Als creatieve beroepen werk zoeken “Voor kunstenaars is het onmogelijk om werk te vinden.” Als je de jobaanbiedingen in de krant naslaat, blijkt niemand “een Belgische zanger” of “een toneelspeler van 58 jaar” te zoeken en bij de VDAB of Actiris is het al net zo. De allereerste creatie van een kunstenaar is altijd het scheppen van zijn eigen baan. Hij bedenkt structuren en projecten die, als alles goed gaat, ons werk verschaffen. Ooit…” Claude Semal, zanger Zoek je in de artistieke sector op dezelfde manier naar werk als in de gewone economie? Als we afgaan op het reglement voor de controle van de werklozen of het plan voor de activering van het zoekgedrag naar werk, moet dat wel. Maar de realiteit blijkt anders te zijn dan wat de administratie graag denkt. De verschillen blijken zowel uit statistisch onderzoek als uit individuele getuigenissen. Door hiermee rekening te houden, kunnen we een aantal misverstanden uit de wereld helpen en hierover een constructieve dialoog opstarten tussen de creatieve beroepen en de organisaties die hen moeten helpen. In haar beleidsnota voor 2012 1 kondigt minister voor werkgelegenheid Monica De Coninck aan dat “de uitvoerende en beslissingsbevoegdheden voor de controle van de actieve en passieve beschikbaarheid van de werklozen” aan de gewesten overgedragen wordt. Dat betekent dus dat het personeel van deze organisaties zal moeten instaan voor de opvolging van de werklozen. De Professionele Vereniging voor Creatieve Beroepen vzw helpt al bijna vijftien jaar de kunstenaars in ons land en uit ervaring weten wij dat er rekening moet gehouden worden met de realiteit van de sectoren als we de kunstenaars willen begeleiden en controleren. Creatieve professionals zoeken op een andere manier naar werk en dat gaan we hier aantonen. WERK ZOEKEN IN DE CREATIEVE SECTOREN OF IN DE KLASSIEKE ECONOMIE: EEN WERELD VAN VERSCHIL Voor professionals uit de creatieve sectoren neemt het belang van projectwerk voortdurend toe en dat betekent onder andere dat ze zelf klanten moeten zoeken. Dat vormt een groot verschil met uitzendkrachten en gaat eerder de richting van het ondernemerschap uit. Projectwerkers zijn een hybride vorm van werkkrachten: ze zijn geen echte zelfstandigen, maar ze zijn ook geen gewone loontrekkenden. Zeker in de culturele wereld komt deze arbeidsvorm vaak voor. Projectwerkers moeten zelf instaan voor het beheer van hun korte-termijncontracten en aangezien ze afhankelijk zijn van een reeks opeenvolgende projecten en samenwerkingen zijn deze per definitie 1
Beschikbaar op http://www.ensembleautravail.be/media/uploads/werk/docs/beleidsnota_werk.pdf
ALS CREATIEVE BEROEPEN WERK ZOEKEN
1
onregelmatig en onzeker van aard. Bovendien blijft deze werkwijze gedurende hun volledige carrière ongewijzigd. De RVA beschouwt deze projectwerkers al heel snel als langdurige werklozen waardoor ze ook aan dezelfde verplichtingen moeten voldoen. Maar daarbij wordt er geen rekening gehouden met de typische kenmerken van de creatieve beroepen waarvoor de criteria van de RVA geen steek houden. In dit document vergelijken we daarom deze beroepen met de ‘gewone werkgelegenheid’. De eigenschappen van deze arbeidsvorm hebben een grote invloed op de manier waarop er in de creatieve sector naar werk gezocht wordt. a) Eén werkgever vs. meerdere werkgevers: Kunstenaars bouwen over het algemeen hun carrière uit op basis van een reeks opeenvolgende eenmalige projecten (kunstwerken, prestaties, evenementen…). De opdrachtgevers worden op legaal vlak gelijkgesteld aan een ‘werkgever’, maar zo ervaren de kunstenaars dat niet. Creatieve professionals zijn een soort van arbeidsnomaden en daar zou de RVA rekening mee moeten houden tijdens haar evaluaties. b) Langdurige arbeid vs. tijdelijke arbeid: Voor de creatieve beroepen is projectwerk het gangbare werkkader. Dit staat in schril contrast tot de gewone economie waar zelfs een tijdelijk contract toch gedurende enkele maanden voor werkzekerheid zorgt. Tijdelijke en kortlopende projecten maken intrinsiek deel uit van de manier waarop werk en arbeid binnen de creatieve sectoren georganiseerd zijn. c) Een CV en diplima’s vs. een reputatie: In de creatieve sector haal je geen contract of opdracht binnen door een CV of fraaie sollicitatiebrief voor te leggen. Ook een (al dan niet artistiek) diploma heeft weinig belang voor de opdrachtgevers omdat alles afhangt van de professionele reputatie en de aanbevelingen via het professioneel netwerk. d) Gecentraliseerde vacatures vs. aanbiedingen via een netwerk: Arbeidskrachten die in de traditionele sectoren actief zijn, kunnen van heel wat structuren gebruik maken om werk te zoeken (websites, uitzendkantoren, VDAB, Actiris…). Creatieve professionals beschikken niet over deze mogelijkheden en zij moeten de kansen grijpen die zich binnen hun netwerk aandienen. e) Volledig verloonde arbeid vs. deels onbetaalde arbeid: Een groot deel van de arbeid van creatieve professionals is onbetaald: de repetities, creatieve fases, de promotie en distributie, networking, uitwisselingen met collega kunstenaars… Al deze activiteiten slorpen veel tijd en energie op zonder dat daar een loon tegenover staat. Toch zijn dit voor de creatieve professionals essentiële etappes bij de ontwikkeling van hun projecten en carrière. Deze onbezoldigde inspanningen zijn een vorm van carrièreplanning die je niet zomaar als inactieve periodes kan beschouwen.
