1 Politie Noord-Holland. Datum 31 juli 2012 Versie 3.0

Datum 31 juli 2012 Versie 3.0

1

Politie Noord-Holland

Inhoudsopgave

2

1.

Voorwoord

3

2.

Gebiedsomschrijving

4

3.

Ambities

5

4. Veiligheidsbeeld - beleidsthema’s 4.0. Veiligheidsbeeld 4.1. Regionale beleidsthema’s 4.2. Interventiestrategie 4.3. Jeugdcriminaliteit en overlast 4.4. Woninginbraken 4.5. Geweld 4.6. Straatroof en overvallen 4.7. Georganiseerde criminaliteit / ondermijning 4.8. Overige thema’s

7 7 9 9 10 11 11 12 13 14

5.

Sterkteverdeling eenheid Noord-Holland

16

6.

Overzicht lokale prioriteiten

17

7.

Overzicht meerjaren doelstellingen

18


1.

Voorwoord

Verbeteren van de veiligheid in Noord-Holland en het vertrouwen in die veiligheid is onze gezamenlijke opdracht. Met dit voor ogen leg ik u een meerjarenbeleidsplan voor, dat inzet op een lokaal verankerde politie, waarin actuele veiligheidsproblematiek en ambities uit het uitgestrekte en diverse werkgebied van Noord-Holland samenkomen en waarin samenwerking een belangrijke pijler vormt. De voorbereidingen voor de vorming en inrichting van de nieuwe politieregio NoordHolland zijn nog in volle gang. Ook het beleidsproces bevindt zich nog in een transitiefase. Vandaar dat is gekozen voor een compact plan met een beleidstermijn van twee jaar. Dit biedt de kans om het proces samen verder te ontwikkelen en om op korte termijn het veiligheidsbeeld op eenheidsniveau te verscherpen. Dat het ondanks deze transitiefase gelukt is om de inzichten van de verschillende driehoekspartijen te betrekken in de planvorming, ervaar ik als bijzonder motiverend. Geïnspireerd door het actuele veiligheidsbeeld zijn keuzes gemaakt voor de aanpak van een aantal thema’s, waarbij is gezocht naar een evenwichtige balans. Hierin zie ik een basis voor de noodzakelijke lokale verankering van ons politiewerk én de gezamenlijke aanpak van de veiligheidsproblemen die een grensoverschrijdende inzet vereisen. Een basis die overigens zijn concrete vorm en inhoud pas krijgt in de uitwerking in de driehoeksoverleggen op basisteamniveau. Behalve op de aanpak van criminele jeugdgroepen, zet de politie de komende jaren in op terugdringing van high impact crime -woninginbraken, geweld, overvallen, straatroof en ondermijning. Criminaliteitsvormen die een dusdanig grote impact hebben dat voor de bestrijding ervan een daadkrachtige inzet van ons en onze partners wordt verwacht. Ik zie zowel de totstandkoming van dit eerste meerjarenbeleidsplan, als de besluitvorming hierover én de gezamenlijke concretisering in de driehoeken als een spannende aftrap van een intensieve samenwerking in onze nieuwe politieregio. Een samenwerking die wat mij betreft volop perspectieven biedt voor een veiliger samenleving.

Liesbeth Huyzer Kwartiermaker

3


2.

Gebiedsomschrijving

Onze eenheid beslaat een oppervlakte van ca 5600 km2 en heeft bijna 1,5 miljoen inwoners. De eenheid telt in totaal 40 gemeenten, waaronder verschillende middelgrote stedelijke gemeenten en diverse plattelandsgemeenten. Een gevarieerd en grotendeels door water omgeven gebied, met toeristische trekpleisters, economische centra, drukke verkeersaders, een luchthaven, landelijke gebieden, multiculturele steden, drukbezochte evenementen en een breed cultuuraanbod. Landelijk en stedelijk Typerend voor de eenheid is de mix van landelijke en stedelijke gebieden met de daarbij horende specifieke veiligheidsproblematiek. Opvallend is daarnaast de ruime aanwezigheid van zogenoemde A-locaties, zoals die zijn aangewezen door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Ten aanzien van bijvoorbeeld electriciteit- en drinkwatervoorzieningen, de aanwezigheid van grootschalige industrie en de zeehaven in Velsen is het gebied bijzonder kwetsbaar. Water Het gebied is vrijwel geheel omringd door water en trekt jaarlijks vele toeristen. Het bezoekersaantal van het uitgestrekte kustgebied is met name in de zomer sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Zowel op het gebied van openbare orde als verkeer is een flexibele politie-inzet dan ook een vereiste. Infrastructuur Noord-Holland is kwetsbaar als het gaat om verkeersaders en tunnels. Niet alleen het Noordzeekanaal dat het gebied doorkruist, ook de luchthaven Schiphol en een drukbezet net van wegen, spoorwegen en waterwegen kenmerken het gebied. Landelijk bekende evenementen In Noord-Holland worden in de zomermaanden verschillende landelijk bekende evenementen georganiseerd, zoals Bevrijdingspop (circa 130.000 bezoekers in 2012), Mysteryland (circa 60.000 bezoekers in 2011), Awakenings (circa 35.000 bezoekers in 2011), Dance Valley (circa 30.000 bezoekers in 2011) en Sail (elke 5 jaar, circa 1,5 miljoen bezoekers in 2010). Deze festivals trekken een grote wissel op de beschikbare politiecapaciteit. Overig Andere noemenswaardige en druk bezochte evenementen en trekpleisters zijn onder andere de voetbalwedstrijden van AZ en Volendam, de Dam tot Damloop, de Marinedagen in Den Helder en verschillende kermissen in met name West-Friesland en Volendam. Verder zijn de Beverwijkse Bazaar en automarkt als grote ontmoetingsplaatsen belangrijke aandachtspunten voor de politie.

4


3.

