse rechtspraak. Hierop is onder meer een uitgebreide begrippenlijst te vinden. In de rubriek ‘naar de rechter’ bevindt zich een jeugdpagina. www.reclassering.nl Site van de Stichting Reclassering Nederland. Deze stichting begeleidt mensen die een strafbaar feit hebben gepleegd of daarvan worden verdacht. www.rvdj.nl Informatie over de Raad voor de Journalistiek, hun samenstelling, werkwijze, het indienen van een klacht en de afhandeling. www.schoolenveiligheid.nl De website van het Centrum School en Veiligheid bundelt expertise op het gebied van schoolveiligheid. De website bevat praktische publicaties en instrumenten, scholingsaanbod en achtergrondinformatie. www.slachtofferhulp.nl Slechtofferhulp Nederland helpt na een misdrijf of verkeersongeluk. 1.500 vrijwilligers bieden praktische en juridische adviezen en emonionele steun. 250 beroepskrachten zorgen voor professionele ondersteuning. www.vios-amsterdam.nl De organisatie VIOS, Veilig In en Om school, wordt gevormd door schooldirecteuren, veiligheidscoördinatoren, trainers, politie en leerlingen. Op de website zijn trainingen, instrumenten en publicaties te vinden op het gebied van veiligheid en omgaan met incidenten. www.wetboekvoorjongeren.nl De kopers van de papieren versie van het wetboek voor jongeren kunnen gebruik maken van de uitgebreide versie op deze site.
54
X_082_B01nw.indd 54
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:42
Bijlage Handreiking omgaan met de media De kans dat scholen een calamiteit overkomt is niet heel erg groot en in het onderwijs zijn er veel andere prioriteiten. Toch is het goed na te denken over de rol van de media in deze. Het is bijvoorbeeld verstandig om een draaiboek te hebben. Journalisten vertrekken nooit zonder een verhaal. Wat dat verhaal inhoudt, hangt samen met hoe de school zich opstelt. De school kan er niet voor zorgen dat de pers weggaat of bepalen wat media gaan zeggen, filmen en fotograferen. Maar de school kan wel kaders stellen voor wat journalisten kunnen en mogen doen op school en het schoolterrein. Checklist omgaan met media Coördinatie • Benoem een perswoordvoerder. Dit kan een schoolleider zijn, maar soms is een lid van de ouderraad of een leraar om bepaalde redenen geschikter. • Informeer iedereen op school dat alleen de perswoordvoerder de pers te woord staat. Leg uit waarom het belangrijk is dat de media niet met verschillende woordvoerders te maken krijgen. • Zorg ervoor dat de school een veilige plek is of weer wordt. Vaak is het verstandig om geen media toe te laten in de school, maar hen op persconferenties te woord te staan in een locatie buiten de school. Het stadhuis of gemeentehuis of een gemeenschapshuis of buurthuis kan een geschikte locatie zijn. • Geef nooit namen door van verdachten of slachtoffers. Verstrek geen foto’s van hen of persoonlijke informatie over hen. • Instrueer ook de leerlingen hoe ze met de media om moeten gaan. Bescherm hen tegen de pers. • Sta geen pers toe bij bijeenkomsten met ouders of andere belanghebbenden. Voorbereiden van een persconferentie • Houd de persconferentie buiten de school op een neutrale locatie. • Houd er rekening mee dat elke journalist het liefst persoonlijk informatie krijgt. Geef iedereen echter dezelfde informatie. • Journalisten willen het liefst bij bijeenkomsten met ouders en/of buurtbewoners zijn. Sta dat niet toe, maar plan na zo’n bijeenkomst een korte persbijeenkomst. • Maak plaats en tijd van een persconferentie zo spoedig mogelijk bekend. Herhaal de persconferentie zonodig enkele keren in de daaropvolgende dagen. Tips voor een interview voor audiovisuele media • Investeer in de relatie met de journalist: hij moet ook gewoon zijn werk doen. • Scan de omgeving van het interview van tevoren: de shots worden gebruikt om de knips te verhullen en er kan privé-materiaal op komen. • Zorg dat u op gelijke hoogte bent met de interviewer. • Kijk de interviewer aan, kijk niet in de camera. • Begin altijd eerst met compassie: toon uw compassie met nabestaanden.
Bijlage
X_082_B01nw.indd 55
55
13-02-2007 12:52:43
• • • •
Herhaal de vragen van de journalist. Vertel alleen iets over zaken waar u verstand van hebt. Nodig politie of andere deskundigen uit voor het andere deel. Geef bij elke crisis aan: wat hebben we gedaan om het te voorkomen en wat doen we nu om de schade te beperken. Kledingadviezen: sluit in uw kleding aan bij het thema en uw functie. Kleed u niet in een leren jasje (dat glimt) en draag geen ruitjes.
Optreden in een televisie- of radioprogramma • Het kan nodig of wenselijk zijn om op enig moment in de media dieper in te gaan op de gebeurtenis of er achteraf op terug te kijken. Informeer dan goed welk programma hiervoor geschikt is. U kunt dan zelf het heft in handen houden en eisen stellen. • Bespreek vooraf hoe het programma eruit gaat zien. • Maak de afspraak dat u voor uitzending de montage ziet en nog inspraak heeft. • Gebruik het voorgesprek om zelf informatie te krijgen. Laat u niet verrassen door andere gasten of filmpjes. Vraag wie er verder aan tafel zit bij een gesprek. Vraag of er eerst een filmpje wordt getoond en wat daar dan in te zien is. • Gebruik geen onderwijsjargon.
56
X_082_B01nw.indd 56
Als de school het niet alleen kan ...
13-02-2007 12:52:43