ALS CREATIEVE BEROEPEN WERK ZOEKEN
2
f)
Een vaste job vs. meervoudige jobs: ‘Klassieke werknemers’ hebben een vaste taakomschrijving en maken (soms) promotie binnen de onderneming. Voor creatieve professionals ligt dit anders omdat hun carrière bestaat uit een aaneenschakeling van verschillende professionele opportuniteiten. Vaak proberen ze om hun inkomsten te diversifiëren via bijkomende activiteiten (onderwijs, coaching…) of zelfs kleine jobs om in hun bestaan te voorzien. Deze verschillende functies vinden we ook terug binnen de projecten zelf: creatieve werknemers zijn echte kameleons die regelmatig van gedaante wisselen: projectleider, consulent, medewerker…
g) Traditionele arbeid vs. zelf gecreëerde arbeid: Creatieve professionals scheppen hun eigen werkgelegenheid. Ze kunnen daarom best vergeleken worden met een ondernemer die op zoek gaat naar contracten of een publiek en dus niet naar “werkgevers”. h) Lange creatieve fases vs. onmiddellijke indiensttreding: Binnen sommige creatieve sectoren (zoals beeldende kunsten en podiumkunsten) zijn de creatieve fases heel erg lang: van het oorspronkelijke idee tot aan de werkelijke creatie (en de eventuele tournee), kan er wel twee jaar verstrijken. Van alle geïnvesteerde tijd worden dan enkel de repetities en opvoeringen betaald. In onderstaande tabel vind je een overzicht van de verschillen tussen ‘klassieke’ arbeid en de creatieve sector:
‘Klassieke’ arbeid Een vaste werkgever Stabiele werkgelegenheid CV, diploma’s, enz. Websites, werkaanbiedingen, uitzendkantoren werkaanbiedingen worden samengebracht Alle verrichte arbeid wordt verloond Vaste functie (tot promotie) Klassieke werkgelegenheid Onmiddellijk inzetbaar
ALS CREATIEVE BEROEPEN WERK ZOEKEN
3
Arbeid in de creatieve sector Meerdere werkgevers Eenmalige werkgelegenheid Reputatie, netwerk,… Netwerken, tussenpersonen uit de kunstwereld >>> werkaanbiedingen komen uit het netwerk Een deel van de arbeid blijft onbetaald (repetities, creaties, distributie, networking, enz.) Verschillende functies binnen opeenvolgende projecten; Multi-activiteit Creatie van de eigen tewerkstelling Lange creatiefases
Als we rekening houden met al deze overwegingen, blijkt dat de controles van de RVA helemaal niet afgestemd zijn op de realiteit van de werkgelegenheid binnen de creatieve sector. Dat blijkt uit volgende punten: • Het aandringen om één vaste werkgever te zoeken. • Het meten van de lengte van de werkloosheidsperiodes. • Het tellen van het aantal opgestuurde CV’s of motivatiebrieven. • Het tellen van het aantal werkaanbiedingen waarop de creatieve professional gereageerd heeft. • Enkel de onmiddellijke inzetbaarheid op de arbeidsmarkt is van belang. • De referentieperiodes houden geen rekening met de creatieve cyclussen. De rechtvaardigheid vereist dat de criteria voor de controle van werkloze kunstenaars rekening zouden houden met de realiteit van hun beroep. ONDERZOEK EN GETUIGENISSEN STAVEN DEZE REALITEIT Onderzoek toont aan dat het zoeken naar werk binnen de artistieke sectoren een specifiek karakter heeft. Zo hield het studiebureau van Professionele Vereniging voor Creatieve Beroepen een grootschalige enquête bij haar leden om meer inzicht in hun werkomstandigheden te krijgen. Een van de vragen was: “Op welke manier haal je opdrachten binnen?” Uit de 1300 antwoorden bleek het belang van een professionele reputatie en netwerk uit de twee meest voorkomende situaties:
