Sporen 2008/3
België - Belgique
september 2008
2600 Berchem 1/2
Nieuwsbrief van de Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging
P.B.
8/4784
V.U. D. Minnebo Kleine Molenstraat 19 9290 Overmere Verzending: C. Van Lommel Jozef Verbovenlei 34 2100 Deurne 03/322 64 06 Afgiftekantoor: Berchem 1/2 Erkenningsnummer P508807
SPOREN
De gegevens op het adresetiket zijn opgenomen in een geautomatiseerd gegevensbestand. Ieder lid kan de gegevens over zichzelf inzien bij de ledenadministratie.
Nieuwsbrief van de
Jaargang 1 - Nummer 3 - September 2008
COLOFON SPOREN is een uitgave van de KVMV, de Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging vzw Afdelingen: Antwerpse Mycologische Kring (AMK), Mycologische Werkgroep Limburg (Mycolim), Oost-Vlaamse Mycologische Werkgroep (OVMW) en Zelfstandige Werkgroep voor AmateurMycologen (ZWAM). Voorzitter: Ruben Walleyn Predikherenstraat 37, 8750 Wingene - 051/65 89 80 -
[email protected] Ondervoorzitter: Bernard Declercq Axelsvaardeken 28, 9185 Wachtebeke - 09/345 03 56 -
[email protected] Penningmeester: Lieve Van Boeckel-Deceuninck Berten Pilstraat 20, 2640 Mortsel - 03/455 92 79 -
[email protected] Secretaris: Peter Verstraeten Draverstraat 29, 9810 Nazareth - 09/385 41 74 -
[email protected] Ledenadministratie: Myriam de Haan Leopoldstraat 20, bus 1.1, 2850 Boom - 03/888 75 14 -
[email protected] Overige bestuurders: André De Kesel, Haesaertsplaats 15, 2850 Boom - 02/260 09 38 -
[email protected] Gut Driesen-Tilkin, Kruisheideweg 32, 3520 Zonhoven - 011/72 59 24 -
[email protected] Luc Lenaerts, Fonteinstraat 8, 3560 Lummen - 013/52 34 99 -
[email protected] Roosmarijn Steeman, Dennenlaan 13, 2500 Lier - 0485/68 88 48 -
[email protected] Sven Terclavers, Meerstraat 26, 3320 Meldert - 0486/57 32 68 -
[email protected] Internet: AMK: www.kamk.be Mycolim: www.mycolim.be ZWAM: www.zwamleuven.org FUNBEL Secretariaat: EmileVandeven , Opperveldlaan 14, B-1800 Vilvoorde, 02/267 74 18. Lidmaatschap KVMV 2008: bedraagt 18,00 euro (gezinslidgeld 20,00 euro) te storten op rekening 737-0187576-21 van de Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging te Antwerpen. Voor buitenlandse leden bedraagt het lidmaatschap 20,00 euro (gezin 22,00 euro) indien alle kosten door de opdrachtgever ten laste worden genomen; zo dit niet het geval is, bedraagt het lidmaatschap 27,00 euro. IBAN-nummer BE17 7370 1875 7621, BIC-code KREDBEBB. De nieuwsbrief Sporen (4 maal/jaar) en Sterbeeckia zijn begrepen in het lidgeld.
Verantwoordelijke uitgever: Danny Minnebo, Kleine Molenstraat 19, 9290 Overmere Redactieleden: Georges Buelens, Robert De Ceuster, Gut Tilkin, Wim Veraghtert en Peter Verstraeten Eindredactie en layout: Danny Minnebo - 09/367 95 49 -
[email protected] Verzending: Christine Van Lommel, Jozef Verbovenlei 34, 2100 Deurne Ieder lid kan publiceren in Sporen. Teksten voor het volgende nummer moeten vóór 1 november 2008 gemaild worden naar de eigen afdelingscoördinator: AMK > Wim Veraghtert -
[email protected] MYCOLIM > Gut Tilkin -
[email protected] OVMW > Peter Verstraeten -
[email protected] ZWAM > Georges Buelens -
[email protected] Foto’s of figuren in de tekst worden best nog eens afzonderlijk meegestuurd als beeldbestand, bijvoorbeeld .jpg.
Sporen wordt gerealiseerd met steun van het Provinciebestuur van Antwerpen.
COPYRIGHT © Het copyright voor tekst en illustraties van de artikels berust bij de Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging (KVMV). Auteurs behouden het recht om de eigen tekst en illustraties voor andere doeleinden te gebruiken. Het is niet toegestaan volledige of gedeelten van artikels of illustraties over te nemen zonder toestemming van de redactie.
ISSN 2030-367X
1
Jaargang 1, nummer 3
Editoriaal
September 2008
NIEUWSBRIEF VAN DE KONINKLIJKE VLAAMSE MYCOLOGISCHE VERENIGING
Geachte leden,
Bij deze onze derde Sporen. Bij vorige nummers bleken er soms problemen op te duiken met de kwaliteit van de lijm. De gelijmde bladen blijken snel los te laten, waarvoor onze excuses. Indien dit probleem aanhoudt, zullen we vanaf de volgende jaargang overschakelen naar geniete exemplaren. Dit heeft als klein nadeel dat de kopij gepast moet verdeeld worden over 4 i.p.v. 2 bladzijden, maar de huidige toevloed van bijdragen (doe zo voort!) stemt ons anderzijds optimistisch dat dit probleem kan opgelost worden. We herhalen dat artikels voor Sterbeeckia ten laatste eind september bij onze redacteur André De Kesel worden verwacht; hoe meer, hoe liever. Ook voor een zeer goed geïllustreerd vulgariserend artikel kan plaats gemaakt worden. In deze Sterbeeckia verschijnt o.a. een reeks correcties en aanvullingen op onze standaardlijst van basidiomyceten en myxomyceten. Dit gebeurde ook op regelmatige basis via de website van het INBO (www.inbo.be; doorklikken naar kenniscentrum > flora > paddenstoelen), waar ook digitale versies van de standaardlijst in tekst- en tabelvorm kunnen gedownload worden. Tegelijkertijd zal ook funbas aangepast worden en tevens aangevuld met Rode-Lijstcategorieën van Nederland en ecologische groepen (saprofyten, symbionten, parasieten e.d.). Er wordt nog een seintje gegeven als funbas is aangepast, zodat alle gebruikers van FUNBEL zich op dezelfde lijn kunnen zetten. Ondertussen wordt ook verder gewerkt aan een inventaris van onze nietgelicheniseerde ascomyceten, die hopelijk in 2009 kan afgewerkt worden.
Sporen
Uiteraard zijn er ook nog onze paddenstoelen. Er is deze zomer wat afgezeurd over
2008/3
het weer, maar blijkbaar was de zomer vrij normaal naar Belgische maatstaven en dat lijkt ook zo. Volgens hetgeen ik in de wandelgangen opvang over de paddenstoelen, zijn er geen echte pieken, maar is het af en toe, zo hier en daar (meer dan) de moeite. Iedereen veel plezier toegewenst tijdens het komende seizoen, waarbij we je eraan herinneren dat je al schrijvend dit plezier met velen kan delen…
Ruben Walleyn voorzitter
Sporen
2
D = dagexcursie, V = voormiddag, N = namiddag
Contact: Wim Veraghtert (0496/97 87 79)
zondag 21.09.08 - ZWAM (N)
Natuurreservaat Catselt te Scherpenheuvel-Zichem. Afspraak om 14.00 u. op de parking Hoornblaas 107. Gids: Robert De Ceuster
zondag 05.10.08 - Mycolim (V) Massy, Houthalen. Samenkomst om 9.00 u. aan de kerk van Zwartberg. Contact: Richard Pawlowski (011/57 49 70)
zaterdag 27.09.08 - Mycolim (V) Teut, Zonhoven. Samenkomst om 9.00 u. aan de private parking van de Holsteenhoeve, Holsteenweg 28 te Zonhoven. Vanuit het centrum de richtingwijzers voor de Holsteen volgen. De wandeling vertrekt aan de vroegere zandwinning in de Hengelsbroekweg. Contact: Gut Tilkin (011/72 59 24)
zaterdag 27.09.08 - OVMW (D)
zaterdag 11.10.08 - OVMW (V) Gulke Putten te Wingene. Samenkomst om 9.30 u. aan Café De Radio. E40, afrit 10 Beernem, links richting Wingene, tot aan het Aanwijs, daar terug links en blijven volgen tot aan Café De Radio. Contact: Mieke Verbeken (051/65 89 90) of Peter Verstraeten (09/385 41 74)
Park, Tervuren. Samenkomst om 9.30 u. aan de SintHubertuskapel in het park. Brussel ring R0 richting Namen, afrit Tervuren, aan de lichten linksaf richting Tervuren; (ong. 2,5 km) aan het grote ronde punt niet de richting Tervuren of Leuven nemen, maar rechtdoor tot bijna aan het koloniënpaleis. Ong. 100 m vóór het paleis rechtsaf, tot aan de kazerne Panquin. De St.Hubertuskapel staat daar aan de linkerkant van de weg. Contact: Peter Verstraeten (09/385 41 74)
zaterdag 27.09.08 - ZWAM (N) Domein Horst te Sint-Pieters-Rode (Holsbeek). Afspraak om 14.00 u. op de parking van het kasteel van Horst, Horststraat. Gids: Georges Buelens
zaterdag 11.10.08 – Mycolim (V) Sahara te Lommel. Samenkomst om 9.00 u. aan de Topevenementenhal, Sportveldenstraat 10 te Lommel (dicht bij het stedelijk sportstadion van KVSK United). Contact: Richard Pawlowski (011/57 49 70)
zondag 12.10.08 - AMK (V) Walenbos te Houwaart. Bijeenkomst om 9.45 u. aan de kerk van Houwaart. Vertrekkend vanuit Aarschot, richting A2 rijden. De snelweg niet nemen maar de N223 richting Tienen. 4 à 5 km voorbij de oprit van de snelweg, links afslaan naar Houwaart. Contact: Georges Buelens (016/63 26 42)
zondag 12.10.08 - ZWAM (N)
Bossen van de Kleine Gete te Ezemaal (Landen). Afspraak om 14.00 u. aan de kerk van Ezemaal (klein gebouw), Hakendoverstraat. Gids: Jules Robijn
vrijdag 03 - zondag 05.10.08 - ZWAM Paddenstoelenweekend te Montenau (volzet).
zaterdag 04.10.08 - KVMV (D) De Bonte Klepper en Volharding te Rijkevorsel. Samenkomst om 9.45 u. aan de kerk van Oostmalle.