Ambities

De missie van de politie blijft met de komst van de Nationale Politie onveranderd:’Waakzaam en dienstbaar staat de politie voor de waarden van de rechtsstaat’. Aan deze missie zal in de nieuwe organisatie nog beter inhoud worden gegeven. Daarom zijn voor de aankomende jaren de volgende ambities vastgesteld: 1. Betere politieprestaties De komende jaren zullen de prestaties van de politie verbeterd zijn. De politie is dan sterker verankerd in wijk, dorp en stad en is beter in staat om, samen met anderen, lokale veiligheidsproblemen aan te pakken. De slagvaardigheid in de opsporing is vergroot. Politiemensen beschikken over meer professionele ruimte om in bijzondere situaties 'naar bevind van zaken' te handelen en beschikken over de vakkennis en durf om deze ruimte ook te benutten. De politie participeert in formele en informele netwerken om kennis en kunde van anderen te benutten voor haar taakuitvoering en om haar eigen kennis en kunde ten dienste te stellen van anderen. Betere politieresultaten worden zichtbaar in een hoger ophelderingspercentage en een groter aantal verdachten per 100 misdrijven. 2. Meer legitimiteit en groter vertrouwen in de politie De burgers hebben een groter vertrouwen in de politie en de legitimiteit van de politie is gegroeid. De verbinding met en aanstuurbaarheid door lokale gezagsdragers is verbeterd en de politie opereert zichtbaarder en met meer autoriteit in de publieke ruimte. De dienstverlening aan burgers, in al haar facetten, is verbeterd. De resultaten worden zichtbaar in een hoger percentage burgers dat aangeeft vertrouwen te hebben in de politie. 3. Functioneren als één korps De politie functioneert als één korps, in denken en handelen. Alle mensen en middelen behoren tot één organisatie. Het stelt de politie in staat om meer samenhang aan te brengen in de uitvoering van haar taken en gemakkelijker mensen, middelen en expertise samen te brengen waar dat nodig is. Een politie van wijk tot wereld. De resultaten worden zichtbaar in de beschikbare expertise en in het snel en flexibel op- en afschalen in reactie op de actuele veiligheidsproblematiek. Om de veranderdynamiek in onze eenheid krachtig in gang te zetten zijn drie veranderopgaven ontwikkeld: 1. Van drie korpsen naar één eenheid binnen het nationale korps Om van drie afzonderlijke korpsen te groeien naar één eenheid werken we niet alleen aan onze cultuur, gedrag en leiderschap, maar ook aan medewerkersparticipatie, onze professionele weerbaarheid, de terugdringing van administratieve lasten, huisvesting en dienstverlening. In proeftuinen verkennen we belangrijke onderdelen van de nieuwe organisatie: de inrichting van robuuste basisteams, de systematiek van briefing en debriefing en de werking van een regionaal real-time intelligence center dat onze mensen op straat direct voorziet van relevante informatie. 2. Versterken operationele gerichtheid: alert en pro-actief reageren Juist in een verandertraject is het van belang de blik op de buitenwereld te houden. Het thematische programma ‘Doorontwikkeling operationele prioriteiten’ richt in alle geledingen de aandacht op vernieuwing in de aanpak van overvalcriminaliteit, woninginbraken, geweld, jeugdgroepen, ondermijning, cybercrime en het afpakken van crimineel verkregen vermogen.

5


3. Versterking externe gerichtheid: de politie is onderdeel van netwerken Om uit te groeien tot een betrouwbare samenwerkingspartner die binnen netwerken de veiligheidsproblemen in de samenleving aanpakt, zijn ‘externe samenwerking’ en ‘meldkamerdomein / veiligheidsregio’ benoemd als thematische programma’s. Op het gebied van crisis of rampenbestrijding werken we samen met de gemeente, de brandweer en de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). Gezien het eerder gemelde hoge risicoprofiel van het werkgebied vraagt dit de nodige expertise en capaciteit. De bestuurlijke samenwerking richt zich op een gecoördineerde voorbereiding op gezamenlijk optreden in rampen crisissituaties en op een gemeenschappelijke meldkamer voor brandweer, politie en ambulancediensten. De politie participeert in het uitwerken van de prioriteiten vanuit het Regionaal Risicoprofiel. Binnen de eenheid is verder het ZSM-project in uitvoering. ZSM staat voor het zo selectief, snel, slim, simpel en samen mogelijk afhandelen van verdachten. ZSM beoogt de bureaucratie in de rechtshandhaving te verminderen, te komen tot meer betekenisvolle interventies, tot slagvaardiger optreden van politie en Justitie en tot een effectievere aanpak van veelvoorkomende criminaliteit. Samenwerking met de Veiligheidshuizen is daarbij essentieel. In de proeftuin ‘Contextgericht werken’ wordt in de praktijk onderzocht wat een adequate reactie is op vragen van burgers en partners en hoe onze werkwijze daarop volgend kan zijn. Met burgernet worden burgers ook actief betrokken bij de bestrijding van criminaliteit. De nieuwe organisatie heeft hoge ambities waar het gaat om verbetering van de dienstverlening, door kwaliteitsverbeteringen op het vlak van aangiften, meldingen, informatieverzoeken, slachtofferzorg en klachtafhandeling. Ook de doorontwikkeling en uitbreiding van de dienstkanalen behoort tot de ambities. Zo zal de politieregio Noord-Holland voor burgers onder meer nieuwe virtuele dienstconcepten introduceren (social media, 3D-teleservice, e.d.). Een andere belangrijker pijler is dat de politieregio steviger zal verankeren dat politiemedewerkers op locatie in beginsel aangiften opnemen; in ieder geval bij high impact crimes en in het geval aangevers, om wat voor reden dan ook, niet in staat zijn om naar het politiebureau te komen. De politie zal dus bereikbaar en beschikbaar zijn én haar diensten daadkrachtig en klantgericht aan burgers aanbieden. De dienstverlening aan burgers moet voldoen aan vooraf vastgestelde kwaliteitseisen (snelheid van reageren, aanrijdtijden, terugmelden, et cetera). Dienstbaarheid gaat verder dan het op tijd de telefoon opnemen of snel ter plaatse komen. Het is nog belangrijker om zich goed te kunnen verplaatsen in de positie van de burger. De kwaliteit van de interactie tussen burgers en politiemedewerkers is de belangrijkste voorwaarde voor een goede dienstverlening en de betrokkenheid van burgers bij het vergroten van de veiligheid.

6


4.

Veiligheidsbeeld - beleidsthema’s

4.0.

Veiligheidsbeeld

De veiligheidsontwikkelingen over de afgelopen vier jaar (2008 t/m 2011) vormen de basis van onze beleidskeuzes voor 2013 en 2014. De concrete focus op de heersende veiligheidsproblematiek is hiermee eveneens zichtbaar in de meerjaren prioriteitstelling van de eenheid. Op hoofdlijnen ziet het veiligheidsbeeld er als volgt uit: Het totaal aantal geregistreerde misdrijven in Noord-Holland is, ten opzichte van 2008, in 2011 6% hoger (in 2011: 96.814 misdrijven). Daarbij moet worden opgemerkt dat de verklaring voor 4 van de 6% van deze stijging te vinden is in het feit dat sinds 2009 ook de misdrijven gerelateerd aan aanrijdingen worden geregistreerd.

Mi sdrijven 100.000 98.000 96.000 94.000 92.000 90.000 88.000 86.000 2008

2009

2010

2011

Als wordt ingezoomd op specifieke criminaliteit- en overlastvormen zijn meer duidelijke ontwikkelingen zichtbaar. Zo is in de genoemde meetperiode sprake geweest van een significante daling van: Mishandeling

o

mishandelingen met -15%: vanaf 2008 is een geleidelijke daling waarneembaar van 6.055 naar 5.785 in 2009, 5.211 in 2011 tot 5.139 in 2012.

o

6.500 6.000 5.500 5.000 4.500 2008

Meldingen Jeugdoverlast 20.000 15.000 10.000 5.000

2009

2010

2011

o jeugdoverlast met -15%: in 2009 is sprake van een grote groei van de jeugdoverlast; 19.270 meldingen ten opzichte van 16.079 meldingen in 2008. In 2010 wordt een daling in gang gezet (16.437), die zich in 2011 doorzet tot onder het niveau van 2008 (13.682)

0 2008

2009

2010

2011

Fietsendiefstal

o

fietsendiefstallen met -17%: bij deze criminaliteitsvorm is een soortgelijke ontwikkeling zichtbaar. In 2009 neemt het aantal diefstallen, ten opzichte van 10.379 in 2008, toe tot 11.143. Deze trend buigt zich vervolgens neerwaarts af naar 10.231 fietsendiefstallen in 2010 en 8.647 in 2011.

