PROGRAMMABEGROTING 2015
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING Inleiding
3
2.
PROGRAMMA’S Overzicht programma’s en producten 1. Veiligheid 3. Gemeenschapsvoorzieningen 4. Maatschappelijke activering 5. Werk en Inkomen 6. Beheer openbare ruimte 7. Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting 8. Lokale lasten en algemene dekkingsmiddelen. Overzicht algemene dekkingsmiddelen
6 7 9 11 14 16 19 21 23
3.
PARAGRAFEN 1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 2. Onderhoud kapitaalgoederen 3. Financiering 4. Bedrijfsvoering 5. Verbonden partijen 6. Grondbeleid 7. Lokale heffingen 8. Bestuur 9. Interbestuurlijk toezicht 10. Financiële paragraaf decentralisaties
25 34 36 38 40 47 49 52 54 56
4.
MEERJARENPERSPECTIEF 2015 - 2018 Budgetautorisatie en overzicht producten Meerjarenperspectief 2015 – 2018 Overzicht producten
59 60 61
5.
BIJLAGEN Kerngegevens Meerjarenperspectief 2015 – 2018 Overzicht reserves en voorzieningen 2015 Ontwikkeling reserves en voorziening 2015 – 2018 Overzicht kapitaallasten Overzicht langlopende geldleningen Overzicht gewaarborgde geldleningen Overzicht kapitaaluitgaven Overzicht personele sterkte Overzicht EMU-saldo
63 64 75 76 77 78 79 80 81 82
2
INLEIDING Dit is de eerste begroting van het nieuwe college, dat in april 2014 aan het werk is gegaan. Deze begroting vormt de uitwerking van het collegeprogramma 2014-2018: Grenzen verleggen met nieuwe energie, dat we in juli van dit jaar met de raad hebben besproken. In deze begroting geven we invulling aan de belangrijke thema’s uit het collegeprogramma: 1. Sterke dorpen 2. Goed wonen en werken 3. Decentralisaties 4. Financieel gezond 5. Slochteren werkt 6. Herindeling We vinden het belangrijk dat Slochteren financieel gezond opgaat in de nieuwe gemeente. Ondanks aanmerkelijk lagere inkomsten van het rijk zijn we er in geslaagd de begroting over de periode tot 2018 sluitend te krijgen. In het collegeprogramma voorspelden we op basis van de meicirculaire al dat het een zware opgave zou worden om de meerjarenbegroting rond te krijgen. De verlaging van de algemene uitkering met bijna € 600.000 hebben we vooral opgevangen door te bezuinigen in onze bedrijfsvoering: minder formatieplaatsen, substantieel lagere uitgaven voor ICT, representatie en communicatie. Door deze maatregelen kreeg de beheersbegroting een klein positief resultaat. Vervolgens hebben we scherpe keuzes gemaakt in de meerjarenbegroting. De budgetten voor groot onderhoud aan gebouwen, openbare verlichting, groot wegenonderhoud, de vervanging van voertuigen en investeren in ICT zijn vrijwel volledig geschrapt. Hiermee anticiperen we al op de herindeling: eerst moeten we weten welke kapitaalgoederen meegaan in de nieuwe gemeente. Dat bepaalt waar we moeten investeren in groot onderhoud of vervanging. Zo hebben we een begroting op kunnen stellen die in 2015 nog een klein tekort kent, maar in de daarop volgende jaren tot een positief begrotingsresultaat leidt. In het zicht van de herindeling zijn we ook terughoudend met nieuw beleid. Het heeft niet veel zin voor de komende 3 jaar nog nieuw beleid te ontwikkelen, als we met het bestaande beleid nog goed uit de voeten kunnen. Ook in onze dienstverlening en uitvoering kiezen we voor soberheid. Veel zaken kunnen we op de schaal van de nieuwe gemeente beter en efficiënter oppakken. Op thema’s als grensoverschrijdende samenwerking, stimulering van recreatie en toerisme, digitale dienstverlening en het ontwikkelen van economisch beleid kunnen we veel meer resultaat behalen wanneer we dat op de schaal van de nieuwe gemeente kunnen doen. Daarom pakken we dergelijke zaken pas op als we echt gaan bouwen aan de nieuwe gemeente. Dan nog blijft er de komende jaren in Slochteren genoeg te doen. Met de drie decentralisaties komen er veel nieuwe taken naar de gemeenten waarvan we, zeker op het gebied van de jeugdzorg, de impact alleen nog maar in kunnen schatten. Ook in de uitvoering van de participatiewet krijgen we te maken met financiële risico’s omdat we steeds minder budget krijgen voor mensen die een beschutte werkplek nodig hebben. Het is goed dat we al eerder een reserve gevormd hebben om de effecten van de 3 decentralisaties op te vangen. Met die reserve hebben we de middelen om ons nu al voor te bereiden op de nieuwe taken. Vanaf 2015 zetten we deze reserve in om de effecten van de nieuwe wetten tijdelijk te verzachten, in die gevallen waarin dit anders tot schrijnende situaties zou leiden. In deze begroting stellen we hiervoor een budget van € 50.000 beschikbaar. De andere kant van het verhaal is dat gemeenten de ruimte krijgen om in het sociaal domein veel meer uit te gaan van de kracht van de inwoners en van de samenleving. Als ouders ondersteuning vragen bij de opvoeding van hun kinderen bekijken we samen met hen welke mogelijkheden de directe omgeving van het gezin kan bieden. Met werkgevers in onze gemeente bespreken we welke mogelijkheden er zijn om meer mensen te laten participeren. Zo bevorderen we dat mensen zo veel mogelijk zelf hun inkomen kunnen verdienen. Een van de doelen van de gemeentelijke herindeling is meer ruimte voor de dorpen. Meer mogelijkheden voor de inwoners om hun dorp zelf in te richten op een manier die bij past bij het dorp en de mensen die er wonen. Ook hier gaan we uit van eigen kracht, van de individuele inwoner en van de samenleving. Die kracht zullen we de komende jaren gaan versterken door uitvoering te geven aan de leefbaarheidsvisie. Omdat die leefbaarheid in onze regio onder druk staat, ook door de effecten van de gaswinning is het goed dat er externe middelen beschikbaar komen. Daarmee stimuleren we ondernemerschap, bijvoorbeeld door snelle verbindingen en
3
duurzame energie, maken we maatschappelijke voorzieningen toekomstbestendig en kunnen mensen ook als ze ouder worden in de beschutting van hun eigen hun dorp blijven wonen. Naast de middelen van andere partijen die een verantwoordelijkheid hebben bij het compenseren van de effecten van de gaswinning zoeken we ook zelf naar extra middelen. Ons geld zullen we inzetten als cofinanciering, om de uitvoering van de leefbaarheidsvisie een extra impuls te geven. Daarnaast komt er de komende jaren meer financiële ruimte in het leefbaarheidsfonds, waarmee we bijdragen aan activiteiten die de samenhang in dorpen en buurten versterken. In de totstandkoming van deze begroting hebben we gemerkt dat het een lastige opgave is om de ambities van het collegeprogramma, de risico’s van de decentralisaties en een goede voorbereiding op de herindeling te verenigen met het voeren van een evenwichtig financieel beleid. We willen geen onverantwoorde uitgaven doen in de aanloop naar de herindeling. Daarom hebben we scherpe keuzes moeten maken. Dat leidt er toe dat we sommige zaken niet meer gaan doen. Op alle gebieden, dienstverlening, beleid en ondersteuning, zullen raad, inwoners en onze partners merken dat de (financiële) ruimte beperkt is. Hoewel onze ambitie verder reikt, zullen we op veel fronten genoegen moeten nemen met een voldoende in plaats van een dikke plus. De gemeentelijke organisatie wordt kleiner, uitvoeringsbudgetten zijn minimaal en investeringen doen we op het moment dat ze onvermijdelijk worden. Voor nieuwe dingen is alleen financiële ruimte als er iets anders vervalt. Dit zijn geen gemakkelijke keuzes op de korte termijn, maar ze zijn noodzakelijk om na de herindeling de nieuwe gemeente en haar inwoners niet met onmogelijke opgaven en zware lasten op te zadelen. Het meerjarenperspectief ziet er nu als volgt uit: Meerjarenperspectief 2015 - 2018 Omschrijving
Resultaat beheersbegroting 2015 voordeel/nadeel
2015
2016
2017
2018
90.874
90.874
90.874
90.874
Totaal vervangingsinvesteringen 2015 - 2018 Totaal overige ontwikkelingen 2015 - 2018
-182.500 -121.550
-172.500 -89.825
-179.906 -178.650
-178.637 -314.475
Subtotaal
-213.176
-171.451
-267.682
-402.238
229.000
463.000
583.000
229.000
463.000
583.000
Overige 'inkomsten' Vrijval kapitaallasten
Subtotaal
TOTAAL
0
-213.176
57.549
195.318
180.762
Meerjarenperspectief 2015 - 2018 Omschrijving
Resultaat beheersbegroting 2015 voordeel/nadeel
2015
2016
2017
2018
90.874
90.874
90.874
90.874
Vrijval kapitaallasten Meerjarenraming: structureel Totaal structureel
0 -227.500 -136.626
229.000 -309.000 10.874
463.000 -295.231 258.643
583.000 -264.550 409.324
Meerjarenraming: incidenteel
-76.550
46.675
-63.325
-228.562
Totaal incidenteel
-76.550
46.675
-63.325
-228.562
-213.176
57.549
195.318
180.762
TOTAAL
Met deze sluitende begroting kunnen we ook voldoen aan de criteria die de provincie hanteert voor het repressief begrotingstoezicht. Daarbij zijn de gemaakte keuzes ook niet onrealistisch of
4
onverantwoord, omdat we weten dat het bij de aard van dorpen en hun inwoners past om verantwoordelijkheid te nemen en samen de schouders er onder te zetten. Dat geeft ons het vertrouwen dat de raad, onze inwoners en partners deze keuze voor investeren in eigen kracht kunnen onderschrijven. Als we in Slochteren kunnen bouwen op elkaar, bouwen we samen aan een leefbare en toekomstbestendige nieuwe gemeente.
5
Hoofdstuk 2
PROGRAMMA’S
Overzicht Programma’s
Overzicht programma’s en producten Op basis van de Financiële beheersverordening wordt bij iedere begroting en jaarstukken een overzicht gegeven welke producten uit de productraming onder welke programma’s horen. Onderstaand treft u het overzicht aan met de aanwezige programma’s met daarbij aangegeven welke producten de afzonderlijke programma’s bevatten. Omschrijving Programmanaam 1. Veiligheid
Omvat de producten 26. brandweer 27. veiligheid 3.Onderhoud 11. kinderen gemeenschapsvoorzieningen 13. lokaal onderwijs 14. openbaar onderwijs 22. sport 23. dorpshuizen 4. Maatschappelijke activering 7. opvang nieuwkomers 8. individuele voorzieningen 9. gezondheidszorg 10. jeugd 12. algemene voorzieningen 24. recreatie en toerisme 25. kunst en cultuur 30. informatie en advies 31. leefbaarheid 32. mantelzorg en vrijwilligers 33. financiële ondersteuning 5. Werk en Inkomen 4. inkomen 5. werk 6. economische zaken 6. Beheer openbare ruimte 15. groenbeheer 16. infrastructuur 17. afval 18. riool en openbare hygiëne 41. groenbeheer HS 42. infrastructuur HS 43. afval HS 44. riool en openbare hygiëne HS 45. groenbeheer MW 46. infrastructuur MW 47. afval MW 48. riool en openbare hygiëne MW 7. Ruimtelijke ontwikkeling en 19. milieu volkshuisvesting 20. bouwen en wonen 21. ruimtelijke plannen 8. Lokale lasten en algemene 1. bestuursorganen raad dekkingsmiddelen. 2. bestuursorganen college 3. bevolking 28. financiering en algemene dekkingsmiddelen. 50. beschikking reserves De volgende mutaties hebben zich voorgedaan met ingang van het begrotingsjaar 2015. Product 14 Openbaar onderwijs valt voortaan onder programma 3. Daarmee komt programma 2 te vervallen. Product 19 Milieu is nu onder programma 7 verantwoord. In verband met de uitbreiding van de werkmaatschappij IBOR (Integraal Beheer Openbare Ruimte) zijn de producten 45 tot en met 48 toegevoegd.
6
Programma 1
Veiligheid
Programmabeschrijving
Veiligheid
Beleidskaders
• • • • • • • •
Drank en Horecawet Toekomstvisie land van Slochteren 2020 Integraal Veiligheidsbeleid 2013-2017 BIBOB beleid Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding Regionaal Repressief Dekkingsplan Verordening brandweerzorg en Rampenbestrijding Verordening brandveiligheid en hulpverlening Besluit Externe Veiligheid
Wat willen we bereiken? • We willen een veilige woon- en leefomgeving voor mens en dier. • We richten ons daarbij vooral op het voorkomen van onveiligheid en gevoelens van onveiligheid.
Wat gaan we ervoor doen? Prioriteiten 2015 Niet van toepassing.
7
Programma: 1 Wat mag het kosten? Lasten Primaire kosten
Begroting Begroting
Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
Begroting 2017
Begroting 2018
-1.374.925
-1.081.621
-984.796
-984.796
-984.796
-984.796
Organisatiekosten: - uren organisatie
-175.143
-189.342
-181.648
-181.648
-181.648
-181.648
- % toerekening
-145.882
-174.492
-161.180
-161.180
-161.180
-161.180
-1.695.950
-1.445.455
-1.327.624
-1.327.624
-1.327.624
-1.327.624
Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
469.666
15.000
2.500
2.500
2.500
2.500
469.666
15.000
2.500
2.500
2.500
2.500
-1.226.284
-1.430.455
-1.325.124
-1.325.124
-1.325.124
-1.325.124
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
-1.550
22.675
47.675
72.675
-1.326.674
-1.302.449
-1.277.449
-1.252.449
Totaal lasten programma Baten Primaire baten Totaal baten programma Bestaand beleid Saldo programma
Begroting Begroting
Meerjarenbegroting 2015 - 2018 TOTAAL 2015 - 2018
Begroting
Begroting
Toelichting nieuw beleid RIEC Noord Het RIEC Noord (Regionaal Informatie en Expertise Centrum) vraagt van alle gemeenten in 2015 een bijdrage van € 0,10 per inwoner en vanaf 2016 structureel € 0,15 per inwoner. Voor de begroting van 2015 gaat het om een bedrag van 15.540 x € 0,10 = € 1.554,-.
8
Programma 3
Gemeenschapsvoorzieningen
Programmabeschrijving
In dit programma komen de voorzieningen aan de orde die gemeenschappelijk zijn, zoals sport en onderwijs.
Beleidskaders
• • • •
• •
Projectaanpak Verduurzaming Maatschappelijke accommodaties Beleidsplan voor de invoering van de drie decentralisaties in het sociale domein, 2014-2017 Verordening “Voorzieningen huisvesting onderwijs gemeenten Slochteren”. Handhaving- en sanctiebeleid gemeenten betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Statuut Stichting Openbaar Primair Onderwijs Slochteren. Akte bestuursoverdracht openbaar onderwijs
Wat willen we bereiken? • We bevorderen het meedoen in de samenleving door ontmoeting, door goed functionerende ontmoetingspunten. • We zetten in op een adequaat voorzieningenniveau door middel van een actieve rol van de inwoners bij de instandhouding van deze voorzieningen.
Wat gaan we ervoor doen? Prioriteiten 2015 Onderwijs We stemmen de gemeentelijke onderwijstaken af met de ontwikkelingen rond passend onderwijs. Over wijze waarop het openbaar onderwijs lokaal vorm krijgt blijven we in gesprek met het bestuur van OPOS. We willen dat de kwaliteit van onderwijs de aandacht krijgt die het verdient en dat er sprake is van een financieel gezonde situatie, ook voor de langere termijn. Met het onderwijsveld willen tot een gedeelde visie komen over kleine scholen omdat dit raakt aan onze visie op voorzieningen. Project verduurzaming maatschappelijke accommodaties Het project verduurzaming maatschappelijke accommodaties wordt afgerond. Project verduurzaming niet-gemeentelijke maatschappelijke accommodaties Het project verduurzaming niet-gemeentelijke maatschappelijke accommodaties wordt afgerond. Voor de verduurzaming van de eigen gebouwen (behalve onderwijs) worden de mogelijkheden om te verduurzamen in beeld gebracht. Visie op voorzieningen We komen met een visie op voorzieningen, omdat deze belangrijk zijn voor leefbaarheid en sociale cohesie in de kernen.
