Collegevoorstel Openbaar
Onderwerp Lokale WNT inkomensnorm (uitvoering motie De Graafnorm)
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Bestuur & Middelen / 1042 Collegevergadering no 47
Portefeuillehouder B. Jeene Samenvatting Aanwezig: Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. JZ22, Erna van de Kolk, 2669 De raad van de gemeente Th. Nijmegen heeft in de raadsmotie ‘De de Graaf Voorzitter FA20, Henriëtte de Boer, 9621 Graafnorm’ aangegeven dat wenselijk is dat de gemeente een normH. P.het Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, Kunst, Wethouders stelt voor de maximale vergoeding aan directeuren dan wel bestuurders P. Lucassen, J. van der Meer Datum ambtelijk voorstel van verbonden partijen en P. instellingen Eringa die voor een substantieel deel Gemeentesecretaris 16 april 2013 van hun omzet afhankelijk A. zijnKuil van publieke middelen. Inmiddels is een Communicatie landelijke wet, de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen M. Sofovic Verslag Registratienummer publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. Wij 13.0005879 stellen voor de lokale inkomensnorm op 100 % van het ministersalaris vast te stellen en voor het overige de WNT te volgen. Verder is het wenselijk dat de genoemde partijen jaarlijks helder en onomwonden in hun jaarstukken de hoogte van de maximale vergoedingen van directeuren en/of bestuurders en /of toezichthouders vermelden. Ter besluitvorming door het college: Aldus vastgesteld in de vergadering van: 1. Het collegevoorstel ‘WNT inkomensnorm’ (registratienummer 12.0021064) vastgesteld op 18 december 2012 en het bijbehorende raadsvoorstel in te trekken. Concern B & V 2. Voor de lokale normstelling voor beloningen van J. Inberg a.i. topfunctionarissen, aan te sluiten bij de WNT voor wat betreft Leidinggevende reikwijdte, terminologie en overige regels. De voorzitter, De secretaris, 3. In afwijking van beslispunt 2, de inkomensnorm op 100 % van G. de Leeuw het ministersalaris vast te stellen, deze hierna te noemen ‘de lokale WNT norm’ en het overgangsrecht uit te sluiten. Programmamanager 4. Met het oog op een doelmatige besteding van de ontvangen J. Inberg a.i. gelden de lokale WNT norm in de Nijmeegse subsidieverordening (NKS) op te nemen voor Programmadirecteur topfunctionarissen van instellingen die onder de WNT vallen, R. van Wuijtswinkel met daaraan verbonden een mogelijkheid voor de gemeente om te sanctioneren.
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Zie vervolgblad Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 23 april 2013 Conform advies Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.4
Bestuursagenda
1
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
Cvs WNT inkomensnorm 17042013 nr college.doc
Collegevoorstel
Vervolg beslispunten
5. In de NKS op te nemen dat instellingen die onder de WNT vallen, verplicht worden de gegevens als bedoeld in artikel 4 van deze wet uiterlijk op 1 juli aan het college te zenden, met daaraan verbonden een mogelijkheid voor de gemeente om te sanctioneren. 6. Partijen die niet onder WNT vallen op te roepen hun beloningsbeleid in te richten naar de WNT-norm. 7. Ten aanzien van onze Verbonden Partijen na te gaan of er aanleiding is over het beloningsbeleid in gesprek te gaan en onze invloed aanwenden om waar mogelijk ook het beloningsbeleid van Verbonden Partijen onder het lokale WNT regime te brengen”. Aan de raad voor te stellen: 1. In de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies (NKS), aan artikel 12 ‘Verplichtingen van de subsidie-ontvanger’ de leden 4 t/m 7 (zie bijlage I) toe te voegen.
Cvs WNT inkomensnorm 17042013 nr college.doc
Collegevoorstel
1 Probleemstelling De raadsmotie ‘De Graafnorm’ (indiener P. Breukers, PvdA, 16 december 2009) bevat het verzoek de subsidieregelgeving aan te passen zodat de maximale vergoedingen bij de gesubsidieerde instellingen nooit de hoogte van het salaris van de burgemeester van Nijmegen overstijgen én dat ze openbaar worden gemaakt. Deze motie is aanvaard. Een 1 burgemeesternorm zou in Nijmegen ongeveer 175.000 euro bedragen . Waarom deze motie: - maatschappelijke onrust over “veelverdieners” in de (semi-) publieke sector - hoge vergoeding directeur Mensec leidde tot verontwaardiging - kostte veel moeite om het gewenste inzicht in deze vergoedingen te verkrijgen - instellingen en organisaties die geheel of gedeeltelijk worden betaald met publieke middelen moeten deze middelen gebruiken voor het behalen van beleidsdoelen en niet voor het betalen van hoge salarissen - over de inzet van publieke middelen moet transparant verantwoording worden afgelegd In aanvulling hierop heeft de auditcommissie in de Stadsrekening 2011 aanbevolen om “in de paragraaf Verbonden Partijen per Verbonden Partij weer te geven of, en zo ja in hoeverre, de bezoldiging een dergelijke norm overschrijdt”. De regering besteedt al geruime tijd en uitdrukkelijk aandacht aan de topinkomens in de publieke en semi-publieke sectoren. Organisaties met een publieke taak die gefinancierd worden met publiek geld moeten hun bestuurders evenwichtig en maatschappelijk verantwoord honoreren. De bezoldigingen die uitstijgen boven het ministersalaris worden sinds 2006 openbaar gemaakt op basis van de wet openbaarmaking topinkomens (Wopt). In aanvulling hierop is de WNT (Wet voor Normering Topinkomens) ontwikkeld. De WNT is op 1 januari 2013 ingegaan. Parallel aan de landelijke discussie over beloningen zijn ook op lokaal niveau verschillende initiatieven geweest, maar uiteindelijk is besloten de landelijke wetgeving af te wachten. In dit voorstel werken we de WNT uit voor de Nijmeegse situatie. Gelet op het advies van de auditcommissie betrekken wij bij dit voorstel ook de Verbonden Partijen. In het regeerakkoord “Bruggen slaan” (29-10-2012) zijn andere afspraken gemaakt dan vertaald zijn in de WNT. De huidige WNT gaat uit van normering op 130 % van het salaris van de minister. De afspraken van de huidige regering om deze grens terug te brengen naar 100 % moeten nog worden uitgewerkt, maar zijn al wel opgenomen in het regeerakkoord. Anticiperend hierop voeren wij nu al de lokale WNT norm in (=100 % van het ministersalaris). Het salaris 2013 van onze burgemeester bedraagt € 175.493,-.Hierin is het salaris, de pensioenpremie en onkostenvergoeding meegenomen. Bij verlaging van de WNT-norm (die wettelijk nog moet worden goedgekeurd) naar 100 % komt de WNT-norm ongeveer uit op € 176.000. Het verschil tussen de 100 %-norm en een lokale burgemeesternorm is dus minimaal.
