1630 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Definitieve versie
DEFIINTIEF VASTGESTELD DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN………….. IN OPDRACHT:
SECRETARIS GEZIEN EN GOEDGEKEURD DOOR DE DEPUTATIE IN ZITTING VAN IN OPDRACHT:
opdrachtgever adres / locatie
VOORZITTER ………………
Gemeente Brakel Marktplein 1 9660 BRAKEL DE PROVINCIEGRIFFIER
DE GOUVERNEUR
DE ONTWERPER ( SUMRESEARCH): ontwerper
SumResearch nv waterloolaan 90 B-1000 Brussel t +32 2 512 70 11 f +32 2 512 31 90
[email protected] www.sum.be
Gent, februari 2011 – aangepast aan de gemeenteraadsbeslissing van 7 februari 2011
RUIMTELIJK PLANNER PATRICK MAES
RUIMTELIJK PLANNER BRECHT VANDEKERCKHOVE
1630 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel informatief deel
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
INHOUD 1
Inleiding
1
1.1 1.2 1.3 1.4
Doel van de opdracht Wat is structuurplanning ? : Vorm en inhoud van het ruimtelijk structuurplan Rapportering in drie delen Planningsproces
1 2 3 5
2
Profiel van de gemeente
6
3
Macroniveau
8
3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.2.1 3.2.2
Structuurbepalende elementen op macroniveau Het landschap van de Vlaamse Ardennen Structuurbepalende lijninfrastructuur De regionale gerichtheid van Brakel De functioneel-hiërarchische categorisering van Brakel Pendelstromen
9 9 9 11 11 12
4
Mesoniveau
13
4.1 4.1.1 4.1.2 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.3 4.3.1 4.3.2 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.5 4.5.1 4.5.2 4.6 4.7 4.7.1 4.7.2
Fysisch basismilieu en historische achtergrond De Fysische basisstructruur Historische evolutie bodemgebruik Nederzettingsstructuur Ruimtelijke patronen Woningen in de open ruimte De huisvestingssituatie Voorzieningen en diensten: het sociaal-cultureel netwerk Ruimtelijk-economische structuur Tewerkstellingsprofiel ruimtelijke patronen lijninfrastructuur Wegen met een regionale functie Wegen met een lokale functie spoorlijnen Buslijnen open ruimte structuur agrarische structuur Natuurlijke structuur Landschappelijke structuur Toeristisch-recreatieve structuur Sportinfrastructuur Toeristische infrastructuur
13 13 16 20 20 22 24 29 30 30 31 33 33 33 33 34 36 36 42 47 49 49 49
1630/bx.ds
Pag. I
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.8
synthese: de globale bestaande ruimtelijke structuur
51
5
Microschaal
53
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
Nederbrakel en Opbrakel Michelbeke Parike Elst Zegelsem Everbeek-boven Everbeek-Beneden
53 55 57 59 61 63 65
6
Ruimtelijk beleid op Vlaams niveau
67
6.1 6.1.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.5.1 6.5.2 6.5.3 6.5.4
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Brakel : woonkern in het Vlaams buitengebied Het gewestplan Gewestelijk RUP beschermde monumenten en landschappen Beleid inzake natuur, milieu en landbouw habitatrichtlijngebied Natuurreservaten Afbakening VEN gebieden Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Vlaamse Ardennen
67 67 71 71 73 75 75 75 75 78
7
Ruimtelijk beleid op provinciaal of bovenlokaal niveau
82
7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.2 7.3 7.4 7.5
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen Algemene doelstelling situering brakel binnen PRS Uitspraken van het PRS t.o.v. Brakel Provinciale RUP’s Bekkenbeheersplan Erosieproject Vlaamse Ardennen Studie grondverschuivingen
82 82 82 83 86 86 87 87
8
Ruimtelijk beleid op lokaal niveau
89
8.1 8.2 8.3
Bijzondere Plannen van Aanleg Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan (GNOP) Mobiliteitsplan Brakel
89 93 96
9
Ruimtelijke behoeften
97
9.1 9.1.1 9.1.2 9.1.3
woonbehoeften Demografisch profiel bevolking Brakel Bevolkingsevolutie op niveau van de deelgemeenten evolutie van het aantal gezinnen en gezinsgrootte
1630/bx.ds
97 97 102 104 Pag. II
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
9.2 9.2.1 9.2.2 9.2.3 9.2.4 9.2.5 9.2.6 9.2.7 9.3 9.3.1 9.3.2
Woonbehoeften bevolkings- en gezinsprognoses Evaluatie van het richtcijfer wonen voor de periode 1991-2007 Behoeftenraming Verdichtingsmogelijkheden binnen bebouwd gebied Aanbod aan bouwmogelijkheden confrontatie woonbehoefte – woonaanbod Sociaal Objectief Behoefteraming aan bedrijventerreinen Vraag Aanbod
106 106 107 108 109 109 115 115 116 116 116
10
Knelpunten en potenties
117
10.1 10.2
Knelpunten en bedreigingen kwaliteiten en kansen
117 118
planningsproces van de structuurplanning Ferrariskaart Actieprogramma afbakening buitengebied natuurverbindingsgebeden en bovenlokale ecologische structuur volgens PRS bevolkingsevolutie brakel 1977-2007 migratie en natuurlijke aangroei in Brakel 1978- 2007
4 17 81 85 100 100
FIGUREN figuur 1 figuur 2 figuur 3 figuur 4 figuur 5 figuur 6
KAARTEN kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
1630/bx.ds
ligging van Brakel Brakel binnen de regionaal ruimtelijke structuur fysische basisstructuur Brakel bestaande nederzettingsstructuur zonevreemde woningen bestaande ruimtelijk-economische structuur bestaande verkeerskundige structuur verspreiding van de landbouwbedrijven de open-ruimte structuur landschapsatlas Brakel toeristisch-recreatieve structuur de bestaande ruimtelijke structuur bestaande ruimtelijke structuur Op- en Nederbrakel
7 10 15 21 23 32 35 41 46 48 50 52 54 Pag. III
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart kaart
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
bestaande ruimtelijke structuur Michelbeke bestaande ruimtelijke structuur Parike bestaande ruimtelijke structuur Elst bestaande ruimtelijke structuur Zegelsem bestaande ruimtelijke structuur Everbeek-boven bestaande ruimtelijke structuur Everbeek-beneden Gewestplan beschermde monumenten en landschappen Ven- en habitatgebieden liggingsplan BPA’s GNOP – actiegebieden niet-uitgeruste onbebouwde percelen
56 58 60 62 64 66 72 74 77 92 95 113
structuurplanningsproces: drie fazen in ruimte en tijd Evolutie bodembezetting Brakel 1984-2006 (BRON : N.I.S.) grondopppervlakte van de Brakelse woongebouwen ouderdom van de Brakelse woongebouwen : comfort van de woningen, 2001 aard van de woningen, 2001 projecten van de sociale sector evolutie werkgelegenheid, 1984-1994-2002 evolutie van het gebruik van de cultuurgrond in brakel evolutie van het aantal landbouwbedrijven per grootteklasse in Brakel opvolging van de land- en tuinbouwbedrijven evolutie van de veeteelt bossen in brakel beschermde monumenten en landshappen in Brakel overzicht natuurreservaten categorisering van de GNOP-gebieden de bevolkingsevolutie van Brakel t.o.v. het arrondissement en de provincie (1970-2007) Vergelijking van de bevolkingsevolutie van Brakel met de omliggende gemeenten 1970-2007 evolutie van het migratiesaldo en van de natuurlijke groei sinds 1978 bevolkingsevolutie naar leeftijd, 1981-2007 bevolking per leeftijdsklasse in vergelijking met arrondissement Oudenaarde en provincie Oost-Vlaanderen, 2006 bevolkingsevolutie per deelgebied, 1981-2003 evolutie van het Aantal inwoners per leeftijdscategorie in de verschillende Deelgemeenten, 1981-2003 evolutie van het aantal gezinnen per deelgemeente evolutie van de gemiddelde gezinsgrootte, 1970-2007 evolutie van het aantal eenpersoonsgezinnen per deelgemeente, 1981-2003 prognose bevolkingsevolutie Brakel 2008-2017 prognose aantal gezinnen 2007-2017
3 18 24 25 26 27 28 30 36 38 39 40 45 73 75 94 97 98 99 101 101 102 103 104 104 105 107 107
TABELLEN tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel tabel
1 2 3 4 5 6: 7 8 9: 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
1630/bx.ds
Pag. IV
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
tabel 29 tabel 30 tabel 31 tabel 32 tabel 33 Tabel 34:
1630/bx.ds
behoeftenraming 2007-2017 aantal percelen gelegen in een niet-vervallen verkaveling, 2007 aantal percelen gelegen langs uitgeruste wegen, 2007 niet-uitgeruste onbebouwde terreinen in woon- of woonuitbreidingsgebied, 2007 totaal aanbod aan bouwmogelijkheden in Brakel sociaal objectief
108 110 110 111 114 115
Pag. V
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
1
INLEIDING
1.1
DOEL VAN DE OPDRACHT Door het Gemeentebestuur van Brakel werd aan SumResearch (voorheen Groep Planning) gevraagd een Ruimtelijk Structuurplan voor de gemeente op te maken. Het planologisch beleid in Vlaanderen heeft een nieuwe dimensie gekregen met het opstellen van een “Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen”, de initiatieven om gemeentelijke en provinciale structuurplannen uit te werken en door het nieuwe “Decreet houdende de Ruimtelijke Planning” van 24 juli 1996, geïntegreerd in het decreet van 18 mei 1999 en overgenomen in de Vlaamse codex ruimtelijke ordening die van 1 september 2009 van kracht is, waarbij al deze initiatieven een juridische basis gekregen hebben. Het gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan zal het nodige ruimtelijk integratiekader vormen waarbinnen de uiteenlopende visies over, aanspraken op en behoeften aan ruimte vanuit de verschillende sectoren tegen elkaar worden afgewogen en op elkaar kunnen worden afgestemd. Het zal de duurzame stedenbouwkundige ontwikkeling die moet worden afgestemd op de draagkracht van de bebouwde gebieden en het landschap, begeleiden. In tegenstelling tot bij de klassieke eindtoestandsplannen (A.P.A.’s, B.P.A.’s en Gewestplannen) is het bij het Ruimtelijk Structuurplan niet de bedoeling de toekomstige ruimtelijke structuur concreet vast te leggen. Het ontwikkelt daarentegen een visie op de ontwikkeling van de gemeente in relatie tot het socio-economische functioneren. Als beleidsplan is het -
1630/bx.ds
doelgericht en procesmatig continu, mits mogelijkheid tot bijsturing actiegericht, in functie van realisaties, en het zoekt de relatie tussen het stedenbouwkundige beleid van Brakel en de socio-economische ecologische, mobiliteits-, landschappelijke, industriële, distributie-planologische, .... ontwikkelingen.
Pag. 1
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
1.2
WAT IS STRUCTUURPLANNING ? : VORM EN INHOUD VAN HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN Het ruimtelijk beleidsplan dat voor Brakel wordt opgemaakt is een gemeentelijk structuurplan. Aangezien deze vorm van ruimtelijke planning erg verschilt van de traditionele eindtoestandsplanning worden de basisprincipes van de structuurplanning hierna verduidelijkt. Het structuurplan is een getekend en/of geschreven moment (fase) van een stedenbouwkundig proces dat continu is. Het is een begrip dat na 1972, met het structuurplan van Brugge, ook in Vlaanderen ingang gevonden heeft.1 Structuurplanning kent in tegenstelling met de wet van 29 maart 1962 geen begin en geen einde. Structuurplanning is nooit af. Het kent enkele hoofdmomenten die dan in de vorm van een plan -een structuurplan- vastgelegd worden. De Vlaamse codex ruimtelijke ordening bepaalt in die zin hoe een dergelijk structuurplan kan worden vastgelegd. Hierbij worden de socio-ruimtelijke en functioneel-economische problemen van een gemeente, streek of regio globaal onderzocht en in betere banen geleid, in functie van de maatschappelijke en politieke doelstellingen die eigen zijn aan de gemeente, de buurt of de regio. Tussen - enerzijds het maatschappelijk leven van een gemeente (en haar regio) en de ruimtelijke gevolgen die hieruit ontstaan (verkavelen, bouwen, afbreken, onteigenen, functiewijzigingen, wegenaanleg, vellen of planten van bomen, verhoging van vervuiling, verschraling en vermindering van de bewoonbaarheid, etc.) en - anderzijds de ruimtelijke mogelijkheden van een gemeentelijk gebied (evenwicht tussen open en bebouwde gebieden, hiërarchisering van verkeerstypen -doorgaand verkeer/woon-werkverkeer-, evenwicht tussen harde en zachte functies, etc., etc.) en de maatschappelijke en politieke doelstellingen van de gemeente, kan men zoeken naar betere en meer efficiënte stedenbouwkundige modellen. De keuze van één bepaald model (in de tijd) gebeurt gezamenlijk door de overheid, de bevolking en de deskundigen, waarbij de bevolking en de deskundigen voorstellen formuleren en de overheid democratische beslist. Hierbij zijn haalbaarheid en kostprijs een niet onbelangrijke dimensie. In die zin kan men stellen dat STRUCTUURPLANNING, noch min noch meer, een “‘GLOBALE RUIMTELIJKE BEGELEIDING” is van het maatschappelijk gebeuren van een gemeente (op een bepaald moment in de tijd) waarvoor de ruimtelijke gevolgen zo goed mogelijk tot stand moeten kunnen komen. Hierdoor probeert men een betere “BEWOONBAARHEID” (kwaliteit van leven en wonen), “BEREIKBAARHEID” (verkeer en vervoer) en “BESTUURBAARHEID” te bereiken.2 Een ruimtelijk structuurplan legt geen bestemmingen of inrichtingen juridisch vast. Dit moet gebeuren door opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen of andere juridische instrumenten.
1 2
1630/bx.ds
Zie “Structuurplan Brugge”, Groep Planning, Brugge 1976. Zie “Wonen of Wijken”, Jan Tanghe, Sieg Vlaeminck, Hugo Vanderstadt - I.C.A.S.D. Brussel, 1979.
Pag. 2
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Volgens de Vlaamse codex dienen de structuurplannen van de lagere overheden zich te richten naar deze van de hogere overheden. Het structuurplanningsproces kent drie fazen in de ruimte en in de tijd. RUIMTE 1STE NIVEAU: MACROSCHAAL 2DE NIVEAU: MESOSCHAAL 3DE NIVEAU: MICROSCHAAL
3
VERSCHILLENDE DEELSTRUCTUREN IN EEN RUIME OMGEVING ROND BRAKEL (VLAAMS EN PROVINCIAAL NIVEAU) VERSCHILLENDE HOOFDRUIMTEN EN DEELSTRUCTUREN BINNEN DE GEMEENTEGRENS VAN BRAKEL (GEMEENTELIJK NIVEAU) VERSCHILLENDE DEELSTRUCTUREN BINNEN DE VERSCHILLENDE HOOFDUIMTEN VAN BRAKEL (NIVEAU WOONKERNEN, OPEN RUIMTEN,…)
TIJD 1STE TRAP: ONTWIKKELINGSMODEL
LANGE TERMIJNPLANNING:
WAARIN DE FILOSOFIE EN DE POLITIEK VOOR EEN WEL BEPAALD GEBIED
UITGESTIPPELD WORDT
2DE TRAP: ONTWIKKELINGSPLAN
MIDDELLANGE TERMIJNPLANNING:
WAARIN DEZE FILOSOFIE CONCRETER WORDT TOEGEPAST OP DE REËLE
SITUATIE VAN HET LEEFGEBIED
3DE TRAP :
ACTIEPLAN
ACTIEPLANNING:
WAARIN ALLE VOORSTELLEN CONCREET WORDEN OMGEZET IN RUIMTELIJKE
UITVOERINGSPLANNEN EN
tabel 1
–DADEN VOOR HET LEEFGEBIED
structuurplanningsproces: drie fazen in ruimte en tijd Het structuurplan voor Brakel situeert zich op de mesoschaal en moet worden beschouwd als een ontwikkelingsmodel en ontwikkelingsplan voor het hele grondgebied van Brakel. Daarnaast zal het ontwikkelingsplan ondersteund en aangevuld worden zowel door actieplanning als door deelplanning voor specifieke gebieden in Brakel.
1.3
RAPPORTERING IN DRIE DELEN Volgens de decretale bepalingen ter zake, moet een ruimtelijk structuurplan uit drie delen bestaan: een informatief gedeelte, een richtinggevend gedeelte en een bindend gedeelte. -
Het INFORMATIEF GEDEELTE, omvat alle basisinformatie die nodig is voor de opmaak van het structuurplan. Het is het doelgericht onderzoeken van de bestaande ruimtelijke structuur, te verwachten evoluties, ruimtelijke potenties, enz. Het RICHTINGGEVEND GEDEELTE formuleert de visie, de ontwikkelingsopties en de actievoorstellen, die het resultaat zijn van het toetsen van de doeleinden aan de functionele, ruimtelijke en verkeerskundige knelpunten. Het BINDEND GEDEELTE tenslotte, omvat een aantal concrete beslissingen betreffende de ruimtelijke ordening, die de overheid binden, in dit geval het gemeentebestuur Brakel, binden.
3 Deelstructuren: verwijzen naar de sectorale aanpak (natuurlijke structuur, agrarische nederzettingsstructuur, ruimtelijke – economische structuur en toeristische – recreatieve structuur).
1630/bx.ds
structuur,
verkeers-
en
vervoersstructuur,
Pag. 3
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Deze drie gedeelten vormen dan het Ontwerp Structuurplan.
TIJD
MACROSCHAAL
VLAAMS GEWEST
VISIEVORMING
ONTWIKKELINGS MODEL
PROJEKTIE
REALISATIE
ONTWIKKELINGSPLAN
AKTIEPLAN
P ROVINCIE
MESOSCHAAL
GEMEENTE
R U I M T E
KORTE TERMIJN
LANGE TERMIJN
MIDDELLANGE TERMIJN
VISIEVORMING
PROJEKTIE
REALISATIE
ONTWIKKELINGSPLAN
AKTIEPLAN
ONTWIKKELINGSMODEL
B RAKEL
MICROSCHAA
LANGE TERMIJN
MIDDELLANGE TERMIJN
VISIEVORMING
PROJEKTIE
REALISATIE
ONTWIKKELINGSPLAN
AKTIEPLAN
KORTE TERMIJN
L WOONKERNE
ONTWIKKELINGSMODEL
DELEN VAN GEMEENTEN BUURTEN
LANGE TERMIJN
MIDDELLANGE TERMIJN
KORTE TERMIJN
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN BRAKEL
figuur 1
1630/bx.ds
planningsproces van de structuurplanning
Pag. 4
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
1.4
PLANNINGSPROCES Het PLANNINGSPROCES kent het volgende verloop: -
opmaak van een startnota, waarin vertrekkende vanuit bestaande bronnen (G.N.O.P., verkeersstudie, statistisch materiaal) de bestaande ruimtelijke structuur algemeen wordt beschreven, leemten in de kennis werden gedetecteerd en een aanzet tot oplossingen werd geformuleerd. In december 1998 werd de startnota afgewerkt. Deze startnota werd op het overleg van 12/03/1999 met de AROHM besproken.
-
De gemeente besloot om eerst werk te maken van de problematiek van de zonevreemde bedrijven en de zonevreemde recreatie (1999-2000)
-
In de periode 2001-2003 werden sectorstudies of deelplannen opgemaakt, waarbij de leemten in de kennis van bepaalde sectoren of deelgebieden werden weggewerkt. Zo werd het wonen bekeken (opmaak woonbehoeftestudie) en de kernen van de verschillende deelgemeenten. In september 2003 werd een deelstudie over de open ruimte structuur voorgelegd.
-
opmaak van een Voorontwerp Structuurplan. Hier worden de verschillende sectorstudies, samen met gegevens uit de startnota geïntegreerd tot één geheel dat bestaat uit drie delen van een structuurplan (informatief, richtinggevend en bindend). Een eerste voorontwerp werd opgemaakt in september 2004 en toegelicht aan de bevolking in het najaar van 2004 via informatievergaderingen per deelgemeente. Dezelfde nota werd besproken in een structureel overleg van 27 april 2006. In de volgende maanden werd het voorontwerp grondig geactualiseerd en bijgestuurd. Dit leidde tot een nieuw structureel overleg op 5 september 2008.
-
De plenaire vergadering werd georganiseerd op 6 maart 2009. De gecoro gaf een officieel advies op 9 februari 2010.
-
De gemeenteraad heeft het ontwerp in zitting van 25 mei 2010 voorlopig vastgesteld
-
Het openbaar onderzoek liep van 15 juli tot en met 13 oktober 2010. Op 9 september 2010 organiseerde het gemeentebestuur een informatievergadering.
Na goedkeuring door de deputatie zal dit document geldig zijn voor een periode van 5 jaar. Het blijft in ieder geval van kracht tot het door een nieuw (geheel of gedeeltelijk) goedgekeurd structuurplan is vervangen. Het plan omvat een lange termijnvisie. Het structuurplan is m.a.w. een planningsproces en geen einddocument. Voor ruimtelijke problemen op korte termijn dienen oplossingen gevonden te worden die kaderen binnen dit plan.
1630/bx.ds
Pag. 5
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
2
PROFIEL VAN DE GEMEENTE GEOGRAFISCHE SITUERING Brakel, gelegen in het zuiden van de provincie Oost-Vlaanderen in het arrondissement Oudenaarde, is een voornamelijk agrarische gemeente gesitueerd langsheen de N8 Kortrijk-Brussel tussen de kleinstedelijke gebieden Oudenaarde en Geraardsbergen te midden van de Vlaamse Ardennen. De Vlaamse Ardennen worden gekenmerkt door een sterk versneden reliëf met een groot aantal beken. Kenmerkend zijn de beboste heuvels waarvan de toppen, afhankelijk van de ondergrond, begroeid zijn met bos met een rijke variatie aan levensgemeenschappen. Dit reliëfrijke cultuurlandschap heeft, naast de beboste heuvels, een open karakter. Onder open karakter verstaan we weinig opvallende bebouwde ruimte. Brakel is een fusiegemeente bestaande uit 8 deelgemeenten: Nederbrakel, Opbrakel, Zegelsem, Elst, Michelbeke (+ een deel van StMaria-Oudenhove), Parike en Everbeek-boven en Everbeek-beneden.
KENCIJFERS De totale oppervlakte van de fusiegemeente Brakel bedraagt 5646,42 ha. Volgens de meest recente gegevens van het N.I.S. telde Brakel op 1 januari 2007 13759 inwoners of een bevolkingsdichtheid van 2,4 inwoners per ha. Ruim 45% van dit aantal woont in Nederbrakel, de overigen wonen verspreid over de verschillende deelgemeenten. Brakel telt 20,1% jongeren (0-20) en 21,1% ouderen (65+). In vergelijking met het Vlaams Gewest (22,1% jongeren en 17,8% ouderen) telt de gemeente een hoog aandeel 65 plussers. (RR 2006) Volgens de volkstelling van 2001 huisde de gemeente in dat jaar 5411 woningen. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt, volgens de statistieken van de bodembezetting van 2006, 661,47.99 ha of 11.7% van de totale oppervlakte. De landbouw neemt het overgrote deel van de onbebouwde oppervlakte in beslag nl. 2519 ha of 44,6%. Daarnaast is er 383 ha bos, 1531 ha grasland en wordt er 361 ha ingenomen door andere vormen van niet-bebouwde ruimte.
1630/bx.ds
Pag. 6
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel 01 Stituering Brakel in de regio
Opdrachtgever: Gemeentebestuur Brakel 1630 / ds / september 2007
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
3
MACRONIVEAU Met het macroniveau bedoelen we de algemene regionale context en positionering van de gemeente in de provincie, streek of regio(’s). Hierbij worden de bestaande structuurbepalende elementen van bovenlokaal en/of gewestelijk belang aangegeven. In eerste instantie beperkt het ruimtelijk structuurplan zich tot het werkingsgebied van de gemeente. Het is echter duidelijk dat bepaalde ontwikkelingen (en voorstellen) de grenzen van de gemeente overstijgen. Een aantal ontwikkelingen binnen Brakel hangen nauw samen met de ontwikkelingen in de aangrenzende gemeenten en regio’s. Een aantal functies worden duidelijk beïnvloed door bovengemeentelijke tendensen. Waar nodig zal dan ook op deze ontwikkelingen worden ingegaan. Kaart 2 toont Brakel binnen de ruimtelijk-regionale structuur
1630/bx.ds
Pag. 8
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
3.1
STRUCTUURBEPALENDE ELEMENTEN OP MACRONIVEAU
3.1.1
HET LANDSCHAP VAN DE VLAAMSE ARDENNEN De Vlaamse Ardennen is één van de belangrijkste traditionele landschappen in Vlaanderen en wordt bepaald door een rij beboste getuigenheuvels met op de top limonietzanden en -zandstenen. De streek wordt gekenmerkt door een sterk versneden reliëf, opeenvolgende en dagzomende geologische substraten, verschillende bodemsamenstellingen en een ingewikkelde hydrologie. Deze kwaliteiten zorgen voor een rijke verscheidenheid aan soorten en levensgemeenschappen, waaronder de verschillende bostypen en de bronlevensgemeenschappen in bos en grasland. Dit gevarieerde landschap is bovendien waardevol voor de fauna: vogels, reptielen, amfibieën en vissen. Het landschap van de Vlaamse Ardennen is, als drager van een aantal gemeenschappelijke potenties zoals de beboste heuvels, beukenbossen, kasseiwegen en sterk verspreide gehuchten en kleinere kernen, ongetwijfeld de grootste troef van de streek ZuidOost-Vlaanderen. Uitgaande van die gemeenschappelijke potenties, die de hoge mate van samenhang in het landschap bepalen, is de erkenning van één landschap niet meer dan verantwoord. De Vlaamse Ardennen kent een viertal elementen die structurerend zijn op regionaal of subregionaal niveau: -
de zuidelijk gelegen, grotendeels beboste, heuvelrug gaande van Kluisbergen tot Ninove. het bekken van de Boven-Schelde (Oudenaarde - Gent) het bekken van de Dender (Geraardsbergen - Dendermonde) in mindere mate het bekken van de Zwalm (Brakel - Zwalm)
De Vlaamse Ardennen worden tevens gekenmerkt door: -
3.1.2
een viertal kleinere steden, zijnde Zottegem, Oudenaarde, Ronse en Geraardsbergen, die een verzorgende functie uitoefenen voor de streek, maar ook over toeristisch-recreatieve mogelijkheden beschikken. een aantal kleine en middelgrote geconcentreerde bebouwingskernen met linten als uitlopers van de kernen, en historisch gegroeide verspreide bebouwing. het grote belang van dynamische en diverse landbouwactiviteiten, met een lichte nadruk op akkerbouw en melkveeteelt, in en rondom Brakel. een groot aantal potentiële stiltegebieden
STRUCTUURBEPALENDE LIJNINFRASTRUCTUUR De N60 (Gent-Oudenaarde) en de N42 Wetteren-Geraardsbergen-Lessines zijn de enige wegen, in de omgeving van Brakel, die, omwille van de huidige verkeersintensiteiten en omwille van hun ontsluitende en verbindende functie, geselecteerd zijn als structuurbepalende weg op Vlaams niveau. De belangrijkste structurerende weg op regionaal niveau is, naast de N48 tussen Brakel en Ronse, de N8 die Oudenaarde met Ninove verbindt. Beide wegen komen samen in de kern van Brakel en vormen de oost-west verbinding tussen de N60 en de N42.
1630/bx.ds
Pag. 9
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 2 Brakel op regionaal niveau Regionale verbinding Spoorwegen van regionaal belang Hoofdwaterlopen Stedelijke gebieden : concentratie van voorzieningen en wonen
GENT e Scheld
Centrum gemeente
AALST N42
N60
Structurerende heuvelruggen ; beboste heuvelrij van de Vlaamse Ardennen
6
N4
Beboste gebieden Sterke gerichtheid op … N46
Zwalm
Boven regionale gerichtheid op…
Zottegem Oudenaarde
BRUSSEL N42
N8 N8
Brakel N60
Geraardsbergen
N48
Ronse
Gemeentebestuur Brakel 1630/phm/april 2010
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
3.2
DE REGIONALE GERICHTHEID VAN BRAKEL
3.2.1
DE FUNCTIONEEL-HIËRARCHISCHE CATEGORISERING VAN BRAKEL Over de hiërarchie van de steden in België is reeds uitvoerig en vooral tijdens de zestiger jaren onderzoek verricht. Zo geeft het wetenschappelijke document ‘De invloedssferen der centra en hun activiteitsstructuren’4 in de “Atlas van België”, daterend van 1972, een hiërarchische indeling van steden in België op basis van hun functionele uitrusting, meer bepaald op de aanwezigheid van de volgende vier centrale functies: -
winkel-uitrusting onderwijs gezondheidszorg vrije tijd/ cultuur
Het onderzoek gaf aanleiding tot de volgende stedelijke indeling (van laag naar hoog) -
-
-
afhankelijke woonkern, d.w.z. een woonkern waarvan de uitrusting niet volstaat om aan het geheel van dagdagelijkse behoeften, zoals hierna beschreven te voldoen hoofddorp, dit is een dorp met een minimaal uitrustingsniveau voor: - godsdienst, diensten (kerk, postkantoor, agentschap, lagere school); - zeer frequente aankopen (bakker, slager,...) - vrijetijdsbesteding (voetbal); - gezondheidszorg (dokter, apotheker) kleinstedelijk centrum, het regionaal voorzieningscentrum - niet alledaagse aankopen - meer gevarieerde vrijetijdsbesteding - gezondheidszorg (ziekenhuis, specialist) - middelbaar onderwijs subregionale stad regionale metropool (grote stad)
In deze categorisering, die voor de fusie werd opgemaakt, wordt Brakel aangeduid als een tot kleine stad uitgegroeid hoofddorp die voor het zwak uitgeruste ommeland verzorgend optreed. Dit stedelijk ommeland is voor Brakel nauwelijks groter dan het ommeland dat ze als hoofddorp verzorgt. Deze positie wordt echter niet bevestigd in het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Het RSV stelt wel dat volgens de functioneel-hiërarchische benadering Brakel niet beschouwd kan worden als kleine stad maar veeleer als een goed uitgeruste gemeente. Deze positie heeft Brakel behouden dankzij de aanwezigheid van een aantal middelbare scholen en een, op gemeentelijk niveau, goed uitgebouwd handels- en dienstencentrum in Nederbrakel.
