Africa's time has come!
Een onderzoek naar de lokale effecten van het wereldkampioenschap voetbal 2010 onder de inwoners van Kaapstad
Caroline de Rooij
Africa’s time has come!
Africa’s time has come!1 Een onderzoek naar de lokale effecten van het wereldkampioenschap voetbal 2010 onder de inwoners van Kaapstad
Deze masterthesis is ingediend ter afronding van de Master Culturele Antropologie: Multiculturalisme in vergelijkend perspectief.
Universiteit Utrecht Augustus 2008
Naam:
Caroline de Rooij
Studentnummer:
3069745
Email:
[email protected]
Begeleider:
Lotje Brouwer
Cover: Zapiro 2007 1
Een slogan gebruikt door de overheid voor WK 2010, voor eerst gebruikt in speech door president Mbeki in 2004
1
Africa’s time has come!
‘A deliberate decision has been taken that above all aims of hosting the event in Africa for the First time, a lasting legacy must be created to assist our continent to move away from the social ills of poverty and underdevelopment. Hence the coordination role the 2010 Government Unit plays in the implementation of the various guarantees and obligations to ensure that whatever development takes place, it should contribute to that national goal of creating a better life for all’.2
2
J. Mathume Phaahla, directeur-generaal van 2010 Fifa World Cup in Africa’s Time januari 2008
2
Africa’s time has come!
Inhoudsopgave
Voorwoord
4
1. Inleiding
5
§1.1 Methodologische verantwoording
2. Het wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika
8
11
§2.1 De verwachtingen van het gastland
11
§2.2 Unity is Strength
18
§3.3 Wij en zij
22
3. Polarisatie in Kaapstad
28
§3.1 Een gescheiden samenleving
29
§3.2 Polarisatie door het WK
34
§3.2 Globals en locals in één stad
40
4. De invloed van het WK op de bouwvakkers en buurtbewoners
44
§ 4.1 Invloed op het dagelijks leven
44
§ 4.2 Betrokkenheid en beleving
48
5. Conclusie
51
Bibliografie
53
Bijlage 1: Plattegronden
57
Bijlage 2: Logo WK
58
Bijlage 3: Cartoons Zapiro
59
3
Africa’s time has come!
Dit werk had ik niet kunnen schrijven zonder de medewerking van een aantal personen. Vandaar dit woordje, speciaal voor hen.
Mijn dank gaat ten eerste uit naar mijn informanten. De openheid waarmee zij hun verhaal aan mij kwijt wilden, hun ervaringen deelden en mij vier maanden lang opnamen in hun leven, waardeer ik enorm. Ook wil ik mijn lieve vrienden in Kaapstad bedanken naar de zoektocht van informatie waarbij zij mij vaak geholpen hebben. Angelique wil ik extra bedanken voor de gezellige tijd in haar huis. Ik kijk terug op een geweldige veldwerkperiode.
In mijn persoonlijke omgeving wil ik Janneke en mijn vrienden bedanken voor de steun tijdens mijn opleiding en afstuderen. Jullie hadden altijd opbeurende woorden en goede adviezen voor mij. Bregje bedankt voor de gezellige momenten in de bibliotheek.
Tot slot wil ik mijn begeleidster Lotje Brouwer bedanken voor de opbouwende feedback en begeleiding tijdens mijn onderzoek en het schrijfproces dat daarop volgde.
Heel erg bedankt allemaal!
4
Africa’s time has come!
1. Inleiding
Bij mijn aankomst in Kaapstad valt mij op het vliegveld meteen de grote reclame van een communicatiebedrijf op. Als je nu een telefoonabonnement bij dat bedrijf afsluit maak je kans op een gratis kaartje voor het wereldkampioenschap voetbal. Een stukje verder in de aankomsthal hangt een reclame van een bank: ‘16 000 South Africans will be the very first people in the world to win tickets to the 2010 FIFA World Cup’. Natuurlijk moet je wel een account bij ze openen om hier kans op te maken. Vrolijk loop ik het vliegveld uit. Het is heerlijk om het Afrikaanse zonnetje weer op mijn gezicht te voelen. Het is de vijfde keer dat ik terug ben ik Zuid-Afrika. Deze keer niet als toerist of reisbegeleider, maar om antropologisch veldwerk te verrichten. Buiten het vliegveld zijn bouwvakkers aan het werk. “Ze bouwen een nieuw vliegveld voor 2010. Ik vraag me af of ze op tijd klaar zijn” zegt mijn gekleurde3 taxichauffeur als hij mij ziet rondkijken. Vlak voordat we het vliegveld verlaten naar Gardens, de wijk waar ik de komende vier maanden ga verblijven, rijden we langs een grote voetbal met daarop een teller. De teller staat op achthonderd en dertien dagen tot de kick-off van het WK. “Heeft u zin in het WK?” vraag ik aan mijn taxichauffeur? “Ja, ik houd van voetbal en vind het geweldig dat de beste voetbalspelers ter wereld ons land zullen bezoeken. I am happy it is Africa’s time now”. Op mijn vraag of hij ook een wedstrijd wil bekijken in het stadion antwoordt hij “Ik zou het graag willen mijn schat, maar het wereldkampioenschap is voor mensen met geld”.4 Ik ben nog maar net in Kaapstad aangekomen en ik merk al hoe mijn onderzoeksthematiek hier leeft. De wereldvoetbalorganisatie FIFA heeft in 2004 het besluit genomen het WK voetbal in 2010 aan Zuid-Afrika toe te wijzen. Het wordt de eerste keer dat het WK voetbal in Afrika plaatsvindt. Over de hele wereld zullen mensen het toernooi volgen en wie de mogelijkheid daartoe heeft zal invliegen om het spektakel live mee te maken. Zuid-Afrika kan zichzelf door dit sportevenement presenteren aan de rest van de wereld, want miljoenen mensen zullen het evenement volgen. Om het WK als mondiaal evenement te benaderen richt ik me in deze thesis op de processen van mondialisering. Door verbeteringen in communicatietechnologie en transport zijn vanaf de jaren tachtig op mondiaal niveau ingrijpende veranderingsprocessen 3
Ik gebruik hier bewust ‘gekleurde’, omdat er in Zuid-Afrika nog steeds wordt gesproken over black, white, colored of indian people. Om dicht bij de benadering van de mensen zelf te blijven gebruik ik dit ook op deze wijze. 4 Taxichauffeur 30-01-2008
5
Africa’s time has come!
opgetreden. Deze processen vallen binnen het aandachtsveld van het concept mondialisering. Mondialisering is de ‘versnelling van kapitaal-, goederen-, mensen-, beelden- en ideeënstromen, waarbij mensen over de hele wereld, zelfs tot in de meest afgelegen gebieden in contact komen met centra’ (Inda & Rosaldo 2002: 4- 5). Kernaspecten van mondialisering zijn uitbreiding of verandering van het kapitalisme, de veranderende rol van de natie-staat, de ontwikkeling van technologie, de groeiende vervlechting van het mondiale en lokale en een andere ervaring van ruimte en tijd. Volgens Arjun Appadurai (2005) is een van de belangrijkste veranderingen in de hedendaagse tijd dat de verbeelding van verschillende manieren van leven niet meer is voorbehouden aan bepaalde groepen of personen, maar dat ieder individu zich daarmee bezighoudt. Verbeelding is een ‘sociale praktijk’ geworden. De sociale wereld heeft vooral veranderingen ondergaan door de economische ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden. Door deze ontwikkelingen verspreiden mensen zich gemakkelijker over de wereld. Goederen en ideeën worden overgebracht naar andere landen, waardoor verschillende werelden meer tot de verbeelding kunnen gaan spreken. Er ontstaan relaties tussen afwezige anderen zonder ‘face to face’ contact. Het WK wat van 11 juni tot en met 11 juli 2010 in Zuid-Afrika plaatsvindt, is hier een voorbeeld van. Vanuit de hele wereld is de aandacht een maand lang op dit land gericht. De voetbalwedstrijden die gespeeld worden zullen over de hele wereld live uitgezonden worden. En terwijl het Nederlands elftal ongeveer 10.000 kilometer verderop een wedstrijd speelt, staat heel Nederland oranjegekleurd op zijn kop om ‘hun’ jongens voor de televisie aan te moedigen. Door mondialisering wordt de plaats dus meer verbeeldbaar; het lokale wordt meer doordrongen en gevormd door sociale invloeden op afstand. In het wetenschappelijk debat rondom mondialisering is de invloed van grote mondiale stromingen op lokale omgevingen een belangrijk onderwerp. Over in hoeverre het lokale het mondiale beïnvloedt en in hoeverre het mondiale het lokale beïnvloedt verschillen de meningen. Giddens (1990) en Appadurai (1996) schrijven dat lokale verschillen niet zullen verdwijnen, maar eerder dat mondiale invloeden worden verweven tegen een achtergrond van lokale culturele invloeden en zien de mensen die moeten omgaan met de consequenties van mondialisering als actieve en reflexieve personen die met hun eigen achtergrond en verstand om kunnen gaan met de mondiale invloeden. Het WK heeft nu al een grote invloed op het lokale niveau in Kaapstad
6
Africa’s time has come!
waar de voorbereidingen in volle gang zijn. Centraal in deze thesis staat het WK als mondiaal fenomeen en de polarisatie die dit evenement lokaal aan het licht brengt. In verschillende theorieën wordt ingegaan op de tegenstellingen en ongelijkheden die mondialisering teweeg brengt. Inda en Rosaldo (2002) benadrukken in hun bundel ‘the Anthropology of Globalization’ dat het ervaren van mondialisering een ongelijk karakter heeft. De neoliberale ideologie streeft naar een ideaal van autonomie, individualiteit, gelijkheid en vrijheid voor iedereen (Scheper-Hughes 2003: 197 - 226). Maar tot de gevolgen van deze ideologie behoren ook negatieve punten zoals wereldwijde welvaartsverschillen, daaruit voortkomende immobiliteit, gedwongen mobiliteit en uitsluiting van groepen en individuen. De polariserende processen die mondialisering teweeg brengt is een terugkomend onderwerp in de antropologie. Bauman (1998) beschrijft in zijn boek Globalization; the Human Consequences dat mondialiseringprocessen ruimtelijke segregatie, toenemende ongelijkheid en uitsluiting tot gevolg hebben. Mobiliteit is volgens hem de stratificerende factor van de postmoderne gemondialiseerde wereld. Met de termen ‘haves’ en ‘have nots’, ‘global’ en ‘locals’ en toeristen en vagebonden beschrijft hij de sterke polarisatie in de wereld. Er zijn mensen die zich fysiek en sociaal kunnen verplaatsen, maar er zijn ook veel mensen die geen of weinig vruchten plukken van de wereldeconomie en zijn beperkt tot gemarginaliseerde posities en worden in deze posities vastgezet. Tijdens mijn veldwerk heb ik me, naast andere inwoners van Kaapstad, vooral toegespitst op de bouwvakkers en de omwonenden van het Greenpoint stadion. Dit is één van de tien stadions die in Zuid-Afrika wordt gebouwd voor het WK. De veelal zwarte en gekleurde bouwvakkers van het stadion wonen bijna allemaal in een township buiten de stad, dit zijn de locals die het evenement in 2010 mogelijk maken. De bouwvakkers verdienen weinig en kunnen waarschijnlijk zelf nooit een ticket kopen voor een wedstrijd. Anderzijds zijn er de rijkere meestal witte buurtbewoners van de wijk Mouille Point, de wijk tussen het stadion en de zee in, die in dure appartementen wonen en kunnen investeren om geld te verdienen aan het WK. De meeste van hen zijn geïnteresseerd in rugby en cricket, maar kunnen in 2010 een voetbalwedstrijd bekijken in het stadion. Dit zijn de zogenoemde globals waar Bauman (ibid) over schrijft.
7
Africa’s time has come!
1.1 Methodologische verantwoording
Deze thesis is het resultaat van een onderzoek dat is uitgevoerd in de maanden februari tot en met mei 2008, onder de inwoners van de Zuid-Afrikaanse stad Kaapstad, voornamelijk onder de bouwvakkers en buurtbewoners die direct betrokken zijn of beïnvloed worden door (de voorbereidingen van) het WK in 2010. Door deze twee groepen ben ik ook op het idee gekomen voor onderzoeksthematiek. Toen ik begin september 2007 in Kaapstad was legden de bouwvakkers van het voetbalstadion hun werkzaamheden stil, omdat ze te weinig verdienden. Een paar weken later gebeurde dit ook in de stadions van Durban en Nelspruit. De stakingen eindigden met de belofte van een maandelijkse bonus voor alle bouwvakkers. Tegelijkertijd kwamen er veel protesten uit de buurt Mouille Point om de bouw van het Greenpoint stadion tegen te gaan, omdat de buurtbewoners het WK liever niet in hun wijk zien plaatsvinden. In deze thesis besteed ik, naast het beeld wat de overheid wil uitstralen over het WK, aandacht aan individuele verhalen; aan de beleving en meningen van de inwoners van Kaapstad over de komst van het WK in hun land en stad. Het zijn de kleine verhalen binnen het grote proces van mondialisering en de polarisatie die hierbij aan het licht komen. Ik richt me niet alleen op de schaduwkanten van mondialisering en het WK maar ook op de kansen en motieven voor Zuid-Afrika om het WK te organiseren. De centrale vraagstelling van mijn onderzoek was: “Wat zijn de effecten van het mondiale voetbalkampioenschap 2010 op de werknemers in en omwonenden van het Greenpoint-stadion en welke tegenstellingen brengt de organisatie van dit evenement aan het licht?” Om een antwoord te vinden op deze vraag heb ik gebruik gemaakt van een methodetriangulatie. Data-triangulatie is belangrijk geweest om een zo compleet mogelijk beeld te verkrijgen van mijn onderzoeksgroep. De voornaamste methode van dataverzameling was participerende observatie in en rond het Greenpoint stadion. Tijdens het eerste deel van mijn veldwerkperiode heb ik in het stadion geholpen bij de cateraar en bij het inklokken van de werknemers. Ik heb hier veel gesprekken kunnen voeren met de bouwvakkers en hierdoor met een aantal van hen na werktijd kunnen afspreken. Na een beleidsverandering, om alle journalisten buiten het stadion te houden, moest ik helaas ook stoppen met mijn baantje met als gevolg dat ik het stadion amper meer binnenkwam. In het tweede deel van mijn veldwerkperiode heb ik bij de lunchplekken buiten het stadion ‘rondgehangen’ en met 8
Africa’s time has come!
een aantal bouwvakkers tijd doorgebracht in de avonden of in het weekend. Met de buurtbewoners kwam ik in contact door een Congolese vriend van mij die werkt als caretaker in één van de luxe appartementgebouwen in Mouille Point. Door met de buurtbewoners te tennissen en te golfen op de sportcomplexen in hun wijk kwam ik met steeds meer mensen in contact. Ik werd vaak bij mensen thuis uitgenodigd voor etentjes of feestjes waar veel buurtbewoners aanwezig waren. Hier voerde ik informele gesprekken die mij een brede indruk gaven van de levens van mijn informanten. Ik nam ook deel aan dagelijkse activiteiten van vrienden die ik al eerder in Kaapstad had ontmoet. Ook heb ik veel informatie kunnen verzamelen door gesprekken met andere inwoners van Kaapstad. Naast participerende observatie heb ik elf diepte-interviews gehouden met informanten die ik heb leren kennen tijdens mijn participerende observatie of via de snowball-methode. Het waren bouwvakkers, buurtbewoners, een makelaar uit de wijk, een journalist, een bestuurslid van de vakbond, een afgevaardigde van de gemeente en een aantal andere inwoners van Kaapstad. Volgens Dewalt&Dewalt (2002) heeft een onderzoeker de morele plicht om zijn intenties als onderzoeker altijd kenbaar te maken omdat een informant het recht heeft om te weten dat hij of zij deelneemt aan een onderzoek. Anonimiteit zou in het onderzoeksverslag ook te allen tijde gewaarborgd moeten worden. Dit wordt door schrijvers ook wel informed consent genoemd. Ik heb alle geïnterviewden gevraagd of ze in deze thesis bij hun eigen naam genoemd wilde worden. De meeste wilden dit niet, diegene die hier onduidelijk over waren heb ik ook geanonimiseerd. Verder bestond mijn onderzoek uit het volgen van de actualiteit. Ik heb gedurende mijn hele veldwerkperiode krantenartikelen verzameld en geanalyseerd, tv programma’s over mijn onderwerp bekeken, notities gemaakt over de vele reclames over het WK en tot slot veel folders verzameld. Op deze manier bleef ik goed op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en discussies rondom het WK. Tijdens mijn periode in Kaapstad heb ik dataverzameling afgewisseld met data-analyse. Ik vergeleek regelmatig nieuw verzamelde gegevens met data die ik eerder had verzameld, dit stimuleerde mij kritisch naar mijn onderzoeksgegevens te kijken. Door deze werkwijze werden er nieuwe vragen opgeroepen en het bood de mogelijkheid om vooronderstellingen nauwkeuriger te bekijken.
