1/8
ESSENTIELE GEGEVENS
1
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
CRESTOR 5 mg, filmomhulde tabletten. CRESTOR 10 mg, filmomhulde tabletten. CRESTOR 20 mg, filmomhulde tabletten. CRESTOR 40 mg, filmomhulde tabletten.
2 KWALITATIEVE SAMENSTELLING Elke tablet bevat monohydraat. Elke tablet bevat monohydraat. Elke tablet bevat monohydraat. Elke tablet bevat monohydraat.
EN
KWANTITATIEVE
5 mg rosuvastatine (als rosuvastatine calcium). Elke tablet bevat 94,88 mg lactose 10 mg rosuvastatine (als rosuvastatine calcium). Elke tablet bevat 91,3 mg lactose 20 mg rosuvastatine (als rosuvastatine calcium). Elke tablet bevat 182,6 mg lactose 40 mg rosuvastatine (als rosuvastatine calcium). Elke tablet bevat 168,32 mg lactose
Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek ’Lijst van hulpstoffen’ van de SKP.
3
FARMACEUTISCHE VORM
Filmomhulde tablet. Crestor 5 mg: ronde, gele tabletten, gemerkt met “ZD4522” en “5” aan de ene zijde en effen aan de andere zijde. Crestor 10 mg: ronde, rozekleurige tabletten, met inscriptie “ZD4522” en ‘10’ aan één zijde en effen aan de andere zijde. Crestor 20 mg: ronde, rozekleurige tabletten, met inscriptie “ZD4522” en ‘20’ aan één zijde en effen aan de andere zijde. Crestor 40 mg: ovale, rozekleurige tabletten, met inscriptie “ZD4522” aan één zijde en‘40’ aan de andere zijde.
4
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Behandeling van hypercholesterolemie Volwassenen, adolescenten en kinderen van 10 jaar of ouder met primaire hypercholesterolemie (type IIa, inclusief heterozygote familiale hypercholesterolemie) of gemengde (gecombineerde) dyslipidemie (type IIb) als adjuvans bij dieet, wanneer de respons op dieet en andere niet farmacologische behandelingen (bijvoorbeeld lichaamsbeweging, gewichtsvermindering) onvoldoende zijn.
2/8
Homozygote familiale hypercholesterolemie, als adjuvans bij dieet en andere lipidenverlagende behandelingen (bijvoorbeeld LDL aferese) of als zulke behandelingen niet zijn aangewezen. Preventie van cardiovasculaire incidenten Preventie van belangrijke cardiovasculaire incidenten bij patiënten waarvan verwacht wordt dat ze een groot risico lopen op een eerste cardiovasculair incident (zie rubriek ’Farmacodynamische eigenschappen’ van de SKP), als aanvulling op de correctie van andere risicofactoren. 4.2
Dosering en wijze van toediening
Alvorens de behandeling te starten dient de patiënt een standaard cholesterolverlagend dieet te volgen dat tijdens de behandeling dient te worden voortgezet. De dosering dient individueel te worden bepaald afhankelijk van de doelstelling van de behandeling en de respons van de patiënt met gebruikmaking van de vigerende consensus richtlijnen. CRESTOR kan op elk moment van de dag worden ingenomen, met of zonder voedsel. Behandeling van hypercholesterolemie De aanbevolen startdosering is voor zowel statine naïeve patiënten als patiënten die geswitcht worden van een andere HMG-CoA reductaseremmer éénmaal daags 5 of 10 mg oraal. Bij de keuze van een startdosering dient zowel met de individuele cholesterolspiegel van de patiënt als met het toekomstig cardiovasculaire risico en met het potentiële risico van bijwerkingen (zie hieronder) rekening te worden gehouden. Indien nodig kan na 4 weken de dosering worden verdubbeld (zie rubriek ’Farmacodynamische eigenschappen’ van de SKP). In het kader van de toegenomen meldingsfrequentie van bijwerkingen met de 40 mg dosering vergeleken met de lagere doseringen (zie rubriek ’Bijwerkingen’), dient de maximale dosering van 40 mg alleen te worden overwogen bij patiënten met ernstige hypercholesterolemie met een verhoogd cardiovasculair risico (met name patiënten met familiale hypercholesterolemie), die de doelstelling van de behandeling niet bereiken met 20 mg en die regelmatig gecontroleerd worden (zie rubriek ’Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen voor gebruik’). Wanneer met de 40 mg dosering wordt begonnen, wordt controle door de specialist geadviseerd. Preventie van cardiovasculaire aandoeningen Tijdens de cardiovasculaire risicoreductie studie, was de gebruikte dosis 20 mg per dag (zie rubriek ’Farmacodynamische eigenschappen’ van de SKP). Pediatrische populatie Het gebruik in pediatrie mag uitsluitend door specialisten gebeuren. Kinderen en adolescenten van 10 tot 17 jaar (jongens Tanner schaal II en meer, en meisjes minstens 1 jaar post menarche) Bij kinderen en adolescenten met heterozygote familiale hypercholesterolemie is de gebruikelijke startdosis 5 mg per dag. Het