Reactie op Consultatiedocument Standaard 4400N Met belangstelling heb ik kennis genomen van het consultatiedocument Standaard 4400N. Ik maak graag gebruik van de mogelijkheid om te reageren op dit document. Mijn reactie bestaat uit de beantwoording van de vragen zoals opgenomen in het document en tevens zal ik artikelsgewijs mijn aan- en opmerkingen geven. Algemene vragen 1. Is de standaard duidelijk over de werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd.? Zo nee, graag toelichten waarom niet. Standaard an sich is duidelijk, echter de voorbeelden die genoemd worden zijn niet echt praktijkgericht en over deze voorbeelden gaan de recente tuchtrecht uitspraken niet. Deze standaard neemt de perceptie van het geven van zekerheid met betrekking tot de overeengekomen werkzaamheden niet weg. Ik vraag me af of er ook contact is gezocht met gebruikers van dit soort rapportages, wat hun perceptie inzake de te verstrekken opdracht is en wat de verwachte uitkomst in mate van zekerheid is. Ik ben bang dat daar na deze aanpassingen in de regelgeving nog steeds een discrepantie bestaat. De vraagstelling van de opdrachtgevers is over het algemeen niet zo specifiek. De opdracht bestaat bijvoorbeeld om na te gaan of de inkoopfacturen terecht ten laste van BV X zijn gekomen, of dat de besteding van de geldmiddelen rechtmatig zijn besteed. Hierbij wordt dan vaak geen periode aangegeven; feitelijk verwacht de opdrachtgever zekerheid. In feite is het de vraag of deze standaard in de praktijk wel gebruikt kan worden. Een andere vraag is of een opdracht conform standaard 4400N toegevoegde waarde levert die van een accountant wordt verwacht. Het maatschappelijk verkeer / de gebruikers zal een bevinding gelijk stellen aan een conclusie, zeker gezien de bevindingen die genoemd worden in het consultatiedocument. Communicatie vooraf met de opdrachtgever en de gebruikers om de uit te voeren werkzaamheden te bepalen is een goede toevoeging, ik zou daar dan ook de verplichting aan toevoegen dat de opdrachtbevestiging ook door de beoogde gebruikers dient te worden ondertekend. 2. Heeft de standaard gevolgen voor de aanpak van 4400-opdrachten in uw praktijk/omgeving? Het antwoord graag motiveren.
Gevolgen voor de praktijk zal met name bestaan in het nader identificeren van de beoogde gebruikers, het afstemmen van de opdrachtvoorwaarden met hen en het laten tekenen door de beoogde gebruikers. 3. Heeft u suggesties voor voorbeelden in de standaard (vergelijk paragraaf A9)? Zo ja, graag toelichten. Voorbeelden kunnen naar mijn mening gevonden worden bij de uitspraken van de accountantskamer, waarbij het onduidelijk was of er nu zekerheid werd verschaft of niet. In de uitspraken staan passages van bewoordingen waaruit eventueel (een beperkte mate van) zekerheid wordt geïmpliceerd
Specifieke vragen 4. Is duidelijk hoe u uw bevindingen kunt rapporteren in het kader van een 4400 opdracht? Dat is op zich duidelijk. Ik zou echter wel graag zien dat de voorbeelden explicieter worden. Nu wordt als voorbeeld genomen “ wij hebben vastgesteld dat 10 posten aansluiten” , ik ben een voorstander om meer expliciet de 10 te identificeren. Ik zou graag de algemeenheid uit de rapportage voorkomen 5. Is duidelijk wanneer sprake is van een bevinding en wanneer van een conclusie/oordeel? Taal technisch is het helder, echter of dit onderscheid ook door het maatschappelijk verkeer zo wordt geïnterpreteerd is mij niet helder. 6. Gebruikt u de standaard voor niet-financiële informatie? Zo ja, welke onderwerpen zijn dat en bent u van mening dat deze op basis van de huidige standaard kunnen worden uitgevoerd? Binnen de praktijk wordt geen gebruik gemaakt van deze standaard voor niet-financiële informatie 7. Kunt u zich vinden in: a de toevoeging van een professioneel kritische instelling (PKI)? Ja, echter ik ben van mening dat PKI van toepassing dient te zijn op alle opdrachten welke door een accountant worden uitgevoerd b de verplichting om de opdrachtvoorwaarden schriftelijk vast te leggen? ja c de opname van een paragraaf over fraude en onwettig handelen?
Ja, echter in de rapportage mag er niets gemeld worden, bestaat er nu niet een onwenselijke situatie indien fraude zich heeft voorgedaan, of dat er een redelijk vermoeden van fraude is, de bevinding is dan dat iets niet klopt, maar de oorzaak wordt niet weergegeven. Voor de oordeelsvorming van de gebruiker is het weglaten van deze informatie wellicht misleidend. Artikelsgewijze opmerkingen: Artikel 4, 2e alinea. Er wordt hier gesteld dat de accountant geen zekerheid tot uitdrukking brengt over het object van onderzoek als geheel. Door het toevoegen van de bewoording “als geheel” wordt wellicht door de lezer van de standaard (niet zijnde accountant) geconcludeerd dat met betrekking tot de specifieke werkzaamheden op een gedeelte van het object van onderzoek wel zekerheid wordt verschaft. Dit is naar mijn mening een onwenselijke situatie.