12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 2008

2009

2010

2011

Vernielingen

o

20.000 15.000 10.000 5.000 0 2008

7


2009

2010

2011

vernielingen met -24%: de grootste daling is zichtbaar bij vernielingen. Van 18.807 in 2008 naar 16.753 in 2009, 15.117 in 2010 en 14.359 in 2011.

Een duidelijke stijging is waarneembaar ten aanzien van de volgende criminaliteitsvormen: Straatroof

o

straatroven met 8%: in 2008 vonden 434 straatroven plaats. Dit aantal daalt naar 406 in 2009, waarna in de twee daaropvolgende jaren een stijging naar respectievelijk 415 en 470 delicten waarneembaar is.

480 460 440 420 400 380 360 2008

Overvallen

o 300 200 100 0 2008 2009 2010 2011

2009

2010

2011

Overvallen met 23%: de ontwikkeling van de overvallenproblematiek laat een grillig beeld zien. In 2008 ligt het aantal op 159 en het stijgt in 2009 naar 227. In 2010 daalt het aantal naar 172, maar stijgt in 2011 weer naar 196.

o o

autodiefstallen met 40%: het aantal autodiefstallen is vanaf 2008 (781) stijgende. In 2009 neemt dit aantal toe tot 940, in 2010 verder naar 1.049 tot een aantal van 1.097 in 2011.

Autodiefstal 1.200 1.000 800 600 400 200 0 2008

o Openlijke geweldpleging 600 500 400 300 200 100 0 2008

2009

2010

2009

2010

2011

openlijke geweldplegingen met 40%: na 2008 is het aantal openlijke geweldplegingen (373) aanzienlijk gestegen. In 2009 naar 564 met een verdere stijging in 2010 naar 599. In 2011 daalt dit geweldsdelict iets naar 524.

2011

Woninginbraken 8.000

o

woninginbraken met 46%: het aantal woninginbraken is de afgelopen jaren fors gestegen. In 2008 ligt het aantal op 4.997, waarna het in 2009 stijgt naar 5.878. In 2010 komt het aantal uit op 6.775 en in 2011 op 7.303.

6.000 4.000 2.000 0 2008

2009

2010

2011

Uit de landelijke integrale veiligheidsmonitor (IVM) valt op te maken dat het percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt meerjarig en constant ongeveer 2% onder het landelijk niveau van 25% ligt. Het percentage inwoners dat aangeeft slachtoffer te zijn geweest van een delict vertoont een dalende lijn en is gelijk aan het landelijk gemiddelde van eveneens 25%.

8


4.1.

Regionale beleidsthema’s

De regionale beleidsthema’s zijn gebaseerd op de lopende prioriteiten van alle gemeenten in de regio1 en het Openbaar Ministerie. In de prioritering is gezocht naar thema’s die in vrijwel alle gemeenten nadrukkelijk geagendeerd zijn en in die zin regionale relevantie hebben. Kijkend naar de meerjaren veiligheidsontwikkelingen zijn deze thema’s eveneens op actualiteit getoetst. Het beleidsplan geeft dus geen uitputtende omschrijving van al onze toekomstige inspanningen. De beleidsthema’s vormen in feite de weerslag van hetgeen gemeenten en het Openbaar Ministerie, en uiteindelijk dus ook de politie, bindt in de aanpak van onveiligheid. De finale besluiten worden door het gezag in de driehoek gemaakt. De lokale context bepaalt namelijk de feitelijke inhoud van waardevolle interventies. Dit uitgangspunt geldt onverkort voor lokaal specifieke veiligheidsproblematiek; de driehoek is het platform waar de aanpak wordt bepaald.

De regionale prioriteiten in Noord-Holland voor de periode 2013-2014: • jeugdcriminaliteit en overlast; • woninginbraken; • geweld (waaronder huiselijk geweld, uitgaansgeweld en geweld tegen werknemers met een publieke taak); • overvallen en straatroof en • ondermijning/aanpak georganiseerde criminaliteit. De prioriteiten sluiten aan bij de landelijke prioriteiten zoals die door de minister van Veiligheid en Justitie zijn benoemd. Woninginbraken, geweld, overvallen en straatroof zijn daarbij aangeduid als high impact delicten.

4.2.

Interventiestrategie

Onze strategie luidt: integraal, probleemgericht én persoonsgericht. Geen enkel veiligheidsprobleem pakken wij nog alleen aan; de ervaring heeft ons geleerd dat dit niet tot duurzame oplossingen leidt. De aanpak van onveiligheid is een integrale opgave. De gemeente bepaalt als regisseur van het lokale veiligheidsbeleid de prioriteiten. De gemeentelijke integrale veiligheidsplannen en daaruit voortvloeiende jaarlijkse actieplannnen, geven richting aan de sturing op de aanpak van onveiligheid. De politie levert een bijdrage aan de inhoud van de plannen door veiligheidsinformatie en expertise aan te leveren, onder meer in de vorm van gebiedsscans. Uiteraard levert de politie ook een bijdrage aan de uitvoering van deze plannen door toezicht, handhaving en opsporing. Door integraliteit te zoeken in de samenhang van prioriteiten, kunnen we de effectiviteit van de aanpak vergroten. Door meer samenwerking tussen politie, gemeenten, Openbaar Ministerie en partners als bewoners, woningcorporaties, scholen, ondernemers en andere maatschappelijke organisaties, ontstaan kansen voor vernieuwing in de veiligheidsaanpak. We kiezen daarbij voor een probleemgerichte benadering en aanpak, zowel bij het identificeren en aanpakken van lokale onderwerpen als bij het benoemen van regionale ‘rode draden’. Een effectieve aanpak van de heersende 1

9

Zie voor specificatie bijlage 1. Politie Noord-Holland

veiligheidsproblematiek is immers het meest gebaat bij zicht op de achterliggende problematiek en beïnvloedende factoren. Dit inzicht kan alleen tot stand komen in samenwerking met de partners. Waar in het verleden de focus bij veiligheid vaak lag op de aanpak van zaken, verschuift de focus naar een persoonsgerichte aanpak van de dader. Het besef dat een beperkte groep burgers verantwoordelijk is voor een aanzienlijk deel van veiligheidsproblemen, zal intern nog meer een leidend prinicipe zijn in de aanpak. Tezamen met de partners zal in de doorontwikkeling van de Veiligheidshuizen een belangrijke stap worden gezet in de aanpak van problematische jeugd, veelplegers en plegers van huiselijk geweld. Met de Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC) en in samenwerking met partners als de Belastingdienst kunnen we op vergelijkbare wijze een impuls geven aan de aanpak van criminele samenwerkingsverbanden en beroepscriminelen.