2 Juridische aspecten Hieronder zetten wij uiteen wat de landelijke wetgeving behelst en vervolgens hoe wij als gemeente deze normering introduceren. Voor een toelichting op de gebruikte terminologie verwijzen we naar bijlage II. Landelijke wetgeving: Openbaarheid van Topinkomens (Wopt) 1
Dit is het bruto jaarsalaris vermeerderd met de sociale verzekeringspremies, onkostenvergoedingen en pensioenvoorziening van de huidige burgemeester. Het jaarsalaris van burgemeester is afhankelijk van het inwoneraantal van de gemeente.
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
Sinds 9 februari 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) van kracht. Deze wet verplicht organisaties waarvan de exploitatie voor minstens 50% gefinancierd wordt uit overheidsmiddelen, met een minimum van € 100.000, dat zij de inkomens van medewerkers boven de ministersnorm openbaar maken. Normering van Topinkomens (WNT) (NIEUW) De huidige Wopt is op 1 januari 2013 vervangen door de WNT (Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector) waarmee de salarissen bij (semi) publieke instellingen ook gemaximeerd worden. In bijlage III staan de bepalingen van de WNT nader toegelicht. In de WNT geldt onder andere: 1. Topfunctionarissen mogen niet meer verdienen dan het wettelijke maximum: de WNTnorm. Jaarlijks wordt dit bedrag vastgesteld in een ministeriële regeling. 2. Voor zorgverzekeraars geldt niet de WNT-norm, maar een sectorale norm. 3. Topfunctionarissen moeten altijd openbaar maken wat zij verdienen, of dit nu meer of minder is dan de norm. 4. Een ontslagvergoeding is maximaal € 75.000. 5. Bonussen, winstdelingen en andere vormen van variabele beloning zijn niet toegestaan. De wet WNT geldt onder andere voor bestuurders van publieke instellingen, zoals ministeries. Ook semi-publieke organisaties moeten zich eraan houden, zoals bestuurders van woningcorporaties, ziekenhuizen, scholen en publieke omroepen. Normering door de gemeente: Gelet op de wensen van de raad hebben wij onderzocht op welke wijze wij een normering zouden kunnen opleggen aan subsidieontvangers. De WNT biedt een duidelijk kader: - het gaat om (semi) publieke instellingen waarvan de exploitatie voor minstens 50% gefinancierd wordt uit overheidsmiddelen - de ontslagvergoeding is gemaximeerd - het bedrag dat boven de norm wordt uitbetaald wordt teruggevorderd (in de WNT) door de minister Vanwege de lange voorgeschiedenis en de zorgvuldige wijze waarop de wet geformuleerd is, is aansluiting zoeken bij de WNT op dit moment een voor de hand liggende keuze. Om aan de wens van de raad tegemoet te komen zullen wij echter direct de 100 % van het ministersalaris als norm hanteren hetgeen, zoals hierboven uiteen gezet, neerkomt op ongeveer het salaris van de burgemeester. Hierbij tekenen wij aan dat voor wat betreft het overgangsrecht aansluiting bij de WNT niet zinvol is omdat wij dan gelijke tred zouden houden met de minister die in het uiterste geval pas na 7 jaar op het salaris zou kunnen ingrijpen. Ingevolge de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zullen wij echter rekening moeten houden met een ‘redelijke termijn’ alvorens tot korting van de subsidie te kunnen overgaan hetgeen inhoudt dat instellingen ruim de tijd krijgen om zich voor te bereiden op de nieuwe regelgeving. Artikel 121 van de Gemeentewet geeft het gemeentebestuur de bevoegdheid tot het maken van gemeentelijke verordeningen waarin door een wet is voorzien, zolang de verordening niet met de wet in strijd komt. Van deze bevoegdheid maken wij thans gebruik. Door een artikel toe te voegen aan de Nijmeegse kaderverordening Subsidieverstrekking (NKS) ontstaat voor de gemeente de juridische grondslag voor een inkomensnorm voor instellingen die onder de reikwijdte van de WNT vallen met het oog op een doelmatige besteding van de
Collegevoorstel
Vervolgvel
4
ontvangen gelden. De gemeente Nijmegen kan op deze wijze een instelling die onder de WNT valt, geen bezoldigingsnorm opleggen, maar kan wél de subsidie korten met het bedrag dat de bezoldiging boven de lokale norm uitstijgt of de subsidie weigeren. Artikel 12 lid 3 NKS geeft de mogelijkheid niet doelgebonden verplichtingen bij de subsidieverstrekking op te leggen. Door het toevoegen van de leden 4 t/m 7 aan dit artikel is de wettelijke grondslag voor het korten op subsidies vanwege de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht gelegd. Op gesubsidieerde partijen die niet onder de WNT vallen (gesubsidieerde instellingen die voor minder dan 50% met overheidsmiddelen worden gefinancierd), doen wij een oproep om hun beloningsbeleid in te richten naar de lokale norm én de bezoldigingen van topfunctionarissen aan de gemeente kenbaar te maken. Rechtspraak Op 9 april 2013 heeft de rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen NovadicKentron en de gemeente Eindhoven. De rechter is van mening dat de verplichting dat de beloning van de medewerkers van Novidic-Kentron ten hoogste het Wopt-norm bedrag zou mogen bedragen niet had mogen worden opgelegd . De rechtbank vindt dat de beperking van de inkomens door de gemeente kennelijk niet bedoeld is om een doelmatige besteding van subsidie te bevorderen. In de subsidieverordening van Eindhoven is bovendien opgenomen dat het subsidiebedrag niet alleen wordt verminderd met het bedrag van de overschrijjding van de Woptnorm maar dat er ook nog eens een ‘strafkorting van 50 %” zou kunnen volgen. Dat gaat, aldus de rechter, verder dan nodig is met het oog op een doelmatige besteding van subsidiegelden. De rechtbank vindt voorts dat de inkomensvoorwaarde ook niets te maken heeft met "de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht", omdat de voorwaarde volgens de rechtbank geen betrekking heeft op de medewerkers van NovadicKrenton, maar alleen op de inkomens van de medewerkers. In het licht van deze uitspraak zullen wij in ieder geval in de verordening uitdrukkelijk de zinsnede opnemen dat "met het oog op een doelmatige besteding van de ontvangen gelden wordt bepaald dat........" etc. Relatie collegevoorstel tot de uitspraak van de rechter In de genoemde uitspraak stelt de rechter dat de gemeente onvoldoende heeft aangegeven dat het te hoge salaris ten koste van de doelmatige besteding van de middelen zou gaan. Doordat wij in onze NKS uitdrukkelijk het verband leggen met de doelmatige besteding, menen wij dat een dergelijke verplichting wel houdbaar is. Daarnaast leggen wij, behalve het verminderen van het subsidiebedrag met het bedrag dat teveel wordt uitbetaald aan salaris, geen sanctie op. De gemeente Eindhoven deed dat wél door een (extra) boete van 50 % op te leggen. In die zin wijkt ons voorstel dan ook af van de casus Eindhoven. Invoering rapportageplicht: Door het invoeren van een rapportageverplichting, met daaraan verbonden een sanctiemogelijkheid, krijgen wij zicht op de bezoldiging binnen de instellingen die wij subsidiëren. Handhaving: In de WNT is geregeld dat de accountant van de instelling de jaarrekening toetst aan de WNT. Hij is verplicht afwijkingen aan de WNT te melden bij de toezichthouder. Na deze melding start het toezicht- en eventueel handhavingstraject. Na een waarschuwing en de mogelijkheid tot herstel volgt een verzoek richting de instelling en de topfunctionaris tot herstel van de betaling van de
Collegevoorstel
Vervolgvel
5
teveel betaalde bezoldiging onder dreiging van een boete (last onder dwangsom). Tenslotte volgt een dwanginvordering van de teveel betaalde bezoldiging door de minister (namens de Staat). De gemeente moet voor het korten, lager vaststellen of weigeren van subsidie vanwege de WNTnorm, meer werk verrichten. De gemeente moet een besluit op de subsidieaanvraag nemen, waarin verwezen moet worden naar de lokale norm. De gemeente heeft geen directe zeggenschap over het salaris van topfunctionarissen maar kan via de subsidierelatie wel invloed uitoefenen. Uiteindelijk kan dit leiden tot verlaging van het subsidiebedrag.