9
Africa’s time has come!
Ik zal hier kort de structuur van mijn thesis beschrijven. In hoofdstuk twee beschrijf ik de situatie in Zuid-Afrika met daarbij de verwachte invloeden en kansen door het WK. Van de staat ga ik over op de verwachtingen door het WK voor natiestaat en besteed ik aandacht aan de ideologie van de regenboognatie. In de laatste paragraaf ga ik in op in- en uitsluiting, omdat racisme en xenofobie een belangrijk onderwerp is binnen de Zuid-Afrikaanse samenleving. In hoofdstuk drie staat centraal welke tegenstellingen er zijn ontstaan en worden versterkt door de komst van het WK op lokaal niveau. Ik richt me op Kaapstad en beschrijf wat er nu al veranderd is in de stad en wat de toekomstplannen zijn. Ook beschrijf ik welke kansen de inwoners zien voor hun stad door de komst van het WK. Hierna zal ik de etnische verdeeldheid binnen Kaapstad beschrijven en zal ik met voorbeelden uit mijn veldnotities de tegenstellingen aan het licht brengen. Het laatste hoofdstuk is meer gericht op de kleine, persoonlijke verhalen van mijn informanten. Hoe de levens van buurtbewoners en bouwvakkers zijn veranderd sinds het nieuws dat het WK naar Kaapstad komt en wat zij verwachten hoe deze situatie zal zijn na het WK. In het laatste hoofdstuk blik ik terug op mijn onderzoek en beschrijf ik mijn conclusies.
10
Africa’s time has come!
2. Het wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika
‘Come June 2010, an estimated 2.7 million spectators will watch the FIFA World Cup™ 64 matches played around the country. And when the final is shown, a television audience of up to 28 billion people will have their eyes glued on South Africa. 2010 is an opportunity to speed up growth and development, to market this country and the continent to the world; and an opportunity to grow local entrepreneurship’.5
Het WK roept vele verwachtingen op. In dit hoofdstuk beschrijf ik de verwachtingen en kansen voor het land en de huidige situatie in Zuid-Afrika. Van de staat ga ik in de volgende paragraaf over op de verwachtingen door het WK voor natie-staat. In de laatste paragraaf ga ik in op in- en uitsluiting, omdat racisme en xenofobie een belangrijk onderwerp is binnen de Zuid-Afrikaanse samenleving.
§2.1 De verwachtingen van het gastland
Sportprestaties worden vaak gelinkt aan het welvaren van een land. Als een land een goede economie heeft, weerspiegelt zich dat in de sport. Langs de andere kant proberen minder welvarende landen zich via sport in de kijker te lopen (Boyle & Haynes 2000: 145-146). Dit laatste is ook de bedoeling van Zuid-Afrika; zichzelf via het WK te presenteren aan de rest van de wereld. Economische vooruitgang, werkgelegenheid en een forse toeristenstroom is waar de overheid op hoopt. Ondanks de vele problemen in het land, zoals rommelige binnenlandse politiek, het onrustige buurland Zimbabwe, de hoge mate van criminaliteit, de Zuid-Afrikaanse infrastructuur, het hoge aantal seropositieve inwoners en de xenofobie aanvallen van afgelopen mei staan de Zuid-Afrikaanse kranten dagelijks vol met nieuws over het WK. Ook op de televisie wordt er veel aandacht aan besteed. Het komt terug in het nieuws, er zijn actualiteitsprogramma’s waar de organisatoren en ministers aan het woord komen en zelfs in soaps is het WK een hot topic. Ook door reclames, kledingstukken met WK logo die nu al te koop zijn en de vele bouwputten door het land kun je niet meer om het WK heen. Eigenlijk had geen vorig gastland zoveel behoefte om het WK te organiseren als Zuid-Afrika. Het WK moet Zuid-Afrika
5
Zuid-Afrikaanse overheid; www.sa2010.gov.za/opportunities
11
Africa’s time has come!
redden. Niet alleen op economisch gebied, maar ook om de verschillende etnische groepen binnen het land dichterbij elkaar te brengen. Zuid-Afrika wil zich aan de wereld promoten. Ze wil zich goed op de kaart zetten bij buitenlandse investeerders en toeristen om economisch te kunnen groeien. Volgens Danny Jordaan, voorzitter van de South African Football Association, biedt het WK Zuid-Afrika mooie kansen om het nationale imago op te vijzelen. Jordaan wil graag terug naar een ‘post-apartheidsimago’, waardoor het land serieuzer genomen wordt door buitenlandse investeerders en de internationale zakenwereld (In: E. de Frel & H. van Kampen 2008). Door een goed WK te organiseren wil ze aan de wereld laten zien welke capaciteiten zij in huis heeft. De mogelijkheid om dit te doen via een sportevenement komt door de ontwikkeling van de media. Door ontwikkeling van de media verspreiden beelden zich namelijk wereldwijd en gigantisch snel. Zo kunnen mensen zich een voorstelling maken van de wereld buiten hun eigen omgeving. De wereld komt in onze verbeelding dichterbij. David Harvey (1989) spreekt hierbij ook wel over time-space compression. Tijd en ruimte worden volgens hem samengeperst waardoor het tempo van het leven omhoog gaat. We hoeven niet meer ergens aanwezig te zijn om het mee te kunnen maken. Zo kan de hele wereld straks meeleven met wat er op hetzelfde moment in 2010 in Zuid-Afrika gebeurt, via internet of de televisie. Ook Giddens (1990) heeft aandacht voor het tijd - ruimte begrip. Hij geeft aan dat in de pre-moderne gemeenschappen tijd en ruimte samenvielen omdat de ruimtelijke dimensies van het sociale leven voor de meeste mensen werden gedomineerd door fysieke aanwezigheid en lokale activiteiten. Door de modernisering ontstonden relaties, zoals ik ook in de inleiding beschreef, tussen afwezige anderen zonder ‘face to face’ contact. Giddens beschrijft mondialisering met de volgende definitie:
“Globalization can be defined as the intensification of worldwide social relations which link distant localities in such way that local happenings are shaped by events occurring many miles away and visa versa….” (Giddens 1990: 64)
De overheid wil de wereld dus enthousiast maken, maar er ligt ook nog een grote uitdaging op lokaal niveau waar niet iedereen positief aankijkt tegen de komst van het WK. Om de Zuid-Afrikanen bewust te maken van het belang van het WK probeert de overheid haar burgers op verschillende manieren te informeren en te betrekken. Zo 12
Africa’s time has come!
kreeg ik bij binnenkomst van het internationale Jazzfestival in Kaapstad ‘een officiële overheid WK nieuwsletter’ aangereikt. Een boekje in de vorm van een voetbal met informatie over de tien stadions, uitleg over het WK logo, de doelstellingen van het WK, verhaaltjes van ministers en hoe ze ervoor staan met de voorbereidingen. Bedrijven die sponsor zijn van het WK helpen ook mee aan de bewustwording over het evenement. Een leuk voorbeeld hiervan is het bonnetje wat men krijgt na geld pinnen bij een geldautomaat van een grote bank. Achterop het bonnetje staat dat de bank een hoofdsponsor is van het WK met het logo van het WK erop. De bedrijven willen zelf in de aandacht komen met deze reclames, maar de inwoners worden hierdoor ook steeds gewezen op de komst van het WK. Ook op de televisie wordt er op verschillende manieren geprobeerd de Zuid-Afrikanen te informeren. Appadurai (2005) schrijft over mediascapes. We begeven ons door de verschillende soorten media constant in zogenoemde scapes. Samen vormen deze scapes verbeelde fluïde landschappen die een projectie zijn van hoe je de wereld om je heen beleeft. Door veel positieve media te publiceren voor de inwoners van Zuid-Afrika kan de betrokkenheid dus worden vergroot. Half mei werd er in een actualiteitsprogramma op de Zuid-Afrikaanse televisie6 een afgevaardigde van het ministerie van toerisme, een lid van de organisatie van het WK en een voetbalexpert geïnterviewd over de komst van het WK. Kijkers werden gevraagd een sms te sturen naar het programma of ze wel of niet tevreden waren met de komst van het WK naar hun land. Aan het begin van de uitzending was 88% niet enthousiast en 12% wel. Na een lange verdediging van de geïnterviewden op kritische vragen was aan het einde van de uitzending 71% nog steeds niet enthousiast en 29% wel. In totaal werden er 36.726 sms’jes verstuurd. Volgens de drie deskundigen uit het actualiteitsprogramma zit het belang om het WK te organiseren vooral in het openen van markten. Alle continenten hebben de ogen op hun land gericht, dus dit is de uitgesproken kans meer mee te gaan doen op de internationale markt. Het WK moet veel toeristen naar Zuid-Afrika brengen. Volgens Mr. Mosola in tv-programma ‘Interface’, de afgevaardigde van het ministerie toerisme, komen de toeristen in 2010 niet voor een weekje, zoals ze dat wel tijdens het WK 2006 in Duitsland deden. ‘Mensen moeten verder reizen en zullen dus ook langer blijven. Wij
6
Interface, SABC 3 op 11-05-2008
13
Africa’s time has come!
hebben de toeristen veel te bieden. Stel je volgt een wedstrijd in het stadion van Nelspruit, vanaf daar zit je binnen tien minuten in het Krugerpark voor een safari en de volgende dag lig je binnen een paar uur op het strand in Mozambique. Waar kan dat nou in de wereld?’ Een groot voordeel is ook dat het WK in de Afrikaanse winter wordt gehouden en dus een extra hoogseizoen zal betekenen in dat jaar. Er ligt, volgens Mosola, ook een grote kans voor de werkgelegenheid. Op dit moment hebben al veel mensen een baan in de bouw en bij andere voorbereidingen, maar in 2010 zal het toerisme ook veel banen bieden. Dit zal volgens hem duurzaam zijn omdat ZuidAfrika in 2010 meer op de kaart wordt gezet en daarom ook na de WK veel toeristen zal trekken. Een ander voordeel van het WK in Zuid-Afrika, volgens de drie deskundigen uit het programma, is dat de infrastructuur flink verbeterd zal worden door het hele land. Er is geld voor vrijgemaakt en op veel plaatsen wordt er al sinds 2005 gerenoveerd. Er zullen nieuwe wegen worden aangelegd en het openbaar vervoer krijgt veel aandacht. Er komen nieuwe bussen en een sneltrein tussen de grote steden, iets wat er nu nog niet is. De verbetering van de infrastructuur is niet alleen voor het WK bedoeld. Het land heeft wel grote voordelen door het geld dat hiervoor beschikbaar komt door het WK, maar pas in 2014 zal alles klaar zijn op gebied van infrastructuur. Naast het geld dat vrijkomt voor de infrastructuur zal er op het totale budget van 2,4 miljard euro, 37% voor de verbetering van gezondheid en onderwijs terecht komen. Ook zullen er veel sportfaciliteiten, steden en wijken worden opgeknapt voordat het WK begint. Ook hebben de deskundigen er vertrouwen in dat het WK in 2010, net als het WK rugby in 1995, de inwoners van Zuid-Afrika dichterbij elkaar zal brengen. Dit omdat iedereen, bewust of onbewust, samen toeleeft naar het WK.
Buiten alle voordelen die het WK volgens de overheid en organisatie kan opleveren moeten er nog veel problemen worden aangepakt. Er is bijvoorbeeld veel kritiek op de binnenlandse politiek. De huidige president Thabo Mbeki van het African National Congres (ANC) is vanaf 1999 aan de leiding, maar in 2009 zijn er nieuwe presidentsverkiezingen en de grondwet verbiedt dat Mbeki voor de derde keer president wordt.7 Tijdens mijn participerende observatie en interviews kwam steeds
7
Website ANC www.anc.co.za
14
Africa’s time has come!
het onderwerp van de ontevredenheid en wantrouwen in de overheid terug. Deze ontevredenheid heerste zowel bij informanten uit de armere wijken als uit de rijkere wijken. Er werd veel geklaagd over de aanhoudende armoede in het land, de stijgende voedsel- en brandstofprijzen, een werkeloosheid die minimaal 56%8 is en de onmacht van het ANC. Verder werd er benadrukt dat president Mbeki door zijn aanhoudende steun aan president Robert Mugabe, Zuid-Afrika en zeker Zimbabwe géén dienst bewijst. Ook de jarenlange ontkenning rond HIV/Aids en het tekort aan elektriciteit zijn een smet op zijn beleid. Jacob Zuma is dit jaar tot nieuwe ANC voorzitter gekozen en hij is dan ook op weg om de volgende president te worden. Dit zorgt voor commotie binnen ZuidAfrika omdat de Zulu-politicus een rechtszaak wegens verkrachting van een HIVpositieve vrouw achter zich heeft. Hij is hiervoor vrijgesproken maar vertelde in de rechtszaal dat hij na de gemeenschap een douche had genomen om de kans op een HIV-besmetting te verkleinen. Zuma gaat nog een rechtszaak tegemoet gaat wegens corruptie die in augustus dit jaar begint. De heersend ANC leider wordt beschuldigd van het witwassen van geld, omkoping, fraude en andere daden in verband met wapenhandel. In februari jl. gaf Zuma een persconferentie waarbij alle witte journalisten werden geweigerd.9 Door al deze zaken twijfelen veel van mijn informanten aan de geschiktheid van Jacob Zuma als leider van het land. Zo gaf Beverly, een witte bewoonster van Mouille Point, aan graag te willen emigreren naar Australië of Nieuw-Zeeland op het moment dat Zuma aan de macht komt. Haar kinderen wonen daar al en bellen elke maand met de vraag wanneer ze nou komt. ‘Wanneer Zuma aan de macht komt zullen de witten worden gediscrimineerd. Als de president zich zo opstelt, wat kun je dan verwachten van de rest van het land?’10 Beverly zegt, net als veel andere informanten en krantenartikelen, bang te zijn dat Zuid-Afrika net zo wordt als Zimbabwe als Zuma aan de macht komt. Een cartoon in een krant toont hetzelfde beeld; Een bus vol Zimbabwaanse vluchtelingen rijdt langs het bordje ‘You are now leaving Zimbabwe’ en laten een kale boom vol gieren achter zich. Een bordje voor de bus heeft de tekst ‘You are now entering Zumababwe’.11 Naast de binnenlandse politiek krijgt ook de veiligheid binnen het land de nodige kritiek. Er is een hoge mate van overvallen en seksueel geweld. Je kunt 8
International panel on growth in Cape Times 09-05-2008 Cape Times, 27-02-2008 10 Beverly 16-03-2008 11 Cartoonist Chip in Cape Argus 06-02-2008 9
15
Africa’s time has come!
