n
enleving
sch
els
10. Voor en na een abortus
‘Ik ben 39 jaar. Wij hebben vijf kinderen. Die zwangerschappen zijn niet probleemloos verlopen. Nu ben ik onbedoeld weer zwanger. We zijn erg geschrokken, mijn man en de huisarts dringen aan op abortus in het belang van mijn psychische gezondheid. Wat moeten we doen?’ Een op de zes zwangerschappen in Nederland eindigt in een abortus provocatus. Jaarlijks betekent dat ruim 30.000 weggenomen embryo’s en foetussen. Hoe werkt een abortus? Wat doet het met je? Zijn er alternatieven? En wat valt er ethisch gezien over abortus te zeggen? Wat in de volksmond abortus wordt genoemd, heet officieel een abortus provocatus. Die benaming zegt veel: het gaat over het opzettelijk afbreken – ‘provoceren’ – van een zwangerschap door medisch ingrijpen. Soms hebben mensen het over het ‘onderbreken’ van de zwangerschap, maar dat is onjuist. Want het gaat om een bewust beëindigen ervan. Een zorgvuldig uitgevoerde abortus vóór de 24ste zwangerschapsweek is in Nederland niet strafbaar. De grenzen voor het uitvoeren van een abortus staan Meer juridisch helder omschreven. Maar het is de vraag of de wet lezen - laat en rekening houdt met ontwikkelingen niet heel veel speelruimte in de neonatologie. Er zijn voorbeelden van kinderen die levensvatbaar waren vanaf 21 weken en 5 dagen. Is het niet merkwaardig dat we de zeehondenjacht en de nertsenfokkerij verbieden, maar het doden van ongeboren menselijk leven legaliseren? De vraag stellen is hem beantwoorden, zou je zeggen.
Afweging De man uit het net genoemde voorbeeld zal uit betrokkenheid bij zijn vrouw en gezin aangedrongen hebben op een abortus – hoe discutabel zijn advies ook is. Intussen staan jongens en mannen meestal op afstand als het om abortus gaat. Nederland is het enige land waar jongens en mannen geen inspraak hebben bij abortus provocatus, terwijl zij degenen zijn die het kind hebben verwekt. Een jongen of man die zijn partner zwanger maakt, heeft vaak geen bepalende stem in de keuze voor of tegen abortus. Toch wordt hij de vader van een dood kind. Bij vrouwen wordt er steeds meer bekend over het postWetenschappelijk abortussyndroom, waarbij je psychische problemen ervaart als gevolg van de abortus. Bij mannen weten we er nog weinig tot niets over. Toch is rouw op zijn plaats, om het kind dat hem nooit vader noemde (hoofdstuk 30). Behandeling
De abortuspraktijk Abortus provocatus kan plaatsvinden in de eerste twaalf weken van de zwangerschap (de eerste termijn) of vanaf de dertiende week (de tweede termijn). In België is een abortus alleen toegestaan in 91
Pastoraal
DEEL 2 BIJ HET BEGIN VAN HET LEVEN
de eerste termijn. In Nederland passen we abortus toe in beide termijnen. De Nederlandse wet schrijft voor dat je van de arts een bedenktijd van vijf dagen moet krijgen voordat je besluit tot een abortus. Die bedenktijd geldt nog niet in de eerste paar weken van een (mogelijke) zwangerschap. Vrouwen die seksuele omgang hebben gehad zonder anticonceptie en niet zwanger willen worden, kunnen via de huisarts een morning-afterpil krijgen. Deze pil, die je binnen 72 uur na de gemeenschap moet innemen, breekt een eventuele zwangerschap af: hij voorkomt innesteling van het embryo. Meestal merken vrouwen door het uitblijven van hun menstruatie dat ze zwanger zijn. In die beginfase van de zwangerschap kun je een overtijdbehandeling volgen in een (abortus)kliniek. Die behandeling mag zonder bedenktijd worden uitgevoerd als een vrouw niet langer dan zeventien dagen overtijd is. De vrucht wordt in een (abortus)kliniek weggezogen uit de baarmoeder – een zogenoemde zuigcurettage. Een andere optie is de abortuspil: een medicijn dat een ‘miskraam’ opwekt. Ben je als vrouw langer dan twee weken overtijd, dan krijg je eerst de wettelijke vijf dagen bedenktijd voordat je een behandeling kunt ondergaan. Officieel wordt er pas in deze fase gesproken van een abortus: de eerste-termijnabortus. De abortusmethodes zijn niet anders dan bij een overtijdbehandeling. Er wordt een zuigcurettage gebruikt. In het begin van de eerste termijn kan ook de abortuspil nog worden gebruikt. Vanaf de dertiende week is er sprake van een tweede-termijnabortus. Daarbij wordt de vrucht met chirurgische instrumenten weggehaald of via een ingeleide bevalling. Dat laatste gebeurt bij een ernstige handicap/medische indicatie en dan in het ziekenhuis.