Artikel 20: Hier wordt gesproken over de opdrachtpartner. Wordt hier niet de verantwoordelijke accountant bedoeld (hoeft niet per definitie een partner te zijn)
Artikel 21: hier wordt gesproken over accountant. Graag uniformiteit betrachten in bewoording (zie ook opmerking inzake artikel 20
Artikel 22 b: hier wordt geprobeerd om de eerder door mij aangegeven perceptiekloof te dichten. In de praktijk zal met name op het vlak van de opdrachtacceptatie en vastlegging hiervan de nodige vragen gaan ontstaan. Hoe kan een accountant nu inschatten of gebruikers de opdracht waarschijnlijk gaan interpreteren als een conclusie of oordeel van de accountant over een object van onderzoek.
Artikel 22 e : het is de accountnat niet toegestaan om de opdracht te aanvaarden als hij bepaalt of de uit te voeren werkzaamheden toereikend kunnen zijn. Als dit zo blijft staan kan naar mijn mening geen enkele opdracht worden geaccepteerd. De accountant zal altijd moeten nagaan of de werkzaamheden die hij gaat uitvoeren toereikend zijn voor de doelstelling van de opdracht
Artikel 25 c: hier wordt gesproken over “… en dus geen zekerheid tot uitdrukking wordt gebracht”. In artikel 4 waarin de opdrachtbevestiging wordt besproken wordt gesteld “ De accountant brengt geen
zekerheid tot uitdrukking in de vorm van een conclusie of oordeel over het object van onderzoek als geheel.” Naar mijn mening dienen deze bewoordingen op elkaar te worden afgestemd.
Artikel 28:Hier wordt genoemd dat de accountant met de opdrachtgever en waar nodig de andere gebruikers tijdig de aangelegenheden dient te bespreken voordat de rapportage wordt uitgebracht. Het is mij niet duidelijk waarom de toevoeging “ waar nodig” is toegevoegd. Is er nu geen risico dat de accountant indien hij nu enkel met de opdrachtgever de bespreking voert beticht kan worden van partijdigheid?
Artikel A7: hier wordt nu gesteld dat de gebruikers wel kunnen steunen op de gerapporteerde bevindingen. Door deze bewoording kan de lezer van deze standaard het idee / gevoel van zekerheidsverschaffing krijgen. Dit dient te worden voorkomen
Artikel A9: het voorbeeld waarin de verschillen tussen Assurance en geen Assurance wordt verduidlijkt dient te worden aangepast. Nu lijkt het zo dat de bevindingen geen gevolgen hebben voor de verklaring.
Artikel A22: hierin is geregeld dat de accountant de beoogde gebruikers kan helpen bij het bepalen van de uit te voeren werkzaamheden opdat deze waarschijnlijk voldoen aan de behoefte s van de beoogde gebruikers eb realiseerbaar zijn. Door deze mogelijkheid in te bouwen wordt er een grote druk gelegd op de accountant om vast te stellen wat de behoeftes zijn en welk doel deze behoeftes afdichten. Interpretatieverschillen kunnen na afloop wederom leiden tot discussies. Indien de gebruiker niet weet wat de behoefte is en hoe aan deze behoefte voldaan kan worden, is het niet aan de accountant om deze te bepalen.
Artikel A27: In de tweede alinea in de eerste zin toevoegen na opdrachtgever: “ en/of andere beoogde gebruikers”. Hoe dient er te worden omgegaan met de situatie dat er een verschil van mening inzake de opdracht en de uit te voeren werkzaamheden tussen opdrachtgever en andere beoogde gebruikers? Hoe dient er te worden omgegaan met een verzoek tot wijziging van de opdracht door de beoogede gebruikers terwijl de opdrachtgever dat niet wenst en vise versa?
Artikel A33: In hier wordt gesteld dat er met de opdrachtgever een norm dient te worden afgesproken. Moet deze norm ook niet met de beoogde gebruikers worden afgestemd?
Artikel A34: Indien de accountant gebruik maakt van de werkzaamheden van een deskundige, is het dan niet aan te bevelen om in plaats van 1 rapportage 2 rapportages op te stellen; een rapportage van de accountant waarin hij melding maakt van de werkzaamheden van de deskundige, waarbij hij aangeeft zelf geen aansprakelijkheid te accepteren voor dat gedeelte en de tweede rapportage specifiek door de deskundige onder eigen naam.
Artikel A37: zie hiervoor als opmerking hetgeen ik onder onderdeel 7c heb verwoord
Artikel A43: Het komt mij onwaarschijnlijk voor dat op grond van de zeer beperkte werkzaamheden onder des standaard het mogelijk is voor een accountant om op basis van deze werkzaamheden juiste en adequate advisering te verrichten. Indien dit artikel blijft staan, dan wel de verwijzing naar de ViO opnemen (samenloop van dienstverlening in geval van een controleopdracht)
Met vriendelijke groet
Drs Edwin G Verhoeven RA