4
“De invloedsferen der centra en hun activiteitsstructuren”, M. Goossens en H. Van Der Haegen, Nationaal Comité voor Geografie, Commissie voor de Atlas, Gent, 1972
1630/bx.ds
Pag. 11
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
3.2.2
PENDELSTROMEN Om na te gaan in welke mate Brakel gericht is op steden en gemeenten in de omgeving en omgekeerd in welke mate omliggende gemeenten voor bepaalde functies en diensten in Brakel terechtkunnen, worden hierna de pendelstromen onderzocht. Het cijfermateriaal dat aangehaald wordt is afgeleid uit de cijfers van de volkstelling van 2001 van het Nationaal Instituut voor Statistiek. WOON - WERKVERPLAATSINGEN
Om de pendelstromen van en naar Brakel van dichterbij te bekijken, wordt enerzijds onderzocht waar de inwoners van Brakel uit werken gaan en anderzijds van waar de mensen die in Brakel werken afkomstig zijn. Van de 1471 mensen tewerkgesteld in Brakel in 2001, waren er 818 afkomstig uit de gemeente zelf. Dit betekent dat iets meer dan de helft (56%) van de arbeidsplaatsen in Brakel ingevuld werd door inwoners van Brakel. De overige arbeidsplaatsen werden voornamelijk ingenomen door inwoners van Zottegem en Lierde en in mindere mate door de andere buurgemeenten. Brakel telt een zeer groot aandeel werkforenzen (totaal aantal mensen woonachtig in en werkzaam buiten de gemeente). In 2001 bedroeg het aantal werkforenzen ongeveer 3200. Ongeveer 26% was werkzaam in het Brussels Hoofdstedelijk gewest, 17% werkte in de buurgemeenten en Zottegem. Meer dan 15 % verplaatste zich naar Oudenaarde. WOON-SCHOOLVERPLAATSINGEN
De gemeente Brakel kent vier middelbare scholen met en zonder afdeling voor lager onderwijs. In 2007 liepen 2618 kinderen school in Brakel. Er bestaan geen recente gegevens omtrent de herkomst van deze leerlingen. In het verleden kwam ongeveer de helft van deze uit de eigen gemeente. De overige scholieren kwamen voornamelijk uit buurgemeenten Lierde en Zottegem. Brakel telt ook een heel aantal scholieren die in een andere gemeente school lopen. Een groot deel gaat naar school in Geraardsbergen, Zottegem en Oudenaarde. Deze bevindingen zijn gebaseerd op cijfers uit cijfers uit 1991. Er zijn geen recente gegevens die deze bevindingen tegenspreken. WOON-VRIJETIJDSVERPLAATSINGEN
Vrijetijdsverplaatsingen zijn alle verplaatsingen van en naar sport-, cultuur-, en shoppingcentra. Brakel beschikt over een sporthal, zwembad en een aantal niet-overdekte sportterreinen. De culturele infrastructuur blijft beperkt tot de gemeentelijke bibliotheek waar regelmatig voordrachten, lezingen en tentoonstellingen georganiseerd worden. Beide voorzieningen zijn vooral van plaatselijk belang. De gemeente kent, binnen de context van de Vlaamse Ardennen, een vrij ruim aanbod aan winkels. De meeste winkels voorzien in dagelijkse behoeften, zoals voedingszaken. Maar ook voor een aantal niet alledaagse aankopen kan men in Brakel terecht. Naast uiteraard de inwoners van Brakel zelf worden deze winkels vooral bezocht door inwoners van buurgemeenten met een meer beperkt winkelaanbod zoals bijvoorbeeld Lierde. Wil men ‘shoppen’, gaat men de grote omliggende steden opzoeken. Belangrijk voor de regionale uitstraling van Brakel is de toeristische en recreatieve infrastructuur die vooral veel ééndagstoeristen aantrekt.
1630/bx.ds
Pag. 12
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4
MESONIVEAU In dit deel wordt de ruimtelijke structuur van Brakel doorgelicht. Dit wil zeggen dat de functies en de ruimtelijke structuren (incl. besproken elementen van het macroniveau) die voor Brakel van belang zijn bekeken worden. De ruimtelijke structuur en haar dynamiek zijn de neerslag van allerlei ontwikkelingen op het vlak van menselijke activiteiten. Omgekeerd bepaalt de ruimtelijke structuur mee de evolutie van deze activiteiten. Er bestaat m.a.w. tussen de ruimtelijke en functionele structuur van een dorp een wisselwerking, een wederzijdse beïnvloeding. De ruimtelijke structuur bepaalt in belangrijke mate de functionele structuur maar is er tevens het gevolg van. De fysieke ruimtelijke structuur van de gemeente Brakel wordt beschreven aan de hand van vijf ruimtelijk structurerende componenten: de fysische basisstructuur, de nederzettingsstructuur, de ruimtelijk-economische structuur, de verkeersstructuur en de openruimte structuur.
4.1
FYSISCH BASISMILIEU EN HISTORISCHE ACHTERGROND
4.1.1
DE FYSISCHE BASISSTRUCTRUUR Het fysisch systeem ligt aan de basis van de bestaande ruimtelijke structuur. Het is het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van klimaat, geologie, reliëf, bodem, water en lucht. Zij vormen de onderlegger voor de historische ontwikkeling van Brakel. De aanwezigheid van water, goede gronden en een aangenaam klimaat waren immers de oorzaak voor het al dan niet ontstaan van vestigingen, gehuchten, en agrarische nederzettingen; nederzettingsstructuren die aan de basis liggen van de ontwikkeling van onze huidige gemeenten en steden.
GEOLOGIE Brakel maakt deel uit van de Vlaamse Ardennen die op hun beurt een onderdeel zijn van het heuvellandschap dat zich op nagenoeg één rechte lijn uitstrekt van Noord - Frankrijk (Cassel) tot de heuvels van het Hageland. Dit heuvelland ontstond op een gelijkvormige wijze, maar is vandaag door erosie in duidelijk verschillende streken verdeeld.
RELIËF In allereerste instantie wordt het fysisch milieu van Brakel gedomineerd door de kenmerken van het reliëf. Het huidige reliëf is in grote mate bepaald door de sterke erosie op het einde van het tertiair en tijdens de interglaciale fasen van het Kwartair. Het Brakels reliëf wordt gedomineerd door twee structuurbepalende elementen. Enerzijds is er de vallei van de Zwalmbeek (Nederbrakel, Michelbeke) met de laagst gelegen gronden, anderzijds zijn er de twee heuvelruggen (noord - zuid te Elst, Zegelsem, Opbrakel en west - oost te Opbrakel, Everbeek) die elkaar net buiten Brakel kruisen. Het hoogste punt van Brakel (125 m) is gesitueerd in het Brakelbos in het uiterste zuidwesten van de gemeente. De beken die aan de oorsprong van de Zwalm liggen, vertonen een dalasymmetrie dwz. steile hellingen naar westen en zuiden, zachtere hellingen naar het oosten en naar het noorden. Zo vertoont de Zwalmvallei ter hoogte van Michelbeke het typisch asymmetrisch karakter: zachtere hellingen richting Elst, steile hellingen richting Zottegem (Boterhoek, Kapittel). Everbeek is door oost - west heuvelkam als het ware afgesneden van de rest van de gemeente; het waarom van de Everbeek-Boven en Everbeek-Beneden wordt op de kaart duidelijk. 1630/bx.ds
Pag. 13
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
HYDROGRAFIE Brakel behoort hydrografisch voor het grootste gedeelte tot het bekken van de Bovenschelde. De deelgemeenten Everbeek en Parike wateren af naar de Dender. Het hydrografisch net is tamelijk dicht door de talrijke bronniveaus. De zijbeken van de Zwalm hebben een smalle vallei en vertonen een opmerkelijk verloop: van west-oost naar zuidwest-noordoost. Heel wat bronnen van de Zwalm dagzomen net over de taalgrens: zo ontspringen de Verrebeek en de Dorenbosbeek in het Waalse Flobecq, meer bepaald in het bois de la Louvière. De Verrebeek slingert zich doorheen weilanden met populieren en is diep ingesneden in het landschap. De Dorenbosbeek meandert mooi en is diep ingesneden met steile, plaatselijk diep uitgeschuurde oevers. Beide bronbeken vloeien door Opbrakel en komen samen ongeveer ter hoogte van de oude spoorwegbedding en vormen de bedding van de Zwalmbeek. Deze Zwalmbeek doorklieft het centrum van Brakel en is op enkele plaatsen overwelfd. Ook het water van de Sassegembeek en het Rowater komen aan de oppervlakte op Waals grondgebied op de helling van La Houppe te Flobecq. De Sassegembeek is een snelstromende, ondiepe bronbeek met een sterk meanderend, grillig verloop en soms sterk uitgeholde oevers. Ze loopt door het Brakelbos, vloeit samen met het Rowater ter hoogte van de Pieter Haelmansstraat en gaat samen met de Vaanbuikbeek en de Roosmeersbeek over in de Molenbeek. Tussen de oude spoorwegbedding en de Watermolenstraat stroomt de Molenbeek dan in de Zwalm; Stroomafwaarts op weg naar de Schelde monden nog achtereenvolgens de Zegelaarbeek, de Marebeek de Dorrebeek en de Boembeek uit in de Zwalm. Deze laatste heeft een bochtig verloop doorheen een heuvellandschap met weiden, akkers en bomenrijen. Tenslotte zorgt de Perlinkbeek voor de afwatering van Zegelsem. De Zwalmbeek zelf is grotendeels rechtgetrokken. Een 5-tal beken zorgen voor de afwatering via het Denderbekken; ook hier zijn de bronnen van de Binchebeek en de Terkleppebeek in Wallonië gesitueerd. Beide bovenlopen vertonen een west-oost richting en snijden als het ware Everbeek middendoor. De Molenbeek, met bronnen in Everbeek-Boven, de Remistebeek die in Peperendaal te Parike aan de oppervlakte komt en tenslotte de Vagebeek of Pachtbosbeek zorgen voor de afwatering van eendeel van Everbeek en Parike. De 3 beken vloeien samen op de grens met buurgemeente Lierde. De Vlaamse Ardennen - dus ook Brakel - zijn gekenmerkt door de aanwezigheid van talrijke bronnen. De geologische opbouw geeft de verklaring: een opeenvolging van doorlaatbare en ondoorlaatbare lagen zorgt ervoor dat het doorsijpelende regenwater op de kleilagen blijft staan en een stuwwatertafel vormt. Aangezien de verschillende geologische lagen niet mooi horizontaal liggen, maar naar het noorden afhellen, gaat het grondwater zich zijdelings bewegen. Waar de kleilaag aan de oppervlakte komt, vormt zich een bronniveau. Enkele waterplassen zijn kunstmatig en om diverse redenen aangelegd: - vijvers rond het St-Franciscusinstituut - vijvers aan de Rijdtmeersen - vijvers in het domein van Top-Bronnen - visvijvers Zegelsem - Perlinkmolen De waterlopen hebben over het algemeen een goede biologische kwaliteit, wellicht te wijten aan de vrij hoge stroomsnelheid in de beken. Vooral de bovenlopen zijn biologisch interessant. Volgende waterlopen zijn prioritair voor ecologische ontwikkeling (GNOP): de bovenloop van de Sassegembeek, Dorenbosbeek, Terkleppebeek, Molenbeek (Parike) en de Remistebeek. Voor de volgende beken is de hoofdfunctie natuur de toekomstvisie: Molenbeek(Nederbrakel), Vaanbuikbeek, Slijpkotbeek, Dorenbosbeek, Verrebeek, Zegelaarsbeek, Dorrebeek, Terkleppebeek, Molenbeek (Parike), Remistebeek en de Vagebeek. 1630/bx.ds
Pag. 14
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 3 Fysische basisstructuur
13 0-20m 20-40m 40-60m
12
9
80-100m
11
14
100-120m
10
8 7 6
19
5 2
1
17
18
beken 1. Verrebeek 2. Dorenbosbeek 3. Sassegembeek 4. Rowater 5. Vaanbuikbeek 6. Roorsmeersbeek 7. Molenbeek 8. Slijpkotbeek 9. Zwalm 10. Zegelaarbeek 11. Marebeek 12. Dorrebeek 13. Boembeek 14. Perlinkbeek 15. Binchebeek 16. Terkleppebeek 17. Molenbeek 18. Remistebeek 19. Vagebeek
4 3
16
15
Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/september 2007
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.1.2
HISTORISCHE EVOLUTIE BODEMGEBRUIK De Ferraris-kaart geeft ons een duidelijk beeld van de van het bodemgebruik rond 1776. (bron: GNOP) Nederbrakel had een centrumgedeelte met een geconcentreerde bebouwing en lintbebouwing in de Molenhoekstraat. De Valkenberg was voor een groot deel bebost. Opbrakel bevatte meer bos en weiland dan nu. Het Brakelbos strekte zich ook uit omheen het Hof Ten Bosse en langs de Molenbeek en de bovenloop van de Vaanbuikbeek. Opmerkelijk is dat er lintbebouwing aanwezig is in de Brakelbosstraat, Leinstraat en Boekkouter. Everbeek is toen een gemeente hoofdzakelijk bestaande uit landbouw, bijna geen bebouwing, enkel wat verspreide bewoning in wijken. Het betrof vooral akkerland met veel hoogstamboomgaarden en omzoomd met beplanting. Te Parike zien we geconcentreerde bebouwing rond de kerk, langs de Hollebeekstraat en de Matrouwstraat. Het Parikebos had vroeger een rechthoekigere structuur. Elst bestond uit geconcentreerde bebouwing rond de kerk. De vallei van de Dorrebeek en Boembeek bestaat net zoals nu uit weiland. Zegelsem bevat kleine woonconcentraties rond de kern en in Hoogstraete en Karnaeckendries. De vallei van de Zwalm bestaat ter hoogte van Michelbeke uit weiland en bossen (Boterhoek en Kapittel). Ook hier is er sprake van lintbebouwing in de Lepelstraat en de Boterhoek. Akkerland nam het overgrote deel van de oppervlakte in. Uitgestrekte akkers komen voornamelijk voor in Everbeek, Elst en Zegelsem. Algemeen kan gesteld worden dat de bossen uitgebreider waren dan vandaag en de weilanden en akkers waren vroeger afgesloten met hagen. Uit de Kaart van der Maelen (1846) – hier niet weergegeven- kan er afgeleid worden dat de bossen sterk gereduceerd zijn door de grote hongersnood rond 1850. De beekbegeleidende bossen zoals van de Sassegembeek en de Vaanbuikbeek, alsook het Toppark, de Boterhoek, Dompels, bossen rond de Slijpkotmolenbeek, het Brakelbos zijn sterk gereduceerd in oppervlakte. Bijgekomen bossen zijn Burreken-Zuid, Bois Cornil en bos aan de Rekelberg (Michelbeke).
1630/bx.ds
Pag. 16
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
figuur 2
1630/bx.ds
Ferrariskaart
Pag. 17
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
ACTUEEL BODEMGEBRUIK EN RECENTE EVOLUTIES Om een beter beeld te geven van recente evoluties in het bodemgebruik van Brakel wordt de bodembezetting van de laatste jaren meer in detail bekeken. OPPERVLAKTE (HA)
AKKERLAND
%
VAN DE TOTALE OPPERVLAKTE
EVOLUTIE
2006
1984
1996
2006
%
2560
2519
48
45
45
-7,2%
28
28
27
-3,2%
6
5
5
-26,5% +9,1%
1984
1996
2713
GRASLAND
1582
1561
1531
TUINEN EN PARKEN, BOOMGAARDEN
351
278
258
BOSSEN
352
381
383
6
7
7
WOESTE GRONDEN
26
18
18
0
0
0
RECREATIETERREINEN
3
9
10
0
0
0
GEKADASTREERDE WATERS EN WEGEN
12
17
22
0
0
0
ANDERE
18
47
53
0
1
1
TOTAAL ONBEBOUWDE RUIMTE
5057
4873
4794
90
86
85
-5,2%
HUIZEN, HOEVEN ,APPART.
383
512
582
7
9
11
+52,0%
AMBACHTS- EN INDUSTRIEGRONDEN
14
16
18
0
0
0
+28,67%
GEBOUWEN MET HANDELSBESTEMMING
2
19
21
0
0
0
- NUTSVOORZIENINGEN
0
3
6
0
0
0
+
- ZIEKENZORG + SOCIALE ZORG
2
3
4
0
0
0
+
- ONDERWIJS + CULTUUR +
6
10
11
0
0
0
+
- EREDIENST
4
8
8
0
0
0
+
- REKREATIE + SPORT
2
7
7
0
0
0
+
ANDERE
3
5
4
0
0
0
TOTAAL BEBOUWDE RUIMTE
416
582
661
7
10
12
+ BIJGEBOUWEN
1984 - 2006
GEBOUWEN VOOR :
tabel 2
1630/bx.ds
GEKADASTEERDE OPPERVLAKTE
5473
5456
5456
97
97
97
NIET GEKADASTEERDE OPPERVLAKTE
172
190
190
3
3
3
TOTALE OPPERVLAKTE
5645
5646
5646
100
100
100
+59,0%
Evolutie bodembezetting Brakel 1984-2006 (BRON : N.I.S.) Uit de tabel blijkt vooreerst dat Brakel nog zeer agrarisch is in ruimtegebruik. Akkers en weiden bezetten samen 72% van de ruimte. Dit percentage overschrijdt het gemiddelde voor de provincie (65%) en zeker voor het hele Vlaamse Gewest (57%). Met een dergelijk hoog percentage, behoort Brakel tot de agrarische gemeenten in de streek. Pag. 18
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Binnen het agrarisch bodemgebruik valt wel op dat Brakel hoger scoort voor grasland en ongeveer gelijk voor akkerland, zowel in vergelijking met de hele streek, als met de provincie als Vlaanderen. De bebossingsgraad is in Brakel iets hoger dan in de meeste andere gemeenten van de Vlaamse Ardennen. Het percentage van 7,0% is beter dan het provinciaal gemiddelde, maar slechter dan het cijfer voor Vlaanderen. Algemeen kan uit de tabel afgeleid worden dat in het verleden gemiddeld per jaar 15 ha onbebouwde ruimte verloren ging, in de laatste jaren is deze trend verminderd, maar wordt er nog steeds ongeveer 10 ha onbebouwde ruimte per jaar ingenomen.
1630/bx.ds
Pag. 19
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.2
NEDERZETTINGSSTRUCTUUR
4.2.1
RUIMTELIJKE PATRONEN Volgens gegevens van het N.I.S., volkstelling 2001, woont 60% van de bevolking van Brakel in de kernen en 40% woont verspreid. Wanneer we de bebouwde ruimte van Brakel bekijken, valt onmiddellijk de sterk verspreide bebouwing op. Toch kunnen we duidelijk de langgerekte bebouwde structuur van de historisch met elkaar vergroeide kernen Opbrakel en Nederbrakel onderscheiden. Gelegen in het laagste gedeelte van de gemeente, op het kruispunt van de belangrijkste ontsluitingswegen, vormt dit verdichte gebied duidelijk het centrum van de gemeente, waarvan de andere wijken en woonkernen afhankelijk zijn. In dit kerngebied treft men een vrij ruim aanbod aan kleinhandelszaken en diensten. Hier zijn ook de meeste onderwijsinstellingen gelegen. Heel wat dorpen op het grondgebied van Brakel zijn ontstaan als straatdorpen of lintdorpen langs een belangrijke verbindingsweg: -
Opbrakel-Nederbrakel langs de N48 en de N8, Parike langs de N493, Zegelsem langs de N8.
Linten van bebouwing kenmerken hierdoor mede de bebouwde structuur van Brakel. De meeste van deze linten zijn historisch gegroeid en werden om die reden dan ook bevestigd in het gewestplan. We treffen deze linten zowel langs de gewestwegen als langs de gemeentelijke verbindingswegen. Toch zijn de dorpen nog niet vergroeid met elkaar, zodat de grote open-ruimtegebieden nog duidelijk aanwezig zijn in het landschap. Elst en Michelbeke, gelegen ten noorden van Nederbrakel en met elkaar verbonden via de Lepelstraat, zijn de enige deelgemeenten die niet rechtstreeks ontsluiten op een verbindingsweg. Ze situeren zich in het agrarisch gebied gelegen tussen de parallel lopende gewestwegen N415 en N462.
1630/bx.ds
Pag. 20
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel
N4 15
Kaart 4 Bestaande nederzettingsstructuur
Bebouwde ruimte Dorpskern
Michelbeke
2
Elst
N46
Zegelsem
N8
N8
Nederbrakel
Opbrakel
N4
93
Everbeek-Boven
N4
8
Parike
Everbeek-Beneden
Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/december 2008
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.2.2
WONINGEN IN DE OPEN RUIMTE Er zijn veel zonevreemde woningen in Brakel aanwezig. In de agrarische gebieden en landschappelijk agrarisch waardevolle gebieden komen er ong. 1440 woningen voor. Brakel kent uitzonderlijk veel woningen in natuurgebied en ander kwetsbaar gebied. Volgens de inventarisatielijst zonevreemde woningen van de gemeente liggen er 136 woningen in kwetsbaar gebied. (zie volgende kaart) Volgende bedenkingen kunnen worden geformuleerd: -
-
1630/bx.ds
Het grote aantal zonevreemde woningen in agrarische gebied hangt samen met het historisch nederzettingspatroon dat typisch is voor de streek. In Brakel werden weinig van deze woningen opgenomen in het gewestplan als landelijk gebied. De historische nederzettingsstructuur is dus niet af te lezen uit het gewestplan, waardoor een groot aantal zonevreemde woningen in Brakel te vinden zijn. Dit heeft wel als voordeel gehad dat het verder aan elkaar groeien van deze verspreide bebouwing werd tegengegaan, en dat op die manier voldoende doorzichten naar de achterliggende open ruimte werden gevrijwaard. Een groot deel van de woningen liggen aan de rand van een natuurgebied. Een ander deel ligt middenin in een natuurgebied Er is een foutieve inkleuring van de Dorrebeekvallei ter hoogte van de kern Michelbeke (zie verder in hoofdstuk 5.2)
Pag. 22
Sum Research / Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Brakel
Kaart 5
Zonevreemde woningen Brakel
gemeentegrens Zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied Zonevreemde woningen
o 0
500
1:60.000 1.000
Gemeentebestuur Brakel 1630 / kpy / maart 2010
2.000
Meter
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.2.3
DE HUISVESTINGSSITUATIE In dit hoofdstuk wordt de bestaande huisvesting in de gemeente Brakel kwantitatief nader bekeken. Inzicht in de huisvesting, en in het bijzonder in de woonkwaliteit, is essentieel om de woonbehoefte accuraat in te schatten. Er wordt o.a. onderzoek verricht naar de comfortgraad, de grondoppervlakte, de ouderdom van de woningen, bebouwing. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de gegevens van het NIS.
en het soort
Vervolgens worden de eigendomsstructuur en de recente bouwactiviteiten nader bekeken.
KWALITEIT VAN DE WONINGEN Volgende tabel schept een beeld van de bebouwde grondoppervlakte van de woongebouwen (aan de hand van gegevens van het N.I.S.uit 2001). DEELGEMEENTEN NEDERBRAKEL OPBRAKEL ZEGELSEM ELST MICHELBEKE PARIKE EVERBEEK TOTAAL
tabel 3
<35M²
35-54M²
55-84M²
85-104M²
105-124M²
>124M²
GEEN GEGEVENS
TOTAAL
205 48 40 35 37 20 56
463 106 62 58 125 37 98
590 113 77 92 132 57 128
456 100 66 66 108 39 128
194 67 48 50 94 45 100
194 68 38 55 56 42 84
279 87 40 46 57 27 63
2481 569 371 402 609 267 657
441 8,2 %
949 17,7 %
1189 22,2 %
963 18,0 %
698 13,0 %
537 10,0 %
579 10,8 %
5356
grondopppervlakte van de Brakelse woongebouwen Bron: N.I.S., 2001
Wanneer we als maatstaf voor een kwaliteitsvolle woning een minimale grondoppervlakte van 54 m2 veronderstellen, volgt dat globaal gezien 25,9 % van de Brakelse woongebouwen niet aan deze voorwaarde voldoen. Voor alle deelgemeenten afzonderlijk ligt het aantal woongebouwen met een oppervlakte onder 54 m² tussen de 20% en 30%. Deze paragraaf schept een beeld van de ouderdom van de woongebouwen aan de hand van gegevens van het kadaster. Ter vergelijking werd ook het aandeel per ouderdomsklasse gemiddeld voor Vlaanderen in de tabel opgenomen. Voor Brakel zijn voor ruim 900 woningen geen exacte gegevens gekend. Om de vergelijking met het Vlaams gemiddelde te kunnen maken, werd met deze woningen geen rekening gehouden Bijna 40 % van de woningen waarvoor gegegens bekend zijn in Brakel dateren van voor 1945. Dit cijfer ligt een stuk hoger dan het Vlaams gemiddelde, waaruit volgt dat het comfort van de meeste woningen waarschijnlijk ook lager is. Daarop wordt in een volgend punt uitvoeriger ingegaan.
1630/bx.ds
Pag. 24
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte DEELGEMEENTEN
VOOR 1919
1919-1945
1945-1960
1961-1970
1971-1980
1981-1990
NA 1990
SUBTOTAAL
GEEN
TOTAAL
GEGEVENS
286 106 92 72 104 47 186
376 72 62 54 96 36 108
428 81 35 46 44 27 39
272 71 34 36 72 20 36
299 49 32 40 69 43 63
181 33 26 30 52 18 49
178 54 33 49 74 25 67
2020 454 314 372 511 217 548
461 115 57 75 98 50 109
2481 569 371 402 609 267 657
TOTAAL
893 20,3 %
804 18,3 %
700 15,9 %
541 12,3 %
595 13,5 %
389 8,8 %
479 10,9 %
4401 100 %
955
5356
VLAAMS
16,0 %
16,6 %
17,0%
13,1 %
16,6 %
NEDERBRAKEL OPBRAKEL ZEGELSEM ELST MICHELBEKE PARIKE EVERBEEK
20,7 %
100%
GEMIDDELDE
tabel 4
ouderdom van de Brakelse woongebouwen Bron: NIS, Volkstelling 2001
In onderstaande tabel wordt er per deelgemeente een beeld geschetst van het huidige comfort van de woningen. Hierbij wordt een opsplitsing gehanteerd in 4 categorieën. Met groot comfort wordt de aanwezigheid van keuken (4m2), telefoon en auto verondersteld. Bij woningen met middelmatig comfort is klein comfort en centrale verwarming aanwezig, met klein comfort wordt stromend water, WC met waterspoeling, badkamer of stortbad bedoeld. Woningen zonder comfort voldoen niet aan de voorwaarden gesteld voor klein comfort.
1630/bx.ds
Pag. 25
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte DEELGEMEENTEN NEDERBRAKEL OPBRAKEL ZEGELSEM ELST MICHELBEKE PARIKE EVERBEEK TOTAAL VLAAMS GEMIDDELDE
tabel 5
GROOT
MIDDELMATIG
KLEIN
1053
324
837
43,8 %
13,5 %
34,8 %
GEEN
191
7,9 %
SUBTOTAAL
2405
GEEN GEGEVENS
76
TOTAAL 2481
100 %
265
57
167
58
547
48,4 %
10,4 %
30,5 %
10,6 %
100 %
172
26
128
35
361
47,6 %
7,2 %
35,5 %
9,7 %
100 %
161
43
131
41
376
42,8 %
11,4 %
34,8 %
10,9 %
100 %
265
40
232
55
592
44,8 %
6,8 %
39,2 %
9,3 %
100 %
114
13
106
23
256
44,5 %
5,1 %
41,4 %
8,9 %
100 %
310
36
227
55
628
49,4 %
5,7 %
36,1 %
8,8 %
100 %
2340
539
1828
458
5165
45,3 %
10,4 %
35,4 %
8,9 %
100 %
56,0 %
14,0 %
25,0 %
5,0 %
100 %
22
569
10
371
26
402
17
609
11
267
29
657
191
5356
: comfort van de woningen, 2001 Bron
:
N.I.S.
In 2001 beschikten 458 woningen of 9% van het totale woningbestand van Brakel niet over klein comfort. Dit percentage ligt gevoelig hoger dan in Vlaanderen (5%) en houdt duidelijk verband met de ouderdom van de woningen in Brakel. Een oud patrimonium brengt automatisch een lager gemiddeld comfort met zich mee. Ten opzichte van 1991 is het gemiddeld comfort er wel duidelijk op vooruitgegaan. In 1991 telde Brakel nog 1387 woningen (28 % van het woningbestand) die niet over klein comfort beschikten. Het Vlaams gemiddelde in 1991 was 13 %; de kloof met Vlaanderen is dus verkleind in de periode 1991-2001. Uit de gegevens van het N.I.S. volgt dat meer dan 40 % van de woningen in Brakel niet over centrale verwarming beschikt. We zien eveneens dat deze vaststelling opgaat voor alle deelgebieden. In de deelgemeente Parike beschikt zelfs minder dan de helft van de woningen over centrale verwarming. Op basis van gegevens van het NIS wordt onderzocht welke soort bebouwing er typerend is voor de verschillende deelgebieden.
1630/bx.ds
Pag. 26
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte DEELGEBIEDEN
OPEN BEBOUWING ABS.
%
ELST MIHELBEKE PARIKE EVERBEEK
717 373 263 229 409 165 483
28,8 65,6 70,9 57,0 67,2 61,8 73,5
TOTAAL (2001)
2639
50,2 %
NEDERBRAKEL OPBRAKEL ZEGELSEM
VLAAMS GEMIDDELDE (2001) TOTAAL (1991) VLAAMS GEMIDDELDE (1991)
tabel 6:
% % % % % % %
HALF-OPEN BEBOUWING ABS.
%
699 130 73 91 136 57 97
28,2 22,8 19,7 22,6 22,3 21,3 14,8
1283
24,4 %
36,1% 2397
48,7% 38,7%
% % % % % % %
GESLOTEN BEBOUWING
%
ABS.
%
820 27 22 40 41 34 50
33,1 % 4,7 % 5,9 % 10,0 % 6,7 % 12,7 % 7,6 %
173 20 4 21 5 1 6
7,0 3,5 1,0 5,2 0,8 0,4 0,9
1034
19,7 %
230
20,4% 1191
24,2% 19,4%
APPARTEMENTEN
ABS.
22,6% 1162
23,6% 25,9%
TOTAAL ABS.
% % % % % % %
2481 569 371 402 609 267 657
4,4 %
5356
20,0% 159
3,2%
4922
15,8%
aard van de woningen, 2001 Bron: N.I.S.
