Reisverslag 3 weken Bretagne. (02/06/2006 – Vrijdag 2 juni Rond 17h00 kom ik thuis van het werk en spring ik onmiddellijk in de mobi om een half uurtje later te vertrekken richting Quend. (GPS: N:49°55’53” O:01°05’12”) Op de E40 is een zwaar ongeval gebeurd waardoor we makkelijk een half uur kwijt raken aan files. Rond 21h45 komen we aan. Er staan welgeteld 43 motorhomes. Het is er prachtig avondweer. We maken nog een wandeling op het strand en kruipen dan vermoeid in ons bed.
Zaterdag 3 juni Het ziet er naar uit een stralende dag te worden. We ontbijten, maken nog een kleine wandeling en vertrekken dan naar Dieppe. Hier zijn 2 parkings maar de ene is vuil en afgelegen, de andere staat overvol. Bij de laatste tanken we wel nog gratis de watertank vol. (GPS: N:49°55’50” O:01°05’10”). We rijden verder door naar Phare d’Ailly, volgens de kaart zou dit een uitzichtpunt zijn. Bij aankomst lijkt deze plek niet veel voor te stellen. Het is er wel heel rustig en besluiten om hier onze middagpauze te nemen.
We volgen de D75, een mooie route, die ons leidt naar Sotteville-sur-Mer. Hier is plaats voor 5 motorhomes. (GPS: N:49°53’13” O:00°49’47”). Er zijn geen voorzieningen maar je staat er wel bovenop de rand van de krijtrotsen met een fantastisch zicht. Je kan er via een dikke 200 trappen naar beneden. Prachtig !
We zouden hier willen blijven overnachten maar moeten dringend op zoek naar brandstof. Morgen is het zondag en is alles gesloten. We volgen de D68 richting Veulesles-Roses, St. Valery-en-Caux, zo tot in Veulettes-sur-Mer. Hier zijn 2 camperplaatsen die zo goed als vol staan. (GPS: N:49°51’07” O:00°36’08”). We besluiten er ons toch nog tussen te zetten en er een nachtje door te brengen.
Zondag 4 juni We ontwaken met een stralende zon. We maken nog een kleine wandeling langs het keienstrand en vertekken dan naar Etretat. Hier is een gewone autoparking aan het oude treinstation ingenomen door motorhomes. (GPS: N:49°42’30” O:00°12’56”). We parkeren ons en gaan te voet naar het strand. Na zo’n anderhalve kilometer stappen komen we aan het strand. Van hieruit hebben we een prachtig zicht op de kliffen. Die moeten we beklimmen. Het valt zwaarder uit dan we dachten maar zijn toch blij als we boven zijn. Wat een uitzicht !
Hierna rijden we verder door naar de Pont de Normandie. Het geeft altijd een kick om hierover te rijden. Het is bijna alsof je in een pretpark op zo’n reuze rak in het begin omhoog wordt getrokken.
We rijden door tot in Ouistreham maar de parking is overvol. Dan maar verder door naar Colleville-Montgomery waar een klein maar tof camperplaatsje is. (GPS: N:49°16’17” W: 00°17’55”). Voor 3€ kunnen er 9 MH’s staan en kan je gratis lozen en water nemen. Ieder heeft er zijn eigen plekje (wel vrij smal) dat afgezet is met een onbekende struik waar een bloem opzit die heel goed ruikt. We dachten even dat onze GPS kuren kreeg omdat ze ons naar een compleet andere richting wou sturen. Maar we blijken hier dus op de verticale meridiaan te zitten (hoe ze ook mag noemen) waar je je coördinaten op West moet zetten i.p.v. Oost.
Het is overmorgen de herdenking van D-Day, de slag om Normandië van de 2de wereldoorlog. Het krioelt hier dus van de oude militaire voertuigen die rondrijden ter voorbereiding van het feest. Zo komen er 2 jeeps op de parking water bijvullen. Dat was even een belevenis ! Iedereen kon niet snel genoeg buiten zijn met zijn fototoestel.
Achter de camperplaats zijn 3 voetbalvelden waar we nog even met de honden een flinke wandeling maken.
Maandag 5 juni We vertrekken richting Douvres-La-Délivrande. Hier is het museum van de radar ondergebracht in het voormalige Duitse radarstation waar 2 bunkers opvallend goed bewaard zijn gebleven. Spijtig genoeg is dit nog gesloten.