Nooit
Zelden Soms
Vaak
Altijd
Totaal
Je wordt gecontacteerd voor een project, je krijgt een bestelling
3%
10%
29%
44%
15%
100%
Je zoekt zelf klanten (via mailings, een website, demo, flyers,…)
10%
17%
29%
32%
12%
100%
Je doet een beroep op een professionele tussenpersoon
63%
14%
13%
8%
2%
100%
Je gaat in op aanbestedingen
31%
26%
30%
10%
2%
100%
Via je sociale netwerken (met inbegrip van internet) / mond-totmondreclame
4%
6%
29%
49%
12%
100%
Je bent zelf de initiatiefnemer van het project
9%
15%
31%
26%
19%
100%
Je vindt je projecten op een andere manier
55%
19%
21%
4%
2%
100%
Bron: Artistieke activiteiten ontwikkelen. De tool Activiteiten van SMartBe, Studiebureau van het PVCB, Ed. SMartBe, 2012, p. 75
ALS CREATIEVE BEROEPEN WERK ZOEKEN
4
De resultaten van dit onderzoek worden bevestigd door een reeks getuigenissen van professionelen uit verschillende disciplines. Neem bijvoorbeeld deze aan het conservatorium afgestudeerde muzikant van 35 jaar: “Na mijn studies aan het conservatorium merkte ik al heel snel dat er voor ons geen enkele omkadering bestond. Zelf ben ik vooral in twee domeinen van de muzieksector actief: muziek schrijven en optredens geven. Componeren doe ik alleen, maar voor mijn optredens duikt er al meteen een obstakel op: voor concerten is mond-aan-mondreclame onontbeerlijk, je moet wat hulp krijgen, relaties aanspreken, je zoveel mogelijk laten zien en opmerken. Als je in het begin van je carrière geen brede vriendenkring hebt, moet je foldertjes zoeken in de cafés in je buurt en in de steden in de omgeving. Het feit dat de Belgische markt zo klein is, compliceert alles nog meer. Ik doe dit nu al vijftien jaar. Het gaat op en af en daar heb ik geen probleem mee, want dit is eigen aan het vak. In de ogen van de mensen is dit geen beroep, maar ik ben er nochtans voltijds mee bezig, zonder mijn uren te tellen. Soms werk ik tot middernacht… Over het algemeen sta ik om 7u op en zoek ik de hele ochtend op het internet naar concerten, wedstrijden, festivals of plaatsen om op tournee te gaan… Ik speelde vijf jaar in een groep en de eerste twee jaren schonk niemand ons vertrouwen. Maar beetje bij beetje zijn we meer en meer beginnen optreden, waarna we ook op festivals welkom waren, tot we per toeval door de televisie opgepikt werden en we een voorstel kregen om mee te doen aan Eurovisie. Ik zie mezelf niet als werkloze en ik voel mij niet te min voor de habbekrats die ik van de werkloosheid krijg. We mogen ons gelukkig prijzen dat we wonen in een land met een sociale zekerheid. Eigenlijk zie ik deze maandelijkse uitkering van 400€ als een vorm van cultureel mecenaat. Als auteur-componist-vertolker vind ik dit niet zozeer een echte job. Wat wel een job is en gemakkelijk 80% van mijn tijd in beslag neemt, is het zoeken op internet, het motiveren van de troepen, het leggen van contacten. Elke dag ben ik daar 10 tot 12 uur mee bezig. Dat is niet het enige dat ik doe, maar ik doe mijn werk graag en dus ben ik best wel tevreden… Ik solliciteer ook om halftijds les te geven in privéscholen en probeer producers te ontmoeten om filmmuziek te maken, zelfs voor reclamefilmpjes. Ik ga op zoek naar mogelijkheden om met mijn groep op privéfeestjes, huwelijken,… op te treden en daarnaast probeer ik ook als DJ te werken. Kortom, ik probeer zo veelzijdig mogelijk te worden.” (interview op 4/6/2012.)