’s avonds niet op alle plaatsen veilig over straat en wie een mooi of groot huis heeft woont gedwongen achter schok- of prikkeldraad. Elke dag staan de kranten vol met gruwelijke verhalen over groepsverkrachtingen, inbraken waarbij de bewoners worden mishandeld, overvallen waarbij mensen worden vermoord om een telefoon en vermiste kinderen. Toch voelde ik me erg veilig in Kaapstad. Veel meer bijvoorbeeld dan mijn dertig jaar oude witte Zuid-Afrikaanse huisgenoot Angelique. Angelique zal nooit lopend ergens heen gaan en doet alles met de auto, terwijl ik elke dag en avond overal heen wandelde. Veel ‘Capetonians’, waaronder Angelique, wezen mij er vaak op om voorzichtiger te zijn en minder mensen te vertrouwen. Ondanks dat ik me er erg op mijn gemak voelde, kan ik niet ontkennen dat Kaapstad onveilig is. Elke week hoor je wel een verhaal van iemand dat is gerelateerd aan onveiligheid en ik heb van dichtbij meegemaakt dat je een kind niet uit het oog moet verliezen in een winkelcentrum of op het strand. Als Zuid-Afrika vertrouwen wil wekken in het buitenland zal de criminaliteit harder moeten worden aangepakt. Tijdens het WK zullen alle verhalen van overvallen en moorden op toeristen uitgebreid in de internationale media worden besproken en om het vertrouwen van buitenlandse investeerders te winnen kan dit beter zo weinig mogelijk gebeuren. Toch denken de meeste van mijn informanten dat de toeristen makkelijke doelwitten zijn die tijdens het WK zeker niet worden gespaard. Zij hopen dat door het WK de criminaliteit eindelijk wordt aangepakt. Een ander niet onbelangrijk punt waar inwoners over klagen is het tekort aan en de oplopende prijs van elektriciteit. Door het hele land zijn er stroomstoringen waarbij mensen uren en in sommige gebieden zelfs dagen zonder stroom zitten. Op radio, televisie en in kranten worden mensen er voortdurend op gewezen om energie te besparen. Een grote winkelketen12 promoot in Kaapstad met posters waarop staat dat zij in elke vestiging een generator hebben staan en dat mensen dus ook kunnen winkelen
tijdens
een
stroomstoring.
Bouwbedrijven
krijgen
geen
nieuwe
vergunningen tot 2010 als hun bouwproject niet voor februari 2008 is aangevraagd, om zo de elektriciteit voor de voorbereidingen van het WK te kunnen gebruiken. Er is angst voor stroomuitval in hotels, restaurants en andere toeristenplekken tijdens het WK. De stadions worden voorzien van generatoren zodat de wedstrijden altijd gespeeld kunnen worden. Aziko, een bouwvakker van het Greenpoint stadion, grapte:
12
Edgars
16
Africa’s time has come!
‘Als je tijdens het WK in 2010 in de avond op Zuid-Afrika neerkijkt vanuit de ruimte zul je alleen de tien stadions zien’.13 Het toekennen van het WK aan Zuid Afrika zou moeten leiden tot een vooruitgang voor alle lagen van de bevolking volgens de FIFA en de Zuid-Afrikaanse overheid. Hierop is ook veel kritiek. Als mensen op dit moment praten over hun economische positie dan wordt er geklaagd over de stijgende prijzen. Het klagen over prijsstijgingen hoor je in meerdere etnische groepen, verschillend van arm tot rijk. Overal gaan de prijzen omhoog, in de winkels, op de markt, de huur voor huizen, benzine en de minibusjes. Veel informanten zeggen dat ze worden voorbereid op het WK, omdat er verwacht wordt dat de prijzen zullen stijgen tot 2010. Lokale makelaars en economen zeggen dat de stijgende prijzen niets met het WK te maken hebben, maar met de wereldmarkt. Overal in de wereld gaan de prijzen volgens hen omhoog.
13
Aziko 25-02-2008
17
Africa’s time has come!
§2.2
Unity is Strength
Zuid-Afrika is een land met een grote etnische verscheidenheid. Het land kent elf officiële talen. De bevolking van ongeveer 44.997.828 mensen bestaat uit 79% zwarte, 9.6% blanke, 8.9% gekleurde en 2.5% Indiase inwoners.14 Een indeling die na de apartheid nog steeds gebruikt wordt. Al is de wetgeving veranderd en moet juridisch iedereen gelijke rechten hebben, in het dagelijks leven is er nog steeds sprake van een onofficiële scheiding tussen de etnische groepen. Als je in het huidige Zuid-Afrika onderzoek doet is het belangrijk om de geschiedenis van de apartheid te kennen. In mei 1948 won de Zuid-Afrikaanse Nasionale Party onder leiding van D.F. Malan de verkiezingen met haar apartheidsprogramma. Voortbouwend op het systeem van een gescheiden samenleving en voorbijgaand aan de wensen van de acht miljoen zwarte Zuid-Afrikanen die niet hadden mogen stemmen, begonnen de Nationalisten met het instellen van allerlei wetten die zouden leiden tot de apartheid. Dit betekende dat er wettelijke ongelijkheid van bepaalde rassen ontstond. Het gehele classificatieproces werd juridisch opgelegd op basis van de Population Registration Act van 1950. Die wetgeving onderscheidde vier categorieën, namelijk: blank, zwart, kleurling en Aziatisch. De blanken waren, van deze vier raciaal gedefinieerde categorieën van de bevolking, de enigen met volledige burgerrechten. Zij hadden toegang tot de basisvoorwaarden van een egalitaire democratie. Nog in datzelfde jaar werden honderdduizenden zwarten gedwongen te verhuizen naar een ander gebied door de ingevoerde Group Areas Act, wat inhield dat er een apart woongebied was voor iedere bevolkingsgroep.15 Het doel van deze separatie was dat binnen de samenleving de vier groepen zo veel mogelijk van elkaar gescheiden bleven. Dit zou ervoor zorgen dat de Europeanen hun raciale puurheid konden bewaren, en ze zo gezegd vrij bleven van de vervuilde kleur van de zwarte bevolking (Bonner, Delius, Posel 1993: 365). De belangrijkste tegenstander van het Zuid-Afrikaanse politieke beleid was de ANC van Nelson Mandela. Op zondag 11 februari 1990, na ruim 27 jaar gevangenschap, kwam Mandela vrij. De vrijlating van Nelson Mandela luidde een nieuw tijdperk in van de ZuidAfrikaanse geschiedenis. In 1993 ontvingen voormalig president De Klerk en Nelson 14 15
Wold Factbook 2007 Nederlands Instituut Zuidelijk Afrika (NIZA) 2004
18
Africa’s time has come!
Mandela de Nobelprijs voor de vrede en in 1994 werden de eerste democratische verkiezingen van Zuid-Afrika gehouden. Mandela won en werd de eerste zwarte president van Zuid-Afrika. Er werd gesproken van een ‘nieuw’ Zuid-Afrika. De apartheid was ten einde en de regenboognatie werd geboren: een natie met een enorme culturele diversiteit en gelijke rechten voor iedereen. Er moest een verandering ontstaan van eenheid in verscheidenheid naar verscheidenheid in eenheid. Om verscheidenheid in eenheid vorm te geven zullen alle etnische groepen in gelijke mate toegang moeten hebben tot de beschikbare bronnen. Zuid-Afrika probeert zich te verenigen om de tijd van apartheid achter zich te laten. Sinds 1994 staat er een nieuwe vlag symbool voor een nieuw Zuid-Afrika. De verschillende kleuren in de vlag geven de verscheidenheid binnen de natie aan. De ‘V’ op de vlag loopt over in een horizontale lijn die naar de andere kant van de vlag loopt. Dit kan worden geïnterpreteerd als het samen streven naar één doel, het idee dat alle neuzen dezelfde kant opwijzen. Het motto dat erbij hoort, is: “Unity is Strength.”16 Dit motto komt ook terug in het officiële embleem dat is ontworpen voor het WK 2010 waarin diversiteit binnen het land een belangrijke rol speelt: ‘The colourful backdrop behind the figure represents the South African national flag. The ‘swishes' extend upwards, from south to north, reaching out to the world. They embody the energy, diversity and fiery passion of our country, and they symbolize the rise of the rainbow nation’.17
Om de verscheidenheid in culturen binnen de natie als eenheid zo klein mogelijk te maken, wordt er gewezen op de gelijkenis die er is tussen de culturele groepen en hiermee de afstand tussen de groepen zo klein mogelijk te maken. Een voorbeeld hiervan is de ‘Common denominator’, ofwel de grootste gemene deler; Eriksen (1998) gaat in zijn studie op zoek naar datgene dat de mensen delen. Ook wel wat mensen anders maakt, maar juist datgene dat deze mensen bij elkaar brengt.
16 17
NIZA 2004 FIFA 2005
19
Africa’s time has come!
Eriksen schrijft over de grootste gemene delers, die alle mensen met al hun verschillen bindt: dat zijn met name de natie-staat of de wording hiervan. In dit onderzoek kan het WK onder de Zuid-Afrikanen als grote gemene deler worden gezien. De Zuid-Afrikaanse regering hoopt dat het WK in 2010 de inwoners van Zuid-Afrika dichter bij elkaar zal brengen. Sport heeft dit land al eens eerder verenigd. Het wereldkampioenschap rugby in 1995 was de eerste grote stap om een nationale identiteit in het ‘nieuwe’ Zuid-Afrika te bereiken. Toenmalig president Mandela wilde via de internationale media zijn land een positief imago bezorgen en creëerde een wij-gevoel onder de Zuid-Afrikanen (Boyle & Haynes 2000: 150). Het WK werd in Zuid-Afrika gehouden en was belangrijker voor de bevolking van het land dan voor de rugbysupporters. Mandela zag dit, ondanks dat rugby een sport was voor de witten, als de kans om met het hele land één Zuid-Afrika aan te moedigen en hiermee een stap te maken naar de Zuid-Afrikaanse identiteit. Mandela verscheen op het veld in een Springbokshirt en opende het WK met de volgende woorden: ‘….On behalf of our rainbow nation I welcome you all. We are grateful for the International Rugby Board’s decision to hold this rugby tournament here. It will add impetus to our sports development programme, and indeed to our nation-building effort. The Springboks are our boys. I ask every one of you to stand behind them because they are our pride, they are my pride, they are your pride’ (Steenveld&Strelitz 2008).
In het team speelde één zwarte speler en de slogan van het Zuid-Afrikaanse team was: ‘One team, one nation’. Een groot deel van de bevolking bekeek de finale van het WK tussen de Springboks (door de zwarte bevolking AmaBokoBoko genoemd) en de All Blacks, het team van Nieuw-Zeeland. Twee jaar daarvoor zouden alle ZuidAfrikaanse oppositiegroepen tijdens zo'n wedstrijd volledig achter de All Blacks hebben gestaan. Nu waren de bezoekers ‘de vijand’. Alsof het zo moest zijn werd Zuid-Afrika, ondanks de jarenlange isolatie, wereldkampioen (Black & Nauright 1998: 124-126; de Rooij 2006: 13). De antropoloog Benedict Anderson (1991) richt zich in de context van natievorming op de term imagined community. Een natie is een verbeelde gemeenschap, omdat leden ervan elkaar nooit allemaal persoonlijk zullen kennen. De verbeelde gemeenschap vormt zich ook over grenzen heen omdat mensen zich verspreiden over de wereld, maar toch verbonden blijven door transnationale
20
Africa’s time has come!
netwerken. Door de mondialisering staan mensen allemaal met elkaar in verbinding, het ‘face to face’ contact is niet meer nodig (Giddens 1990). De afstanden maken niet meer uit en relaties worden wereldwijd aangegaan. Door het idee van de regenboognatie probeert de Zuid-Afrikaanse overheid de verbeelde gemeenschap binnen Zuid-Afrika te versterken. Door de verschillende groepen binnen het land bewust te maken dat ze iets delen en vredig naast elkaar kunnen wonen, zullen zij net als de kleuren van een regenboog naast elkaar kunnen leven. Het ‘wij’-gevoel binnen de natie wordt nationalisme genoemd. Nationalisme is het gevoel van het delen van een taal, een etniciteit, een gebied, een geschiedenis of een trauma, ofwel shared believes (Anderson 1991). Volgens Nagel (2003) beschrijft nationalisme een bepaalde moraal voor in de samenleving, wanneer je leeft volgens deze moraal wordt je gezien als volwaardig lid van de samenleving. Nationalisme is onlosmakelijk verbonden met de staat of de natie-staat. Een natie-staat is een politieke gemeenschap, die autonoom is, territoriaal begrensd is, een eigen rechtssysteem, politieke structuur en regelgeving heeft, als ook een machtsmonopolie en een militair defensieapparaat. Wimmer (2002) schrijft dat natie-staten inclusief zijn m.b.t. tot hun eigen burgers, maar exclusief m.b.t. niet-nationale others behorende tot andere staten. Vluchtelingen kunnen meestal niet aantonen dat ze lid zijn van de nationale gemeenschap. Zij krijgen te maken met structurele discriminatie en een vijandige omgeving die niet veel verschilt met waar ze vandaan zijn gevlucht, behalve dat ze dan fysiek veilig zijn. Al was deze fysieke veiligheid in Zuid-Afrika tijdens de xenofobie aanvallen ook niet het geval. Politieke modernisatie heeft geleid tot integratie binnenin en closure richting de buitenkant; deze twee versterken elkaar. De hoofdlijnen van uitsluiting liggen niet in de genationaliseerde staat, maar aan de randen daarvan. Wie zijn de eigenaars van de staat en wie niet. In- en uitsluiting is al jarenlang een centraal thema in Zuid-Afrika.
21
Africa’s time has come!