9
Programma: 3 Wat mag het kosten? Begroting Begroting
Begroting
Begroting
Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
-2.857.122
-2.627.515
-2.364.171
-2.364.171
-2.364.171
-2.364.171
- uren organisatie
-756.960
-446.816
-528.743
-528.743
-528.743
-528.743
- % toerekening
-330.420
-390.376
-362.364
-362.364
-362.364
-362.364
- sporthallen
-847.998
-789.494
-941.075
-941.075
-941.075
-941.075
-4.792.501
-4.254.201
-4.196.353
-4.196.353
-4.196.353
-4.196.353
Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Primaire baten
293.115
372.706
350.892
350.892
350.892
350.892
- overige verrekeningen
890.292
826.108
988.483
988.483
988.483
988.483
1.183.407
1.198.814
1.339.375
1.339.375
1.339.375
1.339.375
-3.609.094
-3.055.387
-2.856.978
-2.856.978
-2.856.978
-2.856.978
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
-5.000
-5.000
-5.000
-5.000
-2.861.978
-2.861.978
-2.861.978
-2.861.978
Lasten Primaire kosten Organisatiekosten:
Totaal lasten programma Baten
Totaal baten programma Bestaand beleid Saldo programma
Begroting Begroting
Meerjarenbegroting 2015 - 2018 TOTAAL 2015 - 2018
Begroting
Begroting
Toelichting nieuw beleid Accommodatiefonds Eind 2014 heeft het accommodatiefonds, na de toekenning voor lopende aanvragen, de bodem bereikt. We kiezen er voor het fonds op dit moment niet opnieuw te voeden. Eerst willen we voor de situatie na de herindeling een heldere visie ontwikkelen op voorzieningen. Dat geeft ons een afwegingskader om te bepalen of en welke accommodaties een kwaliteitsimpuls nodig hebben om ze toekomstbestendig te maken. Via andere wegen blijven er nog steeds mogelijkheden om aan financiële middelen te komen om accommodaties te verbeteren, uit externe fondsen of via de leefbaarheidsgelden van de NAM. We kunnen nu niet met zekerheid zeggen welke accommodaties in de nieuwe gemeente zullen blijven bestaan. Daarom doen we op dit moment zelf geen investeringen in maatschappelijk vastgoed, maar dat wil niet zeggen dat er de komende jaren in onze gemeente niets mogelijk is.
10
Programma 4 Programmabeschrijving
Maatschappelijke Activering Met dit programma willen we de zelfredzaamheid en participatie van burgers, jong en oud, bevorderen zodat alle inwoners kunnen meedoen aan het maatschappelijk leven.
Beleidskaders
• • • • • • • • • • •
Beleidsplan voor de invoering van de drie decentralisaties in het sociale domein, 20142017 Jaarplan sociaal domein 2015 “Bouwen op mekaar”. Wmo beleidsplan “Meedoen doe je samen”, 2013-2016 Verordening maatschappelijke ondersteuning Jeugdbeleidsplan ‘Jong Slochteren doet mee!’, mei 2009 Cultuurnota “Syncope”, 2013-2015 Leefbaarheidsplan 2014 Beleid en verordening Wet Inburgering Uitvoeringsplan Centrum voor Jeugd en Gezin november 2010 Startnotitie “Kracht van Slochteren” Bestuurlijke agenda: Gedecentraliseerde taken in het sociale domein op Slochter leest schoeien, met de focus op jeugd en preventie, plattelandsontwikkeling en gebiedsmarketing.
Wat willen we bereiken? • We willen dat alle inwoners van onze gemeente (jong en oud) volwaardig kunnen meedoen in de lokale samenleving. De inwoners zijn daarbij zelf verantwoordelijk om, al dan niet met behulp van een sociaal netwerk (dat ontstaat door ontmoeting) in de eigen ondersteuningsbehoefte te voorzien. • We willen welzijn, betrokkenheid, (onderwijs)kansen en gezondheid voor kinderen en jongeren vergroten en uitval voorkomen. • We willen dat onze inwoners zo lang mogelijk gezond en zelfredzaam zijn. Wat gaan we ervoor doen? Prioriteiten 2015 Wmo We geven uitvoering aan de nieuwe taken en andere wetswijzigingen van de Wmo (in 2015 via het continuïteitsarrangement): • Begeleiding individueel en groep, kortdurend verblijf en een (klein) deel persoonlijke verzorging inclusief vervoer. • Inkomensondersteunende maatregel (voorheen Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en Gehandicapten en Compensatie Eigen Risico). • Mantelzorgcompliment • Onafhankelijke cliëntondersteuning (taak die door MEE wordt uitgevoerd). • Hulp bij het huishouden met minder budget. Jeugd We geven uitvoering aan de nieuwe taken in de Jeugdwet. We zorgen voor een laagdrempelige lokale zorgstructuur waarbinnen de preventie en jeugdhulp wordt uitgevoerd. We geven uitvoering aan het overgangsrecht zoals vastgesteld is in het Regionaal Transitie-arrangement Jeugd. • We bieden waar nodig aan kinderen en gezinnen opvoed- en opgroeihulp. • We bieden waar nodig ondersteuning bij de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van kinderen en gezinnen met een verstandelijke, lichamelijke of psychische beperking. • We bieden waar nodig hulp aan kinderen en gezinnen met psychiatrische problemen (jeugd GGZ).
11
We geven uitvoering aan kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering en voorzien in maatregelen ter voorkoming van kindermishandeling. We organiseren de toegang en integrale werkwijze door te werken met basisteams. Zij werken vanuit het principe 1 huishouden, 1 plan, 1 casemanager. Eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid zijn uitgangspunt voor de keukentafelgesprekken met inwoners die een ondersteuningsvraag hebben. In 2015 gaan zetten we ook in op ‘de transformatie van het sociaal domein’. Meer collectieve voorzieningen, laagdrempelig en dichtbij. In het beleidskader het jaarplan sociaal domein en de verordeningen staat beschreven hoe we hieraan uitvoering willen geven. Preventie- en handhavingsplan alcohol In 2015 wordt uitvoering gegeven aan het preventie en handhavingsplan alcohol. Verenigingen dorpsbelangen In nauwe samenwerking met de verenigingen Dorpsbelangen werken we aan sterke dorpen. We zetten in op kennisdeling, elkaar inspireren, laten zien wat goed gaat, geven ruimte en ondersteunen. Dit is van groot belang ook met zicht op de herindeling. We staan open voor experimenten met dorpsbudgetten; dit gaan we uitwerken in nauwe samenwerking met dorpen die dit willen. Plattelandsbeleid: Afhankelijk van de richting die wordt gekozen werken we met de gemeenten Groningen, Haren en Hoogezand-Sappemeer verder aan de thema’s en speerpunten die in het kader van Vitaal Platteland zijn bepaald.
Programma: 4 Wat mag het kosten? Lasten
Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
-3.299.249
-3.187.790
-7.565.302
-7.565.302
-7.565.302
-7.565.302
- uren organisatie
-600.339
-667.711
-907.835
-907.835
-907.835
-907.835
- % toerekening
-802.352
-959.706
-886.490
-886.490
-886.490
-886.490
-48.894
-43.214
-54.009
-54.009
-54.009
-54.009
-4.750.833
-4.858.421
-9.413.636
-9.413.636
-9.413.636
-9.413.636
Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
517.698
251.500
361.510
361.510
361.510
361.510
517.698
251.500
361.510
361.510
361.510
361.510
-4.233.135
-4.606.921
-9.052.126
-9.052.126
-9.052.126
-9.052.126
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
0
0
0
0
-9.052.126
-9.052.126
-9.052.126
-9.052.126
Primaire kosten
Begroting Begroting
Begroting
Begroting
Organisatiekosten:
- sporthallen Totaal lasten programma Baten Primaire baten Totaal baten programma Bestaand beleid Saldo programma
Begroting Begroting
Meerjarenbegroting 2015 - 2018 TOTAAL 2015 - 2018
Toelichting nieuw beleid Fonds voor schrijnende kwesties
12
Begroting
Begroting
Er is eenmalig € 50.000,- gereserveerd voor schrijnende kwesties bij de invoering van de decentralisaties in het sociale domein. Dit bedrag wordt gedekt uit de eerder door de raad vrijgemaakte reserve voor de invoering van de drie decentralisaties. Innovatiefonds/subsidies Het innovatiefonds heeft nt gebracht wat we er va hoopten. Het beperkte aantal aanvragen heeft tot gevolg gehad dat een deel van het geld niet werd besteed. Dat is niet goed te rijmen met onze wens om subsidies zo effectief mogelijk in te zetten, passend bij de maatschappelijke vraag. Daarom kiezen we er voor om de middelen die eind 2014 nog in de innovatiereserve zitten, vanaf 2015 in te zetten om het leefbaarheidsfonds jaarlijks op een peil van € 70.000 te houden. Daarnaast kunnen we vanuit dit fonds het plafond voor waarderingssubsidies op het niveau van € 10.000 per jaar houden. Hiermee zorgen we dat subsidies die overduidelijk in een behoefte voorzien tot en met 2018 op peil blijven. De doelstellingen van het innovatiefonds zijn onverminderd actueel en onderschrijven we nog steeds. We gaan in gesprek met de dorpen om te onderzoeken wat er nu echt voor nodig is om innovatieve ideeën van de grond te krijgen, nu blijkt dat het in het vooruitzicht stellen van financiering alleen niet veel oplevert. Voor initiatiefnemers van innovatieve ideeën zien we kansen om op andere manieren financiering te vinden. Waar dat nodig is zijn we graag bereid initatiefnemers te ondersteunen. Welke vorm dat aanneemt is afhankelijk van de behoefte van de initaitiefnemer en wat er nodig is om het idee verder te brengen richting realisatie.
13
Programma 5 Programmabeschrijving
Werk en inkomen Het programma richt zich op werk dat wordt gezien als het beste instrument om armoede te voorkomen en mogelijkheden te creëren om te kunnen voorzien in een zelfstandige bestaansvoorziening.
Beleidskaders
• • • • •
Beleidsplan invoering drie decentralisaties Nieuwe verordeningen Participatiewet Verordening stimuleringsfonds Debiteurenbeleid Beleidsregels bijzondere bijstand
Wat willen we bereiken? • Mensen doen mee aan de samenleving, of het nu gaat om netwerken, verenigingen, organisatie of werk en buurt, waardoor voorkomen wordt dat zij in een sociaal isolement terechtkomen. • We willen situaties voorkomen en uitbannen waarin sprake is van armoede en sociale uitsluiting. • We zetten in op werk voor onze inwoners. We zien werk als het beste instrument om armoede te voorkomen en mogelijkheden te creëren om te kunnen voorzien in een zelfstandige bestaansvoorziening. Wat gaan we ervoor doen? Prioriteiten 2015 Uitvoeringsorganisatie voor werk, reïntegratie en inkomen We geven uitvoering aan aan de Participatiewet door het creëren van een effectieve en efficiënte uitvoeringsorganisatie voor werk, re-integratie en inkomen. Deze uitvoeringsorganisatie komt in de plaats van de unit Werk en Inkomen en het BWR en start op 1 januari 2015. Werk bieden aan specifieke doelgroepen We vragen ondernemers om ook werk te bieden aan mensen met minder mogelijkheden en als gemeente geven we daarin het goede voorbeeld door werk te bieden aan specifieke doelgroepen: stageplaatsen, werkervaringsplaatsen, beschut werk en dergelijke. Inzetten op werkgelegenheid We vinden het belangrijk dat er voldoende werkgelegenheid is voor onze inwoners, in de gemeente zelf of op een goed bereisbare afstand. Door in te zetten op een aantal kansrijke sectoren boeken we meer resultaat dan wanneer we ons op alles en iedereen richten. Dit doen we met goede dienstverlening aan bedrijven en een stevige werkgeversbenadering.
14
Programma: 5 Wat mag het kosten? Begroting Begroting
Begroting
Begroting
Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
-6.286.034
-6.252.750
-6.010.350
-6.010.350
-6.010.350
-6.010.350
- uren organisatie
-199.786
-268.401
-248.579
-248.579
-248.579
-248.579
- % toerekening
-218.823
-261.738
-241.770
-241.770
-241.770
-241.770
-6.704.643
-6.782.889
-6.500.699
-6.500.699
-6.500.699
-6.500.699
Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
5.196.884
5.302.821
3.514.058
3.514.058
3.514.058
3.514.058
5.196.884
5.302.821
3.514.058
3.514.058
3.514.058
3.514.058
-1.507.759
-1.480.068
-2.986.641
-2.986.641
-2.986.641
-2.986.641
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
-200.000
-180.000
-160.000
-140.000
-3.186.641
-3.166.641
-3.146.641
-3.126.641
Lasten Primaire kosten Organisatiekosten:
Totaal lasten programma Baten Primaire baten Totaal baten programma Bestaand beleid Saldo programma
Begroting Begroting
Meerjarenbegroting 2015 - 2018 TOTAAL 2015 - 2018
Begroting
Begroting
Toelichting nieuw beleid Stimuleringsfonds/minimabeleid Binnen het budget voor het minimabeleid valt vanaf 2015 ook de Stichting Leergeld en het Jeugdsportfonds. Participatie Naast de wettelijke verplichtingen en afspraken is er voor de gemeenten ruimte om eigen keuzes te maken die aansluiten bij de lokale situatie. De drie samenwerkende gemeenten (HSSM) hebben deze lokale invulling vertaald in keuzemogelijkheden rondom een aantal thema’s. Deze thema’s zijn uitgewerkt in het jaarplan sociaal domein 2015. Ook sluiten we in het jaarplan aan bij de lopende ontwikkelingen. In Menterwolde functioneert het MAC (Maatschappelijk Activiteiten Centrum). ) Voor ons speelt het samenvoegen van de Unit Werk en inkomen en het BWR tot één Werkmaatschappij voor het hele participatie-domein: werk, reïntegratie en inkomen voor Hoogezand-Sappemeer en Slochteren. Deze werkmaatschappij is operationeel op 1 januari 2015. Dit betekent dat de gemeenschappelijke regeling BWR vanaf dat moment in liquidatie is.
15
Programma 6 Programmabeschrijving
Beheer Openbare Ruimte Het programma richt zich op het beheer van de openbare ruimte om zorg te dragen voor een prettige, veilige, natuurrijke en gezonde leefomgeving.
Beleidskaders
• • • • • • • • • • • • • • • •
Landschap- en groenvisie Bomenbeleid Registers Monumentale Bomen Integraal Beheerplan Groen Wegencategoriseringsplan (2013-2023) Beleidsplan Openbare Verlichting Wegenbeheersplan Gladheidsbestrijdingsplan Beleidskader/ richtlijnen Bermen en Sloten Beleidsplan Openbare Verlichting Duurzaam Slochteren: visie op milieu en duurzaamheid Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Slochteren 2014-2018 Waterplan Slochteren Visienota Het water van Slochteren Beleidskader Beheersing Eikenprocessierups Gedragscodes Flora en Faunawet Afvalstoffenverordening gem. Slochteren
Wat willen we bereiken? • We richten ons samen met inwoners op het duurzaam inrichten en beheren van de openbare ruimte om zorg te dragen voor een prettige, veilige, natuurrijke en gezonde leefomgeving.
Wat gaan we ervoor doen? Prioriteiten 2015 We gaan wat betreft wegen, openbaar groen en bruggen het hoogst noodzakelijke doen om een veilige leefomgeving voor onze inwoners te bevorderen. In het eerste kwartaal van 2015 willen we met de raad de discussie voeren over het wegenbeheersplan. Het wegenbeheersplan brengt in beeld wat de dilemma’s zijn in het onderhoud van ons wegennet. Met de raad willen wij tot een goede afweging komen: welk niveau van wegenonderhoud leidt tot een acceptabel evenwicht tussen veiligheid en behoud van kapitaalgoederen enerzijds en het beslag op financiële middelen anderzijds.