In 2001 bestond de helft van het woningbestand uit open bebouwing. Ten opzichte van 1991 stellen we een kleine toename van het aandeel open bebouwing vast. Daarnaast zien we dat het aandeel gesloten bebouwing afneemt. Zelfs absoluut daalt het aantal. Op Vlaams niveau zien we dat vooral het aandeel appartementen snel stijgt. De open bebouwing vertegenwoordigt gemiddeld slechts 36% van de bouwtypes in Vlaanderen. Binnen de gemeente is er echter een duidelijk onderscheid tussen het soort bebouwing in Nederbrakel en de overige deelgemeenten. In tegenstelling tot het centrum van Nederbrakel dat wordt gekenmerkt door een groot aandeel gesloten en halfopen bebouwing, bestaan de andere deelgemeenten nagenoeg uitsluitend uit open en halfopen bebouwing. Nederbrakel kent het hoogste percentage aan appartementsgebouwen, namelijk 7 %. De woningen in de gemeente Brakel zijn hoofdzakelijk ééngezinswoningen: 93,4%, tegenover 79,5% in Vlaanderen (N.I.S., 2001). De 4,4% appartementen zijn in hoofdzaak in kleinere meergezinsgebouwen ondergebracht. 4,4% van de woningen zijn gecombineerd met een andere functie (in handelshuizen,...). Besluit Wat de grondoppervlakte van de woningen in Brakel betreft kent 26% van de woningen een grondoppervlakte van minder dan 54 m². Algemeen kan gesteld worden dat het woningbestand van Brakel relatief verouderd is. Met bijna 40 % woningen gebouwd voor 1945 ligt het cijfer voor Brakel ver boven het Vlaamse gemiddelde. Ook inzake comfort moet Brakel onderdoen voor het Vlaams gemiddelde:91 % van de Brakelse woningen voldoet aan minimale comforteisen ten opzichte van 95% woningen met minstens klein comfort als Vlaams gemiddelde.
1630/bx.ds
Pag. 27
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Nederbrakel onderscheidt zich van de ander deelgemeenten wat betreft soort bebouwing. We treffen er een groter percentage woningen in halfopen en gesloten bebouwing dan in de andere deelgemeenten waar halfopen en open bebouwing primeert.
EIGENDOMSSTRUCTUUR In vergelijking met het Vlaams gemiddelde (29,1%) telt de hele gemeente Brakel een zeer gering aantal huurders, namelijk 15,5%.(cijfers voor 2001).
PROJECTEN VAN DE SOCIALE SECTOR In onderstaande tabel worden de bestaande projecten weergegeven: DEELGEMEENTE
WIJKEN
NEDERBRAKEL
SINT-PIETERSWIJK
NEDERBRAKEL MICHELBEKE OPBRAKEL PARIKE
NEDERSTENKOUTER HOVENDAAL HOLENBROEK PEPEREN DAALWIJK
TOTAAL
tabel 7
AANTAL VERHUURDE WONINGEN
AANTAL VERKOCHTE WONINGEN
53
29 59 95
16 28 97
183
projecten van de sociale sector Dit betekent een aanbod aan sociale huisvesting van 97 huurwoongelegenheden en 183 koopwoningen, respectievelijk 1,7% en 3,4% van het totaal aantal woningen aanwezig op het grondgebied van Brakel. Wanneer we deze cijfers vergelijken met het gemiddelde voor Vlaanderen, nl. 10% sociale woningen, waarvan 5% huur- en 5% koopwoningen, moeten we vaststellen dat Brakel zowel voor huur- als voor koopwoningen onder het Vlaamse gemiddelde zit. Op korte termijn zal een project van 38 koop- en huurappartementen afgewerkt worden in het centrum van Brakel (project Tirse). LEEGSTAANDE WONINGEN
Door het gemeentebestuur van Brakel wordt elk jaar een inventarisatie gemaakt van het aantal leegstaande woningen in de gemeente. Volgens de meest recente inventarisatie bedroeg het totaal aantal leegstaande woningen op 1 januari 2008 ongeveer 28 woningen. Dit is slechts 0,5% van het totaal aantal particuliere woningen. Om een vlotte doorstroming te voorzien, wordt in het RSV een frictieleegstand van 2,5% van het aantal woningen vooropgesteld. Brakel benadert dit cijfer nauwelijks. Brakel beschikt m.a.w niet over voldoende woningen om een doorstroming in het wooncircuit op te vangen.
1630/bx.ds
Pag. 28
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.2.4
VOORZIENINGEN EN DIENSTEN: HET SOCIAAL-CULTUREEL NETWERK
4.2.4.1
GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN De belangrijkste gemeenschapsvoorzieningen van lokale betekenis zijn geconcentreerd in Nederbrakel. Hier bevinden zich ondermeer het gemeentehuis met een toeristische dienst, de bibliotheek, en het O.C.M.W.. Een aantal voorzieningen zijn ook voor de buurgemeente van belang. Zo is het zonecommissariaat van de politiezone Brakel - Horebeke - Maarkedal – Zwalm in Brakel gelegen. Op het industriegebied in Opbrakel is een examencentrum voor het rijbewijs en een autokeuring gelegen.
4.2.4.2
SCHOLEN Brakel telt - Tien basisscholen waarvan vier vrij gesubsidieerde scholen: twee in Nederbrakel, één in Zegelsem, Michelbeke, Parike, Elst, St Maria-Oudenhove, Opbrakel, verkaveling Valkenberg (Steinerschool) en tussen michelbeke en Nederbrakel. - Vier secundaire scholen waaronder één in Michelbeke, twee in Nederbrakel en één tussen beide. - Zes kleuterscholen: twee in de verkaveling Valkenberg en in Nederbrakel, één kleuterschool in Parike en Everbeek-boven. - een bijafdeling van de Stedelijke Muziekschool Ronse in Opbrakel
4.2.4.3
SOCIO-MEDISCHE VERZORGING Brakel telt geen algemeen ziekenhuis. Voor medische verzorging is Brakel aangewezen op omliggende steden, zoals Oudenaarde, Zottegem en Geraardsbergen. Er is wel een polikliniek Brakel aanwezig in de Watermolenstraat (een afdeling van het AZ Zusters van Barmhartigheid Ronse). Brakel telt 3 rusthuizen met een totale capaciteit van 292 in 20075. Het grootste is het Sint-Fransiscus rusthuis in Opbrakel. Er is ook een rusthuis in Nederbrakel en in Elst (maar dichter bij de kern van Michelbeke gelegen). De rusthuizen in Opbrakel en Elst bieden ook respectievelijk 30 en 26 service-flats aan
4.2.4.4
JEUGDVOORZIENINGEN De gemeente beschikt over verscheidene jeugdvoorzieningen. Geen enkele hiervan is zonevreemd gelegen.
5
1630/bx.ds
Bron: NIS
Pag. 29
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.3
RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUUR
4.3.1
TEWERKSTELLINGSPROFIEL Aan de hand van R.S.Z.- en R.S.V.Z.-gegevens van 1984, 1994 en 2002 wordt de evolutie van de tewerkstelling in Brakel over een periode van bijna 20 jaar geschetst. AANTAL WERKNEMERS 1984 1994 ABS. % ABS.
LANDBOUW
7
0.4%
NT ENERGETISCHE DELFSTOFFEN
2
METAALVERWERKENDE IND.
31 115 302 62 185
PRODUCTIETAK
VOEDING TEXTIEL HOUT+PAPIER+RUBBER BOUW
%
2002 ABS.
%
11
0,6%
268
21.5%
198
17.3%
0.2%
0
0%
2.7% 7.3% 8.7% 2.5% 11.6%
87 89 39 27 164
5,1% 5,2% 2,3% 1,6% 9,6%
%
16
0.9%
0.1%
3
1.8% 6.8% 17.8% 3.7% 10.9%
49 129 155 44 205
26.5%
234
TOTAAL SECUNDAIR
697
41.2%
585
33.1%
406
23,8%
228
22.5%
224
20.6%
227
19.8%
GROOTHANDEL
3.0% 6.5% 0.2% 7.6% 3.9% 4.4% 19.9% 11.2% 1.7%
31 137 33 127 95 115 357 217 70
1.7% 7.7% 1.8% 7.2% 5.4% 6.5% 20.2% 12.3% 4.0%
43 113 51 128 41 155 359 315 86
2,5% 6,6% 3,0% 7,5% 2,4% 9,1% 21,0% 18,4% 5,0%
343
33.9%
408
37.6%
442
38.6%
171
16.9%
219
20.2%
278
24.3%
CULTUUR EN OVERIGE DIENSTEN
52 110 4 128 66 74 337 189 29
TOTAAL TERTIAIR
989
58.4%
1182
66.8%
1291
75,6%
514
50.9%
627
57.8%
720
62.9%
TOTAAL
1693
100%
1767
100%
1708
100%
1010
100%
1085
100%
1145
100%
KLEINHANDEL HORECA VERVOER EN COMMUNICATIE BANK EN VERZEKERINGEN OVERHEID ONDERWIJS SOCIO-MEDISCHE VERZORGING
tabel 8
%
AANTAL ZELFSTANDIGEN 1984 1994 ABS. % ABS.
2002 ABS.
evolutie werkgelegenheid, 1984-1994-2002 Bron: R.S.Z. en R.S.V.Z. Oost-Vlaanderen
Hieruit blijkt dat de textielsector, in 1984 de grootste werkgever in de secundaire sector, door een sterke terugval van het aantal werknemers ondertussen geen prominente sector meer is. Ook de bouwsector kende de laatste 10 jaar een terugval. We kunnen algemeen stellen dat de tewerkstelling in de secundaire sector afneemt. In de tertiaire sector zijn het onderwijs en de sociomedische verzorging het best vertegenwoordigd. Globaal gezien steeg de tewerkstelling in Brakel met ruim 4% in de periode 1984-1994. De voornaamste oorzaak hiervan is een stijging van het aantal werknemers in bijna elke tak van de tertiaire sector. In de periode 1994-2002 is de tewerkstelling nagenoeg teruggevallen op het peil van 1984. Dit is vooral te wijten aan de verdere achteruitgang van de secundaire sector.
1630/bx.ds
Pag. 30
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Wat het aantal werknemers betreft deed zich een verschuiving voor van het aantal werknemers in de secundaire sector naar de tertiaire sector van ongeveer 8%. Ook het aantal zelfstandigen in de tertiaire sector is gestegen ten gunste van een sterke afname van het aantal zelfstandigen in de primaire sector en een nagenoeg stabiel aantal zelfstandigen in de secundaire sector. Het verschijnsel van tertiairisering, dat zich vrij uitgesproken voordoet in Brakel, is frequent voorkomend in Vlaanderen. Het tertiairiseringsproces kent velerlei oorzaken: -
4.3.2
het afstoten van de eigen dienstverlening binnen de industriële ondernemingen naar aparte dienstverlenende bedrijfjes (o.a. onderhoudspersoneel), een stijging van de welvaart veroorzaakt meer vraag naar gespecialiseerde diensten dan naar industriële goederen, grotere behoefte aan gespecialiseerde diensten (fiscaliteit, managementadvies,...) in het bedrijfsleven, grotere overheidstewerkstelling.
RUIMTELIJKE PATRONEN
ERKENDE BEDRIJVENTERREINEN Brakel heeft een grote ambachtelijke zone (gewestplan) in Opbrakel (ca. 25 ha). Bijna alle ‘uitgeruste’ percelen zijn reeds volzet. Diverse K.M.O.’s maar ook detailhandel hebben er zich gevestigd. Er zijn ook een aantal gemeenschapsvoorzieningen gevestigd zoals het rijexamencentrum, autokeuring en containerpark. Een deel van de zone is nog te ontwikkelen. Daarvan is echter een deel gelegen in habitatrichtlijngebied. Brakel bezit nog een kleine ambachtelijke zone langs de N8 die volledig ingenomen is door het historisch gegroeide frisdrankbedrijf Top Bronnen en omgeven is door natuurgebied. Ook in Parike is een kleine ambachtelijke zone. Deze is echter niet in gebruik.
GEÏSOLEERDE BEDRIJVEN Naast de op het gewestplan aangeduide bedrijventerreinen zijn er in Brakel ook nog een groot aantal geïsoleerde bedrijven, al dan niet gelegen in de woonkernen. Dit zijn alle bedrijven gelegen buiten het door het gewestplan erkende bedrijvengebieden. Onder ruimtelijk geïsoleerde bedrijven kan een onderscheid gemaakt worden naar: -
geïsoleerde bedrijven in of aan de rand van de woonkernen, geïsoleerde bedrijven buiten de woonkernen.
Op bijgevoegde kaart merken we dat er een kleine concentratie van bedrijven aanwezig is rond het kruispunt N8/N415. In Brakel wordt men ook geconfronteerd met de problematiek van zonevreemde bedrijven. Er werd een BPA opgesteld voor zonevreemde bedrijven. In het kader van dit BPA werd een enquête verstuurd naar alle bedrijven van de gemeente Brakel en werd nagegaan hoeveel bedrijven momenteel zonevreemd zijn. We stelden vast dat er in Brakel 68 vergunde bedrijven zijn. De land- en tuinbouw, evenals de kleinhandelszaken werden hierbij niet in rekening gebracht. Van de 68 bedrijven werden 12 bedrijven opgenomen in het BPA. 11 bedrijven blijven nog zonevreemd. Bij de meeste wordt de bestaande toestand behouden. Slechts 9 bedrijven zijn gelegen in de ambachtelijke zone, wat betekent dat er nog 36 bedrijven gelegen zijn in landelijk woongebied of woongebied zonder op dit ogenblik zonevreemd te zijn. Bij uitbreiding van de activiteit kunnen deze bedrijven eventueel echter wel zonevreemd worden. 1630/bx.ds
Pag. 31
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 6 Bestaande ruimtelijk-economische structuur
Bebouwing KMO-zone Opbrakel
Michelbeke
Commercieel centrum
Elst
Woonkern met aan de kern gebonden voorzieningen Kleine woonkern Historisch gegroeid bedrijf (Top Bronnen) Geïsoleerde bedrijven buiten de kernen (Overwegend zonevreemd) Ambachtelijke zone (niet ingenomen)
Zegelsem
Nederbrakel
Opbrakel
Parike
Everbeek-Boven
Everbeek-Beneden
Gemeentebestuur Brakel 1630/phm/januari 2011
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.4
LIJNINFRASTRUCTUUR
4.4.1
WEGEN MET EEN REGIONALE FUNCTIE Drie gewestwegen van regionaal belang doorkruisen de gemeente Brakel: -
-
4.4.2
De N8, een zeer belangrijke weg die Brussel, over Ninove en Brakel, verbindt met Oudenaarde, doorkruist op het grondgebied van de gemeente Brakel de kernen van Nederbrakel en Zegelsem. Deze weg beschikt over twee rijbanen en vergt voornamelijk investeringen om de verkeersleefbaarheid en de doortochten door de gemeenten te verbeteren. De N8 omvat, op het grondgebied van de gemeente, de volgende straten: Oudenaardsestraat, Kleibergstraat, Jagersstraat, Herreweg, rond Plein, Kasteelstraat, Hoogstraat, Neerstraat en Brusselsestraat. Recent werd een omleidingsweg (N8c) aangelegd op de oude spoorwegbedding, waardoor het eigenlijke centrum ontlast werd van doorgaand verkeer. De N48 (Ronsestraat) staat in voor de verbinding tussen Brakel en Ronse. De N493 (Geraardsbergsestraat - Steenweg) heeft vooral een verbindings- en verzamelfunctie naar de N42 te Geraardsbergen.
WEGEN MET EEN LOKALE FUNCTIE De belangrijkste intergemeentelijke verbindingsroutes zijn: -
de N415 die instaat voor de ontsluiting en de bereikbaarheid van Brakel t.o.v. Zwalm en Zottegem N462 : verbinding Zottegem Brakel
De volgende gemeentewegen vervullen dezelfde functie maar in mindere mate : -
4.4.3
Nederbrakel - Flobecq (Sint-Martensstraat, Leinstraat, Cijnsland, Heinestraat); Flobecq - Everbeek-Boven - Oudenaardsestraat (Maandagstraat, Muiterij, Steenberg, Priemstraat, Molenstraat) Everbeek-Boven - Everbeek-Beneden - Lessine (Klaaie, Reepstraat, Lessensestraat); Flobecq – Everbeek-beneden (Hemelrijk, Spinele, Mierenhoeh); Parike - Sint-Martens-Lierde (Hollebeekstraat, Matrouwstraat); Nederbrakel - Sint-Martens-Lierde (Stationsstraat, Tenbossestraat, Kruisstraat); Elst - Michelbeke - Sint-Maria-Oudenhove (Lepelstraat, Groenstraat, Riedeplein, Berendries); Elst – Sint-Blasius–Boekel ((Boekelstraat); Rozebeke-Michelbeke (Bloembeke, Heksteelstraat, Meierij).
SPOORLIJNEN Op het grondgebied van Brakel is geen spoorlijn uitgebouwd. Het treinverkeer behoort in Brakel tot het verleden: de spoorwegbedding Brakel-Zottegem is voor het grootste deel ingericht als fietspad, tevens is een deel van de oude spoorwegbedding recent omgebouwd tot een lokale omleidingsweg. Deze weg moet zorgen voor een betere ontsluiting van het industrieterrein, en als
1630/bx.ds
Pag. 33
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
weg voor lokaal doorgaand verkeer. Op deze manier werd een oplossing gegeven voor het probleem van de zwaar belaste doortocht door het centrum van Nederbrakel. Voor het dichtsbijzijnde station is men aangewezen op Lierde. Vanuit dit station kan men via een overstap in Zottegem of Geraardsbergen, Gent, Brussel en Kortrijk bereiken. Er is echter geen bushalte aan het station van Lierde. Ook het station van Zottegem wordt, in functie van de treinverbinding met Brussel, door mensen uit Brakel intens gebruikt.
4.4.4
BUSLIJNEN Het openbaar vervoer in Brakel wordt volledig voorzien door busvervoer. Een heel aantal buslijnen bedienen de gemeente en verbinden ze met de omliggende steden en gemeenten. Er zijn twee hoofdlijnen. Enerzijds de verbinding OudenaardeGeraardsbergen en anderzijds Zottegem-Ronse. Deze lijnen bedienen steeds de stations van deze vier steden. Daarnaast is er ook nog een verbinding met Ninove. Grote gebieden van Brakel worden ook bediend door de Belbus. Lijn Lijn Lijn Lijn Lijn Lijn Lijn Lijn Lijn
11 16 17 21 22 23 24 25 39
Brakel – Geraardsbergen Oudenaarde – Parike – Geraardsbergen Oudenaarde – Lierde – Geraardsbergen Zottegem – Erwetegem – Ronse Zottegem – St. M. Oudenhove – Vloesberg – Ronse Zottegem – Michelbeke – Ronse Zottegem – Michelbeke – Vloesberg – Ronse Zottegem – Pijperzele – Ronse Brakel – Ninove
10 Belbus Brakel – Lierde 20 Belbus Zwalm – Zottegem 70 Belbus Geraardsbergen
1630/bx.ds
Pag. 34
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 7 Bestaande verkeersstructuur
Dorpskernen Regionale verbindingsweg Belangrijke ontsluitingsweg Lokale ontsluitingsweg
N415
Lokale wegen Centrumstraat Omleidingsweg N8c
N462 Fietspad oude spoorwegbedding
N8
N48
N8
N493
Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/december 2008
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.5
OPEN RUIMTE STRUCTUUR
4.5.1
AGRARISCHE STRUCTUUR De landbouw is traditioneel een belangrijk economisch aspect in het buitengebied. De aspecten en de evolutie van agrarische activiteiten zijn bepalend voor de openruimtestructuur van Brakel.
4.5.1.1
GRONDGEBRUIK Om het grondgebruik op het niveau van de gemeente na te gaan, werd gebruik gemaakt van de resultaten van de landbouwtellingen die jaarlijks gepubliceerd worden door het Nationaal Instituut van de Statistiek (N.I.S.) Bij het beoordelen van de NIS-gegevens moet worden rekening gehouden met het feit dat de gegevens op het niveau van een bedrijf zijn verzameld zodat eveneens terreinen zijn opgenomen die buiten de gemeentegrenzen liggen, anderzijds zijn ook terreinen binnen de gemeente niet opgenomen wanner zij behoren tot een bedrijf buiten de gemeente. ABS. ( IN HA )
tabel 9:
REL. ( IN % )
EVOLUTIE
SECTOREN
1980
1996
2006
1980
1996
2006
1980-2006
WEIDEN EN GRASLAND AKKERBOUW GRANEN
1660,94
1399,15
1258,28
48,5
43,0
38,6
-9,9 %
1025,45
707,38
750,01
29,9
21,7
23,0
-6,9%
TARWE
496,64
470,95
492,12
14,5
14,5
15,1
+0,6 %
ANDERE GRAANGEWASSEN
528,81
236,43
257,12
15,4
7,3
7,9
-7,5 %
NIJVERHEIDSGEWASSEN (SUIKERBIET)
178,27
186,10
197,37
5,2
5,7
6,1
+0,9 %
VOEDERGEWASSEN
425,51
644,93
627,55
13,1
19,8
19,3
+6,2 %
AARDAPPELEN
91,75
286,10
305,05
2,7
8,8
9,4
+6,7 %
TUINBOUW TEELT IN OPEN LUCHT
11,46
14,0
91,98
0,3
0,4
2,8
+2,5 %
BOOMGAARD
/
/
10,0
0
0
0,3
+0,3 %
INSTALLATIES ONDER GLAS OF PLASTIEK
0,3
/
/
/
/
/
/
TIJDELIJK TEELTVRIJE GROND
0,15
12,43
17,05
0
0,4
0,5 %
+ 0,5%
TOTALE OPPERVLAKTE CULTUURGROND
3424.97
3251.93
3257,29
100
100
100
evolutie van het gebruik van de cultuurgrond in brakel Bron: land- en tuinbouwtellingen, N.I.S.
Uit de vergelijking van de oppervlaktegegevens van de landbouwtelling van de verschillende jaren blijkt dat de totale oppervlakte cultuurgrond behorende tot een Brakels landbouwbedrijf tussen 1980 en 1996 is afgenomen met 173 ha. Dit is 5% van de oppervlakte die in 1980 door de landbouw werd benut. Deze trend lijkt gestopt, want in de laatste 10 jaar bleef de totale oppervlakte cultuurgrond ongeveer stabiel. 1630/bx.ds
Pag. 36
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Wanneer de afname van de cultuurgrond over dezelfde periode wordt vergeleken met de afname van de bedrijven (zie verder), blijkt dat het oppervlakteverlies veel minder snel verloopt dan de afname van het aantal bedrijven, waaruit geconcludeerd kan worden dat de vrijgekomen grond door herverdeling onder de resterende bedrijven grotendeels zijn landbouwbestemming bleef behouden. Uit de tabel blijkt duidelijk dat de grootste ruimtegebruiker van de cultuuroppervlakte de categorie weiden en graslanden zijn, nl. bijna 40% in 2006. In oppervlakteaandeel volgen de graangewassen met 23% van de cultuuroppervlakte. Hierin wordt het merendeel ingenomen door wintertarwe en – in beperktere mate - wintergerst. Het oppervlakteaandeel van de graangewassen ging in de laatste 25 jaar bijna 7% achteruit. De voedergewassen (voornamelijk maïs) gingen daarentegen fel vooruit en komen in 2006 op een oppervlakteaandeel van bijna 20%. Het oppervlakteaandeel van de tuinbouwgronden was tot 1996 verwaarloosbaar klein maar blijkt in de laatste jaren toch aan belang te winnen. Teelten met behulp van installaties onder glas of plastiek komen in Brakel niet voor. Een vergelijking van de cijfers over de verschillende jaren toont een aantal verschuivingen in het grondgebruik: -
een opmerkelijke stijging qua cultuuroppervlakte deed zich voor in de teelt van voedergewassen en aardappelen. De stijging in de voedergewassen is vooral te wijten aan de uitbreiding van maïs sinds 1980 is de oppervlakte cultuurgrond voor het verbouwen van tarwe en andere graangewassen sterk (circa 7 %) gedaald. Ook de oppervlakte weiden en grasland is duidelijk afgenomen (10 %), maar neemt nog steeds een kleine 40 % van de totale cultuuroppervlakte voor haar rekening.
De landbouw heeft een lichte nadruk op akkerbouw en melkveeteelt, niet grondgeboden bedrijven, bio-industriële en serrecomplexen zijn er nagenoeg niet aanwezig. Laagstamboomgaarden en boomkwekerijen komen vooral in Michelbeke voor. Een laagstamboomgaard is ook aanwezig ten zuiden van Opbrakel.
4.5.1.2
GROOTTEKLASSE VAN DE BEDRIJVEN In Brakel werden in 2006 121 landbouwbedrijven geteld. De laatste 25 jaar is het aantal landbouwbedrijven bijna op een derde terug gevallen. Aangezien in dezelfde periode de cultuuroppervlakte in Brakel met een veel lager percentage daalde en de laatste jaren zelfs terug een lichte stijging kende, bleef het grootste deel van de gronden zijn landbouwbestemming behouden zodat zich een herverdeling van de gronden voordeed die resulteerde in een schaalvergroting van de landbouwbedrijven. Waar er in 1980 gemiddeld 10.28 ha per bedrijf aanwezig was, is dit in 1996 reeds 16,76 ha en in 2006 was er gemiddeld 26.92 ha per bedrijf.
1630/bx.ds
Pag. 37
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
tabel 10
1980
1990
1996
2006
GROOTTEKLASSE
AANTAL BEDRIJVEN
AANTAL BEDRIJVEN
AANTAL BEDRIJVEN
AANTAL BEDRIJVEN
ZONDER TEELT
0.01 – 5HA 5 - 10 HA 10 - 20 HA 20 - 30 HA 30 - 50 HA >50 HA
1 140 53 83 38 18 0
0 94 43 51 37 27 2
0 64 33 29 28 28 12
0 23 24 18 15 18 23
TOTAAL
333
254
194
121
TOTAAL CULTUUROPPERVLAKTE
3424.97
3302.24
3251.93
3257.29
CULTUUROPPERVLAKTE PER BEDRIJF
10.28
13.00
16.76
26.92
evolutie van het aantal landbouwbedrijven per grootteklasse in Brakel Bron:
N.I.S. landbouwstatistieken
Er heeft zich in de laatste jaren een steeds grotere spreiding voorgedaan in de bedrijfsarealen. Momenteel zijn er 23 bedrijven met een oppervlakte cultuurareaal van meer dan 50 ha, terwijl er in 1980 geen enkel bedrijf meer dan 50 ha cultuurgrond had . Het aantal bedrijven met minder dan 5ha is van 140 teruggevallen op 23 bedrijven. De afname van het aantal bedrijven is de resultante van een ingaande (nieuwkomers) en een nog grotere uitgaande (wijkers) beweging. Ruimtelijk gezien heeft deze evolutie belangrijke repercussies met betrekking tot de (al of niet agrarische) toekomstige bestemming van de bedrijfszetels (de gebouwen) van de wijkers, die de beroepssector verlaten. De bedrijfsstructuur is nog klassiek en historisch gebleven: hoogstamboomgaarden, kleinere weiden rond het erf.
4.5.1.3
BEDRIJFSOPVOLGING Eén van de grote problemen die zich voor de landbouw stelt in de nabije toekomst, is de bedrijfsopvolging. Steeds meer landbouwers hebben geen opvolger die hun bedrijf wil overnemen. Een groot deel van de huidige landbouwbedrijven is dus gedoemd om binnen een bepaalde tijd te verdwijnen. Deze situatie doet zich al een aantal jaar voor, gezien het dalende aantal landbouwbedrijven. Alhoewel in Brakel meer dan de helft van de bedrijfsleiders reeds meer dan 55 jaar is, weet op dit moment (cijfers 2003) de grote meerderheid van de landbouwers niet of er een opvolger zal aanwezig zijn (119 van 132 bedrijven). In de onderstaande tabel wordt het aantal bedrijven die al dan niet beschikken over een vermoedelijke opvolger ouder dan 14 jaar, naast elkaar gezet.
1630/bx.ds
Pag. 38
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte AANTAL LANDBOUWBEDRIJVEN VERMOEDELIJKE OPVOLGER GN VERMOEDELIJKE OPVOLGER WEET HET NIET NIET VAN TOEPASSING
tabel 11
ABS.
%
11 43 66 1
9.1 35.5 54.6 0.8
TOTAAL AANTAL BEDRIJVEN
132
100
AANTAL BEDRIJVEN MET EEN BEDRIJFSLEIDER > 55 J.
69
57.0
opvolging van de land- en tuinbouwbedrijven Bron: landbouwtelling, 2006
We zien dat in het totaal 57% van de Brakelse agrarische bedrijven in 2006 een bedrijfsleider had die ouder was dan 55 jaar. Ongeveer de helft van het totaal aantal bedrijfsleiders heeft al duidelijkheid over de opvolging. Slechts 10 % beschikt over een vermoedelijke opvolger. Het is te verwachten dat de cultuurgrond grotendeels zal worden overgenomen door andere bedrijven, wat dus een verdere schaalvergroting binnen de landbouw betekent. De bedrijfsgebouwen zelf vormen een apart probleem. De toekomst van die gebouwen zal in grote mate bepaald worden door de locatie en de staat waarin zij zich op het moment dat het leeg komt te staan, bevindt.
4.5.1.4
ONTWIKKELINGEN BINNEN EN TUSSEN SECTOREN Om het relatief belang van weiden en grasland, akkerbouw, tuinbouw en veeteelt in de gemeente gebruikt het Landbouw Economisch Instituut de parameter Bruto Standaard Saldo6 (BSS). De dienst Land- en Tuinbouw van de provincie Oost-Vlaanderen berekende in 1994 voor Brakel als aandelen in het globaal Bss : veeteelt 59%, akkerbouw 26%, weiden en grasland 13% en tuinbouw 2%. Economisch gezien is de belangrijkste sector in Brakel dus de veeteelt. Op de tweede plaats komt de akkerbouw.
VEETEELT De volgende tabel geeft een samenvattend beeld van de veestapel in de gemeente Brakel:
6
Het BSS van een teelt is de in geldwaarde uitgedrukte totaal opbrengst verminderd met bepaalde specifieke kosten (vb. zaaigoed en plantgoed, aangekochte mesttoffen, verwarming...)