§2.3 Wij en zij ‘What lens do we use to see others: Zimbabweans, Zulus, Muslims, Jews? We all need to remember that Nelson Mandela saw not only “the other”, but managed to see his possible enemy as himself. We need to recoup some of the opimism that we felt in 1990. Africa is the only language which had the word Ubuntu – caring for others. Umntu ngumtu ngabantu means I am myself through other people’.18
Wimmer (2002) maakt inzichtelijk waar de oorzaken liggen van in- en uitsluiting. Hierbij beschrijft hij de concepten ‘cultural compromis’ en ‘social closure’. Een cultureel
compromis
kan
beschreven
worden
als een
resultaat
van
een
onderhandelingsproces tussen verschillende actoren. Hierbij bestaan de varianten volledig en onvolledig cultureel compromis. Ten tijde van de apartheid was er in Zuid-Afrika duidelijk sprake van een onvolledig cultureel compromis. Bij een onvolledig compromis worden bepaalde minderheidsgroepen door de machthebbers genegeerd bij de verdeling van de middelen. Voor en tijdens de periode van de ZuidAfrikaanse apartheid werd de gekleurde bevolking van het land uitgesloten van het nationale culturele compromis. Dit was samengesteld en georganiseerd door de blanke minderheid. In Zuid-Afrika is het dus opvallend dat de meerderheid van de bevolking uitgesloten werd van het nationale compromis, en niet een etnische minderheid. De onderhandeling van een cultureel compromis gaat hand in hand met het proces van community building. Diegene die meededen in het onderhandelingsproces stabiliseren het bereikte compromis met het sluiten van hun rang ofwel stand, ze controleren de toegang tot hun groep en ze markeerden hun grenzen met scheidingstekens of elementen zoals bepaalde taal of een bepaald kledingsvoorschrift. Een cultureel compromis gaat dus over een bepaalde manier om grenzen te definiëren tussen wij en zij, een blauwdruk om het organiseren van insluiting en uitsluiting (Wimmer 2002: 8). Na de periode van apartheid werd in Zuid-Afrika de regenboognatie in het leven geroepen voor het proces van community building. Het overkoepelende systeem van apartheid viel weg en er moest een nieuw wij-gevoel gecreëerd worden, omdat iedereen nu als gelijke moest worden gezien. Nationalisme is ook wel het streven dat staat en etniciteit samenvallen. In Zuid-Afrika is hier eigenlijk nooit sprake van geweest. Een belangrijk aspect van het culturele compromis is social closure, oftewel 18
G. Goldblatt, adviser at the Western Cape Education Department in Cape Argus op 21-05-2008
22
Africa’s time has come!
sociale sluiting. Sociale sluiting is het uitsluiten van hen die er niet bij horen, een scheidingslijn trekken tussen het bekende en het vreemde, wij en zij. Dit kan leiden tot de vorming van klassen, subculturen, gender gedefinieerde groepen, of etnische groepen en naties (Wimmer 2002: 33). De gemeenschap wordt gevormd door de structurering van insluiting en uitsluiting op politiek, sociaal, militair en wettelijk vlak. Hierbij kunnen we bijvoorbeeld denken aan alleen regionaal stemrecht, in de homelands, voor de zwarte en gekleurde bevolking terwijl de blanke bevolking zowel regionaal als nationaal stemrecht had. Ook het feit dat openbare gelegenheden als zwembaden, hotels, parken en sportverenigingen alleen toegankelijk waren voor blanken is hier een goed voorbeeld van. De gescheiden woonwijken zijn vandaag de dag nog steeds zichtbaar. Alleen in de middenklasse wijken in het centrum zie je wat ‘vermenging’. Tijdens mijn onderzoek kwam ik steeds weer de scheiding tegen tussen het vreemde en het bekende. Door elke informant werd er namelijk gesproken in termen ‘wij’ en ‘zij’ om het verschil aan te geven tussen de Zuid-Afrikanen en de buitenlanders, maar ook om onderscheid te maken tussen de verschillende etnische groepen binnen Zuid-Afrika. Als ik bijvoorbeeld aan Beverly uit Mouille Point vertelde dat ik weer in een township was geweest snapte ze daar niks van. ‘Waarom ga je daarheen? De mensen daar zijn vaak crimineel, het is er erg onhygiënisch en ten slotte kun je die mensen ook in de stad ontmoeten waar ze werken’.19 Door de ‘zij’ groep te stereotyperen, zoals Beverly dat doet, of conflict met een andere etnische groep te benadrukken, worden het lidmaatschap van en loyaliteit aan de eigen groep versterkt. Dit proces wordt dichotomisatie genoemd. Het bereik van de ‘wij’ categorie kan uitdijen en inkrimpen naargelang de situatie. Volgens Eriksen (2002) kunnen personen meerdere identiteiten aannemen. Hij noemt dit ‘negotiating identity’. Individuen hebben verschillende statussen en veel mogelijke identiteiten, en het is een empirische kwestie wanneer en hoe etnische identiteiten de meest relevante worden. Ook schrijft Eriksen dat de ‘ander’ nodig is om zichzelf mee te kunnen vergelijken. Etniciteit of etnische identiteit ontstaat door middel van dialoog met de ander en wordt relevant of belangrijk wanneer mensen zich om een of andere reden bedreigd voelen. Deze dreiging kan vele gezichten hebben en uiteenlopen van acute fysieke dreiging tot meer symbolische gevoelens van onveiligheid door de komst van en confrontatie met nieuwkomers, voornamelijk door migratie. Volgens Tully (2002)
19
Beverly 16-03-2008
23
Africa’s time has come!
brengt burgerschap in een multiculturele context een aantal problemen met zich mee, omdat door migratie mensen tot verschillende “volken” behoren. Tully stelt dat de mensen die deel uitmaken van één maatschappij niet allemaal als ‘volwaardige’ burgers worden erkend. Zowel formeel als informeel worden verschillende groepen mensen_uitgesloten van deelname aan de politieke besluitvorming. Racisme en xenofobie zijn in Zuid-Afrika aan de orde van de dag. Wimmer (2002) beschrijft deze fenomenen als extreme vormen van nationalisme. Gedurende mijn veldwerkperiode hoorde ik Zuid-Afrikanen vaak klagen over de hoeveelheid buitenlanders in hun land. ‘Buitenlanders pikken onze banen in’ was een zin die vaak terug kwam. ‘Het probleem is dat de buitenlanders werken voor hele lage lonen, hierdoor kunnen wij geen normale baan meer vinden. Er zijn alleen al drie miljoen Zimbabwaanse vluchtelingen. Als de buitenlanders terug gaan naar hun land zal de werkeloosheid in Zuid-Afrika enorm dalen’.20 Van de rijkere informanten kreeg ik meerdere keren te horen dat Zuid-Afrikanen en vooral de Xhosa’s erg luie werknemers zijn. Veel van deze informanten gaven aan liever buitenlanders in dienst te nemen, omdat zij echt willen werken en hun best doen, zelfs voor een laag salaris. Afgelopen mei ging het helemaal mis en werden Afrikaanse buitenlanders in de townships aangevallen. De geweldsuitbarsting heeft aan zestig mensen het leven gekost en alleen al in Kaapstad zijn er 12.000 vluchtelingen die hebben hun huis moesten verlaten om te rennen voor hun leven. Sinds de eerste dag van de aanvallen was er veel angst, frustratie maar vooral een grote scheiding tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Ongeveer honderd buitenlandse bouwvakkers van het Greenpoint stadion zijn niet meer in het stadion verschenen, omdat ze waarschijnlijk moesten vluchten.21 Prince, een Zimbabwaanse vriend van mij, ziet de xenofobieaanvallen als een herhaling van de Zuid-Afrikaanse geschiedenis. ‘Wat de zwarte Zuid-Afrikanen ondervonden ten tijde van de apartheid doen ze nu tegen de buitenlanders. Hebben ze dan niet geleerd van hun eigen geschiedenis?’22 Na deze aanvallen heb ik een paar dagen geholpen bij een politiebureau en een vluchtelingenkamp. Hier vertelde Junior zijn verhaal aan mij; “Ik woon al twaalf jaar in Zuid-Afrika en heb al acht jaar een permanente verblijfsvergunning, toch word ik mijn huis uitgejaagd alsof ik een vreemde ben, alsof ik een
20
Bless 13-02-2008 Denise, secretaresse in Greenpoint stadion 28-05-2008 22 Prince over geweld in township Lwanga 25-05-2008 21
24
Africa’s time has come!
crimineel ben. Ik ben naar Zuid-Afrika gekomen, omdat ik niet meer veilig was in Congo. Mijn vader werkte voor de oppositie van Mobutu en mijn halve familie is vermoord. Ook hier ben ik mijn leven niet meer veilig. Een paar dagen geleden werden wij wakker van het lawaai in de township. Ik ging naar buiten om te kijken wat er aan de hand was. Mijn buurman waarschuwde mij dat het xenofobiegeweld nu ook in Kaapstad was begonnen en dat zeker honderd man met stokken en hamers rond rende op zoek naar buitenlanders. Snel heb ik mijn vrouw en twee kinderen naar een Zuid-Afrikaanse vriend gebracht die vlakbij woont. Ik ging meteen terug om wat spullen uit ons huis te halen. Voor mijn huis werd ik aangehouden door vier mannen; op dat moment zag ik al mensen mijn huis plunderen. Er werd mij gevraagd uit welk land ik afkomstig ben. Met mijn Franse accent hadden ze nooit geloofd als ik had gelogen, dus vertelde ik hen de waarheid. Ze begonnen meteen op me in te slaan met stokken. Ik viel op de grond en liep veel verwondingen op. Toch heb ik kunnen vluchten, ik heb gerend voor mijn leven. Nu wonen we hier op straat voor het politiebureau waar we het meest veilig zijn”.23
Er is veel ongelijkheid in het land. Naar mijn mening bestaat er in Zuid-Afrika een duidelijke correlatie tussen kleur en socio-economische situatie. De blanken hebben nog steeds betere ontwikkelingsmogelijkheden en staan bovenaan de economische ladder. De etnisch-raciale scheiding is duidelijk zichtbaar. Veel mensen hanteren nog steeds discoursen die voortvloeien uit het systeem van de apartheid. Dit gedachtegoed is merkbaar in dagelijkse handelingspraktijken. Omdat mensen deze handelingspraktijken voortzetten creëren ze een klimaat waarin het systeem van apartheid zich onofficieel reproduceert. Hoewel de meeste van mijn informanten het bestaan van xenofobie en racisme in Zuid-Afrika erkenden, gaven ze zelf aan geen vooroordelen te hebben. Als mensen handelen en denken en niet reflecteren over wat ze doen, zijn er veel situaties waarin zijzelf racistische opmerkingen maken of zo handelen. Mensen zijn zich hier niet van bewust omdat ze handelen uit onbewuste mentale schema’s. Daarom kan handelen op gespannen voet staan met hun bewust gearticuleerde opvattingen, het discursief bewustzijn. Omdat dit bewustzijn aanspraak maakt op het reflexieve niveau, gaan mensen hun eigen gedrag rationaliseren (Schooten 2007: 30). Het is erg essentialistisch om te denken in termen van ‘wij’ en ‘zij’. Mijn informanten praatten veel over andere groepen alsof ze duidelijk begrensde eenheden waren, als een vaststaand iets. Ze zien cultuur als statisch, iets homogeen wat voor alle leden binnen een groep gelijk is en van generatie op generatie door 23
Junior 23-05-2008
25
Africa’s time has come!
wordt gegeven. Er is een overtuiging dat cultuur de identiteit bepaalt van de individuen die er deel vanuit maken (Baumann 1999: 24-26; Gorashi 2003: 25-27). Volgens Baumann (1999) maakt de essentialistische visie kinderen tot culturele fotokopieën en volwassen tot culturele dupes. Het feit dat we allemaal deel uit maken van meer dan één cultuur wordt genegeerd door de essentialistische visie. De verschillende culturen waar we deel van uit maken lopen niet parallel, maar kruisen elkaar, ze overlappen en vormen samen een altijd veranderend patroon, wat door Bauman ‘cross-cutting cleavages’ wordt genoemd. Het gaat erom dat we ons bewust zijn van de ‘cross cutting cleavages’; dat we ons ervan bewust zijn dat culturen overlappen en dus invloed op elkaar hebben.
Buiten alle kritiekpunten zijn de mensen in Afrika over het algemeen trots op de komst van het WK naar het Afrikaanse continent. Deze trots is vooral te vinden bij de zwarte en gekleurde inwoners. Voetbal is toch meer hun sport terwijl, zoals ik al eerder beschreef, rugby en cricket meer een ‘witte’ sport zijn. Tijdens mijn eerdere bezoeken aan Zimbabwe en Malawi heerste er ook trots. Al vindt het WK dan niet plaats in hun land, het is wel in ‘hun’ Afrika. ‘We are all Africans, this is our World Cup’.24 Dit motto wordt ook door de poster van het WK benadrukt waar niet alleen Zuid-Afrika op afgebeeld staat, maar het hele continent. De buitenlandse bouwvakkers, met wie ik contact had, zagen dit ook als een Afrikaans evenement. Toch is er na het xenofobiegeweld veel veranderd. Veel buitenlanders willen nu weg. Ze voelen zich niet meer geaccepteerd en veilig. Ze willen terug naar hun eigen land, ondanks dat het daar ook niet veilig is. Als ik ze de laatste periode van mijn veldwerk vroeg over de trots van het WK werd mij vaak verteld dat het Afrikaanse evenement is veranderd in een Zuid-Afrikaans evenement.
24
Happy in Malawi 13-04-2008
26
Africa’s time has come!
Cartoonist Zapiro over xenofobiegeweld in mei.25
Poster WK 201026
Het ‘wij’-gevoel van de natie is aan de ene kant een positief gevoel van verbondenheid, aan de andere kant veroorzaakt het een negatief sentiment tegenover ‘de ander’, het sluit degene die niet tot de groep behoort uit. Al wordt er in de ideologie van de regenboognatie gestreefd naar gelijkheid voor iedereen toch is racisme en xenofobie aan de orde van de dag. Deze ongelijkheid is niet verrassend als men kijkt naar de geschiedenis van dit land. In het volgende hoofdstuk maak ik de stap naar de polarisatie die in Kaapstad zichtbaar is en wordt versterkt door het WK.
25 26
Zapiro, Cape Argus op 23-05-2008 www.fifa.com
27
Africa’s time has come!
3. Polarisatie in Kaapstad
‘Hosting the 2010 FIFA World Cup™ gives the City of Cape Town a unique opportunity to improve its infrastructure and market itself to the world. By harnessing the funds made available nationally for 2010-related facilities, including a new stadium, transport and other upgrades, the City expects post-2010 Cape Town to be a more desirable destination for leisure and business travelers, investors, and of course, its residents. This will be the lasting legacy of hosting the event’. 27
Kaapstad hoopt op een positieve impact door de komst van het WK. In het jaar 2007 heeft Zuid-Afrika 9.07 miljoen28 toeristen mogen ontvangen waarvan de helft Kaapstad bezocht. In 2010 hoopt de gemeente ver boven dit aantal uit te stijgen. Door het dubbele hoogseizoen moet dit wel lukken. Met de Tafelberg, Robbeneiland, mooie stranden, de wijnlanden en andere toeristische trekpleisters in en rondom Kaapstad, is het de perfecte plek om een WK te organiseren. Kaapstad is met ongeveer 3 miljoen29 inwoners de hoofdstad van de provincie West-Kaap. In deze stad komt één van de tien stadions voor het WK en hier wordt tot en met de halve finale gespeeld. Er stond al een Greenpoint stadion, maar deze was te klein voor dit grote sportevenement. Deze wordt afgebroken en daarnaast wordt er gebouwd aan het nieuwe stadion dat 68.000 zitplaatsen krijgt. Er wordt in aanloop naar het WK ook veel gebouwd in andere delen van de stad. De fysieke veranderingen zijn vooral in het centrum en de wijken Greenpoint en Mouille Point zichtbaar. Het stadion ligt tussen deze wijken in. Het centrum en deze wijken worden opgeknapt en er zijn grote plannen om de infrastructuur in de stad te verbeteren. In de townships buiten de stad zijn nog geen veranderingen te zien, terwijl iedereen er op vooruit moet gaan volgens de overheid. In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk staat centraal welke tegenstellingen er al bestonden in Kaapstad, voornamelijk gericht op de etnisch-raciale scheiding. De volgende paragraaf beschrijf ik welke tegenstellingen er ontstaan en worden versterkt door de komst van het WK. In de laatste paragraaf ga ik in op een theorie van Bauman (1998) over globals en locals en betrek dit op mijn onderzoekspopulatie.
27
Gemeente Kaapstad; www.capetown.gov.za/en/2010. Gevonden op 25-06-2008. Cape Town Tourism; Western Cape Tourism barometer Volume 2, Issue 1 29 Gemeente Kaapstad; www.capetown.gov.za/en/stats/CityReports. Gevonden op 25-06-2008. 28
Inwonersaantal in 2006: 3,239,768 en in 2010 geschat op: 3,368,892.
28
Africa’s time has come!