4.3.

Jeugdcriminaliteit en overlast

Jeugdcriminaliteit en jeugdoverlast is één van de prioriteiten waarop de politie stuurt. Problematische jeugd heeft een negatieve impact op de samenleving, zoals overlast en onveiligheid in buurten. Ze laten intimiderend gedrag zien en plegen delicten. Alle inzet is erop gericht dat grensoverschrijdend gedrag van risicojongeren, individueel en in bendes moet worden teruggedrongen. Onderdeel daarvan is het in kaart brengen van problematische jeugdgroepen. Begin 2012 zijn door de politie Noord-Holland 79 problematische jeugdgroepen met behulp van de shortlistmethodiek in kaart gebracht. Het betreft 67 hinderlijke, 9 overlastgevende en 3 criminele jeugdgroepen. Ten opzichte van het jaar 2010 is het aantal criminele jeugdgroepen in de eenheid gelijk gebleven. Het aantal hinderlijke en overlastgevende jeugdgroepen is sterk afgenomen. Ook het aantal meldingen van jeugdoverlast is in de afgelopen jaren sterk afgenomen. Om de daling van jeugdcriminaliteit en overlast verder door te zetten wordt een sterke inzet van alle ketenpartners gevraagd. De gemeenten hebben de regierol met betrekking tot de aanpak van risicojeugd, waaronder 12-minners. De rol van de politie ligt in signalering, handhaving en advisering over deze groep. De aanpak van de politie is gericht op het voorkomen van overlast of criminaliteit door jongeren en het terugdringen van het aantal problematische jeugdgroepen. De volgende activiteiten worden uitgevoerd: • alle criminele en overlastgevende jeugdgroepen worden aangepakt; • levering van twee rapportages ‘inventarisatie problematische jeugdgroepen’ per jaar met een politieadvies aan alle lokale driehoeken; • deelname aan driehoeksoverleggen waar gemeente, Openbaar Ministerie en politie prioriteren welke jeugdige aandachtsgroepen worden aangepakt en waar gerichte afspraken worden gemaakt over de aanpak zelf. Als er sprake is van criminele jeugdgroepen krijgt de aanpak van zo’n groep direct prioriteit. Concrete aanpak van hinderlijke en overlastgevende jeugdgroepen gebeurt onder regie van de gemeente; het Openbaar Ministerie heeft de regie over de aanpak van criminele jeugdgroepen; • deelname aan jeugdnetwerkoverleggen; • vroegsignaleren en doorverwijzen van probleemjongeren naar ondermeer Jeugdzorg. De veiligheidshuizen spelen hier ook een cruciale rol in; • ‘adoptie’ van jeugdige verdachten die aangewezen worden als veelpleger, om ze in de gaten te houden en begeleiding te bieden in samenwerking met ketenpartners als de Reclassering; • Uithuisplaatsingen en weglopers: eenduidigheid in optreden en goede samenwerkingsafspraken met partners.

10


4.4.

Woninginbraken

Een woninginbraak is een zeer ingrijpende gebeurtenis, waarvan de emotionele verwerking vaak veel tijd in beslag neemt om nog maar niet te spreken van het gemis van de vaak onvervangbare persoonlijke spullen. Woninginbraken worden behandeld als High Impact Crime (HIC). In de eenheid Noord-Holland is de afgelopen jaren een stijgende trend waarneembaar van het aantal woninginbraken en deze moet worden omgebogen. De doelstelling is om in 2014 weer uit te komen op, dan wel onder het inbraakniveau van 2009. In de eenheid Noord-Holland zijn er in het jaar 2011 7.345 inbraken geregistreerd. In 2009 waren dat er 5.923. Naast een reductie in absolute zin willen we het aantal verdachten per 100 inbraken verhogen naar 7,5 in 2014 en het percentage opgehelderde misdrijven verhogen tot 15. De politie heeft de ambitie om het aantal woninginbraken significant te doen dalen, meer verdachten aan te houden en meer woninginbraken op te lossen. Als het gaat om het komen tot een daling in absolute zin, het ombuigen van de trend, is de politie een onderdeel van de gehele integrale aanpak. Samen met partijen als het Openbaar Ministerie, het Veiligheidshuis, Burgernet, gemeenten, woningbouwcorporaties, de burgers en vele anderen moeten en gaan we een vuist maken om meer inbrekers aan te houden en het aantal inbraken te doen laten dalen. Gezien het feit dat de politie veelal als eerste het probleem signaleert, is het een belangrijke taak om tijdig onze partners te informeren en (ook) in beweging te brengen. Zo wordt met de gemeenten gesproken over hun inzet op het Keurmerk Veilig Wonen. De aanpak van de politie richt zich in eerste aanleg op de volgende thema’s: preventieve maatregelen, processtandaardisatie, persoonsgerichte aanpak, informatie gestuurde surveillance, forensische opsporing, geprioriteerd rechercheren, helingbestrijding, slachtofferzorg (o.m. schaderegeling) en communicatie.

4.5.

Geweld

De aanpak van geweld in onze samenleving kent een hoge prioriteit. Ook hier is de impact op slachtoffers bijzonder groot en de maatschappelijke schade omvangrijk. Het is daarom onze ambitie om, naast onze bijdragen in het voorkomen van geweld, in 2014 de pakkans voor daders, ten opzichte van 2009, te verhogen. Concreet betekent dit dat in 60% van alle geregistreerde geweldsmisdrijven een dader voor strafvervolging wordt aangedragen bij het Openbaar Ministerie. Net als voorgaande jaren zal er speciale aandacht uitgaan naar een aantal specifieke geweldsfenomenen: • huiselijk geweld (en eergerelateerd geweld); • uitgaansgeweld en • geweld tegen functionarissen met een publieke taak. De afgelopen jaren is samen met de partners geïnvesteerd in de aanpak van huiselijk geweld. De politie is zich meer dan ooit bewust van haar rol, zowel signalerend/informerend als interveniërend, in de ketenaanpak. Daarom zal in de komende jaren verder worden ingezet op deskundigheidsbevordering, samenwerking binnen de Veiligheidshuizen en het optimaliseren van de informatievoorziening. Ook in het tegengaan van uitgaansgeweld is de overtuiging dat samenwerking de sleutel tot succes is. Aangezien het overgrote deel van het uitgaansgeweld samengaat met overmatig alcoholgebruik en het gebruik van verdovende middelen, is er in de aanpak ook een duidelijk relatie met het thema ‘jeugd en alcohol’. Voorts zal de persoonsgerichte benadering meer worden toegepast in de strijd tegen dit fenomeen. Concreet zal dit gebeuren in samenwerking met horecaondernemers (inzet van collectieve horecaontzegging) en met gemeenten (geweldsplegers weren uit 11


uitgaansgebieden). Specifiek vanuit de politietaak zal het horecatoezicht verder worden geoptimaliseerd. Ten aanzien van geweld tegen publieke functionarissen wordt de komende periode ingezet op verhoogde prioriteit in de opsporing van daders en een betere kwaliteit van de bij het Openbaar Ministerie aan te leveren dossiers. Bij onze eigen medewerkers wordt geïnvesteerd in het verhogen van de weerbaarheid door extra aandacht hiervoor in de opleiding, het geven van trainingen en het realiseren van laagdrempelige opvang. Daarnaast zal eventuele schade zo veel mogelijk worden verhaald op de dader.