ALS CREATIEVE BEROEPEN WERK ZOEKEN
5
Ook deze 34-jarige beeldhouwer, gespecialiseerd in het restaureren van erfgoed, bevestigt stellig dat een CV tot niets dient. “Ik heb aan een van de grote kunstacademies beeldhouwen gestudeerd. Op dit ogenblik restaureer ik al tien jaar erfgoed, wat in het verlengde van mijn capaciteiten ligt. Net zoals in andere culturele sectoren dient ook binnen mijn sector een CV tot niet veel. Je wordt ergens binnengeloodst door iemand die je kent. Altijd! Niemand raakt binnen door aan te bellen met een CV in de hand. Nooit! Ik heb mijn vaste klanten en daarnaast zijn er nog andere mensen die mij contacteren omdat ze over mij hebben horen spreken. Na mijn studies ben ik op een werf als helper aan de slag gegaan. Iemand heeft mij opgemerkt en mij op een andere werf voorgesteld. Van het ene kwam het andere en nu ben ik al tien jaar binnen deze sector aan de slag… Wat telt is je reputatie: hoe competenter, hoe vaker men je belt. Het is een vorm van Darwinisme, een natuurlijke selectie.” (interview op 05/06/12.) Dezelfde beeldhouwer legt ook uit dat de instrumenten die de RVA ter beschikking stelt om werk te zoeken helemaal niet geschikt zijn voor zijn beroep. Daar kwam hij achter toen hij ‘het kunstenaarsstatuut’ verloor: “Ik had een afspraak bij Actiris voor een informatievergadering waar ze ons uitlegden hoe je een CV moest opstellen. Eenmaal afgelopen, ben ik bij een dame gaan uitleggen waarom een CV binnen mijn sector helemaal niet werkt. Enkele andere personen bemoeiden zich met de discussie en de dame in kwestie was blijkbaar heel verbaasd dat dit de realiteit is voor sommige beroepen en dat deze dus niet ‘in een vakje konden ondergebracht worden”. Uit deze getuigenis blijkt trouwens dat het zelfs nog erger kan. Soms hebben de reglementen een averechts effect en belemmeren ze de ontwikkeling van een beroepscarrière: “Sinds ik geen recht meer heb op het kunstenaarsstatuut ben ik verplicht werk te aanvaarden om in mijn levensonderhoud te voorzien. Dat is allemaal verloren tijd die ik niet kan gebruiken om nieuwe werkgevers binnen mijn sector te zoeken, mij even onder de aandacht van de bestaande werkgevers te brengen en als ik gevraagd word voor een artistieke opdracht ben ik niet beschikbaar. Deze situatie wringt langs alle kanten. Ondertussen daalt mijn werkloosheidsuitkering en kan ik dus niet meer stoppen. Ik zit knel…” WIJZINGEN DRINGEN ZICH OP De klassieke elementen die normaal gezien van belang zijn bij het zoeken naar werk (diploma, CV, motivatiebrieven, enz.) blijken niet te werken in een activiteitensector waar bijna alle vacatures verborgen blijven. Zo moeten kunstenaars hun werk zelf creëren door eigen initiatieven uit te bouwen. Vaak komen daar heel wat voorbereidingen bij kijken en dat kan best vergeleken worden met een heel erg actieve zoektocht naar nieuwe beroepsinkomsten.
ALS CREATIEVE BEROEPEN WERK ZOEKEN
6
In de praktijk worden werkers uit de artistieke sector vaak geconfronteerd met onbegrip van de ambtenaren die hen moeten begeleiden. Deze zijn onwetend over – of houden geen rekening met –de hierboven vermelde elementen. Maar om deze kunstenaars en technici adequaat te begeleiden is het net noodzakelijk dat er wel rekening gehouden wordt met de eigenschappen en arbeidsomstandigheden van hun sector. Anders draait dit enkel uit op dovemansgesprekken en tijdverlies omdat men de verkeerde instrumenten gebruikt. De nieuwe procedures voor de begeleiding van werklozen die de gewesten invoeren, moeten dus rekening houden met alle bijzonderheden van deze sector. In het ideale geval zouden de plaatselijk werkloosheidskantoren daarvoor zelfs een in deze materie gespecialiseerde referentiepersoon moeten hebben. Quentin de Ghellinck november 2012
Bronnen Boltanski L. & Chiapello E., Le nouvel esprit du capitalisme, Parijs, Gallimard, 1999. Collectief (onder leiding van het studiebureau van SMartBe), Kunstenaars en hun tussenpersonen, Brussel, SMartBe-LannooCampus, 2010. Collectief (onder leiding van het studiebureau van SMartBe), De kunstenaar, een ondernemer?, Brussel, SMartBe-LannooCampus, 2011. Menger P.-M., Portrait de l’artiste en travailleur. Métamorphoses du capitalisme, Parijs, Seuil, 2002 Menger P.-M., Les intermittents du spectacle, Paris, EHESS éditions, 2005 Menger P.-M., Le travail créateur. S’accomplir dans l’incertain, Parijs, Seuil- GallimardEHESS, 2009. Perrenoud M., Les musicos. Enquête sur des musiciens ordinaires, Parijs, La Découverte, 2007. SMartBe (Studiebureau), Artistieke projecten ontwikkelen. De tool Activiteiten van SMartBe, Brussel, SMartBe, 2011
ALS CREATIEVE BEROEPEN WERK ZOEKEN
7