Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba.
De regering van Aruba, in deze vertegenwoordigd door de Minister President van Aruba, de heer M.G. Eman, evenals de Minister van Financiën en Overheidsorganisatie de beer A.R. Bemudez;
en
De regering van Nederland, in deze vertegenwoordigd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer R.FLA. Plasterk, evenals de Minister van Financiën, de heer J,R.V.A. Dijsselbloem;
Overwegende dat:
-
-
-
-
de regering van Aruba met behulp van de Sociale Dialoog eerste structurele ombuigingen ter bevordering van duurzaamheid van de openbare financiën heeft doorgevoerd;
het beleid van de regering van Aruba zich bovendien richt op het verduurzanien van de Openbare financiën door afbouwen van de schuidpositie;
de regering van Aruba in de landsverordening tot wijziging van de begroting 2014 rneerjarencijfers heeft opgenomen, met een begrotingsoverschot van 0,5% in 2018, waar de ontwerpbegroting 2015 bij aansluit (maximaal tekort van -3,7 procent);
hoewel de openbare financiën een landsaangelegenheid zijn, de regering van Aruba het
wenselijk acht om structureel onafhankelijk toezicht hierop in te stellen;
de Rijksministerraad op 12 december 2014 heeft ingestemd met het verzoek van de regering van Aruba aan het College financieel toezicht om beschikbaar te zijn en een onaflmnkelijke toets op de begroting 2015 uit te voeren;
De regeringen van Nederland en Aruba hebben in december 2014 tevens afgesproken om binnen afzienbare tijd met elkaar in overleg te treden om gezamenlijk te zoeken naar de meest adequate formele inbedding voor de samenwerking met de Rijksministerraad en het Cft in de toekomst.
-
ten behoeve van het inrichten van toezicht op de openbare financiën de benodigde financiële infrastructuur en beheer dienen te worden versterkt;
-
ook ten behoeve van de inkomstenverhogende maatregelen de capaciteit van Aruba op het gebied van onder meer (de uitvoering en verbetering van) belastingwetgeving en douane tekortschiet en niet op korte termijn door het land Aruba zelf kan worden opgelost;
-
teneinde dit beleid te kunnen realiseren de regering van Aruba de financiële functie van ‘s landsdiensten op korte termijn en substantieel moet versterken;
-
de regeringen van Nederland en Aruba tot nadere afspraken wensen te komen over de versterking van de financiële functie van Aruba, teneinde regelmatige en realistische beoordelingen van landsbegrotingen optimaal te kunnen doen verrichten.
-
de regering van Aruba Nederland heeft verzocht om Aruba hierin te ondersteunen;
-
Nederland en Aruba de gemaakte afspraken over en voorwaarden omtrent het inschrijven door Nederland op leningen van Aruba, zoals vastgelegd in het Witte donderdagakkoord van 28 maast 2013 herbevestigen; -
Besluiten dat: 1. Aruba concrete en heldere verzoeken om technische bijstand op het gebied van de belastingdienst, douane, wetgevingscapaciteit en financieel beheer zal voorleggen bij Nederland, uiterlijk 1 augustus 2015. 2. Nederland, mits de gevraagde capaciteit beschikbaar is en voldaan is aan onderstaande bepalingen, aan de verzoeken voor technische bijstand tegemoet zal komen, waarbij financiering zoals gebruikelijk wordt verzorgd door het vragende land.
3. In de begroting 2015 de aanbevelingen van het College financieel toezicht (Cft), zoals neergelegd in de reactie van 29 december 2014, worden vertaald naar concrete en deugdelijk onderbouwde maatregelen, die tijdig in het lopende jaar kunnen worden geïmplementeerd. Daarbij biedt het Cft zijn advies aan aan de regering als ook aan de Rijksministerraad. Het College Aruba financieel toezicht (CAft) kan vervolg adviezen geven over de begrotingsuitvoering.
4. De aanbevelingen uit de hiervoor genoemde reactie van het College financieel toezicht op de concept-ontwerpbegroting 2015 die niet direct betrekking hebben op de begroting worden uitgevoerd en dat de concrete invulling hiervan wordt vormgegeven in samenspraak met het hierna te noemen: College Aruba financieel toezicht CAft.