4.6.

Straatroof en overvallen

Het aantal overvallen en straatroven is in de eenheid Noord-Holland de afgelopen jaren gestegen, met een piek in 2009. In 2011 vonden in Noord-Holland een kleine tweehonderd overvallen plaats en ruim vierhonderd straatroven. Begin 2012 is besloten tot een integrale aanpak. Daarom is een brede taskforce ingesteld die de inzet van ketenpartners coördineert. De Taskforce Noord-Holland wordt gevormd door de burgemeesters van Haarlem, Den Helder en Edam-Volendam, de voorzitter van de Raad van Toezicht van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Kennemerland, de beoogd politiechef Noord-Holland en de Hoofdofficier van Justitie Noord-Holland. Doelstelling van de taskforce is om met een dadergerichte en een gebiedsgerichte aanpak, door preventie en aandacht voor slachtoffers onderstaande projectresultaten te realiseren voor eind 2014. -

Het aantal overvallen is teruggedrongen tot maximaal 131; het aantal straatroven is teruggedrongen tot maximaal 304. Het ophelderingspercentage overvallen bedraagt minimaal 40% en het aantal verdachten per 100 overvallen minimaal 45. Het aantal verdachten per 100 straatroven bedraagt minimaal 37,5. Het percentage veroordeelde overvallers bedraagt minimaal 32% en het recidivepercentage bedraagt maximaal 40%. Het percentage bedrijven met preventiemaatregelen bedraagt minimaal 85%

Om deze resultaten te bereiken richt de taskforce zich op 4 sporen (dadergerichte aanpak, gebiedsgerichte aanpak, slachtoffergerichte aanpak en opsporing en vervolging). Per spoor zijn 3 prioriteiten benoemd. Binnen elke prioriteit worden de ‘best practices’ uit Noord-Holland boven water gehaald en worden zo veel mogelijk maatregelen uit de landelijke maatregelenmatrixen tegen straatroven en overvallen opgepakt. Binnen deze integrale projectmatige aanpak zijn alle ketenpartners van de politie (Openbaar Ministerie, reclassering, gemeenten, veiligheidshuizen, regionale platformen criminaliteitsbeheersing) betrokken. De politie zal de volgende bijdragen leveren aan de realisatie van deze doelstellingen: - de politie zal een betekenisvolle partner zijn in de bestuurlijke aanpak van overvalcriminaliteit waarmee de inspanning van de ketenpartners bij de aanpak significant wordt vergroot; - binnen de regionale eenheid Noord-Holland worden de producten en diensten bij de aanpak van overvalcriminaliteit eenduidig afgestemd, ontwikkeld, geïmplementeerd en uitgevoerd; - de politie draagt in capaciteit en kwaliteit bij aan de realisatie van de deelprojecten. Daarnaast organiseert de politie zelfstandig de realisatie van één handhavingsarrangement onder de naam Donkere Dagen Offensief; - op het punt van innovatie zal de politie, in afstemming met de ketenpartners, voorstellen doen voor investeringsbegrotingen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld detectie- en sensinghulpmiddelen. 12


4.7.

Georganiseerde criminaliteit / ondermijning

De schade die de georganiseerde misdaad toebrengt aan de Nederlandse samenleving is groot. Te noemen valt onder andere uitbuiting van mensen (mensenhandel), productie, invoer en doorvoer van drugs en andere illegale goederen en een reëel risico op verweving tussen criminele organisaties en de legale economie. Daarmee is de integriteit van de samenleving (economie, financiële markten, logistieke en distributieketen) in het geding. Dit geldt vooral wanneer de legale en illegale markten sterk met elkaar verweven zijn. De grenzen tussen gebruik en misbruik van diensten en voorzieningen kunnen flinterdun zijn. Uiteindelijk draait de maatschappij op voor de directe en indirecte materiële en immateriële schade. Daarnaast brengt het maatschappelijk onaanvaardbare neveneffecten met zich mee: verloedering van wijken en beïnvloeding van bepaalde bedrijfssectoren. Bovendien gaat een en ander veelal gepaard met bedreigingen, afpersingen en gebruik van geweld (liquidaties).Het is dan ook van groot belang dat de overheid meer grip krijgt op dit fenomeen. Daarom wordt ten aanzien van ondermijning een traject opgestart teneinde het doel ‘verdubbelen aanpak criminele samenwerkingsverbanden in de periode 2011-2014’ te realiseren. Thema’s voor de intensievere opsporing van criminele samenwerkingsverbanden zijn: - mensenhandel; - productie, in- en uitvoer van drugs; - witwassen en - zware milieucriminaliteit. Op ondermijning wordt een drietal doelen nagestreefd, te weten: (1) het terugdringen van de illegale markten die samenhangen met de georganiseerde misdaad; (2) het opwerpen van drempels voor georganiseerde misdaad en het afbreken van Gelegenheidsstructuren; (3) het tegengaan van inmenging door de onderwereld in de bovenwereld. Het doel is niet alleen om criminele samenwerkingsverbanden te ontmantelen en individuele daders voor de rechter te brengen, maar vooral ook om onderliggende gelegenheidsstructuren en meer structurele factoren die de georganiseerde misdaad bedoeld of onbedoeld faciliteren, in beeld te krijgen en aan te pakken. Dit zal gedaan worden door een verscherpte en integrale aanpak van Midden- en Zware Criminele Samenwerkingsverbanden (CSV’s) en door het verbeteren van de aanpak van onzichtbare criminaliteit op basis van het Regionaal Veiligheids Beeld. Daarnaast wordt gestreefd naar een toename van het aantal ontnemingen, het percentage conservatoir beslag en het aantal witwasonderzoeken. Hoewel de bestrijding van georganiseerde misdaad altijd een belangrijke repressieve component zal bevatten, is duidelijk dat een effectieve bestrijding van dit complexe fenomeen méér vergt dan alleen strafrechtelijke opsporing en vervolging. Er is een gecombineerde en onderling samenhangende inzet nodig van preventieve, bestuurlijke en strafrechtelijke maatregelen. Die aanpak heeft lokale/regionale, landelijke en internationale kanten en vergt intensieve samenwerking tussen Openbaar Ministerie, politie, bijzondere opsporingsdiensten, de Belastingdienst, lokaal bestuur en private partijen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een geïntegreerde (bestuurlijke) aanpak met lokale of regionale multidisciplinaire projectteams en betrokkenheid van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC).

13


4.8.