16
Programma: 6 Wat mag het kosten? Lasten Primaire kosten
Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
-4.673.560
-12.924.774
-13.228.365
-13.228.365
-13.228.365
-13.228.365
-2.477.631
-6.422.653
-6.991.542
-6.991.542
-6.991.542
-6.991.542
-501.737
-576.437
-668.017
-668.017
-668.017
-668.017
Begroting Begroting
Begroting
Begroting
Organisatiekosten: - uren organisatie - % toerekening
Totaal lasten programma Baten Primaire baten Totaal baten programma Bestaand beleid Saldo programma
-7.652.927 -19.923.864 -20.887.924 -20.887.924 -20.887.924 -20.887.924 Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
3.328.440
15.739.293
17.251.311
17.251.311
17.251.311
17.251.311
3.328.440
15.739.293
17.251.311
17.251.311
17.251.311
17.251.311
-4.324.487
-4.184.571
-3.636.613
-3.636.613
-3.636.613
-3.636.613
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
-50.000
-8.500
-16.825
-16.475
-3.686.613
-3.645.113
-3.653.438
-3.653.088
Begroting Begroting
Meerjarenbegroting 2015 - 2018 TOTAAL 2015 - 2018
Begroting
Begroting
Toelichting nieuw beleid Aanleg fietspad Schildmeer Met de dorpen Tjuchem en Meedhuizen en met de provincie en Delfzijl zijn we sinds 2013 in overleg over de aanleg van een fietspad langs het afwateringskanaal. Dit betreft een initiatief van het dorp Tjuchem en het maakt onderdeel uit van het fietsnetwerk Schildmeer. Als alle partners de benodigde bijdrage leveren zou de aanleg van het fietspad in 2015 kunnen starten. Openbare ruimte Meerstad Het terrein rondom de school in Meerstad en het eerste woonbuurtje zijn door Bureau Meerstad overgedragen aan de Gemeente Slochteren. Dit betekent dat hier nu onderhoud aan de openbare ruimte moet worden uitgevoerd. Hiervoor is een jaarlijks budget van € 12.000,- nodig. Onderhoud weg Slochterdiep De aanbesteding voor het onderhoud aan de weg Slochterdiep heeft plaatsgevonden. Tegelijkertijd is er overeenstemming bereikt met de NAM over een afkoop van onderhoud aan de weg door de NAM. Hiervoor ontvangen wij een bedrag van € 400.000,-. De totale kosten voor het onderhoud waren in eerste instantie geraamd op € 1,5 miljoen. Door de gunstige aanbesteding en de afkoop zijn deze kosten nu verlaagd tot een totaal van € 850.000,-. Vervanging tractor In 2015 moet een tractorcombinatie vervangen worden, geraamde investering € 250.000,-. Dit zal met ingang van 2016 jaarlijks een bedrag van € 40,000,- aan kapitaalslasten opleveren. Deze tractor wordt zoveel ingezet dat het lonend is om deze zelf in eigendom te hebben. Riolering Vanuit het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) worden diverse rioleringswerkzaamheden uitgevoerd, met een totale investering van €116.655,Onderhoud wegen Voor de wegen gaan we werken op basis van calamiteiten. Wanneer de veiligheid van onze weggebruikers in het geding komt zullen wij hier direct onderhoud op plegen. Hiervoor stellen wij voor 2015 een calamiteitenbudget beschikbaar van € 50.000,-.
17
Samenwerking waterketen De samenwerking in de waterketen gaat de derde fase in. Deelname hieraan betekent in de toekomst lagere kosten op het onderhoud van riolering. Kosten in 2015 € 19.225,-
18
Programma 7 Programmabeschrijving
Beleidskaders
Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting • Ruimtelijke ordening van het grondgebied; • Beleid en uitvoering op gebied van bouwen en wonen; • Instandhouden en optimaliseren van de woningvoorraad • • • • • • • • • • • • • • •
Provinciaal Omgevingsplan (2012) Regiovisie Groningen-Assen (2013) Regionale Woonvisie (2011) Woonplan (2011) Structuurvisie Buitengebied (2010) Structuurvisie Slochteren (2009) Structuurvisie Steendam-Schildmeer (2009) Structuurvisie Siddeburen (2009) Herinrichting Midden-Groningen (1999) Masterplan Meerstad (2005) Ontwikkelstrategie Meerstad (2012) Welstandsnota (2011) Bouwverordening (2012) Beleidsplan VTH (2011) Collegeprogramma 2014-2018
Wat willen we bereiken? • We willen een dynamische landelijke gemeente zijn met een plus, waar mensen graag duurzaam wonen, werken en leven. • We zetten in op een gemeente waar mensen genieten van rust, ruimte, natuur, water en het karakteristieke landschap.
Wat gaan we ervoor doen? Prioriteiten 2015 Ruimtelijke initiatieven We willen ruimtelijke initiatieven die passen binnen de ruimtelijke karakteristiek en identiteit (natuuras, cultuuras en buitengebied) mogelijk maken en zo nodig stimuleren. Doel daarvan is om de kiemkracht en de daadkracht van de samenleving te benutten en zo adequaat mogelijk te reageren op de ruimtelijke kansen en mogelijkheden die zich voordoen. Daarin gaan we risico’s en experimenten niet uit de weg. Verruimen ruimtelijke beleidsregels We herijken de ruimtelijke beleidsregels die ten grondslag liggen aan de actualisering en digitalisering van de bestemmingsplannen. Waar nodig gaan we deze actualiseren. Het doel daarvan is (met planologische maatregelen) meer ruimte voor afwijking te creëren en meer mogelijk te kunnen maken. Herijken ruimtelijke plannen We herijken de ruimtelijke plannen (structuurvisies en bestemmingsplannen met nieuwbouwcapaciteit), in aanvulling op het Woonplan en de Meerjaren Prognose Grondexploitaties (MPG). Waar nodig gaan we deze actualiseren. Het doel daarvan is het bewerkstelligen van een gezondere programmering en betere verdeling van de nieuwbouwcapaciteit. Slochterhaven We gaan door met onze inzet voor een passende ontwikkeling en invulling voor de Slochterhaven. We trekken daarin zo veel mogelijk samen op met het dorp. In 2015 verwachten we duidelijkheid over de plannen van Staatsbosbeheer. Vanuit de Fraeylemaborg wordt het plein (tijdelijk) ingevuld met een aantal Follies. Zelf gaan we aan de slag met de omvorming van het oude Hubo-terrein tot een aantrekkelijk verblijfsgebied dat de waardevolle
19
elementen in het hart van Slochteren met elkaar verbindt. Meerstad We gaan door met onze inzet in Meerstad. In 2015 leidt dat opnieuw tot overdracht van eigendom en beheer van openbaar gebied. Verduurzaming maatschappelijke accommodaties Voor de verduurzaming van de maatschappelijke accommodaties stellen we vanuit de SLOK rijksbijdrage we een bedrag van € 20.000,- per jaar beschikbaar. Hiermee kunnen energiebesparingsprojecten worden uitgevoerd. Leefbaarheidsplan Samen met de maatschappelijke organisaties werken we aan de uitvoering van het in 2014 opgestelde Leefbaarheidsplan. Waar mogelijk proberen we financiering te verkrijgen via de dialoogtafel en het NAM-leefbaarheidsfonds. Daarnaast zien we mogelijkheden om een eenmalig bedrag van € 100.000 vrij te maken voor cofinanciering door de gemeente. Hiervoor kunnen we een deel van de gelden die beschikbaar zijn gekomen uit de aandelen bouwfonds liquide maken. Programma: 7 Wat mag het kosten? Lasten Primaire kosten
Rekening
Begroting
2013
2014
Begroting Begroting 2015
2016
Begroting 2017
Begroting 2018
-2.850.991
-1.966.526
-2.205.037
-2.205.037
-2.205.037
-2.205.037
-1.912.454
-1.919.558
-2.012.985
-2.012.985
-2.012.985
-2.012.985
-145.882
-174.492
-241.770
-241.770
-241.770
-241.770
-6.993
-713.636
-905.836
-905.836
-905.836
-905.836
-4.916.319
-4.774.212
-5.365.628
-5.365.628
-5.365.628
-5.365.628
Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
1.413.327
1.582.650
2.827.159
2.827.159
2.827.159
2.827.159
817.354
1.361.607
207.101
207.101
207.101
207.101
2.230.680
2.944.257
3.034.260
3.034.260
3.034.260
3.034.260
-2.685.639
-1.829.955
-2.331.368
-2.331.368
-2.331.368
-2.331.368
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
0
0
0
0
-2.331.368
-2.331.368
-2.331.368
-2.331.368
Organisatiekosten: - uren organisatie - % toerekening - overige verrekeningen Totaal lasten programma Baten Primaire baten - overige verrekeningen Totaal baten programma Bestaand beleid Saldo programma
Begroting Begroting
Meerjarenbegroting 2015 - 2018 TOTAAL 2015 - 2018
Begroting
Begroting
Toelichting nieuw beleid Meerstad – overdracht openbaar gebied Voor de overdracht van het openbaar gebied in Meerstad is voor 2015 (en de komende jaren) € 10.000,- extra nodig. Dekking hiervoor komt uit de reserve Meerstad.
20
Programma 8 Programmabeschrijving
Beleidskaders
Lokale lasten en algemene dekkingsmiddelen Binnen dit programma worden de inkomsten verantwoord van onder andere de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de onroerende zaakbelasting en de onttrekkingen van middelen uit de reserves • Kwestie van evenwicht, Beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen. • Begrotingscirculaire provincie Groningen jaar 2015-2018 • Verordening voor de heffing en invoering van de onroerendezaakbelasting • Verordening gemeentelijke basisadministratie
Wat willen we bereiken? • We zetten in op een structureel sluitende meerjarenbegroting. Dit doen we door de inkomsten behoudend en de uitgaven realistisch te ramen. Hierdoor zijn wij in staat om een robuuste begroting te presenteren. • We zetten in op een aanvaardbaar niveau van de lokale lasten, dat wil zeggen afvalstoffenheffing en rioolheffing 100% kostendekkend. • We willen als financieel gezonde gemeente de herindeling in.
Wat gaan we ervoor doen? Prioriteiten 2015 Een sluitende meerjarenbegroting We streven naar een meerjarig structureel en reëel evenwicht in de begrotingspositie van de gemeente Slochteren. We voldoen aan de termijnen voor inzending voor de begroting en de jaarrekening zodat er sprake zal zijn van een terughoudend (repressief) begrotingstoezicht door de provincie Groningen. Verkiezingen In 2015 zijn er verkiezingen van de Provinciale Staten en de Waterschappen. Beiden zal de gemeente moeten organiseren. Verkiezingen ten behoeve van de Waterschappen is nieuw.
21
Programma: 8 Wat mag het kosten? Lasten Primaire kosten
Begroting Begroting
Begroting
Begroting
Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
-4.354.325
-2.730.724
-2.542.943
-2.542.943
-2.542.943
-2.542.943
-1.611.702
-778.879
-956.057
-956.057
-956.057
-956.057
-145.882
-174.492
-161.180
-161.180
-161.180
-161.180
-35.000
-35.000
-35.000
-35.000
-35.000
-35.000
-6.146.908
-3.719.095
-3.695.180
-3.695.180
-3.695.180
-3.695.180
Rekening
Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
23.716.604
20.307.238
25.873.401
25.873.401
25.873.401
25.873.401
21.063
17.691
101.503
101.503
101.503
101.503
23.737.667
20.324.929
25.974.904
25.974.904
25.974.904
25.974.904
17.590.758
16.605.834
22.279.724
22.279.724
22.279.724
22.279.724
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
-47.500
137.500
238.594
178.688
22.232.224
22.417.224
22.518.318
22.458.412
Organisatiekosten: - uren organisatie - % toerekening - overige verrekeningen Totaal lasten programma Baten Primaire baten - overige verrekeningen Totaal baten programma Bestaand beleid Saldo programma
Begroting Begroting
Meerjarenbegroting 2015 - 2018 TOTAAL 2015 - 2018
Begroting
Begroting
Toelichting nieuw beleid In overeenstemming met de rest van de organisatie vervangen we apparatuur voor het bestuur alleen als dat echt noodzakelijk is voor het uitoefenen van de taak. Er is rekening gehouden met de verkiezingen voor de Provinciale Staten en Waterschappen (€ 15.000,-). De ontwikkelingen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn gebaseerd op de meicirculaire 2014. De omzetstijging van de OZB is voor 2015 3,5%. Voor de volgende jaren is rekening gehouden met een omzetstijging van 1,5%. Structurele waardedaling door schade die is veroorzaakt door aardbevingen wordt verrekend in de woz-waarde. Ook structurele waardedaling als gevolg van negatieve effecten in de huizenmarkt wordt vertaald in de gehanteerde woz-waarden. De negen gemeenten in het kerngebied van de aardbevingen trekken samen op in een werkgroep die de effecten van gaswinning op de woz-waarden goed onderbouwd in beeld gaat brengen. Daarnaast is een taakstelling opgenomen in de bedrijfsvoering, voor onder meer inkomsten uit dienstverlening aan derden tegen marktconforme tarieven ramen we een bedrag van € 77.500.
22
Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen In de BBV staat (Art. 8 lid 5) dat er een overzicht met algemene dekkingsmiddelen opgenomen moet worden. Het overzicht algemene dekkingsmiddelen bevat de middelen, die voor de gemeente vrij besteedbaar zijn. De gemeente kan de aanwending van deze middelen zelf bepalen. Er rusten geen rijksverplichtingen op (zoals bijvoorbeeld bij specifieke uitkeringen) of andere beperkingen (zoals bij kostendekkende heffingen). De middelen worden ingezet ter dekking van de uitgaven die opgenomen zijn in de begroting. ( x € 1.000) Algemene dekkingsmiddelen Algemene Uitkering Uitkering Sociaal Domein Belastingen Dividend Onvoorzien Saldo kostenplaats kapitaallasten
R 2013 B 2014 B 2015 B 2016 B 2017 B 2018 13.898 14.496 13.006 13.039 12.904 12.722 0 0 6.913 6.913 6.913 6.913 2.611 2.610 2.610 2.610 2.610 2.610 60 56 56 56 56 56 0 32 32 32 32 32 21 18 101 101 101 101
Algemene uitkering De algemene uitkering uit het gemeentefonds is conform de mei-circulaire 2014 opgenomen. Dit is exclusief de inkomstenstroom voor de drie decentralisaties. Belastingen De onroerende zaakbelasting en de toeristenbelasting zijn vrij besteedbaar. De volgende bedragen zijn in de jaarrekening en de begrotingen opgenomen. Rekening 2013 Begroting 2014 Begroting 2015 OZB 2.611 2.610 2.683 Toeristenbelasting 43 41 41 Dividend De gemeente is aandeelhouder van een beperkt aantal dividenduitkerende vennootschappen. De belangrijkste is de NV Bank Nederlandse Gemeenten. Onvoorzien De post onvoorzien is bedoeld voor uitgaven waar de gemeente in de loop van het jaar door onvoorziene omstandigheden voor komt te staan. Het is bedoeld om incidentele tegenvallers op te vangen. Het gemeentelijk beleid is dat we € 2,- per inwoner opnemen. Saldo kostenplaats kapitaallasten Dit is het resultaat van de doorberekende kapitaallasten (rente en afschrijving) en de daadwerkelijke rentelasten en afschrijving. Voor meer informatie wordt verwezen naar de bijlage “Overzicht Kapitaallasten”.
23
Hoofdstuk 3
PARAGRAFEN
24
Paragraaf 1
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
In artikel 11 van dit besluit is over het weerstandsvermogen het volgende bepaald: Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a. De weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b. Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. De a. b. c.
paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste: Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; Een inventarisatie van de risico’s; Het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s,
Inleiding
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van risico’s die de gemeente loopt, de eventuele financiële consequenties, de beschikbare middelen en mogelijkheden waarover beschikt kan worden om risico’s te kunnen opvangen. Het beleid is dat zowel bij het opstellen van de begroting als de jaarrekening door ons wordt gekeken in hoeverre het weerstandsvermogen aansluit bij de weerstandscapaciteit.