§3.1 De gescheiden samenleving Ras en etniciteit zijn sociale constructen die een grote invloed hebben op het sociale leven in de Zuid-Afrikaanse samenleving. Tijdens de apartheid werd er gesproken over een
rassenscheiding en waren er wetten die de bevolking naar ras definieerden. Maar ook vandaag de dag is te merken dat mensen nog steeds denken in termen van ras. Ze beoordelen elkaar op hun huidskleur. Eriksen (2002: 5) schrijft dat ras tegenwoordig een omstreden begrip is en niet meer als biologische realiteit wordt gezien. Dit ten eerste omdat er zoveel ‘vermenging’ is geweest tussen menselijke bevolkingsgroepen dat het zinloos is om te praten over vaste grenzen tussen rassen. Ten tweede volgt de verdeling van erfelijke fysieke kenmerken geen duidelijke grenzen. En ten derde verklaren erfelijke karakteristieken culturele variaties niet, mensen hebben overal dezelfde aangeboren mogelijkheden. Ondanks deze wetenschappelijke inzichten bestaat ras wel als een
cultureel construct. In samenlevingen waar ideeën van ras belangrijk zijn, zoals in Zuid-Afrika, moeten zij daarom ook bestudeerd worden als onderdeel van lokale discoursen over etniciteit. Etniciteit is volgens Eriksen (ibid) een aspect van een sociale relatie tussen twee groepen die zichzelf als cultureel onderscheidend van andere groepen beschouwen, waarmee ze regelmatig interactie hebben. Wat het ‘culturele onderscheid’
precies inhoud is in veel gevallen niet makkelijk te plaatsen. Vaak verwijst het naar gemeenschappelijke origine, taal, religie, uiterlijke kenmerken, specifieke gebruiken en tradities of een combinatie hiervan. Etniciteit is de toepassing van systematische onderscheidingen tussen insiders en outsiders (Eriksen: ibid). Baumann (1999) schrijft dat de etnische classificatie een sociaal construct is. Het is geen natuurlijk gegeven, maar een ‘uitvinding’ van mensen. In het alledaags taalgebruik wordt etniciteit in veel gevallen geassocieerd met minderheden en rassen. Eriksen (2002: 7) schrijft dat wanneer er
vanuit de etnische politiekvoering bepaalde etnische groepen in mindere mate toegang hebben tot bronnen dan anderen, dit kan leiden tot ongelijke klassenverhoudingen gerelateerd aan etnische groepen. Voor de zwarte bevolking van Zuid-Afrika waren er tijdens de apartheid ‘externe’ factoren, waardoor de groep tegen wil en dank gestigmatiseerd en gedefinieerd werd door een dominante groep (de Rooij 2006: 5). Etniciteit heeft te maken met de classificatie van mensen en relaties tussen groepen mensen. Theorieën over sociale klasse verwijzen altijd naar systemen van sociale rangschikking en verdeling van macht. Etniciteit verwijst niet noodzakelijk naar een rangorde. Er kan wel een hoge correlatie zijn tussen etniciteit en klasse, wat
29
Africa’s time has come!
betekent dat de kans groot is dat mensen die tot bepaalde etnische groepen behoren ook tot bepaalde sociale klassen behoren (Eriksen 2002; Baumann 1999). Zoals ik eerder beschreef zag ik in Kaapstad ook een duidelijke correlatie tussen kleur en socio-economische situatie. Als overblijfsel aan de tijd van apartheid is er nog een ruimtelijke scheiding van verschillende etnische en sociaal-economische groepen zichtbaar. Aangezien ik in mijn onderzoek heb gekeken naar de tegenstellingen die in Kaapstad worden versterkt of ontstaan door de komst van het WK, is het belangrijk te weten dat er al grote tegenstellingen aanwezig waren in de stad. Sociale integratie van etnische groepen stond na de gescheiden samenleving in Kaapstad centraal, maar de huizen en de grond aan de kust waren te duur en trokken mensen uit de hogere klasse aan. De mensen die daar wonen zijn rijke, vooral witte, inwoners die wonen in luxe appartementen of villa’s. In mijn onderzoek behoren de buurtbewoners van de wijk Mouille Point, naast het stadion, tot deze groep. In het centrum is het meer gemengd, doordat daar veel middenklasse woningen staan is er een mix van etnische en sociaal-economische groepen. Ik woonde in een appartementje in de middenklasse wijk in de stad. Het appartementencomplex werd bewoond door verschillende etnische groepen. Het verschil in sociaal-economische klasse werd duidelijk door het aantal mensen dat in een flat woonde. Sommige buren woonden met negen mensen in een flat terwijl het eigenlijk bedoeld is voor maximaal vier personen. Voor armere mensen is er in het centrum eigenlijk geen plaats, zij wonen aan de rand van de stad of buiten de stad waar veel townships zijn. De meeste van deze townships zijn etnisch verdeeld. Mitchell’s Plain bijvoorbeeld wat een coloured wijk is en Gugulethu wat een wijk is waar zwarte mensen wonen. Deze ‘zwarte’ wijken in Kaapstad zijn het armst, dit zijn vaak krottenwijken. De bouwvakkers die in mijn onderzoek voorkomen komen grotendeels uit deze zwarte en gekleurde townships. Opvallend is dat de meeste plattegronden van Kaapstad de armere wijken niet weergeven, alsof deze wijken niet bij de stad horen. Alsof deze mensen geen volledige burgers van Kaapstad zijn. ‘We wonen in dezelfde stad, maar leven in andere werelden’.30 werd mij meerdere keren door Thato, een zwarte bouwvakker, benadrukt.
30
Thato 18-02-2008
30
Africa’s time has come!
Mouille Point
Mitchell’s Plain
Gugulethu
Sociale uitsluiting, waarbij bepaalde individuen uitgesloten worden van een volledige deelname aan de bredere samenleving, is volgens Giddens (2001: 323-327) het gevolg van het leven in een arm gebied. Het uitsluiten van groepen in de samenleving gaat in tegen moderne ideeën van keuzevrijheid. Mensen moeten kunnen kiezen wie ze zijn, welk beroep ze willen uitoefenen, met wie ze een relatie willen en hoe ze gekleed gaan. Mensen hechten sterk aan de verworvenheid om hun leven naar eigen inzicht in te vullen. Als deze keuze ontzegd wordt, en wel op basis van etnische afkomst, een gegeven waar zij zelf geen controle over hebben, dan gaat dat in tegen ons gevoel van rechtvaardigheid (Hedetoft&Hjort 2002: xi). Volgens Giddens (2001) leidt deze uitsluiting van groepen tot sociale stratificatie. Mensen worden in een hokje geplaatst en sociaal-economische mobiliteit wordt zo vrijwel onmogelijk gemaakt. Bauman (1998) stelt dat stratificatie weer leidt tot afnemende communicatie en een onzichtbare grens tussen de elite en de lage klasse. Dit kwam in mijn onderzoek duidelijk naar voren. De buurtbewoners en bouwvakkers leven, ondanks dat ze in de zelfde stad wonen, inderdaad in erg verschillende werelden en hebben amper contact met elkaar. Ze hebben hun eigen gebieden om te winkelen en te ontspannen. Jacky, een buurtbewoonster uit Mouille Point, omschreef dit als volgt: ‘De enige mensen die ik ken uit de township zijn ‘mijn’ werkers. Ik heb mijn schoonmaakster en kinderoppas, zij laat ook onze honden uit, leren kennen door de schoonmaakster van mijn buurvrouw. De schoonmaaksters zijn zussen van elkaar. Het zijn erg vriendelijke mensen en ze werken hard. Ondanks dat we uit een andere klasse komen en weinig met elkaar praten zijn we bij hun thuis uitgenodigd. Maar wij zullen daar nooit heen gaan, het is daar gevaarlijk. Het is wel een aardig van ze’.31 Het leven in meerdere werelden vond ik niet altijd even gemakkelijk. Ik moest vaak kiezen tussen mijn zwarte, gekleurde of witte vrienden, omdat zij hun vrije tijd anders besteden en naar 31
Jacky 19-02-2008
31
Africa’s time has come!
verschillende uitgaansgelegenheden gingen. Dit had naar mijn idee vaak te maken met het geld dat ze te besteden hadden. Afgelopen mei stond er een artikel in een Zuid-Afrikaanse krant met de titel: ‘Whites earn 5 times as much as blacks, study blames the legacy of apartheid education’.32 Het zijn resultaten van een studie die uitgevoerd is voor de United Association of South Africa en lieten zien dat witten 450% meer verdienen dan zwarten en 400% meer dan gekleurden. Onderwijs wordt beschreven als het middel om aan de macht te komen, maar ook na de apartheid krijgt niet iedereen in ZuidAfrika gelijkwaardig onderwijs. ‘That blacks weren’t allowed onto certain beaches during apartheid can be changed overnight but education has a long-lasting legacy. My concern is that our current education system hasn’t overcome that legacy so we are going to be stuck with the problems for a while longer’.Aldus M. Schussler, de auteur van de onderzoeksresultaten. Tijdens de apartheid konden witten zich als beste ontwikkelen door op een hoog niveau onderwijs te volgen. Na de apartheid werden de scholen allemaal gelijkwaardig, maar nog steeds zijn er grote verschillen van invloed op de ontwikkeling van leerlingen. In het artikel staat beschreven dat zwarte en gekleurde scholen minder goed opgeleide leraren hebben en dat deze leerlingen vaak in een arme omgeving wonen waar ze naast hun studie vaak thuis moeten helpen. Witte leerlingen kunnen naar privé scholen en hebben vaak ouders die zelf ook gestudeerd hebben en daardoor, zo blijkt uit onderzoek, langer door studeren. Buiten discriminatie op huidskleur, waar witten een hoger salaris krijgen in dezelfde functie als zwarten, is het opleidingsniveau van zwarten een stuk lager door de bovengenoemde redenen. Wel wordt er in de onderzoeksresultaten nog gewezen op de plaatsen waar de verschillende etnische groepen werken. De witten werken voornamelijk in de stad waar meer geld te verdienen is en de zwarten domineren het platteland waar de salarissen lager liggen. De werkeloosheid bij zwarten is vijf keer hoger dan bij witten, iets waar ook verandering in moet komen volgens de onderzoekers. Verandering in het onderwijs, zodat er meer gelijkheid komt op de werkvloer, is het plan maar het zal nog lang duren voordat dit doel bereikt wordt. De etnisch-raciale verdeling die in Kaapstad sterk overeenkomt met de sociaal-economische verdeling is niet alleen zichtbaar aan de scheiding tussen de verschillende wijken. Ook op straat en in de stad komt men voorbeelden tegen. Zo
32
Cape Argus, 12-05-2008
32
Africa’s time has come!
rijden er de duurste auto’s naast volgeladen minibustaxi’s en is het publiek van veel uitgaansgelegenheden etnisch gescheiden. Lemanski (2006) schrijft hierover: ‘Cape Town’s population is increasingly polarised between the middle-classes enclosed in heavily-protected developments for their places of work, leisure and residence and the urban poor crammed into informal and formal townships with inadequate services and rampant violent crime’.33
33
C. Lemanski; Global cities in the South, 2007
33
Africa’s time has come!
§3.2 Polarisatie door het WK
‘Cape Town has become increasingly global in its outlook and interactions, mirroring international trends with an expanse in service-provider firms, corporate headquarters and tourism, alongside the growing polarisation of its spaces and social groups, between those with access to international networks, opportunities and resources and those resigned to isolation and poverty. Indeed, despite the increasingly global status of Cape Town, with economic growth and infrastructural development, poverty and inequality remain dominant. […] it is clear that Cape Town’s increasing global strength has not alleviated poverty or segregation in the city, and that the spoils of globalisation have not been equally shared’.34
In de inleiding beschreef ik al dat door mondialisering het lokale meer wordt doordrongen van het mondiale en dat het ervaren van mondialisering een ongelijk karakter heeft. Mondialisering polariseert. Niet iedereen kan profiteren van de voordelen van de mondialisering en dat dit ook het geval is in Kaapstad wordt bevestigd in het bovenstaande citaat. Friedmann (1986) schrijft dat in steden waar veel transnationale processen zich afspelen er veel macht en controle over de stadseconomie in handen komt van multinationals. Steden zouden afhankelijk worden van deze multinationals, waardoor zij de veranderingen in de stad zelf niet meer in de hand hebben of kunnen organiseren. Friedmann (ibid) doelt hier op de veranderingen in de stad die zouden kunnen leiden tot vormen van zowel ruimtelijke segregatie als klasse polarisatie. In de media is er een grote twijfel aan de economische invloed die dit sportevenement zal brengen aan de inwoners van Zuid-Afrika. Het is duidelijk dat niet iedereen in Zuid-Afrika mee kan profiteren van dit sportevenement. De komst van het WK heeft veel banen en kansen geboden voor verschillende etnische en sociaal-economische groepen in de stad. De rijkere mensen investeren in 2010 door woningen te verhuren of te verkopen, door met hun bedrijf slim in te spelen op het WK of een bedrijf te openen voor 2010. Voor deze mensen geldt nu investeren en over een paar jaar het geld binnen halen. De meeste armere mensen werken onder een tijdelijk contract. Veel voorbereidingen voor het WK zijn voor een bepaalde tijd. Zo hebben 1.200 van de ongeveer 2.000 bouwvakkers in het Greenpoint stadion een tijdelijk contract. Zij worden alleen ingehuurd om een bepaalde klus te klaren, daarna mogen ze weer gaan. Er is weinig zekerheid over de toekomst van hun inkomsten. 34
C. Lemanski; Global cities in the South, 2007
34
Africa’s time has come!
In Kaapstad zijn veel mensen op zoek naar werk en daarom kunnen de werkgevers de lonen laag houden. Als er iemand ontslag neemt staan er genoeg mensen in de rij om de baan over te nemen. Elke dag zit een groep van ongeveer vijftien mannen voor het stadion, maar ook op andere plekken in de stad, te wachten op werk. Af en toe worden een stel mannen opgepikt voor een dagklus. In de gemondialiseerde wereld is volgens Appadurai (2005) veel behoefte aan flexibele krachten. De sociale wereld, zoals Appadurai beschrijft, heeft door mondialisering vooral veranderingen ondergaan door de economische ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden. Grote veranderingen vonden plaats bij de omschakeling van het Fordisme naar flexibele accumulatie. De overgang naar flexibele accumulatie was nodig, omdat interne markten voor massaproductie verzadigd raakten. Flexibiliteit regeert vandaag de dag in handel, industrie, werk en financiële markten (Ong 2002: 173). Een volledig gemondialiseerde wereld vraagt dus meer dan ooit om flexwerkers. De flexwerker moet ruim inzetbaar zijn en variabele tijden werken. Een baan voor het leven met vaste zekerheid behoort tot het verleden. De werknemer wordt overgeleverd aan de ‘goodwill’ van de werkgever en de grillen van de markt. Het is werken of verzuipen. De flexwerker staat dus centraal. De bouwvakkers met hun flexibele contracten en werktijden kunnen als immobiele arbeiders gezien worden. Sommige zullen misschien uit andere steden zijn gekomen om te werken in het Greenpoint stadion, maar ze vliegen niet voor elk project over de hele wereld. Deze flexibiliteit is niet voor iedereen weggelegd schrijft Ong (2002). Er zullen altijd immobiele arbeiders blijven, zoals de vele bouwvakkers van het stadion. Hoewel veel mensen een lokaal leven leiden is hun wereld tot op een zekere hoogte wel verbonden aan het mondiale. Mondiale processen hebben immers effect op lokale ruimtes en lokale ontwikkelingen hebben mondiale weerkaatsing (Giddens 1990). Giddens ziet het proces als een zwaard dat aan twee kanten snijdt. Friedman (1994) zegt dat de macht en controle over de economie op lokaal niveau steeds meer in handen komt van multinationals, de flexibele burger of globals. Door de afhankelijkheid van deze multinationals heeft het lokale niveau de veranderingen niet meer zelf in de hand. De veranderingen op lokaal niveau kunnen leiden tot vormen van zowel ruimtelijke segregatie als klasse polarisatie.