3
Doelstelling
Het doel van dit voorstel is om uitvoering te geven aan een lokale kaderstelling op het terrein van beloningen aan topfunctionarissen door het bepalen van een inkomensnorm voor gesubsidieerde instellingen en Verbonden Partijen en het invoeren van een rapportageverplichting.
4
Argumenten
Ad beslispunt 1 “het intrekken van het eerdere college- en raadsvoorstel” • Tijdens de behandeling van het voorstel in de raadskamer op 20 februari 2013 kwam naar voren dat een aantal partijen het voorstel zouden willen aanscherpen. Dit voorstel is hiervan het resultaat. Ad beslispunt 2 “Voor de lokale normstelling voor beloningen van topfunctionarissen aan te sluiten bij de WNT voor wat betreft reikwijdte, terminologie en overige regels.” •
Gelet op de landelijke ontwikkelingen zoals de invoering van de WNT per 1 januari 2013, de opheffing van de Wopt, het regeerakkoord, de maatschappelijke discussie over het gebruik van publieke middelen en de ‘de Graaf-motie’ achten wij invoering van een lokale norm wenselijk en haalbaar. Om dat te bereiken is het nodig dat een specifieke bepaling in de subsidieverordening wordt opgenomen. Zonder een dergelijke bepaling hebben gemeenten geen invloed op de bezoldiging van topfunctionarissen maar zijn zij afhankelijk van de ministeriële handhaving.
•
Aansluiting bij de WNT geeft heldere en algemeen geaccepteerde definities.
Ad beslispunt 3 “in afwijking van beslispunt 2, de inkomensnorm op 100 % van het ministersalaris vast te stellen, deze hierna te noemen ‘de lokale WNT norm’ en het overgangsrecht uit te sluiten.”
2
•
Wij zijn van mening dat wij als gemeente de mogelijkheid hebben om van de landelijke norm af te wijken en een eigen lokale norm (zoals de burgemeesternorm) te hanteren met het oog op een doelmatige besteding van de ontvangen gelden.
•
De ministersnorm uit de WNT bepaalt dat het maximum-inkomen, gebaseerd op 130% 2 3 van het ministerssalaris, en inclusief onkosten en pensioenbijdrage, ligt op € 228.599,- .
In 2011 lag dit bedrag op € 193.000 Bij de inhuur van externen gaan we uit van een maximum-uurtarief van € 225,- te hanteren, zijnde het uurtarief dat de rijksoverheid hanteert bij externe inhuur. Het kan voorkomen dat om dringende redenen overeenkomsten moeten worden gesloten waarin de maximale beloning, inclusief redelijke opslagen, bij
3
Collegevoorstel
Vervolgvel
6
Naast dit maximum-inkomen geldt een maximum-ontslagvergoeding van € 75.000,- en een verbod op bonussen, winstdelingen en andere vormen van variabele beloning. Zodra de WNT-norm verlaagd wordt naar 100%, zoals in het regeerakkoord is opgenomen, zal het maximum-inkomen rond de € 175.000 uitkomen, wat niet veel hoger is dan de lokale inkomensnorm, gebaseerd op het burgemeesterssalaris zou zijn. Het vooruit lopen op de landelijke ontwikkelingen komt tegemoet aan de motie en brengt ons inziens geen groot risico met zich mee. In onze regelgeving zullen we de overige ontwikkelingen in de WNT, zodra zij wet zijn, volgen. •
Door uitsluiting van het overgangsrecht zijn wij in staat om, met in acht neming van een redelijke termijn, slagvaardig te kunnen optreden waar onder het regime van de WNT uiteindelijk pas na zeven jaar de salarissen van de topfunctionarissen op de norm van de minister hoeven te zijn. Deze termijn achten wij onacceptabel lang.
Ad beslispunt 4: “De lokale WNT norm in de Nijmeegse subsidieverordening (NKS) op te nemen voor topfunctionarissen van instellingen die onder de WNT vallen, met daaraan verbonden een mogelijkheid voor de gemeente om te sanctioneren. •
Door de voorgestelde aanpassing van de NKS waarborgen we de normering voor de instellingen die voor meer dan 50% met overheidsmiddelen worden gefinancierd.
Ad beslispunt 5 “In de NKS op te nemen dat instellingen die onder de WNT vallen verplicht worden de gegevens als bedoeld in artikel 4 van deze wet uiterlijk op 1 juli aan het college te zenden, met daaraan verbonden een mogelijkheid voor de gemeente om te sanctioneren.” De instellingen worden verplicht de bezoldigingen van de topfunctionarissen openbaar te maken door middel van de financiële verslaggevingsdocumenten en deze uiterlijk 1 juli volgend op het boekjaar aan ons te zenden. Zie verder bijlage II. Ad beslispunt 6 “Partijen die niet onder WNT vallen op te roepen hun beloningsbeleid in te richten naar de WNT-norm.” Aan partijen die niet onder de WNT vallen (dit zijn gesubsidieerde partijen die voor minder dan 50% met overheidsmiddelen gefinancierd worden), zoals gesubsidieerde culturele instellingen met een grote commerciële component als KKP, Lux, e.a. doen wij de oproep om hun beloningsbeleid in te richten naar de lokale norm. Deze partijen opereren op grotere afstand van de overheid en kunnen niet vanwege de bezoldiging gekort worden op de subsidie, noch is de bezoldiging een weigeringsgrond. De provincie Zeeland heeft vooruitlopend op de WNT al bij gesubsidieerde instellingen een beroep op ‘de morele verantwoordelijkheid’ gedaan om de ministernorm te respecteren. Afdwingbaar is naleving van een dergelijk oproep niet.
doorrekening naar een fulltime dienstverband boven de WNT-norm uitkomt. Wij gaan hier als college uiterst terughoudend mee om door alleen in uitzonderlijke gevallen dergelijke overeenkomsten te sluiten en deze tot een minimale duur te beperken.