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen: • De weerstandscapaciteit; dit zijn de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te kunnen dekken. • Het risicoprofiel; alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in de relatie tot de financiële positie. Het weerstandsvermogen geeft aan in of de gemeente in staat is om financiële risico’s op te vangen en haar taken kan blijven voortzetten.
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover beschikt kan worden om niet begrote kosten op te kunnen vangen. Daarbij wordt gekeken naar: • De saldireserve • De aanwezigheid van stille reserves • De aanwezigheid van bestemmingsreserves, of die nog eenvoudig een andere bestemming kunnen krijgen • De belastingtarieven, of die in de toekomst nog verhoogd kunnen worden • De begrotingspost Onvoorzien Saldireserve De saldireserve is de belangrijkste buffer voor het kunnen opvangen van tekorten. Zowel de toekomstige verliezen op de reguliere begroting als de niet-begrote tegenvallers (risico’s) komen in eerste instantie ten laste van de saldireserve. De omvang van de saldireserve dient minimaal toereikend te zijn om toekomstige begrotingstekorten op te kunnen vangen. Jaarlijks wordt de bespaarde rente op de saldireserve (4%) toegevoegd aan de exploitatie. Stille reserves Een voorbeeld van een stille reserve is het verschil tussen actuele waarde en de boekwaarde van een actief. Denk hierbij bijvoorbeeld aan aandelen (BNG), gebouwen en gronden. De gemeente heeft aandelen volgens de voorschriften, tegen de aankoopwaarde op de balans staan. De actuele waarde ligt hoger. Onbenutte belastingcapaciteit Met ingang van 2008 is het maximale toegestane tarief voor ozb losgelaten. Wel worden de gemeenten gehouden aan de macronorm. 1% ozb stijging betekent voor de gemeente Slochteren circa. € 30.000 aan inkomsten. Met betrekking tot de ozb wordt in de begroting 2015 rekening gehouden, naast de reguliere opbrengststijging van 1,5%, met een extra omzetstijging van 2%. Dit is conform de besluitvorming omtrent de perspectiefwissel. Begrotingspost onvoorzien Op basis van de Gemeentewet is de gemeente verplicht een bedrag voor onvoorziene
25
uitgaven op te nemen in de begroting. Het is bedoeld om incidentele tegenvallers op te vangen. Het beleid van de gemeente is om per inwoner € 2,- voor “onvoorzien” beschikbaar te hebben. Afgerond is dit circa € 32.000,-. Omvang weerstandscapaciteit Hiervoor zijn de afzonderlijke middelen benoemd, waarover de gemeente kan beschikken om niet begrote kosten te kunnen dekken. In onderstaande tabel is de totale omvang van de weerstandscapaciteit weergegeven. Omschrijving Saldireserve Stille reserves Onbenutte belastingcapaciteit Begrotingspost onvoorzien Totale weerstandscapaciteit
Bedrag (x € 1.000) 1.839 p.m. 30 32 1.901
In totaal heeft de gemeente Slochteren € 1,9 miljoen aan weerstandscapaciteit om tegenvallers op te vangen. Ten opzichte van de jaarrekening 2013 is dit afgenomen. Dit komt door de burap 2014 omdat het tekort ten laste van de saldi-reserve gaat maar ook door het afboeken van de boekwaarde van Schaldmeda (op basis van een raadsbesluit). Risico’s
RISICO’S Bij het opstellen van de begroting en rekening wordt inzichtelijk gemaakt welke risico’s de gemeente Slochteren loopt die een behoorlijk financieel impact kunnen hebben. Hieronder wordt aangegeven om welke risico’s het gaat. Voor zover mogelijk hebben we de benoemde risico’s ook voorzien van een beheersmaatregel. Bestuurlijke inventarisatie risico’s In het voorjaar van 2012 heeft er een bestuurlijk inventarisatie van risico’s plaatsgevonden. De sessie heeft geresulteerd in de hieronder benoemde top-5 van risico’s. Deze top 5 is door de organisatie voorzien van beheersmaatregelen. _ _ _ _ _
gemeenschappelijke deelnemingen/GR BWR WMO gemeentefonds/specifieke uitkeringen milieuverontreiniging/bodemverontreiniging gedecentraliseerde taken
1. Uitvoeringsorganisatie werk, re-integratie en inkomen/BWR Naar verwachting zal GR BWR vanaf 2015 ophouden te bestaan en opgaan in de uitvoeringsorganisatie (gemeentelijke werkmaatschappij) werk, re-integratie en inkomen. Als gevolg van de economische situatie en voorgenomen beleid van het Rijk zal de GR BWR grote problemen hebben om een sluitende exploitatie te krijgen. Beheersmaatregel: Er komt één uitvoeringsorganisatie waarin de Unit Werk en Inkomen van de gemeente Hoogezand-Sappemeer en de BWR opgaan. Voor de vorming van de uitvoeringsorganisatie is er de voorziening GR BWR die een omvang heeft van € 564.000,-. 2. WMO Als gevolg van vergrijzing is de kans aanwezig dat er een groter beroep wordt gedaan op de voorzieningen waardoor budgetten worden overschreden. Beheersmaatregel: We hebben de afgelopen jaren hier al op voorgesorteerd in de vorm van eigen bijdragen, kanteling, ontwikkelen van algemene voorzieningen. In het jaarplan decentralisaties (zie paragraaf gedecentraliseerde taken) benoemen we onze aanpak voor de komende jaren: preventie, casemanagement, integrale aanpak, transformatie. Korting budget Hulp bij het huishouden Het kabinet wil een korting van 28% toepassen op het budget voor Hulp bij het huishouden. Het kabinet is van mening dat mensen dit in eerste instantie zelf, samen met hun sociale omgeving moeten regelen. Uiteraard zal er altijd een vangnet zijn voor mensen die niet op hun omgeving kunnen terugvallen en over onvoldoende middelen
26
beschikken. Beheersmaatregel: We werken aan maatregelen om deze korting op te vangen. Dit doen we in het programma decentralisaties samen met de gemeenten Hoogezand-Sappemeer en Menterwolde. Onderdelen van de aanpak zijn het verder doorvoeren van de kanteling (ook bestaande klanten) en/of (delen van) de hulp bij het huishouden als algemene voorziening aan te merken. Hergebruik hulpmiddelen Wmo Het kabinet is voornemens het budget voor de Wmo met 50 miljoen te korten vanwege de besparing via hergebruik van hulpmiddelen. Onze insteek bij verstrekking van voorzieningen is altijd al herverstrekking van hulpmiddelen uit het depot. Daar valt niet veel winst te behalen. Beheersmaatregel: Er zal met de leveranciers en de doelgroep gezocht moeten worden naar maatregelen om deze korting op te vangen. Daarbij kan gedacht worden aan het meer algemeen gebruikelijk verklaren van voorzieningen of opzet van algemene voorzieningen als rolstoelpool of scootmobielpool.
3. Gemeentefonds/specifieke uitkeringen Gemeentefonds: Onder invloed van de huidige economische onzekerheden en de keuzes die het rijk maakt is er veel onzekerheid over de hoogte van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De mogelijke hoogte van het risico wordt ingeschat op 2% van de omvang van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Beheersmaatregel: In de begroting wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van het gemeentefonds op basis van de meest recente meicirculaire van het ministerie BZK. Specifieke uitkeringen: Als gevolg van onvoldoende beheersing van doel- en rechtmatigheid van bepaalde uitkeringen kan dit leiden tot het niet (volledig) uitkeren (bijv. IAU) van de middelen met een groot effect voor de begroting. Beheersmaatregel: Er is een verificatieteam waardoor een strenge selectie aan de poort wordt gedaan voor toelating in de WWB. Dit team wordt hierin ondersteund door de sociale recherche. Hiermee wordt doel- en rechtmatigheid geborgd. 4. Bodemverontreiniging De kosten voor onderzoek en bodemsanering kunnen geheel of gedeeltelijk voor rekening van de gemeente komen als de veroorzaker van de bodemverontreiniging of de eigenaar van de grond niet de kosten kunnen dragen of daarvoor aansprakelijk gesteld kunnen worden. Ook de kosten voor de aankoop van een woning die via de gewone weg niet verkocht wordt vanwege een bodemverontreiniging, komen voor rekening van de gemeente. Beheersmaatregelen: De informatie over bekende verontreinigingen, de verdachte locaties en de uitgevoerde bodemonderzoeken zijn inmiddels goed in beeld. Door dit databeheer op peil te houden en beschikbaar te stellen, worden onverwachte situaties voorkomen en is het daardoor mogelijk om risico’s te spreiden. Bij bouwplannen, wijziging bestemmingsplan en starten of beëindigen van bedrijfsactiviteiten wordt bodemonderzoek gevraagd (onderzoeksplicht) van de initiatiefnemer. Afhankelijk van de resultaten moet mogelijk bodemsanering plaatsvinden voordat de plannen gerealiseerd kunnen worden. Bij grondtransacties wordt bodemonderzoek geadviseerd. Bij eigen grondtransacties bodemonderzoek laten uitvoeren. De kosten voor onderzoek en sanering komen voor rekening van de huidige eigenaren. Nieuwe gevallen van bodemverontreiniging worden voorkomen door bodembeschermende voorzieningen aan te brengen en toezicht te houden in het kader van wet- en regelgeving (provincie, gemeente en waterschap). 5. Gedecentraliseerde taken In de mei-circulaire hebben we meer duidelijkheid gekregen over de budgetten en de vorm waarin dit wordt overgeheveld. Toch blijven er nog een aantal onzekerheden en
27
risico’s bestaan, waarvan de werkelijke budgetbesteding in de jeugdzorg en de persoonsgebonden budgetten de belangrijkste zijn. Decentralisatie taken AWBZ naar Wmo Met ingang van 2015 krijgt de decentralisatie van AWBZ Begeleiding naar de WMO zijn beslag. De nieuwe taken gaan gepaard met een bezuiniging. Terwijl er wel een overgangsregeling is opgenomen in de wet waarbij inwoners met een doorlopende indicatie nog een jaar lang recht hebben op de huidige ondersteuning. Een belangrijke maatregel is om bij de inkoop van ondersteuning in 2015 (onder voorwaarden) de korting neer te leggen bij de zorgaanbieders. Doordat meer dan 50% van het budget wordt verstrekt in de vorm van een persoonsgebonden budget (Pgb) en we daar de korting niet integraal mogen doorberekenen lopen we een extra risico. Hier formuleren we specifiek beleid op in de jaarplan 2015. Door verschillende andere maatregelen (basisteam, kanteling, eigen bijdrage, etc.) willen we deze korting ook voor de toekomst opvangen. De Wmo is een open einde regeling waardoor we geen financieel plafond kunnen toepassen. Hiermee lopen we een risico dat we de nieuwe Wmo niet binnen het daarmee gepaarde budgettaire kader kunnen uitvoeren. Samen met één of meer aanbieders zullen we een aanvraag en een plan indienen bij het ministerie van VWS om in aamerking te komen voor het extra budget (40 miljoen in totaal) dat ter beschikking is gekomen voor huishoudelijke hulp Schrappen zorgzwaartepakket (1 t/m deels 4) Mensen met een zorgzwaartepakket (1 t/m deels 4) hebben in de kabinetsplannen straks geen recht meer op een verblijfsindicatie in een woonvorm of AWBZ instelling. Met andere woorden mensen met een beperking zullen dan thuis blijven wonen en daar hulp en ondersteuning moeten ontvangen. Met de decentralisatie van taken betekent dit dus dat een groter beroep gedaan zal worden op gemeentelijke voorzieningen. De financiële gevolgen zijn nog niet in te schatten. Beheersmaatregel: De landelijke ontwikkeling wordt nauwlettend gevolgd om tijdig in te kunnen spelen op ontwikkelingen. Tevens is in de meerjarenbegroting 2013-2016 rekening gehouden met een mogelijke verlaging van de doeluitkeringen en de effecten van het regeerakkoord. Daarnaast verwijzen we naar de maatregelen in het jaarplan. Via het te actualiseren woonplan besteden we aandacht aan de combinatie wonen met zorg. Maatwerkvoorziening inkomenssteun Het kabinet wil per 2015 een 2-tal inkomensondersteunende regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten (waaronder de Wtcg) afschaffen. Hiervoor in de plaats komt een gemeentelijke maatwerkvoorziening van landelijk 268 miljoen euro. Dit is circa 60 % van het budget dat hier nu aan uitgegeven wordt. Beheersmaatregel: In het jaarplan 2015 doen we een voorstel voor inrichting van deze nieuwe voorziening via de collectieve ziektekostenverzekering. De verwachting is dat we hiermee de bezuiniging opvangen.. Cliëntondersteuning Het budget voor onafhankelijke cliëntondersteuning wordt ook gedecentraliseerd naar gemeenten. MEE Groningen voert dit nu uit. Ook op dit budget wordt bezuinigd. Beheersmaatregel: Met MEE Groningen maken we provinciaal subsidieafspraken voor het jaar 2015; een overgangsjaar. Over de korting van 13% hebben we overeenstemming bereikt met MEE.
Jeugdzorg Hoewel de gemeente Slochteren, wat jeugdzorggebruik betreft, ruim onder het landelijk gemiddelde zit is deze nieuwe verantwoordelijkheid wel een risico Er is een aantal onduidelijkheden/risico’s te benoemen. - Er is nog geen objectief beeld van de werkelijke zorgbehoefte van kinderen in de
28
-
gemeenten. Het AWBZ gebruik in de provincie is betrekkelijk hoog. We moeten in 2015 20% bezuinigen op de kosten AWBZ. Er is duidelijkheid over het definitieve budget voor 2015 en volgende jaren. Er is nog geen duidelijkheid over het objectieve verdeelmodel dat per 2016 wordt ingevoegd. Beheersmaatregel: In de komende tijd zullen wij er alles aan doen om de risico’s nog beter in beeld te brengen en gaan wij beheersmaatregelen verder ontwikkelen. Voor de uitvoering van de jeugdzorg betekent het onder andere dat er een monitorsysteem moet komen waardoor we voortdurend een vinger aan de pols houden. Daarnaast willen we provinciebreed de volgende maatregelen nemen: • In samenwerking met de overige gemeenten onderzoek laten doen naar de werkelijke zorgbehoefte; • Er zijn en worden maatregelen genomen om de kosten van pgb’s terug te dringen. Deze zijn benoemd in het Jaarplan Sociaal Domein. • In samenhang met de WMO nieuwe arrangementen ontwikkelen die kinderen ondersteunen met een beperking; • In samenwerking met de overige gemeenten druk blijven uitoefenen op het Rijk, Zorgverzekeraars en VNG om inzicht te bieden in de juiste cijfers / budgetten.