Overige thema’s

In de landelijke prioriteiten zijn cybercrime en kinderporno benoemd. De digitalisering van de samenleving is een gegeven. Voor de politie is het een eis om op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen met betrekking tot internet en in te spelen op de kansen die dat biedt binnen de primaire processen. Ingezet wordt op bewustwording en op de zoekmogelijkheden van internet in alle (primaire) processen. Zedenmisdrijven hebben vanuit hun aard een hoge impact op slachtoffers en hun omgeving en krijgen speciale aandacht in het dienstverleningsconcept, in de omgang met slachtoffers, in de aanpak vanuit een thematisch team en in het digitaal en financieel rechercheren. Bij de aanpak van kinderporno is de opsporing gericht op verdachten van seksueel misbruik en op vervaardiging en verspreiding van kinderpornografisch materiaal. Uitgangspunt hierbij is het leggen van de focus op actueel seksueel kindermisbruik, het identificeren van slachtoffers en het verhogen van het aantal zaken dat jaarlijks bij het Openbaar Ministerie wordt aangebracht. De hoofddoelstelling van de aanpak van kinderpornografie is gericht op het achterhalen van daders en slachtoffers van seksueel misbruik en producenten van kinderpornografie.De doelstelling hierbij is: het aantal aangeleverde kinderpornoverdachten bij het OM is eind 2013 gestegen tot 19 (+ 15%) en eind 2014 tot 21 (+ 25%). Behalve op deze landelijke speerpunten wordt de aandacht ook gericht op een aantal regiogebonden zaken, met name criminaliteit die samenhangt met de infrastructurele omstandigheden (havens, Schiphol, recreatiegebieden, tuinbouw, randstedelijke periferie). Hierbij zal de aandacht bijvoorbeeld ook blijven uitgaan naar georganiseerde milieucriminaliteit. De voornoemde prioriteiten zijn benoemd als grote gemene deler en bedoeld om de regionale prioriteiten handen en voeten te geven. Ze leiden tot een gezamenlijke en uniforme aanpak met veelal ook activiteiten vanuit landelijke ondersteuningsprogramma’s. De politieinzet is uiteraard niet beperkt tot deze thema’s. De regionale prioriteiten sluiten voor een groot deel aan bij lokale prioriteiten in de gemeentelijke integrale veiligheidsplannen.De lokale verankering is de basis voor het werk in onze eenheid.Het wijkgericht werken en de gebiedsagenten zijn daarbij belangrijke schakels. Langs deze weg is er aandacht voor de lokaal specifieke prioriteiten op het gebied van de kwaliteit woonomgeving, drugsoverlast, bedrijventerreinen en winkelgebieden, horeca en evenementen en verkeersveiligheid. Op deze thema’s zal vooral lokaal geacteerd worden waarbij vanuit eenheidsniveau ondersteuning wordt geleverd in de vorm van expertise, methodieken en waar nodig flexibel inzetbare capaciteit. Bedrijventerreinen en winkelgebieden Ondernemers maken een vitaal onderdeel uit van onze samenleving. De maatschappelijke schade die voortkomt uit criminaliteit en overlast in en rondom bedrijventerreinen en winkelgebieden is daarom ontoelaatbaar. Publiekprivate samenwerking (PPS) tussen overheid en bedrijfsleven is noodzakelijk om hierin effectief te kunnen optreden. Momenteel werken de politie, gemeenten en ondernemersorganisaties vanuit hun eigen verantwoordelijkheid op verschillende gebieden samen met elkaar. Deze samenwerking wordt in de komende periode bestendigd, met als doel preventieve maatregelen en repressie beter op elkaar af te stemmen. Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) kan hierbij van waardevolle betekenis zijn. In het traject om te komen tot het keurmerk werken de verschillende partijen namelijk samen om de veiligheid te verhogen. In zijn algemeenheid is van belang dat er, van wijkagent tot Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing, sprake is van een goede verbinding tussen ondernemers en de politie. 14


Horeca(overlast) In de regio Noord-Holland zijn er veel horeca-instellingen die wekelijks door een groot aantal mensen, veelal op vrijdag- en zaterdagavond en –nacht of rondom de feestdagen, worden bezocht. Een flink deel van de overlast wordt veroorzaakt door jongeren. Rondom dit fenomeen is er een aantal succesvolle werkwijzen ingevoerd. De aanpak van uitgaansgeweld is al enige jaren een aandachtsgebied van de politie en haar partners. Vanuit de politieorganisatie zijn er Horeca (Interventie) Teams opgericht. Hierin werken medewerkers die een op de doelgroep gerichte opleiding en training hebben gehad. Daarnaast zijn er met portiers van horeca-instellingen duidelijke werkafspraken gemaakt. Om horeca- en uitgaansoverlast zo efficiënt en effectief mogelijk aan te pakken is alleen het aanwenden van strafrecht niet voldoende. Politie en gemeenten (afdelingen openbare orde en veiligheid) trekken hierin gezamenlijk op en maken afspraken over de inspanningen van de diverse partners. Bij een effectieve aanpak heeft de gemeente een rol met onder andere het toepassen van het horeca- sanctiebeleid. Met dit instrument kan de gemeente, naast het opleggen van boetes, een horeca-instelling bij structurele overlast laten sluiten. Daarnaast biedt de Wet BIBOB een bestuurlijk middel om criminelen of criminele activiteiten uit de horeca te kunnen weren. Evenementen De eenheid Noord-Holland heeft in het werkgebied jaarlijks meerdere evenementen die grote aantallen bezoekers uit het gehele land trekken. Het organiseren van een evenement, van wat voor aard of met welke omvang dan ook, brengt in meer of mindere mate risico's met zich mee. Dit kunnen risico's zijn op het gebied van openbare orde, brandveiligheid, verkeer en vervoer of volksgezondheid. Om te zorgen dat een evenement ook daadwerkelijk een feestelijke bijeenkomst blijft, is aandacht voor veiligheid noodzakelijk. Daarnaast vragen met name grootschalige en/of evenementen met (verhoogde) veiligheidsaandacht om inzet van extra capaciteit van de hulpverleningsdiensten. Voor de politie betekent dit dat er ten aanzien van de inzet bij evenementen met gemeenten wordt overlegd en er keuzes gemaakt worden om ook in het zomerseizoen voldoende politiezorg in de wijken te kunnen realiseren. De inzet daarbij is om de extra inzet van politiecapaciteit zo veel mogelijk te beperken. Het evenementenveiligheidsbeleid is in de veiligheidsregio’s verschillend vormgegeven, een eenduidig beleid beleid uitrollen over de regionale eenheid zal een uitdagend project worden. Naast het harmoniseren van het proces in de eenheid moet de bestuurlijke inbedding goed georganiseerd worden. Dit betekent dat de veiligheidsregio’s en de gemeenten individueel (gelet op de APV’s) werken conform de landelijke handreiking. Verkeersveiligheid Verkeerstoezicht is een algemene politietaak. In de basisteams is de verkeersaandacht vooral gericht op de zogenaamde GRASH feiten (gordel, roodlicht, alcohol, snelheid en helm). Naast de structurele controles worden er op gezette tijden extra controles op onder andere bromfietsen, alcohol, 50 km wegen en de onderwerpen uit de ‘ergernissenlijst verkeer’ uitgevoerd. De regionale adviseur/beleidsondersteuner verkeer analyseert gevaarlijke locaties, black-spots en verkeersongevallen. Op basis daarvan wordt advies uitgebracht aan de diverse wegbeheerders en wordt de handhaving afgestemd. Daarnaast worden door aangewezen medewerkers brieven naar het CBR verzonden wanneer een vermoeden bestaat dat een rijbewijshouder niet voldoet aan de rijvaardigheid of geschiktheid. Het CBR legt in die gevallen meestal een maatregel of onderzoek op zoals een verplichte cursus of een alcoholslotprogramma. Op districtelijk- en regionaal niveau is het Verkeershandhavingsteam actief. Dit team voert videosurveillances en grootschalige alcoholcontroles in de regio uit. De regionale eenheid beschikt daarnaast over een verkeersongevallendienst waarin diverse specialismen zijn ondergebracht. 15