Collegevoorstel
Vervolgvel
7
Ad beslispunt 7 “Ten aanzien van onze Verbonden Partijen nagaan of er aanleiding is over het beloningsbeleid in gesprek te gaan en onze invloed aanwenden om waar mogelijk ook het beloningsbeleid van Verbonden Partijen onder het lokale WNT regime te brengen” We spreken van een Verbonden Partij als het gaat om een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, óf uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur óf uit hoofde van stemrecht. Van een financieel belang is sprake als een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat en/of de gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Hierbij geldt de volgende tweedeling: 1. een aantal aan de gemeente Verbonden Partijen wordt voor meer dan 50% met overheidsgelden gefinancierd. Het gaat hier bijvoorbeeld om Breed, GGD en DAR NV. Bij deze partijen hebben wij via subsidieverlening de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de hoogte van de bezoldiging. 2. bij de overige Verbonden Partijen, die voor minder dan 50% met overheidsgelden worden gefinancierd, willen en kunnen we op andere wijzen invloed uitoefenen om hun beloningsbeleid aan te passen op de lokale-norm. Het gaat hier bijvoorbeeld om MARN, RGV en Bergerden. Bij deze partijen zijn de rechtsvorm en de zeggenschap die de gemeente heeft bepalend voor de invloed die we hebben. Wij stellen een inventarisatie op van al onze Verbonden Partijen om in beeld te krijgen of en in hoeverre de beloning van hun bestuurders en topfunctionarissen afwijken van de lokale WNT norm. We spannen ons, eventueel in gezamenlijkheid met andere gemeenten / overheden, in om daar waar mogelijk invloed uit te oefenen op hun beloningsbeleid waarbij het doel is om dit beleid zoveel mogelijk conform de WNT en de lokale ministernorm in te richten. Daar waar wij op basis van huidige afspraken invloed kunnen uitoefenen op de beloningen, zullen we dat zeker doen. In het geval van de RGV, die de norm ruim heeft overschreden, heeft wethouder Jeene in zijn rol als aandeelhouder van RGV de Raad van Commissarissen hierop reeds aangesproken. In casu is de bezoldiging van de directie de verantwoordelijkheid van de Raad van Commissarissen. Dit heeft er toe geleid dat de Raad van Commissarissen een voorstel voor het beloningsbeleid zal opstellen.
5 Financiën Indien een instelling zich niet aan de lokale inkomensnorm conformeert kan dit betekenen dat we minder subsidie aan deze instelling verlenen. 6 Communicatie De gewijzigde NKS wordt op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt. In de subsidiebeschikkingen zullen wij de nieuwe verplichtingen opnemen. Organisaties die buiten het bereik van het nieuwe artikel in de NKS vallen en waarvan wij vermoeden dat er bezoldigingen voorkomen die boven de lokale norm uitkomen, zullen wij een brief sturen waarin wij onze morele oproep verwoorden. 7 Uitvoering en evaluatie De voorgestelde wijziging van de NKS betekent dat in de subsidieaanvragen transparantie over de bezoldigingen ontstaat. Als daadwerkelijk wordt gekort of geweigerd is dit onderdeel van de onderhandelingen in het subsidieverleningproces en komt dat tot uitdrukking in de beschikking. In
Collegevoorstel
Vervolgvel
8
de beschikkingen zal met ingang van 2013 ook de verplichting tot verantwoording over de bezoldiging in de jaarrekening van deze instellingen worden opgenomen. De toetsing zal in het controleprotocol van de huisaccountant van de instellingen worden opgenomen. In onze lokale regelgeving zullen wij de overige ontwikkelingen in de WNT volgen. Voor de Verbonden Partijen stellen we een inventarisatie op waarbij het doel is om het beloningsbeleid van deze partijen zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de lokale norm.
8 Risico Als ook andere rechters, en met name de hoogste rechter (Raad van State), de door de rechtbank Oost-Brabant ingeslagen richting volgen dan zal het voorgestelde artikel onverbindend zijn. Eventueel genomen besluiten op grond van dit artikel zullen moeten worden teruggedraaid. Wij aanvaarden dit risico. Door nu aan te sluiten bij landelijke wetgeving en te anticiperen op een onderdeel van het regeerakkoord (100%) terwijl landelijk de discussie over het wel of niet invoeren van een lokale norm nog volop gevoerd wordt, accepteren wij de mogelijkheid dat wij ons beleid moeten aanpassen. Als er bezwaar wordt gemaakt door een instelling tegen de verlaging van de subsidie zal in eerste instantie de rechter te Arnhem moeten beoordelen of het geoorloofd is om via de subsidierelatie invloed uit te oefenen op het beloningsbeleid bij instellingen. Daarnaast zal de rechter o.a. toetsen of de korting proportioneel te noemen is. Wij weten nu niet hoe de rechter hierover zal oordelen. Wij blijven evenwel bij ons standpunt, dat wij als subsidiërend bestuursorgaan voorwaarden kunnen stellen ten aanzien van de hoogte van de bezoldiging van topfunctionarissen en dat daarbij ruimte is om maatwerk te leveren. Minister Plasterk heeft dit immers bij de behandeling van het wetsvoorstel WNT in de Eerste Kamer zo aangegeven.
Voorstel aan de Raad
Openbare besluitenlijst 18 december 2007
Collegevergadering 47 Datum raadsvergadering / Nummerno raadsvoorstel 15 mei 2013
/ 73/2013
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
Aanwezig: N.v.t.