35
Africa’s time has come!
In een gemondialiseerde wereld wordt niet alleen om flexibele werkers gevraagd, maar ook om flexibele burgers. Flexibel burgerschap is eigenlijk een instrument voor flexibele accumulatie, wat inhoudt dat de familie- en zakelijke strategieën ervoor zorgen dat men over politieke grenzen kan reizen, om zo tegelijkertijd rijkdom en veiligheid te verzamelen (Ong 2002: 185). Ong (ibid) schrijft dat flexibele burgers erop uit zijn om het meeste voordeel te halen uit de wereld. Dit door bijvoorbeeld plaatsen te zoeken op de wereld waar ze de meeste winst kunnen maken, waar ze zich het beste kunnen vestigen en waar ze hun kinderen willen laten opgroeien. Door het kapitalistische systeem begeeft de markthandel zich over verschillende continenten, om zo te profiteren van politieke en economische zaken over de hele wereld. In het neoliberale economische systeem zijn mobiliteit en migratie vereisten. De lokale productie wordt te duur door concurrentie uit alle delen van de wereld. De wereld is dan ook niet meer te begrijpen als kern en periferie. Omdat in de vroegere periferie nu ook meer arbeid wordt aangeboden, waar het goedkoop is voor de multinationals, stimuleert dit de consumptie. Op lokaal niveau zien we veel flexibiliteit met betrekking tot arbeidsprocessen, arbeidsmarkten en consumptiepatronen. Het wordt gekarakteriseerd door de opkomst van nieuwe productiesectoren (Inda & Rosaldo 2002: 6). Niet iedereen is in staat om als flexibel burger te leven, omdat volgens Bauman (1998) mondiale processen zorgen voor toenemende ruimtelijke segregatie, scheidingen en uitsluitingen. In mijn onderzoek zijn de buurtbewoners van Mouille Point de flexibele burgers. De meeste bewoners hebben een tweede flat in Europa of Australië en doen zaken op internationaal niveau. In Mouille Point staan tussen de dure appartementencomplexen ook wat goedkopere huurwoningen. De meeste hiervan zijn in het bezit van dezelfde eigenaren die ook de dure appartementencomplexen bezitten. Op de plaatsen waar de goedkopere appartementen staan, zijn plannen ontwikkeld om nieuwe dure appartementen en hotels te bouwen voor het WK. Het gevolg is dat de huurders van de goedkope woningen worden verdreven uit de buurt. Tijdens mijn veldwerk heb ik Chris ontmoet. Chris is één van de eerste die acht jaar geleden begon te bouwen in Mouille Point. Hij werd toen voor gek verklaard, vertelt hij mij in zijn luxe flat. Tijdens de eerste ontmoeting kijk ik mijn ogen uit. Hij woont op de tiende etage van één van zijn appartementencomplexen in Mouille Point. Ik loop het complex binnen en moet me melden bij de caretaker die naar boven belt of ik
36
Africa’s time has come!
inderdaad verwacht wordt; er gaat glazen schuifdeur voor me open. Tegelijkertijd loopt er een zwarte werkster in een huishoudpakje, ongemakkelijk met twee honden naar buiten. Als ik naar haar glimlach zegt ze dat ze doodsbang is voor de honden. Bij de lift staat er een man die voor mij op het knopje drukt en mij begroet. Aan zijn kleding zie ik dat hij werkt als schoonmaker. Vanuit de glazen lift kijk ik neer op de patio met fontein, palmbomen en kleurige exotische planten. Op de tiende etage staat er een vriendelijke zwarte man in een blauwe overall mij op te wachten. ‘Hallo Caroline, hoe gaat het? Mijn baas verwacht u in de lounge, volg mij maar’. Het is duidelijk dat de hele tiende etage van Chris is, terwijl andere verdiepingen uit vijf woningen bestaan. De voordeur is zo breed dat men er gemakkelijk met zijn vieren tegelijk naar binnen kan lopen. Mijn blik valt meteen op de dinertafel waar zeker dertig stoelen omheen staan. Door de grootste keuken die ik ooit gezien heb loop ik naar de lounge. Chris zit druk te bellen en gebaart mij te gaan zitten op een comfortabele stoel bij het raam. Hij heeft het beste uitzicht op het Greenpoint stadion, dat kan niet anders. Chris vertelt dat hij gestart is met het bouwen van bedrijven in Mouille Point, maar had al snel door dat woningbouw een goudmijntje was. Met oog op het WK gaat hij zijn goedkope huurwoningen slopen en nieuwe appartementen en een hotel bouwen. De mensen die uit hun goedkope woning moeten verhuizen krijgen geen geld of hulp bij het vinden van een nieuwe woning. Door zijn manier van praten is het mij duidelijk geworden dat hij neerkijkt op deze mensen en hij weet dat ze afhankelijk van hem zijn. Hij wil veel geld verdienen aan het WK en dat hij de mensen die werken als schoonmaker, beveiliger en klusjesman de buurt uitstuurt lijkt hem niets te doen. Hij heeft een wachtlijst van driehonderd mensen die in Mouille Point willen wonen. Deze wachtlijst is vooral gegroeid nadat het duidelijk werd dat het WK naar Kaapstad zou komen. Voor hem is het nu investeren en in 2010 en de jaren daarna de vruchten ervan plukken. Voor de bestaande appartementencomplexen hoeft hij niets extra’s te doen voor het WK. Deze zijn in goede staat en zijn goed beveiligd. Alleen al rondom het complex waar hij woont hangen achtenveertig camera’s, fietsen twee en lopen drie undercover beveiligers door de wijk en hij heeft veel contact met de politie. Naast de ontwikkelingen in Mouille Point verandert ook het centrum van Kaapstad door de komst van het WK. In Langstraat, een bekende straat in het centrum, ken ik een eigenaar van een restaurant. Volgens hem kopen winkels in het
37
Africa’s time has come!
centrum elkaar sinds twee jaar uit en goedkope lokale barretjes worden vervangen door dure fancy bars en clubs. Het zijn rijke Afrikanen en buitenlanders die investeren in deze uitgaansgelegenheden. In veel bars waar je voorheen gratis naar binnen kon lopen, betaal je nu al snel 3 euro entree. Mensen die minder te besteden hebben bezoeken daardoor andere plekken of bars in de stad om zich te vermaken. Wanneer ik met mijn informanten over hun economische positie sprak, werd er altijd gewezen op de stijgende prijzen. Door mijn informanten werden de prijsstijgingen in verband gebracht met de komst van het WK. Op het moment dat ik met Brain, een bouwvakker, in een minibusje stapte om naar zijn huis te gaan en het kaartje weer duurder was geworden zei hij hoofdschuddend: ‘De Capetonians worden nu al voorbereid op het WK. De prijzen zullen wel blijven stijgen tot 2010, zodat ze veel geld kunnen verdienen aan de toeristen. Wij zijn hiervan de dupe’.35 Ook hoorde ik in de kroeg, wanneer de prijs van een biertje was gestegen, mijn vrienden klagen: ‘dit komt door het WK’! Om het verband tussen de prijsstijgingen en het WK te onderzoeken heb ik onder andere een interview gehouden met een makelaar in de buurt van het Greenpoint stadion.36 Marcus, zoals de makelaar heet, vertelde mij dat de stijgende prijzen niet met het WK te maken hebben maar met de wereldeconomie. Overal in de wereld gaan de prijzen volgens hem omhoog. Hij heeft het dan over de voedsel- en benzineprijzen. Het WK heeft wel invloed op de huizenmarkt in Kaapstad, maar de prijzen voor huizen worden door verkopers zelf hoog gewaardeerd. ‘Mensen denken dat door de komst het WK hun huis veel meer waard is. Een huis van 5 miljoen rand verwacht men voor 7 miljoen rand te verkopen. Ik heb vorige week nog geweigerd om met een klant in zee te gaan, omdat ik zijn huis nooit tegen de vraagprijs kan verkopen’. Volgens Marcus moeten de huizenprijzen binnenkort wel omlaag, omdat de meeste mensen op dit moment geen kopers voor hun huis kunnen vinden. Tot 2010 zullen de huurhuizen en huurappartementen duurder worden. Marcus heeft nu al tientallen appartementen verhuurd voor juni en juli 2010. Er worden veel nieuwe appartementen gebouwd, maar die zijn niet te betalen voor de middenklasse. De woningen in de stad worden te duur en daardoor moeten veel mensen op zoek naar een huis buiten de stad. ‘Door de Europeanen zal ik nooit een huis in de stad kunnen
35 36
Brian 20-03-2008 Marcus, makelaar in Greenpoint 01-05-2005
38
Africa’s time has come!
kopen; zij kopen hier alles op. Helemaal nu het WK eraan komt’!37 zei mijn huisgenootje Angelique als eerste reactie toen ik haar uitlegde waar mijn onderzoek over ging. In de armere townships net buiten de stad is nog geen verandering of vooruitgang te zien. Het toekennen van het WK aan Zuid-Afrika zou, volgens de FIFA en de Zuid-Afrikaanse overheid, moeten leiden tot een vooruitgang voor alle lagen van de bevolking. Dit zal volgens mij niet gebeuren. Het WK heeft een polariserende werking op de bevolking van Kaapstad. Het zijn immers alleen de mensen met geld die als flexibel burger kunnen leven en daardoor meer macht hebben. Het mondiale economische systeem heeft in Kaapstad duidelijk een polariserende werking De armere mensen moeten zich aanpassen. Ook het WK zorgt even als andere mondiale processen voor toenemende ruimtelijke segregatie, scheidingen en uitsluitingen.
37
Angelique 30-01-2008
39
Africa’s time has come!
§3.2 Globals en locals in één stad
De neoliberale ideologie blijkt een vrijheid te bieden die niet voor iedereen geldt en zorgt daarom, volgens Bauman (1998), voor een sterkere polarisatie tussen de ‘haves’ en ‘have nots’, ‘global’ en ‘locals’ en toeristen en vagebonden. De ‘haves’, toeristen en globals zijn mensen die de hele wereld over reizen en profiteren van de voordelen van de wereldeconomie. Deze mensen zijn als het ware meegegroeid met de mondiale processen. Er is sprake van global belonging (Hedetoft & Hjort 2002). De rijke buurtbewoners van Mouille Point vallen onder deze categorie. De ‘have nots’, vagebonden en locals zijn echter gedwongen hun woonplaats te verlaten (vagebonden) of deze mogelijkheid wordt hen juist ontzegd (locals). Zij plukken geen of weinig vruchten van de wereldeconomie en zijn beperkt tot gemarginaliseerde posities en worden in deze posities vastgezet. Hierdoor verliezen ze zeggenschap over hun eigen leven. Dit vastzetten kan ook letterlijk, in fysieke zin, worden geïnterpreteerd (Bauman 1998). Hierbij moet gedacht worden aan het vastzetten van mensen in een bepaald gebied, denk aan de homelands in Zuid-Afrika ten tijde van de apartheid, maar ook toegang weigeren tot een land op basis van een paspoort. Een duidelijk voorbeeld met betrekking tot mijn onderzoekspopulatie is dat de krottenwijken waarin veel bouwvakkers wonen, die langs de snelweg liggen van het vliegveld van Kaapstad naar het centrum, op dit moment verplaatst worden zodat de toeristen die in 2010 invliegen deze wijken niet zullen zien. De overheid wil de toeristen geen schrikbeeld bezorgen (Blue 2007). Al willen veel mensen niet verhuizen, ze worden gedwongen uit het zicht te verdwijnen. Ook Thato moet gedwongen verhuizen. ‘We hebben geen keus en moeten hier weg. Ze hebben ons beloofd dat de huizen groter en steviger zullen worden. Wanneer mijn gezin moet verhuizen en waar we precies gaan wonen weten we nog niet. Binnenkort zal de buurtcommissie wel meer vertellen. […] Ik zal deze township wel missen, ik heb hier lang gewoond. Het is te hopen dat we weer dezelfde buren krijgen’.38 Het tegenstrijdige van deze verhuizingen is dat veel toeristen die Zuid-Afrika bezoeken juist op zoek willen naar de local en met een townshiptour de armoede van dichtbij gaan bekijken. Ze zullen in 2010 de verplaatste wijken bezoeken. De bouwvakkers uit de townships kunnen naar mijn inziens worden beschouwd als locals. Ze kunnen vaak
38
Thato 25-04-2008
40
Africa’s time has come!
net rondkomen van hun salaris, worden beperkt in hun keuzemogelijkheden en daardoor in dezelfde levensstandaard gehouden. In mijn gesprekken met deze locals kwam naar voren dat ze voor hun gevoel niet meedraaien in het mondiale systeem, toch is zijn ze wel degelijk van belang om een dit systeem draaiende te houden. Het vastzetten in politieke, sociaal-economische of symbolische zin kan ook gevolgen hebben voor kwesties rondom burgerschap. De ‘haves’ willen alle voordelen die hen toebehoren behouden en zullen er daarom voor zorgen dat de ‘have nots’ op sociaal, economisch en politiek vlak op afstand blijven. Locals en globals zijn een keerzijde van dezelfde medaille, als locals in hun positie blijven, is de positie van de globals zekerder (Bauman 1998). We vinden dit terug in de etnische verhoudingen in Zuid-Afrika waar de blanken nog steeds in een grote minderheid zijn. Ook al hadden zij een duidelijke scheiding gemaakt tussen etnische groepen, zij hadden de gekleurde mensen nodig om goedkope arbeid te verrichten en er zo economisch op vooruit te gaan. In een geciteerd stukje van The South African Bureau of Racial Affairs (Sabra) komt dit goed naar voren: ‘Segregation is the policy of pushing the Black man out of the way of the White man, in order that the European can preserve his own racial purity, and keep it free from the so-called impure colour of the Native. But since the cheap labour of the Native would be needed in the European industries, segregation would ensure that this labour would always be available. When the Natives had served their purpose, however, they would be sent back to the locations and left to look after themselves. The Reserves would only exist as a source of even more of this cheap labour, and a dumping-ground for the used-up labour from the cities. Worst of all, under segregation, the Bantu would remain in a state of semi-slavery for a period that might stretch into centuries. There would be no outlets in any direction, and they would continue to be regarded as an inferior race to the White man… The possibility of segregation – in its bad sense – becoming the official Native policy of South Africa is greater than many people think’.