Overige risico’s Werk en Inkomen Voor het verstrekken van de bijstandsuitkeringen ontvangen we in 2014 circa € 3 miljoen (voorlopig vastgestelde budget waarbij rekening gehouden is met een verwachte korting van 8%). We verwachten dat dit bedrag voldoende zal zijn om alle uitkeringen te kunnen verstrekken aan onze bijstandsklanten. Echter, het aantal uitkeringsgerechtigden kan sterk schommelen. Als gemeente moeten we de eerste 10% boven de € 3 miljoen (eigen risico gemeente) zelf bijdragen. Vanaf 2015 wordt het budget op een andere wijze verdeeld. We krijgen in september 2014 binnenkort een voorlopig budget over 2015 toegewezen. Beheersmaatregel: Met de inzet van de ontvangen re-integratiemiddelen zetten we in op het toeleiden van mensen naar regulier werk en daarmee uitstroom uit de WWB. Met de inzet van hetverificatieteam van de unit Werk en Inkomen weren we mensen die geen recht hebben op de bijstand (streng aan de poort voor de doelmatigheid). Minimabeleid/gemeentelijke schuldhulpverlening De afgelopen jaren hebben meer inwoners een beroep gedaan op de minimaregelingen en schuldhulpverlening. We verwachten dat deze trend zich in 2015 voortzet. Dit komt door gewijzigd rijksbeleid en het ‘na ijlen’ van de economische crisis: een deel van onze inwoners dat nu nog WW ontvangt, stroomt door naar de bijstand. Beheersmaatregel: De Gemeentelijke Kredietbank heeft periodiek spreekuur in het gemeentehuis in Slochteren. De ervaring leert dat dit drempelverlagend werkt en dat problemen eerder opgepakt kunnen worden, waardoor de duur van inzet van de schuldhulpverlening mogelijk beperkter kan blijven. Reserve Grote Projecten Ter dekking van de kapitaallasten van een aantal grote investeringen is in het verleden de reserve grote projecten gevormd. De kapitaallasten worden onttrokken aan de reserve en de rente van de reserve wordt eraan toegevoegd. De omvang van de reserve is per 2015 circa € 7,3 miljoen. Op basis van berekening is gebleken dat de verwachting is dat de reserve in 2035 is uitgeput. Dan moeten de kapitaallasten (€ 4,5 ton) opgevangen worden binnen de begroting. Beheersmaatregel: Met ingang van 2014 wordt de jaarlijkse onttrekking afgebouwd. De afbouw begint met € 30.000,- en dit wordt vervolgens jaarlijks met € 25.000,- verhoogd. Het gevolg is dat de reserve met ingang van 2035 uitgeput is. Door deze methode toe te passen zal de druk van de
29
kapitaallasten geleidelijk in de begroting worden opgenomen en daardoor ook geen risico meer zijn. De kapitaallasten en de druk in de begroting bedragen in 2035 uiteindelijk circa € 4,5 ton. Grondexploitaties De gemeente heeft een aantal grondcomplexen. De gezamenlijke boekwaarde van deze grondcomplexen is per 1-1-2014 circa € 6,5 miljoen. Voor alle grondcomplexen die in exploitaties zijn wordt jaarlijks een risicoanalyse gemaakt. De noodzakelijke omvang van de reserve wordt bepaald op basis van de IFLO-norm (IFLO = Inspectie Financiën Lagere Overheden) Op basis van deze norm zal de reserve € 552.000,- moeten bevatten. De reserve is circa € 560.000,- en valt binnen de IFLO-norm en buiten de norm van de geïnventariseerde risicobedragen. Beheersmaatregel: Er is een algemene reserve grondexploitaties gevormd. De omvang van de reserve is per 1-1-2014 € 560.000,-. Deze reserve dient om de tegenvallers met betrekking tot grondexploitaties op te vangen. Er worden voorzieningen ten laste van deze reserve gevormd voor verliezen op lopende complexen Het beleid is erop gericht de bestaande exploitaties zo te optimaliseren dat we de reserve niet hoeven te verhogen. Gemeenschappelijke deelnemingen Het risico bij gemeenschappelijke deelnemingen is dat er een hogere bijdrage wordt gevraagd om eventuele tekorten op te kunnen vangen. Voor het overzicht waarin de gemeente Slochteren participeert wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen. Planschade Het aantal planschadeclaims is de afgelopen jaren een stabiel. Waar een planschadeverzoek vroeger een uitzondering was, is het voor ingrijpende ruimtelijke ingrepen steeds meer regel. Om de financiële gevolgen voor de gemeente te beperken wordt tegenwoordig bij elke verzochte ingrijpende planologische procedure een planschadeovereenkomst gesloten, ongeacht de aard en de omvang van het plan. De termijn waarbinnen planschade mag worden geclaimd is tot 5 jaar na onherroepelijk worden van een ruimtelijk plan. Bij gemeentelijke projecten of actualisatie van bestemmingsplannen komt planschade voor rekening van de gemeente. In geval van ruimtelijke projecten op gemeentelijk initiatief wordt de planschade in de exploitatie meegenomen. Beheersmaatregel: Bij de bestemmingsplannen in het kader van de actualisering die een vergrote kans op planschade bevatten, is de planning van de procedure getemporiseerd. Hierdoor werden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om in het vooruitzicht van planologische beperkingen, de ruimere mogelijkheden nog te verzilveren (passieve risicoaanvaarding). Gewaarborgde geldleningen De staat van gewaarborgde geldleningen heeft een totaal van ca. € 49,9 miljoen. Rekening houdend met het percentage waar de gemeente Slochteren garant voor staat bedraagt het saldo ca. € 34,1 miljoen. Voor circa € 32,3 miljoen staat de gemeente Slochteren borg voor financieringen voor de woningbouw van Stichting Woningbouw Slochteren en Woonzorg Nederland. Deze leningen worden in eerste instantie door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw afgedekt. Het risico voor de gemeente is hierdoor minimaal. Voor een aantal door de sportverenigingen aangegane geldleningen staat de gemeente voor 50% borg (circa € 26.100,-). De Stichting Waarborgfonds Sport staat borg voor de andere 50%. Van alle leningen wordt tweejaarlijks door de Stichting Waarborgfonds Sport een analyse van de financiële situatie van de lenende vereniging gemaakt. Van alle verenigingen wordt de financiële positie als goed gekwalificeerd. Over de resterende gewaarborgde geldleningen, circa € 1.8 miljoen, loopt de gemeente een risico. De mogelijke hoogte van het risico voor de gemeente Slochteren wordt ingeschat op ca 20%. Dit is in overeenstemming met de bepaling bij de jaarrekening 2013. Er is nog steeds sprake van aanloopverliezen van de Stichting Golfbaan.
30
Europese aanbestedingsregels en staatssteun Gezien de uiterst complexe en aan jurisprudentie onderhevige regels op het gebied van Europese aanbestedingen en staatssteun, bestaat het risico dat op enig moment geconstateerd wordt dat wij hier op een bepaald onderdeel niet aan hebben voldaan. Naast de impact die dit zou kunnen hebben op de financiële rechtmatigheid, bestaat het risico van boetes en claims. Beheersmaatregel: Het uitvoeren van interne controle op aanbestedingen. Daarnaast wordt kritisch getoetst in het kader van rechtmatigheid waardoor we in staat zijn om zaken bij te sturen. Ook is er een startformulier voor de organisatie ontwikkeld en ingevoerd om inkoop volgens een vast stramien te laten verlopen. Personele risico’s De hoogte van de personele risico’s wordt in totaal ingeschat op 10 % van de totale loonsom. Om de risico’s te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken zijn er diverse beheersmaatregelen genomen. De personele risico’s worden hieronder afzonderlijk benoemd en toegelicht. Ontslagregelingen De rechtspositie van werknemers is zodanig dat ontslagregelingen gepaard kunnen gaan met een extra financiële compensatie. De hoogte hiervan hangt af van de functie, het aantal dienstjaren en de wijze van functioneren. Wel is de periode WW (vroeger: wachtgeld) de afgelopen periode verkort. Beheersmaatregel: Stringent bijhouden van functionerings-, en beoordelingsgesprekken en incidentele gebeurtenissen als onderdeel van personeelsdossiers. Eigen risico ziektewet / werkloosheidwet Medewerkers die langdurig ziek zijn komen na twee jaar in aanmerking voor een WIA-of WGA-uitkering. De salarisuitkering is gedurende 2 jaar maximaal 170% over 2 jaren. Als op een gegeven moment tot vervanging wordt overgegaan, ontstaan er dubbele salariskosten. Beheersmaatregel: Opvolgen procedures Wet verbetering Poortwachter. De medewerkers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn krijgen na twee jaar ziekte een WGA uitkering van het UWV. Met ingang van 1-1-2011 is de gemeente Slochteren eigenrisicodrager WGA premie. Eigen risicodragerschap voor de WGA hoeven geen premie af te dragen aan de belastingdienst. Het eigenrisicodragerschap WGA premie geldt zowel voor de eigen organisatie als voor WIW-ers woonachtig in de gemeente Slochteren en vallend onder Baanvak. De kosten van de lopende WGA-uitkeringen zijn voor de gemeente Slochteren evenals de kosten voor medewerkers die voor 1 januari 2011 langdurig ziek zijn en mogelijk over twee jaren in aanmerking kunnen komen voor een WGA-uitkering.
Er is tot 1 januari 2016 een verzekering afgesloten voor de medewerkers die na 1 januari 2011 ziek worden en na twee jaren in aanmerking kunnen komen voor een WGA-uitkering. De begeleiding van de medewerkers met een WGA-uitkering valt ook onder de verzekering.
Beheersmaatregel:
Medewerkers die ontslag krijgen, al dan niet met een regeling, hebben in veel gevallen recht op een werkloosheidsuitkering. Slochteren is eigenrisicodrager van de WW wat tot gevolg heeft dat de WW-uitkering, uitbetaald door het UWV, volledig bij de gemeente in rekening wordt gebracht. Beheersmaatregel: Wij hebben ervoor gekozen geen verzekering af te sluiten na kosten / baten analyse.
31
Inspecties/boetes (UWV/ABP, belastingdienst en Arbeidsinspectie) Periodiek wordt Slochteren geconfronteerd met inspecties vanuit het UWV/ABP, de belastingdienst en de Arbeidsinspectie. Gezien de uiterst complexe en voortdurend aan wijzigingen onderhevige regelgeving op dit gebied, is een 100% correcte uitvoering van deze regelgeving nagenoeg uitgesloten. De inspecties gaan derhalve bijna altijd gepaard met diverse verrekeningen en soms een boete. Daarnaast dienen de gebouwen/materialen te voldoen aan de Arbo-wetgeving. Aangezien deze wetgeving ook regelmatig wijzigt staan we soms voor onverwachte maar verplichte uitgaven. Arbeidsongeschiktheid bij burgemeester en wethouders. Op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) heeft een arbeidsongeschikte burgemeester of wethouder recht op doorbetaling van zijn wedde tot zijn aftreden. Vervolgens is er recht op wachtgeld. Een arbeidsongeschikte wachtgeldgerechtigde kan recht doen houden op een verlengde uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Duurt daarna de arbeidsongeschiktheid van de burgemeester/wethouder/wachtgeldgerechtigde voort, dan is er recht op een verlenging van de wedde of de wachtgelduitkering naar verhouding van de mate van arbeidsongeschiktheid tot uiterlijk de pensioengerechtigde leeftijd. Anders dan ambtenaren vallen burgemeesters en wethouders niet onder de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Op grond van de Appa wordt het arbeidsongeschiktheidspercentage van een burgemeester/wethouder/ wachtgeldgerechtigde vastgesteld op basis van het begrip ‘passende arbeid’. De toepassing van dit criterium leidt doorgaans tot de vaststelling van een hoger arbeidsongeschiktheidspercentage. Dit heeft ook gevolgen voor de uitkeringslasten van de gemeente. Deze vallen hoger uit dan bij toepassing van het wettelijke criterium. Beheersmaatregel: Er wordt in overleg met de samenwerkende partnergemeenten nagegaan of hiervoor een verzekering moet worden afgesloten. Wachtgeld gewezen bestuurders (incl. ouderdoms- en nabestaandenpensioen) Wethouders vallen niet onder het pensioenfonds ABP en niet onder de werknemersverzekeringen bij het UWV. Eventuele wachtgeldverplichtingen en het ouderdoms- en nabestaandenpensioen is in 2002 een verzekering afgesloten bij Loyalis. Deze verzekering geldt echter nog niet voor exwethouders die geen 65 jaar zijn en die voor 2002 wethouder waren. ABP/Loyalis zullen naar aller waarschijnlijkheid ook hiervoor een verzekering in het leven roepen. Echter dit laat op zich wachten. Het gaat om nog 1 exwethouder. Beheersmaatregel: Voor gewezen wethouders is een voorziening getroffen van in totaal € 265.000,-. Daarmee is het risico weggenomen. Tijdelijke inhuur / werving- en selectiekosten Sommige functies zijn moeilijker te vervullen. Met name specialistische functies en functies op hbo-niveau of hogere functies. Tot nu toe werd er voornamelijk geadverteerd op regionaal niveau. Wij zullen, afhankelijk van de vacature, meer op landelijk niveau gaan werven of andere wervingsmethoden moeten gaan toepassen om de juiste doelgroep aan te spreken en geschikte kandidaten voor onze organisatie te winnen. Beheersmaatregel: Indien mogelijk intern laten doorstromen en gerichte plaatsing van vacatures zodat de juiste doelgroep wordt aangesproken. Daarnaast werkt de gemeente met Marktplaatsdesk waardoor de kosten van inhuur minder hoog zijn dan voorheen.
32
Kwantificering risico’s Voor het bepalen van de benodigde minimale omvang van het weerstandsvermogen is vervolgens een kwantificering van de risico’s vereist. In onderstaande tabel worden de geïdentificeerde risico’s gekoppeld aan de verwachte schadebedragen. RISICO
INSCHATTING RISICOBEDRAG ( x € 1.000)
Gemeenschappelijke deelnemingen Kanteling WMO Gemeentefonds Bodemverontreiniging Gedecentraliseerde taken Werk en Inkomen Minimabeleid/schuldhulpverlening Reserve grote projecten Grondexploitaties Gemeenschappelijke deelnemingen Planschade Gewaarborgde geldleningen Europese aanbestedingsregels Personele risico Totaal
400 p.m. 350 100 p.m. p.m. p.m. 0 0 p.m. 100 360 100 500 1.910
Afgedekte risico’s Een behoorlijk aantal risico’s hebben we beperkt door bijvoorbeeld het risico te verzekeren dan wel een voorziening of een bestemmingsreserve te vormen. Zoals bijvoorbeeld voor de GR BWR en de reserves grondexploitaties. Daarnaast hanteren we ook andere beheersmaatregelen zoals administratieve organisatie, interne controle. Om risico’s van gemeentelijk bezit (gebouwen, inventaris, wagenpark e.d.) te dekken zijn verzekeringen afgesloten. In de meeste gevallen kunnen de financiële gevolgen van aansprakelijkstellingen worden afgewenteld op de verzekering van de gemeente. In een aantal gevallen is dat niet mogelijk. Bijvoorbeeld als langere tijd nadat een project is afgesloten de gemeente wordt geconfronteerd met zogenaamde gevolgschade welke niet of onvoldoende is gedekt. De schade kan dan oplopen van enkele honderden tot meerdere duizenden euro’s. Gevolgschade kan en wordt zo veel mogelijk worden voorkomen door in contracten duidelijke afspraken hierover vast te leggen. Conclusie
Op basis van de geïdentificeerde risico’s, circa € 1,910 miljoen en de weerstandscapaciteit van € 1,9 miljoen kan worden geconcludeerd dat het weerstandsvermogen van de gemeente Slochteren net toereikend is. Daarbij mogen we er van uit gaan dat het erg onwaarschijnlijk is dat alle risico’s zich daadwerkelijk in één en hetzelfde jaar voordoen.
33
Paragraaf 2 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
Onderhoud kapitaalgoederen In artikel 12 van het BBV is over het onderhoud van kapitaalgoederen het volgende bepaald: 1. De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat tenminste de volgende onderdelen: a. Wegen b. Riolering c. Water d. Groen e. Gebouwen 2. Van de kapitaalgoederen, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegeven: a. Het beleidskader b. De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties c. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting
Inleiding
De gemeente heeft de openbare ruimte in beheer. In die ruimte vindt, met behulp van onze kapitaalgoederen, een groot aantal activiteiten plaats, zoals wonen, werken en recreëren. Al deze kapitaalgoederen dienen onderhouden te worden. Gedurende de levensduur van de kapitaalgoederen is dat een taak die continu budgettaire middelen vraagt.