gebruikelijke dosisbereik is 5-20 mg oraal eenmaal per dag. Titratie moet gebeuren volgens de individuele respons en tolerantie van de pediatrische patiënten, zoals geadviseerd in de aanbevelingen voor pediatrische behandeling (zie rubriek ‘Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’). Kinderen en adolescenten moeten op een standaard cholesterolverlagend dieet gezet worden voor de initiatie van een behandeling met rosuvastatine; dit dieet moet voortgezet worden tijdens de behandeling met rosuvastatine. Veiligheid en werkzaamheid van doses hoger dan 20 mg werden bij deze populatie niet vastgesteld. De 40 mg tablet is niet geschikt voor het gebruik bij pediatrische patiënten. Kinderen jonger dan 10 jaar De ervaring bij kinderen jonger dan 10 jaar is beperkt tot een gering aantal kinderen (tussen 8 en 10 jaar oud) met homozygote familiale hypercholesterolemie. Om deze reden wordt CRESTOR niet geadviseerd voor het gebruik door kinderen jonger dan 10 jaar.
3/8
Gebruik door ouderen Bij patiënten > 70 jaar wordt een startdosering van 5 mg aanbevolen (zie rubriek ’Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen voor gebruik’). Er is geen andere doseringsaanpassing nodig in relatie tot leeftijd. Dosering bij patiënten met nierinsufficiëntie Bij patiënten met milde tot matige nierinsufficiëntie is het niet nodig de dosering aan te passen. Bij patiënten met een matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 60 ml/min) wordt een startdosering van 5 mg aanbevolen. De 40 mg dosering is bij patiënten met matige nierinsufficiëntie gecontraïndiceerd. Het gebruik van CRESTOR bij patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie is gecontraïndiceerd voor alle doseringen (zie rubrieken ‘Contraindicaties’ en ’Farmacokinetische eigenschappen’ van de SKP). Dosering bij patiënten met leverinsufficiëntie Er is geen toegenomen systemische blootstelling aan rosuvastatine waargenomen bij patiënten met een ChildPugh score van 7 of lager. Een toegenomen systemische blootstelling is echter wel waargenomen bij patiënten met een Child-Pugh score van 8 en 9 (zie rubriek ‘Farmacokinetische eigenschappen’ van de SKP). Bij deze patiënten dient een beoordeling van de nierfunctie te worden overwogen (zie rubriek ‘Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’). Er is geen ervaring bij patiënten met een Child-Pugh score hoger dan 9. CRESTOR is gecontraïndiceerd in patiënten met een actieve leverziekte (zie rubriek ’Contra-indicaties’). Ras Bij Aziatische patiënten zijn verhoogde plasmaspiegels waargenomen (zie rubrieken ’Contra-indicaties’, ‘Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’ en ‘Farmacokinetische eigenschappen’ van de SKP). Derhalve is de aanbevolen startdosering bij Aziatische patiënten 5 mg. De 40 mg dosering is gecontraïndiceerd bij deze patiënten. Dosering voor patiënten met predisponerende factoren voor myopathie Bij patiënten met predisponerende factoren voor myopathie is de aanbevolen startdosering 5 mg (zie rubriek ’Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’). De 40 mg dosering is voor sommige van deze patiënten gecontraïndiceerd (zie rubriek ’Contra-indicaties’). 4.3
Contra-indicaties
CRESTOR is gecontraïndiceerd: - bij patiënten met overgevoeligheid voor rosuvastatine of voor één van de hulpstoffen; - bij patiënten met actieve leverziekte, inclusief onverklaarbare, aanhoudende verhogingen van serumtransaminases en elke verhoging van serumtransaminases hoger dan 3-maal de bovengrens van de normaalwaarde (ULN); - bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min); - bij patiënten met myopathie; - bij patiënten die tegelijk ciclosporine gebruiken; - gedurende zwangerschap en borstvoeding en bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd die geen geschikte anticonceptieve maatregelen nemen. De 40 mg dosering is gecontraïndiceerd bij patiënten met predisponerende factoren voor myopathie/rhabdomyolyse. Dergelijke factoren omvatten: - matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 60 ml/min); - hypothyroïdie; - persoonlijke of familie anamnese van erfelijke spierziekten; - musculaire toxiciteit met andere HMG-CoA reductaseremmers of fibraten in anamnese; - alcoholmisbruik; - situaties waarbij verhoogde plasmaspiegels kunnen optreden; - Aziatische patiënten; - gelijktijdig gebruik van fibraten. (Zie rubrieken ‘Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’, ‘Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie’ en ‘Farmacokinetische eigenschappen’ van de SKP).