De rijken hebben de armen dus nodig om in hun levensstandaard te blijven of nog rijker te worden. Gebieden die achterblijven in relatieve armoede zijn nodig om gebruik te maken van de goedkope voorzieningen als werknemers. In Kaapstad is dit te zien aan de vele mensen uit de townships die werken als huishoudelijke hulp bij de rijkere gezinnen, schoonmaker in een hotel of als bouwvakker in de stad. Deze baantjes bestaan uit erg lange werkdagen en betalen slecht, in vergelijking met de gemiddelde inkomens van de middenklasse. Sinds de laatste jaren zijn er ook veel 41
Africa’s time has come!
vluchtelingen uit andere Afrikaanse landen aan het werk in de stad die voor nog minder geld werken. Dit roept zoals ik al eerder beschreef de nodige frustraties op bij de Zuid-Afrikaanse locals. Mouille Point bewoonster Grace zou zich geen leven zonder haar werksters uit de townships kunnen voorstellen. ‘Ik heb door mijn bedrijf geen tijd om het huishouden te doen of ’s middags op mijn kinderen te letten. Bovendien doe ik er drie mensen uit de townships een plezier mee. Door mij hebben ze een baan en kunnen ze hun gezin onderhouden. Eigenlijk zou iedereen hier in de buurt een werker moeten aannemen uit een township’.39 Volgens Bauman (1998) is het leven als local een leven waarbij sprake is van sociale verwaarlozing en sociale deprivatie ten opzichte van de globals. Een manier voor de locals om aandacht te vragen voor hun positie en op te komen voor hun rechten is staken. Dit gebeurt regelmatig in Kaapstad door werknemers in het onderwijs en de gezondheidzorg. Tijdens de stakingen gaat het meestal om loonsverhoging en komen er veel mensen uit de townships in het centrum bijeen. Ze proberen de globals immobiel te maken, maar in het algemeen hebben de globals weinig last van deze stakingen omdat ze toch in twee andere werelden leven. De kinderen van de globals gaan naar andere scholen en voor medische hulp komen ze in andere klinieken. De stakingen van de bouwvakkers van het Greenpoint stadion hebben meer invloed. Het zijn de locals die het WK mogelijk moeten maken voor de globals. Zonder de locals zijn er geen stadions en dus geen WK. Naar mijn idee hadden ze groot gelijk om te gaan staken en dat zal ik toelichten met een voorbeeld van Aziko, een bouwvakker uit Gugulethu. Aziko is 25 jaar en woont met zijn vrouw en twee kinderen in een heel klein huisje van golfplaten en hout. Hij heeft geen middelbare school kunnen volgen, maar wel een 2 jarige bouwopleiding en is via een advertentie in de krant bij het Greenpoint stadion terecht gekomen. Hij staat om 5 uur op om op tijd bij het busstation van Kaapstad te zijn waar minibusjes klaar staan om de werkers naar het stadion te brengen. Hij werkt officieel tot 4 uur maar meestal moet hij tot 6 uur overwerken, waardoor hij rond half 8 thuis is. Per dag verdiend hij 90 rand, wat overeenkomt met minder dan 9 euro plus wat geld voor zijn overuren. Verder moet hij moet vaak overwerken in de weekenden en op feestdagen. Het is onbegrijpelijk dat er zoveel geld omgaat in het WK en de bouw van de stadions en er maar zo weinig bij de werkers terecht komt. Met het achterliggende bouwschema van
39
Grace 08-04-2008
42
Africa’s time has come!
het stadion en de druk van de Fifa hebben de bouwvakkers iets meer macht dan bij stakingen in andere sectoren. De stakingen die er bij het Greenpoint stadion zijn geweest de afgelopen twee jaar zijn snel opgelost met door transport te regelen voor de bouwvakkers naar het station en een salarisverhoging. Toch blijven door de hoge werkeloosheid en de vele buitenlanders de lonen laag. Mondialisering verdeelt dus, maar niet op een eerlijke manier. Het verdeelt de wereld en in dit onderzoek Kaapstad in een ongelijkheid waarbij rijk en arm ver van elkaar af staan. Bauman (ibid) geeft aan dat we de scheiding tussen de globals en locals niet moeten beschouwen als een onoverbrugbare kloof. De grens tussen deze groepen beschrijft hij als poreus, toch gaat hij hier niet ver genoeg op door naar mijn mening. Ik ben het niet eens met Bauman dat iedereen in gedeeld kan worden in deze twee categorieën. Ik denk dat er zelf nog een grote groep tussen deze globals en locals in zit, zoals veel middenklasse in Kaapstad. Deze groep kan door de keuzes die ze kunnen maken niet op het niveau van de local zitten, maar door hun beperkingen ook niet gezien kunnen worden als de global die de hele wereld over kan reizen om optimaal te kunnen profiteren. Ik ben het ermee eens dat mondialisering polariseert maar ook andere factoren hebben hier een grote invloed op als bijvoorbeeld historie van een land en de politieke situatie. Over de stelling of het WK polariseert in Kaapstad zijn de meningen verdeeld.
43
Africa’s time has come!
4. De invloed van het WK op de bouwvakkers en buurtbewoners
‘We zijn in Kaapstad niet verenigd, de afstand tussen de rijken en de armen is te groot en we leven in andere werelden. Dit raakt vooral de mensen die geen kans hebben gehad op onderwijs of op een lager niveau onderwijs hebben gevolgd. [...] Het gat tussen de rijken en armen zal door het WK groter worden. Het zijn de rijken uit de stad en de buitenlanders die geld hebben om te investeren en hierdoor nog rijker worden, maar wij blijven voor een laag salaris werken en hebben misschien na het WK geen baan meer’.40
‘Het grootste voordeel van het WK in Kaapstad is de groei van de werkgelegenheid. Alleen al in het stadion werken 2.000 mensen die hierdoor allemaal hun families kunnen onderhouden. […] Ik ben niet bang dat deze mensen na het WK geen baan meer hebben. Ze moeten misschien wel overstappen naar een andere sector, bijvoorbeeld van bouw naar toerisme. Dit WK zal juist de mensen uit de townships kansen bieden en ze economisch laten groeien. Het verschil tussen de armen in de township en de mensen in de stad zal afnemen’.41
Het WK heeft een andere invloed op de bouwvakkers dan op de buurtbewoners van het stadion. Dit hoofdstuk is gericht op de persoonlijke verhalen van mijn informanten. Enerzijds hoe de levens van buurtbewoners en bouwvakkers zijn veranderd sinds de beslissing dat het WK naar Kaapstad komt en wat zij verwachten van hun situatie na het WK, anderzijds hoe zij zich betrokken voelen bij het WK en hoe zij het WK denken te gaan beleven.
§ 4.1 Invloed op het dagelijks leven
In de midden- en hogere- sociaal economische klasse merkte ik dat mensen een positiever beeld hadden over de invloed van het WK op de economische positie van de lagere klasse. Zij denken dat het WK vooral een vooruitgang betekent voor de lagere klassen. De meerderheid van de bouwvakkers die ik gesproken heb denkt daarentegen dat de polarisatie juist groeit door de komst van het WK. Alleen mensen die geld hebben om te investeren zullen rijker van worden door het WK. De maker van de graffiti op een muur van het Greenpoint stadion zal het hier mee eens zijn. Met 40 41
Thato (Bouwvakker) 25-04-2008 Beverly (buurtbewoonster Mouille Point) 16-03-2008
44
Africa’s time has come!
grote rode letters stond er namelijk op de muur geschreven: ‘World Cup 2010, for the rich and the famous!’42 Door het mondiale voetbalevenement zijn een aantal zaken in het dagelijks leven van mijn informanten veranderd. De groei van de werkgelegenheid en stadsveranderingen blijken de grootste invloed te hebben. Voor werkzoekenden hangt er bij de ingang van het Greenpoint stadion een bord met daarop een telefoonnummer dat men kan bellen voor een baan in het stadion. Ook bij andere bouwplaatsen hangt een telefoonnummer en in de kranten worden veel banen aangeboden in de bouw. Toch kiezen veel bouwvakkers ervoor naar bouwplaatsen te gaan en daar direct een sollicitatiegesprek te hebben. Bij het stadion is dit niet mogelijk, maar bij kleinere bouwprojecten wel. Met Junior ben ik een keer mee gegaan om een baan te zoeken.43 Zijn vijf maanden durende contract in het Greenpoint stadion zat er op en hij had via kennissen gehoord waar vaak werknemers werden gezocht. Bij drie bouwplaatsen kreeg hij te horen dat hij na een week terug kon komen, maar bij de vierde poging had hij meer geluk. Na het overhandigen van zijn certificaat van goede dienst, die alle bouwvakkers van het Greenpoint stadion na een goede werkperiode krijgen, werd hij aangenomen. Buiten het certificaat dat de werknemers krijgen na hun werkperiode kunnen zij tijdens de werkperiode trainingen volgen in het stadion en hierdoor hun Curriculum Vitae verbeteren. Junior is blij met de komst van het WK. Werk is nu makkelijk te vinden. Hij is wel bang dat na het WK weinig banen in de bouw te vinden zijn. Veel bouwvakkers hadden op het moment dat aan de bouw van het Greenpoint stadion werd begonnen geen baan. Door het nieuwe inkomen kunnen de bouwvakkers financieel beter overleven. Wel houden de bouwvakkers in het dagelijks leven weinig vrije tijd over. De bouwvakkers werken langere dagen dan in hun contract is vastgelegd en ook vaak in het weekend en op nationale feestdagen. De beperkte vrije tijd van de bouwvakkers was een punt dat steeds terug kwam in gesprekken, maar ook in de media. Tijdens de afgelopen paasdagen werden de bouwvakkers van alle tien de in aanbouw zijnde stadions verplicht te werken. Dit leverde een discussie op bij de vakbond en in de media, maar uiteindelijk is er gewoon gewerkt. Buiten het klagen over vrije dagen zijn de bouwvakkers niet tevreden over hun salaris. Ze zijn ervan op 42
De graffiti stond een maand op de muur van het Greenpoint stadion, daarna is er overheen geschilderd.
43
26-05-2008
45
Africa’s time has come!
de hoogte dat straks veel geld wordt verdiend in Kaapstad. Door kleine stakingen proberen werknemers betere transportregelingen te krijgen, meer vrije dagen of een hoger salaris, maar de meeste mensen werken gewoon door, omdat ze hun gezin moeten onderhouden. De bouwvakkers voelen zich niet verantwoordelijk voor het slagen van het evenement, want wanneer ze ontslag nemen staat er binnen een minuut een nieuwe werknemer gereed. De macht ligt volgens hen bij de multinationals. Ook voor de buurtbewoners zijn wat dingen veranderd door de komst van het WK. ‘Wat de veranderingen in mijn dagelijkse leven zijn door de komst van het WK? Niet heel veel. Buiten de omleidingen in de buurt door de bouw van nieuwe wegen en golf spelen op een kleine baan is alles nog hetzelfde. […] Mijn werkzaamheden zijn wel aangepast door de komst het WK. Ik heb meer appartementen en een restaurant gekocht in de buurt van het stadion. Deze aankopen kosten veel tijd en energie en hierdoor heb ik wat minder vrije tijd’.44 De financiële vooruitgang voor de bouwvakkers van het stadion blijkt geen verandering te brengen in hun sociale positie. Door de lage lonen die de bouwvakkers verdienen, hun tijdelijke contracten en de stijgende prijzen kan men niet op zoek naar een duurdere woning of een betere wijk. Ze blijven in de ‘zwarte’ of ‘gekleurde’ townships buiten het centrum wonen. Dit is een reden waarom de etnische verhoudingen op dit moment nog niet veranderen door de komst van het WK. Het WK heeft dus nog geen zichtbaar effect op de mobiliteit van de bouwvakkers. Het WK is iets wat de bouwvakkers en de buurtbewoners van Mouille Point nu al (onbewust) met elkaar delen, maar door de gescheiden samenleving werkt het WK nog niet bindend. Mijn informanten verwachten dat dit wel kan gebeuren in de maanden voor het WK en tijdens het WK. Een goede prestatie van het nationale team of een goed georganiseerd WK kunnen volgens hun bijdragen aan de trots en betrokkenheid van de hele rainbownation. Ook de fysieke stadsvernieuwing heeft invloed op het leven van mijn informanten. Er zijn kleine veranderingen in de stad, zoals wegomleidingen, maar het steeds duurder wordende leven is meer van invloed. Mensen verhuizen ‘vrijwillig’ door de stijgende huurprijzen, maar ook omdat ze gedwongen worden bepaalde plaatsen te verlaten. Denk aan de huurders van de kleinere huurwoningen in Mouille Point, maar ook aan de bewoners van de townships langs de snelweg die worden
44
Nolan 22-03-2008
46
Africa’s time has come!
verplaatst. De bouwvakkers uit mijn onderzoek die in deze arme wijken wonen richten zich op het heden. Ze moeten nu geld verdienen om hun gezin te onderhouden en verwachten nadat het stadion klaar is wel weer een baan te vinden omdat er nog veel gebouwd moet worden voor 2010. Wat ze tijdens en na het WK voor werk kunnen vinden weten ze niet. Ze hebben nu een baan bemachtigd in het stadion, maar door de prijsstijgingen is hun economische positie er naar eigen zeggen slechts een beetje op vooruit gegaan.
.
47
Africa’s time has come!
§ 4.2 Betrokkenheid en beleving
Het WK is een veelbesproken onderwerp in Kaapstad. Iedereen leeft er bewust of onbewust naar toe, met positieve of negatieve gevoelens. Bij gesprekken met de bouwvakkers en de buurtbewoners kwam naar voren dat voetbal nog steeds meer een sport is voor de zwarte en gekleurde inwoners. De grote meerderheid van de buurtbewoners in Mouille Point praat op sportgebied over cricket en rugby. Als ik bij hun over de vloer kwam in het weekend stond meestal de tv aan met een rugbywedstrijd. Door de buurtbewoners is er veel geklaagd over de komst van het WK in hun buurt. Door het vernieuwde Greenpoint stadion zal de rust in hun mooie buurt verstoord worden. Klagende omwonenden zouden geen probleem hebben met een WK rugby in hun wijk, met de reden dat deze supporters minder problemen maken. Het feit dat voetbal nog steeds een zwarte en gekleurde sport is betekent dat het WK veel mensen van andere etnische groepen aantrekt. De bewoners hebben een deel van de golfbaan moeten inleveren en door de komst van het nieuwe grote stadion wordt voor veel mensen hun uitzicht over Kaapstad verminderd. De buurtbewoners voelen zich betrokken bij de plannen rondom het Greenpoint stadion, omdat het veranderingen in hun wijk geeft. Ze zijn meerdere keren uitgenodigd door de gemeenteraad voordat de bouw van het stadion begon. Hier konden bewoners hun zegje doen en vragen stellen. Toch is er niet genoeg naar ze geluisterd vinden ze. Er is een buurtcommissie geweest die handtekeningen heeft ingezameld om de bouw van het stadion tegen te houden. Mede dankzij de buurtbewoners die positief denken over de komst van het WK zijn de bouwplannen gewoon doorgegaan. ‘De wereld krijgt in 2010 de mooiste beelden van Kaapstad te zien en natuurlijk wordt onze wijk ingezoomd. We liggen tussen het stadion en de zee in. Ik vind het fantastisch dat onze wijk in de aandacht komt te staan’45 vertelde een buurtbewoner. Het viel me op dat de buurtbewoners zich algemeen wel betrokken voelen bij de bouw van het stadion, maar niet bij het voetbalevenement zelf. De bouw van het nieuwe stadion heeft een grote invloed op hun wijk en is een terugkomend gespreksonderwerp. De trots voor het organiseren van het WK door Zuid-Afrika kan misschien in een later stadium nog opgewekt worden. Waar ze zich ook betrokken bij voelen is wat er na het WK gebeurd met het stadion. Het plan is om er een multifunctioneel centrum van te maken
45
Nolan 22-03-2008
48
Africa’s time has come!
voor sport, concerten en andere vrijetijdsgelegenheden. De buurtbewoners zijn erg nieuwsgierig wat dat centrum voor een invloed op de buurt heeft. De bouwvakkers zijn door hun baan automatisch betrokken bij het evenement en dit gevoel proberen de bouwbedrijven van het stadion te stimuleren. De projectleiders hebben speciale werktenues ontworpen met betrekking tot het WK. Het zijn overalls die lijken op een voetbaltenue met het rugnummer tien erop. Boven het rugnummer staat Team Green Point. Ook de loodsen waar de bouwvakkers in lunchen en werken zijn beschilderd en er hangen veel posters met voetballende bouwvakkers in hun werktenue. De bouwbedrijven proberen de bouwvakkers door deze kleding deel uit te laten maken van een verbeelde gemeenschap en goed te benadrukken waar de leden van deze gemeenschap aan werken. Er hangt nu al een voetbalsfeer op de bouwplaats. Op deze manier proberen ze trots en loyaliteit bij hun werkers te creëren. Ik vond het een vrolijk gezicht, het is ten minste iets anders dan saaie blauwe pakken. Door de overalls zijn de werknemers van het stadion erg herkenbaar. Vaak lopen ze in de pauzes of na het werk in hun werkkleding door het centrum of stonden op de bus te wachten, iedereen weet dan meteen dat ze in het stadion werken. Als ik met bouwvakkers aan het praten was buiten het stadion werd er geregeld, door andere inwoners van Kaapstad, gevraagd aan de bouwvakker of het stadion op tijd klaar zal zijn. De werkkleding zorgt voor een collectief gevoel onder de bouwvakkers en stimuleert de betrokkenheid.