We rijden verder door naar Courseulles-sur-Mer waar het unieke Canadees museum op de landingstranden ligt. We gaan niet binnen maar blijven hier wel eten op een parking tussen de andere motorhomes. Overnachten is wel verboden. (GPS : N:49°20’13” W: 00°27’57”). Onze volgende stopplaats is Arromanches waar destijds een kunstmatige haven is aangelegd door de geallieerden. (Chemin du Calvaire) Op de parking (4€) heb je er een prachtig zicht op en kan je vermoedelijk blijven overnachten. (GPS:N:49°20’21” W:00°36’51”). We bezoeken het museum waar we een 360°-film gaan bekijken. De toegang is 4€p/p maar wel zijn geld waard. Je krijgt er een bijzondere film in een ronde zaal op 9 schermen te zien. Beelden van de landing in 1944 en actuele beelden van Normandië wisselen van 360° die je echt eens doen stilstaan bij wat voor zinloos geweld hier allemaal is gebeurd.
We rijden verder door langs de kust en zien onderweg het Mémorial et Cimetière du Commonwealth. Deze begraafplaats omvat 4868 britse graven. We komen aan in Colleville Sur Mer aan Omaha Beach. Hier is een indrukwekkende begraafplaats van 9387 gesneuvelde Amerikaanse soldaten op 70ha. De allemaal identieke kruisen (vermoedelijk wit marmer) staan onberispelijk op een rechte lijn. Het is ongelooflijke hoe precies hier te werk wordt gegaan. Geen sprietje gras is hoger dan het andere, geen bladje onkruid of mos, de grasboorden piekfijn afgewerkt, de 2 zuilen met een (ik weet niet welke soort) vogel blinken als geen andere… Wanneer we ons inbeelden dat er zoveel lijken bij elkaar liggen… Er zijn geen woorden voor.
Morgen is het de herdenking van de inval van de geallieerden. We hebben dus geluk, het krioelt hier van de oudstrijders en oude legervoertuigen. Het wordt tijd om naar een nieuwe slaapplaats te zoeken. We beslissen om nog even op de tanden te bijten en door te rijden naar de Mont Saint-Michel. We gingen ten slotte Bretagne bezoeken. Wanneer we aankomen hebben we geluk. Van de voorspelde werken is nog niets terug te vinden en de parking helemaal vooraan in het gras is open voor motorhomes. (GPS: N:48°37’47” W:01°30’26”). Ze zal de volgende dag niet overstromen en we kunnen hier dus met nog een 50 anderen blijven slapen. Dinsdag 6 juni Ik ontwaak rond 8h00. Niks te vroeg want de parkingwachter is zijn ronde al aan het doen om 8€ te vragen. Hiermee mochten we nog een nacht blijven staan. Maar na een grote wandeling rijden we verder door. De abdij hebben we in het verleden al eens bezocht. We rijden naar de Menhir du Champ Dolent (GPS : N:48°32’06” W:01°44’19”). Dit is een 9,5m granietblok. De grootste staande granietblok. Volgens de legende viel de steen uit de lucht en scheidde hierdoor 2 broers die op leven en dood aan het vechten waren. Telkens er iemand sterft zakt de menhir onherroepelijk dieper in de grond. De dag dat hij helemaal in de grond verdwijnt, is de dag dat de wereld zal vergaan en de dag van het laatste oordeel. We eten snel iets op en rijden dan verder naar de Cathédrale Sint-Samson in Dol-DeBretagne. In deze kathedraal kan je de 14de eeuwse fraaie decoraties en graftombe bezichtigen. In het 93m lange schip beslaan 7 paar bogen drie verdiepingen en het snijpunt wordt bekroond met een 20m hoge koepel.
Volgens de legende heeft de duivel geprobeerd om met een menhir de kerk te vernietigen. Vandaar de ontbrekende linkse toren.
We rijden verder door naar de Mont Dol. Vanaf de 65m hoge granieten ader hebt U een adembenemend uitzicht over het uitgestrekte polderlandschap.