Alleen in een noodsituatie Volgens de Nederlandse wet moet er bij een zwangerschapsafbreking altijd sprake zijn van een noodsituatie. Intussen geven cijfers aan dat een abortus in 47 procent van de gevallen wordt ingegeven door geldgebrek. En 25 procent van de zwangere vrouwen laat het kind wegnemen omdat ze zich te jong voelen om het kind op te voeden. Maar daar kon het kindje van de rekening toch niets aan doen? Blijkbaar valt dat toch allemaal onder wat de wet een ‘noodsituatie’ noemt. Terwijl het hier gaat om sociale problemen. Er zijn allerlei instanties die vrouwen in deze situatie zouden kunnen helpen, zodat ze hun kind wel kunnen laten opgroeien. Bij de artsenorganisatie KNMG lijkt er weinig ruimte voor dit soort overwegingen. De organisatie stelt dat de autonomie van de vrouw centraal staat. Vrouwen die hun zwangerschap willen laten afbreken, moeten dit volgens de KNMG ook met een zo kort mogelijke vertraging kunnen doen. Dat de wettelijke bedenktijd niet geldt als een vrouw nog maar net overtijd is, vindt de artsenorganisatie prima. Toch gaat het hier net zo goed om een zwangerschapsafbreking. De KNMG vindt ook dat we de onduidelijke manier waarop we het begrip ‘noodsituatie’ toepassen, niet hoeven te onderzoeken. Artsen handelen toch in overeenstemming met de wet? Dat moet blijkbaar genoeg zijn. Maar waarom rekenen zij niet met de ongeborene? Vanaf twee 92
10. VOOR EN NA EEN ABORTUS
etmalen na de conceptie stuurt dit kindje de complete zwangerschap – tot en met de melkproductie en de bevalling. En tot slot: er is in de medische praktijk veel aandacht voor goede voorlichting over abortus. Maar krijgen de psychische gevolgen én de alternatieven – zoals adoptie of opvang van tienermoeders – ook de ruimte?