4/8
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Effecten op de nieren Proteïnurie, voornamelijk van tubulaire aard, is met een ‘dipstick test’ waargenomen bij patiënten die werden behandeld met hogere doseringen CRESTOR, met name 40 mg. In de meeste gevallen was het van voorbijgaande aard of intermitterend. Proteïnurie is niet voorspellend voor een acute of progressieve nierziekte (zie rubriek ‘Bijwerkingen’). Het aantal meldingen van ernstige nieraandoeningen tijdens post-marketing gebruik is hoger bij de 40 mg dosis. Een beoordeling van de nierfunctie dient te worden overwogen gedurende de routine controle van patiënten die behandeld worden met een dosering van 40 mg. Effecten op de skeletspier Effecten op de skeletspier zoals bijvoorbeeld myalgie, myopathie en zelden rhabdomyolyse zijn waargenomen bij patiënten die met CRESTOR werden behandeld met alle doseringen, met name met doseringen > 20 mg. Zeer zelden werden gevallen van rhabdomyolyse gemeld bij het gebruik van ezetimibe in combinatie met HMG-CoA reductase inhibitoren. Een farmacodynamische interactie kan niet uitgesloten worden (zie rubriek ‘Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie’ van de SKP) en men dient de combinatie met voorzichtigheid te gebruiken. Zoals met andere HMG-CoA reductase inhibitoren is het aantal meldingen van rhabodomyolyse, geassocieerd met CRESTOR, tijdens post-marketing gebruik hoger bij de 40 mg dosis. Creatininekinasemetingen Creatininekinase (CK) dient niet te worden gemeten na zware lichamelijke activiteit of in de aanwezigheid van een plausibele alternatieve oorzaak van toename van CK die de interpretatie van de uitkomst kunnen beïnvloeden. Als de uitgangswaarde (waarde bij het starten van de behandeling) van de CK spiegels significant zijn toegenomen (> 5 x ULN) dient een bevestigende test binnen 5-7 dagen te worden uitgevoerd. Als de herhaalde test een uitgangswaarde van de CK > 5 x ULN bevestigt, dient de behandeling niet te worden gestart. Voor de behandeling CRESTOR, evenals andere HMG-CoA reductaseremmers, dient met voorzichtigheid te worden voorgeschreven aan patiënten met predisponerende factoren voor myopathie/rhabdomyolyse. Dergelijke factoren omvatten: nierinsufficiëntie; hypothyroïdie; persoonlijke of familie anamnese van erfelijke spierziekten; musculaire toxiciteit met andere HMG-CoA reductaseremmers of fibraten in anamnese; alcoholmisbruik; leeftijd > 70 jaar; situaties waarbij een verhoogde plasmaspiegel kan optreden (zie rubriek ‘Farmacokinetische eigenschappen’ van de SKP); gelijktijdig gebruik van fibraten. Bij deze patiënten dient het risico van de behandeling overwogen te worden in relatie tot het voordeel. Klinische controle wordt aanbevolen. Als de uitgangswaarde van de CK spiegels significant zijn toegenomen (> 5 x ULN) dient de behandeling niet te worden gestart. Tijdens de behandeling Patiënten dient te worden gevraagd onverklaarbare spierpijn, spierzwakte of spierkramp met name als deze gepaard gaan met malaise of koorts, onmiddellijk te melden. CK spiegels dienen bij deze patiënten te worden gemeten. Als de CK spiegels duidelijk zijn verhoogd (> 5 x ULN) of als de spiersymptomen ernstig zijn en dagelijks ongemak veroorzaken (zelfs als CK spiegels ≤ 5 x ULN) dient de behandeling te worden gestaakt. Als de symptomen verdwijnen en de CK spiegels weer normaliseren, dan dient hervatting van de behandeling met de laagste dosering van CRESTOR of van een alternatieve HMG-CoA reductaseremmer met nauwlettende controle te worden overwogen. Routinematige controle van CK spiegels is bij asymptomatische patiënten niet aangewezen. In klinische onderzoeken bij een gering aantal patiënten dat behandeld werd met CRESTOR in combinatie met andere geneesmiddelen, zijn geen aanwijzingen voor een toegenomen effect op de skeletspier gevonden. Echter bij patiënten die andere HMG-CoA reductaseremmers kregen in combinatie met fibraten inclusief gemfibrozil,