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, Lokale WNT inkomensnorm P. Lucassen, J. van der Meer Gemeentesecretaris Programma / Programmanummer P. Eringa Bestuur & Middelen / 1042 A. Kuil Communicatie M. Sofovic Verslag Portefeuillehouder Voorzitter
Onderwerp Wethouders
B. Jeene Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
23 april 2013 Samenvatting
Uw raad heeft in de raadsmotie ‘De Graafnorm’ aangegeven dat het wenselijk is dat de gemeente Aldus vastgesteld in de vergadering van: een norm stelt voor de maximale vergoeding aan directeuren danwel bestuurders van verbonden partijen en instellingen die voor een substantieel deel van hun omzet afhankelijk zijn van publieke middelen. Inmiddels er een landelijke wet voor de normering van topsalarissen in werking getreden (WNT). De WNT-norm bedraagt 130 % van het ministersalaris. In het regeerakkoord staat dat de WNT-norm naar 100 % van het ministersalaris zal gaan. Hierop anticiperend stellen wij voor de lokale (WNT) norm op 100 % van het ministersalaris vast te stellen en voor het overige de WNT te volgen. Verder is het wenselijk dat de De van secretaris, genoemde partijen jaarlijks helderDe envoorzitter, onomwonden in hun jaarstukken de hoogte de maximale vergoedingen van directeuren en/of bestuurders en /of toezichthouders vermelden. Voorstel om te besluiten
1. Aan de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies (NKS), aan artikel 12 ‘Verplichtingen van de subsidie-ontvanger’ de leden 4 t/m 8 (zie bijlage I) toe te voegen.
1
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Erna van de Kolk, 2669,
[email protected] Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
De raadsmotie ‘De Graafnorm’ (indiener P. Breukers, PvdA, 16 december 2009) bevat het verzoek de subsidieregelgeving aan te passen zodat de maximale vergoedingen bij de gesubsidieerde instellingen nooit de hoogte van het salaris van de burgemeester van Nijmegen overstijgen én dat ze openbaar worden gemaakt. Deze motie is aanvaard. Een 1 burgemeesternorm zou in Nijmegen ongeveer 175.000 euro bedragen . Waarom deze motie: - maatschappelijke onrust over “veelverdieners” in de (semi-) publieke sector - hoge vergoeding directeur Mensec leidde tot verontwaardiging - kostte veel moeite om het gewenste inzicht in deze vergoedingen te verkrijgen - instellingen en organisaties die geheel of gedeeltelijk worden betaald met publieke middelen moeten deze middelen gebruiken voor het behalen van beleidsdoelen en niet voor het betalen van hoge salarissen - over de inzet van publieke middelen moet transparant verantwoording worden afgelegd In aanvulling hierop heeft de auditcommissie in de Stadsrekening 2011 aanbevolen om “in de paragraaf Verbonden Partijen per Verbonden Partij weer te geven of, en zo ja in hoeverre, de bezoldiging een dergelijke norm overschrijdt”. De regering besteedt al geruime tijd en uitdrukkelijk aandacht aan de topinkomens in de publieke en semi-publieke sectoren. Organisaties met een publieke taak die gefinancierd worden met publiek geld moeten hun bestuurders evenwichtig en maatschappelijk verantwoord honoreren. De bezoldigingen die uitstijgen boven het ministersalaris worden sinds 2006 openbaar gemaakt op basis van de wet openbaarmaking topinkomens (Wopt). In aanvulling hierop is de WNT (Wet voor Normering Topinkomens) ontwikkeld. De WNT is op 13 november 2012 door de Eerste Kamer aangenomen en gaat per 1 januari 2013 in. In dit voorstel werken we de WNT uit voor de Nijmeegse situatie. Gelet op het advies van de auditcommissie betrekken wij bij dit voorstel ook de Verbonden Partijen. In het regeerakkoord “Bruggen slaan” (29-10-2012) zijn andere afspraken gemaakt dan vertaald is in de WNT. De huidige WNT gaat uit van normering op 130 % van het salaris van de minister. De afspraken van de huidige regering om deze grens terug te brengen naar 100 % moeten nog worden uitgewerkt. Anticiperend hierop voeren wij nu al de lokale WNT norm in (=100 % van het ministersalaris). Het salaris 2013 van onze burgemeester bedraagt € 175.493,- .Hierin is het salaris, de pensioenpremie en onkostenvergoeding meegenomen. Bij verlaging van de WNT-norm (die wettelijk nog moet worden goedgekeurd) naar 100 % komt de WNT-norm ongeveer uit op € 176.000. Het verschil tussen de 100 %-norm en een lokale burgemeesternorm is dus minimaal. Tijdens de behandeling van het eerdere voorstel (registratienummer 12.0021064) in de raadskamer op 20 februari 2013 kwam naar voren dat een aantal partijen het voorstel om aansluiting te zoeken bij de WNT-norm van 130 % zouden willen aanscherpen. Daarop heeft de wethouder het voorstel teruggenomen om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Het onderhavige voorstel is hiervan het resultaat. Op 9 april 2013 heeft de rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen NovadicKentron en de gemeente Eindhoven. De rechter is van mening dat de verplichiting dat de beloning van de medewerkers van Novidic-Kentron ten hoogste het Wopt-norm bedrag zou mogen bedragen niet had mogen worden opgelegd . De rechtbank vindt dat de beperking van de inkomens door de gemeente kennelijk niet bedoeld is om een doelmatige besteding van subsidie te bevorderen. In de subsidieverordening van Eindhoven is bovendien opgenomen dat het subsidiebedrag niet alleen wordt verminderd met het bedrag van de overschrijding van de Wopt-
1
Dit is het bruto jaarsalaris vermeerderd met de sociale verzekeringspremies, onkostenvergoedingen en pensioenvoorziening van de huidige burgemeester. Het jaarsalaris van burgemeester is afhankelijk van het inwoneraantal van de gemeente.
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
norm maar dat er ook nog eens een ‘strafkorting van 50 % zou kunnen volgen. Dat gaat, aldus de rechter, verder dan nodig is met het oog op een doelmatige besteding van subsidiegelden. De rechtbank vindt voorts dat de inkomensvoorwaarde ook niets te maken heeft met "de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht" , omdat de voorwaarde volgens de rechtbank geen betrekking heeft op de medewerkers van NovadicKrenton, maar alleen op de inkomens van de medewerkers. Dit is een verrassende uitspraak omdat een te hoge betaling van medewerkers (waaronder bestuurders) ten koste gaat van andere activiteiten die met het subsidiegeld zouden kunnen worden uitgevoerd. In het licht van deze uitspraak zullen wij in ieder geval in de verordening uitdrukkelijk de zinsnede opnemen dat "met het oog op een doelmatige besteding van de ontvangen gelden wordt bepaald dat........" etc.