1630/bx.ds
Pag. 39
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
RUNDEREN VARKENS PLUIMVEE SCHAPEN GEITEN PAARDEN KONIJNEN
tabel 12
1980
1996
2006
8214 3785 7627 225 17 159 464
8319 1968 346 66 3 53 44
6531 1609 / 96 / 41 /
evolutie van de veeteelt Bron : land-en tuinbouwtelling, N.I.S.
De veeteelt in Brakel is georiënteerd op rundvee en in mindere mate op varkens. Het aantal varkens is in de laatste 25 jaar meer dan gehalveerd. Het meest in het oog springend is het volledig verdwijnen van pluimvee in de gemeente De rundveestapel is, als enige sector binnen de veeteelt, redelijk stabiel gebleven, maar toch lichtjes afgenomen in de laatste jaren.
AKKERBOUW Het gebruik van de cultuurgrond in de akkerbouw is, over een periode van bijna 25 jaar, gestegen van 50.9% naar 61.0% van de totale cultuuroppervlakte. Deze toename is hoofdzakelijk te wijten aan de opmerkelijke opkomst van de maïs- en de aardappelteelt die samen de afname van de tarweteelten compenseren.
4.5.1.5
SITUERING VAN DE LANDBOUWBEDRIJVEN ALGEMEEN kaart 8 geeft een situering van de landbouwbedrijven. We stellen een zeer sterke spreiding vast, behalve op de open kouters.
ZONEVREEMD Ook gebouwen van landbouwbedrijven kunnen zonevreemd gelegen zijn. Voor het al of niet zonevreemd zijn van een landbouwbedrijf zijn we uitgegaan van de juridische voorwaarden die worden gesteld aan de afbakening van de verschillende zones van het gewestplan. Gebouwen voor land- en tuinbouwbedrijven zijn vanuit juridisch oogpunt enkel toegelaten in volgende zones van het gewestplan : -
agrarisch gebied, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, ecologisch waardevol agrarisch gebied, woongebied met landelijk karakter, woongebied, voor zover het grondgebonden bedrijven betreft.
In Brakel zijn er vandaag nog 2 actieve landbouw bedrijven die hier niet aan voldoen. Ze zijn beide gelegen in natuurgebied, één nabij het Burreken en één nabij de Sassegembeek.
1630/bx.ds
Pag. 40
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel 08 Situering landbouwbedrijven
Gemeentegrens ruilverkaveling Nederbrakel situering landbouwbedrijven zone-eigen zonevreemd
Opdrachtgever: Gemeentebestuur Brakel 1630 / ds / december 2008
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.5.2
NATUURLIJKE STRUCTUUR De gebieden van ecologisch belang zijn sterk gerelateerd aan de abiotische elementen van het fysisch systeem. Zo hebben voor Brakel het reliëf en het waterlopenstelsel een zeer belangrijke rol gespeeld in het ontstaan en de vrijwaring van de ecologisch waardevolle gebieden. Volgende elementen van landschappelijk en ecologisch structurerend belang op gemeentelijk niveau worden weerhouden:
4.5.2.1
KOUTERS De kouterlandschappen zijn een typisch fenomeen voor de Vlaamse Ardennen en liggen meestal op de zacht hellende kant van de heuvels en waar een dikke laag leemgrond lag. De kouters werden vooral gebruikt als akkerland, en werden vroeger het meest met graangewassen begroeid, wat op zich een typische fauna (akkervogelsoorten, muizen en roofvogels) met zich teweegbracht. Op deze kouters komen ook solitaire bomen of haagkanten voor van waaruit ze foerageerden. Kouterlandschappen hebben of eerder hadden een rijk assortiment aan akkeronkruiden. De natuurrijkdom is bijzonder sterk afgenomen door de verschaling en modernisering van de landbouw (herbiciden, zaadselecties, oogsten, ...)
4.5.2.2
BEEKVALLEIEN De structuur van de oppervlaktewaters is te herleiden tot enerzijds de Zwalmbeek met de diverse zijbeken en anderzijds de beken van het Denderbekken. ZWALMBEKKEN De beken in het noorden en westen van de gemeente behoren tot het Zwalmbekken. Volgende valleien behoren tot dit bekken: Zwalmvallei (aan Boterhoek) Typering: natuurrijk deel van de Zwalmvallei met kleine beboste delen en kleinschalige weidelandschappen en een paar woonconcentraties (Berendries en Boterhoek). De Boterhoek is een reliëfrijk, kleinschalig landschap met hoge concentratie aan Avifauna en flora. Het mijnwerkerspad - eertijds een spoorwegbedding, nu een fietspad - doorkruist het gebied van noord naar zuid.
Knelpunten : sterke verweving met landbouw en bewoning Dorrebeekvallei
Typering: een zijdal van de Zwalm met vrij grote natuurpotenties, maar ook heel wat knelpunten die dat verhinderen. Veel oude
kleine landschapselementen en reliëfverschillen, vooral nabij het dalhoofd.
Knelpunten: Vrij veel verspreide bewoning dikwijls vrij recent. Er is geen waterzuivering voorzien langs de Dorrebeek (afwatering vanaf de kern Elst). Multifunctioneel gebied met natuur in verdrukking tussen landbouw en bebouwing.
De valleien van de Boembeek, Perlinkbeek, Slijpkotbeek, Roosmeerbeek, Vaanbuikbeek, Molenbeek, Rowater, Sassegembeek, Dorenbosbeek, Verrebeek. In deze valleien bevinden zich nog een aantal historisch gegroeide landschapselementen.
1630/bx.ds
Pag. 42
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
DENDERBEKKEN De valleien in het zuiden en oosten van de gemeente behoren tot het Denderbekken, ze zijn rijk aan historisch gegroeide KLE. De valleien van volgende beken behoren tot dit bekken: Vagebeek, Molenbeek (Parike), Remistebeek, Terkleppebeek en Binchebeek
4.5.2.3
NATUURGEBIEDEN BURREKEN
Typering: typevoorbeeld van een brongebied ingenomen door grasland. Zeer gemengde structuur met een grote variatie aan bodem- en vegetatietypes. Drie vlasrootputten, waarrond waardevolle percelen bos en steile graslanden. Het gebied ligt verspreid op Brakel, Maarkedal en Horebeke. Knelpunten : versnippering van natuur- en agrarische gebieden, verwaarlozing van talrijke kleine landschapselementen. Degradatie van zeldzame fauna en flora, bedreigd door moderne landbouwmethodes en schaalvergroting. TRIMPONT EN TERKLEPPEBEEK :
Typering : een gebied dat bijzonder hoog geschat wordt op natuurwetenschappelijk vlak. Het bestrijkt de bovenloop en het brongebied van de Terkleppebeek, die behoort tot het stroomgebied van de Dender. Diverse bostypes (beukenbos met wilde hyacint, bronbos, eiken-haagbeukenbos) en de omgeving is zeer rijk aan kleine landschapselementen. Botanisch en faunistisch is de hele reliëfrijke en kleinschalige omgeving van grote waarde. Sporadisch bewoond (hoeven , oudere woningen, één villa met park). Knelpunten : het bos is verdeeld over zeer veel perceeltjes en privé-eigenaars. Lozingen vanuit landbouw en huishoudens bedreigen de zeldzame visfauna in de beek (met bermpje, beekprik, rivierforel). Sommige kleine landschapselementen worden slecht onderhouden of verdwijnen langzaam uit het landschap. HUL - KANAKKENDRIES
Typering : een heterogeen gebied, opgebouwd uit een viertal bronbeken van de Zwalm met beboste dalhoofden en beekgeleidende bosstroken en natte weiden. Tussenin akkergebieden en bebouwde wegjes Knelpunten : lintbebouwde Roborst, verspreide bewoning (Hul, Kanakkendries). Schaalvergroting in de landbouw met verwaarlozing van kleine landschapselementen. LILARE - TOEP
Typering : meest zuidelijk gedeelte van de middenloop van de Zwalm met nog enkele zeer rijke natuurgedeelten : het kasteelpark Lilare en het Toeppark (in Engelse landschapsstijl). Tussenin gaat de weidegordel verder in de alluviale vallei, met akkergedeelten op de valleiflanken. Dicht bewoond in de omgeving van Brakel (Molenhoek, Brusselstraat, Kokerberg). Knelpunten : Natuurwaarden worden sterk aangetast door andere bestemmingen: bewoning, openbaar nut (RWZI)... schaalvergroting van de weidegedeelten met verdwijnen van kleine landschapselementen.
1630/bx.ds
Pag. 43
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.5.2.4
BOSCOMPLEXEN Brakel is één van de bosrijkste gemeenten van de regio. Het overwicht aan bos die we aantreffen in het zuiden van de gemeente, ligt van west naar oost nagenoeg op één lijn (Brakelbos, Haeyesbos, Steenbergbos,...) en is een onderdeel van de oost-west bossengordel van het noorden van Frankrijk tot voorbij Diest in het Hageland. Daarnaast zijn er nog bosconcentraties in de twee kasteelparken Toeppark en Lillare, aanplantingen langs de Zwalm, het Burreken en Dompels. Verspreid over heel het grondgebied van de gemeente zijn er kleinere bospercelen, vooral langsheen de beken. De bosstructuur in Brakel wordt voor een groot deel bepaald door de aanwezigheid van talrijke bronbossen. Hier ontspringen een groot aantal de zijbeken van de Zwalmbeek en het Denderbekken. De meest waardevolle boscomplexen van Brakel behoren tot de zuidelijk gelegen heuvelrug die van west naar oost loopt en die, naast de beekvalleien,in zeer belangrijke mate de natuurlijke structuur van de gemeente bepaalt. Deze zijn:
BRAKELBOS
Typering : Het bos maakt deel uit van een groter boscomplex, dat doorloopt op Waals grondgebied. Bovenloop van de Zwalm (Sassegembeek) met unieke visfauna (rivierforel, rivierdonderpad, beekprik). Vrijwel integraal beukenbestand met wat meer gemengde compositie rond de bronbeekjes. Schitterend hyacintenveld in het voorjaar. Knelpunten : Recreatiedruk door wandelaars, fietsers en sporadisch crossers leidden tot toeristenerosie: bospaden ontstaan en verbreden, onderbegroeiing verdwijnt, bermen leiden aan overbetreding, zwerfvuil,...Bewoning en agrarisch gebruik in het noordoosten doen de waterkwaliteit snel dalen. Negatieve invloed vanuit Wallonië: reusachtige ontzaveling + stortplaats op Modderodde. HAEYESBOS
Typering : Uitloper van het uitgestrekte Louvièrebos in Flobecq. Tussenliggend enkele verspreide oude woningen, weide- en akkerpercelen. Rijk aan brongebiedjes. Knelpunten : het bos is nog grotendeels in privé-bezit, verdeelt over vele perceeltjes en eigenaars. Tracé van 2 aardgasleidingen vormt een onderbreking van het bosgedeelte. STEENBERGBOS
Typering : Het gebied van het Steenbergbos is sterk glooiend. we vinden er de bronnen van de Molenbeek, die behoort tot het stroombekken van de Dender.
Knelpunten : sterke verwevenheid en vermenging van functies Volgend tabel geeft een overzicht van de grootste bossen in Brakel met hun oppervlakte:
1630/bx.ds
Pag. 44
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte NAAM
OPPERVLAKTE (HA)
BURREKEN (ZEGELSEM) PERLINKBEEK-GRIEZELENDRIES (ZEGELSEM) BRAKELBOS (OPBRAKEL) ROVORST (ZEGELSEM) KANAKKENDRIES (ZEGELSEM) HOUWDRIES (ZEGELSEM) VISSEGEM (ELST) DORENBOSBEEK (OPBRAKEL) DOMPELS (ELST-MICHELBEKE) HAEYESBOS (EVERBEEK) KAPELLENBOS (EVERBEEK) TRIMPONT (EVERBEEK) PEVENAGE (EVERBEEK) NIEUWPOORT (EVERBEEK) STEENBERGBOS (EVERBEEK) BOTERHOEK (MICHELBEKE) BERENDRIES (MICHELBELKE) PARIKEBOS (PARIKE) GELATEGEM (PARIKE) TOEPPARK BOSSEN ST-FRANCISCUSINST. (SINT-MARIA-OUDENHOVE) BRONBOS SLIJPKOTBEEK (ZEGELSEM) BOS REMISTEBEEK (PARIKE) TOTAAL
tabel 13
445 HA
bossen in brakel Bron:
4.5.2.5
21.37 4.29 52.34 5.02 6.87 6.18 1.45 8.46 16.44 47.72 7.69 25.40 2.28 2.50 19.54 5.40 2.60 10.20 2.84 22.80 14.53 4.70 4.50
GNOP
KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Kleine landschapselementen zijn veel minder structuurbepalend dan bossen en beekvalleien, maar zijn omwille van hun ecologische waarde van belang voor de natuurlijke structuur van Brakel. Het betreft o.a. volgende elementen: poelen, taluds, holle wegen, oude spoorwegbermen, knotbomenrijen, haagkanten, solitaire bomen, kleine bossages,... . Oorspronkelijk hadden de kleine landschapselementen een functioneel doel vb; haagkanten werden gebruikt als weideafsluiting, poelen waren veedrinkplaatsen, knotwilgen ontwaterden de natte weilanden en beschaduwden het vee, ... Vandaag de dag hebben ze hun economische waarde verloren en zijn ze vaak verdwenen. Via subsidieregeling worden de kleine landschapselementen opnieuw in het landschap geïntroduceerd. Vaak verbinden de lijnvormige elementen grotere en waardevolle natuurgebieden met elkaar, en fungeren hierdoor als corridors voor de fauna. De inventarisatie van deze landschapselementen is opgenomen in het Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan.
1630/bx.ds
Pag. 45
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 9 Bestaande openruimtestructuur 13
H
Q
Kouters
Michelbeke
Elst
B
Dorpskern
Bos
12 9
Heuvelrug
11
J
14
Beekvalleien Kasteel + park
C
10
Zegelsem
Nederbrakel
G
A
8
T F
7 6 19 Opbrakel
E 5 2
17Parike
1
4
18
S 3
R
BEKEN
BOSSEN
1. Verrebeek 2. Dorenbosbeek 3. Sassegembeek 4. Rowater 5. Vaanbuikbeek 6. Roorsmeersbeek 7. Molenbeek 8. Slijpkotbeek 9. Zwalm 10. Zegelaarbeek 11. Marebeek 12. Dorrebeek 13. Boembeek 14. Perlinkbeek 15. Binchebeek 16. Terkleppebeek 17. Molenbeek 18. Remistebeek 19. Vagebeek
A. Burreken B. Perlinkbeek C. Gastenhoek D. Brakelbos E. Rovorst F. Kanakkendries G. Houwdries H. Vissegem I. Dorenbosbeek J. Dompels K. Haeyesbos L. Kapellenbos M. Trimpont N. Pevenage O. Nieuwpoort P. Steenbergbos Q. Boterhoek R. Parikebos S. Gelategem T. Toeppark
P
K I D
Everbeek-Boven
N M L
O 16 Everbeek-Beneden
15 Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/december 2008
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.6
LANDSCHAPPELIJKE STRUCTUUR De Vlaamse Ardennen, waartoe Brakel behoort, zijn een rij beboste getuigenheuvels met op de top limonietzanden en –zandstenen. De Vlaamse Ardennen wordt gekenmerkt door een sterk versneden reliëf met heel wat micro-elementen (holle wegen, taluds, ...), talrijke loofbossen en zandgroeven. Markante landschapskenmerken zijn elementen die zowel structuurbepalend als beeld bepalend zijn voor een gebied. Deze elementen kunnen bakens, terreinovergangen, reliëfkenmerken, gave landschappen, open-ruimte-corridors zijn. Volgende kaart toont de elementen aan die opgenomen zijn in de ‘Landschapsatlas van Vlaanderen’. Deze atlas geeft een gedetailleerde inventaris weer met gave en herkenbare relicten van de traditionele landschappen weer.
1630/bx.ds
PUNTRELICTEN:
Perlinkmolen, St.-Appoloniakerk Elst, St.-Sebastiaankerk Michelbeke, Dorpskern Zegelsem, St.-Martinuskerk Opbrakel, St.-Lambertuskerk Parike, St.-Mariakerk Everbeek en orgel, Boembekemolen, Hoeve Sieregem, Hoeven ’t Homveld, Kasteel van Lilare, Romeins Hof Zegelsem, Toepkapel Brakel, Slijpkotmolen, Hoeve 1 Rovorst Zegelsem, Hoeve 2 Rovorst Zegelsem, Hof te Wolfskerke, Verrebeekmolen, Hof Te Fransbeke, Hof ten Bossche, De Sergeant, Motte Parike, Toren St.Pieterskerk, Hof te Nieuwpoort.
LIJNRELICTEN:
Oude spoorwegberm Strijpen–Opbrakel, Kasseiweg Haaghoek, Kasseiweg St.-Ursmarusstraat-Herman Teirlinckstraat, Maarkebeek–Molenbeek, Dorenbosbeek, Zwalm, Molenbeek Smeerebbe-Vloerzegem-Parike, Dender, Vroeg Romeinse weg Bavais-Blicquy – Velzeke
RELICTZONES:
Goeferdinge, Gelembeke, Vlaamse Ardennen, Zwalmstreek
ANKERPLAATSEN:
Vallei van de Perlinckbeek, Zwalmvallei tussen Nederbrakel en Munkzwalm, Rovorst en Kanakkendries, Steenbergbos, Trimpontbos en Haeyensbos, Burreken en vallei van de Maarkebeek stroomopwaarts Maarke, Brakelbos
ZICHTEN:
Zichten zijn standplaatsen vanwaar men een onverstoord zicht heeft op een relict of op het landschap dat goed de kenmerken vertoont van het traditionele landschap, of van de overgang tussen verschillende landschappen. Pag. 47
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel 10 Landschapsatlas
Relictzones
ZWALMSTREEK
Puntrelicten
Lijnrelicten
Vallei van de Perlinckbeek
O Panoramische zichten Gerichte zichten
Zwalmvallei tussen Nederbrakel en Munkzwalm
O
Burreken en vallei van de Maarkebeek stroomopwaarts Maarke
Ankerplaatsen
VLAAMSE ARDENNEN
Brakelbos
O
Steenbergbos
O
Rovorst en Kanakkendries
Trimpontbos en Haeyensbos
O
GOEFERDINGE, GELEMBEKE
Opdrachtgever: Gemeentebestuur Brakel 1630 / ds / september 2007
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.7
TOERISTISCH-RECREATIEVE STRUCTUUR
4.7.1
SPORTINFRASTRUCTUUR Brakel beschikt over volgende sportinfrastructuur: -
1 zwembad in Nederbrakel negen sportvelden twee sporthallen, in Michelbeke en in recreatiedomein ‘Rydtmeersen’ site met visvijvers 1 manege en twee terreinen die gebruikt worden voor ruitersport
Veel van deze sportterreinen waren in het verleden zonevreemd. De meeste terreinen werden echter opgenomen in het B.P.A. voor zonevreemde recreatie en sport (zie verder), en aldus werd hun toestand genormaliseerd. Op kaart 11 wordt de ligging van de sportvelden, sporthallen,... weergegeven
4.7.2
TOERISTISCHE INFRASTRUCTUUR -
1630/bx.ds
wandelpaden : Zwalmbronnenpad (12km), Tweebossenpad (8km), Zwalmpad (9km), Geutelingenpad (9km), Walmkebrandpad (12km), Everbeekpad (14.5km), Sigelshempad (14km), Toeppad (8km). fietspaden : van dorp tot dorp (40km) mountainbike routes (totaal 49km) routes voor ruiters en koetsen verblijfsrecreatie: * drie hotels waarvan twee in Parike en één tussen Nederbrakel en Sint-Maria-Oudenhove * In Brakel zijn een tweetal hoeves die ook hoevetoerisme aanbieden, waaronder in de kinderboerderij ‘Diggiehoeve’ ook jongerenvakanties worden georganiseerd * verder zijn er een zevental vakantiewoningen en gastenkamers (Bed&Breakfast), voornamelijk in het zuidelijk deel van de gemeente.
Pag. 49
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 11 Toeristisch recreatieve structuur
Michelbeke Elst
H
V
S
S
Sportterrein
H
Sporthal
Z
Zwembad
R V
Ruitersport Visvijvers Recreatiedomein Rijdtmeersen
Zegelsem
Zone-eigen Zonevreemd Hotel R S
Plattelandstoerisme
Nederbrakel Hoevetoerisme H
S
S Z
Kinderboederij S
S R
Opbrakel Parike
S
Everbeek-Boven S
R
Everbeek-Beneden
Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/december 2008
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
4.8
SYNTHESE: DE GLOBALE BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR Rekening houdende met de hierboven beschreven structurerende elementen kan de bestaande ruimtelijk structuur van Brakel omschreven worden als een vrij agrarische gemeente gekenmerkt door verspreide bebouwing en verlinting, met Nederbrakel als hoofdkern. De openruimtegebieden zijn dus nog vrij goed aanwezig in het landschap van Brakel. Het reliëf- en bronrijke Brakel is één van meest beboste gemeenten binnen de regio, van de Vlaamse Ardennen. Het overgrote deel situeert zich in het zuiden van de gemeente. Een aantal bossen, waaronder het Brakelbos en het Haeyesbos, zijn als natuurgebieden opgenomen in het gewestplan. De aanwezigheid van deze bossen zorgt ervoor dat Brakel als recreatieve gemeente binnen de Vlaamse Ardennen goed in de markt ligt. Brakel ligt op het snijpunt van drie gewestwegen, de N8 (Oudenaarde - Brakel - Ninove), de N48 (Ronse - Nederbrakel) en de N493 (Nederbrakel - Geraardsbergen). Brakel is slecht ontsloten t.o.v. het primair- of hoofdwegennet: enerzijds de N60 in Oudenaarde en anderzijds de N42 in Zottegem.
1630/bx.ds
Pag. 51
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel
N4
15
Kaart 12 Bestaande ruimtelijke structuur
Bebouwde ruimte Ambachtelijke zone
Elst Michelbeke
Kouters Bos Heuvelrug
Zegelsem N46 2
Beekvalleien
N8
Dorpskern Nederbrakel: handel- en dienstencentrum Historisch gegroeid bedrijf 'Top Bronnen'
N8
Nederbrakel
Recreatiedomein 'Rydtmeersen' Kasteel + park Regionale verbindingsweg Belangrijke ontsluitingsweg Lokale ontsluitingsweg Centrumstraat
N4 8
Opbrakel
N4 93
Parike
Everbeek-Boven
Everbeek-Beneden
Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/december 2008
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
5
MICROSCHAAL Op het microniveau worden de verschillende deelgebieden of kernen van Brakel benaderd en cartografisch weergegeven. Hierbij worden de verschillende thema’s zoals de nederzettingsstructuur, de open ruimte, de infrastructuren, de gebieden voor economische activiteiten e.d. behandeld op schaal van de verschillende onderdelen waaruit Brakel is opgebouwd.
5.1
NEDERBRAKEL EN OPBRAKEL De huidige ruimtelijke structuur vertoont een vergroeiing van Nederbrakel en Opbrakel, door de lineaire ontwikkeling langs de Ronsestraat en de uitbreiding van de ambachtelijke zone. De kern wordt doorsneden door twee regionale verbindingswegen (N8, N48). Recent werd een omleidingsweg aangelegd op het oude spoorwegtracé. De kernfuncties zijn geconcentreerd langs het oude tracé van de N8. Tussen deze straat en de omleidingsweg bevinden zich nog een aantal grote gaten in het woonweefsel (inbreidingsgebieden). De natuurlijke structuur dringt het centrum binnen langs de Zwalm en haar zijbeken. Door de afdeling Natuur Oost-Vlaanderen van de Administratie Milieu-, Natuur, Land- en Waterbeheer werd de aanleg van de rondweg aangegrepen om een knelpunt in het stroombekken van de Zwalm aan te pakken. De Dorenbosbeek te Nederbrakel maakt immers deel uit van de bovenloop van de Zwalm; de grotendeels overwelfde loop van de Dorenbosbeek doorheen het centrum van Nederbrakel belemmerde de natuurlijke vismigratie tussen de beneden- en bovenloop. Langsheen het traject van de nieuwe rondweg liet de afdeling Natuur een nieuwe beekbedding aanleggen als aanzet voor de toekomstige natuurtechnische omlegging van de Dorenbosbeek om deze vismigratie te herstellen. In Nederbrakel zijn de belangrijkste voorzieningen aanwezig. Deze voorzieningen zijn niet alleen voor de volledige gemeente van belang, maar sommige ook voor de omliggende gemeenten (politie, middelbare scholen,…). Andere voorzieningen zijn dan vooral op de eigen gemeente georiënteerd: Post, Bibliotheek, brandweer, sporthal, gemeentehuis,…). Ten noorden van Nederbrakel is de geïsoleerde verkaveling Valkenberg terug te vinden. Deze verkaveling is morfologisch niet verbonden met Nederbrakel. De verkaveling wordt van Nederbrakel gescheiden door de vallei van de Kouterbeek.
KNELPUNTEN EN KWALITEITEN -
1630/bx.ds
groengebieden in bebouwd gebied bieden potenties voor recreatie en ontspanning verschijningsvorm van het centrumgebied groen gebieden onder druk het wegprofiel van de centrumstraat is onvoldoende gericht op traag verkeer.
Pag. 53
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Michelbeke St.-Maria-Oudenhove
N4
62
Kaart 13 Bestaande ruimtelijke structuur Op- en Nederbrakel
H Valkenberg
Kernbebouwing
S
Overwegend open bebouwing Geïsoleerde verkaveling Valkenberg Sociale woonwijk Kouters Bedrijventerrein
Z
Grootschalige détailhandel
N8 Zegelsem Oudenaarde
Historisch gegroeid bedrijf ‘Top Bronnen’ N42 / Lierde
Kernfuncties Recreatiedomein ‘Rydtmeersen’
N8
B S
Bosgebied - Kasteelpark
Bi
P
Beek
Overstromingsgebied
Beekvallei
S
Heuvelkam
P
R
S S
Voormalige spoorweg (fietspad) Regionale verbindingsweg
St.-Martens-Lierde
S
Belangrijke lokale verbindingswegen
N8 c
Centrumstraat
Kerkplein
R N48
P
Parking
Gemeentehuis
Zwembad
S
School
Sportterrein
B
Brandweer
Sporthal
P
Politie
Verrebeekmolen
Bi
Bibliotheek
Kasteel
R
Rusthuis
Kerkhof
Z
Polikliniek
Post
S Ronse N4 93
H
Flobecq
Parike / Geraardsbergen
Gemeentebestuur Brakel 1630/phm/januari 2011
Hotel
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
5.2
MICHELBEKE Michelebeke bestaat uit een historische kern, gekenmerkt door een hoge dichtheid, met ten noorden van deze kern een recente sociale verkaveling met een meer open karakter. De kern wordt in het oosten begrensd door een oude spoorwegbedding en de Zwalmvallei. In het westen en zuiden treed een sterke verlinting op richting respectievelijk Elst en Brakel. De vallei van de Dorrebeek dringt als een groene vinger het bebouwd gebied binnen en stroomt ten noorden van de Nieuwstraat. In het gewestplan is evenwel het natuurgebied horende bij de vallei niet correct ingekleurd, nl ten zuiden van de Nieuwstraat, terwijl de valleigronden zelf als agrarisch gebied zijn aangeduid. Hierdoor zijn ook een aantal woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied komen te liggen.
KNELPUNTEN EN KWALITEITEN -
1630/bx.ds
verlinting vormt een bedreiging voor de open ruimte de valleien van de Zwalm en de Dorrebeek kennen waardevolle natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten. Foutieve inkleuring Dorrebeekvallei op het gewestplan ter hoogte van de kern. Sterke achteruitgang van de natuurfunctie in het natuurgebied tussen Nieuwstraat en Boekendries door het agrarisch gebruik Het rusthuis gelegen langs de Nieuwstraat (voorheen gelegen op het grondgebied van Elst) en gelegen op de rand van de Dorrebeekvallei heeft een gebrek aan voldoende parkeerruimte:
Pag. 55
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Rozebeke
Kaart 14 Bestaande ruimtelijke structuur Michelbeke
Historische kernbebouwing Overwegend open bebouwing Sociale woonwijk Kouters Boomgaard Bos (vooral populieren aanplant) Beek Beekvallei Heuvelrug Voormalige spoorweg (fietspad) Verbindingswegen
S
Omleidingsweg N8
Sint-Maria-Oudenhove
Kerkplein
S
School Sporthal
Elst
R
R
Brakel
Rusthuis
Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/december 2008
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
5.3
PARIKE Het deel van de dorpskern van Parike rond het kerkhof is een beschermd dorpsgezicht. Het bebouwd gebied van Parike is gelegen tussen de beekvalleien van de Molenbeek en de Remistebeek. De kern van Parike wordt doorsneden door de N493, die aangeduid is als een lokale weg met een belangrijke bovenlokale verbindingsfunctie. Langs deze N493, aansluitend op de historische kernbebouwing, werd recent een sociale woonwijk gerealiseerd.
KNELPUNTEN EN KWALITEITEN -
1630/bx.ds
waardevolle natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van de beekvalleien verkeersleefbaarheid rond de doortocht van de N493 Potentie van de beekvalleien als ruimtelijke begrenzers Lintbebouwing langs de Fayte en de Hollebeekstraat Ongebruikte kleine ambachtelijke zone in de Koestraat
Pag. 57
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 15 Bestaande ruimtelijke structuur Parike
Brakel Historische kernbebouwing
N4 93
Overwegend open bebouwing Sociale woonwijk Kouters Beschermd dorpsgezicht Ecologisch waardevol bronbos
S
Bosreservaat Beek Beekvallei Heuvelrug N493: gewestweg
Kerkplein
S H
S
School Hotel Kerkhof Gemeentegrens
Geraardsbergen H
Gemeentebestuur Brakel 1630/phm/april 2010
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
5.4
ELST Elst is gelegen op de heuvelrug die zich in het noordwesten van de gemeente bevindt. Rond de kerk is bevindt zich de historische kern bebouwing. De kern spreidt zich verder uit door verlinting langs de Lepelstraat, Gentsestraat en Ommegangstraat. Daardoor is er een binnengebied ontstaan, waar thans een woonverkaveling van 53 loten in ontwikkeling is. Het bestaande voetbalveld en de bijhorende lokale sportclub is daarbij verdwenen. De N415 begrenst aan de westzijde de kern. Het huidig tracé is het resultaat van een rechttrekking, waarlangs evenwel opnieuw) bebouwing werd toegestaan.