5. De regering van Aruba zal bevorderen dat de Landsverordening financieel toezicht (verder: de Landsverordening) uiterlijk per 1 augustus 2015 in werking treedt. De regeringen van Aruba en Nederland hebben volledige overeenstemming bereikt over de inhoud en de juridische vormgeving van deze Landsverordening.; 6. Beide regeringen zullen bevorderen dat het College Aruba financieel toezicht per 1 augustus 2015 feitelijk functioneert in volledige samenstelling; 7. Aruba wettelijke bepalingen die in strijd zijn met bovengenoemde landsverordening, aanpast;
8. Deze afspraken maken geen inbreuk op de constitutionele rechten en bevoegdheden van de Arubaanse staatsorganen ingevolge de Staatsregeling van Aruba en de daarop gebaseerde organieke regelingen, noch maakt het inbreuk op overige vigerende regelingen van het Statuut en Rij ksregelingen. 9. Nu Aruba en Nederland overeenstemming hebben bereikt over structureel onafhankelijk toezicht conform onderhavig protocol en de overeengekomen Landsverordening, zal een
buitenlandse lening ten behoeve van herfinanciering van bestaande schulden worden goedgekeurd en technische bijstand door Nederland worden gegeven onder de voorwaarden genoemd bij artikel 2. 10. Indien er geen Landsverordening financieel toezicht tijdig in werking treedt of indien deze op essentiële punten afwijkt van de overeengekomen tekst, of indien het onderhavig protocol niet in werking treedt tegelijkertijd met de Landsverordening, staan de bij of krachtens het Statuut aan de Koninkrijksregering gegeven instrumenten ter beschikking. Hetzelfde geldt indien de Landsverordening wordt gewijzigd of ingetrokken. 11. de ministerraad van Aruba na bekrachtiging van voornoemde landsverordening, geen medewerking verleent aan wijzigingen van voomoemde landsverordening voordat met de regering van Nederland overleg is gevoerd en behandeling hiervan in de Rijksministerraad tot overeenstemming heeft geleid. 12. Het College stuurt aan de raad van ministers van het Koninkrijk zijn conclusies indien het Balanced Budget als bedoeld in de meerjarencijfers uit de landsverordening tot wijziging van de begroting 2014 duurzaam is gerealiseerd in overeenstemming met de bepalingen uit onderhavig protocol en landsverordening, met het oog op instelling door Aruba in samenwerking met Nederland van een Begrotingskamer om het onafhankelijk toezicht over te nemen en voort te zetten. Op dat moment wordt een begrotingspad vastgesteld naar houdbare overheidsfinanciën met een staatsschuldquote van op termijn 40%.It Aanvullende afspraken:
1.
De voordracht aan de Koning voor de benoeming van de leden van het College Aruba financieel toezicht (verder: het College) wordt steeds gedaan door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
II.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt de vaste vergoeding van de leden van het College Aruba financieel toezicht (verder: het College) vast. Hierbij wordt de toepasselijke salarisschaal van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren en de toepasselijke deeltijdfactor aangegeven. De leden hebben voorts overeenkomstig het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland recht op vergoeding van reis- en verblijfskosten. Daarnaast hebben de leden op declaratiebasis recht op vergoeding van kosten van internationale telefoongesprekken die zij maken in het kader van de werkzaamheden voor het College.
fl1.
Het College informeert de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de melding van een lid van het College tot het aanvaarden van een andere betrekking of nevenfunctie.
IV.
De secretaris en de medewerkers worden op voordracht van het College vanwege dc Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het College ter beschikking gesteld.
V.
De bezoldiging van de leden, de secretaris en de medewerkers van het CoLlege, alsmede de bekostiging van de overige apparaatsuitgaven komen ten laste van de begroting van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
VI.
Alvorens een aanwijzing op grond van de Landsverordening financieel toezicht (verder: de Landsverordening) wordt gegeven, stelt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de ministerraad van Aruba in de gelegenheid om zijn visie te geven.
VII.
Indien stukken van het College worden aangeboden aan de ministerraad van het Koninkrijk, geschiedt dit steeds door tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
VIII.
De voordracht aan de Koning voor een aanwijzing op grond van de Landsverordening Aruba financieel toezicht wordt steeds gedaan door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
IX.
Vaststelling collectieve sector: a. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de ministerraad wijzen tweejaarlijks gezamenlijk, na advies van het Centraal Bureau voor de Statistiek van Aruba in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek van Nederland, voor 1 april aan welke rechtspersonen met ingang van het volgende begrotingsjaar behoren tot de collectieve sector. b. Voor de aanwijzing is het System of National Accounts van de Verenigde Naties leidend. c. De ministerraad van Aruba stelt de betrokken rechtspersonen schriftelijk in kennis van de aanwijzing. d. De ministerraad van Aruba rapporteert jaarlijks voor 1 april aan het College over de voorlopige jaarcijfers over het voorgaande kalenderjaar van de collectieve sector.
X.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek Nederland adviseert het Centraal Bureau voor de Statistiek van Aruba.
XI.
Verantwoording in Nederlandse begroting: a. De uitgaven en ontvangsten samenhangende met het verstrekken van leningen als bedoeld in artikel 15 van de Landsverordening door de Staat der Nederlanden aan Aruba komen ten laste respectievelijk ten gunste van de begroting van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van Nederland.
b. De valutarisico’s samenhangende met het verstrekken van leningen als bedoeld in de artikelen 15 van de Landsverordening door de Staat der Nederlanden aan Aruba komen ten laste respectievelijk ten gunste van de begroting van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van Nederland. XII.
Aruba draagt er zorg voor dat zij regelgeving heeft die voldoet aan internationaal aanvaarde normen op het gebied van: a. procedures voor vervreemding en verkrij ging van aandelen in rechtspersonen door de landen; b. richtlijnen voor het dividendbeleid van rechtspersonen waarin Aruba deelneemt, en c. procedures en eisen rond de benoeming en het ontslag van bestuurders van rechtspersonen waarin Aruba deelneemt.
Aldus overeengekomen in Oranjestad en Den Haag op 2 mei 2015
de minister-president van Aruba,
L
mr. M.G. Eman
de minister van Financiën en Overheidsorganisatie van Aruba,
de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
.A.Perk
de minister van Financiën,