Onze eindbestemming van vandaag wordt Cancale. (GPS: N:48°40’09” W:01°51’52”). We zoeken hier de nieuwe camperplaats op. Volgens de boeken kan je hier voor 2€ de servicepaal bedienen. Bij aankomst werkt deze enkel met de bankkaart. Er staat Maestro bij vermeld dus onze kaart zou ook moeten werken, maar dat zou natuurlijk te mooi zijn om waar te zijn. Wij dus naar de eerste de beste fransman om zijn bankkaart te vragen. We rusten eerst even uit en maken dan een wandeling naar het dorp en de haven. Cancale is de stad van de oesters. Wij dus onze eerste poging gedaan bij het eerste het beste kraam. 2€ voor 6 oesters. Humm, je proeft de zee, maar daar blijft het voor ons toch bij. We hebben ze natuurlijk “puur-rauw” geproefd. Misschien smaken ze al heel wat beter met kruiden of citroen. Er zijn ook heel wat pittoreske restaurantjes te vinden. Er zijn er zelfs die hun boot en al hebben binnengezet !
Woensdag 7 juni Na een rustige nacht met zwoel gehijg (van de honden natuurlijk) starten we de motor richting Pointe Du Grouin. Dit is weeral een fenomenaal uitzichtpunt waar ook nog een duitse bunker volledig intact is. De andere niet zo goed bewaarde bunkers zijn nu veroverd door de vleermuizen. Van hieruit kan je het vogelreservaat île des Landes zien. Het water is er prachtig appelblauw zeegroen.
Van hieruit rijden we verder door naar de oude vestigingsstad van Saint Malo. Dit is een volledig met muren omringde stad uit de 17de eeuw. Tijdens de 2de wereldoorlog werd deze voor 80% verwoest maar snel daarna opnieuw opgebouwd. Bij het binnenkomen van de stad langs de Esplanade St. Vincent vind je het ene restaurant naast het andere. Het heeft iets weg van de Rue des Bouchers in hartje Brussel. We maken een wandeling bovenop de stadsomwalling. Van hieruit zijn mooie uitzichten te bewonderen. Maar ook een wandeling in het centrum zelf loont de moeite. (foto StMalo1 en 16)
Van St. Malo gaat het richting Cap Fréhel. Hier kan je voor 2€ overnachten op de parking (zonder voorzieningen) vlak bij de vuurtoren. Een winderige maar stille en prachtige omgeving. (GPS: N:48°40’54” W:02°19’05”). Het is een spectaculaire landtong met stijle roze kalksteenkliffen die hoogten bereiken van 70meter. Op de klif staan 2 vuurtorens, een van de 17de eeuw en een van 1950. Donderdag 8 juni We ontwaken met een fantastische open hemel. Dit belooft een warme dag te worden. Na het ontbijt rijden we naar het Fort La Latte. Dit kasteel kan je binnen bezoeken maar spijtig genoeg zonder de hondjes. Ze moeten dan maar even wachten in de motorhome. De toegang is 4,30€pp en is zeker de moeite waard om eens te bezoeken. Bij de inkom zit een dame met middeleeuwse klederdracht. Je kan er de hele geschiedenis bewonderen van hoe men daar geleefd en gewoond heeft. Om nog maar van de prachtige uitzichten te zwijgen ! (foto fortlalatte3 en 25)
Van hieruit rijden we via de D786 richting Paimpol. 2km voor Paimpol houden we halt bij de Abbaye de Beauport. (GPS:N:48°46’02” W:03°01’20”) Dit zou volgens de boeken een van de mooiste abdijen van Bretagne moeten zijn. De ruïne is inderdaad eens spectaculair beeld maar verder houden we het voor gezien. We rijden door naar de camperplaats van Tréguier. (GPS: N:48°47’22” W:03°13’55”). Dit is een mooie gratis plek aan het water onder de bomen met veel gras. Ideaal voor de honden. Vanavond nemen we even rust om morgen de kathedraal te bezoeken.
Vrijdag 9 juni Deze ochtend is het even uitslapen voor Veerle. Ik ga ondertussen naar de bakker om verse koekjes. Na het lekkere ontbijt trekken we het dorp in. Op het kerkplein kan je nog de mooie vakwerkhuisjes van vroeger zien. De 14de-15de eeuwse kathedraal is ook een bezoekje waard. Er zitten nog stukken in van de oorspronkelijke 12de eeuwse romaanse kerk. Je kan er ook het klooster voor 3€ bezoeken, maar dat vinden we geen aanrader, er is buiten het binnenplein en een kamer met een verzameling van oude beelden. Meer is er niet te zien. Er is wel een interessant koor aan het zingen. Er zitten namelijk 3 clochards buiten met een stuk in hun…. Triest voor de mensen maar wel grappig om bezig te zien.