De voorgeschiedenis Het afbreken van zwangerschappen was tot voor kort altijd verboden in ons land. In de medische geschiedenis van de afgelopen 2.500 jaar was het afwijzen van abortus de gebruikelijke opvatting. Toch is abortus bepaald geen nieuw fenomeen. Van veel volken en stammen uit de vroege geschiedenis is bekend dat ze zwangerschappen probeerden te stoppen. Ze deden dat bijvoorbeeld door het gebruik van kruiden of door geweld. Bij sommige volken was dit volledig geaccepteerd. Er waren stammen waar ouders zelfs het ‘recht’ hadden om hun pasgeboren kind te doden. Pas met de opkomst van het christendom ontstond ook buiten Israël een hogere waardering voor het (ongeboren) leven van mensen. Ieder mens, geboren of nog niet, is immers een schepsel van God? In de Bijbel wordt niet gesproken over abortus als een bewuste handeling. Waarschijnlijk verafschuwde en veroordeelde het Joodse volk deze daad zó dat men er niet eens over sprak. De westerse geneeskunde heeft de beschermwaardigheid van het leven altijd hoog gehouden. Die levensbeschermende traditie gaat terug op onder meer Hippokrates, die in de vierde eeuw voor Christus leefde. De Griekse arts stelde een eed op die als inspiratiebron heeft gediend voor de moderne geneeskunde. Abortus en euthanasie waren in die geneeskunde lange tijd ondenkbaar. Ontwikkelingen zoals de seksuele revolutie, de ontkerkelijking en het materialistische denken zorgden sinds de jaren zestig van de vorige eeuw voor een verandering van opvattingen. Dit resulteerde uiteindelijk in de legalisering van abortus provocatus. Het doden van ongeboren kinderen is tegenwoordig onder bepaalde voorwaarden toegestaan en Lezen Meer lezen bij wet geregeld. Abortus provocatus is een medische handeling geworden, die is opgenomen in het gebruikelijke basispakket en dus uit gemeenschapsgelden wordt vergoed. Intussen valt abortus provocatus nog niet onder ‘normaal medisch handelen’. Dit betekent dat een arts niet kan worden verplicht om een abortus uit te voeren.
De Wet afbreking zwangerschap (Waz) Samenleving Afweging
Op 18 december 1980 werd de Wet afbreking zwangerschap (Waz) aangenomen door de Tweede Kamer. Dat gebeurde met de kleinst mogelijke meerderheid van stemmen: 76 tegen 74 stemmen. De Eerste Kamer volgde op 28 april 1981 met opnieuw een nipte meerderheid: 38 tegen 37 stemmen. De Waz trad op 1 november 1981 in werking. De wet gaat uit van het ‘nee-tenzij-principe’. Tenzij is voldaan aan een aantal voorwaarMedisch den, is zwangerschapsafbreking strafrechtelijk verboden (artikel Wetenschappelijk 296 van het Wetboek van Strafrecht). Voor de uitvoering van een abortus provocatus moet een kliniek of ziekenhuis een speciale vergunning hebben. 93
Behandeling
en
enleving
isch
els
DEEL 2 BIJ HET BEGIN VAN HET LEVEN
Om een zorgvuldige besluitvorming te garanderen, krijgt de ongewenst zwangere vrouw de verplichte bedenktijd van vijf dagen. Deze periode gaat in nadat je je voornemen tot een abortus bij een arts of kliniek hebt bekendgemaakt. Een vrouw moet gegarandeerd genoeg tijd krijgen om de gevolgen van haar beslissing voor zichzelf én voor het ongeboren kind te overwegen. Er zijn aanwijzingen dat deze bedenktijd regelmatig niet in acht wordt genomen.