Sporen
donderdag 16 - zondag 19.10.08 - KVMV Kustweekend paddenstoelen te De Panne. Voor meer
2008/3
3
info : zie Sporen 2008, nr. 1. Contact: Jacky Launoy (058/41 37 25)
splitsing, daar links en om de bocht zie je de spoorweg. Hier niet de brug onderdoor maar links voor de brug is er parking. Na de wandeling kunnen we de picknick gebruiken in café “De Pomp” op het Dorpsplein te Boutersem (is vlakbij). Contact: Georges Buelens (016/63 26 42)
zaterdag 18.10.08 - ZWAM (N) Het Thienbunderbos te Rillaar. Afspraak om 14.00 u. op de parking van Meubelen Serre, Boekhout(str) te Tielt-Winge. Gids: Raf Leysen
zondag 02.11.08 - ZWAM (N)
De naaldbossen te Langdorp (Aarschot). Afspraak om 14.00 u. aan de kerk van Langdorp, Langdorpsesteenweg. Gids: Sven Terclavers
zaterdag 25.10.08 - OVMW (V) De Bueren te Melle. Samenkomst om 9.30 u. op de parking bij de spoorwegbrug te Kwatrecht. Vanaf de E40 afrit 17 Wetteren de N42 Oosterzelesteenweg richting Wetteren tot aan kruising met de N9 Brusselsesteenweg (1,4km). Daar links en 1,3 km richting Gent. Net voor de spoorwegbrug rechts parking (Viaductweg). Contact : Murielle Deblaere (09/329 01 95)
zaterdag 08.11.08 - OVMW (V) Domein Ryckeveld te Damme-Sijsele. Samenkomst om 9.30 u. bij het kasteel (Europacentrum). Via E40, afrit Aalter (10), bij rond punt N44 richting Knokke nemen tot juist voor Maldegem ; aan rond punt links N9 richting Brugge. Deze volgen tot Brugge St.-Kruis, linksaf Holleweg naar Europacentrum Ryckevelde. Contact: Johan Pattheeuws (050/35 75 53, enkel op 08/11: 0472/98 40 91)
zondag 26.10.08 - AMK/Mycolim (V) Terrilwandeling te Houthalen. Vanuit Antwerpen E313 richting Hasselt, aan het klaverblad te Lummen de E314 richting Aken. Afrit 29 (Houthalen-Helchteren) nemen en aan het eind van de afrit rechtsaf richting Houthalen. Aan het tweede kruispunt met lichten (het eerste is juist onderaan de brug van de autostrade), links richting industriepark en dan onmiddellijk (20 meter) rechts. Dit is de Pastorijstraat die parallel met de grote baan loopt. Samenkomst om 9.45 u. aan het “voormalig hoofdgebouw van de mijn", waar een ruime parking voorzien is. Contact: Jan Cornelis (011/52 35 24)
zondag 09.11.08 – AMK (D) Militair oefenterrein Zwartebeek te Helchteren. Bijeenkomst om 9.45 u. aan de kerk van Helchteren, op ca. 100 m van het kruispunt in het centrum. Te bereiken via de E314, afrit 29 (N715 volgen). Contact: Wim Veraghtert (0496/97 87 79)
zondag 26.10.08 - ZWAM (N) zondag 09.11.08 – ZWAM (N) De bossen de Merode te Averbode (ScherpenheuvelZichem). Afspraak om 14.00 u. aan de Drukkerij Averbode, Herseltsebaan 107. Gids: Koen Berwaerts
Mollendaalbos te Haasrode (Oud-Heverlee). Afspraak om 14.00 u. op de parking van het Brembergcentrum te Haasrode. Gids: Henri Vranckx
zaterdag 01.11.08 - AMK (D)
dinsdag 11.11.08 – Mycolim (V)
Snoekengracht te Boutersem en Meldertbos te Meldert (Hoegaarden). Samenkomst om 9.45 u. aan het station van Vertrijk, Stationsstraat Boutersem. Via de E40 (Brussel – Luik) te bereiken door uitrit 24 te nemen, links richting Boutersem ongeveer 1 km tot aan een T-
2008/3
Hengelhoef te Houthalen. Samenkomst om 9.00 u. op de parking Engelhof (parking van het domein Hengelhoef tegenover het Congresgebouw). Contact: Jan Cornelis (011/52 35 24)
Sporen
4
zaterdag 15.11.08 - OVMW (V)
zaterdag 15.11.08 - AMK (V)
Brielmeersen te Deinze. Samenkomst om 9.30 u. op de parking. Via E17 afrit Deinze (7), N35 richting Deinze, tot in centrum; de Leie oversteken en dan linksaf, en na ca. 100 m weer linksaf tot op de parking van de Brielmeersen. Contact: Peter Verstraeten (09/385 41 74) Na de excursie gezamenlijk eetmaal in Nazareth (De Valk) of ergens anders indien gewenst.
Prinsenpark te Retie. Bijeenkomst om 9.45 u. op de parking van het domein. Bereikbaar via E313, afslag E34 richting Eindhoven; neem afrit 25 Turnhout-Oost, dan de N18 richting Retie en daar de N118 richting Geel. Ongeveer 4 à 5 km verder aan uw rechterkant ingang Prinsenpark. Dit is een halvedagexcursie, daarna gezellig samenzijn in een nabijgelegen herberg. Contact: Jos Volders (014/54 91 44)
⊳
De bijeenkomsten in Gent gaan door om 10.00 u. in het Laboratorium plantkunde van de Universiteit Gent, K.L. Ledeganckstraat 35, 2e verdieping. Ingang gemakkelijkst via de plantentuin. De bijeenkomsten in Antwerpen gaan door in de Bioruimte van de UA, Groenenborgerlaan 171 te 2020 Antwerpen; aanvang telkens om 20.00 uur, tenzij anders vermeld. Vóór iedere vergadering (behalve bestuurlijke vergaderingen) is er vanaf 19.30 uur gelegenheid om boeken uit de bibliotheek te ontlenen. De bib is steeds gesloten de 4e dinsdag van de maand. maar ook de interessante microscopie komt aan bod.
dinsdag 30.09.08 - AMK (Antwerpen)
Funbel, met Emile Vandeven. Het inbrengen van alle vondsten in de database van de KVMV is uitermate belangrijk om de biodiversiteit van de mycoflora in kaart te brengen, beheerswerken te helpen, atlasprojecten te vervolledigen, enz. Het is ook gemakkelijker dan u denkt. Kom vanavond leren hoe het moet!
dinsdag 21.10.08 - AMK (Antwerpen) Mycologische werkgroep. Thema Russula (er is ook mogelijkheid om andere vondsten te determineren met begeleiding).
dinsdag 28.10.08 - AMK (Antwerpen)
dinsdag 07.10.08 - AMK (Antwerpen)
Raad van Bestuur.
Mycologische werkgroep. Breng uw vondsten mee en we determineren ze gezamenlijk.
dinsdag 04.11.08 - AMK (Antwerpen)
Mycologische werkgroep. Breng uw vondsten mee en we determineren ze gezamenlijk.
dinsdag 14.10.08 - AMK (Antwerpen) Roesten. Jos Volders zal u die avond alles vertellen over deze plantenparasieten. Niet alleen de macroscopie,
Sporen
2008/3
5
collecties van telkens een andere klasse van de Ascomyceten zal in beeld brengen, waardoor verwantschappen en verschillen beter tot uiting komen.
dinsdag 11.11.08 Bioruimte gesloten.
dinsdag 18.11.08 - AMK (Antwerpen) zaterdag 13.12.08 - OVMW (Gent) Mycologische werkgroep. Thema Russula (er is ook mogelijkheid om andere vondsten te determineren met begeleiding).
Wintervergadering : planning van de excursies 2009, merkwaardige vondsten 2008, brainstorming nieuwe activiteiten, literatuuroverzicht, een presentatie door een lid van OVMW of van een andere afdeling.
dinsdag 25.11.08 - AMK (Antwerpen)
AMK-stuurgroep: excursies 2009.
dinsdag 16.12.08 - AMK (Antwerpen)
Mycologische werkgroep. Thema Myxomyceten. Breng zelf materiaal mee en onder begeleiding worden de vondsten op naam gebracht (er is ook mogelijkheid om andere vondsten te determineren met begeleiding).
dinsdag 02.12.08 - AMK (Antwerpen) Mycologische werkgroep. Breng uw vondsten mee en we determineren ze gezamenlijk.
dinsdag 09.12.08 - AMK (Antwerpen)
dinsdag 23.12 en 30.12.08
Recente Ascomyceten-vondsten. Dit is de eerste van een reeks avonden waarin Bernard Declercq interessante
Bioriumte gesloten. ⊳
Kustweekend 2008 30 mycologen hebben zich reeds ingeschreven en een voorschot betaald voor het kustweekend 2008 te De Panne van 16 tot 19 oktober a.s. Mogen we vragen om tegen 30 september het saldo van € 148,00 te storten op rekening 737-0187576-21 van de Koninklijke Vlaamse Mycologische Vereniging te 2050 Antwerpen. De deelnemers die een éénpersoonskamer gevraagd hebben, dienen een toeslag van € 50,00 te betalen. Jacky
2008/3
Sporen
6
Myxomyceten op Populier in het Calmeynbos te De Panne Jacky Launoy, Konijnenweg 11, 8660 De Panne
de aanplant opgevolgd werd, gelukt om 27 verschil-
1. Inleiding Het Calmeynbos is gesitueerd op het grondgebied van De Panne en verspreid over de IFBL-hokken: C0.56.42; C0.56.43; C0.56.44 en C0.57.31. Het bos is centraal verdeeld in twee delen door de rijksweg Adinkerke - De Panne. Het westelijk deel is sinds 1960 eigendom van de Intercommunale Watermaatschappij van Veurne-Ambacht (IWVA), het oostelijk deel werd destijds aangekocht door de gemeente De Panne en maakt deel uit van het complex Oosthoekduinen. Vrij recent nam het Vlaamse Gewest een klein deel over dat behoorde aan het ministerie van Onderwijs en bedoeld was als uitbreidingszone voor het Koninklijk Technisch Atheneum (KTA). Dit deelgebied wordt verder Argozone genoemd.
lende soorten bomen te laten groeien, te weten: Populier, Wilg, Olm, Berk, Gewone esdoorn, Noorse esdoorn, Es, Zomereik, Wintereik, Amerikaanse eik, Beuk, Linde, Haagbeuk, Paardenkastanje, Grove den, Zwarte den, Corsicaanse den, Zeeden, Weymouthden, Gewone douglasspar, Gewone zilverspar, Nordmanspar, Europese lork, Japanse lork, Fijnspar en Sitkaspar.” Sinds de aanplant heeft het bos twee wereldoorlogen doorstaan. Tijdens de Eerste Wereldoorlog is er veel naaldhout gekapt voor veldwerken aan het IJzerfront. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de bezetter bijna alle naaldbomen gerooid voor de aanmaak van de zgn. “Rommel-asperges” op het strand. Na de Tweede Wereldoorlog werd er in het bos weinig aan beheer gedaan. De toenmalige eigenaars, verenigd in de Compagnie des Dunes du Littoral, hadden in 1957
2. Historiek van het Calmeynbos
een aantal jonge naaldbomen aangekocht om te herHet Calmeynbos werd in 1903 aangeplant door de eigenaar Maurice Calmeyn op een oppervlakte van 50 ha duinen. In Extrait du bulletin de la Société Royale Belge de Géographie N° 2, 1932 schreef M. Calmeyn : “Wie de aanplantingen bezoekt, heeft
planten. Deze werken werden niet uitgevoerd door de nieuwe eigenaars. Vandaag wordt de boomlaag gedomineerd door in volgorde van belang, Acer pseudoplatanus, Populus ×canadensis en P. canescens.
moeite om toe te geven dat de bomen, populieren, hard - en naaldhoutsoorten in zo een korte periode
Het beheer van het bos werd enkele jaren geleden
dergelijke afmetingen hebben gehaald in omtrek
toevertrouwd aan ANB (Agentschap voor Natuur
(tot 1,80 m) en in hoogte. Wat de professionele
en Bos). In het bos is zachte recreatie toegelaten en
houtvesters het meest verbaast, is dat de meeste
enkel omgewaaide bomen die op de wandelpaden
soorten niet lijden onder de dominerende westen-
een hindernis vormen, worden in stukken gezaagd.
wind. Het is me in die periode van 28 jaar, waarin
De aard van het terrein (duinzand), de ouderdom
Sporen
2008/3
7
van het bos, de invloed van de dominerende wes-
prof. P. Van der Veken, Myriam de Haan en Lionel
tenwind en de waterwinning, zijn de oorzaken van
Lips. 88 exsiccaten werden gedeponeerd in het her-
het regelmatig omvallen tijdens stormweer van een
barium van de Universiteit Gent (GENT). We noteerden 201 vondsten (84 %) op Populus ×canadensis, 16 (7 %) op P. canescens, 1 op P.
250 201
alba en 20 (8 %) op dode takken en bladeren van
200
Populus sp. (zie fig. 1) Alles samen werden 42 150
soorten en twee variëteiten gevonden, behorende tot 100
18 genera (tabel 1 en tabel 2). Het genus Trichia
50
16
20
1
werd het meest ingezameld met 65 genoteerde
0 P.xcanadensis
P. canescens
P. alba
waarnemingen. Sommige genera zoals Dictydiaet-
Populus sp.
halium en Symphytocarpus werden maar 1 x waarFig. 1: Aantal vondsten van myxomyceten op de
genomen.
verschillende soorten populier
aantal bomen in het gebied. Vooral de populieren
Tabel 1: De systematische plaats van de gevonden genera
zijn hiervan het slachtoffer. Sommige CanadaOrde
populieren zijn van binnen aangetast en hol. We stellen vast dat de omgewaaide populieren
Familie
Genus
Ceratiomyxales Ceratiomyxaceae
Ceratiomyxa
Liceales
Cribraria
Cribrariaceae
vooral ontbinden in de vorm van witrot. Oorzaak
Dictydiaethaliaceae Dictydiaethalium
hiervan is de aanwezigheid in het bos van
Enteridiaceae
polyporen en korstzwammen als Stereum hirsutum,
Lycogala Reticularia
Phlebia radiata, P. tremellosa, Polyporus brumalis,
Tubulifera
Trametes versicolor, Bjerkandera adusta e.a. (Van Trichiales
Audenhove 2004). Populier is een zachte houtsoort.