We komen tijdens onze wandeling ook nog een vreemd beest van ong.7cm groot tegen (en we weten nog altijd niet wat dit is). Wie het weet, laat het ons gerust weten. Hier blijven we vandaag nog staan om wat rustig te genieten.
Zaterdag 10 juni In de late voormiddag vertrekken we richting Plougrescant waar de interessante Chapelle St. Gonery met mooie fresco’s zou staan. Spijtig genoeg is die enkel open op bepaalde uren van de dag met begeleide bezoeken. De buitenkant is ook wel een foto waard. De toren staat er maar scheef bij… Er is een parking op 50m tegenover het gemeentehuis en de post. (GPS: N:48°50’32” W:03°13’44”)
We rijden verder door naar Port Blanc waar een andere interessante kapel zou staan. “Chapelle de Notre Dame Port Blanc”. In Port Blanc vinden we ze nergens terug maar een oude inwoner wijst ons de weg naar de parking langs het water (GPS: N:48°50’08” W:03°18’51”). Van hieruit is het nog 50m stappen. Maar natuurlijk is het hier van hetzelfde laken en broek. Gesloten en enkel te bezichtigen na telefonische afspraak.
We rijden dan maar verder naar Ploumanac’h. Dit is een echte aanrader ! Je vind in het water en langs het strand enorme granieten blokken. Hoe ze er geraakt zijn, God mag het weten. Bretagne is de streek van de trollen en de feeën. Wel dit is nu een plek waar je je echt in een sprookjesfilm waant. Als ze mij zouden zeggen dat er een trol uit de bosjes zou springen, je zou het nog geloven ook ! Met een klein beetje verbeelding kan je ook heel wat figuren terugvinden in de blokken.
Max en Dayko nemen ondertussen een verfrissende duik.
Het wordt stilaan tijd om naar een nieuwe overnachtingsplaats te zoeken. We rijden naar Ile Grande waar toffe wandelingen kunnen gemaakt worden en een goed prijslijk restaurantje zou zijn. Maar de parking ziet er toch niet zo fameus uit als ze op het internet beschrijven. We proberen dan maar Trébeurden. Dit is ook maar een simpele parking maar je staat er wel aan het water. (GPS:N:48°46’56” W:03°34’36”). Hier laten we de honden nog eens een frisse duik nemen.
Zondag 11 juni Vannacht hebben we onze eerste regendruppels gehad. Wel 7 keer is het beginnen regenen, maar dan met kleine vlaagjes van 5 minuten. Ikke dus elke keer uit mijn bed om de dakjes dicht te doen, maar na een half uur konden we het niet meer houden van de warmte. Allé, terug open. Een beetje later opnieuw regen… Dit is dus de verklaring voor onze slechte nacht. Komt er nog bij dat het vandaag een laffe, doefe dag is. We beginnen aan een nieuwe tocht richting de Menhir de St. Uzec. Op 2km van Penvern. Deze menhir is 8m hoog. In de 17de eeuw werd er een kruis en een voorstelling van het lijdensverhaal ingekerfd, waardoor het een christelijk monument werd.
Van hieruit gaat onze trip verder naar Cosmopolis in Pleumeur-Bodou. Op 6km ten noord-westen van Lannion. Op dit domein staat een planetarium, een satelliettélécommunicatiecentrum en een reconstructie van een Gallische nederzetting (Village de Meem le Gaulois). Dit dorp heeft veel weg van het dorp van Asterix. Maar bij onze aankomst blijkt het nog gesloten te zijn en vermits we vandaag niet ons allerbeste humeur hebben wachten we niet af en rijden we verder tot in Lannion. We parkeren ons aan het water en verkennen te voet het centrum. Hier zijn nog de oude vakwerkhuizen te zien. Ze zijn opgebouwd uit leem, grind en stro. Sommigen zijn volledig bedekt met leisteen.