Een liberale verworvenheid? De legalisering van abortus wordt vaak genoemd als een pluspunt van Nederland. De organisatie Women on Waves ziet het zelfs als haar missie om het liberale ‘recht op abortus’ ook in andere landen aan te bieden. Ze beschikt over een zeewaardige ‘abortusboot’ met een kliniek waarin abortussen kunnen worden uitgevoerd. Ook in andere landen zijn er organisaties die heel actief abortus propageren. Bekend is het internationaal sterk vertakte netwerk Planned Parenthood Federation (PPF) en de daarmee verbonden Family Planning Assocation (FPA). Deze organisaties proberen met voorbehoedmiddelen en abortus de wereldbevolking terug te dringen. Ze zijn Meer actief in ruim 150lezen landen met voorlichtingscentra en abortusklinieken. PPF wordt financieel ondersteund door onder meer de Rockefeller Foundation. Abby Johnson is voormalig directeur van zo’n abortuskliniek van de PPF, in Texas. In oktober 2009 zegde zij haar baan op. Dit simpele feit werd landelijk nieuws in Amerika, omdat ze meteen haar toevlucht nam tot de prolifebeweging. Waarom nam zij zo’n radicale stap en hoe reageerde PPF op haar plotselinge vertrek? In het boek Ongepland vertelt Abby Afweging het volledige verhaal van haar ommezwaai. Het was een ongeplande gebeurtenis die de doorslag gaf voor haar vertrek: ze moest namelijk een afwezige collega vervangen en onverwacht assisteren bij een abortus provocatus. Abby kon de abortus via een echo volgen en beschrijft in ijzingwekkende details hoe het kindje probeert weg te kruipen. Voor Abby was deze gebeurtenis de druppel. Planned Parenthood daagde Abby Johnson voor de rechter. De inzet was om haar te verhinderen vertrouwelijke informatie vanuit de kliniek naar Wetenschappelijk buiten te brengen. Maar zijn de biologische reacties van een te aborteren kindje ‘vertrouwelijke informatie’? Of wilde PPF ongewenst zwangeren een rad voor ogen draaien? De organisatie verloor de rechtszaak. In haar boek geeft Abby een verslag van wat zich afspeelt rond een abortuskliniek. Volgens de voormalige directeur is het een oorlogsterrein, waar vrouwen in nood dagelijks een emotionele strijd voeren. Ten diepste gaat het volgens Abby om een geestelijk gevecht dat vraagt om Behandeling volhardend gebed. Haar unieke positie als voormalig directeur van een abortuskliniek werpt een nieuw licht op de – politiek gevoelige – abortuspraktijk. De gruwelijke feiten in het boek maken eens te meer duidelijk dat een foetus een volwaardig mens is. ‘Mijn vriend en ik waren vastbesloten om geen seksuele omgang Pastoraal te hebben voor het huwelijk. We zijn toch met elkaar naar bed ge94
leving
ch
s
10. VOOR EN NA EEN ABORTUS
Meer lezen
-
weest en ik ben zwanger geraakt. Maar een baby paste voor ons gevoel absoluut nog niet in ons leven. Ik heb uit pure wanhoop een abortus laten plegen, maar nu heb ik verschrikkelijk spijt. Waar kan ik terecht?’ In de abortuspraktijk wordt vaak voorbijgegaan aan de psychiAfweging sche gevolgen die een abortus kan hebben. Deze ingreep is niet onschuldig. Na de behandeling kun je misschien opluchting ervaren omdat het acute ‘probleem’ is opgelost. Maar bij een deel van de vrouwen beginnen de echte problemen dan pas. Ze krijgen het zogeheten post-abortussyndroom. De meest voorkomende negatieve reacties hierbij zijn depressie, schuldgevoel, angst, verdriet en spijt. Vrouwen kunnen een sterk gevoel van verlies ervaren. In een aantal gevallen is dit syndroom vergelijkbaar met een posttraumatische stressstoornis.
Wetenschappelijk
Huisartsen blijken slecht op de hoogte van deze negatieve psychische reacties, terwijl zij in ruim 60 procent van de gevallen de ongewenst zwangeren een verwijzing geven. De Rutgers Nisso Groep en het prof. dr. G.A. Lindeboom Instituut deden hiernaar onderzoek. De uitkomst: als vrouwen de informatie over mogelijke psychische gevolgen wel hadden gehad, dan zouden velen tot een andere beslissing zijn gekomen. De gynaecologe dr. Behandeling G. Kleiverda had felle kritiek op dit onderzoek, alsof het was gebaseerd op een ‘zoekt en gij zult vinden’. Die kritiek is door prof. dr. H. Jochemsen