Arcyriaceae
Arcyria Metatrichia
Dood hout kan veel water opnemen vooral wanneer Trichiaceae
liggende stammen in contact zijn met de bodem.
Trichia Hemitrichia
Dit beïnvloedt positief de ontwikkelingsmogelijkPhysarales
heden van slijmzwammen.
Didymiaceae
Diderma Didymium
3. Waarnemingen van myxomyceten op populier
Physaraceae
Fuligo Physarum
In totaal werden 238 waarnemingen van slijm-
Badhamia
zwammen verricht, op 3 uitzonderingen na eigen Stemonitales
vondsten die gedaan werden tussen januari 2003 en
Stemonitidaceae
Stemonitis Stemonitopsis
december 2007, de meeste in C0.56.42. Bij twijfel-
Symphytocarpus
achtige determinaties werd beroep gedaan op Em.
2008/3
Sporen
8
Tabel 2: Aantal waarnemingen per soort van myxomyceten op Populier in het Calmeynbos (januari 2003 - december 2007)
Genus
Soortnaam
Ceratiomyxa
fruticulosa
Cribraria
cancellata
Exsiccaten (GENT)
N
Nederlandse naam
18
Gewoon ijsvingertje
2
Knikkend lantaarntje
JL 07.30
argillacea
2
Zandkleurig lantaarntje
JL 04.25
aurantiaca
1
Goudgeel lantaarntje
JL 04.33
Dictydiaethalium
plumbeum
1
Loodkleurig netplaatje
JL 06.24
Lycogala
epidendrum
26
Gewone boomwrat
conicum
1
Dwergboomwrat
JL 07.40
Reticularia
lycoperdon
7
Zilveren boomkussen
Tubulifera
arachnoidea
6
Rossig buiskussen
JL 04.32 JL 04.23
Arcyria
cinerea
2
Asgrauw netwatje
JL 05.45
denudata
4
Karmijnrood netwatje
JL 05.48
incarnata
2
Grootmazig netwatje
JL 05.61
obvelata
2
Lang netwatje
oerstedtii
1
Stekelig netwatje
JL 05.77
floriformis
6
Donkerbruin kelkpluisje
JL 04.12
vesparia
1
Gebundeld kelkpluisje
JL 06.10
affinis
1
Bolvormig draadwatje
botrytis
3
Zwart draadwatje
JL 06.69 JL 04.29
Metatrichia
Trichia
Sporen
Variëteit
cancellata
JL 05.60
JL 06.08 JL 07.72
contorta
iowensis
1
contorta
contorta
1
Dikwandig draadwatje
decipiens
decipiens
3
Peervormig draadwatje
decipiens
olivacea
3
JL 05.08 JL 05.20
munda
1
Minidraadwatje
JL 05.53
persimilis
4
Goudgeel draadwatje
JL 05.50
scabra
30
Gezellig draadwatje
JL 04.13
varia
17
Fopdraadwatje
JL 05.26
2008/3
9
Hemitrichia
clavata
17
serpula
5
Doorschijnend langdraadwatje Netvormig langdraadwatje
JL 04.39 JL 04.44; JL 06.31 JL 06.63; JL 05.58
1 3
Witvoetig kalkschaaltje Robuust kalkschaaltje Variabel kristalkopje
septica
13
Heksenboter
rufa
5
Roestbruin kalkkussen
candida
3
Wit kalkkussen
JL 05.28
luteonitens
1
Populierkalkkussen
JL 07.79
compressum
6
Samengedrukt kalkkopje
JL 04.43
diderma
1
Tweelagig kalkkopje
JL 05.29
didermoides
4
Strokalkkopje
JL 05.72
3
Knikkend kalkkopje
JL 04.45
panicea
12
Roodvoetkalknetje
JL 04.22; JL 07.65
capsulifera
1
Hoekmazig kalknetje
Stemonitopsis
typhina
10
Zilveren schijnpluimpje
Stemonitis
fusca
5
Symphytocarpus
amaurochaetoides
1
Diderma
spumarioides
Didymium
umbilicatum squamulosum
Fuligo
Physarum
1 umbilicatum
album Badhamia
album
JL 05.78 JL 04.14 JL 04.10; JL 07.20 JL 04.31
JL 04.19
Gebundeld netpluimpje Netsporig pluimkussentje
JL 04.27 JL 05.62
Totaal
238
4. Toelichting bij sommige vondsten
Cribraria aurantiaca bleek een voorkeur te hebben voor afgezaagde holle stronken waar het groei-
Ceratiomyxa fruticulosa: de faneroplasmodia ont-
de tussen de spleten.
wikkelen zich soms diep in het rottend hout. Witte en gele vruchtlichamen kwamen soms samen voor.
Fuligo luteonitens werd gevonden in december
De ontwikkeling vond steeds plaats op liggende
2007. Het aethalium verkeerde in rijpe toestand en
stammen met witrot.
bevond zich aan de onderzijde van een omge-
2008/3
Sporen
10
waaide Canadapopulier. Bij het aanraken brak het
en de blaasvormige verdikkingen.
korstvormige peridium, waardoor de zwarte spo-
Trichia scabra is met 30 vondsten de meest in-
renmassa met zeer kleine witte kalkklompjes zicht-
gezamelde soort in dit genus. Soms werden hiervan
baar werd. Er werden ter plaatse een paar foto’s
grote kolonies waargenomen. Verschillende keren
genomen.
kwam de soort voor samen met Metatrichia vespa-
Hemitrichia serpula is een eerder zeldzame soort.
ria of Hemitrichia serpula.
Bommer en Rousseau (geciteerd in Rammeloo
Tubulifera arachnoidea werd telkens gevonden op
1978) vermelden een vondst uit het Ter Kameren-
dode stammen met bruinrot.
bos, maar daarvan is geen herbariummateriaal 5. Slot
meer terug te vinden (Rammeloo, l.c.). Onze collecties werden gedurende 3 opeenvolgende jaren
Het vele doodliggende hout van omgewaaide
(2004-2006) telkens verzameld op hetzelfde sub-
populieren die in het Calmeynbos op natuurlijke
straat. Het betrof een dode liggende stam van Po-
wijze mogen verteren, vormt een goed substraat
pulus ×canadensis in een deelgebied van het
voor de ontwikkeling van talrijke soorten slijm-
Calmeynbos genaamd Argo-zone. De stam ligt in
zwammen. Vooral de stammen en dikke takken die
een laaggelegen deel dat tijdens de zomer onder
een rechtstreeks contact hebben met de bodem en
een dicht bladerdek weinig zonlicht krijgt. De
in schaduwrijke delen van het bos liggen, vormen
vondsten werden telkens gedaan op de bovenzijde
een substraat waar regelmatig op kan geoogst wor-
van de stam in holtes die bedekt waren met afge-
den. Ook het strooisel op humeus zand blijkt regel-
vallen bladeren. H. serpula werd gevonden in ver-
matig soorten van de Physarales te bevatten.
schillende jaargetijden. De eerste vondst was in no-
Literatuur:
vember, de tweede in februari, de derde en de Buyck B. (1982) The genus Diderma Persoon
vierde in augustus en de laatste in december. Blijk-
(Myxomycetes) in Belgium. Bull. Nat. Plan-
baar is de soort niet gebonden aan een jaargetijde.
tentuin Belg. 52: 165-209.
In 2007 niet meer gevonden in het gebied.
Buyck B. (1988) The Diderma spumarioidesLycogala conicum werd slechts 1 maal verzameld.
globosum complex (Myxomycetes) Bull. Nat.
Waarschijnlijk komt de soort meer voor, maar is ze
Plantentuin Belg. 52: 165-209.
door de geringe grootte minder zichtbaar. Onze
Ing B.(1999) The myxomycetes of Britain and
vondst kwam voor aan de onderzijde van een
Ireland. An identification handbook. The Rich-
rottende ontschorste liggende stam van Populus
mond Publishing Co. Ltd.
×canadensis gelegen in een vochtig deel van het
Lado C. & Pando F. ( 1997) Flora Mycologica
bos.
Iberica Vol. 2 Real Jardin Botanico, Madrid Martin G.W. & Alexopoulos C.J. (1960) The
Trichia contorta: Eén van de waarnemingen werd gedetermineerd als var. iowensis omwille van de
Myxomycetes. Univ. of Iowa Press, Iowa City Mitchel D.W. (1980) A key to the corticolous
korte punt op de elateren, de stekels op de taenia
Sporen
2008/3
11
van België. Verhand. Kon. Acad. Wetensch. Schone Kunsten Belg. 146: 1-166. Stephenson S.L. & Stempen H. (1994) Myxo-
myxomycetes. Reprinted from the bulletin of the British Mycological Society. Neubert H., Nowotny W. & Karlheinz B. (1993)
mycetes. A handbook of Slime Moulds. Tim-
Die Myxomyceten Deutschlands und des
ber Press Portland (Oregon)
angrenzendes Alpenraumes unter besonderer
Van Audenhove M. (2004) Diversiteit en ecologie
Berücksichtigung Österreichs. Band 1-3.
van macrofungi op groot dood populierenhout
Nannenga-Bremekamp N.E. (1974) De Nederlandse myxomyceten. K.N.N.V. Rammeloo J. (1978) Systematische studie van de Trichiales en de Stemonitales (Myxomycetes)
in Vlaanderen. Licentiaatsscriptie Universiteit Gent, Vakgroep Biologie.
De Elzenvlag (Taphrina amentorum) te Diest Robert De Ceuster, Kloosterbergstraat 34, 3290 Diest
Nadat ik het artikel van Georges Buelens in de
enkele pas gezaagde boomstammetjes. Daarvan
“Heksenkring” van 2002 nr. 4 had gelezen, ben ik
heb ik er twee tot bij de els gesleurd, zodat ik 40
op en rond de Halve Maan in Diest op zoek gegaan
cm hoger stond. Ik stond wel een beetje wankel.
naar de Elzenvlag. Ik heb dit gedurende enkele
Het waaide ook nog hevig, maar toch kon ik ver-
jaren slechts gedaan tijdens het paddenstoelen-
schillende foto’s van een aanvaardbare kwaliteit
seizoen: september-oktober. Blijkbaar was dat een
maken. Daarvan is foto 1 een mooi voorbeeld.
grote fout. In de traditionele paddenstoelenboeken
Nu was mijn interesse nog groter geworden en bij
wordt de Elzenvlag niet beschreven, maar op het
een volgende wandeling op de Halve Maan (15
internet wordt aangegeven dat de Elzenvlag ver-
juli) vond ik op de 2e en 3e Zwarte els (er staan
schijnt in voorjaar-zomer. Ik viste dus achter ’t net.
maar 4 elzenboompjes), opnieuw de Elzenvlag. Op boom nr. 2 zelfs een groot aantal (20-30).
Dit jaar (2008!) ben ik er, eerder toevallig, vroeger
En het verhaal gaat verder. Tijdens een Zwam-
op gaan letten. En wonder boven wonder vond ik
teamwandeling op 24 juli (voor de Atlas van
reeds de eerste keer, op 13 juli, één exemplaar op
Vlaams-Brabant) vond ik in Boutersem-Vertrijk
een Zwarte els (Alnus glutinosa). Uiteraard was ik
meerdere tientallen exemplaren van deze zwam (of
zeer opgetogen en wilde deze vondst op de gevoe-
moet ik gal zeggen?). Op zondag 27 juli waren er
lige plaat vastleggen. De Elzenvlag hing echter net
ook enkele te zien in het Webbekoms broek. Dins-
iets te hoog voor mij. Gelukkig lagen er dichtbij
dag 29 juli was het weer raak: op enkele elzen
2008/3
Sporen
12
zwam toch niet zo zeldzaam en moeten we gewoon meer naar boven kijken. In het hierna volgende deel, neem ik een stukje van een eerder geschreven tekst over van Georges Buelens. Beschrijving De zwam ontwikkelt zich op de vrouwelijke katjes van de Els, waardoor er een woekering ontstaat. Een propschub groeit daarbij uit tot een ver uitstekend tongvormig schubje, ook wel vlag genoemd. Soms blijkt dit aangetaste schubje gespleten te zijn maar meestal is het gekruld of gedraaid. Aanvankelijk is de kleur bleekgroen, later rood en tenslotte grijs en zwart. De afmetingen variëren van 1,5 tot wel 3-4 cm lang en 0,5 tot 1-2 cm breed en zowat 0,1 tot 0,5 cm dik. Waarnemingen zijn, volgens de meeste auteurs, mogelijk vanaf juni tot oktober (?). Foto 1. Elzenvlag (foto: Robert De Ceuster)
Dennis geeft als naam voor deze zwam: Taphrina
langs een drukke steenweg in Loksbergen - Halen
amentorum. De Nederlandse naam Elzenvlag heeft
stonden weer meerdere exemplaren. Op deze wijze
vermoedelijk betrekking op de propschub, die ver
heb ik op 14 dagen tijd op 4 verschillende plaatsen
uitsteekt en de wisselende vorm heeft van een wap-
Taphrina amentorum gevonden. Misschien is deze
perende vlag.