5/8
ciclosporine, nicotinezuur, azol-antimycotica, proteaseremmers en macrolide antibiotica is een toename van de incidentie van myositis en myopathie gezien. Gemfibrozil verhoogt het risico van myopathie wanneer het gelijktijdig wordt gegeven met sommige HMG-CoA reductaseremmers. Om deze reden wordt de combinatie van CRESTOR met gemfibrozil niet geadviseerd. Het voordeel van verdere verandering van de lipidenwaarden door een gecombineerd gebruik van CRESTOR en fibraten of nicotinezuur dient zorgvuldig te worden overwogen met het oog op mogelijke risico’s van zulke combinaties. De 40 mg dosering is gecontraïndiceerd bij gelijktijdig gebruik van fibraten (zie rubrieken ‘Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie’ van de SKP en ‘Bijwerkingen’). CRESTOR dient niet te worden gebruikt bij patiënten met een acute, ernstige aandoening mogelijk wijzend op myopathie of waarbij een predispositie bestaat voor het ontwikkelen van nierfalen als gevolg van rhabdomyolyse (bijvoorbeeld sepsis, hypotensie, grote chirurgische ingrepen, trauma, ernstige metabole, endocriene en elektrolytische stoornissen; of ongecontroleerde convulsies). Effecten op de lever CRESTOR, evenals andere HMG-CoA reductaseremmers, dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten die overmatige hoeveelheden alcohol gebruiken en/of een leverziekte in de anamnese hebben. Het wordt aanbevolen om leverfunctietesten uit te voeren vóór en 3 maanden na het starten van de behandeling. Wanneer de concentratie van de serumtransaminases hoger is dan 3-maal de bovengrens van de normaalwaarde dient CRESTOR te worden gestaakt of de dosering te worden verlaagd. Tijdens post-marketing gebruik is het aantal meldingen van ernstige leveraandoeningen (voornamelijk bestaande uit verhoging van levertransaminases) hoger bij de 40 mg dosis. Bij patiënten met secundaire hypercholesterolemie die veroorzaakt wordt door hypothyroïdie of nefrotisch syndroom, dient de onderliggende ziekte eerst te worden behandeld alvorens een behandeling met CRESTOR te starten. Ras Bij Aziatische patiënten laten farmacokinetische studies een toegenomen blootstelling zien in vergelijking met Kaukasiërs (zie rubrieken ‘Dosering van wijze van toediening’, ‘Contra-indicaties’ en ‘Farmacokinetische eigenschappen’ van de SKP). Proteaseremmers Het gelijktijdig gebruik met proteaseremmers wordt niet aanbevolen (zie rubriek ‘Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie’ van de SKP). Lactose intolerantie Patiënten met een zeldzame erfelijke galactose intolerantie, Lapp lactase deficiëntie of glucose-galactose malabsorptie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken. Interstitiële longziekte Er werden uitzonderlijke gevallen van interstitiële longziekte gerapporteerd met sommige statines, in het bijzonder bij langdurige behandeling (zie rubriek ‘Bijwerkingen’). De waargenomen kenmerken die voorkomen kunnen inhouden: dyspnoe, niet-productieve hoest en verslechtering van de algemene toestand (vermoeidheid, gewichtsverlies en koorts). Indien vermoed wordt dat een patiënt interstitiële longziekte heeft ontwikkeld, dient de behandeling met statines te worden gestaakt. Diabetes Mellitus Er zijn wetenschappelijke gegevens beschikbaar die er op duiden dat statines (als klasse), het bloedglucose verhogen. Bij sommige patiënten met een verhoogd risico op het ontwikkelen van diabetes kan een niveau van hyperglycemie worden bereikt waarbij een formele diabetesbehandeling toepasselijk is. Dit risico weegt echter niet op tegen de vasculaire risicoreductie van statines en dient daarom geen reden te zijn om te stoppen met de statinebehandeling. Patiënten met een verhoogd risico (glucose nuchter van 5,6 tot 6,9 mmol/l; BMI > 30 kg/m2; verhoogde triglyceriden-waarden; hypertensie) dienen zowel klinisch als biochemisch te worden gevolgd, conform de nationale richtlijnen.