Wegen
In 2014 wordt het Beheersplan wegen 2014 – 2018 naar verwachting vastgesteld. Het uitgangspunt hierbij is dat de wegen in de gemeente een kwaliteitsniveau moeten hebben dat minimaal gelijk moet zijn aan “Basis” volgens de CROW-systematiek. De belangrijkste beheersaspecten die hierbij een rol spelen zijn de veiligheid, comfort, duurzaamheid en aanzien. Voor de uitvoering van het beleidsplan wordt gebruik gemaakt van een beheersplan. Dit houdt in dat de beheersgegevens conform de door de CROW voorgeschreven richtlijnen uniform zijn vastgelegd en dat de inspecties en planningen in overeenstemming met de richtlijnen van het CROW zijn uitgevoerd en opgesteld. Uit het beheersplan volgt een onderhoudsplanning met een kostenraming voor de komende 5 jaren. Op basis van deze planning kunnen vervolgens onderbouwde keuzes gemaakt worden, waarbij de relatie die er ligt met het GRP (Gemeentelijk Riolerings Plan) een belangrijk punt van aandacht is. Het totale verharde beheerareaal bedraagt ca 162 hectare. Daarnaast hebben we nog circa 34 hectare puin- en zandwegen. Het areaal kan globaal worden onderverdeeld in deonderstaande verhardingstypes: Verhardingstype
Areaal
Asfaltverharding Cementbetonverharding Elementverharding Halfverhard
122 9 31 20
Onverhard Diversen
ha ha ha ha
12 ha 2 ha
Openbare verlichting
De gemeente Slochteren heeft per 1 januari 2012 samen met de provincies Drenthe en Groningen alsmede 26 andere gemeentes het contract voor beheer en onderhoud van de openbare verlichting met Ziut opgezegd. Bovengenoemde partijen zijn gemeenschappelijk bezig met het voorbereiden van een Europese aanbestedingen voor zowel het beheer als het onderhoud van de openbare verlichting. Hierbij wordt het zo geregeld, dat in tegenstelling tot zoals het in het verleden was, de beheerder en diegene die het onderhoud pleegt niet dezelfde partij mag zijn. Medio 2014, zo is de verwachting, zijn de aanbestedingen afgerond en hebben we een nieuwe beheerder en een nieuwe partij die het onderhoud vanaf 2016 pleegt.
Riolering
In 2013 is het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) vastgesteld. Dit staat voor Verbreed Gemeentelijk Rioleringplan. De speerpunten van het vGRP hebben betrekking op:
34
1. Het rechtstreeks afvoeren van hemelwater van “schoon” oppervlak naar het oppervlaktewater. 2. Het doelmatig reduceren van de vuilemissie via overstorten om de waterkwaliteit verder te verbeteren. 3. Het doelmatig beheren van de rioleringsobjecten. 4. Het tijdig inspelen op toekomstige ontwikkelingen om knelpunten in de riolering en de rioleringszorg te voorkomen. Bij de uitvoering van het vGRP zal zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht met het Beheersplan wegen. Door een goede afstemming kan zo efficiënt mogelijk worden omgegaan met de beschikbare middelen. Het aantal rioolaansluitingen bedraagt momenteel ca. 6.500 stuks. Het areaal bestaat uit: Vrijvervalriolering 181 km Drukriolering 15 km Rioolgemalen Randvoorzieningen Kolken 6.000 stuks Water
198 stuks 4 stuks 6.000 stuks
Om het waterbeheer op orde te brengen en om voorbereid te zijn op de toekomst, hebben het rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen in 2003 het Nationaal bestuursakkoord Water ondertekend. In 2005 zijn deze afspraken nader uitgewerkt voor de regio Groningen en Noord en Oost Drenthe in het Regionaal Bestuursakkoord Water. Bovendien is in Europees verband een goede ecologische toestand van het water centraal komen te staan als referentie voor de waterkwaliteit. In het nieuwe Gemeentelijk RioleringPlan (GRP) is water in meegenomen. Daarom wordt deze ook het vGRP genoemd. Dit staat voor Verbreed Gemeentelijk Rioleringplan.
Groen
De uitvoering van het groenbeheer vindt plaats op basis van de plannen in het kader van de vastgestelde Landschaps- en Groenvisie. Deze visie dient als kapstok ten aanzien van landschap en stedelijk groen (kapvergunningenbeleid, monumentale bomen en beheerplannen voor groen, bermen, bomen, watervisie, waterplan). Dit voorziet in een zonering: in kernen een intensief beheer, overwegend traditioneel; in dorpsranden en buitengebieden extensief beheer, overwegend ecologisch/natuurlijk. Het onderhoudsniveau van het traditioneel groen is overwegend basisniveau. Op enkele locaties beneden basisniveau. In het boombeheer is in toenemende mate sprake van achterstallig onderhoud, er kan niet meer worden voldaan aan de wettelijke zorgplichten. De periode van cyclisch snoeien van het laanbomenbestand voldoet niet meer aan de uitgangspunten van de (wettelijke) zorgplichten. Er zijn aanzienlijke achterstanden ontstaan. Met het huidige budget zal het niet lukken achterstanden weg te werken, naar verwachting zal het leiden tot grotere achterstanden.
Gebouwenbeheer
De oppervlaktes die beheerd worden bestaan (bij benadering) uit: Openbaar groen 131 ha waarvan: buitengebied 75 ha wijkgroen 34 ha scholen 1 ha speelterreinen 5 ha sportvelden 20 ha begraafplaatsen 1 ha Bomen 17.000 stuks Bermen 140 ha Per 1 januari 2010 is in het kader van de samenwerking het beheer van de gemeentelijke gebouwen overgedragen aan de gemeente Hoogezand-Sappemeer. De kwaliteitseisen voor de gebouwen zijn ongewijzigd gebleven.
35
Paragraaf 3
Financiering
Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
In artikel 13 van dit besluit is het volgende bepaald ten aanzien: De paragraaf betreffende de financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille.
Inleiding
In deze paragraaf wordt aangegeven hoe de gemeente invulling heeft gegeven aan het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Belangrijk daarbij is de Wet Fido (Wet Financiering Decentrale Overheden) waar onder andere de randvoorwaarden zijn opgenomen inzake het kasgeldlimiet en renterisiconorm.
In artikel 19 van de Financiële Beheersverordening is tevens aangegeven dat bij de begroting en de jaarstukken verslag wordt gedaan van: De kasgeldlimiet De renterisiconorm De rentevisie De rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financierings-functie.
Het aangaan van leningen en het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties zijn alleen toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak. Uitzetting van tijdelijke overtollige middelen dient een prudent karakter te hebben en mag niet gericht zijn op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico’s. Daarbij nemen we de regels in acht die in het BBV, de wet FIDO, de financiële beheersverordening en het treasurystatuut zijn vermeld. Vennootschapsbelasting
Per 1-1-2016 moeten de gemeenten vennootschapsbelasting (vpb) afdragen over alle winstgevende activiteiten waarbij zij niet als overheid optreden. Op deze manier worden de overheidsbedrijven op dezelfde wijze als private partijen aan vennootschapsbelasting onderworpen. Deze wetgeving zal uiterlijk in het daarop volgende belastingjaar in werking treden. Dit betekent concreet dat de wetgeving per 1-1-2015 van kracht is en per 1-1-2016 over 2015 vennootschapsbelasting afgedragen moet worden.
Wet HOF, Schatkistbankieren
De wet HOF (Wet Houdbare Overheidsfinanciën) is per 1 januari 2014 van kracht. Het doel van deze wet is om het begrotingstekort van de overheid binnen de 3% te houden. Ook de lokale overheid draagt bij in het begrotingstekort van de collectieve sector. De wet houdt in dat ook de lokale overheid zich moeten houden aan de Emubegrotingsregels. Als het gezamenlijke begrotingstekort hoger uitvalt, is de kans aanwezig dat er via het gemeentefonds een boete of korting wordt opgelegd. Dit gebeurt ook, voor Nederland als geheel, als er sprake is van een boete vanuit Europa. De gemeente wordt verplicht als decentrale overheid om mee te doen aan het Schatkistbankieren. Dit betekent dat de gemeenten hun overtollig geld weg moeten zetten bij het rijk (ministerie van Financiën) en niet tijdelijk mogen stallen bij de bank. Wel is er sprake van een bepaalde drempel. De hoogte van deze drempel is afhankelijk van de financiële omvang van de begroting. De drempel is vastgesteld op 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal. Het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden laat onder voorwaarden het onderling lenen tussen decentrale overheden toe.
Kasgeldlimiet
Wet FIDO bepaalt, dat de gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal niet de kasgeldlimiet overschrijdt. De kasgeldlimiet stelt een grens aan de korte financiering. Hiermee kan het renterisico op de korte financiering beperkt worden. De kasgeldlimiet wordt berekend als een bepaald percentage van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. Het percentage voor de kasgeldlimiet is 8,5 %.
Renterisiconorm
De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij de herfinanciering. Het renterisico op het begrotingstotaal overschrijdt de renterisiconorm niet (artikel 6, lid 1 Wet FIDO). Conform de wet FIDO wordt de renterisiconorm berekend door een vastgesteld percentage te vermenigvuldigen met het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Op basis van de wet stelt de beoogde renterisiconorm in de kern dat de jaarlijkse verplichte aflossing en renteherzieningen niet meer dan 20% van de begroting mogen
36
bedragen. Het maximum percentage van 20% moet voor de komende vier jaar worden berekend op basis van de begroting voor het komende jaar. De horizon van het begrotingsjaar plus de komende drie jaar komt overeen met de periode van de meerjarenraming.
Overzicht (bedragen x € 1.000,-) 2015
Renterisico per
Financieringsbehoefte
a b c
Renteherziening op vaste schuld o/g Te betalen aflossing Renterisico op vaste schuld (a + b)
d
Renterisiconorm Ruimte onder renterisiconorm (d – c)
2.431 2.431
2016
2.431 2.431
2017
2018
2.431 2.431
2.431 2.431
10.200 10.200 10.200 7.769 7.769 7.769
10.200 7.769
De onderstaande berekening van de financieringsbehoefte geeft een indicatie of het aangaan van vaste geldleningen al dan niet noodzakelijk is in 2015. Of we daadwerkelijk leningen moeten aantrekken hangt af van het tempo van de uitvoering van de lopende exploitatie, nieuwe en lopende investeringen en grondexploitaties. Berekening financieringsbehoefte (in miljoenen): Totaal geïnvesteerd bedrag € 58,6 miljoen Reserves en voorzieningen € 16,1 miljoen Aangetrokken geldleningen € 38,0 miljoen € 54,1 miljoen Financieringstekort € 4,5 miljoen Om het mogelijke tekort van € 4,5 miljoen op te vangen, sluiten we zoveel mogelijk kasgeldleningen af. Dit kan tot een bedrag van maximaal het kasgeldlimiet van ca. € 4,3 miljoen.
Rentevisie
Het rentepercentage op de kapitaalmarkt is, bij het opmaken van deze begroting, nog steeds laag. Het voorspellen van de ontwikkeling van de rente is moeilijk. Het rentepercentage wordt door vele factoren beïnvloed. Voor de begroting 2015 en de meerjarenbegroting zijn de volgende uitgangspunten gebruikt met betrekking tot de rentepercentages: Voor het aantrekken van langlopende geldleningen wordt rekening gehouden met een percentage van 4%. Medio augustus 2014 was de rente van langlopende lening circa 2,3 %. Het percentage is mede afhankelijk van de looptijd maar ook van de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt en de economische ontwikkelingen. Voor het aantrekken van kortlopende geldleningen (korter als één jaar) wordt rekening gehouden met 2%. Voor het toerekenen van rentekosten aan activa (investeringen en grondexploitatie) wordt rekening gehouden met een percentage van 3,5%. Voor het berekenen van bespaarde rente (zie overzicht reserves en voorzieningen) wordt ook een rentepercentage van 3,5% gehanteerd.
37
Paragraaf 4
Bedrijfsvoering
Organisatie
Met het oog op de bezuinigingen zijn we steeds meer genoodzaakt kritisch te kijken naar de organisatie en de middelen. Ook zijn we kritisch als het gaat om nieuw op te pakken zaken. We streven ernaar om een goed niveau van de gemeentelijke dienstverlening te behouden, gericht op samenwerking met ruimte voor eigen initiatieven. Vertrouwen op de kracht van mensen vraagt een afgestemde inzet en aanpak vanuit de organisatie. Het moet duidelijk zijn wat we wel en niet meer doen en waar de grenzen liggen. Gezamenlijk werken we aan de toekomst van het Land van Slochteren waarbij het motto ‘een 9 is mooi, maar een 6 is vaak goed genoeg’ met name wordt gehanteerd. Wanneer er lege plekken ontstaan in de organisatie, als gevolg van het vertrek van medewerkers, wordt intern gekeken naar andere mogelijkheden. Aangezien we weten welke kwaliteiten onze eigen medewerkers in huis hebben, wordt zoveel als mogelijk de plek intern weer ingevuld. Waarbij we soms ‘Op z’n Slochters’ het op een andere manier organiseren of regelmatig iets extra’s doen.
Digitalisering
Een verdere investering in de digitalisering stellen we voorlopig uit. Wat we hebben is goed en kan nog verder uitgebouwd worden. Daarbij kijken we kritisch wat we nog zelf als Slochteren oppakken of dat het beter is dat met onze partners te doen.
Financieel gezond Om de komende jaren financieel gezond te blijven is het uitgangspunt een sluitend meerjarenperspectief. Dit zal niet eenvoudig zijn, minder geld van het rijk maar de uitgaven stijgen wel zonder dat we er invloed op hebben. Voor een sluitende begroting in 2015 en de volgende jaren moeten de uitgaven flink omlaag. Nieuw beleid, waarvan niet zeker is dat het houdbaar is na de herindeling, zullen we niet meer ontwikkelen. Alleen als het echt noodzakelijk is om iets nu al op te pakken, gaan we er nog mee aan de slag. Op activiteiten die we in de komende jaren op een lager niveau uit kunnen voeren zonder ernstige nadelige effecten op de inwoners, moeten we zoveel mogelijk bezuinigen. Onze prioriteit ligt nu bij de herindeling. Die operatie vraagt veel inzet van mensen en middelen. Dit kan betekenen dat de uitvoering van reguliere taken wat minder wordt. Daarbij kijken we ook kritisch naar versobering in de bedrijfsvoering. Daarbij past ook dat we kijken hoe we nog extra inkomsten kunnen realiseren. Dat kan door derde partijen huisvestingen faciliteiten te bieden in gemeentelijke gebouwen en hiervoor een marktconforme prijs te vragen. Ook zien we kansen om vanuit onze professionaliteit en deskundigheid diensten te verlenen aan andere partijen, eveneens met een marktconforme prijsstelling. Daarnaast onderzoeken we ook of er in de bedrijfsvoering van IBOR besparingen mogelijk zijn. Ons streven is jaarlijks in totaal € 77.500 aan extra inkomsten te genereren. Samenwerking
De samenwerking met de gemeenten Hoogezand-Sappemeer en Menterwolde wordt verder geïntensiveerd. Door de samenwerking tussen de drie gemeenten zijn de organisaties in staat om mens en materieel efficiënt en effectief in te zetten. Het beheer van de openbare ruimte in de gemeente Menterwolde wordt met ingang van 2015 door de IBOR verzorgd. Voor een aantal organisatieonderdelen wordt dit jaar onderzocht of deze ook in de samenwerking kunnen worden opgenomen zoals op het gebied van Documentair Informatie Voorziening (DIV).
Communicatie
De gemeentelijke website is de basis voor de externe digitale communicatie, alles wordt via de website en social media gecommuniceerd. Voor de verdere doorontwikkeling van www.slochteren.nl is doorlopend aandacht. Speciale aandacht is er voor de corperate communicatie, waarbij we nadrukkelijker en vaker naar buiten treden om de Slochter successen uit te dragen en te laten zien waar we trots op zijn.
Resultaatgericht werken
In 2015 gaat de organisatie door met het resultaat gericht werken. Een middel hiervoor zijn de A3 jaarplannen. Hierin staan de speerpunten van de organisatie, tot welk resultaat dit moet leiden en welke acties ondernomen moeten worden om dit te bereiken.
Planning en controlcyclus
Ook in de verantwoording van het college aan de raad, staat het verhaal achter de cijfers op de eerste plaats. We gaan periodiek het gesprek voeren tussen college en raad in de vorm
38
van een mondelinge burap. We vinden het beter om op deze manier de complexe werkelijkheid te laten zien, dan deze te verstoppen achter beleidsjargon en prestatie indicatoren. Op die manier is het voor onze inwoners ook beter te begrijpen.
39
Paragraaf 5
Verbonden partijen
BBV
In dit besluit is over verbonden partijen het volgende bepaald: Artikel 15: 1. De paragraaf betreffende de verbonden partijen bevat tenminste: a. b. c.
de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen; de lijst van verbonden partijen.