Sporen
2008/3
13
In het grote Gallenboek van W.M. Docters van
Verspreiding in Vlaanderen
Leeuwen staat slechts één gal op de propjes van Els
Zie kaartje op blz. 12, met dank aan Funbel en
vermeld en dat is Taphrina alni. De afbeelding laat
Natuurpunt. De vindplaatsen zijn duidelijk gecon-
er geen twijfel over bestaan dat het wel degelijk om
centreerd in Vlaams-Brabant.
dezelfde aantasting gaat. Schimmel
Gal
Plant
Taphrina amentorum
Elzenvlag
Zwarte en Witte els
Taphrina betularum
Berkenheksenbezem
Berk
Taphrina pruni
Narrentasje
Kers, Pruim,Vogelkers, Sleedoorn
Taphrina Johansonii
Peppelvlag
Ratelpopulier
Taphrina deformans
Krulziekte
Perzik, Populier, Witte abeel, Pruim
Taphrina populina
Zw. en Italiaanse en Can. Populier
Taphrina wiesmeri
Kers, Spar en Zwarte els
Taphrina bullata
Peer
Taphrina tosquinetii
Zwarte els
Taphrina padi
Vogelkersheksenbezem
Vogelkers
Taphrina sadebeckii
Elzenbladblaasje
Els sp.
Classificatie De Taphrinales behoren tot de Ascomyceten en
parasitaire schimmels op vasculaire planten. Daar-
omvatten slechts één familie, de Taphrinaceae, met
om geven we hierboven een lijstje van de best ge-
volgens de meeste auteurs ook één geslacht, nl.
kende gallen, veroorzaakt door een schimmel uit
Taphrina. De Taphrina-soorten betreffen alleen
het geslacht Taphrina.
Literatuur: Buelens, G. (2002) De Elzenvlag - De Heksenkring 21(4): blz. 63-65 Docters van Leeuwen, W.M. (1982) Gallenboek. Overzicht van door dieren en planten veroorzaakte Nederlandse gallen. Bibliotheek Koninklijke Natuurhistorische Vereniging, nr. 29; B.V. W.J. Thieme en cie, Zutphen.
2008/3
Sporen
14
Kleine rode wasplaten Luc Lenaerts, Fonteinstraat 8, 3560 Lummen
Dit artikeltje is een samenvatting van wat ik op de Vlaamse Mycologendag van 29 maart 2008 vertelde. In deze bespreking bedoel ik met “kleine rode wasplaten” deze met een hoeddiameter van maximum 3-4 cm. Wasplaten hebben (meestal) dikke wasachtige plaatjes, witte sporen en basidiën die 5,5 maal langer zijn dan breed. De basidiën zien er onder de microscoop dus erg lang uit in vergelijking met hun breedte. De meeste wasplaten hebben prachtige rode, gele, oranje, lila (maar ook soms zwarte, grijze, bruine of witte) kleuren en zijn als geslacht meestal gemakkelijk te herkennen.
Wanneer we tijdens de gewone (zomer- en) herfst-
gemakkelijk onderscheiden worden. Alle drie de
wandelingen in een bos en aan bosranden kleine
soorten hebben breed aangehechte tot (iets) aflo-
rode wasplaten vinden zal het bijna steeds gaan
pende plaatjes. De hoedschubjes van het Veenmos-
over het Gewoon vuurzwammetje (Hygrocybe
vuurzwammetje zijn in typische gevallen donker-
miniata). Een controle van de hoed met de loep
bruinzwart. De schubben van de Trechterwasplaat
toont ons een droge (niet klevende, niet slijmerige)
zijn kleurloos. Er bestaan echter overgangen tussen
wrattige hoed. Onder de microscoop zien we een
de Trechterwasplaat en het Veenmosvuurzwamme-
hoedhuid waarbij hyfen met toefjes naar buiten
tje. Er zijn nog enkele andere soorten binnen deze
treden en op die manier wratjes vormen. Bij regen-
groep, die we hier niet verder bespreken.
val kan de hoed van deze vuurzwammetjes echter
Vinden we kleine rode wasplaten in schrale gras-
glad lijken, zodat er onzekerheid blijft. Als de
landen, dan wordt de zaak ingewikkelder. Als we
paddenstoelen wat opdrogen, komt de wrattige
een droge, wrattige hoedhuid vinden, komen we
hoedhuid weer te voorschijn. Zekerheid is er
natuurlijk opnieuw terecht bij de vuurzwammetjes.
natuurlijk, wanneer we een coupe van de hoed
Het kan opnieuw gaan over het Gewoon vuur-
maken en deze met kleine vergroting bekijken
zwammetje (Hygrocybe miniata), maar in dit geval
onder de microscoop. Ook de speciale ingesnoerde
ook over het Kalkvuurzwammetje (Hygrocybe cal-
sporen van deze soort zijn erg typisch.
ciphila), dat we in enkele schrale graslanden in
Vinden we kleine rode wasplaten in zeer vochtige
Voeren aantreffen, op plaatsen waar kalk aanwezig
terreinen, zoals zure voedselarme tot iets meer
is in de bodem. De ‘opgeblazen’ sporen van deze
voedselrijke vennen, dan moeten we nog aan an-
laatste soort zijn totaal verschillend van deze van
dere soorten vuurzwammetjes denken, zoals de
het Gewoon vuurzwammetje. Beide soorten zijn
Trechterwasplaat (Hygrocybe cantharellus) of het
dan ook gemakkelijk microscopisch van elkaar te
Veenmosvuurzwammetje (Hygrocybe coccineocre-
onderscheiden. Macroscopisch is het onderscheid
nata). Het Gewoon vuurzwammetje kan alleen al
onmogelijk te maken.
op grond van de sporen van beide andere soorten
Vinden we in schrale graslanden kleine rode
Sporen
2008/3
15
wasplaatjes met kleverige tot slijmerige hoed, dan
andere rode wasplaten. Men moet eraan denken dat
moet er rekening gehouden worden met een aantal
het deze soort kan zijn, proeven en eventueel als
andere soorten. Ik wil die soorten bespreken die ik
controle de zeer bijzondere ingesnoerde sporen be-
af en toe op schrale graslanden in Haspengouw, in
kijken onder de microscoop. Vinden we erg kleine
de Limburgse Maasvallei en in Voeren vind. Al
rode wasplaatjes met slijmerige hoed en slijmerige
deze soorten hebben een gladde hoed, die kleverig
steel, dan zal het waarschijnlijk gaan om de Kabou-
tot slijmerig is. Bij droog weer is dat kenmerk niet
terwasplaat (Hygrocybe insipida). Deze soort heeft
altijd duidelijk. Bij bevochtigen keren de kenmer-
sporen die kleiner en smaller zijn dan die van de
ken meestal terug. Alleszins vertonen zij geen wrat-
andere gelijkende soorten. Een aantal sporen zijn
tige hoedhuid, want dan komen we weer in hoger
licht ingesnoerd. De macroscopische kenmerken
genoemde groep terecht. De plaatjes van al deze
zijn echter niet altijd mooi aanwezig. Wanneer gele
kleine rode wasplaten met een gladde hoed, zijn
kleuren aanwezig zijn, is zeer gemakkelijk verwar-
aangehecht tot iets aflopend. Als we een coupe
ring mogelijk met de Elfenwasplaat (Hygrocybe
maken van een plaatje, zien we onder de micro-
ceracea), een soort die een droge steel heeft en een
scoop bijna steeds subregulaire tramahyfen, korter
hoger percentage licht ingesnoerde sporen. Het is
dan 200 µm, die wat opgeblazen uiteinden lijken te
vaak niet evident beide soorten te scheiden zonder
hebben (voor enkele soorten met tramahyfen 200-
grondig microscopisch (en macroscopisch) onder-
1000 µm lang, zie verder).
zoek.
Waarop moeten we nu letten bij de determinatie
Vallen de rode wasplaten in schrale graslanden op
van deze kleine rode wasplaten met een gladde
door hun prachtige scharlaken kleuren, een kleve-
hoed, gevonden in schrale graslanden? Feitelijk kan
rige hoed, een droge steel, groeien ze bovendien in
de vraag algemener gesteld worden: waarop moeten
(grote) groepen samen, dan kan het zijn dat we de
we op het terrein letten bij wasplaten? Op het ter-
schitterende, (in onze contreien) bijzonder zeld-
rein proberen we (naast het goed bekijken van de
zame, Scharlaken wasplaat (Hygrocybe coccinea)
kleuren) alleszins na te gaan of de hoed droog (en
gevonden hebben. De hoed kan breder worden dan
wrattig), kleverig of slijmerig is; of de steel droog,
4 cm, maar de breed aangehechte tot iets aflopende
kleverig of slijmerig is; of de plaatjes opstijgend
plaatjes sluiten de andere grote rode wasplaten uit.
(smal aangehecht), breed aangehecht of (zelfs) aflo-
Deze hebben opstijgende, smal aangehechte plaat-
pend zijn; of er zwartverkleuring te zien is in hoed,
jes. De sporen van de Scharlaken wasplaat zijn te
plaatjes of steel. Verder zeg ik nog iets over de
lang en te breed voor de Kabouterwasplaat (Hygro-
geur. Er is ook nog de smaak. Er is één kleine rode
cybe insipida), vertonen geen insnoeringen en de
wasplaat die bitter smaakt: de Bittere wasplaat (Hy-
steel is droog. De Scharlaken wasplaat is massaal
grocybe mucronella). De hoed vertoont vaak schar-
aanwezig in het grasland van Moelingen (Voeren)
laken tinten met geel, is slijmerig, maar droogt snel.
en ook (minder massaal) in enkele andere Limburg-
Deze soort kan verward worden met verschillende
se schrale graslanden: Ketten (Voeren), Zammelen
2008/3
Sporen
16
(Kortessem) en Leut (Maasmechelen). Ik moet de
wordende wasplaat (Hygrocybe conica), die echter
zaak ingewikkelder maken, omdat er enkele soorten
na enige tijd zwart verkleurt, en oranjerode exem-
dicht bij de Scharlaken wasplaat (Hygrocybe cocci-
plaren van de Kleverige wasplaat (Hygrocybe gluti-
nea) staan en hiervan niet altijd gemakkelijk te on-
nipes), waarbij zonder microscopie verwarring met
derscheiden zijn. Ik vermeld hier de Beemdwas-
de Kabouterwasplaat (Hygrocybe insipida) moge-
plaat (Hygrocybe marchii), die van de Scharlaken
lijk is. Ik wil binnen deze laatste groep besluiten
wasplaat verschilt door de aanwezigheid van een
met een ‘speciaal geval’, met een echt scharlaken
zeker percentage licht ingesnoerde sporen en door
hoed, Hygrocybe cystidiata Arnolds, gevonden in
oranje tinten (naast de scharlaken kleuren) in de
2006 in Moelingen (Voeren). Dezelfde soort werd
hoed. De hoed kan bijna volledig oranje verkleuren
ook gevonden in een schraal grasland in Houwaart,
(doet denken aan de kleur van een sinaasappel). In
in Vlaams-Brabant, hetzelfde jaar. Het betrof nogal
Moelingen (Voeren) vinden we af en toe typische
vezelige exemplaren, met een droge, gladde, schar-
exemplaren. Een andere, erg kleine soort die dicht
laken hoed en gele, droge, gladde steel. Sommige
bij de Scharlaken wasplaat staat, is de Karmozijn-
exemplaren hadden naast de scharlaken kleuren ook
wasplaat (Hygrocybe phaeococcinea), waarbij de
gele kleuren in de hoed. De hoed was glad, niet-
hoed donker karmozijn kleurt (de kleur doet mij
wrattig. De coupe van de plaatjes toonde eveneens
inderdaad denken aan die van Karmozijnbessen) en
regulaire, lange tramahyfen, veel langer dan 200
waarbij asgrauwe tinten in de hoed en (in onze
µm. We sleutelden via de sporen en de scharlaken
exemplaren ook) in de plaatjes te zien zijn. De soort
hoedkleur (na raadplegen van de originele beschrij-
wordt normaal uitgesleuteld bij de soorten met een
ving) uiteindelijk naar Hygrocybe cystidiata, een
droge hoedhuid. De exemplaren in Moelingen
‘soort’ die in het boek The Genus Hygrocybe van
(Voeren) in 2007 waren iets kleverig (maar werden
David Boertmann synoniem gesteld wordt met
gevonden na een dag hevige regen). Dicht bij de
Hygrocybe citrinovirens.
vorige soorten staat de Honingwasplaat (Hygrocybe reidii), met droge, oranjerode hoed en met een zoete (honing?)geur.