6/8
In de JUPITER studie was de gerapporteerde totale frequentie van diabetes mellitus 2,8% voor rosuvastatine en 2,3% voor placebo, voornamelijk bij patiënten met een nuchter glucose van 5,6 tot 6,9 mmol/l. Pediatrische populatie De evaluatie van de lineaire groei (lengte), gewicht, BMI (body mass index), en secundaire kenmerken van seksuele maturiteit volgens Tanner stadia bij pediatrische patiënten van 10 tot 17 jaar die rosuvastatine nemen, is beperkt tot een periode van één jaar. Na een 52 weken durende studiedeelname werd geen effect op de groei, het gewicht, BMI of seksuele maturiteit bespeurd (zie rubriek ‘Farmacokinetische eigenschappen’ van de SKP). De ervaring bij kinderen en adolescente patiënten is in klinische studies beperkt en de langetermijn effecten van rosuvastatine (> 1 jaar) op de puberteit zijn niet gekend. In een klinische studie bij kinderen en adolescenten die gedurende 52 weken rosuvastatine kregen, werden verhogingen van CK > 10xULN, en spiersymptomen na inspanning of na verhoogde fysische activiteit vaker waargenomen in vergelijking met de waarnemingen in klinische studies bij volwassenen (zie rubriek ‘Bijwerkingen’). 4.8
Bijwerkingen
De bijwerkingen met CRESTOR zijn over het algemeen mild en van voorbijgaande aard. Minder dan 4% van de patiënten die behandeld werden met CRESTOR in gecontroleerd klinisch onderzoek, stopten met het onderzoek vanwege bijwerkingen. De frequenties aan bijwerkingen zijn als volgt gerangschikt: Vaak (> 1/100, < 1/10); Soms (> 1/1.000, < 1/100); Zelden (> 1/10.000, < 1/1.000); Zeer zelden (< 1/10.000); Niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Immuunsysteemaandoeningen Zelden: overgevoeligheidsreacties inclusief angio-oedeem Endocriene aandoeningen Vaak: diabetes mellitus1 Zenuwstelselaandoeningen Vaak: hoofdpijn, duizeligheid Maagdarmstelselaandoeningen Vaak: obstipatie, misselijkheid, buikpijn Zelden: pancreatitis Huid- en onderhuidaandoeningen Soms: pruritus, huiduitslag en urticaria Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Vaak: myalgie Zelden: myopathie (met inbegrip van myositis) en rhabdomyolyse Algemene aandoeningen Vaak: asthenia 1
De frequentie is afhankelijk van de aan- of afwezigheid van risicofactoren (glucose nuchter ≥5,6 mmol/l, BMI > 30 kg/m2, verhoogde triglyceriden, geschiedenis van hypertensie).