1.1 Wettelijk kader of beleidskader
Landelijke wetgeving: Openbaarheid van Topinkomens (Wopt) Sinds 9 februari 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) van kracht. Deze wet verplicht organisaties waarvan de exploitatie voor minstens 50% gefinancierd wordt uit overheidsmiddelen, met een minimum van € 100.000, dat zij de inkomens van medewerkers boven de ministersnorm openbaar maken. Normering van Topinkomens (WNT) (NIEUW) De huidige Wopt wordt op 1 januari 2013 vervangen door de WNT (Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector) waarmee de salarissen bij (semi) publieke instellingen ook gemaximeerd worden. In de WNT is een landelijke norm (ministernorm) opgenomen. In bijlage II staan de bepalingen van de WNT nader toegelicht. In artikel 4 van de WNT staat onder andere dat de instellingen in het financiële verslaggevingdocument van elke (voormalige) topfunctionaris de beloning vermeldt en dat de instelling ook vermeldt bij welke functionaris de beloning boven de lokale WNT-norm ligt. Normering door de gemeente: Gelet op de wensen van uw raad hebben wij onderzocht op welke wijze wij een normering zouden kunnen opleggen aan subsidieontvangers. De WNT biedt een duidelijk kader: - het gaat om (semi) publieke instellingen waarvan de exploitatie voor minstens 50% gefinancierd wordt uit overheidsmiddelen - de ontslagvergoeding is gemaximeerd - het bedrag dat boven de norm wordt uitbetaald wordt teruggevorderd (in de WNT) door de minister Vanwege de lange voorgeschiedenis en de zorgvuldige wijze waarop de wet geformuleerd is, is aansluiting zoeken bij de WNT op dit moment een voor de hand liggende keuze. Om aan de wens van uw raad tegemoet te komen zullen wij echter direct de 100 % van het ministersalaris als norm hanteren hetgeen, zoals hierboven uiteen gezet, neerkomt op ongeveer het salaris van de burgemeester.
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
Hierbij tekenen wij aan dat voor wat betreft het overgangsrecht aansluiting bij de WNT niet zinvol is omdat wij dan gelijke tred zouden houden met de minister die in het uiterste geval pas na 7 jaar op het salaris zou kunnen ingrijpen. Ingevolge de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zullen wij echter rekening moeten houden met een ‘redelijke termijn’ alvorens tot korting van de subsidie te kunnen overgaan hetgeen inhoudt dat instellingen ruim de tijd krijgen om zich voor te bereiden op de nieuwe regelgeving. Artikel 121 van de Gemeentewet geeft het gemeentebestuur de bevoegdheid tot het maken van gemeentelijke verordeningen waarin door een wet is voorzien, zolang de verordening niet met de wet in strijd komt. Van deze bevoegdheid maken wij thans gebruik. Door een artikel toe te voegen aan de Nijmeegse kaderverordening Subsidieverstrekking (NKS) ontstaat voor de gemeente de juridische grondslag voor een inkomensnorm voor instellingen die onder de reikwijdte van de WNT vallen met het oog op een doelmatige besteding van de ontvangen gelden. De gemeente Nijmegen kan op deze wijze een instelling die onder de WNT valt, geen bezoldigingsnorm opleggen, maar kan wél de subsidie korten met het bedrag dat de bezoldiging boven de lokale norm uitstijgt of de subsidie weigeren. Artikel 12 lid 3 NKS geeft de mogelijkheid niet doelgebonden verplichtingen bij de subsidieverstrekking op te leggen. Door het toevoegen van de leden 4 t/m 7 aan dit artikel is de wettelijke grondslag voor het korten op subsidies vanwege de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht gelegd. Op gesubsidieerde partijen die niet onder de WNT vallen (gesubsidieerde instellingen die voor minder dan 50% met overheidsmiddelen worden gefinancierd), doen wij een oproep om hun beloningsbeleid in te richten naar de lokale norm én de bezoldigingen van topfunctionarissen aan de gemeente kenbaar te maken. Artikel 121 van de Gemeentewet geeft het gemeentebestuur de bevoegdheid tot het maken van gemeentelijke verordeningen waarin door een wet is voorzien, zolang de verordening niet met de wet in strijd komt. Van deze bevoegdheid maken wij thans gebruik.
Invoering rapportageplicht: Door het invoeren van een rapportageverplichting, met daaraan verbonden een sanctiemogelijkheid, krijgen wij zicht op de bezoldiging binnen de instellingen die wij subsidiëren. 1.2 Relatie met programma
Subsidies aan grote instellingen worden verstrekt vanuit de programma’s Zorg & Welzijn, Cultuur, Onderwijs, Werk & Inkomen, Sport en Economische Zaken.
2
Doelstelling
Het doel van dit voorstel is om een lokale inkomensnorm op te stellen op het terrein van beloningen aan topfunctionarissen van gesubsidieerde instellingen en Verbonden Partijen en het invoeren van een rapportageverplichting.
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4
3
Argumenten
•
Gelet op de landelijke ontwikkelingen zoals de invoering van de WNT per 1 januari 2013, de opheffing van de Wopt, het regeerakkoord, de maatschappelijke discussie over het gebruik van publieke middelen en de ‘de Graaf-motie’ achten wij invoering van een lokale norm ter hoogte van 100 % van het ministersalaris wenselijk. Zonder opneming van een eigen artikel in de subsidieverordening hebben gemeenten geen invloed op de bezoldiging van topfunctionarissen maar zijn zij afhankelijk van de ministeriële handhaving.
•
Aansluiting bij de WNT geeft heldere en algemeen geaccepteerde definities. Gemeenten hebben de mogelijkheid om van de landelijke norm af te wijken en een eigen lokale norm (zoals de burgemeesternorm) te hanteren.
•
De ministersnorm uit de WNT bepaalt dat het maximum-inkomen, gebaseerd op 130% 2 3 van het ministerssalaris, en inclusief onkosten en pensioenbijdrage ligt op € 228.599,- . Naast dit maximum-inkomen geldt een maximum-ontslagvergoeding van € 75.000,- en een verbod op bonussen, winstdelingen en andere vormen van variabele beloning. Zodra de WNT-norm verlaagd wordt naar 100%, zoals in het regeerakkoord is opgenomen, zal het maximum-inkomen rond de € 175.000 uitkomen, wat niet veel hoger is dan de lokale inkomensnorm, gebaseerd op het burgemeesterssalaris zou zijn. Het vooruit lopen op de landelijke ontwikkelingen komt tegemoet aan de motie en brengt een acceptabel risico met zich mee. In onze regelgeving zullen we overige ontwikkelingen in de WNT, zodra zij wet zijn, volgen.