Literatuur: Arnolds, E. (1977) Notes on Hygrophoraceae-II,
Als de tramahyfen 200-1000 µm lang zijn, komen
Persoonia, 9 (Part 2): 239-256, Rijksherbarium,
we bijna steeds terecht bij de grote rode wasplaten
Leiden.
met opstijgende, smal aangehechte plaatjes. Ze zijn
Arnolds, E. (1986) Notes on Hygrophoraceae-VIII,
bijzonder zeldzaam en worden buiten het grasland
Persoonia, 13 (Part 2): 137-160, Rijksherbarium,
van Moelingen (Voeren) in Vlaanderen nauwelijks
Leiden.
gevonden.
Boertmann, D. (1996) The Genus Hygrocybe,
We moeten hier nauwelijks kleine rode soorten be-
Fungi of Northern Europe-Vol. 1, Quickly Tryk a/s,
spreken. Binnen deze groep met lange tramahyfen
Rodovre, Denmark.
kunnen slechts enkele ‘min of meer’ rode soorten
Candusso, M. (1997) Hygrophorus, Fungi Euro-
zitten, namelijk kleine exemplaren van de Zwart-
paei, Libreria Basso, Alassio.
Sporen
2008/3
17
Bijlage: Oriënterende sleutel voor kleine rode wasplaten (Microscopie is bijna steeds noodzakelijk.) 1. Droge, wrattige hoedhuid (te zien met loep) Gewoon vuurzwammetje (Hygrocybe miniata)
2. in bos en aan bosranden
2. in zeer vochtige terreinen, zoals zure voedselarme tot iets meer voedselrijke vennen, Gewoon vuurzwammetje (Hygrocybe miniata), [ of andere soorten vuurzwammetjes: Trechterwasplaat (Hygrocybe cantharellus) of Veenmosvuurzwammetje (Hygrocybe coccineocrenata) ] Gewoon vuurzwammetje (Hygrocybe miniata) of
2. in schrale graslanden
Kalkvuurzwammetje (Hygrocybe calciphila) (onderscheid door microscopie van de sporen) 1. Kleverige tot slijmerige hoed 3. plaatjes aangehecht tot aflopend, tramahyfen subregulair, korter dan 200 µm 4. bittere smaak
Bittere wasplaat (Hygrocybe mucronella)
4. geen bittere smaak
…………………………………………..……… 5
5. slijmerige hoed en slijmerige steel Kabouterwasplaat (Hygrocybe insipida) 5. slijmerige hoed en droge steel
………………………………………………….. 6
6. met gele tinten in de hoed
Elfenwasplaat (Hygrocybe ceracea)
6. met scharlaken tinten in de hoed
………………………………………...………... 7 Scharlaken wasplaat (Hygrocybe coccinea)
7. enkel scharlaken tinten in hoed en steel
Beemdwasplaat (Hygrocybe marchii)
7. naast scharlaken ook oranje tinten in hoed en steel
(microscopie sporen nodig!) 3. plaatjes opstijgend tot smal aangehecht, tramahyfen 200-1000 µm lang 8. zwart verkleurende soort: Zwartwordende wasplaat (Hygrocybe conica)
(kleine exemplaren van)
8. niet zwart verkleurende soort met slijmerige oranjerode hoed en steel: oranjerode exemplaren van
Kleverige wasplaat (Hygrocybe glutinipes)
(microscopie van tramahyfen en sporen nodig voor onderscheid met) Kabouterwasplaat (Hygrocybe insipida)
2008/3
Sporen
18
1. Droge, gladde hoed 9. plaatjes aangehecht tot aflopend, tramahyfen subregulair, korter dan 200 µm 10. (sombere) scharlaken tot karmozijn tinten in de hoed; tevens asgrauwe tinten in de hoed (en Karmozijnwasplaat (Hygrocybe phaeococcinea)
eventueel ook in de plaatjes) 10. enkel scharlaken tinten in de hoed
Scharlaken wasplaat (Hygrocybe coccinea)
(droog exemplaar van)
Honingwasplaat (Hygrocybe reidii)
10. oranjerode tinten in de hoed en zoete (honing?)geur
9. plaatjes opstijgend tot smal aangehecht, tramahyfen 200-1000 µm lang 11. zwart verkleurende soort (bij droog weer, kleine exemplaren van) Zwartwordende wasplaat (Hygrocybe conica) 11. niet zwart verkleurende soort met droge, scharlaken hoed; met gele tinten in hoed (en in de Hygrocybe cystidiata Arnolds (= Hygrocybe citrinovirens?)
gladde steel)
Halmverstikker met gast Raf Leysen, Beatrijslaan 86 B, 3110 Rotselaar
Enige tijd geleden las ik op de lokale listserver van
op. Bart was namelijk, na mijn antwoord, gaan sur-
de Hagelandse Werkgroep voor Natuurstudie een
fen op het internet, want hij had in dat zwammetje
vraag van Bart Creemers uit Linden bij Leuven.
een insect gevonden.
Bart vroeg of iemand de witte en gele streepjes op grashalmen herkende op de door hem bijgevoegde foto.
En wat bleek: een bepaalde groep van insecten, nl. vliegen van het geslacht Botanophila, leggen hun eitjes precies in die zwammetjes. De larven daarvan
Tijdens onze waarnemingen, die gebeuren in het
doen zich blijkbaar tegoed aan de schimmel! Nog
kader van de Zwammenatlas van Vlaams-Brabant,
verder volgens Bart Creemers zouden de vliegjes
komen we met ons Team-Leuven dit verschijnsel
ongewild betrokken zijn bij de voortplanting van
regelmatig tegen. Het gaat namelijk om de Halm-
deze schimmel.
verstikker (Epichloë typhina).
Op mijn beurt ben ik dan gaan surfen. En daarvan
Met een reply werd mijn antwoord naar Bart ver-
heb ik onthouden dat in de Verenigde Staten meer-
stuurd, maar enkele dagen later keek ik wel verrast
dere studies gedaan werden rond deze schimmel-
Sporen
2008/3
19
soort, de bijhorende insecten en de verminderde
Het blijft dus een open vraag of de Halmverstikker
grasproductie die hiervan het gevolg was. Of zoiets
zich uitsluitend verspreidt door sporen dan wel met
in Europa en in België ook gebeurd is, heb ik niet
extra hulp van die bewuste vliegensoort!
kunnen achterhalen. Wijzelf vonden die Halmverstikker quasi elke keer op Gladde witbol (Holcus mollis) die, als gevolg van de schimmelaantasting,
Reacties op deze bijdrage zijn welkom bij Raf
duidelijk een groeiachterstand vertoonde.
Leysen via:
[email protected]
Wasplaten doen het goed langs het kanaal Gent-Brugge te Knesselare Etienne Vanaelst1 & Ruben Walleyn2 1
Westvoordestraat 21B, 9910 Knesselaere 2
Predikherenstraat 37, 8750 Wingene
Natuurpunt vzw heeft sedert het eind van de jaren
zame planten hebben er terug hun stek gevonden.
‘80 diverse bermen van het kanaal Gent-Brugge in
Schrale en kortgrazige vegetaties zijn ook gunstig
beheer. Eén van deze reservaten situeert zich op de
voor paddenstoelen. Tot vóór 2007 werden hier vijf
rechteroever tussen de zwaaikom (grens met Aalter)
soorten wasplaten waargenomen: Zwartwordende
en de brug van Sint-Joris-Ten-Distel (deelgemeente
wasplaat (Hygrocybe conica), Sneeuwzwammetje
van Beernem). De stenige oeverversteviging niet te
(H. virginea), Kabouterwasplaat (H. insipida),
na gesproken bestaan zowel het jaagpad, het talud
Puntmutswasplaat (H. acuticonica) en Papegaai-
en de bovenberm uit grazige bermen, hier en daar
zwammetje (H. psittacina). Op 14 oktober vonden
verruigd tot verbost.
we er niet minder dan 5 andere soorten wasplaten
Op verscheidene plaatsen herbergen de bermen nog
bij: Gewoon vuurzwammetje (Hygrocybe miniata)
een soortenrijke flora, gunstig voor insecten. Karak-
en Elfenwasplaat (H. ceracea), die beide zuurdere
teristiek voor het kanaal zijn grote struwelen Gas-
bodems verkiezen, maar ook de zeldzamere soorten
peldoorn. Op een paar stukjes staan ook kalk- en
zoals Gewone weidewasplaat (H. pratensis), Grau-
warmteminnende planten. Op veel plaatsen treedt
we wasplaat (H. irrigata) en Geurende wasplaat (H.
echter een sterke verruiging op, vaak met verbra-
russocoriacea). Ook schraallandsoorten zoals Gele
ming en verbossing. In het reservaat wordt die
knotszwam (Clavulinopsis helvola), Sikkelkoraal-
teruggedreven door begrazing met schapen en
zwam (C. corniculata), Fraaie koraalzwam (C. lae-
geiten, aangevuld met manuele kappingen. Dat heeft
ticolor), Verblekende knotszwam (C. luteoalba),
al aardig wat resultaat opgeleverd: heel wat zeld-
Spitse knotszwam (Clavaria falcata), Ruige aard-
2008/3
Sporen
20
tong (Trichoglossum hirsutum) en Kleverige aard-
aan de inventaris toegevoegd. Ook het aantal soor-
tong (Geoglossum glutinosum) zijn van de partij.
ten knots- en koraalzwammen en aardtongen in de
Op zandige en mosrijke plekjes groeit hier ook
kanaalberm mag voor de regio hoog worden ge-
Honingkleurig trechtertje (Rickenella mellea). Je
noemd. Verheugend is dat zowel in Ursel als Knes-
zou als conservator (Etienne Vanaelst) al met min-
selare beide terreinen nog niet optimaal ontwikkeld
der tevreden zijn. In deze droge, zuidgeëxposeerde
zijn en dus nog naar soortenrijkere biotopen kunnen
bermen groeien waarschijnlijk alleen paddenstoelen
evolueren, indien het huidige beheer nog jarenlang
na periodes met zeer veel neerslag, zodat misschien
wordt volgehouden. Zo is in Ursel het aantal groei-
niet elk jaar alle soorten te zien zijn, maar het lijkt
plaatsen en de aantallen vruchtlichamen van Geu-
er toch op dat het beheer de mycoflora gunstig
rende wasplaat gedurende de laatste jaren al zicht-
beïnvloedt.
baar toegenomen.
Met 10 soorten wasplaten komt de soortenrijkdom
Qua soortensamenstelling verschillen deze was-
van dit reservaat in de buurt van de twee belangrijk-
plaatterreinen onderling niet veel (tabel 2, volgende
ste groeiplaatsen voor paddenstoelen van schrale
bladzijde). In de Gulke Putten komt wel een aantal
Tabel 1. Aantal soorten schraalgrasland-paddenstoelen in de Gulke Putten (GP), het militair domein Drongengoed (DG) en het kanaalreservaat te Knesselare (KA).
GP
DG
KA
Wasplaten (Hygrocybe spp.)