Net zoals bij andere HMG-CoA reductaseremmers lijkt de frequentie van bijwerkingen dosisafhankelijk te zijn. Effecten op de nieren Proteïnurie, voornamelijk van tubulaire aard, is met een “dipstick-test” waargenomen bij patiënten die werden behandeld met CRESTOR. Verschuiving van de urine-eiwit dipstick-testuitslag van “afwezig of sporen” naar “++” of meer is waargenomen bij < 1 % van de patiënten op een bepaald ogenblik tijdens de behandeling met
7/8
10 en 20 mg en bij ongeveer 3 % van de patiënten behandeld met 40 mg. Een kleine toename in de verschuiving van geen of spoor tot + werd waargenomen met een dosering van 20 mg. In de meeste gevallen vermindert of verdwijnt de proteïnurie spontaan bij voortzetting van de behandeling. De herziening van gegevens uit klinische studies en post-marketing ervaring tot op heden, heeft geen causaal verband aangetoond tussen proteïnurie en een acute of progressieve nierziekte. Hematurie werd waargenomen bij patiënten die behandeld werden met CRESTOR. Klinische studies tonen aan dat het voorkomen hiervan laag is. Effecten op de skeletspier Effecten op de skeletspier zoals bijvoorbeeld myalgie, myopathie (met inbegrip van myositis) en zelden rhabdomyolyse met en zonder acuut nierfalen zijn waargenomen bij patiënten die met CRESTOR werden behandeld met alle doseringen, met name met doseringen > 20 mg. Een dosisgerelateerde verhoging van de CK spiegels is bij patiënten die rosuvastatine gebruiken waargenomen; de meerderheid van de gevallen waren mild, asymptomatisch en van voorbijgaande aard. Indien CK spiegels zijn verhoogd (> 5xULN), dient de behandeling te worden gestaakt (zie rubriek ‘Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’). Effecten op de lever Evenals met andere HMG-CoA reductaseremmers werd bij een klein aantal patiënten dat rosuvastatine gebruikt een dosisafhankelijke toename van de transaminases waargenomen. De meerderheid van deze gevallen was mild, asymptomatisch en van voorbijgaande aard. Post-marketing ervaring Ter aanvulling van bovenstaande zijn gedurende post marketing ervaring met CRESTOR de volgende bijwerkingen gerapporteerd: Zenuwstelselaandoeningen Zeer zelden: polyneuropathie, geheugenverlies Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Niet bekend: hoest, dyspnoe Maagdarmstelstelaandoeningen Niet bekend: diarree Lever-en galaandoeningen Zeer zelden: geelzucht, hepatitis Zelden: toegenomen levertransaminases Huid- en onderhuidaandoeningen Niet bekend: Stevens-Johnson syndroom Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Zeer zelden: artralgie Nier- en urinewegaandoeningen Zeer zelden: hematurie Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen Zeer zelden: gynaecomastie Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Niet bekend: oedeem Volgende bijwerkingen werden gerapporteerd met sommige statines:
8/8
Depressie Slaapstoornissen, slapeloosheid en nachtmerries inbegrepen Seksuele dysfunctie Uitzonderlijke gevallen van interstitiële longziekte, in het bijzonder bij een langetermijn behandeling (zie rubriek ‘Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’) Peesaandoeningen, soms gecompliceerd door ruptuur Het aantal meldingen van rhabdomyolyse, ernstige nieraandoeningen en ernstige leveraandoeningen (voornamelijk bestaande uit verhoging van levertransaminases) is hoger bij de 40 mg dosis. Pediatrische populatie In een 52 weken durende klinische studie werden verhogingen van de creatinine kinase > 10xULN en spiersymptomen na inspanning of na verhoogde fysische activiteit vaker waargenomen bij kinderen en adolescenten in vergelijking met volwassenen (zie rubriek ‘Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik’). Anderzijds was het veiligheidsprofiel van rosuvastatine similair bij kinderen en adolescenten in vergelijking met volwassenen.
5.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
NV AstraZeneca SA, E. Van Ophemstraat, 110 B-1180 Brussel Tel. +32 (0)2/370 48 11
6.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
CRESTOR 5 mg: blisterverpakking: BE276945 - HDPE verpakkingen: BE276963 CRESTOR 10 mg: blisterverpakking: BE250187 - HDPE verpakkingen: BE250205 CRESTOR 20 mg: blisterverpakking: BE250223 - HDPE verpakkingen: BE250241 CRESTOR 40 mg: blisterverpakking: BE250266 - HDPE verpakkingen: BE250284
7.
AFLEVERINGSWIJZE:
Geneesmiddel op medisch voorschrift.
8.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
A. B.
Datum van de laatste herziening van de tekst: februari 2012. Datum van de laatste goedkeuring van de tekst: 04/2012.