KNELPUNTEN EN KWALITEITEN -
1630/bx.ds
verkeersleefbaarheid Lepelstraat en Gentsestraat Gentsestraat is een zeer brede, rechtgetrokken verbindingsweg met recente bebouwing Inbreidingsmogelijkheden in het binnengebied (in ontwikkeling) Lokale voetbalterrein recent verdwenen
Pag. 59
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 16 Bestaande ruimtelijke structuur Elst
Sint-Blasius-Zwalm
(Historische) Kernbebouwing Overwegend open bebouwing Bosje Heuvelkam N415: belangrijke ontsluitingsweg Verbindingswegen Woonproject in ontwikkeling
Michelbeke
Kerkplein
S
School
M
Ovenmuseum Kerkhof
S S
N415
M
N8
Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/december 2008
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
5.5
ZEGELSEM Zegelsem is een pittoresk dorp net ten noorden van de N8, in het oosten bevind zich de vallei van de Slijpkotbeek. De vallei van de Perlinkbeek doorsnijdt het woonweefsel. In de kern bevinden zich een aantal beschermde kasseiwegen (H. Teirlinckstraat, Haaghoek, St. Ursmarsstraat). Langsheen de N8 komen een aantal woonlinten voor.
KNELPUNTEN EN KWALITEITEN -
1630/bx.ds
De waardevolle natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van de Perlinkbeek en van het dorp Verkeersleefbaarheid van de N8 (zeer breed en rechtgetrokken profiel) Leegstand klooster Sint-Ursmars in de kern van het dorp, gedeeltelijk zonevreemd gelegen – er zijn plannen tot ombouw naar serviceflats
Pag. 61
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 17 Bestaande ruimtelijke structuur Zegelsem
Horebeke
Historische kernbebouwing Overwegend open bebouwing Recreatie (visvijvers) Kouters Bosje Beek Beekvallei Heuvelrug N8 : Regionale verbindingsweg
Elst
Beschermde kasseiweg
N8
R S
Kerkplein
S
School
R
Rusthuis St. Ursmarus (leegstaand) Kerkhof
Oudenaarde
Brakel
Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/januari 2008
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
5.6
EVERBEEK-BOVEN Het landelijke dorp Everbeek-Boven bestaat uit de woonstraten Muiterij, Maandagstraat, Stenenplein en Kroonstraat en is gelegen op de belangrijkste heuvelrug van de Vlaamse Ardennen (vandaar de naam ‘boven’). De bebouwing is sterk versnipperd en bestaat uit verschillende groepjes woningen. Hoewel doorsneden door een gewestweg, kan men spreken van een sterk landelijke kern zonder veel doorgaand verkeer. Het dorp is omgeven door zeer waardevolle natuur- en bosgebieden.
KNELPUNTEN EN KWALITEITEN -
1630/bx.ds
hoge ecologische en landschappelijke waarde van het Hayesbos en Steenbergbos
Pag. 63
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 18 Bestaande ruimtelijke structuur Everbeek-boven
Kernbebouwing Overwegend open bebouwing Ecologisch waardevol bosgebied (natuurreservaat) Beek Heuvelrug Verbindingsweg
N493 Kerkplein
s
S
School Sportterrein Kerkhof
Flobecq
Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/september 2007
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
5.7
EVERBEEK-BENEDEN Het landelijke dorp Everbeek-Beneden is gelegen in de vallei van de Terkleppebeek en bestaat uit de woonstraten Reepstraat, Tamelbroekstraat, Everbeekplaats en Lessensestraat. Op de Everbeekplaats is het buurthuis Cordenuit gelegen. Ook hier kan men spreken van een nog uitgesproken landelijk karakter.
KNELPUNTEN EN KWALITEITEN -
1630/bx.ds
de waardevolle natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van de Terkleppebeek verlinting langs Reepstraat, Plaatsbeek, Lessensestraat en Rekestraat
Pag. 65
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Parike
Kaart 19 Bestaande ruimtelijke structuur Everbeek-Beneden
Kernbebouwing Overwegend open bebouwing Kouters Bos Beek Beekvallei Verbindingsweg
Kerkplein Kerkhof Gemeentegrens
Zarlardinge
Flobecq
Lessines Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/september 2007
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
6
RUIMTELIJK BELEID OP VLAAMS NIVEAU
6.1
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN
6.1.1
BRAKEL : WOONKERN IN HET VLAAMS BUITENGEBIED In het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (R.S.V.) werd de gewenste ruimtelijke structuur voor Vlaanderen uitgewerkt. De uitgangsvisie is daarbij de duurzame ruimtelijke ontwikkeling, welke vertaald wordt in de volgende vier basisdoelstellingen: -
de selectieve uitbouw van de stedelijke gebieden, waarbij gestreefd dient te worden naar het gericht verweven van functies en voorzieningen (o.a. de economische activiteiten binnen de stedelijke gebieden) met een absolute prioriteit naar een zo goed mogelijk gebruik en beheer van de bestaande stedelijke structuur; het behoud en waar mogelijk de versterking van het buitengebied en een bundeling van wonen en werken in de kernen van het buitengebied; het concentreren van economische activiteiten in die plaatsen die deel uitmaken van de bestaande economische structuur van Vlaanderen; het optimaliseren van de bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuur waarbij de ruimtelijke condities worden gecreëerd voor het verbeteren van het collectief vervoer en de organisatie van vervoersgenerende activiteiten op punten die ontsloten worden door openbaar vervoer.
De gemeente Brakel behoort tot het buitengebied Veel meer dan in het stedelijk gebied wordt de ruimtelijke invulling van het buitengebied bepaald door het fysisch systeem. Het vormt als het ware de ruggengraat van het buitengebied. Dit fysisch systeem en de bestaande ruimtelijke structuur bieden het raamwerk waarbinnen dynamische activiteiten met steeds wijzigende omgevingsvereisten op een flexibele manier moeten kunnen functioneren. Doelstellingen uit het R.S.V. voor het buitengebied zijn ondermeer het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies (landbouw, bosbouw, wonen en werken). Op deze wijze worden de grote aaneengesloten gebieden van het buitengebied gevrijwaard en versterkt. Versnippering dient te worden tegengegaan door het bundelen van ontwikkeling in de kernen van het buitengebied. De groei van (woon)bebouwing dient in de kernen van het buitengebied te worden opgevangen. Daarnaast dient er vooral aandacht besteed te worden aan de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied. Het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid van het buitengebied dient dan ook te gebeuren op basis van het fysisch systeem. Vervolgens kunnen de verschillende structuren afgebakend worden en kunnen ontwikkelingsperspectieven geformuleerd worden voor: -
1630/bx.ds
de natuurlijke structuur, de agrarische structuur, het landschap, en andere functies in het buitengebied.
Pag. 67
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Hierna volgt een toelichting per functie van het buitengebied.
DE NATUURLIJKE STRUCTUUR: De afbakening van de natuurlijke structuur gebeurt in ruimtelijke uitvoeringsplannen. Deze afbakening is niet gericht op gebieden waar de natuurfunctie gebiedsdekkend en als hoofdfunctie aanwezig is, wel op een ruimtelijk-functionele begrenzing van gebieden waar - vanuit ruimtelijke ordening - beleidsmatige garanties gegeven kunnen worden voor de realisatie van de doelstellingen voor de natuurlijke structuur, in het bijzonder de versterking van de interne samenhang tussen de onderdelen van de natuurlijke structuur. De natuurlijke structuur wordt opgesplitst in vier types, naargelang de natuurwaarde van de gebieden. Het zijn: - de grote eenheden natuur (vroeger “natuurkerngebieden”)7, - de grote eenheden natuur in ontwikkeling (vroeger “natuurontwikkelingsgebieden”), - de natuurverbindingsgebieden, en - de verwevingsgebieden. De grote eenheden natuur (GEN) en grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO), verwevings-, bos- en bosuitbreidingsgebieden worden afgebakend in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. De natuurverbindingsgebieden worden in provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen afgebakend. Natuurverbindingsgebieden worden slechts aangeduid voor zover de verbindende functie niet door een ander onderdeel van de natuurlijke structuur kan worden verzekerd (meestal door verwevinggebieden of een groene bestemming op een plan van aanleg). Bijkomend worden twee gebieden afgebakend voor de bosstructuur: - bosgebied, en - bosuitbreidingsgebied. Binnen de natuurlijke structuur kan de bosstructuur namelijk als een deelstructuur met een aantal eigen karakteristieken onderscheiden worden. De bosstructuur bestaat uit een samenhangend geheel van gebieden waar bossen omwille van socioeconomische, ruimtelijke en ecologische doelstellingen met het oog op het duurzaam functioneren van de bosstructuur worden behouden en ontwikkeld. Met betrekking tot de bosstructuur binnen de natuurlijke structuur zijn de belangrijkste doelstellingen: - het versterken van de multifunctionaliteit van bos, - het tegengaan van versnippering van bestaande bossen (en dus het verlies van biodiversiteit), - het verkrijgen van een hogere bebossingindex, en - het voorzien van nieuwe bossen in bosarme streken. Daarom is het belangrijk alle bestaande bossen te beschermen en bosuitbreiding te realiseren.
7 de begrippen “natuurkerngebied” en “natuurontwikkelingsgebied” werden, conform het decreet op natuurbehoud, vervangen door bovenstaande begrippen.
1630/bx.ds
Pag. 68
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Van belang is de algemene optie om het actuele bosbestand van 8,5% te verhogen. Dit betekent dat in de bosuitbreidinggebieden van de natuurlijke structuur de nodige ruimte voorzien wordt voor ongeveer 10.000 ha nieuw bos, te realiseren aansluitend bij bestaande bossen, in buffers, in de gebieden van de natuurlijke structuur en in de randstedelijke groengebieden.
DE AGRARISCHE STRUCTUUR: Landbouw is de grootste ruimtegebruiker in Vlaanderen en de belangrijkste factor in het openhouden van het buitengebied. Zij kan echter maar overleven als sector als, binnen aanvaardbare randvoorwaarden, de beschikbare technologieën en hulpmiddelen ingezet kunnen worden om aan de landbouwer een normaal inkomen te verschaffen. Dit veronderstelt dat de landbouw zowel kwalitatief als kwantitatief in stand gehouden wordt. De kwalitatieve instandhouding vereist dat een duurzame landbouw wordt bedreven. De agrarische structuur is het samenhangend geheel van gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren. Vanuit het oogpunt van de landbouw is een differentiatie van de gebieden van de agrarische structuur in functie van de teelten, niet meer nodig. Door middel van moderne land- en tuinbouwtechnieken kunnen gewassen nu immers op bodems met de meest uiteenlopende kwaliteiten en geschiktheden verbouwd worden. Maar binnen de verschillende zones van de agrarische macrostructuur moet gestreefd worden naar een optimale externe landbouwstructuur8.
DE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR De -
bebouwde ruimte kan worden opgesplitst in vier groepen, namelijk: de kernen: hoofddorpen en woonkernen; de linten: een bebouwde omgeving met een typisch lineaire structuur; het bebouwde perifeer landschap: hier komt de bebouwing voor als fragmenten in een ongedefinieerd patroon van allerhande types van bebouwing en infrastructuren. De open ruimte is er nog in belangrijke mate aanwezig, maar heeft een versnipperd voorkomen als gevolg van een uitwaaiering van allerhande functies en activiteiten; de verspreide bebouwing (waarin alle andere nederzettingsvormen voorkomen);
In het provinciaal ruimtelijk structuurplan wordt een selectie gemaakt van de nederzettingsvormen naar de kernen, de linten, de bebouwde perifere landschappen en de verspreide bebouwing. Wat betreft de nederzettingsstructuur in zijn geheel kunnen we nog onderstaande doelstellingen formuleren: -
Wonen en werken moet geconcentreerd worden in de kernen. Zowel de nood aan nieuwe woningen als de bouwbehoefte voor dienstverlening, handel en bedrijvigheid moet opgevangen worden in de bestaande kernen. Op deze wijze wordt de open ruimte beschermd, en wordt tegelijk de centrumfunctie en de leefbaarheid van de hoofddorpen en woonkernen versterkt. De aangroei van woningen wordt trendmatig vastgelegd. De geraamde behoefte en de verdeling over stedelijk gebied en buitengebied wordt gedifferentieerd per provincie. Voor Oost-Vlaanderen dient minstens 61% van de nieuwe woningen gerealiseerd te worden in het stedelijk gebied. In een provinciaal ruimtelijk structuurplan wordt voor elke gemeente die niet in het stedelijk gebied werd opgenomen, in absolute en relatieve cijfers de woonbehoefte bepaald. In een gemeentelijk structuurplan wordt dan de lokalisatie van gebieden voor nieuw te bouwen woningen met fasering en minimale en maximale dichtheden aangegeven.
8
externe landbouwstructuur : de structuur nodig voor een optimale productiepotentieel voor de landbouwsector, met uitzondering van de bedrijfseigen elementen (=interne structuur)
1630/bx.ds
Pag. 69
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
-
-
-
-
Lokale bedrijventerreinen enkel in de kernen van het buitengebied. Aansluitend bij de hoofddorpen kunnen lokale bedrijventerreinen ontwikkeld worden. Deze zijn in principe bestemd voor alle bedrijven waarvoor geen Milieu-effectenrapport of Veiligheidsrapport vereist is én met een maximum terreinoppervlakte van circa 5.000 m². Behoefteramingen geven aan dat voor ambachtelijke zones op lokaal niveau 5 ha een richtsnoer is. Gekoppeld aan de realisatiegraad en mede in relatie met de ruimtelijke situering is dit dan ook een te aanvaarden maximale grootteorde.9 Bedrijventerreinen voor historisch gegroeide bedrijven kunnen gerealiseerd worden aansluitend bij de bestaande vestigingen en/of in de kernen van het buitengebied. Een lokaal bedrijventerrein dient altijd afgestemd te worden op de plaatselijke behoefte aan lokale bedrijven. Bereikbaar houden van voorzieningen. Om kernen van het buitengebied en in het bijzonder kleinere kernen leefbaar te houden, zonder disproportionele groei en onverantwoord ruimtebeslag op nieuwe gebieden voor wonen en werken, moet een specifiek sociaal-cultureel en economisch beleid worden uitgestippeld. De bereikbaarheid, zeker voor de minst mobielen is voor die voorzieningen het belangrijkst. Het aanbieden van een vorm van collectief vervoer aangepast aan het niet geconcentreerd voorkomen van de vervoersvraag is daarbij een mogelijk instrument. Behoud en verhogen van de kwaliteit van de kleine kernen. Uitbreiding van de woningvoorraad mag niet uitsluitend vertaald worden in het creëren van nieuwe bouwlocaties. De nadruk moet gelegd worden op maximaal gebruik van de bestaande huisvestingsmogelijkheden in de centra, via inbreiding, renovatie en vernieuwbouw, samenvoegen van bestaande gebouwen, verbouwen van gebouwen die hun functie verloren hebben tot woningen, ... en op het aantrekkelijk maken van de woonomgeving. Geen verdere groei van linten en verspreide bebouwing.
HET LANDSCHAP: Het landschap is de resultante van de dynamische wisselwerking tussen de fysische omstandigheden en de menselijke activiteiten. Zij bevat elementen van verscheiden omvang en met verschillende karakteristieken. Er dient dan ook zoveel mogelijk gestreefd te worden naar het behoud en de ontwikkeling (versterking) van de diversiteit en herkenbaarheid van de landschappen in Vlaanderen. Dit zijn landschappen waarvan het samenhangen slechts in beperkte mate gewijzigd wordt door grootschalige ingrepen. Ook de Vlaamse Ardennen wordt als gaaf landschap geselecteerd.
DE LIJNINFRASTRUCTUUR: In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt als doelstelling mobiliteit en lijninfrastructuur een optimalisering van het bestaande wegennet voorgesteld aan de hand van een functionele categorisering van het wegennet. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het hoofdwegennet, de primaire wegen, de secundaire wegen en de lokale wegen. De categorisering is gebaseerd op het selectief prioriteit geven aan ofwel bereikbaarheid ofwel leefbaarheid. Van de weginfrastructuur rond Brakel worden noch hoofdwegen noch primaire wegen geselecteerd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
9
1630/bx.ds
Ministeriële Omzendbrief R.O. 93.1. betreffende B.P.A.’s welke afwijkingen inhouden betreffende de gewestplannen, 10 november 1993.
Pag. 70
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
6.2
HET GEWESTPLAN Het gewestplan van Oudenaarde dateert van 1977. In 1999 werden een aantal wijzigingen ingevoerd. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen. -
Het natuurgebied aan de Perlinkmolen wordt uitgebreid, de vallei van de Perlinkbeek wordt als valleigebied bestemd. Het oude tracé van de spoorweg ten noorden van Michelbeke, tussen Michelbeke en Nederbrakel en ten zuiden van Nederbrakel, wordt bestemd als parkgebied Ter hoogte van Boterhoek wordt het landschappelijk waardevol agrarisch gebied veranderd in natuurgebied. Het gebied ten oosten van de spoorweg ter hoogte van de Molenhoek wordt natuurgebied (voorheen agrarisch) De kern van Opbrakel wordt bestemd als woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde De agrarische gebieden in het zuiden van de gemeente worden allemaal bestemd als landschappelijk waardevol Het natuurgebied Hayesbos wordt uitgebreid naar het noorden De natuurgebieden van de Terkleppebeek en het Kapellebos worden met elkaar verbonden. De kouters op de noordelijke valleiwand van de Terkleppebeek worden natuurgebied In de vallei van de Binchebeek komen twee kleine bosgebieden Ten noorden van Parike in de vallei van de Molenbeek wordt een klein gebied bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut Aansluitend op het natuurgebied ‘Parikebos’, wordt een zone afgebakend voor bosuitbreiding Het natuurgebied van Brakelbos wordt uitgebreid met de vallei van de Sassegembeek Het natuurgebied Burreken wordt uitgebreid in het noorden en in het zuiden Het natuurgebied in de vallei van de Slijpkotbeek wordt een geheel
In het zuidwesten van de gemeente is er een zone die geen bestemming gekregen heeft op het gewestplan. Het betreft een gebied met agrarisch karakter. Wellicht heeft deze anomalie te maken met een taalgrenscorrectie uit 1963, die door de opstellers van het gewestplan over het hoofd werd gezien.
6.3
GEWESTELIJK RUP Op het grondgebied van Brakel is sinds 11 januari 2008 een gewestelijk RUP van kracht i.v.m een gasleiding. In functie van de bevoorrading van de regio Aalst (zuidelijk Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant) voorziet Fluxys een nieuwe aardgasleiding tussen het ontspanningsstation in Opbrakel (Brakel) en het bestaande gasstation in Haaltert.
1630/bx.ds
Pag. 71
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel 20 Gewestplan
Woongebieden Woongebieden met een landelijk karakter Woonuitbreidingsgebieden Woongebieden met culturele, historische en/of esthetische waarde Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen Gebieden voor dagrecreatie Gebieden voor ambachtelijke bedrijven en KMO's P
Parkgebieden
N
Natuurgebieden
R
Natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat Bosgebieden Agrarische gebieden Landschappelijk waardevolle agrarische gebieden
BRON : digitale rasterversie van het Gewestplan, MVG-LIN-AROHM-Ruimtelijke Planning, geactualiseerd tot 01-01-2002 (OC-GIS-Vlaanderen)
Opdrachtgever: Gemeentebestuur Brakel 1630 / ds / september 2007
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
6.4
BESCHERMDE MONUMENTEN EN LANDSCHAPPEN In de verschillende deelgemeenten van Brakel vinden we beschermde monumenten, landschappen en dorps- en stadsgezichten terug. Hierna volgt een opsomming van de beschermde monumenten en landschappen per deelgemeente (stand maart 2004). BESCHERMDE MONUMENTEN
PLAATS
DATUM KB OF
TOREN VAN DE ST-PIETERSKERK ST-MARIAKERK ST-LAMBERTUSKERK TOREN VAN DE ST-MARTINUSKERK PERLINCKMOLEN VERREBEEKMOLEN ORGEL IN DE ST. APOLLONIAKERK ORGEL IN DE ST. JOZEFSKERK ORGEL IN DE ST. SEBASTIAANSKERK ORGEL IN DE ST. URSMARUSKERK 17DE EEUWS POORTGEBOUW VAN HET KASTEEL NORMAN HOF TE NIEUWPOORT KERKHOFMUUR VAN DE ST-LAMBERTUSKERK KASSEIWEGEN - H. TEIRLINCKSTRAAT - HAAGHOEK - SINT-USMARUSSTRAAT KOROOTKAPEL MET BIJHORENDE WONING BOERENHUIS EN ERF MET WEGKAPEL PASTORIE ST. APOLLONIASTRAAT PASTORIE MATROUWSTRAAT PASTORIE ST. URSMARSSTRAAT WATERMOLEN BOEMBEKEMOLEN ST-MARTINUSKERK
NEDERBRAKEL EVERBEEK-BENEDEN PARIKE OPBRAKEL ELST OPBRAKEL ELST EVERBEEK-BOVEN MICHELBEKE ZEGELSEM SINT-MARIA-OUDENHOVE SINT-MARIA-OUDENHOVE PARIKE ZEGELSEM
28.12.1936 02.12.1959 21.09.1962 08.07.1970 15.10.1974 27.11.1978 19.08.1980 19.08.1980 19.08.1980 19.08.1980 19.12.1980 17.01.1985 21.04.1987 30.03.1995
EVERBEEK OPBRAKEL ELST PARIKE ZEGELSEM MICHELBEKE OPBRAKEL
04.12.2000 04.12.2000 12.12.2002 12.12.2002 12.12.2002 03.02.2005 24.04.2006
OPBRAKEL SINT-MARIA-OUDENHOVE SINT-MARIA-OUDENHOVE PARIKE
27.11.1978 19.12.1980 17.01.1985 21.04.1987
ZEGELSEM
17.12.1981
B.VL.R
BESCHERMD DORPSGEZICHT VERREBEEKMOLEN + OMGEVING KASTEELDOMEIN NORMAN HOF TE NIEUWPOORT + OMGEVING OMGEVING VAN DE ST-LAMBERTUSKERK GERANGSCHIKT LANDSCHAP
BURREKEN
tabel 14
beschermde monumenten en landshappen in Brakel Bron: Monumenten en landschappen, juli 2007
1630/bx.ds
Pag. 73
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 21 Beschermde monumenten en landschappen 19 Michelbeke
5
Elst
Beschermde monumenten
9
7 16
1-Toren van de Sint-Pieterskerk 2-Sint-Mariakerk 3-Sint-Lambertuskerk 4-Toren van de St-Martinuskerk 5-Perlinckmolen 6-Verrebeekmolen 7-Orgel in de St.Apolloniakerk 8-Orgel in de St.Jozefskerk 9-Orgel in de St.Sebastiaanskerk 10-Orgel in de St.Ursmaruskerk 11-17de eeuws poortgebouw van het kasteel Norman 12-Hof ter Nieuwpoort 13-Kerkhofmuur van de St-Lambertuskerk 14-Korootkapel met bijhorende woning 15-Boerenhuis en erf met wegkapel 16-Pastorie St.Apolloniastraat 17-Pastorie Matrouwstraat 18-Pastorie St.Ursmarsstraat 19-Watermolen Boembekemolen 20-Sint-Martinuskerk
11 B
10 18
Zegelsem
C 12 Nederbrakel
1
4
20
Beschermd monument: kasseiwegen
Opbrakel
6
Beschermde dorpsgezichten
A
A-Verrebeekmolen + omgeving B-Kasteeldomein Norman C-Hof ter Nieuwpoort + omgeving D-Omgeving van de St-Lambertuskerk
17 D3 Parike 13
15
Beschermd landschap: het burreken
Everbeek-Boven
8
2 Everbeek-Beneden
14 Gemeentebestuur Brakel 1630/phm/januari 2011
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
6.5
BELEID INZAKE NATUUR, MILIEU EN LANDBOUW
6.5.1
HABITATRICHTLIJNGEBIED In uitvoering van de EEG-Habitatrichtlijn (21/05/1992) inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde fauna en flora werden door de Vlaamse Regering (14/06/1996) 40 habitatgebieden aangeduid. Voor de afbakening van deze gebieden verwijzen we naar onderstaande kaart.
6.5.2
NATUURRESERVATEN Brakel telt een groot aantal natuurreservaten. Volgende tabel geeft een overzicht weer van deze reservaten. GEMEENTE
NAAM RESERVAAT
BRAKEL, HOREBEKE, MAARKEDAL
BURREKEN
BNVR/NR
BRAKEL
PARIKEBOS
BOSR (ABG)
9,33
BRAKEL
DORENBOSBEEKOMLEGGING
VL NR
0,73
BRAKEL
VALLEI VAN DE SASSEGEMBEEK
NATUURPUNT
7,44
7,44
0
0
BRAKEL, ZOTTEGEM
MIDDENLOOP ZWALMVALLEI
NATUURPUNT
47,38
35,17
12,21
30,107 0
BRAKEL
BRAKEL
tabel 15
BEHEERDER
30,47
30,47
OPP. ERKEND
0
18,63
9,33
0
0
0,73
0
0
BOTERHOEK
NATUURPUNT
4,86
4,86
0
JANSVELD
NATUURPUNT
10,07
10,07
0
NATUURPUNT
67,87
67,87
STEENBERG
NATUURPUNT
13,18
13,18
0
0
HAYESBOS
NATUURPUNT
34,08
34,08
0
0
TRIMPONT
NATUURPUNT
13,71
13,71
0
0
NATUURPUNT
0,39
0,39
0
0
EVERBEEKSE BOSSEN
KEELENBERG
TOTALE OPP. (HA) OPP. IN EIGENDOM OPP. IN HUUR
0 33,76
overzicht natuurreservaten Legende beheerders: BOSR (ABG): Bosreservaat (Agentschap Natuur en Bos); BNVR/NR: Belgische Natuur- en Vogelreservaten, natuurpunt;
6.5.3
AFBAKENING VEN GEBIEDEN Volgens het besluit van de Vlaamse regering op 18 juli 2003 werd de afbakening van het eerste deel van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) definitief vastgesteld. De VEN-gebieden vormen tezamen een netwerk van natuurgebieden. Kaart 22 toont de selectie van de VEN-gebieden, die een onderdeel vormen voor een netwerk van waardevolle natuur. De natuur krijgt in deze gebieden een bijkomende bescherming zodat eigenaars en beheerders de mogelijke middelen verkrijgen voor de instandhouding ervan.
1630/bx.ds
Pag. 75
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
VEN-GEBIEDEN: -
Vallei van de Perlinkbeek Het Burreken, Hauwstraat en Ganzenberg Bronbossen en bovenlopen van de Vlaamse Ardennen Midden en benedenloop van de Zwalm
Onderstaande kaart bied een overzicht van de afbakening van de VEN – gebieden 1°fase voor Brakel.