16
12
10
Staalsteeltjes (Entoloma subg. Leptonia spp.)
20
3
0
Barsthoeden (Dermoloma spp.)
0
1
0
Knots- en koraalzwammen (clavaroïde fungi)
7
6
4
Aardtongen (Geoglossum spp., Trichoglossum)
4
2
2
graslanden in de regio Brugge-Gent-Meetjesland
soorten voor die niet gebonden zijn aan wasplaat-
(tabel 1 boven): het natuurreservaat Gulke Putten te
graslanden maar aan heischrale en/of venige bioto-
Wingene (Walleyn 2006), waar 16 soorten voorko-
pen: Veenmosvuurzwammetje (H. coccineocrena-
men, en het militair domein Drongengoed te Ursel
ta), Trechterwasplaat (H. cantharellus), Slijmwas-
(Vanaelst 2006). In de bermen van het Urselse
plaat (H. laeta) en Verblekende wasplaat (H. vitelli-
vliegveld werd in 2007 de in Vlaanderen zeldzame
na). De zeer beperkte aanwezigheid van kalk in de
e
en sterk bedreigde Geelvoetwasplaat als 12 soort
Sporen
bodems en het nog jonge ontwikkelingsstadium van
2008/3
21
Tabel 2. Wasplaten in de Gulke Putten (GP), het militair domein Drongengoed (DG) en het kanaalreservaat te Knesselare (KA).
GP DG KA Hygrocybe acutoconica
Puntmutswasplaat
×
×
Hygrocybe cantharellus
Trechterwasplaat
×
Hygrocybe ceracea
Elfenwasplaat
Hygrocybe coccineocrenata
Veenmosvuurzwammetje
×
Hygrocybe conica
Zwartwordende wasplaat
×
Hygrocybe flavipes
Geelvoetwasplaat
Hygrocybe fornicata
Ridderwasplaat
×
×
Hygrocybe fuscescens
Gevlekt sneeuwzwammetje
×
×
Hygrocybe glutinipes
Kleverige wasplaat
Hygrocybe insipida
Kabouterwasplaat
×
×
×
Hygrocybe irrigata
Grauwe wasplaat
×
×
×
Hygrocybe laeta
Slijmwasplaat
×
Hygrocybe miniata
Vuurzwammetje
×
×
×
Hygrocybe mucronella
Bittere wasplaat
×
Hygrocybe pratensis
Weidewasplaat
×
×
×
Hygrocybe psittacina
Papegaaizwammetje
×
×
×
Hygrocybe russocoriacea
Geurende wasplaat
×
×
×
Hygrocybe virginea
Sneeuwzwammetje
×
×
×
Hygrocybe vitellina
Verblekende wasplaat
× 12
10
× ×
×
×
×
16 de kanaal- en vliegveldbermen verklaart waarom
landen met zeer hoge natuurwaarde (Arnolds
bij de wasplaten niet veel topsoorten aanwezig zijn.
1994):
Hierbij kunnen we ook melden dat in de hele regio
Grijsblauwe satijnzwam (E. griseocyaneum) en
slechts één wasplaat is gevonden die niet in één van
Bleek staalsteeltje (E. griseocyanulum). Deze gras-
deze drie terreinen voorkomt: Bruingestreepte was-
landen zijn ook ouder en kennen al vele decennia
plaat (Hygrocybe radiata) die we in 2007 ontdekten
een gunstig beheer. Staalsteeltjes zijn op zuurdere
in een begraasd heischraal grasland, ook al langs
lichte bodems misschien nog betere indicatoren
het kanaal Gent-Brugge (Miseriebocht). De Gulke
voor de natuurwaarde dan wasplaten. In hun nadeel
Putten onderscheiden zich qua diversiteit van de
speelt dat ze niet alleen lastig te determineren zijn,
andere terreinen door het zeer groot aantal soorten
maar ook veel onregelmatiger en gedurende een
staalsteeljes (Entoloma subgenus Leptonia spp.,
kortere periode verschijnen dan wasplaten. Het ene
Walleyn 2005), waaronder diverse zeer zeldzame
jaar zijn al veel soorten te zien begin juli, het ande-
soorten die bekend zijn als indicatoren voor gras-
re jaar pas in oktober; in sommige jaren zijn er veel
2008/3
Roodvoetstaalsteeltje
(Entoloma
exile),
Sporen
22
minder. Meestal komen de diverse soorten gelijk-
Een positieve trend is dat ondanks het gebrek aan
tijdig op en dan ben je er best snel bij vóór veel
elke wettelijke bescherming de belangstelling van-
regen of zon de determinaties van de tere vrucht-
wege terreinbeherende instanties voor “onze” kleur-
lichamen bemoeilijken. Staalsteeltjes vragen dus
rijke wasplaten in het algemeen is toegenomen. Het
meer inspanningen naar inventarisatie toe. Zowel in
opvolgen van de soortenrijkdom in deze terreinen
het Drongengoed als in het kanaalreservaat zijn
in samenspraak met de beheerder is een nuttige en
deze soorten nog niet voldoende bekeken, maar we
aangename uitdaging die we als mycologen zoveel
hopen dat ze zich ook gaan ontplooien in deze was-
mogelijk moeten ondersteunen.
plaatgraslanden in ontwikkeling .
Literatuur:
De laatste jaren zijn vooral in de Voerstreek en
Arnolds E. (1994) Paddestoelen en graslandbeheer. In: Kuyper T., red., Paddestoelen en Natuurbeheer, K.N.N.V. Meded. 212: 74-89. Lenaerts L. (2004) Atlas paddestoelen in Limburg. Verspreiding en ecologie/determinatiegids. Likona. Steeman R., Monnens J., Langendries R., Walleyn R., Buelens G. & De Pauw S. (2006) Paddenstoelen in de regio Leuven 1981-2004. Verspreiding en ecologie.Natuurpunt Studie. Vanaelst E. (2006) Paddenstoelenwerkgroep Meetjesland. Jaarboek VMV 11: 39-42. Walleyn R. (2006) Enkele interessante vondsten uit 2005. Jaarboek VMV 11: 46-50.
Brabant een aantal wasplaatgraslanden ontdekt (Lenaerts 2004, Steeman et al. 2006), met als uitschieter een kalkrijk grasland te “Moelingen” dat met meer dan 30 soorten wasplaten ook op WestEuropese schaal een topgebied is. Zeldzaamheidsklasse en status van heel wat soorten zijn aan herziening toe. Toch blijft het aantal sites met 10 of meer soorten wasplaten in Vlaanderen nog zeer beperkt! Op Vlaamse schaal wordt het kanaalreservaat voor het behoud van wasplaten daarom meteen belangrijk.
Prioritaire zwammen in Vlaams-Brabant Roosmarijn Steeman, Dennenlaan 13, 2500 Lier
Behalve in Vlaams-Brabant, lijken paddenstoelen
met als doel de kennis van de mycoflora te verbete-
in het vergeethoekje terecht te komen bij de selectie
ren en de interesse voor paddenstoelen aan te wak-
van “aandachtssoorten” in de Vlaamse provincies.
keren bij natuurliefhebbers en beheerders.
De inspanningen van het paddenstoelenproject, uitgevoerd door Natuurpunt Studie, blijken dus geen maat voor niets.
Sporen
de grootste rijkdom aan paddenstoelen. Niet enkel de uitgebreide aanwezige kennis en ervaring maar
Reeds sinds 2002 loopt dit project in de provincie
Vlaams-Brabant is niet voor niets de provincie met
ook de variatie aan bodem en biotopen, geschikt
2008/3
23
voor paddenstoelen, spelen hierbij een grote rol.
worden. Deze soorten verdienen eerder lokale aan-
Om tot een lijst van prioritaire aandachtssoorten te
dacht.
komen, werd aangevangen met een selectie van
De 29 overblijvende soorten kunnen opgedeeld
belangrijke biotopen voor de provincie. Vlaams-
worden volgens de drie functionele groepen en
Brabant staat bekend omwille van zijn kwelgebie-
volgens hun ecologische voorkeur. Zo werden in
den, kalkrijke leembodems, onbemeste hellinggras-
totaal 16 symbionten, 10 saprofyten en 3 parasieten
landen en schrale eiken- en beukendreven. Intuïtief
geselecteerd. Dat de voorkeur uitgaat naar sym-
selecteerden enkele kenners een aantal soorten
bionten is vrij logisch, aangezien deze groep mo-
waarvan nadien de effectieve verspreiding in
menteel de sterkste bedreiging ondervindt.
Vlaanderen en Vlaams-Brabant werd nagegaan.
Wat betreft de biotoopkeuze, zijn er vier symbion-
Wanneer er dan rekening wordt gehouden met de
ten exclusief te vinden bij beuk op zwaardere
relatieve verspreiding van deze soorten in Vlaams-
bodem; drie soorten kiezen voor eik, waarvan één
Symbionten (16) Cortinarius alcalinophilus Cortinarius calochrous (Fraaie gordijnzwam) Cortinarius croceocoeruleus (Paarse galgordijnzwam) Russula melzeri (Pluche russula) Amanita strobiliformis (Franjeamaniet) Boletus impolitus (Goudporieboleet) Xerocomus pelletieri (Goudplaatzwam) Phellodon niger (Blauwzwarte stekelzwam) Lactarius lilacinus (Lila melkzwam) Cortinarius infractus (Olijfkleurige gordijnzwam) Gyroporus castaneus (Kaneelboleet) Russula solaris (Zonnerussula) Lactarius evosmus (Vaaggegordelde melkzwam) Lactarius azonites (Bleke fluweelmelkzwam) Russula pseudointegra (Kleibosrussula) Cortinarius violaceus (Violette gordijnzwam)
Saprofyten (10) Geoglossum fallax (Fijngeschubde aardtong) Hygrocybe flavipes (Geelvoetwasplaat) Trichoglossum hirsutum (Ruige aardtong) Clavulinopsis corniculata (Sikkelkoraalzwam) Hygrocybe irrigata (Grauwe wasplaat) Hygrocybe psittacina (Papegaaizwammetje) Disciotis venosa (Grote aderbekerzwam) Geoglossum umbratile (Slanke aardtong) Sarcoscypha coccinea (Rode kelkzwam) Hygrocybe laeta (Slijmwasplaat)
Parasieten (3) Ganoderma pfeifferi (Waslakzwam) Dumontinia tuberosa (Anemonenbekerzwam) Inonotus hispidus (Ruige weerschijnzwam)
Brabant ten opzichte van de rest van Vlaanderen
soort meer op zandige en een andere meer op
(Bauwens-criterium: 33 %), blijven er nog 33 van
lemige bodem te vinden is. Verder zijn er nog zes
de 41 soorten die vooropgesteld werden over.
soorten die kunnen voorkomen bij meerdere loof-
Het is echter weinig interessant om een soort als prioritair voor de provincie te gaan stellen, wanneer deze soort slechts op een beperkt aantal plaatsen werd waargenomen. Hiermee rekening houdend, kunnen weinig voorkomende soorten geschrapt
2008/3
bomen (vooral bij eik, beuk, linde of populier) in schrale bermen, één soort kiest exclusief voor populier op kalkrijke bodem en een andere soort is typerend voor elzenbroek op kalkrijke bodem. Bij de saprofyten werden acht soorten geselecteerd
Sporen
24
die een goede indicator vormen voor schrale
uit door degradatie van deze bomen in natuurlijke
graslanden, waarvan één soort, de Slijmwasplaat,
(onbemeste en onbesproeide) omstandigheden.
ook in heideterreinen wordt gevonden. De overige
De Waslakzwam parasiteert op oude loofbomen
saprofyten zijn de Rode kelkzwam, een wintersoort
waarbij hij de boom nog een hele tijd in leven laat.
die gebonden is aan rottend dood hout in natte
Bomen op leeftijd zijn vaak enkel terug te vinden
gebieden en de Grote aderbekerzwam die ver-
in parken, ze zijn schaars of worden al te vaak
schijnt op kalkrijke leembodem.
omgehakt en verwijderd zodra ze door zwammen
De Anemonenbekerzwam is een parasiet op
aangetast worden.
wortelstokken van Bosanemoon en symboliseert zo
Literatuur:
de bescherming van locaties met uitbundige voor-
Bauwens D., Maes D., De Knijf G. & Anselin A.
jaarsflora.