adequaat weerlegd. Het blijft belangrijk in dergelijk onderzoek altijd ook de psychiatrische voorgeschiedenis van de betrokken vrouw te betrekken. Er zijn ook aanwijzingen dat je een hogere kans op borstkanker hebt als je een abortus hebt ondergaan. Het kan dus zijn dat je door een abortus het ene Pastoraal ‘probleem’ inwisselt voor het andere. Abortus wordt vaak gezien als een vrije keuze van de vrouw. Maar hoe vrij ben je als je de eventuele gevolgen niet echt kunt overzien? Voor mannen en vrouwen is hun leven na een abortus nooit meer hetzelfde. ‘Tijdens de abortus leek het alsof ze behalve jou ook mijn ziel uit mijn lichaam haalden. Ik was helemaal leeg toen ik, verbouwereerd en alleen, weer op de trein terug naar huis stapte’, schrijft Esther. ‘In woorden zoals ‘denk er maar niet meer aan ’ en ‘vergeet het ’ moest ik troost vinden.’ De problematiek raakt niet alleen jonge vrouwen, maar ook oudere. Stel dat je je vijfde kind verwacht en denkt dat je de zwangerschap niet aankunt, zoals in de casus waarmee het hoofdstuk begon. Dan kan zeker in de huidige tijd een gedachte aan abortus gemakkelijk bovenkomen. Je zult maar voor zo’n dilemma staan. Waar vind je geborgenheid voor jezelf en voor je kindje en waar is daadwerkelijke opvang? Want uit het bovenstaande blijkt dat abortus geen oplossing is. Gelukkig zijn abortusklinieken en sterk gesubsidieerde organisaties zoals Planned Parenthood Federation niet de laatste vluchtheuvel voor vrouwen in nood. Bij een organisatie zoals Siriz (voorheen VBOK) staat niet alleen het recht van de moeder, maar ook dat van het kind centraal. Siriz biedt alternatieven, zoals opvang van alleenstaande zwangere vrouwen. Je kunt er voor én na een abortus terecht met hulpvragen. Dat geldt ook voor de stichting Schreeuw om Leven Hulpverlening. 95
DEEL 2 BIJ HET BEGIN VAN HET LEVEN
Dat is een heel andere insteek dan die van Planned Parenthood. Abby Johnson laat in haar boek zien dat voor deze organisatie vooral het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw telt. Voor veel vrouwen die onbedoeld en ongewenst zwanger zijn, is die ‘vrije keuze’ misschien wel helemaal niet het antwoord op hun vraag. In deel 5 komen de thema’s abortus en samenleving en abortus en overheid nog verder aan de orde (hoofdstuk 30).
Abortusratio De zogeheten abortusratio geeft een reëel beeld van het verloop van het aantal abortussen door de jaren heen. Abortuscijfer van in Nederland wonende vrouwen (per 1.000 vrouwen 15-44)
Abortusratio Nederland (aantal abortussen per 1.000 levendgeborenen)
(bron: IGZ)
(bron: IGZ)
Aantallen abortus provocatus (in Nederland woonachtige vrouwen)
(bron: IGZ)
Aantallen geregistreerde abortussen in Nederland (inclusief niet in Nederland woonachtige vrouwen)
Aantallen levendgeborenen in Nederland
(bron: Rutgers Nisso (bron: Statline Groep, Rutgers WPF) CBS)
1998
7.0
121
24.141
199.408
1999
7.4
126
25.318
200.445
2000
8.0
132
27.205
33.335
206.619
2001
8.4
140
28.437
34.168
202.603
2002
8.7
146
29.450
34.168
202.083
2003
8.5
144
28.812
35.031
200.297
2004
8.7
150
29.094
33.342
194.007
2005
8.6
153
28.738
32.982
187.910
2006
8.6
154
28.471
32.992
185.057
2007
8.6
156
28.330
33.148
181.336
2008
8.7
154
28.470
32.983
184.634
2009
8.8
153
28.319
32.427
184.915
2010
8.7
152
26.724
32.054
184.397
2011
8.7
154
27.728
31.707
180 060
Bron: Evaluatie abortuswet 2010, jaarcijfers Waz 1998-2011, Abortus in Nederland 2001-2005, Rutgers Nisso Groep, Landelijke abortusregistratie Rutgers WPF, Statline CBS.
Tot slot: hoe zinvol is protest? Als protest tegen abortus toch niet wordt gehoord, is het dan nog wel zinvol om op te komen voor de bescherming van het leven? CDA-Ka96