1630/bx.ds
Pag. 76
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel 22 VEN- en Habitatgebieden
Vallei van de Perlinkbeek
VEN 1°fase GENO GEN
Midden- en benedenloop van de Zwalm
Habitat gebieden Gemeentegrens
Het Burreken, Hauwstraat en Ganzenberg
Bronbossen en bovenlopen van de Vlaamse Ardennen
Opdrachtgever: Gemeentebestuur Brakel 1630 / ds / september 2007
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
6.5.4
RUIMTELIJKE VISIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN BOS REGIO VLAAMSE ARDENNEN In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen heeft de Vlaamse administratie, in overleg met gemeenten, provincies en belangengroepen, een ruimtelijke visie opgesteld voor de regio Vlaamse Ardennen. Hierin geeft de overheid aan hoe zij de open ruimte in deze regio de komende jaren ruimtelijk wil zien ontwikkelen en welke acties ondernomen kunnen worden om dit te realiseren. Op 8 mei 2009 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 29.000 ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed Op het grondgebied van Brakel bevinden er zich 2 deelregio’s. De deelregio Zwalm omvat het gebied van het Zwalmbekken. Dit gebied is begrensd door de oostelijke valleirand van de Schelde in het westen, door het bekken van de Munkbosbeek ten noorden en door het Denderbekken ten oosten. In het zuiden is waterscheidingskam met de Maarkebeek de grens. Grofweg is het de driehoek tussen Oudenaarde, Velzeke en Brakel. Globaal genomen heeft de vallei van de Zwalm met haar steile valleiflanken een hoge ecologische waarde. Ze is structuurbepalend voor de natuurlijke structuur op Vlaams niveau. Een aantal beekvalleien zoals de Perlinckbeek, de Munkbosbeek en de Oossebeek met hun valleiflanken zijn structuurbepalend voor de natuurlijke structuur van deze deelregio. In de valleien heeft natuur meestal de hoofdfunctie. Soms is natuur een nevengeschikte functie naast landbouw. Deze valleien slingeren zich als groene linten door een landschap van grote aaneengesloten samenhangende landbouwgebieden met karakteristieke open kouters. Landbouw speelt een cruciale rol voor het behoud van de open ruimte op de kouters en kan plaatselijk via verwevingsgebieden aangespoord worden om de waardevolle graslanden in de beekvalleien te behouden. Op deze wijze wordt het gemengd landbouwsysteem dat kenmerkend is voor de Vlaamse Ardennen ook in toekomst behouden. Volgende elementen worden in de concepten geselecteerd: Ruimtelijk-functioneel samenhangende gebieden vrijwaren voor de land- en tuinbouw met grondgebonden landbouw als drager van de open ruimte 1.2 Sint-Denijs-Boekel, Volkegem tot Nederbrakel (zuid-westelijk deel) 1.3 Sint-Goriks-Oudenhove, Sint-Maria-Oudenhove tot Opbrakel (oostelijk deel) Behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in beekvalleien en op valleiflanken met ruimte voor herstel van het natuurlijke watersysteem 2.1 Zwalm (bovenloop, middenloop en benedenloop) 2.2 Perlinckbeekvallei (tussen Zegelsem en Sint-Blasius-Boekel) 2.4 Dorenbos- en Verrebeek 2.5 Molen- en Sassegembeek 2.6 Roosmeersbeek Behoud en versterking van gevarieerde (open/halfopen) valleien inclusief hun flanken met ruimte voor een natuurlijk overstromingsregime 3.6 Boembeek (Brakel) 3.7 Doren-Dorrebeek (Brakel) 3.8 Marebeek (Sint-Maria-Oudenhove/Michelbeke) 3.9 Vaanbuikbeek (Brakel)
1630/bx.ds
Pag. 78
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
3.10 Benedenloop Perlinckbeek (Peerdestokbeek-Molenbeek-Boekelbeek) 3.11 Bovenloop Perlinckbeek 3.13 Roebeek (Horebeke-Brakel) Samenhangende complexen van zéér waardevol historisch bos behouden, verbinden en versterken als structuurbepalende natuur- en/of landschapselementen 5.5. Kloosterbos 5.6 Hauwstraat en Kanakkendries, Frooen- en Boembos 5.7 Haeyesbos (Everbeek) 5.8 Brakelbos Ontwikkeling van landschappelijk en ecologisch waardevolle lineaire elementen 7.1 Mijnwerkerspad (voormalige spoorlijn Zottegem-Brakel-Ronse) Uitbouwen van randstedelijke groengebieden 8.1. Rijtmeersen Vrijwaren en versterken van waardevolle landschappen en erfgoedwaarden 9.3 Zwalmvallei tussen Nederbrakel en Munkzwalm 9.5 Rovorst en Kanakkendries 9.6 Brakelbos 9.7.Trimpontbos en Haeyesbos 9.9. Vallei van de Perlinckbeek Vrijwaren van markante plateauranden/steilranden 10.2 Valleiflank van de Zwalm (en zijbeken) 10.3 Valleiflank van de Perlinckbeek Behoud en versterken van parken en kasteeldomeinen 11.3 Kasteel van Lillare 11.4 Toeppark te Nederbrakel De deelruimte Vlaamse Ardennen omvat in de eerste plaats de getuigenheuvelrug van de Vlaamse Ardennen. Deze deelregio wordt begrensd door de oostelijke valleirand van de Schelde in het westen en door de zuidelijke grens van Oost-Vlaanderen tussen Ronse en Geraardsbergen. De begrenzing in het noorden is gevormd door de deelruimte Zwalm en de deelruimte Land van Zottegem, en in het oosten door de deelruimte Dender en Mark. De boscomplexen Muziekbos-Bos Ter Eecken, Pyreneëen-Tombele, Bos Terrijst, rondom het “Burreken” en rondom EverbeekZarlardinge-Parike worden versterkt en ingebed in ruimtelijk aaneengesloten gehelen. De benedenloop van Maarkebeekvallei en de valleiflank wordt uitgebouwd tot een complex van waardevolle helling- en valleibossen met soortenrijke graslanden waar natuur de 1630/bx.ds
Pag. 79
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
hoofdfunctie krijgt. Langsheen de diverse beekvalleien wordt gewerkt aan netwerk van functioneel of ruimtelijk verweven complexen van vallei-, hellingbos en waardevolle graslanden. O.m. op de valleiflanken worden ruimtelijke randvoorwaarden gemaakt die negatieve invloeden beperkt (bvb. erosie). Volgende elementen worden in de concepten geselecteerd: Ruimtelijk-functioneel samenhangende gebieden vrijwaren voor de land- en tuinbouw met grondgebonden landbouw als drager van de open ruimte 20.3 Het Landbouwgebied van Nukerke tot Zegelsem/Opbrakel 20.4.Het landbouwgebied tussen Brakel en Geraardsbergen Behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in beekvalleien en op valleiflanken met ruimte voor herstel van het natuurlijke watersysteem 22.4. Remistebeek (Noorden van Parike) 22.5 Molenbeek-Terkleppebeek (bovenlopen) Behoud en versterking van gevarieerde (open/halfopen) valleien inclusief hun flanken met ruimte voor een natuurlijk overstromingsregime 23.11 Molenbeek-Pachtbosbeek (boven- en middenloop rond Parike 23.15. Zoen ten zuiden Terkleppebeek (Everbeek-Beneden) Behoud en versterking van gevarieerde (open/halfopen) valleien met ruimte overstromingsregime 24.8 Vagebeek (Nederbrakel) 24.9. Bovenloop Remistebeek (Parike) 24.13 Binche-, Kalster-, Korreel- en Molenbeek (Everbeek/Zarlardinge/Goeferdinge)
voor
een
natuurlijk
Samenhangende complexen van zéér waardevol historisch bos behouden, verbinden en versterken als structuurbepalende natuur- en/of landschapselementen 25.1 Burreken (Sint-Kornelis-Horebeke – Schorisse – Zegelsem – Nederbrakel) 25.16 Steenbergbos (Everbeek) 25.17 Trimpont-, Kapel- en Broukbos, Plaatsbeke en Nieuwpoort (Everbeek-Geraardsbergen) 25.8 Parike-Brouwiersbos en Kalenberg (Parike-Everbeek-Zarlardinge) Vrijwaren en versterken van waardevolle landschappen en erfgoedwaarden 28.2 Burreken en vallei van de Maarkebeek stroomopwaarts Maarke 28.7. Steenbergbos 28.8 Trimpontbos en Haeyensbos Vrijwaren van markante plateauranden/steilranden 29.4 Heuvelrug van de Vlaamse Ardennen
1630/bx.ds
Pag. 80
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Op de volgende kaart wordt het voorstel van te herbevestigen agrarisch gebied weergegeven, samen met de actiegebieden weergegeven. De gele gebieden worden herbevestigd als agrarisch gebied, voor de oranje gebieden zal een gewestelijk RUP worden opgesteld, voor de bruine gebieden is nader onderzoek noodzakelijk.
figuur 3 1630/bx.ds
De opmaak van de volgende gewestelijke RUP’s worden in het vooruitzicht gesteld: • 14 Middenloop Zwalm en zijbeken tussen de Passemarebeek en Michelbeke (Berendries): versterken van de natuurlijke structuur en bosstructuur • 15 Middenloop Zwalm en zijlopen op de rechteroever tussen Michelbeke en Nederbrakel, Kloosterbos en Toeppark : versterken natuurlijke structuur en bosstructuur, differentiëren Toeppark en Kasteeel van Lilare • 16 : Boembeek en zijbeek: differentiëren van de vallei • 17 Doren- en Dorrebeek en zijbeken, Dompels : differentiëren van de vallei m.i.v. herschikken bestaand natuurgebied en landbouw • 20 bovenloop van de Perlinckbeek en zijlopen: versterken natuurlijke structuur • 23 Molen- en Sassegembeek, Roosmeersbeek en zijlopen, Hauwstraat-Kanakkendries-Rovorst en Brakelbos : versterken van natuurlijke structuur en bosstructuur • 24 Bovenloop van de Zwalm, Dorenbos- en verrebeek en Haeyesbos;: versterken natuurlijke en bosstructuur • 49 Feite-Peperendaal: differentiatie van het agrarisch als verwevingsgebied • 64 Midden- en bovenloop Maarkebeek en zijlopen inclusief Burreken en Bos Terrijst: versterken van de natuurlijke en bosstructuur • 71 Bossen van Everbeek en Parike (Watermolenbeek en Pachtbosbeek en zijbeken en Broekbeek: versterken van natuurlijke en bosstructuur • 73 Bossen van Everbeek (Trimpont, Kollebroeken en Nieuwpoort) Brouwiersbos en MolenbeekTerkleppebeek, Korrel en Gerrebroekbeek en Binche-, Kalsterloop: versterken van natuurlijke en bosstructuur Actieprogramma afbakening buitengebied Pag. 81
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
7
RUIMTELIJK BELEID OP PROVINCIAAL OF BOVENLOKAAL NIVEAU
7.1
PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN OOST-VLAANDEREN
7.1.1
ALGEMENE DOELSTELLING Naast het Structuurplan Vlaanderen biedt ook het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) een referentiekader voor de ruimtelijke planning op gemeentelijk niveau. Het Structuurplan Oost-Vlaanderen richt zich naar het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (subsidiariteitsbeginsel) als kader voor de provinciale structuurplanning. Ook inhoudelijk is het RSV richtinggevend voor het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan. Het PRS werd op 18 februari 2004 goedgekeurd door de Minister. In het richtinggevend gedeelte worden verschillende hoofd- en deelruimten onderscheiden. Voor elk van deze deelruimten worden de uitgangspunten voor het beleid en de ruimtelijke visie en concepten geformuleerd.
7.1.2
SITUERING BRAKEL BINNEN
PRS
Brakel behoort tot het zuidelijk openruimtegebied als landelijk landschap en groene long van bovenregionaal belang. “Het zuidelijk open ruimte gebied” is voornamelijk gericht op het leefbaar maken van de open ruimte en verdere verstedelijking te voorkomen. De landschappelijke waarde oefent nu al een belangrijke aantrekkingskracht uit op de recreant. Toerisme en recreatie zal één van de belangrijkste ontwikkelingsmogelijkheden zijn bij de verdere ontwikkeling van de open ruimte. De volgende ruimtelijke principes worden vooropgesteld.
HET FYSISCH SYSTEEM ALS KAPSTOK VOOR DE LANDSCHAPSVORMENDE FUNCTIES BOS, NATUUR EN LANDBOUW. Het cultuurhistorisch landschap wordt behouden en versterkt. Dit komt de toeristisch-recreatieve potenties ten goede en laat ook de verdere ontwikkeling van de verschillende ruimtelijke functies toe. Er wordt een symbiose gecreëerd tussen natuur en landbouw, waarbij de versterking van het landschap, de ontwikkeling van natuurwaarden en de leefbaarheid van de landbouw wordt nagestreefd. De bestaande landschapswaarden worden hierbij gebruikt als afwegingskader. Zo moet in de Zwalmstreek, een open heuvelland met parallelle asymmetrische valleien, de KLE en het bocagekarakter in de valleien behouden blijven en hersteld worden. Dit is ook zo voor de Vlaamse Ardennen. Daarbij dienen ook de waardevolle boscomplexen op de getuigenheuvels bewaard. In het gebied moet een economisch leefbare landbouw voldoende ontwikkelingskansen krijgen. Verder heeft het gebied sterke mogelijkheden voor hoeve- en plattelandstoerisme en in die zin worden bijkomende ontwikkelingsperspectieven toegekend. Die ontwikkeling moet de leefbaarheid van het platteland versterken zonder de ontwikkeling van de landbouw te belemmeren of de agrarische ruimte te versnipperen.
BEHOUD EN VERSTERKING VAN HET HIËRARCHISCH SPREIDINGSPATROON EN DE CULTUURHISTORISCHE WAARDE VAN DE NEDERZETTINGEN Het verspreid patroon van typische kleine dorpen met een eigen karakter maakt deel uit van het landschap. Dit typisch patroon moet behouden blijven, verdichting of aaneengroeien van kernen moet worden tegengegaan. Bij verdere ontwikkeling van de nederzettingsstructuur moet rekening worden gehouden met het belang van de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de nederzettingen en het omgevende landschap in het toeristisch-recreatief gebeuren in de streek. 1630/bx.ds
Pag. 82
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
DE KLEINE STEDEN ALS ONTWIKKELINGSPOLEN IN DE REGIO EEN ONTSLUITINGSPATROON GERICHT OP DE LEEFBAARHEID VAN DE STEDELIJK- ECONOMISCHE STRUCTUUR EN OP HET VRIJWAREN VAN HET RUSTIG KARAKTER VAN HET BUITENGEBIED
Het dicht net van spoorwegen en stations vormt een basis voor de openbaarvervoersontsluiting, maar aanpassingen zijn wenselijk om de ontsluiting van de kernen naar de centrale plaatsen te verbeteren en om de verbindingen naar de verschillende (groot)stedelijke gebieden uit te bouwen. Er worden een aantal oostwestgerichte wegen geselecteerd om het verkeer uit het open ruimte gebied te verzamelen naar de stedelijke gebieden en het hoger wegennet.
7.1.3
UITSPRAKEN VAN HET PRS T.O.V. BRAKEL In dit hoofdstuk worden een aantal concrete uitspraken m.b.t. de gewenste ruimtelijke structuur uit het PRS Oost-Vlaanderen verzameld. Items die van belang kunnen zijn voor de opmaak van het Brakel worden hier vermeld.
UITSPRAKEN M.B.T. DE GEWENSTE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR De lokale groei inzake wonen en werken in het buitengebied moet geconcentreerd worden in de hoofddorpen en woonkernen. Nederbrakel en Opbrakel worden samen als hoofddorp geselecteerd, terwijl Parike, Elst, Michelbeke en Zegelsem woonkernen zijn. De hoofddorpen zijn de groeipolen van de nederzettingsstructuur van het buitengebied, waar de lokale groei inzake wonen, voorzieningen en lokale bedrijvigheid gebundeld wordt. Nieuwe bedrijventerreinen in het buitengebied kunnen enkel hier voorzien worden, voor zover ze het lokale niveau niet overschrijden. De woonkernen staan in voor het opvangen en bundelen van de eigen groei van de kern en (een deel van) de bijkomende woonbehoeften die in de verspreide bebouwing in de gemeente ontstaat. Nieuwe lokale bedrijventerreinen kunnen hier echter niet ontwikkeld worden. In het PRS wordt er met betrekking tot het wonen geen onderscheid gemaakt tussen hoofddorpen en woonkernen. Voor beide categorieën gelden volgende ontwikkelingsperspectieven: -
-
Max. 39% van de bijkomende woningen in de periode 1991-2007 kan in het buitengebied gerealiseerd worden. Voor de berekening van de gemeentelijke taakstelling is in het PRS reeds uitgegaan van de partiële herziening van het RSV10. Volgens deze berekening bedraagt de taakstelling voor Brakel inzake het aantal te realiseren woongelegenheden in de planperiode (1991 – 2007) 670 woningen. Woonuitbreidingsgebieden kunnen slechts aangesneden worden, indien er in de woonbehoeftestudie aangetoond wordt dat deze taakstelling niet binnen het bestaande aanbod aan juridische bouw- en woonmogelijkheden gerealiseerd kan worden. Bijkomende woningen, lokale diensten en kleinhandel worden in de woonkernen en hoofddorpen opgevangen. Inbreiding staat hierbij voorop. De aard en omvang van de ontwikkelingen moeten afgestemd zijn op het niveau van de kern. Er wordt gestreefd naar een multifunctionele ontwikkeling, verweving van functies, een gedifferentieerde woningvoorraad en een woningdichtheid van 15 woningen per hectare.
10 Besluit van de Vlaamse Regering van 28 februari 2003 houdende de voorlopige vaststelling van een herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
1630/bx.ds
Pag. 83
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
-
In de buitengebiedkernen is werken aan kwaliteit belangrijker dan kwantiteit.
UITSPRAKEN M.B.T. DE GEWENSTE RUIMTELIJK - ECONOMISCHE STRUCTUUR Volgens het RSV behoort Brakel niet tot een structurerend onderdeel voor de gewenste ruimtelijk- economische structuur in OostVlaanderen. Brakel speelt wat bedrijvigheid betreft dan ook een ondergeschikte rol. Nieuwe regionale bedrijventerreinen kunnen in Brakel niet meer ontwikkeld worden, en nieuwe lokale bedrijventerreinen zijn enkel mogelijk in het hoofddorp Brakel, met een maximaal richtcijfer van 5 ha per hoofddorp. De selectie van een hoofddorp betekent niet automatisch de aanwijzing van 5 ha nieuwe bedrijvigheid. De berekening van de nood aan bijkomende lokale bedrijventerreinen is sterk afhankelijk van de gemeentelijke visie m.b.t. het herlokaliseren, dan wel behoud op de bestaande locatie van de bestaande bedrijvigheid.
UITSPRAKEN M.B.T. DE GEWENSTE MOBILITEIT EN LIJNINFRASTRUCTUREN De N8 en de N48 worden als secundaire wegen II geselecteerd. Zij verzamelen het verkeer uit de omliggende hoofddorpen en woonkernen naar de stedelijke gebieden en het hogere wegennet. Het zijn wegen met een oostwestelijke verzamelas en een ondergeschikte verbindingsfunctie voor kleinstedelijke gebieden in het Zuidelijk Open ruimte gebied. De N48 (van N8, Brakel tot N48a, Ronse) is aan een herprofilering toe, waarbij een bijzondere aandacht moet besteed worden aan de landschappelijke inkleding. De N8 (van N48 Brakel tot N60 Oudenaarde) heeft een verzamelfunctie voor regionaal verkeer. Voor de N8 van N42 (Lierde) tot de N493 (Brakel) dient een specifieke aandacht te gaan naar de landschappelijke inkleding van de weg in het open ruimtegebied.
UITSPRAKEN M.B.T. DE GEWENSTE OPEN RUIMTE STRUCTUUR Landschappelijke structuur Voor de landschapsregio “De Vlaamse Ardennen” wordt het vrijwaren van de kwaliteit van de open ruimte (visuele vervuiling), samen met het bestrijden van bodemerosie en extreme betredingsdruk alsook het herstellen en intact houden van de kleine landschapselementen en het bocagekarakter in de valleien voorgesteld. Volgende landschapselementen zijn van provinciaal belang: -
structuurbepalende reliëfelementen: de vallei van de Zwalm, Heuvelrug tussen Ronse en Brakel, Heuvelrug ten zuiden van Zottegem en ten Noorden van Brakel naar Ninove hydrografische elementen: Zwalm andere structuurbepalende elementen: het boscomplex van Kluisbos-Heynsdale-Hotond-Muziekbos-Brakelbos-Hayesbos selectie en valorisatie van landschapsrelicten:Vlaamse Ardennen-Zwalmstreek
Natuurlijke structuur Het Provinciaal structuurplan geeft gebiedseigen ontwikkelingsperspectieven aan voor de natuurverbindingsgebieden. Zij vormen de verbinding tussen de VEN-gebieden (Vlaams Ecologisch Netwerk) die door het Vlaamse Gewest worden afgebakend. Tussen de VEN-gebieden zijn volgende natuurverbindingsgebieden (IVON) geselecteerd: 1630/bx.ds
5N10:
Heuvelrug getuigenheuvels Vlaamse Ardennen:
(knot)bomenrijen, helling en kwelbosjes en – graslanden, valleibosjes en –graslanden. Pag. 84
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
-
5N15: 5N9:
Hul Kanakkendries: Overgangsgebied Leemstreek - Zandleemstreek (Zegelsem):
Bosjes (Knot)bomenrijen, bosjes
Hiernaast worden ook bovenlokale ecologische infrastructuren (EIS) aangeduid. Dit zijn grensoverschrijdende lijnvormige ecologische structuren die te beperkt zijn om tot een VEN of natuurverbindingsgebied te horen. -
5E24: Doornbosbeek 5E25: Boembeek 6E1: Terkleppebeek – Binchebeek -Molenbeek 6E3: Molenbeek - pachtbosbeek 6E4: Broekbeek
Er wordt ook een grensoverschrijdende verbinding naar Henegouwen aangegeven. Het provinciaal structuurplan duidt ook voorkeurlocaties en ontwikkelingsperspectieven m.b.t. bosuitbreiding ter hoogte van Brakelbos, Haeysbos, Trimpontbos.
figuur 4
natuurverbindingsgebeden en bovenlokale ecologische structuur volgens PRS Agrarische structuur Bijkomende ontwikkelingsperspectieven voor de landbouw kunnen toegekend worden voor hoevetoerisme, daar de mogelijkheden voor plattelandstoerisme heel sterk zijn. Toeristisch-recreatieve structuur Brakel behoort tot het toeristisch – recreatief netwerk Vlaamse Ardennen, waarbij in het buitengebied kleinschalige verblijfselementen (i.h.b. hoeve- of plattelandsverblijven, pensions in landelijke kernen) wenselijk zijn.
1630/bx.ds
Pag. 85
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
7.2
PROVINCIALE RUP’S De provincie heeft voor het overstromingsgebied Everbeek- Beneden op de Terkleppebeek een provinciaal RUP opgemaakt. Het werd door de minister goedgekeurd op 06/07/2009. Hiermee wordt een agrarisch gebied afgebakend in de vallei van de Terkleppebeek waar een gecontroleerd overstromingsgebied kan worden aangelegd, waardoor de problematiek van de overstromingen ter plaatse, zijnde in Everbeek-beneden, als verder stroomafwaarts , te Geraardsbergen kan worden aangepakt en verminderd.
7.3
BEKKENBEHEERSPLAN Conform het decreet Integraal Waterbeleid wordt er voor alle deelbekkens een beheersplan opgesteld. Brakel behoort tot het bekkens van de Bovenschelde (deelbekken Zwalm) en een klein deeltje ook tot het Denderbekken (deelbekken Gaverse Meersen). Voor de verschillende deelbekkenbeheersplannen werd een ontwerp-actieplan opgemaakt, dat geïntegreerd werd in het bekkenbeheersplan, gevolgd door een openbaar onderzoek (gehouden tussen 22 november 2006 en 22 mei 2007). Het deelbekkenbeheersplan, met inbegrip van het deelbekkenbeheersplan is definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 30 januari 2009. De belangrijkste relevante ruimtelijke actiepunten uit het deelbekkenbeheerplan Zwalm zijn: -
omlegging van de Dorenbosbeek in open bedding (in de kern van Brakel) tegen wateroverlast en in functie van vismigratie (reeds uitgevoerd)
Uit het deelbekkenbeheeerplan Gaverse Meersen blijkt dat zich in het verleden op meerdere plaatsen wateroverlastproblemen voordeden in de vallei van de Molenbeek-Terkleppebeek. Om de wateroverlastproblemen in het bovenstroomse gedeelte op te vangen voorziet het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen de aanleg van twee bijkomende gecontroleerde overstromingsgebieden, meer bepaald op de Kalsterbeek-Binchebeek en op de Molenbeek-Terkleppebeek, stroomopwaarts van het centrum Everbeek-Beneden (dit in samenwerking met de gemeente Brakel). Een provinciaal RUP is hiervoor opgemaakt (zie hierboven). Daarnaast wordt ook door de gemeente tevens de mogelijkheid bekeken tot aanleg van een bijkomend gecontroleerd overstromingsgebied op de MolenbeekTerkleppebeek (Lobe). 1630/bx.ds
Pag. 86
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Het deelbekken van de Zwalm wordt ook regelmatig getroffen door wateroverlast: o.a. te Opbrakel, Nederbrakel, centrum Brakel, Michelbeke-Sint-Maria-Oudenhove (voet Berendries), Roborst en verschillende plaatsen in de gemeente Zwalm. De zwaarste problemen situeren zich in de gemeente Zwalm. (zie kaart). Door de VMM werd reeds een overloopgebied ‘Leizemooie’ uitgevoerd op de Molenbeek. Op de Dorenbosbeek/Verrebeek is de voorstudie nog lopende. Naast de waterberging, wordt ook aandacht aan de waterzuivering besteed. Aquafin zal nieuwe volwaardige kleinschalige waterzuiveringsinstallaties (KWZI) bouwen in Michelbeke en Brakel-Zegelsem.
7.4
EROSIEPROJECT VLAAMSE ARDENNEN Erosie vormt in de Vlaamse Ardennen een belangrijk probleem. In opdracht van het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen startte de vakgroep Bodembeheer en Bodemhygiëne van de Universiteit Gent begin 2001 met een project inzake erosiebestrijding. De projectinhoud ziet er als volgt uit: -
7.5
Het afbakenen van de gebieden met de hoogste erosiegevoeligheid op basis van modelleringsresultaten. Het aanduiden van de voornaamste erosieknelpunten, op aangeven van o.a. de gemeentebesturen en verder aan te vullen op basis van intensieve terreinwaarnemingen. Het aangeven –op perceelsniveau- van mogelijke maatregelen, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen teelttechnische maatregelen en structurele ingrepen of kleinschalige erosiebestrijdingswerken. De concrete uitwerking van teelttechnische maatregelen, rekening houdend met de gangbare landbouwpraktijk en de financiële haalbaarheid. Het aanleggen van demonstratieproefvelden.
STUDIE GRONDVERSCHUIVINGEN In opdracht van de afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen van het Vlaams Gewest deed de K.U.Leuven onderzoek naar grondverschuivingen in de Vlaamse Ardennen. De studie werd goedgekeurd op 28 augustus 2007. Een grondverschuiving (of massabeweging) is een hellingafwaartse beweging van grondmateriaal onder invloed van de zwaartekracht. In Vlaanderen komen grondverschuivingen vooral in de Vlaamse Ardennen voor. Deze regio heeft immers de topografische en geologische kenmerken die typerend zijn voor het ontstaan van grondverschuivingen: zeer steile hellingen en smectietrijke kleien onder zandige pakketten. De directe oorzaak van grondverschuivingen is vaak een combinatie van hoge neerslaghoeveelheden en menselijke ingrepen, zoals het aanleggen van een vijver, afgravingen, ophogingen, afdichten van bronnen… Men treft zowel zeer oude (maar moeilijk te dateren), in het landschap geïntegreerde grondverschuivingen als recente grondverschuivingen. De recente grondverschuivingen liggen vaak binnen de contouren van een oude grondverschuiving, zodat het in feite om een reactivering gaat, maar kunnen ook geheel onafhankelijk ontstaan op intrinsiek gevoelige plaatsen. De studie bevat een grondige beschrijving van grondverschuivingen (massabewegingen) en brengt het probleem in kaart voor een deelgebied van ongeveer 200 km². In totaal werden 147 massabewegingen in kaart gebracht en beschreven in een fiche. Vervolgens werd een gevoeligheidskaart voor massabewegingen opgesteld, gebruik makend van een statistisch model op basis van terreinkenmerken. Het resultaat is een rasterkaart (resolutie 10 m) met 4 gevoeligheidsklassen die makkelijk te interpreteren is door de diverse gebruikers.
1630/bx.ds
Pag. 87
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Het geotechnische luik van de studie bevat een stabiliteitsanalyse van een aantal massabewegingen en geeft een algemeen overzicht van mogelijke preventie- en herstelmaatregelen. Aanvullend op de eerste opdracht, werd de gevoeligheid voor grondverschuivingen ook voor de rest van de Vlaamse Ardennen in kaart gebracht. Het uitgebreide studiegebied omvat nu 17 gemeenten (Oudenaarde, Maarkedal, Ronse, Kluisbergen, Horebeke, Zwalm, Kruishoutem, Zingem, Gavere, Wortegem-Petegem, Oosterzele, Sint-Lievens-Houtem, Zottegem, Herzele, Brakel, Lierde en Geraardsbergen) en is 710 km² groot. Dit document is voor de betrokken gemeenten en andere besturen een bruikbaar instrument bij beleidsbeslissingen, zoals het opstellen of goedkeuren van diverse plannen en het afleveren van vergunningen.
1630/bx.ds
Pag. 88
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
8
RUIMTELIJK BELEID OP LOKAAL NIVEAU
8.1
BIJZONDERE PLANNEN VAN AANLEG Onderstaande lijst geeft een beknopte weergave van de goedgekeurde B.P.A.’s. Op de volgende kaart worden ze gesitueerd.
B.P.A NR 2 : CENTRUM NEDERBRAKEL: (M.B. 06/02/1990 EN VOLLEDIG HERZIEN MB 18/06/2004) In 1981 werd door het ontwerpbureau Vyncke het B.P.A. opgemaakt voor het centrum van Nederbrakel. Het B.P.A. werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 25/06/1984 en bij M.B. van 06/02/1990. Echter is de uitvoering van dit B.P.A. beperkt gebleven zodat enkele zones achterhaald werden of een andere ontwikkeling gekend hebben. Het B.P.A. werd dan ook in herziening gesteld via het ministerieel besluit van 14 juli 1998. Het B.P.A. is gelegen tussen de Driehoekstraat -Watermolenstraat - Neerstraat - Hoogstraat en Wielendaalstraat. Het oorspronkelijk B.P.A. is in hoofdzaak gericht op dorpskernvernieuwing, in concreto de Markt en omgeving. De centrumfunctie van Brakel heeft diverse consequenties o.m. een toename van het autoverkeer in het centrum en een stijgende behoefte aan parkeerplaatsen in de omgeving van de verkeersaantrekkende polen. Daarnaast wil men ook het wonen in het centrum versterken. De aanwezige ongezonde en zelfs verkrotte huizenrijen verdienen daarbij de nodige aandacht. Tevens ligt er een ca. 3 ha groot binnengebied, op nog geen 100m van het Marktplein gelegen, dat reeds werd aangesneden door de bouw van een nieuwe school en gebruikt werd als private tuinen of weiden. Traditioneel echter werd dit gebied reeds gebruikt als wandel- en speelgebied. Het doel van de herziening van het B.P.A. was het creëren van bijkomende mogelijkheden voor inbreiding en een grotere eenheid brengen tussen de verschillende woonstraten door middel van voetgangers- en fietserswegen. Daarboven moesten de achterhaalde gebieden en deze die een andere ontwikkeling hebben gekend in de juiste zone geplaatst worden.
B.P.A. NR 3 : CENTRUM 2: (M.B. 23/03/1994 EN HERZIENING 08/03/2001) Het B.P.A. Centrum 2 wordt begrensd door: Centrum Nederbrakel met Hoogstraat en Neerstraat, Gauwstraat en Stationstraat en ten zuiden de omleidingsweg van het centrum van Brakel langsheen de spoorwegbedding. In het gebied stroomt de Doornbosbeek. Het B.P.A. nr. 3 hangt samen met het vorige B.P.A.2. Het behelst de ontwikkeling van achtergelegen gronden tussen het centrum en de nieuw ontworpen omleidingsweg. Het B.P.A. had de bedoeling de nog vrijliggende gronden te ontwikkelen ter bevordering van de woon- en handelsfunctie. Het B.P.A. beoogt tevens de ontwikkeling van 149 nieuwe woningen en winkels. De herziening betrof het binnengebied dat herschikt dient te worden om een maximale oppervlakte te bekomen voor woningen met een minimum aan oppervlakte voor openbare wegen. Onlangs werd het BPA opnieuw in herziening gesteld in functie van een tweede ontsluitingsweg horende bij de nieuwe woningen.
BPA NR 4 : BREEVELD: (M.B. 06/04/1998) Op 26/06/1995 werd het B.P.A. Breeveld goedgekeurd door de gemeenteraad. Het B.P.A. is gelegen tussen Molenhoekstraat Oude Blekerijstraat - Watermolenstraat - Kokerbergstraat - Toepkapelstraat - Warande en Wijmeersstraat. Het gebied omhelst een recreatiegebied (o.a. voetbalvelden), natuur- en parkgebied, woonzones en zone voor ambachtelijke bedrijven (o.a.Topbronnen). Het B.P.A. wou tegemoetkomen aan enkele knelpunten waaronder de realisatie van aangepaste sportinfrastructuur en de wens tot uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf Top Bronnen. 1630/bx.ds
Pag. 89
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Het B.P.A. werd bij M.B. van 6 april 1998 goedgekeurd met uitsluiting van de zone voor sport en spel en de nieuwbouwmogelijkheden in het parkgebied gelegen aan de Toepkapelstraat. Motivatie voor de uitsluiting zit deels in de omvangrijke afwijkingen van de bestemming van het gewestplan, nl. natuurgebied. De zone voor sport en spel werd echter terug opgenomen in het B.P.A. voor zonevreemde recreatie (zie verder). Een tweede deel van het B.P.A. omhelst het gebied ten noorden van de Brusselsestraat, in hoofdzaak het woonuitbreidingsgebied. Het grootste deel van het woonuitbreidingsgebied is omgezet in natuurgebied. Andere nieuwe bestemmingen zijn een zone voor sport en spel en zone voor ambachtelijke bedrijven (Koningsbronnen).