(2001) Criteria voor het aanwijzen van prioritaire
De Ruige weerschijnzwam, een parasiet op zowel
soorten voor het natuurbeleid in de provincie Ant-
fruitbomen als es, iep en plataan, gaat sterk achter-
werpen. IN.A.2001.80
Tractaet van de campernoillien Willebrands M. & van ’t Hoog A. (2006) Traktaat van de kampernoeljes, genaamd duivelsbrood, door Franciscus van Sterbeeck (1668). - Zeven Provinciën Reeks XXV. Hilversum, uitg. Verloren. 104 p., ill. ISBN 90-6550-917-8. Prijs: € 13,-.
Het Tractaet van de campernoillien, ghenaemt duyvelsbrot is de eerste gedrukte publicatie van de Antwerpenaar Franciscus Van Sterbeeck (16301693), verschenen in 1668, zeven jaar voor zijn beroemde magnus opum Theatrum fungorum. Het Traktaat verscheen voor het eerst als een onderdeel van een Noord-Nederlands kookboek en besloeg 12 bladzijden in kwarto. Het behandelt de verschil-
Sporen
2008/3
25
lende soorten goede fungi, hun groeiplaatsen, de
regio’s pas in de 17e eeuw een impuls kreeg onder
natuur en kracht ervan, bewaar- en bereidingswij-
invloed van de Antwerpse handel in paddenstoe-
zen, en tot slot de medicijnen en remedies tegen
len, die werden ingevoerd door en voor Italiaanse,
giftige paddenstoelen.
Spaanse en Portugese kooplieden. Een ander hoofdstuk geeft uitleg over de namen van fungi en
Dit boekje, geschreven door de in oude kookkunst
planten die in het traktaat worden gebruikt. Nog
geïnteresseerde Nederlandse historica Marleen
een hoofdstuk gaat dieper in op de voor die tijd
Willebrands (www.kookhistorie.nl) en de bioloog
gebruikelijk summiere paddenstoelenrecepten die
Arno van ’t Hoog, bevat zowel de originele tekst
Van Sterbeeck - zelf zonder kookervaring – geeft.
van het Traktaat – in een modern lettertype – als
Ook hier met plaatsing in de historische context, de
een vlot leesbare hertaling. De wetenschappelijk-
nodige bronvermeldingen en vergelijkingen met
historische en maatschappelijke context van dit
huidige recepten.
werkje aan het eind van de 17e eeuw worden helder belicht, ondermeer de grotendeels mycofobe opvat-
Door zijn heldere presentatie is het boekje beslist
tingen van tijdgenoten-medici en -herboristen uit
een aanrader voor al wie geïnteresseerd is in de
Nederland en Engeland waartegen Van Sterbeeck
historiek van de mycologie in de Nederlanden.
duidelijk een tegengewicht wilde vormen. Blijkt Ruben Walleyn
dat de consumptie van wilde paddenstoelen in onze
Het eeuwfeest van de Nederlandse Mycologische Vereniging In Nederland komen ongeveer 4000 soorten paddenstoelen voor. Al honderd jaar geleden werd er een vereniging opgericht (de Nederlandse Mycologische Vereniging, NMV) waarvan de leden zich bezig houden met de bestudering van
om 13.00 uur en duren ongeveer twee uur.
paddenstoelen. Deze vereniging telt momenteel
In het weekend van 18 en 19 oktober 2008 is er
700 leden en ontplooit veel activiteiten. We willen
een groot paddenstoelenevenement onder het
ons jubileum niet ongemerkt voorbij laten gaan en
motto ‘Eens in de honderd jaar…’ op Landgoed
daarom organiseren we de volgende activiteiten.
Hoekelum te Ede (Gelderland). Centraal staat
Op zaterdag 4 oktober 2008 zijn er in het hele
een grote paddenstoelententoonstelling waar vele
land excursies onder leiding van deskundige
soorten paddenstoelen te bewonderen zullen zijn.
mycologen. Iedereen die belangstelling heeft voor
Gedurende de hele dag zijn er korte lezingen over
paddenstoelen kan hieraan deelnemen. Ook kin-
diverse onderwerpen zoals vormenrijkdom, functie
deren zijn van harte welkom. De excursies starten
van paddenstoelen, beheer (ook van uw tuin) en
2008/3
Sporen
26
gebruik door de mens. Ook is er een lezing voor
wilde weten!
kinderen. Tevens zijn er korte excursies, ook voor
De openingstijden zijn van 10.00 tot 17.00 u., ook
beginners. Verder zijn er filmpjes, posters en
bij slecht weer. De toegang is € 2,50 per persoon,
demonstraties over vele onderwerpen. Kunstenaars
jongeren tot 12 jaar gratis. Het terrein ligt 15 min.
zullen werk tonen dat geïnspireerd is op padden-
lopen van het NS Station Ede/Wageningen. Er is
stoelen. Voor kinderen is er een apart programma.
ook parkeergelegenheid (kosten € 3,50).
Ook komt er een echte plantendokter, dus neem gerust uw zieke planten mee en vraag het de Op internet vindt u alle bijzonderheden en excur-
dokter. Natuurorganisaties en wetenschappelijke
sielocaties via de link:
instituten die opereren op het gebied van padden-
http://www.mycologen.nl/jubileum/index.htm
stoelen, zullen aanwezig zijn. Kortom, hier kunt u alles vinden wat u altijd al over paddenstoelen
Mirjam Veerkamp
Nieuwtjes uit de recente tijdschriften (08.3) Karel Van de Put
Bolletino del Gruppo micologico G. Bresadola, 48, 1, 2005 In een eerste bijdrage tot de Centraal-Europese fungi bespreekt E. Musumuci achtereenvolgens, telkens met kleuren- en microfoto, Camarophyllopsis atropunctata, Leucopaxillus alboalutaceus, Panellus patellaris, Melanotus horizontalis, Simocybe haustellari, Crepidotus ehrendorferi, C. autochtonus en Typhula incarnata. C. Ostellari bespreekt een vondst van Russula consobrina, met kleurenfoto en microtekening. De zeldzame Gyromitra parma wordt met kleurenfoto en kleurplaat met microtekeningen besproken door A. Riva. In een 2e bijdrage over het genus Lactarius door A. Pierotti komt L. hepaticus aan bod, met microtekening. Aan de hand van enkele nieuwe vondsten uit Sardinië maakt M. Contu een herbeschrijving en een neotype voor Marasmiellus brevisporus, met kleurenfoto en microtekening. Bolletino del Gruppo micologico G. Bresadola, 48, 2, 2005 In een 23e bijdrage tot de macromyceten van EmiliaRomagna bespreekt G. Consiglio in een 3e deel de familie der Coprinaceae, telkens met kleurenfoto Coprinus leiocephalus, C. schroeteri, C. saccharinus, C. candidus, C. cothurnatus, Psathyrella pseudogracilis, P. ammophila, P. multipedata, P. cotonea en P. leucotephra. A. Novella et al. bespreekt de weinig gekende Russula pseudoromellii, met kleurenfoto en microtekening, ook van R. romellii. Nieuwe gevallen van acromelagie,
Sporen
veroorzaakt door Clitocybe amoenolens worden besproken door V. Marinetti en Giuseppe Recchia, met kleurenfoto. N. Sitta bespreekt vondsten van Tricholoma roseoacerbum en T. acerbum, met kleurenfoto’s van beide soorten. De weinig gesignaleerde Entoloma clypeatum f. pallidogriseum wordt becommentarieerd door E. Battistin, met kleurenfoto. Tenslotte wordt Mycena rapiolens voorgesteld door A. Vizzini, met kleurenfoto, microtekening en een vergelijking van deze soort met M. flavescens, M. filopes, M. metata, M. mirata en M. hudsoniana in tabelvorm. Bulletin de la Société Mycologique de France T.123, f1, 2007 Lactarius teneropus, 50 jaar geleden beschreven, wordt uitvoerig besproken door P-A. Moreau en R. Courtecuisse, met kleurenfoto en microtekeningen. L. Michelin vergelijkt Russula conviviales met R. rhodoleuca en verwanten, met kleurenfoto, microtekening en een vergelijkende tabel van R. rhodomelanea met R. emeticella en R. paraemetica. Sarcodon underwoodii is nieuw voor de Franse mycoflora en wordt voorgesteld door B. Dollé et al. met kleurenfoto, ook van S. squamosus en S. imbricatus, microtekening en sleutel en vergelijkende tabel met de mogelijk ermee te verwarren soorten. G. Lannoy en A. Estadès valideren de naam Leccinum cyaneobasileucum var. brunneogriseolum, met kleurenfoto van deze variëteit en van het type var. cyaneobasileucum. M. Pierini en B. Rivoire bespreken de kenmerken van het genus Trametes en verwante genera, met een sleutel tot deze genera en met kleurenfoto van Davidia (Trametes)
2008/3
27
cervinus. Het genus Phlebiopsis, met P. gigantea en P. ravenellii wordt met kleurenfoto’s en microtekeningen voorgesteld door P. Bacigalupi en G. Fievet.
resectipes sp. nov. voor, een arctisch-alpiene soort, met beschrijving en twee kleurenfoto’s. Tricholosporum tetragonosporum werd in de streek van de Ardèche gevonden en wordt besproken door P. Boisselet en P-A. Moreau, met kleurenfoto’s en microtekening. Zes interessante vondsten uit 2007 worden besproken door L. Deparis, tekens met kleurenfoto: Cordyceps gracilis, Russula insignis, Podophacidium xanthomelum, Xerocomus parasiticus, Albatrellus pes-caprae en Rhodocybe stangliana. Tuber puberulum werd in het departement van de Isère gevonden en wordt door A. Bidaud en N. Van Vooren becommentarieerd, met macro- en microfoto.
Miscellanea Mycologica, 91, 2008 Deze aflevering wordt helemaal ingenomen door een artikel van J.J. Wuilbaut over mycologische iconografie door de tijd, met afbeeldingen van oude prenten en pagina’s uit oude werken. Cahiers mycologiques Nantais, 20, 2008 R. Chéreau bespreekt een vondst van Lycoperdon umbrinoides, met een onduidelijke microfoto en een kleurenfoto. Een eigenaardige ascomyceet uit de Sarcoscyphaceae werd voorlopig als Kompsoscypha cf. chudei bepaald door P. Ribollet, met summiere microtekening en kleurenfoto. J. Guinberteau meldt een nieuwe vindplaats van Myriostoma coliforme in de streek van de Gironde, met wat uitleg over vorige vondsten, geografische verspreiding in Frankrijk en een kleurenfoto. Verder worden nog interessante vondsten uit 2007 vermeld met kleurenfoto’s van Amanita ochraceomaculata, Rhodocybe obscura, Tricholomopsis decora, Omphalotus illudens, Cantharellus subpruinatus, Discinella boudieri, Catinella olivacea en Scabropeziza scabrosa. (kleurenfoto’s op de middelste pagina’s).
Persoonia, 20, 2008 D. Beugelsdijk et al. deden een phylogenetische studie van Boletus sectie Boletus en komen tot het besluit dat er slechts vier groepen te onderscheiden zijn, namelijk B. edulis, B. pinophilus, B. aureus en B. reticulatus. De overige artikels gaan over Deuteromyceten en exotische Pyrenomyceten. Het tijdschrift gaat zich in de toekomst vooral focussen op artikels over moleculaire systematiek en evolutie van de fungi. Schweizerische Zeitschrift für Pilzkunde, 3, 2008 Als paddenstoel van de maand wordt Boletus luteocupreus voorgesteld, met kleurenfoto’s. C. Boujon en I. Favre bespreken Cortinarius moenne-loccozii, C. privignorum, C. adustorimosus en C. variecolor var. pseudovariecolor, alle met kleurenfoto. Bij het artikel van E. Streit over een bezoek aan Griekenland vinden wij kleurenfoto’s van Suillus bellinii, Stropharia aeruginosa, Agrocybe cylindracea en Boletus aereus. H. Clemençon brengt microscopische beelden van de structuur van Pseudohydnum gelatinosum. Het tragische einde van J. Schaeffer door een Paxillus involutus intoxicatie wordt in herinnering gebracht door R. Flammer.