5.

Sterkteverdeling eenheid Noord-Holland Korpsleiding 4,0 Fte

Staf 88 Fte

Leiding Staf 1 Fte

Politieprofessie 14 Fte

Monitoring en Kwaliteitszorg 9 Fte

Dienst Regionale Recherche 552,8 Fte

Dienst Regionale Informatieorganisatie 250 Fte

District Noord-Holland Noord 828 Fte

District ZaanstreekWaterland 468 Fte

Dienst Regionale Operationele Samenwerking 388,7 Fte

District Kennemerland 798 Fte

Regionaal operationeel centrum 80Fte

Dienst Regionale Bedrijfsvoering 33 Fte (CM)

Leiding dienst 3 Fte

Districtsrecherche 70 Fte





Opsporing generiek 188 Fte

Real-time Intelligence 59 Fte

Flexteam 50 Fte



Conflict en Crisisbeheersing 41 Fte

Meldkamer 77 Fte

Districtinformatie Knooppunten 72,7 Fte


Flexteam 50 Fte

Flexteam 50 Fte

Infrastructuur 122 Fte

Inwinning 43 Fte

Basisteam Den Helder 165 Fte

Basisteam Purmerend 155 Fte

Basisteam IJmond 185 Fte

Reg.Servicecentrum 76 Fte

WIV 14 Fte

Basisteam Alkmaar 200 Fte

Basisteam Zaanstad 200 Fte

Basisteam Kennemerkust 110 Fte

Arrestantentaken 119 Fte

Onderzoek en Analyse 51,8 Fte

Basisteam Hoorn 190 Fte

Basisteam Haarlem 215 Fte

Basisteam Heerhugowaard 150 Fte

Basisteam Haarlemmermeer 165 Fte

Vreemdelingen/ Mensenhandel 88,8 Fte

Opsporing Ondersteuning 183 Fte

BIK 6,5 Fte


Communicatie 15 Fte


Thematische Opsporing 90 Fte

16

Integriteit en Veiligheid 22,5 Fte

Bestuursondersteuning 26 Fte

Reg. Coordinatie Taken 27,7 Fte

17

Overzicht lokale prioriteiten


W o n in g i n bor an kine gni W Innbbr raakae kn, v o e rt u ig -

O v e r la s t , Veern rloieelidn V g ewna, li t e i t K le ue uf or tm B g eg r g e e n o p g aicvhet eo n t v a C r im in a li I n s t ru m e teit n ten I n b r a a k , K w a li t e i t v o oe nrtin u ig le v e ef or la m sg t W g i- O ne be r ank e n , g o pog na in v eg i A a n p a k W ne be r ank o ep n g aovv ee rlo anst vt a g

H u i s e lij k D ru g s g H euw i seeld lij k e n g e w e ld , g G e w e ld G e w e ld H u i s e lij k g e w e ld , ngen

D ru g s o v e rl a s t C off ee s hop-

S o c iale v e il ig h e i

H u i s e lij k ng ge ewne ld V e rlo e d H u i s e lij k , k liwn g e w e ld W o n in g i e V rin e rng ie n berrm a k oe gn , B g eunre/ znaru a H u i s e lij k V e n s d e l ic - z ie s , g e w e ld

E ve n e m e nv e t enne m E e notre e nc,a , S o c iale H v eVilOig h e i V u itegil aiga n K w in k e lg e u it g a a n

O v e rla s t g n ds et O evveerla g e ve n d e B e v e r w ij J e u g d g r k se o A ea pn ep na /rk i je u O vg ed rlao sv t g ea vnepnadk e A je ug d o v

E ve n e m e n te n,

J eu g d en

D r u g s p r V e i lig in o b le m a t i e n o m A l c o h o len W e lz ij n e n z o rg

A a n p a k O v e rl a s t j oenuggedr oe v n door J e r la s t

V e ili g O n d e rn e

G ro e p s a anpak

V e ili g U it g a a n

O v e rla s t j e u g d g ro

V er k e e r s veei lig il igeh e V in f ra s t r u

B ra n d v e i R a m p e n lig h e id b e s t ri jd i

E x t e rn e v e ili g h e i

V er k e e r

Ram pen b e s t ri jd i

R i s ic o c o m m u n ic

V e i lig e in f ra s t r u

B ra n d v e i R a m p e n ligra hn ed ide n C b er is s terisjd i B


Aanpak o vf ne ar la A m set A f n a m e jo ng e r en a l c o h ol -

A fna m e v e rk e e r s -

B e d ri jv e H o re c a n t e rr e in e e n

O v e rla s t A l c o h o l- V e i lig in g e v e n d e e n d ru g s e n o m

V er k e e r s v e il ig h e

V e ili g h e i H o re c a d op en

V e r m in d ere n


B ra n d v e i C r is is b e lig h e id h e e r s in g

R i s ic o b e h ee r s i ng

g ee n o p g av e o n tv a n g e n g ee n o p g av e o n tv a n g e n Inb r a a k L ee fb a a r

K e u rm e r E v e n e m

J on g e r e

In f r a s t r u

B ra n d v e i R a m p e n

E x t e rn e

V e rlo e d e rin / e r W i jk g e r i K e ugr m k V e il ig ch t

H u i s e lij k g euw H i seeld lij k g e w e ld

V e ili g U ie it gf s a taanll D e n u it

O v e rla s t j eaung pd ag kro A a n p a k A o v e r la s t o v e r la s t


C r is i s b e h er e C is ri s s in b eg h e e r s in g


K e ur m e r H a n d h a k ivgeh il ig ve n H im V opear tcut ig Icnr bimr ainaak li- S o c ia le ee n e n o p g av ve eili o gn h et vi a g

H u i s e lij k g e w e ld ,

K e u rm e r H o re c a k eV ilie gi lig V E ve n e m U it g a a n e nv e t enne m E e notre e nc,a , B e d ri jv e H n t e rr e in e u it g a a n