Voorgesteld wordt om aan de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies (NKS), artikel 12, de rapportageverplichting voor instellingen op te nemen zoals opgenomen in bijlage I. Door de voorgestelde aanpassing van de NKS waarborgen we de normering voor de instellingen die voor meer dan 50% met overheidsmiddelen worden gefinancierd. Verder worden de instellingen verplicht de bezoldigingen van de topfunctionarissen openbaar te maken door middel van de financiële verslaggevingdocumenten en deze uiterlijk 1 juli volgend op het boekjaar aan ons te zenden. Aan partijen die niet onder de WNT vallen (dit zijn gesubsidieerde partijen die voor minder dan 50% met overheidsmiddelen gefinancierd worden), zoals gesubsidieerde culturele instellingen met een grote commerciële component als KKP, Lux, e.a. doen wij de oproep om hun beloningsbeleid in te richten naar de lokale WNT-norm. Deze partijen opereren op grotere afstand van de overheid en kunnen niet vanwege de bezoldiging gekort worden op de subsidie, noch is de bezoldiging een weigeringsgrond. De provincie Zeeland heeft vooruitlopend op de WNT al bij gesubsidieerde instellingen een beroep 2
In 2011 lag dit bedrag op € 193.000 Bij de inhuur van externen gaan we uit van een maximum-uurtarief van € 225,- te hanteren, zijnde het uurtarief dat de rijksoverheid hanteert bij externe inhuur. Het kan voorkomen dat om dringende redenen overeenkomsten moeten worden gesloten waarin de maximale beloning, inclusief redelijke opslagen, bij doorrekening naar een fulltime dienstverband boven de lokale WNT-norm uitkomt. Wij gaan hier als college uiterst terughoudend mee om door alleen in uitzonderlijke gevallen dergelijke overeenkomsten te sluiten en deze tot een minimale duur te beperken.
3
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
5
op ‘de morele verantwoordelijkheid’ gedaan om de ministernorm te respecteren. Afdwingbaar is naleving van een dergelijk oproep niet. Verbonden Partijen Ten aanzien van onze Verbonden Partijen gaan we na of er aanleiding is over het beloningsbeleid in gesprek te gaan en wenden we onze invloed aan om waar mogelijk ook het beloningsbeleid van Verbonden Partijen onder het lokale WNT-regime te brengen. We spreken van een Verbonden Partij als het gaat om een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, óf uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur óf uit hoofde van stemrecht. Van een financieel belang is sprake als een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat en/of de gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Hierbij geldt de volgende tweedeling: 1. een aantal aan de gemeente Verbonden Partijen wordt voor meer dan 50% met overheidsgelden gefinancierd. Het gaat hier bijvoorbeeld om Breed, GGD en DAR NV. Bij deze partijen hebben wij via subsidieverlening de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de hoogte van de bezoldiging. 2. bij de overige Verbonden Partijen, die voor minder dan 50% met overheidsgelden worden gefinancierd, willen en kunnen we op andere wijzen invloed uitoefenen om hun beloningsbeleid aan te passen op de lokale WNT-norm. Het gaat hier bijvoorbeeld om MARN, RGV en Bergerden. Bij deze partijen zijn de rechtsvorm en de zeggenschap die de gemeente heeft bepalend voor de invloed die we hebben. Wij stellen een inventarisatie op van al onze Verbonden Partijen om in beeld te krijgen of en in hoeverre de beloning van hun bestuurders en topfunctionarissen afwijken van de lokale WNTnorm. We spannen ons, eventueel in gezamenlijkheid met andere gemeenten / overheden, in om daar waar mogelijk invloed uit te oefenen op hun beloningsbeleid waarbij het doel is om dit beleid zoveel mogelijk conform de lokale WNT en de ministernorm in te richten. Daar waar wij op basis van huidige afspraken invloed kunnen uitoefenen op de beloningen, zullen we dat zeker doen. 4
Risico’s
Als ook andere rechters, en met name de hoogste rechter (Raad van State), de door de rechtbank Oost-Brabant ingeslagen richting volgen dan zal het voorgestelde artikel overbindend zijn. Eventueel genomen besluiten op grond van dit artikel zullen moeten worden teruggedraaid. Wij aanvaarden dit risico. Door nu aan te sluiten bij landelijke wetgeving en te anticiperen op een onderdeel van het regeerakkoord (100%) terwijl landelijk de discussie over het wel of niet invoeren van een lokale norm nog volop gevoerd wordt accepteren wij de mogelijkheid dat wij ons beleid moeten terugdraaien. Als er bezwaar wordt gemaakt door een instelling tegen de verlaging van de subsidie zal in eerste instantie de rechter te Arnhem moeten beoordelen of het geoorloofd is om via de subsidierelatie invloed uit te oefenen op het beloningsbeleid bij instellingen. Daarnaast zal de rechter o.a. toetsen of de korting proportioneel te noemen is. Wij weten nu niet hoe de rechtbank hierover zal oordelen. Wij blijven evenwel bij ons uitgangspunt, dat wij als subsidiërend bestuursorgaan voorwaarden kunnen blijven stellen ten aanzien van de bezoldiging van medewerkers en dat daarbij ruimte is
Raadsvoorstel.doc
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
6
om maatwerk te leveren. Minister Plasterk heeft dit immers bij de behandeling van het wetsvoorstel WNT in de Eerste Kamer zo aangegeven. 5
Financiën
Indien een instelling zich niet aan de lokale WNT inkomensnorm conformeert kan dit betekenen dat we minder subsidie aan deze instelling verlenen.
6
Communicatie
De gewijzigde NKS wordt op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt. In de subsidiebeschikkingen aan instellingen zullen wij de nieuwe verplichtingen opnemen.
7
Uitvoering en evaluatie
De voorgestelde wijziging van de NKS betekent dat in de subsidieaanvragen transparantie over de bezoldigingen ontstaat. Als daadwerkelijk wordt gekort of geweigerd is dit onderdeel van de onderhandelingen in het subsidieverleningproces en komt dat tot uitdrukking in de beschikking. In de beschikkingen zal met ingang van 2013 ook de verplichting tot verantwoording over de bezoldiging in de jaarrekening van deze instellingen worden opgenomen. De toetsing zal in het controleprotocol van de huisaccountant van de instellingen worden opgenomen. In onze lokale regelgeving zullen wij de overige ontwikkelingen in de WNT volgen. Voor de Verbonden Partijen stellen we een inventarisatie op waarbij het doel is om het beloningsbeleid van deze partijen zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de lokale WNT norm. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage I Toevoegingen aan de NKS Bijlage II Toelichting WNT
Raadsvoorstel.doc
Bijlage I
Toe te voegen aan de NKS, artikel 12: Verplichtingen van de subsidie-ontvanger
4. De subsidieontvanger, waarop de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector van toepassing is, zendt het college uiterlijk op 1 juli van het jaar volgend op het boekjaar de gegevens en de motivering zoals bedoeld in artikel 4 van deze wet. 5. Indien de subsidieontvanger de in het vierde lid bedoelde verplichting niet nakomt, kan het in de verleningsbeschikking genoemde subsidiebedrag bij de subsidievaststelling worden verminderd met maximaal 10%. 6. Met het oog op een doelmatige besteding van de ontvangen gelden, is de subsidieontvanger, waarop de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector van toepassing is, verplicht om de inkomensgrens van 100 % van het ministersalaris als bezoldigingsmaximum in acht te nemen. Indien voor een sector een hoger bezoldigingsmaximum is afgesproken tussen de sector en de minister, dan geldt dit maximum. 7. Indien de subsidieontvanger de in het vorige lid bedoelde verplichting niet nakomt, kan het in de verleningsbeschikking genoemde subsidiebedrag bij de subsidievaststelling worden verminderd. De vermindering is gelijk aan het bedrag van de overschrijding van de geldende inkomensgrens in het kalenderjaar waarop de verleningsbeschikking betrekking heeft.