BPA ZONEVREEMDE TERREINEN EN GEBOUWEN VOOR SPORT- RECREATIE- EN JEUGDACTIVITEITEN: (M.B.12/11/2003) Volgende terreinen kunnen worden gehandhaafd: -
FC Kruisstraat Brakel vzw Lebergse vissers SK Opbrakel Racing Jager Brakel Saturnus Volley Michelbeke vzw LRV St. – Pieter Brakel Olsa Brakel vzw en Tennisclub van Brakel
Het BPA werd bij M.B van 12 november 2003 goedgekeurd met uitsluiting van de zone voor gebouwen bij nr. 2: “Lebergse vissers” en de nevenbestemming constructie bij nr. 8 “LRV St-Pieter” en de volledige uitsluiting van nr. 10: “Stoeterij De Kleye”. De uitsluiting van de zone voor gebouwen bij de Lebergse vissers wordt gemotiveerd met het feit dat het terrein gelegen is in de vallei van de Perlinkbeek, met actuele natuurwaarden en potenties en dat het aangewezen is de dynamiek in het gebied te beperken. Door de ligging van het terrein van LRV Sint-Pieter temidden van een landbouwgebied kan geen bebouwing worden toegestaan. Er dient gezocht te worden naar een meer optimale locatie in functie van een bundeling van recreatieve activiteiten. In dit perspectief moet ook de uitsluiting van de terreinen van Stoeterij De Kleye worden gezien.
BPA ZONEVREEMDE BEDRIJVEN: (M.B. 07/03/2003) Volgende bedrijven werden in het B.P.A. opgenomen en goedgekeurd: 1630/bx.ds
Nr.1: Meubelen Loterman Nr.6: Garage De Geeter Nr. 8: Sadones Luc bvba Nr. 10: Alumar Nr. 11: vennootschap Dillu Nr. 12: De Clerq Nr. 13: Chocolaterie Rigaux Nr. 14:Heerman Nr. 15: Garage Manssens Nr. 16: Mincke Nr. 17: De Boutsfort (gewijzigd bij MB 26/3/2008) Pag. 90
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
-
Nr. 18: Bienvenu
In 2007 werd het bedrijf Baele apart opgenomen in een BPA (MB 21/12/2007) en samen met de wijziging van bedrijf nr 17 De Boutsfort werd het bedrijf Van Cauwenberghe goedgekeurd (MB 26/3/2008). BPA KERKMEERS (IN OPMAAK) Dit BPA tracht een stuk woongebied in het centrum van Brakel te ontsluiten, dat door de aanleg van de omleidingsweg N8 afgesneden is van een openbare weg,
1630/bx.ds
Pag. 91
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
8.2
GEMEENTELIJK NATUURONTWIKKELINGSPLAN (GNOP) Uitgaande van een gedetailleerde analyse van de bestaande natuurlijke landschapselementen worden in het Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan een aantal GNOP-gebieden afgebakend. Volgende criteria zijn hierbij belangrijk: -
het huidige bodemgebruik; de aanwezigheid en verspreiding van (semi) natuurlijke elementen in het landschap; de wettelijke en planologische mogelijkheden van elk gebied.
Deze afbakening dient hierbij te kaderen in een globale benadering van het gebiedsgericht natuurbeleid, waarbij dient gezocht te worden naar kansrijke grote gehelen. Het beleid beoogt dan ook een lange termijn visie, die rekening houdt met de ecologische potenties in een verre toekomst. Het GNOP stelt voor om Brakel te zoneren in een 3-tal gebieden: A-gebieden bevatten de waardevolste delen van het grondgebied. Deze delen zijn prioritair bij de opstelling en de realisatie van het actieplan. Zij bevatten de grootste natuurrijkdom en/of de hoogste kansen om de natuur te ontwikkelen. De meeste acties in deze gebieden zijn een specifieke opdracht voor de hogere overheid (gewest, provincie). Deze gebieden moeten dan ook prioritair aan bod komen bij het realiseren en het financieren van acties. B-gebieden omvatten de delen die iets minder prioritair gesteld worden, hoewel zij nog heel wat kansen bieden voor de natuur. Door hun verwevenheid met andere functies (landbouw, bewoning) kunnen zij hun ecologische functie als hoofdfunctie niet verantwoorden. Voor het gemeentelijk niveau verdienen zij evenwel zeer speciale aandacht omdat hier niet enkel kansen liggen voor natuurbescherming, maar tevens voor het vergroten van de huidige waarde. Mits rekening te houden met de andere sociaaleconomische noden, ligt voor het gemeentebestuur hier een bij uitstek geschikte opdracht (verwerving, bosuitbreiding,...). C-gebieden omvatten hoofdzakelijk agrarische delen waarin de natuur een belangrijke nevenfunctie is of kan worden. Het betreffen meestal valleigebieden, waarin waterkwaliteit en beekstructuur kunnen aangepakt worden, samen met de omgevende weidegebieden. Kleine landschapselementen zijn hier historisch altijd in ruime mate aanwezig geweest. Ook soortgerichte acties kunnen tot dit gebied uitgebreid worden. Het GNOP geeft ook aan dat het van het grootste belang is die gebieden te versterken door ze te helpen ontwikkelen en ze met elkaar te verbinden, zodat een groter geheel ontstaat, dat een grotere waarde heeft dan de som van de afzonderlijke delen. De realisatie van deze verbindingen en versterkingen is een opdracht voor tientallen jaren, die gefaseerd moet aangepakt worden. Zo ontstaat een ringstructuur, een “groene gordel rond Brakel” (pag.106).
1630/bx.ds
Pag. 93
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte CATEGORIE
NAAM
A-GEBIEDEN
BURREKEN TRIMPONT EN TER KLEPPEBEEK HAEYESBOS STEENBERGBOS BRAKELBOS HUL-KANAKKENDRIES DORREBEEKVALLEI LILARE-TOEP ZWALMVALLEI EN BOTERHOEK DE VALLEIEN VAN DE BOEMBEEK PERLINKBEEK SLIJPKOTBEEK VAANBUIKBEEK MOLENBEEK DORENBOSBEEK MOLENBEEK (PARIKE) VERREBEEK ROOSMEERBEEK
B-GEBIEDEN
C-GEBIEDEN
tabel 16
categorisering van de GNOP-gebieden Bron:
1630/bx.ds
Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan
Pag. 94
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 24 GNOP-gebieden
10. 9.
A-gebieden : zeer waardevolle gebieden prioritaire aandacht 1. 2. 3. 4. 5.
Burreken Trimpont en Terkleppebeek Haeyesbos Steenbergbos Brakelbos
7. B-gebieden : potenties voor natuurbescherming en natuurontwikkeling 6. 7. 8. 9.
11.
C-gebieden : beekvalleien met natuur als nevenfunctie, concentraties historisch gegroeide KLE De valleien van de :
12. 1.
8. 6.
18. 13. 17.
14. 15.
Hul - Kanakkendries Dorrebeekvallei Lilare-Toep Zwalmvallei en Boterhoek
16.
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Boembeek Perlinkbeek Slijpkotbeek Vaanbuikbeek Molenbeek Dorenbosbeek Molenbeek (Parike) Verrebeek Roosmeerbeek
3. 4.
De groene gordel
5.
2.
Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/september 2007
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
8.3
MOBILITEITSPLAN BRAKEL In het kader van de mobiliteitsconvenant werd door Groep Planning een mobiliteitsplan opgemaakt. In november 2001 werd zowel de synthesenota als het beleidsplan conform verklaard. Hierin werd een duurzaam mobiliteitsscenario ontwikkeld: De leefbaarheid en de verkeersveiligheid van de hoofdstraat Kasteelstraat – Neerstraat – Hoogstraat wordt gegarandeerd voor de zwakke weggebruikers, nl. de voetgangers en de fietsers door de aanleg van de omleidingsweg van Nederbrakel. Door het verkeersarmer maken van het centrum wordt het conflict tussen de zwakke weggebruiker en het gemotoriseerd verkeer geminimaliseerd. Dit dient ondersteund te worden door concrete maatregelen. In de kern van Nederbrakel wordt niet alleen een zone 30 ingevoerd maar ook een beperkte circulatiewijziging (ten gunste van de voetgangers) en het invoeren van een blauwe zone. In een zone 30 wordt de snelheid afgedwongen door infrastructurele maatregelen. De snelheidsverlagende maatregelen komen in verschillende uitvoeringsvormen voor. De snelheidsbeperking draagt bij tot het aantrekkelijker maken van het gebruik van de omleidingsweg door het doorgaand verkeer. Het verkeer dat geen bestemming heeft in het centrum, zal gebruik maken van de omleidingsweg. Het individueel autogebruik in het centrum wordt ontraden door het introduceren van een blauwe zone in de centrumstraten van Nederbrakel. De parkings voor langparkeren zullen bereikbaar zijn via parkeerroutes die zorgen voor een betere spreiding van het verkeer naar het centrum toe, dankzij het gebruik van de tangent. De veiligheid van de scholieren wordt geoptimaliseerd door de schoolomgevingen her in te richten. De scholen worden geïntegreerd in de vooropgestelde zone 30 gebieden. Een belangrijk aspect inzake veiligheid van de schoolomgevingen zijn de routes op weg naar school gebruikt door de fietsers en voetgangers. Met het oog op verbetering van de schoolroutes kunnen ook alternatieve verplaatsingswijzen voor de auto, zoals fiets (cfr. fietsnetwerk) en openbaar vervoer (cfr. beter openbaarvervoersaanbod) gepromoot worden. Het stimuleren van het fietsgebruik gaat samen met het uitstippelen van een degelijk, samenhangend, continu en veilig fietsnetwerk die alle deelgemeenten met elkaar en het centrum verbindt. De specifieke locaties waar het fietsnetwerk wegen met een belangrijke verkeersfunctie kruist, worden extra beveiligd, zodat meer kansen aan het gebruik van de fiets wordt geboden. Het verhogen van het fietsaandeel wordt ondersteund door promoten van fietsregistratiemogelijkheid, regelmatige fietscontroles in de scholen, veilige fietsstallingen aan openbaar vervoerhaltes, de organisatie van fietswedstrijden, het gebruik van fietsparken en verkeerslessen. Het Stationsplein fungeert als multimodaal verkeersknooppunt. Dit is een knooppunt waar men kan overstappen van het ene vervoermiddel naar het andere. Het openbaar vervoersnet wordt geoptimaliseerd door het opwaarderen van ontsluitende buslijnen en het introduceren van de belbus. Als flankerende maatregel wordt gekozen voor tarieftussenkomst via het derde betalerssysteem. Het naleven van de snelheidsbeperkingen wordt gecontroleerd op geregelde tijdstippen zowel langs de drukke verkeersassen als in kwetsbare verblijfsgebieden. De snelheidscontroles zullen worden aangekondigd via het gemeentelijke infoblad en het plaatselijk reclameblad. De resultaten van de uitgevoerde controles worden in dezelfde bladen gepubliceerd.
1630/bx.ds
Pag. 96
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
9
RUIMTELIJKE BEHOEFTEN
9.1
WOONBEHOEFTEN
9.1.1
DEMOGRAFISCH PROFIEL BEVOLKING BRAKEL Demografische processen vormen belangrijke randvoorwaarden voor de planning van allerlei soorten voorzieningen als sociale, culturele, technische, economische e.a. Het is dan ook evident om in het kader van het ruimtelijk structuurplan een beter inzicht te verwerven in de bevolkingsevolutie, de bevolkingsstructuur en de recente demografische tendensen (met hun toekomstige consequenties) van de gemeente willen we komen tot een onderbouwde ontwikkelingsstrategie voor Brakel.
9.1.1.1
BEVOLKINGSEVOLUTIE OP GEMEENTELIJK NIVEAU EVOLUTIE VAN HET AANTAL INWONERS
Op 1 januari 2007 telde de gemeente Brakel 13.759 inwoners, verspreid over de verschillende deelgemeenten. Dit is een daling van 4% t.o.v. het jaar 1970. Wanneer de evolutie van het bevolkingscijfer van Brakel met dat van het arrondissement Oudenaarde en de provincie Oost-Vlaanderen in zijn geheel wordt vergeleken, zijn volgende zaken opmerkelijk: De cijfers van de vorige jaren tonen aan dat de belangrijkste bevolkingsdaling zich voordeed in de jaren ‘70 en in de eerste jaren ’80. Deze dalende trend is ook terug te vinden voor het volledige arrondissement Oudenaarde. Sinds de tweede helft van de jaren ’80 is de trend terug stijgend. Het aantal inwoners in het arrondissement Oudenaarde stijgt echter sneller dan in Brakel. Brakel heeft, in tegenstelling tot het arrondissement, nog steeds niet het bevolkingsaantal van 1970. De trend in de volledige provincie Oost-Vlaanderen is duidelijk verschillend. In de Provincie wordt sinds 1970 een continue bevolkingsgroei waargenomen. JAAR 1970 1981 1991 2001 2007
tabel 17
GEMEENTE BRAKEL
ARR OUDENAARDE
OOST-VLAANDEREN
AANTAL INW.
INDEX
AANTAL INW
INDEX
AANTAL INW
INDEX
14.391 13.795 13.588 13.689 13.759
100.0 95.8 94.4 95.1 95.6
113.845 112.501 112.374 114.390 117.125
100.0 98.8 98.7 100.5 102.9
1.310.115 1.331.192 1.335.793 1.363.672 1.398.253
100.0 101.6 102.0 104.1 106.7
de bevolkingsevolutie van Brakel t.o.v. het arrondissement en de provincie (1970-2007) Bron: NIS
Om de bovenvermelde verschillen qua bevolkingsevolutie tussen de provincie, het arrondissement en de gemeente Brakel te verduidelijken, wordt de bevolkingsevolutie van Brakel vergeleken worden met die van de omliggende gemeenten.
1630/bx.ds
Pag. 97
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte 1970-1981
1981-1991
1991-2001
2001-2007
1970-2001
BRAKEL
-4.2%
-1.5%
+0.7%
+0.5%
-4.6%
ARR.
OOST-VLAANDEREN
-1.2% +1% -0.5% +1.6%
-0.1% -1.5% +0.4%
+1.7% +1.8% +1.4% +2.1%
+2.4% +2.5% +1.3% +2.0%
+1.9% +5.4% +0.7% +6.1%
BUURGEMEENTEN ZOTTEGEM ZWALM LIERDE GERAARDSBERGEN HOREBEKE
+3.3% -2.3% -2.3% -0.7%
-2.5% +2.5% +1.2% -0.6% -0.7%
-0.2% +3.9% +2.5% +2.0% +1.6%
+0.1% +1.0% +1.5% +1.5% +4.3%
+0.7% +7.5% +2.9% +0.6% +4.5%
ARR.
OUDENAARDE GENT
ARR. AALST
tabel 18
Vergelijking van de bevolkingsevolutie van Brakel met de omliggende gemeenten 1970-2007 Globaal gezien kenden alle steden en gemeenten rond Brakel een stijging van het aantal inwoners in de periode 1970-2007. De dalende trend in de jaren ’70 wordt overal gecompenseerd door een stijgende trend in de laatste 15 jaar. Brakel is dus de enige gemeente die (bijna 5%) onder het bevolkingsaantal van 1970 blijft. Dit doordat de daling in de jaren ’70-’80 groter was dan in de buurgemeenten en de bevolkingsaangroei in de laatste jaren slechts heel beperkt was.
NATUURLIJKE GROEI EN MIGRATIESALDO We zien dat Brakel tot 1986 een dalende bevolkingsevolutie kende. Na 1986 doen zich kleinere schommelingen voor. Om de oorzaak van deze daling na te gaan, wordt de evolutie van de bevolking weergegeven. Hiervoor wordt de natuurlijke aangroei (= het aantal geboorten - aantal sterfgevallen) naast het migratiesaldo gezet (= aantal inwijkingen - aantal uitwijkingen). De som van deze twee cijfers bepaalt de bevolkingsevolutie.
1630/bx.ds
Pag. 98
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
tabel 19
31/12
BEVOLKINGSAANTAL
SALDO
GEBOORTEN
STERFTEN
NATUURL. GROEI
INWIJKING
UITWIJKING
MIGRATIE
1977 1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985
13992 13963 13932 13810 13788 13779 13688 13634 13585
-29 -31 -122 -22 -9 -91 -54 -49
177 147 156 125 130 131 127 147
217 209 206 192 190 225 236 179
-40 -62 -50 -82 -60 -94 -109 -32
342 331 310 362 382 361 380 320
331 300 382 302 331 358 325 337
+11 +31 -72 +60 +51 +3 +55 -17
1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
13545 13656 13596 13567 13619 13622 13609 13652 13660 13714 13646 13612 13671 13709 13689 13669 13627 13618 13674 13726 13759 13881
-40 +111 -60 -29 +52 +3 -13 +43 +8 +54 -68 -34 +59 +38 -20 -20 -42 -9 +56 +52 +33 +122
129 123 119 122 116 127 110 129 121 137 125 118 112 118 137 117 121 123 133 114 142
198 179 165 161 171 188 193 186 193 160 178 185 163 193 182 180 177 182 193 169 192
-69 -56 -68 -37 -54 -62 -83 -58 -72 -28 -57 -65 -51 -75 -45 -63 -56 -59 -60 -55 -50
393 453 393 336 411 424 413 476 447 484 451 461 532 522 444 490 443 517 556 548 565 639
364 286 391 328 305 359 343 375 367 402 462 426 416 407 414 448 432 466 440 442 483 469
+29 +167 +8 +8 +106 +65 +70 +101 +80 +82 -11 +35 +116 +115 +30 +42 +11 +51 +116 +106 +82 +170
evolutie van het migratiesaldo en van de natuurlijke groei sinds 1978 Bron: N.I.S.
OPMERKING : Door een aantal ‘rechtzettingen’ van de bevolkingscijfers van het N.I.S. na 1988, zonder daarbij hetzij de migratiecijfers, hetzij het geboorte- en sterftecijfer aan te passen, komt het hier gegeven saldo niet altijd overeen met het verschil tussen migratiesaldo en natuurlijke aangroei.
1630/bx.ds
Pag. 99
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Op onderstaande figuren worden de bevolkingsevolutie van Brakel in de periode 1977-2007 (figuur 4) en de migratie - inwijking en uitwijking - en de natuurlijke aangroei - geboorten en sterften – (figuur 5) grafisch voorgesteld.
14000 13900 13800 13700 13600
2005
2006
2005
2006
2007
2004 2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1990 1991
1995
1989 1990
1994
1988 1989
1993
1987 1988
1992
1986 1987
1991
1985
1984
1983
1982
1981
1980
1979
1986
figuur 5
1978
1977
13500
bevolkingsevolutie brakel 1977-2007
200
Natuurl. Groei
150
Migratie
100
Saldo
50 0 -50 -100
figuur 6 1630/bx.ds
2007
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1985
1984
1983
1982
1981
1980
1979
1978
-150
migratie en natuurlijke aangroei in Brakel 1978- 2007 Pag. 100
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Zoals blijkt uit de tabel en figuur heeft de sterke afname van het bevolkingscijfer vooral te maken met een negatief natuurlijk saldo (meer sterften dan geboorten) hoofdzakelijk te wijten aan het groot aandeel 65 plussers. Opmerkelijk is dat het migratiesaldo overwegend positief is. In 1987 steeg het bevolkingscijfer voor het eerst sinds 1978. Dit is te wijten aan het hoge migratiesaldo. Na een daling in 19881989 stijgt het cijfer opnieuw om in 1996 even te dalen, en de laatste jaren terug positief te worden. BEVOLKINGSEVOLUTIE PER LEEFTIJDSKLASSE
Onderstaande tabel geeft de evolutie van het aantal inwoners van Brakel sinds de volkstelling van 1981 weer. Hierbij wordt de bevolking in vijf leeftijdsklassen opgedeeld. 1981
LEEFTIJDSKLASSE
0-14
2568 15-24 JAAR 25-44 JAAR 45-64 JAAR
tabel 20
1991
2001
2190 2130 3382 3376
2007
2067 1786 3960 3256
EVOLUTIE 1981-2007
2107
-461
1498 3934 3373
1397 3676 3633
-733 +294 +257
15-64
8888
9002
8805
8706
-182
65+
2339
2396
2817
2857
+518
bevolkingsevolutie naar leeftijd, 1981-2007 Bron: N.I.S., jaarboek gemeente Brakel
De daling van het aantal kinderen (0-14 jaar) en de jongvolwassenen (15-24 jaar) in Brakel is zeer uitgesproken nl. samen ruim 2 keer zo groot als de toename van het aantal 65+’ers. Het verouderingsproces van de bevolking in Brakel bevindt zich dus in een relatief ver geëvolueerd stadium nl. naast een zeer sterke daling van het aantal jongeren, nam ook het aantal inwoners in de groep +65 toe. Tevens is het zo dat de toename van de huidige middengroep (25-44) een weerslag zal hebben op het aantal 65+’ers in de loop van de volgende decennia. Wanneer we nu de indeling in bevolkingsklassen van de gemeente Brakel vergelijken met die van het arrondissement Oudenaarde en de provincie Oost-Vlaanderen, dan bekomen een volgend beeld: 0-14 BRAKEL ARR. OUDENAARDE OOST-VLAANDEREN
tabel 21
2.082 19.580 226.047
15-64 15,2 % 16,9 % 16,3 %
8.749 74.316 913.887
65+ 63,7 % 64,0 % 65,8 %
2.895 22.202 249.516
TOTAAL 21,1 % 19,1 % 17,9 %
13.726 116.098 1.389.450
bevolking per leeftijdsklasse in vergelijking met arrondissement Oudenaarde en provincie Oost-Vlaanderen, 2006 Bron
:
NIS, 2006
De bevolking van Brakel vertoonde in 2006 een merkelijk oudere leeftijdsstructuur dan deze voor het arrondissement en de provincie. Het aandeel jongeren in de leeftijdscategorie 0 tot 14 jaar in Brakel ligt respectievelijk 1,7% en 1,1% lager dan de gemiddelden voor het arrondissement en de provincie. Het procentueel aandeel van inwoners ouder dan 65 in Brakel ligt daarentegen duidelijk hoger dan de cijfers voor het arrondissement Oudenaarde en de provincie Oost-Vlaanderen. 1630/bx.ds
Pag. 101
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
9.1.2
BEVOLKINGSEVOLUTIE OP NIVEAU VAN DE DEELGEMEENTEN Voor de begrenzing worden Everbeek-Boven en Everbeek-Beneden als één geheel beschouwd, en worden Michelbeke en een deel van St.Maria-Oudenhove onder één noemer geplaatst. EVOLUTIE VAN HET AANTAL INWONERS PER DEELGEBIED
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de evolutie van de bevolking van Brakel tussen 1981 en 2003 per deelgemeente. DEELGEMEENTEN
1981
1991
2001
2003
NEDERBRAKEL
6420 1605 991 979 1552 632 1603
6319 1498 995 1048 1511 689 1523
6128 1515 1042 1099 1579 689 1635
6126 1524 1022 1062 1574 677 1642
-294 -81 +31 +83 +22 +45 +39
-4,5 % -5,0 % +3,1 % +8,5 % +1,4 % +7,1 % +2,4 %
13.782
13.583
13.689
13.627
-155
-1,1 %
OPBRAKEL ZEGELSEM ELST MICHELBEKE PARIKE EVERBEEK
TOTAAL
tabel 22
EVOLUTIE 1981-2003
bevolkingsevolutie per deelgebied, 1981-2003 Bron: N.I.S
In Nederbrakel en Opbrakel nam het aantal inwoners in de laatste 20 jaar ongeveer 5 % af. De andere deelgemeenten kenden een toename van de bevolking tussen 1981 en 2003. De grootste stijging van het aantal inwoners doet zich voor in de deelgemeenten Elst en Parike. Het bevolkingsaantal in Elst groeide aan met 8,5%. Ook in Parike nam het aantal inwoners beduidend toe en dit met 7,1%. Deze toename is echter bijna volledig in de jaren 80’ gebeurd. De beide deelgemeenten kennen nu een nagenoeg stabiele bevolking.
1630/bx.ds
Pag. 102
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte BEVOLKINGSEVOLUTIE PER LEEFTIJDSKLASSE
De onderstaande tabel geeft de evolutie weer van het aantal inwoners volgens leeftijdsklasse per deelgemeente in de periode 19812003. DEELGEMEENTEN NEDERBRAKEL OPBRAKEL ZEGELSEM ELST MICHELBEKE PARIKE EVERBEEK TOTAAL
tabel 23
1981
0-14 JAAR 1991
2003
1981
15-64 JAAR 1991
2003
1981
65+ JAAR 1991
2003
1188
968
867
4210
4283
3942
1022
1068
1317
293 181 176 323 125 279
232 166 185 255 118 266
215 162 168 251 99 285
1028 611 635 996 405 993
947 666 656 1026 448 971
886 673 641 1033 446 1089
284 199 168 233 102 331
319 163 207 230 123 286
423 187 253 290 132 268
2565
2190
2047
8878
8997
8710
2339
2396
2870
evolutie van het Aantal inwoners per leeftijdscategorie in de verschillende Deelgemeenten, 1981-2003 Bron
:
N.I.S, jaarboek en eigen bewerking
De gegevens vertonen een duidelijke daling van het aantal kinderen t.o.v. de jaren ‘80. Dit is het gevolg van de toenemende vergrijzing, een fenomeen die zich voordoet over gans Vlaanderen. Maakte de jongste leeftijdsgroep in 1981 nog 18,6% van de bevolking uit, dan is dit percentage teruggevallen tot 15,2 %. De 65-plussers zijn daarentegen gestegen van 17% naar 21,1% van de totale bevolking van Brakel. Met uitzondering van Everbeek, treedt dit verschijnsel van veroudering van de bevolking op in elke deelgemeente. Vooral in Nederbrakel, Opbrakel en Michelbeke is deze trend duidelijk. In Everbeek is er de laatste jaren eerder sprake van een omgekeerde trend.
1630/bx.ds
Pag. 103
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
9.1.3
EVOLUTIE VAN HET AANTAL GEZINNEN EN GEZINSGROOTTE DEELGEMEENTE
1981
1991
2003
NEDERBRAKEL
2222
2399
2540
+318
+14,3 %
OPBRAKEL ZEGELSEM ELST MICHELBEKE PARIKE EVERBEEK
515 315 322 494 200 576
536 343 370 522 245 571
586 384 404 615 270 666
+71 +69 +82 +121 +70 +90
+13,8 % +21,9 % +25,5 % +24,4 % 35,0 % 15,6 %
4644
4986
5465
+821
17,6 %
BRAKEL (TOTAAL)
tabel 24
EVOLUTIE 1981-2003
evolutie van het aantal gezinnen per deelgemeente Bron
:
N.I.S.
T.o.v. 1981 is het aantal gezinnen voor de totale gemeente Brakel met 17,6% toegenomen. Bekijken we de gezinstoename per deelgemeente dan zien we dat Parike (35%), Elst (26%) en Michelbeke (24%) het meest zijn gegroeid. Maar ook de andere deelgemeenten kenden een duidelijke toename van het aantal gezinnen. De stijging van het aantal gezinnen is ondermeer het gevolg van een aantal recent gerealiseerde verkavelingen, waardoor nieuwe gezinnen werden aangetrokken naar Brakel. Maar ook van het algemeen verschijnsel van gezinsverdunning dat zich in geheel Vlaanderen voordoet ligt aan de basis van de stijging van het aantal gezinnen. Sinds de jaren zestig is de toename van de bevolking niet meer dominant bepalend voor de aangroei van het aantal gezinnen. Andere fenomenen zoals verschuivingen in leeftijdsopbouw, veranderingen in de zelfstandigheidsgraden en het decohabitatie-effect hebben de groei van het aantal gezinnen in grote mate beïnvloed. Vergelijken we vervolgens de gemiddelde gezinsgrootte van Brakel met die van het arrondissement Oudenaarde en de provincie Oost-Vlaanderen. JAARTAL
tabel 25
BRAKEL
ARR. OUDENAARDE
OOST-VLAANDEREN
1970 (ZONDER PARIKE EN EVERBEEK)
3,25
3,11
3,11
1981 1991 2001 2003 2007
2,90 2,73 2,53 2,49 2,44
2,84 2,70 2,55 2,48 2,48
2,83 2,62 2,45 2,38 2,37
evolutie van de gemiddelde gezinsgrootte, 1970-2007 Bron: N.I.S.
1630/bx.ds
Pag. 104
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
In Brakel neemt de gemiddelde gezinsgrootte stelselmatig af. In het verleden lag de gezinsgrootte in Brakel voor de verschillende referentiejaren hoger dan het arrondissementeel en het Vlaams gemiddelde; de gemiddelde gezinsgrootte nadert steeds meer het provinciale gemiddelde. Uit ervaring weten we dat de toename van het aantal alleenwonenden in veel gemeenten een belangrijke rol speelt in de globale toename van het aantal gezinnen. We willen dit dan ook onderzoeken voor Brakel. Onderstaande tabel geeft de evolutie van het aantal eenpersoonsgezinnen per deelgemeente weer:
tabel 26
DEELGEMEENTEN
1981
1991
2003
NEDERBRAKEL OPBRAKEL ZEGELSEM ELST MICHELBEKE PARIKE EVERBEEK
397 75 70 51 69 28 106
507 123 64 70 92 43 118
653 166 75 109 139 63 172
+256 +91 +5 +58 +70 +35 +66
EVOLUTIE 1981-2003 +64,5 % +121,3 % +7,1 % +113,7 % +101,4 % +125,0 % +62,3 %
TOTAAL
796
1017
1377
+581
+73,0 %
evolutie van het aantal eenpersoonsgezinnen per deelgemeente, 1981-2003 Bron: N.I.S.
We kunnen besluiten dat de toename van het aantal alleenstaanden in alle deelgemeenten van Brakel in de periode 1981-2003 een grote tot zeer grote stijging kende. Voor gans Brakel is het aantal alleenwonenden met 73% toegenomen. In Opbrakel, Elst, Michelbeke en Parike is het aantal alleenwonenden zelf meer dan verdubbeld. Deze toename is vooral het resultaat van de stijging van het aantal ouderen, maar wordt veroorzaakt door de groei van het aantal jonge alleenwonenden. Enkel in Zegelsem is het aantal eenpersoonsgezinnen nagenoeg stabiel gebleven.