2. In de lijst van verbonden partijen wordt ten minste de volgende informatie opgenomen: a. b. c. d. e. Inleiding
Belang raad
De naam en de vestigingsplaats; Het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt; De veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente onderscheidenlijk provincie in de verbonden partij heeft; Het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; het resultaat van de verbonden partij.
De gemeente Slochteren heeft bestuurlijke en financiële belangen in zogenaamde verbonden partijen. Deze partijen voeren beleid uit voor de gemeente onder bestuurlijke, beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheid van de gemeente. Vanwege deze belangen is het gewenst dat in de begroting aandacht wordt besteed aan derderechtspersonen, waarmee de gemeente een band heeft. Voor de begrotingsparagraaf is het criterium daarvoor gelegd bij de vraag of de gemeente bij die partijen een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Het gaat dan concreet om deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan; het hebben van een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij en/of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. voor
de Een gemeente kan grotendeels zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of juist die uitvoering te regelen via een gemeenschappelijke regeling met een aantal regiogemeenten. Maar vaak zijn ook andere oplossingen mogelijk, zoals bijvoorbeeld het verstrekken van een subsidie aan een private stichting. Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De gemeente zal steeds moeten afwegen welke aanpak de beste garantie geeft dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeente voor ogen staat en op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk en financieel toezicht heeft in het uitvoeren van een taak.
Welke verbonden Hieronder wordt ingegaan op de gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en partijen stichtingen waarin de gemeente Slochteren participeert. Bij elk van de verbonden partijen is daarbij het te behartigen openbaar belang en het financieel belang weergegeven. Ten aanzien van de vertegenwoordigingen in de verbonden partijen is uitgegaan van de situatie na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014.
40
a. Gemeenschappelijke regelingen: 1. Gemeenschappelijke regeling Bedrijvenpark Rengers Goedgekeurd bij besluit van G.S. van de provincie Groningen van 27 juni 1995, nummer 95/7569/26, WB. Vestigingsplaats is Slochteren. Lid: N.H.R. Stok, M.H. Paapst, E.J.K. Offereins Plv lid: J.J. Boersma, J. Buurke, C.M. Ridderbos-Hovingh Doel: Bedrijvenpark Rengers heeft tot doel het bevorderen van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid rond het stedelijk knooppunt Groningen door middel van het gezamenlijk ontwikkelen en exploiteren van een kwalitatief hoogwaardig en uit financieel-economisch oogpunt aanvaardbaar intergemeentelijk bedrijvenpark, een en ander conform de profilering gegeven in de structuurvisie voor het bedrijvenpark. Financieel belang: In de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat enig batig, dan wel nadelig saldo ponds –pondsgewijs wordt verdeeld over de drie deelnemende gemeenten. 2. Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Afvalstoffenverwijdering Oost- en Zuidoost Groningen (SOZOG) Goedgekeurd bij besluit van G.S. van de provincie Groningen van 17 september 1986, nummer 12.082, afd. MZ. Vestigingsplaats is Veendam. Lid: N.H.R. Stok Plv lid: M. Goeree Doel: Het samenwerkingsverband heeft tot doel te komen tot een doelmatige en vanuit een oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van verwijdering van afvalstoffen binnen het samenwerkingsgebied overeenkomstig het bij of krachtens de Afvalstoffenwet bepaalde. Financieel belang: de gemeentelijke bijdrage voor 2015 bedraagt € 0. 3. Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Groningen Inwerkingtreding per 1 januari 2014, raadsbesluit d.d. 18 september 2014. Vestigingsplaats is Groningen. Lid: G.J. ten Brink Doel: De regeling stelt zich ten doel om door regeling en bestuur en door een doelmatige organisatie en coördinatie via intergemeentelijke samenwerking uitvoering te geven aan de behartiging van de volgende belangen: a. brandweerzorg; b. geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; c. rampenbestrijding en crisisbeheersing; d. bevolkingszorg; e. melding, alarmering en coördinatie ambulancezorg en brandweer Financieel belang: De gemeentelijke bijdrage voor 2015 bedraagt: € 817.000. 4. Gemeenschappelijke regeling voor het grensoverschrijdend openbaar lichaam Eems Dollard Regio (EDR) Opgericht in 1977, raadsbesluit tot toetreding 16 december 1996. Vestigingsplaats is Leer (Duitsland). Lid: G.J. ten Brink, G.H. Renkema Doel: De Eems Dollard Regio heeft als doel de regionale grensoverschrijdende samenwerking van haar deelnemers te bevorderen, te ondersteunen en te coördineren.
41
Financieel belang: De gemeentelijke bijdrage voor 2015 bedraagt € 2.200. 5. Gemeenschappelijke regeling Garantievoorziening voormalige Bestuursacademie Noord-Nederland De gemeenschappelijke regeling is aangegaan en goedgekeurd bij Koninklijk Besluit d.d. 22 december 1989, nr. 89.03.15.83. Lid: G.J. ten Brink Plv lid: C.C.W. van den Akker Doel: Het betreft een gemeenschappelijke regeling waaraan de provincies Groningen, Friesland en Drenthe, 69 gemeenten uit deze provincie en 13 waterschappen deelnemen. Vanaf oktober 2002 is de gemeenschappelijke regeling BANN uitsluitend bedoeld als garantievoorziening voormalige BANN. Dit als gevolg van de fusie tussen de BANN en de BAON (bestuursacademie Oost-Nederland). De fusie heeft geleid tot een stichting BAONN. De vereniging BAONN staat voor de steunvereniging Bestuursacademie Oost- en Noord-Nederland. De vereniging heeft ten doel zich in te zetten voor het doen verzorgen van gekwalificeerd bestuursdienstonderwijs. Daarnaast is er nog de stichting BAONN. Deze stichting staat voor de stichting die is ontstaan na de fusie tussen de bestuursacademie Noord en Oost. De bestuursacademie Oost was al langer geprivatiseerd; de bestuursacademie Noord is medio 2002 eveneens door deze fusie een private onderneming geworden. De stichting heeft ten doel het instandhouden van een academie ter opleiding en vorming tot de openbare bestuursdienst en de belangenbehartiging van deze academie. 6. Gemeenschappelijke regeling ten behoeve van het geven en verkrijgen van speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, aan en voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden, en voor moeilijk lerende kinderen. Besluit tot wijziging en opnieuw vaststellen van de gemeenschappelijke regeling raadsbesluit d.d. 21 mei 1990. Vestigingsplaats is HoogezandSappemeer. Doel: Het geven en verkrijgen van speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs aan en voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden, en voor moeilijk lerende kinderen in overeenstemming met de daarvoor van overheidswege gegeven en nog te geven voorschriften onder toezicht van de betreffende rijksorganen, in twee scholen, gevestigd te HoogezandSappemeer en tot het gemeenschappelijk dragen van bepaalde daaraan verbonden kosten. Financieel belang: De gemeentelijke bijdrage voor 2015 bedraagt € 0,-. 7. Gemeenschappelijke Regeling Meerstad Inwerkingtreding per 1 juli 2009, raadsbesluit van 29 januari 2009. Lid: M. Goeree, N.H.R. Stok, D.H.G.M. Schrör, G.H. Akkerman-Ritsema, N. Joostens, G.H. Renkema, A.L.R. Nieveen, F. Bos, J. van der Meer-Dijkstra Plv lid: J.J. Boersma, M.M. Klaver, A.F. Woortman Doel: deze regeling heeft als doel om door intergemeentelijke samenwerking en door een doelmatige organisatie, coördinatie en overdracht van taken uitvoering te geven aan de ontwikkeling, inrichting, realisatie en het (tijdelijk) beheer van de publiekrechtelijke taken van de deelnemende gemeenten voor de ontwikkeling van Meerstad. Financieel belang: de GR Meerstad wordt voor 65% bekostigd door de gemeente Slochteren en voor 35% door de gemeente Groningen. De bijdrage vanuit de gemeente Slochteren voor het jaar 2015 is € 147.550,-.
42
9. Gemeenschappelijk regeling Bedrijf voor Werk en Reïntegratie (GR BWR) Inwerkingtreding per 1 januari 2010, raadsbesluit van 17 december 2009, 42D. De GR BWR is in de plaats gekomen van Trio. Lid: J.J. Boersma, N.H.R. Stok Doel: Het bevorderen en uitvoeren van activiteiten welke gericht zijn op het creëren, bevorderen of in stand houden van werkgelegenheid ten behoeve van natuurlijke personen die een afstand hebben tot de (reguliere) arbeidsmarkt. Financieel Belang: De gemeentelijke bijdrage voor 2015 is € 200.000,-. 10. Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen Inwerkingtreding per 11 juni 2013, raadsbesluit van 1 november 2012. Lid: N.H.R. Stok Doel: De Omgevingsdienst Groningen is ingesteld om vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavingstaken op het gebied van het omgevingsdomein voor de deelnemers te gaan uitvoeren, waarmee de deelnemers de kwaliteit van de uitvoering van de taken willen verbeteren. Financieel Belang: De gemeentelijke bijdrage voor 2015 is € 100.600,-. 11. Gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheidszorg Inwerkingtreding per 1 januari 2014, raadsbesluit d.d. 18 september 2014. Vestigingsplaats is Groningen. Lid: M. Goeree Doel: De regeling stelt zich ten doel om door regeling en bestuur en door een doelmatige organisatie en coördinatie via intergemeentelijke samenwerking uitvoering te geven aan de behartiging van de volgende belangen: a. Bescherming en bevordering van de gezondheid van de bevolking; b. Rampenbestrijding en crisisbeheersing; c. (doen) organiseren van zorg aan de bevolking; Financieel Belang: De gemeentelijke bijdrage voor 2015 is: Gezondheidszorg: € 215.300,-. Jeugdgezondheidszorg: € 218.200,-. b.
Deelnemingen 1. Energiebedrijf Essent In 2009 is het productie-, handels- en leveringsbedrijf van Essent verkocht. De andere delen van de oorspronkelijke houdstermaatschappij zijn afgesplitst en blijven in handen van de oorspronkelijke rechthebbers. Daardoor heeft de gemeente Slochteren aandelen gekregen van onderstaande rechtspersonen. Enexis Holding NV. Doel: Het distribueren en transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en warm water en alles wat de wet toestaat als netwerkbeheerder. Financieel belang : Voor € 7.000,- aandelen Eigen vermogen per 01-01-2013 € 3.244 miljoen Eigen vermogen per 31-12-2013 € 3.370 miljoen Vreemd vermogen per 01-01-2013 € 3.779 miljoen Vreemd vermogen per 31-12-2013 € 2.895 miljoen Geraamde resultaat begrotingsjaar: € 200 miljoen
43
Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV: Doel: 50% deelname in de NV Elektriciteits Productiemaatschappij ZuidNederland (o.a. centrale Borssele) Ontwikkelingen: In 2011 heeft PBE haar belang in EPZ (Borssele) verkocht aan RWE. Binnen PBE is nog een zeer beperkt kapitaal achtergebleven voor de definitieve afwikkeling van de verkoop. Financieel belang: Voor € 1,- aandelen. Eigen vermogen per 01-01-2013 € 1,6 miljoen Eigen vermogen per 31-12-2013 € 1,6 miljoen Vreemd vermogen per 01-01-2013 € 154.916,Vreemd vermogen per 31-12-2013 € 111.272,Geraamde resultaat begrotingsjaar: € 5.000,- verlies Daarnaast is een aandeel in een aantal BV’s die dienen ter zekerheid van mogelijke claims, voortvloeiende uit de verkooptransactie of rechtshandelingen van voor de verkoop. Het gaat om de volgende BV’s:
Verkoop Vennootschap BV: Doel : Beheer van gegeven garanties ten opzichte van RWE en het beheer van het garantiebedrag dat in depot is gehouden. Omdat onduidelijk is in hoeverre er daadwerkelijk een beroep op het vermogen van de Verkoop Vennootschap BV wordt gedaan, is er voor hetzelfde bedrag een voorziening (Vordering Verkoop Vennootschap) in het leven geroepen. Jaarlijks wordt bekeken of een deel van deze voorziening vrij kan vallen. Ontwikkelingen: In 2011 is een eerste deel afgerekend. Voor de gemeente Slochteren betrof dit ca. € 85.000,-. Financieel belang: Voor € 5 aandelen en ca. € 105.000,- voorziening. Eigen vermogen per 01-01-2013 € 415.9 miljoen Eigen vermogen per 31-12-2013 € 347.3 miljoen Vreemd vermogen per 01-01-2013 € 416.365,Vreemd vermogen per 31-12-2013 € 827.539,Geraamde resultaat begrotingsjaar: Naar verwachting wordt de vennootschap eind 2015 (wellicht begin 2016) geliquideerd en valt een positief liquidatiesaldo vrij aan de aandeelhouders. Cross Border Leases BV (CBL BV): Doel : Medebeheerder van het CBL-fonds. Ontwikkelingen: Alle CBL’s zijn inmiddels beëindigd. In het fonds zit nog een klein bedrag voor de afwikkeling van advieskosten. Dit wordt waarschijnlijk in 2012 afgerekend. Financieel belang: Voor € 5,- aandelen Eigen vermogen per 01-01-2013 $ 129 miljoen Eigen vermogen per 31-12-2013 $ 9,88 miljoen Vreemd vermogen per 01-01-2013 $ 9,9 miljoen Vreemd vermogen per 31-12-2013 $ 103.732 Geraamde resultaat begrotingsjaar: Naar verwachting wordt de vennootschap eind 2015 (wellicht begin 2016) geliquideerd en valt een positief liquidatiesaldo vrij aan de aandeelhouders. Vordering op Enexis BV: Doel: Het beheer van leningen aan Enexis Holding BV. Financieel belang: In 2012 is conform planning een lening afgelost. Voor € 5,aandelen (nominaal). Eigen vermogen per 01-01-2013 € 94.168,Eigen vermogen per 31-12-2013 € 82.250,Vreemd vermogen per 01-01-2013 € 1,367 miljoen Vreemd vermogen per 31-12-2013 € 862 miljoen Geraamde resultaat begrotingsjaar: € 10.000,- verlies
44
CSV Amsterdam B.V. (voorheen Claim Staat Vennootschap B.V.): Doel: Het gezamenlijk procederen tegen de Staat inzake splitsings-wetgeving. Ontwikkelingen: De Staat is in cassatie gegaan. Het is nog niet te zeggen wanneer er een definitieve uitspraak komt. Financieel belang: Voor € 5,- aandelen (nominaal) en eventueel een te ontvangen schadevergoeding. Eigen vermogen per 01-01-2013 € 66.482,Eigen vermogen per 31-12-2013 € 52.387,Vreemd vermogen per 01-01-2013 € 1.785,Vreemd vermogen per 31-12-2013 € 12.484,Geraamde resultaat begrotingsjaar: € 3 miljoen verlies 2. N.V. Waterbedrijf Groningen Lid: N.H.R. Stok Plv.lid: J.J. Boersma Doel: De vennootschap heeft ten doel de voorziening van haar verzorgingsgebied met drinkwater en water voor andere doeleinden alsmede het verrichten van al hetgeen tot een en ander behoort of daaraan bevorderlijk kan zijn. De vennootschap neemt bij haar extern en intern functioneren in acht de voorschriften die zijn of worden gesteld in de haar van overheidswege verstrekte of te verstrekken vergunning(en) en concessie(s). Financieel belang: de gemeente is in het bezit van 7 aandelen op basis van inwonertal. 3. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Vestigingsplaats is Den Haag Doel: De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijke belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Financieel belang: aantal aandelen à € 2,50,-. De gemeente Slochteren is in het bezit van 20.124 aandelen (€ 50.310,-) Eigen vermogen per 01-01-2013 Eigen vermogen per 31-12-2013 Vreemd vermogen per 01-01-2013 Vreemd vermogen per 31-12-2013 Nettowinst in 2012 bedroeg Nettowinst in 2013 bedroeg c.