Van hieruit gaat onze trip verder naar de Cairn de Barnenez in Plouézoc’h. Deze rond 4500 voor christus gebouwde graftombe is de grootste en oudste van Europa waar de graven van 11 dolmensen in zitten. Wij zijn hem vol enthousiasme gaan bezoeken maar voor de ingangsprijs van 5€pp kan je er enkel rond langs de buitenkant. De echte grafingangen zijn allemaal dichtgemetst. Voor ons is dit weggegooid geld.
Het wordt stilaan tijd om een nieuwe camperplaats op te zoeken. We rijden richting Saint Pol de Léon. Hier is een heel rustige plek vlak bij het water. Bij aankomst staat alles vol. Maar we hebben geluk, er rijdt net eentje weg. Wanneer we een wandeling maken blijkt dat 300m verder een nog grotere parking voor MH’s is. Maar dat weet natuurlijk niemand die de streek niet kent met als gevolg dat die voor de helft leeg staat. Maandag 12 juni We willen St. Pol de Léon centrum eens bezoeken maar dat is iets te ver om te voet te doen. In het centrum, net naast de kathedraal en voor de Super-U is een hele grote parking waar we makkelijk de MH kwijtraken. We bezoeken de kathedraal en de Chapelle de notre Dame du Kreisker die de hoogste klokkentoren van Bretagne heeft. Je kan hem met zijn 170 trappen bezoeken. Van hieruit rijden we naar de camperplaats Saint Barbe van Roscoff. Je kan er gratis lozen en water nemen, maar dat is dan het enige positieve dat ik ervan kan zeggen. Het is er alles behalve onderhouden en het er net naast gelegen pad naar de ferry’s is een half hondentoilet met de bijbehorende geurtjes van het waterzuiveringsstation. We eten iets op en zetten dan aan voor een 100km trip richting Camaret-Sur-Mer. Hier is een parking voor 70MH’s. (GPS: N:48°16’30” W:04°36’28”). Deze is iets buiten het dorp, bovenop een heuvel net naast een veld van 142 menhirs en een ruïne van Manoir de Coecilian vanwaar je een prachtig zicht op zee hebt. De parking kost 4€ voor het onderhoud (zo staat er vermeld). Je hebt inderdaad je individueel plekje, telkens gescheiden door struiken. Maar veel onderhoud is er blijkbaar nog niet gebeurd. Het onkruid is sterk aan het overmeesteren. We maken nog een kleine wandeling en genieten van de avond.
Dinsdag 13 juni Vanacht hebben we de ganse tijd regen gehad. Ook in de voormiddag is het niet anders. We rusten dus nog even uit en beginnen dan aan een lange tocht richting Riantec. Hier zou een mooie camperplaats zijn bij een oude grote wasplaats. Een stenen kuip van ruim 15x5 meter waardoor het water van de rivier stroomt en waar nog steeds de mensen hun was komen doen. De plaats is echter maar voor 3 MH’s en staat ingenomen door een reus. Wij dus verder naar het naburige dorp Port Louis. Hier vinden we nog net 1 plaatsje langs het strand. Je staat er wel aan de D781. Hopelijk valt het vannacht mee. Wanneer we de straat oversteken en op het strand komen is Dayko niet meer te houden om in het water te springen. ’s Avonds maak ik nog een kleine verkennisrit met de fiets in het dorp maar veel speciaals valt hier niet te bekijken. (foto dep56/portlouis3)
Woensdag 14 juni We hebben een rustige nacht achter de rug. We doen nog de nodige service en vertrekken dan richting de megalieten van Carnac. Hier weet je niet welke eerst te bezoeken. We maken dus eerst een selectie van meest interessante (we hebben een brochure van 2004). We bezoeken eerst de dolmens van Kerioned langs de D768. Groot is het niet, maar het stelt een huis voor uit de periode tussen 4500 en 2000 jaar voor Christus. Je vraagt je af hoe ze dat in die tijd hebben rechtgekregen.
We rijden verder naar de Alignements de Ménec en Kermario. Dit zijn menhirvelden van 1099 en 1029 stuks. Allemaal op mooie rechte lijnen naast elkaar gezet. Men weet nog steeds niet waarom ze zo zijn gezet maar men vermoedt dat dit ter vereering van een god moet geweest zijn.