Collegevoorstel
Bijlage II: Toelichting WNT Hieronder volgen wij de terminologie van de wet. De twee belangrijkste termen zijn ‘topfunctionaris’ en ‘bezoldiging’ hieronder wordt verstaan (voor zover van belang voor de gemeente): Topfunctionaris: de leden van de hoogste uitvoerende en toezichthoudende organen van een rechtspersoon ( als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen f, g en h,) alsmede de hoogste onderschikte of de leden van de groep hoogste onderschikten aan dat orgaan en degene of degenen belast met de dagelijkse leiding; de leden van de hoogste uitvoerende en toezichthoudende organen van een rechtspersoon of instelling (als bedoeld in artikel 1.3, artikel 1.4 of artikel 1.5,) alsmede de hoogste onderschikte of de leden van de groep hoogste onderschikten aan dat orgaan en degene of degenen belast met de dagelijkse leiding; Bezoldiging: de som van de beloning, de sociale verzekeringspremies, de belastbare vaste en variabele vergoedingen en de beloningen betaalbaar op termijn; waarbij geldt als beloning: de som van de periodiek betaalde beloningen en de winstdelingen en bonusbetalingen, met uitzondering van de sociale verzekeringspremies en met uitzondering van belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen. Verantwoordelijke: Verantwoordelijke: 1°. Onze Ministers, bedoeld in de artikelen 12 en 51 van de Comptabiliteitswet 2001;2°. gedeputeerde staten van de provincies;3°. de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten;4°. de dagelijkse besturen van de waterschappen;5°. de dagelijkse besturen van de bedrijfslichamen in de zin van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de dagelijkse besturen van de overige openbare lichamen voor beroep en bedrijf;6°. de organen van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen f, g en h, die eindverantwoordelijk zijn voor de binnen de rechtspersoon betaalde bezoldiging of bij of krachtens de wet belast zijn met het vaststellen van een financieel verslaggevingdocument, en 7°. de organen van een rechtspersoon of het bevoegd gezag van een instelling als bedoeld in artikel 1.3, artikel 1.4 of artikel 1.5, die eindverantwoordelijk zijn voor de binnen de rechtspersoon of organisatie betaalde bezoldiging of bij of krachtens de wet belast zijn met het vaststellen van een financieel verslaggevingsdocument; De WNT kent drie beloningsregimes: - De WNT kent drie beloningsregimes (zie bijlage III). Het eerste en zwaarste beloningsregime geldt zowel voor de publieke sector als voor instellingen in het onderwijs, de publieke omroep, drinkwaterbedrijven, woningbouwcorporaties en de zorg. Topfunctionarissen die in deze (semi-)publieke sectoren werkzaam zijn mogen vanaf 1 januari 2013 niet meer verdienen dan 130 % van het salaris van een minister. Naast het maximum-inkomen geldt een maximumontslagvergoeding (€ 75.000,-) en een verbod op bonussen, winstdelingen en andere vormen van variabele beloning. Het maximum inkomen (130 procent van het ministerssalaris) ligt op 187.340 euro salaris plus onkosten en pensioenbijdrage, samen 228.599 euro. - In het tweede regime mag de beloning niet uitstijgen boven de voor die sector door de minister vast te stellen ‘sectorale norm’. Deze norm zal worden vastgesteld voor zorgverzekeraars. - Het derde regime houdt in dat het kabinet de beloning niet normeert. Dit geldt voor bepaalde scheepvaartorganisaties. De toewijzing van instellingen aan de regimes kan door de minister worden gewijzigd. Handhaving in de WNT Ingevolge de WNT is een hogere bezoldiging dan toegestaan nietig, deze wordt van rechtswege geconverteerd in de maximaal toegestane sectorale bezoldiging. Het teveel betaalde kan worden teruggevorderd als onverschuldigd betaald. Dit geldt ook voor uitkeringen wegens beëindiging
Collegevoorstel
Vervolgvel
1
van het dienstverband. De interne of externe accountant moet een oordeel geven over het financieel jaarverslag Indien sprake is van betalingen in strijd met de WNT moet de accountant een verklaring met beperking geven en een melding doen aan de minister. De minister kan handhavend optreden door het opleggen van een last onder dwangsom aan de topfunctionaris en/of degenen die verantwoordelijk zijn voor de betaalde bezoldigingen. Ook is een strafrechtelijke sanctie mogelijk (nieuw artikel 184a Wetboek van Strafrecht). Overgangsrecht Vóór 6 december 2011 gemaakte bezoldigingsafspraken worden maximaal nog vier jaar gerespecteerd en daarna in drie jaar verplicht afgebouwd. Iedere nieuwe wijziging vanaf 6 december 2011 in de bezoldiging of duur van het dienstverband leidt tot het onmiddellijk van toepassing worden van de WNT, zodra deze ingevoerd zal zijn op 1 januari 2013. Hoogte bezoldiging: De bezoldiging van een topfunctionaris bedraagt per kalenderjaar ten hoogste € 228.599,-.(aan beloning, vermeerderd met de sociale verzekeringspremies,, belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn). Deze bedragen worden jaarlijks bij ministeriële regeling gewijzigd. De wijziging wordt bekend gemaakt vóór 1 november voorafgaand aan het jaar waarop de wijziging betrekking heeft. Reikwijdte: De wet is toepasbaar op de publieke en semipublieke sector die een grote diversiteit aan instellingen omvat. Hierbij geldt dat hoe dichter de instelling zich bij de publieke sector bevindt, hoe strikter het bezoldigingsbeleid. Daarom wordt ook een gedifferentieerd normenstelsel gehanteerd. Criteria: Het wetsvoorstel laat ook zien dat de reikwijdte, te weten op welke instellingen de norm van toepassing is, goed gedefinieerd moet zijn. De term semipublieke instelling is daarvoor te vaag. De afbakening is gebaseerd op vier criteria: 1. De organisatie is een rechtspersoon met een wettelijke taak. 2. De mate waarin de organisatie inkomsten uit publieke middelen ontvangt. Ontvangt de organisatie meer dan 50% van hun inkomsten uit subsidies dan is de norm van toepassing. 3. Het publieke belang dat de organisatie behartigt. 4. De mate waarin sprake is van commerciële concurrentie, dit is een contra-indicatie