Pagine di Micologia, 2008, 29 Een speciaal nummer met artikels van F. Doveri gewijd aan de genera Chaetomium en Podospora. In het eerste brengt hij een oppuntstelling van het genus Chaetomium, met beschrijving van enkele nieuwe soorten voor Italië, een op punt gestelde sleutel van de Italiaanse coprofiele soorten ; een oppuntstelling van de sleutel van von Arx uit 1986 (beide ook met Engelse vertaling) en kleurenfoto’s van C. carinthiacum, C. gangligerum, C. homopilatum, C. spinosum, C. subaffine, C. variostiolatum, C. bostrichodes, C. crispatum, C. cuniculorum, C. elatum, C. funicola, C. fusisporum, C. globosum, C. medusarum, C. mollicellum, C. robustum, C. semen-citrulli en C. trigonosporum. In zijn tweede artikel bespreekt hij de bibliografie van de genera Podospora en Schizothecium, een sleutel tot de soorten, een beschrijving van de voor Italië nieuw gevonden soort Podospora dasypogon en met kleurenfoto’s van P. alexandri, S. aloides, P. anserina, P. araneosa, P. australis, P. austrohaemisphaerica, P. bifida, P. communis, S. conicum, P. curvicolla, S. curvuloides, S. dakotense, P. dasypogon, P. decipiens, P. excentrica, P. fimiseda, P. gigantea, P. globosa, P. glutinans, P. granulostriata, S. inaequale, P. intestinacea, P. longicaudata, S. miniglutinans, P. myriaspora, S. pilosum, P. pleiospora, P. pyriformis, P. setosa, S. simile, S. tetrasporum, S. vesticola en S. vratislaviense.
Mycolux, 2, 2008-07-15 J-M. Pirlot bespreekt vondsten van Amylostereum chailletii, Cylindrobasidium evolvens, Dacrymyces capitatus, Neolentinus lepideus, Godronia ribis en Sistotrema sernanderi, met microtekeningen en enkele kleurenfoto’s. In verband met een voorheen gepubliceerde foto van Tremella mesenterica, herroept dezelfde auteur deze bepaling daar het om T. aurantiaca gaat; hij brengt een vertaling van een eerder artikel van Ruben Walleyn over deze dubbelganger. Cryptogamie, Mycologie, Algologie, Bryologie, 29, 2, 2008 B. Duhem en H. Michel beschrijven Corticium endoxylum sp. nov., met microtekeningen, micro- en macrofoto. I. Olariaga et al. kiezen een lectotype van Typhula graminum en beschrijven T. berthieri sp. nov. Een lijst van in Frankrijk gevonden coprofiele fungi werd opgesteld door M. Richardson. Quintaria microsporon sp.
Bulletin Mycologique et Botanique DauphinéSavoie, 48, 189, 2008 J-L. Cheype en G. Eyssartier stellen Cortinarius sub-
2008/3
Sporen
28
nov. is een ascomyceet die op ondergedompeld hout in stromend water groeit en beschreven wordt door Y. Zhang et al, met zwartwit microfoto’s en een sleuteltje tot Quintaria-soorten. De overige artikels gaan over tropische russula’s en melkzwammen en over alpiene lichenen.
gangers, met vergelijkingstabel en enkele kleurenfoto’s. R. Chrispijn doet een interview met Frits Benjaminsen, met kleurenfoto’s van Cantharellus cibarius, Coprinus atramentarius, Tricholoma imbricatum, T. sulphureum en Sarcodon joeides. Ook de verslagen van de excursies worden opgefrist met kleurenfoto’s: Phaeomarasmius erinaceus, Simocybe quebecensis, Phaeosolenia densa, Ombrophila ambigua, Lactarius circellatus, Ramaria fagetorum, Amanita solitaria, Rhodotus palmatus, Tricholoma stiparophyllum, Entoloma rhodocylix, Psilocybe rugosoannulata, Cortinarius bolaris, Cortinarius eburneus, Gomphidius glutinosus, Ciboria batschiana en Tulostoma brumale. De Gezoneerde kaaszwam, Tyromyces wakefieldii, wordt besproken door M. Jagers, met kleurenfoto’s. In het verslag van het Cristellaweekend in Burse vinden wij microtekeningen en/of kleurenfoto’s van Achroomyces vestitus, Athelia arachnoidea, Cristinia helvetica, Hypochniciellum molle, Jaapia argillacea, Luellia recondita, Tubulicrinus sororius en T. accedens. Ook kleurenfoto’s bij het verslag van de buitenlandse werkweek: Boletus calopus, Hygrophorus persoonii, H. discoxanthus, H. pustulatus, Fomitopsis pinicola en Cortinarius splendens.
De Aardster, 10, 2, 2008 In deze aflevering vinden wij naast een artikel van P. Debaenst over de kluifzwammen van de kuststreek, ook nog kleurenfoto’s van Scopuloides hydnoides, Peziza bovina, Helvella spadicea, H. leucomelaena, Cyclaneusma minus, Microthyrium pinophyllum en Hypocrea rufa. Verder nog de lijst van waargenomen soorten tijdens de excursies. Coolia, 51, 3, 2008 In de 9e Nieuwsbrief van het Paddenstoelenmeetnet door M. Veerkamp en E. Arnolds vinden wij kleurenfoto’s van Cortinarius armillatus, Cystoderma carcharias en Boletus piperatus. M. van Tweel bespreekt in “Voetangels en Klemmen-7” de Parelamaniet en zijn dubbel-
Gespoord tijdens de weekexcursies De eerste excursies naar Lovenhoek te Vorselaar, het Steengelaag te Stekene en de Kouter te Bornem vonden plaats in een droge periode met weinig paddenstoelen. Voor microscopische bepaling door meerdere personen werden sommige exemplaren mooi gevierendeeld. Het was ook een gelegenheid om genera buiten ons directe interessegebied eens aan een microscopisch onderzoek te onderwerpen. Het waren beknopte soortenlijsten die we aan Funbel doorgaven. (Lieve)
Lovenhoek te Vorselaar
Zoerselbos, 12 juni 2008
enkele gezamenlijk kunnen meenemen voor ver-
Een excursie om je regenkleding te testen. Nog
dere determinatie. Tijdens de middag lieten we
steeds vrij weinig paddenstoelen te vinden, toch
onze doorweekte kleren even drogen in een plaat-
Sporen
2008/3
29
selijk café en bespraken we onze vondsten in voor-
plooide) hoed, Psathyrella clivensis (Kalkfranje-
bereiding van microscopisch onderzoek. Een bleke
hoed), cheilocystiden ± rond, sporen zonder kiem-
kluifzwam met zadelvormige hoed en een witte, gladde steel bracht me thuis tot Helvella stevensii. Na hulp ingeroepen te hebben per mail, gaven Jean Schavey en Piet Bormans me de nodige tips om deze als Helvella latispora, syn. H. stevensii (Witstelige zadelkluifzwam) te kunnen noteren. (Lieve) Terhagen, 26 juni 2008 Door droogte geen spectaculaire gegevens. Kregen extra aandacht: Polyporus varius (WaaierbuisjesCoprinus acuminatus (Kleine kale inktzwam)
zwam), Russula aeruginea (Groene berkenrussula), Tijgerrupsen van de St.-Jacobsvlinder op Jacobs-
porie, soms wat reniform. Of een Coprinus acumi-
kruiskruid, Russula exalbicans (Verblekende rus-
natus (Kleine kale inktzwam) die op Coprinus
sula), Russula nitida (Kleine berkenrussula) met
romagnesianus (Bruine kale inktzwam) leek en
grote sporen met wratten. (Jan)
nog vele andere. Genoeg voor veel macro- en microplezier. (Frans)
Fort 7, 10 juli 2008 Terug in België, na een lange vakantie, besloot ik
(2) Een prachtige zomerdag en voldoende regen in
met de wandeling in Fort 7 mee te gaan. Veel heb-
de voorbije periode stemde de deelnemers hoop-
ben we daar niet gezien; we waren al blij met een Gymnopus dryophilus (Gewoon eikenbladzwammetje), Steccherinum ochraceum (Roze raspzwam) en wat Zwerminktzwammetjes (Coprinus disseminatus). Toch is er altijd wel iets te vinden dat interessant is. Zelf heb ik Klontjestrilzwam (Myxarium nucleatum) meegenomen en microscopisch bekeken, de basidiën lijken op inktvissen met 4 armen. Het tekort aan zwammen werd goedgemaakt door het onthaal van Lucy. Nogmaals bedankt! (Frans) Psathyrella pygmea (Dwergfranjehoed)
Schildehof, 24 juli 2008 (1) De wandeling in Schildehof was veel beter.
vol. Een vlugge blik in de bekende Bellevue-dreef
Daar hebben we al wat meer gezien, o.a. Psathy-
scherpte de verwachtingen nog aan. De Russula’s
rella pygmaea (Dwergfranjehoed) die verschilt van
waren er: R. melliolens (Honingrussula), R. atro-
Coprinus disseminatus door de gestreepte (niet ge-
purpurea (Zwartpurperen russula), R. graveolens
2008/3
Sporen
30
(Vissige eikenrussula), Russula vesca (Smakelijke
rond op een zalig terras. (André)
russula), enz. In het Schildehof zelf was het wat
(3) Net op het moment dat we wilden terugkeren na
minder, maar we tekenden er toch een zestigtal
een lange en interessante voormiddag, nog snel een
soorten op. Hieronder Psathyrella pygmea (Dwerg-
Mycena gefotografeerd en meegenomen. De steel
franjehoed), wat gelijkend op Coprinus dissemi-
hiervan was opvallend berijpt, zodat ik richting
natus (Zwerminktzwam) maar zonder de korreltjes
Mycena amicta (Donzige mycena) dacht. Groot was
tussen de haartjes op de hoed en microscopisch met
dus mijn verwondering toen ik thuis wrattige spo-
opvallende utriforme pleurocystiden. Ook Psathyrella clivensis (Kalkfranjehoed) is geen alledaagse verschijning, verwant aan Ps. spadiceogrisea, maar met sporen zonder kiemporie. We discuteerden over een collectie wat eigenaardig gevormde Coprinus acuminatus (Kleine kale inktzwam) en stonden in bewondering voor een prachtig Mycenella bryophila: sporen
bundeltje Mycena haematopus (Grote
Mycenella bryophila: cystide
bloedsteelmycena). Als afsluiting werd nog een
ren onder de microscoop zag; dit was mijn eerste
sierlijke Kleine beurszwam ontdekt die na micro-
Mycenella-vondst. Op basis van de cystiden met af-
scopische controle Volvariella murinella (Grijs-
geronde top en na controle door Leo Noten werd dit
vezelige beurszwam) bleek te zijn.
genoteerd als Mycenella bryophila (Tweesporig
Een aangename en leerrijke studietocht werd afge-
taaisteeltje). (Lieve)
AMK- Stuurgroep De stuurgroepavonden zijn overlegmomenten met
De volgende stuurgroepvergadering staat gepland
de leden om het beleid van de AMK mee te bepa-
in november 2008. Naast het vastleggen van de ex-
len. Ook een stand van zaken van de lopende pro-
cursies voor het volgende seizoen, wordt er ruimte
jecten wordt er besproken.
voorzien om vragen te stellen en ideeën door te
De verslagen van de stuurgroepavonden van 27 mei en 24 juni 2008 werden per mail verzonden. Als u
geven. Als je er niet bij kan zijn, kunnen ideeën ook steeds per mail doorgegeven worden.
dit verslag niet ontvangen heeft en per post wenst,
Lieve Deceuninck
geef dan een seintje aan ondergetekende.
[email protected] - 03 455 92 79
Sporen
2008/3
INHOUD 1
Editoriaal
R. Walleyn
2
Excursiekalender
4
Educatieve bijeenkomsten
5
Kustweekend 2008
J. Launoy
6
Myxomyceten op Populier in het
J. Launoy
Calmeynbos te De Panne 11
De Elzenvlag te Diest
R. De Ceuster
14
Kleine rode wasplaten
L. Lenaerts
18
Halmverstikker met gast
R. Leysen
19
Wasplaten doen het goed langs het kanaal
E. Vanaelst/R. Walleyn
Gent-Brugge te Knesselare
22
Prioritaire zwammen in Vlaams-Brabant
R. Steeman
24
Boekbespreking
R. Walleyn
25
Eeuwfeest NMV
M. Veerkamp
26
Nieuwtjes uit recente tijdschriften
K. Van de Put
28
Afdelingsnieuws AMK