J eu g d o v ee r la J u gs td e on v e r la s t

V er k e e r s veer k il e igehre V s o v e rl a s

C a la m i t e B ra n d v e i it e n e n lig h e id

O v e rla s t A l c o h o l ,1 2 e n d ru g s



K w a li t e i t H u i s e lij k w o o n o m g e w e ld

A lc o h o len

29

26

G e w e ld H u i s e lij k ng ge ewne ld 23

11

20

H o re c a o v e r la s t

28

2

30

Prioriteit Discriminatie

I n t e g r a le h a nd h a v

V o o rk o m en

B ra n d v e i C r is is b e lig h e id h e e r s in g

A a n p ak A a n p ak c r im i n a l it o la as tl i H a n d h a O vpet rim se re n vin g

K e u r m e r W i jk - e n T e r u g d r i D ru g s k eVeenil o igp g agveeb ioend tsv a nn gg ee n n en g

Prioriteit Integriteit

P ro s t it u t i e R i s ic o G ee on rg a n B e s t u u rl i g e v a a r li j is e e r d e jk e

V er k e e r s veer k il e igehre V s v e il ig h e

ngen A a n da c h A a n pa k t veoeor r o v e rl a s t M in z ic h t i n

criminaliteit


J eu g d en

g ee n o p g av e o n tv a A a np a k c r eimw in a lit G e ld s - B e ho u d en en en

Prioriteit Georgani-seerde

Prioriteit Externe veiligheid

Prioriteit Crisisbeheersing


Prioriteit Radicalisering

I n t e g r it e it e n v e ili g h e id

Prioriteit Brandveiligheid

school

Aanpak d a rl cuoghs oel n en

B e d ri jf s i O v e r la s t n b ra k e n , d E ov o e rn e m e n te n,A

Prioriteit Verkeersveiligheid

F y s i e k e V e ilig h e id Prioriteit veilig in en om

Prioriteit drugs en alcohol

criminaliteit

Prioriteit Jeugdoverlast en -

evenementen

Prioriteit algemeen

J e u g d e n v e ilig h e id

U it g a a n e H no re c a , u it g a a n

O v e r v a ll en/

D ru g s ( ge b r ui k H u i s e lij k g e w e ld ,

Prioriteit horeca/

winkelgebieden

Prioriteit Bedrij-

venterreinen en

Woonomgeving

K w a li t e i t w o rlo o n eo dm Ve e rin g / k w

B e d ri jv ig h e id e n v e ili g h e id Prioriteit

V e e l p le g e I nrs b ra a k, v o e rt u ig -

Prioriteit (Huiselijk) geweld

A lk m a a r B e e m s t er B e rg en B e v e rw ijk B lo em e n d aa l C a s tr i c u m D e n H e ld e r D r e c h t e r la n d E d a m - V o le n d a m E n k h u iz e n G r a ft -D e R i j p H a a rle m H a a rle m m 'lie d e H a a rle m m e rm e er H a re n k a rs pe l H e e m s k e rk H e e m s t ed e H e e rh u go w a a rd H e ilo o H o l la n d s K r o o n H o orn K o g g en la n d La nd sm ee r L a n g e d ijk M e d e m b l ik O ostzaa n O p m e er P urm e re n d S ch a g e n S ch e rm e r S te d e B r o e c Te x el U it g e e s t V els e n W at e rla n d W o r m er la n d Z a a n s t ad Za n d v o o rt Ze e va ng Z ijp e T o ta a l P o l i ti e OM

Prioriteit Kwaliteit

V e ilig e W o o n e n le e f o m g e v i n g Prioriteit criminaliteit

p r i o r it e i te n 2 0 1 3 - 2 0 1 4 (i n d e l i n g v o l g e n s K e r n b e le id V e ilig h e id

Drugsoverlast/Toezicht

6.

A l c o h o l-

18

V e i lig in en om

5

21

C r is i s b e h erae nr sdin B w ge er z o r g

E x t e rn e v ey ili g hk ee i F s ie v e ili g h e i

A a n pa k I n t e g r it e i o rg O r gaannis i sa It n t e g r it e i a t ie c r im i t G e o rg a n is e e r d e

G e m e e n E x t e rn e t e l ijk e v e ili g h e i

19

15

E x t e rn e v e ili g h e i 12

D is c rim i n a t ie e n

G e o rg a n B e s t u u rl i is e e r d e jk e T er u g dr i n g en

A a n pa k o rg a n is a G is G is

e o rg e eo rrg d ee r d 18

I n t e g r it e i D is c rim i t n a t ie

P o la r is a t ie ,

an e an e 6

2

1

7.

Overzicht meerjaren doelstellingen

Doelstellingen op beleidsthema's

Indicatoren

Doel 2013

Aanpak van criminele jeugdgroepen

Aanpak criminele en overlastgevende jeugdgroepen

100%

100%

Aanpak High impact crimes

Verdachtenratio High Impact Misdrijven

36,0%

37,5%

Verdachtenratio geweld

58,0%

60,0%

Aantal misdrijven overvallen

Doel 2014

152

131

Verdachtenratio overval

44,0%

45,0%

Ophelderingspercentage overvallen

36,0%

40,0%

Aantal misdrijven straatroof

361

304

35,0%

37,5%

Aantal misdrijven woninginbraken

6.244

5.923

Verdachtenratio woninginbraak

7,0%

7,5%

14,0%

15,0% 40

Verdachtenratio straatroof

Ophelderingspercentage woninginbraken Veiligheid in de buurt

Aanlevering gebiedsscans

40

Ondermijning

Aantal aangepakte CSV's

14

16

€ 9,2 mln.

€ 9,2 mln.

Opbrengst ontnemingen "Pluk ze" (in mln € ) Verdachten OM Kinderporno Dienstverlening

19

21

Reactietijden noodhulp prioriteit 1 binnen 15 min. ter plaatse

85,0%

90,0%

Reactietijden noodhulp prioriteit 2 binnen 30 min. ter plaatse Opnamesnelheid telef. melding 112 binnen 10 sec.

85,0% 90,0%

90,0% 90,0%

Opnamesnelheid telef. melding 8844 en 144 binnen 20 sec.

80,0%

80,0%

Aangifte high impact crime opnemen op locatie of op afspraak Aangevers high impact crime persoonlijk berichten over voortgang

< 2 x 24 u. < 2 wk.

Persoonlijke terugkoppeling naar melders

< 24 uur

Reactietermijn op terugbelverzoeken

< 2 werkdgn

Reactietermijn op E-mails

< 2 x 24 u. < 2 wk. < 24 uur < 2 werkdgn < 2 werkdgn

Dit overzicht is beperkt tot de doelstellingen op de prioriteiten die in dit beleidsplan opgenomen zijn. Op diverse terreinen en niveaus worden met ketenpartners en gezag in convenanten, contracten en lokale veiligheidsmatrices specifieke resultaat- en inspanningsverplichtingen overeengekomen.

18


1 Politie Noord-Holland. Datum 31 juli 2012 Versie 3.0

Recommend Documents