Boven: het werktenue van de bouwvakkers in het stadion Onder: de loodsen in het Greenpoint stadion
49
Africa’s time has come!
Op de vraag of ze zichzelf betrokken voelen antwoordden de meeste bouwvakkers dat het hoofddoel geld verdienen is. Toch merkte je ook wel trots; ‘De hele wereld ziet in 2010 het stadion waaraan ik heb meegewerkt. Het leukste vind ik dat sterspelers als Drogba en Ronaldo in dit stadion gaan spelen’.46 De bouwvakkers van het stadion spreken positiever over de komst van het WK, wanneer het geen betrekking heeft tot hun eigen situatie. Want zoals ik al eerder beschreef zien zij door het evenement een groeiende polarisatie ontstaan. Toch is voetbal meer de sport van de bouwvakkers en zijn ze trots dat het WK in hun land wordt georganiseerd. Tijdens mijn veldwerkperiode was de Africa Cup in Ghana en in het Greenpoint stadion werd er dan ook constant over het Zuid-Afrikaanse nationale elftal ,Bafana Bafana (de jongens, de jongens), gesproken. Ondanks alle interesse en enthousiasme zullen dit niet de supporters zijn die in het stadion hun team kunnen aanmoedigen. ‘Ik zal de wedstrijden bekijken in mijn township. Waarschijnlijk niet thuis omdat veel internationale voetbalwedstrijden op televisiezenders worden uitgezonden waarvoor je extra moet betalen. […] Naar het stadion toe? Nee, daar kan ik toch niet naar binnen en dan mis ik ook nog een wedstrijd op televisie’.47 De bouwvakkers antwoordden allemaal hetzelfde; als ze niet aan het werk zijn tijdens het WK zullen ze de wedstrijden volgen in de townships. De buurtbewoners weten nog niet wat ze tijdens het WK zullen doen. Misschien hun eigen appartement verhuren en op vakantie of toch een wedstrijd in het stadion bekijken. Het gaat dus niet om het voetbal in de meeste gevallen. Beverly gaf aan dat het stadion wel aantrekkingskracht heeft. ‘Ik wil graag zien hoe het stadion er van binnen uitziet. Ik kijk er elke dag tegenaan en zie precies hoe de bouw zich vordert. Alleen daarom zou ik wel naar een wedstrijd willen. Het maakt me niet uit welke landen er dan spelen’.48 De voetballiefhebbers uit Mouille Point zullen zodra het mogelijk is meteen kaartjes kopen voor de wedstrijden. Het doorverkopen van kaartjes lijkt de bewoners ook wel wat. Vooral een aantal jongere buurtbewoners lijken hierin geïnteresseerd. Er zijn verschillende ontwikkelingsprojecten in Zuid-Afrika die proberen om zoveel mogelijk mensen uit de townships een wedstrijd te laten bezoeken tijdens het WK. Ik hoop dat veel bouwvakkers die elke dag bij de voorbereidingen betrokken zijn geweest in 2010 in ‘hun’ stadion kunnen zitten! 46
Samuel 17-03-2008 Junior 27-05-2008 48 Beverly 25-05-2008 47
50
Africa’s time has come!
5. Conclusie Lokale effecten van het wereldkampioenschap voetbal 2010 vormden het centrale thema van mijn onderzoek. Ik richtte me in het onderzoek vooral op de werknemers in en omwonenden van het Greenpoint stadion. Uit veldonderzoek in Kaapstad blijkt dat door de komst van het WK een aantal zaken in het dagelijks leven van mijn informanten zijn veranderd. De groei van de werkgelegenheid en stadsveranderingen blijken de grootste invloed te hebben. De komst van het WK heeft heel veel banen en kansen geboden voor verschillende etnische en sociaal-economische groepen in de stad, maar er worden ook mensen gedwongen te verhuizen. Het toekennen van het WK aan Zuid-Afrika betekent geen vooruitgang voor alle lagen van de bevolking, zoals de FIFA en de Zuid-Afrikaanse overheid het wel presenteren. De mensen met minder geld moeten zich aanpassen. Er liggen dus veronderstellingen ten grondslag aan de organisatie van het WK die niet kloppen of haalbaar zijn. Het profiteren van het WK is niet voor iedereen weggelegd omdat het WK net als andere mondiale processen zorgt voor toenemende ruimtelijke segregatie, sociale scheidingen en uitsluitingen. De sociale mobiliteit van de mensen uit de lagere economische klasse blijft hierdoor klein. Het WK versterkt het beeld van de verhoudingen die al bestonden in Kaapstad. De mensen die profiteren zijn vooral de mensen die kunnen investeren. Het WK is een veelbesproken onderwerp in Kaapstad. Iedereen leeft er bewust of onbewust naar toe, met positieve of negatieve gevoelens. Hierdoor kan het evenement worden gezien als een Common denominator. Het is iets wat door de inwoners wordt gedeeld, maar hen nog niet bindt. Het WK wordt ingezet voor het proces van community building en het zou de rainbow nation dichterbij elkaar moeten brengen volgens de organisatie. Ondanks dat elke Zuid-Afrikaan op zijn eigen manier toeleeft naar 2010 en tot op zekere hoogte betrokken is, brengt het de verschillende etnische groepen nu nog niet dichterbij elkaar. De etnisch-raciale verdeling, die sterk overeenkomt met de sociaal-economische verdeling, is ook in de sport goed zichtbaar. Voetbal blijkt nog steeds vooral een sport te zijn voor de zwarten en gekleurden. Het neerzetten van een goede prestatie van het Zuid-Afrikaanse voetbalteam of een goed georganiseerd WK kan wel een grote impact geven op de regenboognatie. Deze verbroedering zagen we ook gebeuren tijdens het WK rugby in 1995 toen Zuid-Afrika kampioen werd. Er zal in Zuid-Afrika meer aandacht moeten zijn voor in- en
51
Africa’s time has come!
uitsluiting en het debat rondom racisme en xenofobie om ervoor te zorgen dat de denkbeelden die mensen hebben zullen veranderen. Deze zijn nog teveel gebaseerd op het verleden. De buurtbewoners van Mouille Point zullen ten op zichten van de bouwvakkers van het Greenpoint stadion meer profiteren. Zij investeren nu en zullen in 2010 en daarna met hun bedrijven geld verdienen. De meeste van deze bedrijven zullen ook na het WK nog profiteren van de toeristen die Kaapstad bezoeken. De buurtbewoners denken door het WK meer internationale zakenpartners te zullen krijgen en hierdoor hun producten meer op internationaal niveau te kunnen aanbieden. De bouwvakkers zijn vooral nu aan het profiteren van het WK. De helft van de bouwvakkers werkt middels een tijdelijk contract en de rest met een vast contract. Het stadion moet eind 2009 klaar zijn en dan houden ook hun contracten op. De toekomst voor deze werknemers is onzeker en ze weten niet wat ze kunnen verwachten na het WK. Bij grote sportevenementen wordt er vaak door de media pas tijdens een evenement aandacht besteed aan deze polarisatie, zoals bij de Olympische Spelen in Peking. Door meer onderzoek en aandacht van de media in de voorafgaande jaren van een evenement kan meer aandacht worden gelegd op het verkleinen van tegenstellingen binnen de bevolking. Er zou meer aandacht moeten komen hoe juist de locals kunnen profiteren van deze mondiale spotevenementen. Het WK zal in 2010 zorgen voor een grote toestroom van toeristen in Kaapstad. Door zichzelf tijdens het WK aan de rest van de wereld te presenteren wordt er verwacht dat er na 2010 nog meer toeristen en buitenlandse investeerders worden aangetrokken. Hoewel dit zal zorgen voor een positieve invloed op de economie van Zuid-Afrika en de ontwikkeling van Kaapstad, zal dit ook gevolgen hebben voor de inwoners van de stad. Meer mondiale processen betekent ook meer polarisatie onder de bevolkingsgroepen van Kaapstad.
52
Africa’s time has come!
Referenties
Bibliografie
Anderson, B. 1991 (1983) Imagined Communities: Reflections on the Origins and Spread of Nationalism. Londen: Verso.
Appadurai, A. 1996
Modernity at Large: Cultural Dimensions of Globalization. Universtity of Minnesota Press.
Baumann, G. 1999
The Multicultural Riddle;Rethinking National, Etnic en Religious identities. New York: Routledge.
Bauman, Z. 1998
Globalisation: The Human Consequences. Cambridge: Polity Press.
Black, D.R. & Nauright, J. 1998
Rugby and the South African nation: sport, cultures, politics and power in the old and new South Africa. Manchester: Manchester University Press.
Blue, A. 2007
‘The race for the cup’. New Statesman 4: 53.
Bonner, P.& Delius P. & Posel, P. 1993
Apartheid’s genesis 135-1962. Johannesburg: Witwatersrand: University Press.
Boyle R. & Haynes R. 2000
Power Play: Sport, the Media and Popular Culture. Londen: Longman.
Broere, M. 2002
Het zout van Afrika: sporthelden van een dynamisch continent. Amsterdam: De Arbeiderspers.
53
Africa’s time has come!
Dewalt, K.M. & Dewalt, B.R. 2002
Participant Observation: A guide for Fieldworkers. Walnut Creek, CA: Altamira Press.
Dorsman, R. 1984
Feiten over apartheid: verboden informatie over Zuid Afrika. Baarn: Anthos.
Eriksen, T. H. 2002 (1993)
Ethnicity and nationalism: Anthropological Perspectives. London: Pluto Press.
1998
Common Denominators: Etnicity, nation-building and compromise in Mauritius. Oxford [ect.]: Berg.
Frel, E. & Kampen, H. van 2008
‘Zuid-Afrika bouwt aan het WK’. Supporter, kwartaalblad van NCDO over sport & ontwikkelingssamenwerking. 30: 20-21.
Friedman, J. 1994
Globalization and Localization, in Cultural Identity and Global Process. London: Sage Publications.
Friedmann, J. 1986
‘The World City Hypothesis’. Development and Change 17: 69-83.
Gellner, E. 1983 (2006)
Nations and Nationalism: New Perspectives on the Past, Oxford: Blackwell Publishing.
Giddens, A. 1990
The Consequences of Modernity. Cambridge Polity Press.
Ghorashi, H. 2003
Ways to Survive, Batlles to win: Iranian Women Exiles in the Netherlands and the United States. New York: Nova Science Publishers, Inc.
Harvey, D. 1989
Condition of Postmodernity, Oxford: Blackwell Publishers.
54
Africa’s time has come!
Hedetoft, U. & Hjort, M. 2002
The Post-national Self: Belonging and Identity. Minneapolis: University of Minnesota Press.
Inda, J.X, & Rosaldo, R. 2002
The anthropology of globalization, a reader. Malden, Blackwell Publishing Ltd.
Lemanski, C. 2007
‘Global Cities in the South: Deeping social and polarisation in Cape Town’. Cities 24 (6): 448-461.
Nagel, J. 2003
Race, Ethnicity and sexuality: Intimate Intersections, Forbidden Frontiers. New York/ Oxford: Oxford University Press.
Ong, A. 2002
‘The Pacific shuttle: families, citizenship, and capital circuits.’ Anthropology of globalization, a reader. Blackwell Publishing, p. 172-197.
Rooij ,C. de 2006
‘Sport en Nationalisme in Zuid-Afrika’. Scriptie voor premaster Culturele Antropologie, Universiteit Utrecht.
Scheper-Hughes 2003
‘Journal of human rights’ p.197 – 226.
Schoonheym, F. 2007
‘Women-headed households in Nyanga’. Thesis voor de master Culturele Antropologie, Universiteit Utecht.
Schooten, M. 2007
‘Kleur bekennen’. Thesis voor de master Culturele Antropologie, Universiteit Utecht.
Steenveld, L. & Strelitz, L. 1998
‘The 1995 Rugby World Cup and the politics of nation-building in South Africa’. Media, Culture & Society 20 (4): 609-629.
55
Africa’s time has come!
Tully, J. 2002
‘Reimagining Beloning in Circumstances of Cultural Diversity: A Citizen Approach. The Postnational Self: Belonging and Identity’. Minneapolis: University of Minnesota Press: 152-177.
Wimmer, A. 2002
Nationalist Exclusion and Ethnic Conflict: Shadows of Modernity. Cambridge: Cambridge University Press.
Magazine
‘Africa’s Time’ The official newsletter of the 2010 FIFA World Cup; Government Unit. Departement sport en recreatie Zuid-Afrika (2008).
Kranten
Cape Argus, 06-02-2008 Cape Argus, 21-05-2008 Cape Argus, 23-05-2008 Cape Argus, 12-05-2008 Cape Times, 27-02-2008 Cape Times, 09-05-2008
Websites
Fifa
www.fifa.com/worldcup
Zuid-Afrikaanse overheid
www.sa2010.gov.za/opportunities
Gemeente Kaapstad
www.capetown.gov.za en ww.tourismcapetown.co.za
NIZA
www.niza.nl
World Fact Book
www.cia.gov/library/the-world-factbook/geos/sf.html
ANC
www.anc.co.za
Cape Times (krant)
www.capetimes.co.za
56
Africa’s time has come!
Bijlagen
Bijlage 1 Greenpoint, Kaapstad, Zuid-Afrika, Afrika.
Zuid-Afrika, in deze plaatsen worden tien stadions gebouwd/ gerenoveerd voor het WK 2010
Greenpoint, een van de zuidelijke wijken in Kaapstad
57
Africa’s time has come!
2. 2010 FIFA World Cup™ - Official Emblem The 2010 identity is unique, vibrant and dynamic, graphically encapsulating the African continent while more intimately dipping into South Africa's rich and colourful heritage for inspiration. The graphic figure strikes a resemblance to the earliest rock art paintings for which our country is also famous. This figure is caught in mid-action performing a bicycle kick - a style of play that captures the flair of African football. The figure is lucid, energetic and indirectly illustrates an inherent passion for the beautiful game. It is kicking a football upwards - an invitation from Africa to other nations of the world to join the game. The actual ball is a modern representation of a football, suggesting that it belongs to FIFA. And for the first time ever, this ball that has traveled across the globe will touch African soil. The colourful backdrop behind the figure represents the South African national flag. The ‘swishes' extend upwards, from south to north, reaching out to the world. They embody the energy, diversity and fiery passion of our country, and they symbolise the rise of the rainbow nation. The typeface is an original creation. It reflects our personality and reinforces the idea that in South Africa we do things uniquely. It is playful, naïve and free-spirited. It is also bold, welcoming and friendly. The logo is celebratory in nature and energetic in its feel.
58
Africa’s time has come!
3. Cartoons Jonathan Shapiro, ofwel Zapiro is een internationaal gerespecteerde cartoonist die zich richt op verschillende kwesties in Zuid-Afrika en de rest van de wereld. Hij staat dagelijks in Zuid-Afrikaanse kranten.
WK 2010
59
Africa’s time has come!
Veiligheid
Infrastructuur
60
Africa’s time has come!
Zuma
Mbeki’s steun aan president Mugabe van Zimbabwe
61