Van hieruit gaat het verder naar Locmariaquer waar we de site ven de Table des Marchand bezoeken. Hier ligt de grootste menhir van Europa. Een enorme blok graniet met een lengte van meer dan 20meter, is nu omver gevallen en in 4 gebroken. Hij had vroeger een hoogte van 18,5 meter boven de grond en weegt 280ton.
Daarnaast staat ook nog een dolmen die volledig is afgedekt met stenen. We zijn hem binnen gaan bezoeken. Je begrijpt niet hoe ze het in die tijd klaarspeelden. In de stenen zijn ook nog duidelijk tekeningen zichtbaar.
Na dit bezoek twijfelen we waar we naartoe zouden rijden. Het is hier al een paar dagen bewolkt met regelmatig een bui. Maar het thuisfront weet ons te vertellen dat het in heel Bretagne en Normandie zo is. Vrijdag zou het beter worden. We rijden dus niet veel verder en zoeken een plek in Brech, net boven Auray. Dit is een klein maar mooi plekje waar je aan een vijver in het gras staat. (GPS:N:47°43’08” W:03°00’05”).
Donderdag 15 juni Vandaag slapen we wat langer, gaan naar de bakker achter verse koeken en genieten van het ontbijt. Tegen de late voormiddag rijden we langs Sainte Anne-d’Auray. Bij het binnenrijden zie je de basiliek goed staan. Deze zou na Lourdes het grootste heiligdom in Frankrijk zijn waar ook Paus Johannes Paulus II is geweest. Wij vinden er langs buiten niks speciaals aan en rijden verder door naar St. Goustan, een deelgemeente van Auray. Dit is een klein maar gezellig haventje met middeleeuwse vakwerkhuizen.
Het is prachtig weer maar Dayko (de Berner) heeft het warm. We besluiten dan maar terug te keren naar Port Louis waar hij het water in kan.
Vrijdag 16 juni Vandaag doen we eens lekker niks en genieten van de zee en het zonnetje. Zaterdag 17 juni We zitten al redelijk ver van huis en vermits in deze streek niet zo veel spannend meer te bekijken valt beginnen we stilaan aan een terugtocht noordwaards. We tanken vol en rijden in 1 trek door naar de Mont Saint-Michel. Wanneer we hier aankomen staat de parking overvol. Dit is niet meer normaal. Aan de ingang weten ze ons te vertellen dat het de marathon van de Mont St.-Michel is. Er zouden zelfs Canadezen tussen zitten. Ik tel gemakkelijk een 50-tal bussen en een 150 motorhomes. Aan de auto’s ben ik niet begonnen maar het zijn er minstens 1000. Wij vinden nog een plekje in het achterste uiteinde van de parking. We staan perfect. De honden vrije loop, zicht op de mont, in het zonnetje, luifel open en op de achtergrond een orkestje dat aan het spelen is. Dat in combinatie met een goed boek. Wat moet dat meer zijn. ’s Avonds blijkt het nog vuurwerk te zijn. We hebben het weeral getroffen. Maaaar daarna,… Al die auto’s moeten nog van de parking geraken via 1 kleine doorgang. Voor onze deur zijn auto’s gedurende een uur geen centimeter vooruit geraakt. Dan waren we toch content dat we lekker konden blijven staan.
Zondag 18 juni We slapen vandaag wat langer uit. Het is hier zo zalig dat we nog een dagje langer blijven staan. Maandag 19 juni Vandaag rijden we naar Honfleur. Maar onze Max (de boxer) is al een paar dagen niet goed. Hij eet niet meer en is met geen stokken wakker te houden. Als dit morgen zo nog is keren we een paar dagen vroeger naar huis. In Honfleur is de parking net vernieuwd. Ze hebben asfalt gegoten en in de nog natte asfalt hebben ze fijne kiezel gestrooid. Mooi, maar in het begin wreed ambetant. De honden leggen zich neer in de steentjes die voor de helft volplakken met pek. Als Dayko zich dan rechtzette was hij helemaal versierd met steentjes in zijn haar. Dinsdag 20 juni Met Max is het alles behalve beter en we beslissen dan maar om huiswaards te keren richting dierenarts. PS : Met Max gaat het ondertussen al wat beter, hij zou door een of andere tekenziekte geïnfecteerd zijn. Iedereen zij dus gewaarschuwd, ook al is uw hond ingeënd, daardoor is hij nog niet 100% veilig tegen teken.