1630/bx.ds
Pag. 105
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
9.2
WOONBEHOEFTEN
9.2.1
BEVOLKINGS- EN GEZINSPROGNOSES In dit hoofdstuk worden de bevolkingsprognose en gezinsprognose uitgewerkt voor wat betreft de demografische ontwikkelingen voor de periode 2007-2017. DE BEVOLKINGSVOORUITZICHTEN
Als basis voor de berekening van de behoeften aan woningen wordt de evolutie van het aantal gezinnen genomen. Het is immers het gezin dat als consument optreedt voor het product ‘woning’. Nu kan men in de gezinsevolutie twee ontwikkelingen onderscheiden: 1. De demografische factor omvat de evolutie van het aantal potentiële gezinshoofden. Naar leeftijdsklasse situeert de aangroei zich in de klasse 40+. De aangroei van de gezinnen valt volledig te situeren bij de oudere bevolkingsklassen. 2. De gezinsverdunningsfactor wordt bepaald door een hele reeks elementen, waaronder: -
de tendensen van het gemiddeld vroeger huwen of samenwonen; het verminderen van het gemiddeld aantal kinderen per gezin, ten gevolge van de dalende nataliteit; de toename van de groep alleenwonende jongeren t.g.v. een stijgende decohabitatie; meer voorkomende gezinssplitsing t.g.v. van het stijgend aantal echtscheidingen de stijging van een aantal alleenstaande bejaarden t.g.v. een combinatie van diverse factoren zoals een hogere levensverwachting, de vergrijzing van de bevolking en de voorkeur voor het langer zelfstandig wonen.
Voor de prognose van de evolutie van het aantal inwoners worden volgende factoren in rekening gebracht: -
de bevolking op 1 januari 2008 per leeftijd de nataliteit, uitgaande van de nataliteitscijfers van het Vlaams Gewest, de mortaliteit, op basis van de sterftetafels van het Vlaams Gewest op basis van sterftetafels van 2001 De leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers (TVC) per jaar voor het Vlaams Gewest van 1995 tot 205011. Daarbij is het scenario gehanteerd waarbij het totale vruchtbaarheidscijfer zal evolueren naar 1,6 kinderen per vrouw in 2017, in vergelijking met 1,56 op dit moment (ter vergelijking : het vervangingsniveau bedraagt 2,1 kinderen per vrouw). Deze TVC’s werden voor ieder jaar van de prognose toegepast op de 14 tot 49-jarige vrouwen van Brakel
Met migratie wordt geen rekening gehouden: voor de prognoseberekening wordt uitgegaan van een gesloten bevolking, m.a.w. er is geen migratiesaldo. Er wordt dus aangenomen dat er een evenwicht bestaat tussen de in- en uitwijking, zowel voor de gehele bevolking als per leeftijdsgroep. Dergelijke demografische prognose past binnen een beleidswijziging waarin een trendbreuk wordt nagestreefd (cfr. Structuurplan Vlaanderen). Een eigen berekening geeft volgend resultaat voor de bevolkingsprognose 2007-2017:
11
1630/bx.ds
NIS, 1997, Bevolkingsvooruitzichten 1995-2050, NIS en het Federaal Planbureau, Brussel.
Pag. 106
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
1/1 2008 2012 2017
tabel 27
0 - 19 jaar Abs. %
2.856 2.814 2.678
20,6 20,4 19,8
20 - 64 jaar Abs. %
8.191 8.079 7.827
59,0 58,6 57,9
+ 65 jaar Abs. %
2.838 2.883 3.022
20,4 20,9 22,3
Abs.
Totaal %
Evolutie Abs.
13.885 13.776 13.527
100,0 100,0 100,0
-109 -250
prognose bevolkingsevolutie Brakel 2008-2017 Bron: Eigen berekening, SumResearch, 2008
Voortgaand op de evolutie van het natuurlijk saldo zien we een afnemende evolutie van de bevolking tot 2017. Deze daling is te wijten aan de daling van alle bevolkingsgroepen, zowel de jongeren, de groep tussen 20 en 64 jaar als van de bejaarden.
GEZINSPROGNOSE De evolutie van het aantal gezinnen wordt als basis genomen voor de berekening van de behoeften aan woningen. Het is immers het gezin dat als consument optreedt voor het product ‘woning’. Voor de berekening van de gezinsprognose wordt uitgegaan van de gemiddelde gezinsgrootte. De dalende evolutie van de gezinsgrootte wordt geëxtrapoleerd waarbij de gezinsgrootte berekend in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voor het arrondissement Oudenaarde analoog wordt omgerekend naar Brakel. Vanuit deze redenering wordt een stijging van het aantal gezinnen geraamd op 114 eenheden voor de komende tien jaar. Hierbij wordt voor de eerste vijf jaar (2007-2012) een gemiddelde jaarlijkse toename verwacht van 20 gezinnen. In de laatste periode (2012-2017) kan men zelfs spreken van een stagnatie van het aantal gezinnen. PROGNOSE VOOR DE GEZINSGROOTTE
tabel 28
JAAR
BRAKEL
2007 2008 2012 2017
2,44 2,38 2,33
BEVOLKINGSPROGNOSE
13.885 13.776 13.527
GEZINSPROGNOSE AANTAL GEZINNEN
EVOLUTIE
5644 5691 5788 5805
+97 +17
prognose aantal gezinnen 2007-2017 Bron: Eigen berekening, SumResearch, 2008
9.2.2
EVALUATIE VAN HET RICHTCIJFER WONEN VOOR DE PERIODE 1991-2007 Het principe van de gedeconcentreerde bundeling vormt één van de kerngedachten van het RSV. Concreet wil het RSV nieuwe woningen opnieuw concentreren in de diverse steden in Vlaanderen. De verhouding 39-61% tussen buitengebied en stedelijk gebied moet minimaal behouden blijven. Dit werd in het PRS vertaald in een maximaal richtcijfer van aantal te bouwen woningen in Brakel
1630/bx.ds
Pag. 107
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
voor de periode 1991-2007 van 670 woningen. Uit tabel 24 en 28 kan worden afgeleid dat in realiteit 658 (5644-4986) woningen zijn bijgekomen in Brakel of iets minder dan aangegeven in het PRS.
9.2.3
BEHOEFTENRAMING Bij de berekening van de huidige woonbehoefte wordt uitgegaan van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden als gevolg van de aangroei van gezinnen. De behoefte aan bijkomende woongelegenheden in een bepaalde periode wordt berekend door het verschil te nemen tussen het geraamde aantal huishoudens op het einde van de periode vermeerderd met de gewenste frictieleegstand en het aantal gezinnen in het begin van de periode. Hierbij wordt de frictieleegstand gedefinieerd als de leegstand die noodzakelijk is om de woningmarkt naar behoren te doen functioneren. De noodzakelijke frictieleegstand wordt geschat op 2,5% van het aantal gezinnen. Volgens de meest recente leegstandsgegevens zit Brakel ver onder de noodzakelijke frictieleegstand. Op 1/1/2008 bedroeg het aantal gezinnen 5.691. Het aantal bewoonde woningen stellen we gelijk aan het aantal gezinnen. In 2017 zullen er 5788 gezinnen zijn die een woning zoeken. De totale behoefte in de periode 2007-2017 is het verschil tussen het aantal gezinnen in 2017 en het aanbod in 2007, vermeerderd met de frictieleegstand en verminderd met het aantal leegstaande woningen in 2007. Volgens deze methodiek zijn er 231 bijkomende woningen nodig of ca. 23 per jaar. PERIODE
2007-2012
2012-2017
AANTAL GEZINNEN = BEHOEFTE
2012 :
5.788
2017 :
5.805
WONINGAANBOD
2007 :
5.644
2012 :
5.788
BEHOEFTE VOOR 2012
97
BEHOEFTE VOOR 2017 FRICTIELEEGSTAND
17
: 2,5%
2007 TOTALE BEHOEFTE 2007-2017 LEEGSTAND
tabel 29
1630/bx.ds
145 WONINGEN - 28 WONINGEN 231 BIJKOMENDE WONINGEN
behoeftenraming 2007-2017
Pag. 108
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
9.2.4
VERDICHTINGSMOGELIJKHEDEN BINNEN BEBOUWD GEBIED VERVANGING VAN BESTAANDE WONINGEN DOOR APPARTEMENTEN Bekijken we het aandeel appartementen t.o.v. het totaal aantal particuliere woningen, stellen we vast dat zowel in 2001 ongeveer 4% van het woningbestand appartementen waren. We zien wel grote verschillen per deelgebied. Enkel Nederbrakel (7%), Opbrakel (4%) en Elst (5%) hebben een noemenswaardig aandeel aan appartementen. Het aandeel appartementen in de andere deelgebieden blijft onder de 1% (zie ook tabel 6: aard van de woningen, 2001) . Rekening houdende met het toenemende aantal ouderlingen in Brakel zal de vraag naar goed gelegen, kleinere woongelegenheden in het centrum toenemen. Een overaanbod dient wel vermeden te worden. In de toekomst zal het dan ook belangrijk zijn een voldoende gedifferentieerd aanbod te creëren, zoals het aanbieden van appartementen, studio’s, serviceflats, ... . Anderzijds moet rekening worden gehouden met vervangingsbouw, waarbij twee kleine woningen worden vervangen door één grotere woning. Aangenomen wordt dat deze twee tendenzen elkaar zullen opheffen. Verder dient bij de inplanting van appartementen voldoende aandacht geschonken te worden aan de omgevingselementen. Er moet voldoende ruimte voorzien worden voor de openbare ruimtes, met name de pleinen en parken.
9.2.5
AANBOD AAN BOUWMOGELIJKHEDEN De inventaris van de onbebouwde percelen is tweeledig: enerzijds is er de inventaris van de onbebouwde kavels in niet-vervallen verkavelingen en langs uitgeruste wegen in woon- en woonuitbreidingsgebied en landelijk woongebied, anderzijds is er de inventaris van de onbebouwde niet-uitgeruste binnengebieden in woongebied.
ONBEBOUWDE KAVELS IN NIET-VERVALLEN VERKAVELINGEN EN LANGS UITGERUSTE WEGEN IN (LANDELIJK) WOONGEBIED: Onderstaande tabellen geven een overzicht van alle onbebouwde percelen in Brakel waarbij, uitgaande van de verkavelingsvoorschriften, de perceelsbreedte, en de ligging in de gemeente, een onderscheid wordt gemaakt tussen gesloten, halfopen en open bebouwing. Bekijken we eerst de onbebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling :
1630/bx.ds
Pag. 109
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte DEELGEMEENTEN
TOTAAL
NEDERBRAKEL OPBRAKEL ZEGELSEM ELST MICHELBEKE PARIKE EVERBEEK
80 10 4 21 14 16 65 210
TOTAAL
tabel 30
aantal percelen gelegen in een niet-vervallen verkaveling, 2007 Bron
:
Gemeente Brakel + eigen verwerking
Toegepast op de gemeente Brakel komen we op een totaal van 210 onbebouwde percelen in niet-vervallen verkavelingen. Ten
opzichte van 1997 is dit een vermindering van meer dan 50%, toen waren er immers nog 451 onbebouwde loten.
Vervolgens bekijken we het aantal onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen (niet gelegen in een verkaveling) : Voor de onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen is de perceelsbreedte aan de straatkant belangrijker dan de oppervlakte van het perceel. De breedte van het perceel (of naast elkaar liggende percelen) wordt gedeeld door een bepaald maximum perceelsbreedte naargelang de ligging van het perceel in een open, half-open of gesloten bebouwde omgeving. Zoals voorgeschreven in de ministriële omzendbrief RO 97/03 worden voor de onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen volgende noemers gehanteerd: min. kavelbreedte 6m 10m 15m
gesloten bebouwing halfopen bebouwing open bebouwing
OPEN BEBOUWING
HALF-OPEN BEBOUWING
GESLOTEN BEBOUWING
TOTAAL
NEDERBRAKEL OPBRAKEL ZEGELSEM ELST MICHELBEKE PARIKE EVERBEEK
39 31 35 37 58 18 111
52 43 0 14 18 27 54
72 5 8 9 13 18 30
163 79 43 60 89 63 195
TOTAAL
329
208
155
692
DEELGEMEENTEN
tabel 31
aantal percelen gelegen langs uitgeruste wegen, 2007 Bron
1630/bx.ds
: Gemeente Brakel + eigen verwerking
Pag. 110
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Wat de onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen betreft voor de gemeente Brakel komen we op een totaal van 692 percelen waarvan resp. 329, 208 en 155 percelen gerekend worden als open, half-open en gesloten bebouwing.. Het totale aanbod aan onbebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling of langs uitgeruste weg bedraagt 902 percelen, in 1997 waren het er nog 1463.
NIET-UITGERUSTE BOUWGRONDRESERVE IN (LANDELIJK) WOON- OF WOONUITBREIDINGSGEBIED De bouwgrondreserve in Brakel, voor wat betreft de niet ontsloten gebieden, bedraagt 116ha. Twee derde (66,6%) van deze gronden zijn gelegen in woonuitbreidingsgebied. Het grootste is begrensd door de Kerkhofstraat, de Kunnenbergstraat, de Valkenstraat, de Neerhofstraat, de Moriaanstraat en de Driehoekstraat, beter gekend onder de naam Valkenberg. Nog eens 18% zijn gronden gelegen in niet-uitgeruste binnengebieden binnen landelijk woongebied en 15,5% van de gronden is gelegen in nietuitgeruste binnengebieden binnen het woongebied. Deze terreinen werden in maart 1997 geïnventariseerd en geactualiseerd in 2007. In onderstaande tabel worden de resultaten van deze inventarisatie per deelgemeente weergegeven. Deze aaneengesloten onbebouwde terreinen in woon- of woonuitbreidingsgebied worden eveneens op kaart voorgesteld. IN WOONGEBIED
tabel 32
IN LANDELIJK
IN WOONUITBREIDINGS-
WOONGEBIED IN
WOONGEBIED
GEBIED
BPA GELEGEN
TOTAAL
NEDERBRAKEL OPBRAKEL ZEGELSEM ELST MICHELBEKE PARIKE EVERBEEK
8,0 HA 1,2 HA. 1,8 HA. -
9,2 HA. 9,0 HA 2,4 HA.
63,0 HA. 3,6 HA. 4,0 HA. 6,5 HA. -
7HA -
78 HA 0 3,6 HA 9,2 HA 14,2 HA 8,3 HA 2,4 HA
TOTAAL
11 HA
20,6 HA
77,1 HA
7 HA
115,7 HA
niet-uitgeruste onbebouwde terreinen in woon- of woonuitbreidingsgebied, 2007 Bron
:Gemeente Brakel en eigen berekening
Van de 15 hectare onbebouwde gronden binnen woongebied in Nederbrakel werd voor 7 hectare ervan een B.P.A. opgemaakt. Voor deze gebieden wordt dan ook rekening gehouden met de normen vastgelegd in respectievelijk B.P.A. nr.2 Centrum Nederbrakel en B.P.A. nr.3 Centrum2. Beide B.P.A.’s sluiten op elkaar aan en streven naar de bouw van 149 nieuwe woningen in betreffende gebieden. Hiervan zijn ondertussen al 80 woningen gerealiseerd. Het landeljk woongebied in Elst tussen de Lepelstraat en de Ommegangstraat is in volle ontwikkeling (verkavelingsvergunning afgeleverd voor 53 woningen). Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen streeft een minimale dichtheid na van respectievelijk 15 en 25 woningen (woongelegenheden) per hectare in kernen van het buitengebied en in stedelijk gebied. Passen we deze dichtheden toe op Brakel, uitgaande van de afbakening als buitengebied, betekent dit dat er, theoretisch gezien, ruimte is om 1630 woningen (exclusief het aantal woningen vastgesteld bij B.P.A. = 115,7 ha - 7 ha) te realiseren.
1630/bx.ds
Pag. 111
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
Wanneer we bij de 1630 woningen het aantal mogelijk nog te realiseren woningen toevoegen die werden vastgesteld in de B.P.A.’s 2 en 3, nl. 70 woningen, komen we tot een totaal van 1710 woningen. De bouwmogelijkheden op niet-uitgeruste gronden gelegen in woonuitbreidingsgebieden mogen echter niet in rekening gebracht worden bij de berekening van het aanbod aan bouwmogelijkheden op het grondgebied van Brakel. Dit houdt in dat enkel de gronden gelegen in woongebied of woongebied met landelijk karakter mogen aangesneden worden.
1630/bx.ds
Pag. 112
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel Kaart 25 Situering van de niet-uitgeruste onbebouwde binnengebieden 4,0 ha Onbebouwd, niet-uitgerust gebied gelegen in
1,2 ha IN
4,8 ha 2,9 ha 1,5 ha
UITVOERING
1,5 ha 7,5 ha IN
Woongebied Landelijk woongebied Woonuitbreidingsgebied
UITVOERING
Woongebieden gelegen in BPA: doelstelling ca. 149 woningen (7ha)
0,9 ha 1,6 ha
Bestaande bebouwing
3,5 ha
2,0 ha
35,2 ha
1,0 ha 0,8 ha
4,0 ha 3,3 ha
4,5 ha
15,0 ha
1,7 ha
6,5 ha 1,8 ha
1,6 ha
0,8 ha
Gemeentebestuur Brakel 1630/ds/mei 2008
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
HET TOTALE AANBOD OP HET GRONDGEBIED VAN BRAKEL In onderstaande tabel wordt op basis van bovenstaand onderzoek een overzicht gegeven van het totale aanbod aan bouwmogelijkheden binnen het (landelijk) woongebied in Brakel. Let wel, niet alle theoretisch beschikbare bouwgronden langs uitgeruste wegen zullen de eerstvolgende jaren daadwerkelijk op de markt komen. In de vakliteratuur wordt aangenomen dat in een periode van tien jaar normalerwijze slechts ongeveer 30% van alle theoretisch beschikbare bouwgronden op de markt komen. Dit aandeel kan mits een actief stimuleringsbeleid door het gemeentebestuur worden opgedreven tot 50%. Voor niet-vervallen verkavelingen wordt gerekend dat 80% van het aanbod op de markt komt. Dit betekent dat we tot 2017 rekening moeten houden met 168 onbebouwde percelen uit niet-vervallen verkavelingen en met 208 onbebouwde percelen langs uitgeruste wegen die naar aller waarschijnlijkheid zullen bebouwd worden. Dit komt neer op een totaal van 376 bijkomende woningen. DEELGEMEENTE
TOTAAL AANBOD AAN BOUWMOGELIJKHEDEN IN BRAKEL NIET-VERVALLEN
LANGS UITGERUSTE WEGEN
VERKAVELINGEN
30% VAN HET TOTAAL
B.P.A.
80% VAN HET TOTAAL NEDERBRAKEL OPBRAKEL ZEGELSEM
TOTAAL
WOONGEBIEDEN
64
49
8
24
70
108
291 32
3
13
ELST
17
18
138
173
MICHELBEKE
11
27
153
191
16
PARIKE
13
19
27
59
EVERBEEK
52
59
36
147
168
208
462
908
REËEL BESCHIKBAAR
tabel 33
NIET-ONTSLOTEN TERREINEN IN (LANDELIJKE)
70
totaal aanbod aan bouwmogelijkheden in Brakel Van de niet-uitgeruste bouwgrondreserve nemen we enkel deze gronden gelegen in woongebieden of landelijke woongebieden in rekening voor het berekenen van het aanbod aan bouwmogelijkheden op het grondgebied van Brakel. Rekening houdend met het woonequivalent van 15 woningen per hectare in kernen van het buitengebied komen we tot 462 mogelijk te realiseren woningen in niet-ontsloten binnengebieden. Bij deze laatste berekening is geen rekening gehouden met de nog mogelijk te realiseren woningen gelegen in de gebieden waar de B.P.A.’s 2 en 3 van toepassing zijn. Zoals reeds eerder aangehaald zijn er dit een 70-tal. Zonder enige stimulerende maatregel en met volledige invulling van het woongebied zouden er in de komende 10 jaar ongeveer 908 woongelegenheden op de markt kunnen komen, waarvan ongeveer 30% gesitueerd zijn in de deelgemeente Nederbrakel. In 1997 waren dit er nog 1274 woongelegenheden.
1630/bx.ds
Pag. 114
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
9.2.6
CONFRONTATIE WOONBEHOEFTE
–
WOONAANBOD
Wat het aanbod betreft kunnen er, rekening houdende met de 80 - 30%-norm en via verdichtingsmogelijkheden (B.P.A.), 446 woningen gerealiseerd worden in het (landelijk) woongebied. Uitgaande van de opgegeven dichtheden zouden daarnaast op nietuitgeruste ingesloten terreinen binnen het woongebied (volgens het gewestplan) nog eens 462 woningen gerealiseerd kunnen worden. Hieruit volgt dat we voor Brakel tot 2007 in totaal een aanbod van 908 woningen tellen. De berekende behoefte aan nieuwe bouwpercelen voor de eigen bewoners (gesloten bevolking) wordt op 2017 geschat op 231 eenheden. Het aanbod aan woningen tot 2017 is dus ruim voldoende om de geraamde woonbehoefte op te vangen.
9.2.7
SOCIAAL OBJECTIEF Op 18 maart 2009 werd het decreet grond- en pandenbeleid goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Dit decreet voorziet in tal van maatregelen van invloed op de grond- en pandenmarkt. Eén van die maatregelen voorziet in een sociaal objectief per gemeente. Dit objectief legt een aantal te realiseren sociale woningen op per gemeente voor de periode 2009-2020. Het sociaal objectief bestaat uit sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en sociale kavels. De drie categorieën samen vormen het sociaal objectief Het aantal sociale koopwoningen en kavels kent geen eenduidige berekening per gemeente. Hierbij geldt een provinciaal objectief. In samenspraak met de gemeente zal de deputatie een verdelingschema opstellen. Het decreet voorziet in een berekening van het aantal sociale huurwoningen per gemeente. Deze berekening voorziet in drie stappen: 1) gemeentelijk objectief na de decretale verdeling op provinciaal niveau, 2) de beperking van het sociaal huurobjectief tot een aanbod sociale huurwoningen van 9% en 3) de inhaalbeweging Voor Brakel betekent dit:
Tabel 34:
Huishoudens op 1 januari 2008
5.690
sociaal huuraanbod volgens nulmeting
97
aandeel sociaal huuraanbod volgens de nulmeting
1,70%
Stap 1 provinciale verdeling voor Oost-Vlaanderen
95
Stap 2 : beperking van het sociaal huurobjectief tot 9%
95
Stap 3 : bijkomende inhaalbeweging (richtcijfer voor 2025)
20
sociaal objectief Brakel dient dus tegen 2017 95 sociale huurwoningen te bouwen en tegen 2020 bijkomend 20 sociale huurwoningen.
1630/bx.ds
Pag. 115
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
9.3
BEHOEFTERAMING AAN BEDRIJVENTERREINEN
9.3.1
VRAAG Het inschatten van de behoefte aan oppervlakte voor een lokaal bedrijventerrein is niet gemakkelijk. Immers, de behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen is direct afhankelijk van de economische conjunctuur en deze is niet beïnvloedbaar op gemeentelijk niveau. Daarenboven wordt economische ontwikkeling vooral geassocieerd met onzekerheid over de moeilijk voorspelbare en slechts beperkt stuurbare dynamiek. Zo kan technologische vernieuwing leiden tot afnemend en ander ruimtegebruik. De plaats waar en de wijze waarop zich dat voordoet zal sterk afhangen van de voorwaarden voor toepassing van nieuwe technieken. Niet alleen de kosten, maar ook de mogelijkheden van de omgeving zijn daarbij belangrijk. Die technologische ontwikkelingen werken ook door in het industrieel ruimtegebruik. Alle Brakelse bedrijven (op basis van het vergunningenbestand plus nog enkele andere) werden eind jaren negentig uitgenodigd om aan een bedrijfsenquête deel te nemen. Op basis van deze enquête kan nagegaan worden welke bedrijven wensen uit te breiden en welke bij uitbreiding zonevreemd kunnen worden. In totaal werd de enquête door 40 bedrijven ingevuld. Slechts 6 zonevreemde bedrijven hebben geantwoord op de enquête. Van de 40 bedrijven die geantwoord hebben op de bedrijfsenquête wensen er 18 uit te breiden, waarvan 2 zonevreemde bedrijven. Vooral de huidige oppervlakte van het bedrijfsgebouw of het magazijn, de loods of garage voldoet niet meer. Van de 18 bedrijven zijn er 14 die ter plaatse kunnen uitbreiden. 2 zijn nu reeds op de ambachtelijke zone gelokaliseerd en wensen daar uit te breiden. Deze uitbreiding kan echter gebeuren op de bestaande site. 2 bedrijven kunnen niet ter plaatse uitbreiden. BVBA De Cubber zou bij een eventuele herlokalisatie nood hebben aan 2,5 ha. De gebroeders Lemagie aan 0,4ha. Indien beide bedrijven zouden herlokaliseren is er dus nood aan ongeveer 3ha.
9.3.2
AANBOD Het aanbod beperkt zich tot wat volgens het gewestplan is ingekleurd als ambachtelijke zone. Er is geen substantiële leegstand van bedrijven aanwezig in de gemeente. Deze ambachtelijke zone is gelegen tussen de kernen Opbrakel en Nederbrakel. De totale oppervlakte van deze ambachtelijke zone is 26 ha 8 a. Het grootste deel (ong. 20ha) is reeds aangesneden, waarvan ongeveer de helft van recente datum. Er rest dus nog een oppervlakte van ongeveer 6ha binnen het gewestplan. Daarvan ligt echter 2ha in habitatgebied. Er kan dus gesteld worden dat er nog een aanbod is van ongeveer 4ha. De nodige ruimte is dus nog beschikbaar binnen het gewestplan.
1630/bx.ds
Pag. 116
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
10
KNELPUNTEN EN POTENTIES Op basis van de voorgaande analyses kunnen een aantal sterkten en zwakten in de bestaande ruimtelijke structuur van Brakel worden aangeduid. Deze sterke punten uit de bestaande ruimtelijke structuur zullen vertaald kunnen worden als mogelijke kansen voor de gewenste ruimtelijke structuur. Ook de zwakke punten kunnen uit de bestaande ruimtelijke structuur gehaald worden. Deze kunnen mogelijk leiden tot bedreigingen voor de gewenste ruimtelijke structuur.
10.1
KNELPUNTEN EN BEDREIGINGEN NEDERZETTINGSSTRUCTUUR -
Brakel is niet centraal gelegen in Vlaanderen De grote aanwezigheid van verlinting en verspreide bebouwing Een verouderd gebouwenpatrimonium en bijgevolg een hoog aantal woningen zonder klein comfort. Brakel telt weinig huurwoningen, ook weinig sociale huurwoningen. Door de vergrijzing van de bevolking en door de afname van de gezinsgrote daalt het aantal inwoners. Afhankelijk van de omliggende steden voor bovengemeentelijke activiteiten (o.a. medische verzorging). Veel zonevreemde woningen, ook in natuurgebied.
ECONOMISCHE STRUCTUUR -
Brakel kent een lage tewerkstellingscoëfficient (pendelgemeente) Er is een dalende trend in de tewerkstelling en de secundaire sector Beperkte uitbreidingsmogelijkheden voor ambachtelijke activiteiten (Brakel is een hoofddorp in het buitengebied)
VERKEERSSTRUCTUUR
-
De doortocht door het oude centrum van Brakel (N8) zorgt voor een conflictsituatie tussen de verblijfsfunctie van dit gebied en het doorgaand verkeer. De nieuwe omleidingsweg biedt wel een alternatief, maar de doortocht staat nog steeds onder druk. Brakel heeft geen ontsluiting via het spoor
OPEN-RUIMTE STRUCTUUR 1630/bx.ds
Bodemerosie in de heuvelstreek Afname van de waterkwaliteit Kwantitatieve achteruitgang van de natuurlijke structuur door de sterk verspreide bebouwing en de verlinting Kwalitatieve achteruitgang van de natuurlijke structuur door het verdwijnen van kleine landschapselementen en het verruigen, verkleinen en egaliseren van waardevolle biotopen. De bosgebieden en open ruimtes staan onder een grote recreatiedruk Het primair belang van de streek/ de niet-bebouwde ruimte en de openruimteactiviteiten De primaire sector heeft af te rekenen met een relatief oude beroepsbevolking en een gebrek aan opvolging. Daardoor dreigt een probleem met leegstaande bedrijfsgebouwen. Pag. 117
SumResearch / Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Brakel – informatief gedeelte
RECREATIEVE STRUCTUUR -
10.2
Beperkte verblijfsaccommodatie.
KWALITEITEN EN KANSEN
NEDERZETTINGSSTRUCTUUR -
Vrij gave nederzettingsstructuur met de centraal gelegen verstedelijkte kern Nederbrakel omgeven door de plattelandsdorpen Michelbeke, Elst, Zegelsem, Everbeek en Parike De dominantie van openruimteactiviteiten maken van Brakel een aantrekkelijke woongemeente Zelfvoorzienende gemeente (vrij ruim aanbod aan winkels, scholen, diensten, zwembad,...) Kleinere gezinnen en eenpersoonsgezinnen vragen nieuwe vormen van huisvesting
ECONOMISCHE STRUCTUUR -
Aanwezigheid van een ambachtelijke zone, met reservegronden grenzend aan de huidige ambachtelijke zone, die evenwel bezwaard zijn door de afbakening van habitatgebied
VERKEERSSTRUCTUUR
-
Door de aanleg van de nieuwe weg op de oude spoorwegbedding wordt een doorgaande verkeersas gecreeërd + een ontsluiting voor ambachtelijke zone
OPEN-RUIMTE STRUCTUUR -
Het traditioneel landschap van de Vlaamse Ardennen en de Zwalmstreek: reliëfrijk gebied: de heuvelruggen in het zuiden en het oosten van de gemeente en de openheid van de landbouwgronden De aanwezigheid van natuurgebieden: Burreken, Hul-Kanakkendries, Lillare-toep, Trimpont en Terkleppebeek Sterk beboste gemeente (grootste aandeel in het zuiden) o.a. Brakelbos, Haeyesbos, Steenbergsebos Schaalvergroting van de bedrijven verhoogt de leefbaarheid van de landbouwondernemingen
RECREATIEVE STRUCTUUR -
1630/bx.ds
groot aanbod aan diverse recreatiemogelijkheden: Brakelbos, Rydtmeersen, bewegwijzerde wandel- en fietsroutes landschap biedt bijkomende potenties
Pag. 118