€ 2.752 miljoen € 3.430 miljoen € 139.443 miljoen € 127.721 miljoen € 332 miljoen € 282 miljoen
Stichtingen 1. Stichting Exploitatie Maatschappij Golfbaan Duurswold Vestigingsplaats is Slochteren. Het bestuur van de Stichting wordt gevormd door de gemeente Slochteren, Geveke Ontwikkeling en de Golfclub. Doel: Het aanleggen, de exploitatie en het onderhoud van een golfbaan in Steendam en voorts al hetgeen met een en ander verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Financieel belang: De Stichting heeft de golfbaan aangelegd met een garantie (€ 1,8 miljoen) van de gemeente en de gemeente is eigenaar van een groot deel van de ondergrond van de golfbaan. In geval de Stichting niet aan de verplichtingen kan voldoen is er een contragarantie van € 1,8 miljoen van één
45
van de andere bestuursleden richting de gemeente. Ontwikkelingen: De golfbaan is geopend in 2011. De aanleg van de baan met aanloopverliezen heeft uiteindelijk meer gekost dan het door de gemeente gegarandeerde bedrag. Voor deze meerkosten heeft de Stichting een lening afgesloten met één van de overige deelnemers in de Stichting.
46
Paragraaf 6
Grondbeleid
Overzicht complexen
De woningmarkt is de afgelopen jaren sterk veranderd van een aanbodmarkt naar een vraagmarkt. Met uitzondering van het gebied rond Meerstad en Harkstede worden woningen en bouwkavels in onze gemeente niet eenvoudig verkocht. Om in te kunnen spelen op de gevolgen van de veranderende marktomstandigheden in de woningbouw is zijn alle grondexploitaties van de gemeente gebundeld in een Meerjaren Prognose Grondexploitaties (MPG). In de MPG is een overzicht opgenomen van alle woningbouwopgaven uit het woonplan. Bij de uitvoering van de plannen die zijn beschreven in de MPG is het woonplan leidend. Uit de MPG 2014 is gebleken, dat een aanvulling op het woonplan noodzakelijk was. De uitkomsten uit de aanvulling op het woonplan worden in 2015 verwerkt in de grondexploitaties. Een belangrijk doel van de MPG is ook de mogelijkheid om alle financiële risico’s in 1 overzicht te kunnen vergelijken met de beschikbare reserves. Voor risico’s in de grondexploitatie is de algemene reserve grondexploitaties (ARG) gevormd. Door een jarenlange stagnatie in de grondverkopen en onttrekkingen aan de reserve is de hoogte van de ARG onder druk komen te staan. Met de huidige reserve van € 560.841,- kunnen de minimale risico’s nog worden afgedekt. Ons beleid is er op gericht de grondexploitaties zo te optimaliseren dat de reserve van € 560.841,- niet behoeft te worden verhoogd. . Overzicht investeringen in 2015 Investeringen Omschrijving complex /opbrengsten MPG 2015 X €1.000,In exploitatie Meeroevers 2 investeringen opbrengsten De Weerterij investeringen opbrengsten PPS Siddeburen investeringen opbrengsten Molenstreek investeringen opbrengsten Korenmolenweg investeringen opbrengsten Borgmeren 3a investeringen opbrengsten Slochterhaven investeringen opbrengsten
21 532 55 24 122 55 146 263 19 206 829 916 375 254
Niet in exploitatie Kalverkampen 2 Edzersweg Slochterveldweg Voormalige gemeentewerf
Meeroevers 2
Investeringen 18 15 7 1
In 2015 is geraamd dat de laatste kavels in Meeroevers 2 worden verkocht. Daarmee is Meeroevers 2 in 2015 afgerond.
47
De Weerterij
De Weerterij wordt ontwikkeld door SWS. De gemeente en SWS hebben voor de ontwikkeling een exploitatieovereenkomst gesloten. In de exploitatieovereenkomst is opgenomen dat vanuit de opstalexploitatie door de SWS de bovenwijkse en buitenplanse kostenbijdragen worden voldaan.
PPS Siddeburen
In de planning voor 2015 is opgenomen de afronding van de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de verbinding vanaf de Hoofdweg naar de Reint Dijkemaweg. Dit is het laatste onderdeel van het project. In 2015 is in het project de opbrengst geraamd die voortkomt uit de bovenplanse bijdragen van derden ontwikkelaars in Siddeburen.
De Molenstreek
De eerste 10 kavels aan de Verlengde Veenlaan (projectnaam ‘Molenstreek’ ) zijn in 2013 bouwrijp opgeleverd. In 2014 is een besluit genomen over hoe om te gaan met de toekomst van het project. Wij gaan er van uit dat met deze eind 2014 genomen besluiten de geraamde verkoopopbrengsten zoals die zijn opgenomen in de MPG 2015 kunnen worden gerealiseerd
Korenmolenweg
In 2015 is de verkoop van het laatste bedrijventerrein opgenomen. De opgenomen kosten zijn voor tijdelijk beheer en verkooppromotie.
Borgmeren 3a
De onteigeningsprocedure voor de gronden van ten behoeve van de aanleg van Eilandrijk Borgmeren 3a is 2014 afgerond. In de begroting 2015 zijn de investeringsbedragen opgenomen uit de MPG.
Slochterhaven
De kernopgaven voor het centrumgebied van Slochteren zijn het verbeteren van het erfgoeden havenplein en het invullen van de locatie oude gemeentewerf, zoals vastgelegd in het masterplan voor het centrumgebied. In 2014 is gestart met de herinrichting van het erfgoedplein. Deze werkzaamheden worden in 2015 afgerond. In 2015 wordt een start gemaakt met de herinrichting van het gebied rond de haven.
Kalverkampen 2
In 2014 heeft de gemeenteraad besloten om door te gaan met Kalverkampen II, met als randvoorwaarde dat we alleen investeren als er ook daadwerkelijk zicht is op verkoop. We kiezen dus voor een sterk gefaseerde ontwikkeling op basis van actuele vraag. Deze aanpak vereist een flexibel (globaal) planologisch kader. Hiernaast is het is van groot belang om goede (proces)afspraken met onder andere de grondeigenaar en met aspirant-kopers te maken. In 2015 zijn deze afspraken uitgewerkt en wordt een globaal bestemmingsplan samen met een exploitatieopzet ter besluitvorming aan uw raad aangeboden. De voorbereidingskosten worden voor 2015 geschat op € 18.450,-.
48
Paragraaf 7
Lokale Heffingen
Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
In artikel 10 van het BBV is het opstellen van een paragraaf betreffende de lokale Heffingen verplicht en dient in ieder geval te bevatten: a. de geraamde inkomsten; b. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; c. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; d. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid
Inleiding
De lokale heffingen zijn een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de verschillende geheven belastingen en heffingen. In 2012 is de Nota Lokale Heffingen 2013-2014 door u vastgesteld. In deze nota zijn de beleidsuitgangspunten voor de lokale heffingen beschreven. De nota Lokale Heffingen wordt in 2014 vernieuwd. De nota van 2012 was maar voor 2 jaren van toepassing omdat dit te maken had met de samenwerking met HS.
Overzicht van de lokale heffingen
Onderstaande tabel verschaft inzicht in de raming en realisatie van de opbrengsten uit de lokale heffingen. Uit de tabel blijkt dat het merendeel van de heffingsinkomsten bestaat uit de onroerende zaakbelasting, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Omschrijving
2013
2014
2015
realisatie
raming
raming
Onroerende zaakbelasting
2.609.459
2.610.000
2.683.000
Afvalstoffenheffing
1.477.373
1.446.891
1.513.733
Rioolheffing
1.514.231
1.538.425
1.548.634
Toeristenbelasting
43.560
41.500
41.500
Begrafenisrechten
0
0
0
575.489
655.931
644.731
6.220.112
6.292.747
6.431.598
Leges
Toeristenbelasting wordt geheven over het aantal overnachtingen in het voorgaande jaar. Dus belastingen geheven in 2015 heeft betrekking op het jaar 2014. Conform het raadsbesluit van 10 november 2011 wordt in het kader van de perspectiefwissel (tot en met 2015) voor het jaar 2015 rekening gehouden met een tariefstijging van € 0,05 per persoon per overnachting. Daarmee komt het tarief uit op € 0,95 per persoon per overnachting. Onroerende zaakbelasting
Conform de perspectiefwissel wordt er voor het jaar 2015 naast de reguliere opbrengststijging van 1,5% rekening gehouden met een extra omzetstijging van 2 %. De negen gemeenten in het gebied waar het effect van de gaswinning het grootste is, participeren in een werkgroep die het effect van de gaswinning en de aardbevingen op de waarde van het onroerend goed in dit gebied objectief in beeld moet brengen.
Afvalstoffenheffing
De kosten van de afvalinzameling en –verwerking worden in rekening gebracht doormiddel van de afvalstoffenheffing. Deze kosten zijn inclusief BTW. Gemeente Slochteren kent als tariefdifferentiatie een één- en meerpersoonstarief.
49
Hieronder treft u een overzicht aan van de uitgaven en de inkomsten met betrekking tot afval. AFVALSTOFFENHEFFING
2015
Overige goederen en diensten
850.475
BTW
178.600
Kapitaallasten
22.713
Organisatiekosten
539.675
Kwijtschelding
33.000
TOTALE LASTEN
1.624.463
inzet voorziening afval
10.000
Vergoeding verrichte diensten
92.050
Afvalstoffenheffing
1.513.733
TOTALE BATEN
1.615.783
De afvalstoffenheffing is nagenoeg kostendekkend opgenomen in de begroting 2015. Er is een klein verschil van € 8.680,-. Dit verschil zit in het saldo van de begroting 2015. Rioolheffing
Gemeente Slochteren heft de rioolheffing van de eigenaar van het object. Het tarief is een vast bedrag per direct of indirecte aansluiting op het gemeentelijke riool of een door de gemeente beschikbaar gestelde IBA. De opbrengst dient ter dekking van de kosten van de afvoer van afvalwater, hemelwater en het in stand houden van het gemeentelijke rioleringsstelsel. Hieronder treft u de uitgaven en inkomsten aan met betrekking tot rioolheffing: RIOOLHEFFFING
2015
Energie
60.300
Overige goederen en diensten
283.850
BTW
59.430
Kapitaallasten
816.896
Organisatiekosten
456.311
TOTALE LASTEN
1.676.787
voorziening riool
126.653
Vergoeding verrichte diensten Rioolheffing TOTALE BATEN
Leges
1.500 1.548.634 1.676.787
Met het oog op overzichtelijkheid zijn gelijksoortige diensten gegroepeerd in een vijftal hoofdgroepen namelijk: burgerlijke stand, bouw gerelateerde vergunningen, reisdocumenten, rijbewijzen en overige loketfuncties. Onderdeel Burgerlijke stand
2013
2014
2015
realisatie
raming
raming
32.931
49.000
35.000
377.651
443.431
443.431
Reisdocumenten
79.139
60.000
65.000
Rijbewijzen
28.582
46.000
46.000
Overige loketfuncties
57.186
57.500
55.300
575.489
655.931
644.731
Bouw gerelateerde vergunningen
50
Tarieven
In de onderstaand overzicht zijn de afzonderlijke tarieven van de diverse belastingen opgenomen van 2013 tot en met 2015 weergegeven. Omschrijving Onroerende zaakbelastingen: ozb eigenaren woning ozb eigenaren niet-woning ozb gebruiker niet-woning
Tarief 2013 Tarief 2014 Tarief 2015 Nnb is 0,1210% 0,1300% afhankelijk 0,1598% 0,1724% van de 0,1288% 0,1390% waardeontwikkeling
Stijgings% In de begroting is rekening gehouden met een omzetstijging van 3,5%
Afvalstoffenheffing: éénpersoonshuishouden meerpersoonshuishouden
€ 210,00 € 233,00
€ 205,00 € 228,00
€ 213,00 € 237,00
3,9 % 3,9 %
Rioolheffing Gemeentelijke IBA’s
€ 229,00 € 149,00
€ 229,00 € 149,00
€ 234,00 € 152,00
2% 2%
51
Paragraaf 8
Bestuur
Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
De paragraaf bestuur is niet verplicht in het kader van het BBV. Deze paragraaf beschrijft de relevante ontwikkelingen in de uitvoering van het lokaal bestuur. Daarbij gaat het om he samenspel tussen samenleving, raad, college en organisatie. Hoe werken we samen aan de kwaliteit van de lokale gemeenschap, vanuit de verschillende rollen en verantwoordelijkheden. Daarmee hebben we het ook over de bestuursstijl.
Vormgeving van Wat we in de komende drie jaar doen zien we als bouwstenen voor de nieuwe, grotere het lokaal bestuur gemeente. Al weten we nog niet zeker hoe deze gemeente er uit gaat zien, we gaan er van uit dat op 1 januari 2018 de huidige gemeente Slochteren opgaat in een groter geheel. Dit toekomstperspectief heeft invloed op wat we de komende vier jaar nog willen doen, maar vooral op de manier waarop we dat gaan doen. Daarbij gaat het over de verhouding tussen gemeente en gemeenschap. Door een andere verhouding tussen de gemeente als overheid en de gemeenschap van verantwoordelijke inwoners, bereiden we ons voor op een toekomst in een gemeente die een veel grotere schaal heeft, met dorpen die veel meer ruimte hebben om hun lokale gemeenschap op hun eigen manier in te richten. Dat past bij de toegenomen behoefte van mensen om samen met anderen verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar en voor hun omgeving. Gemeentelijke herindeling is daarmee geen doel op zich en geen autonome ontwikkeling. De dubbele beweging, zowel schaalverkleining als schaalvergroting die we in de hele samenleving zien, doet zich ook voor in overheidsdienstverlening en lokaal bestuur. Als mensen in hun eigen omgeving iets organiseren, werkt dat het beste omdat ze elkaar kennen en vertrouwen. Maar voor zaken die een burger digitaal met de overheid wil regelen, maakt het niet uit waar die overheid zit en maakt een grotere schaal digitale dienstverlening beter en goedkoper. Deze beweging naar multischaligheid zullen we in de komende jaren ook in Slochteren zien en komt tot uitdrukking in een veranderende bestuursstijl. Het mooie is dat onze Toekomstvisie, het land van Slochteren 2020, daarbij onze leidraad blijft. Onze uitgangspunten, vertrouwen in de kracht van mensen en in de lokale samenleving, hebben hun waarde behouden en passen nu nog meer in de tijdgeest. Daarom willen we meer ruimte geven, ruimte voor eigen keuzes en eigen verantwoordelijkheid. Die ruimte is er voor de inwoners, om met elkaar te bepalen hoe ze hun sociale en ruimtelijke omgeving in willen richten. Op dat gebied zullen we in de komende jaren meer durven experimenteren, de grenzen opzoeken en onze invloed aanwenden om andere overheden te bewegen die ruimte ook te geven.
Speerpunten
In 2015 zien we twee ontwikkelingen die bepalend zullen zijn voor de bestuurlijke agenda: 1. De gemeentelijke herindeling. We gaan er daarbij van uit dat na een korte interventie van de provincie in het najaar van 2014 ook de gemeenten in het Oostelijk deel van de provincie met elkaar de regie nemen om tot een nieuwe bestuurlijke indeling van Oostelijk Groningen te komen. Met onze partners in de nieuwe gemeente zullen we in 2015 het formele herindelingstraject ingaan. Parallel aan het formele traject geven we inhoudelijk vorm aan de nieuwe gemeente. Colleges en raden gaan samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties de visie op de nieuwe gemeente ontwikkelen. Vanuit deze visie gaan we bouwen aan de nieuwe bestuurlijke en ambtelijke organisatie. 2. De decentralisaties. Op 1 januari 2015 krijgen gemeenten meer en grotere taken in het sociaal domein. Naast de overgang van verantwoordelijkheden, de transitie is er ook de transformatie, de overgang naar nieuwe vormen van ondersteuning en zorg. Om de inhoudelijke transformatie te laten slagen, is ook een andere vorm van besturing nodig. In het sociaal domein geven de grote decentralisaties meer ruimte voor professionals en inwoners om samen af te spreken welke vormen van ondersteuning, passend zijn om de eigen kracht van inwoners en hun directe omgeving meer aan te spreken en met een steuntje in de rug zelfstandig verder te kunnen. We doen dat in de wetenschap dat ongeluk evenzeer als geluk nu eenmaal bij het leven hoort, dat rampspoed niet altijd te voorkomen valt maar
52
dat we samen, individu en gemeenschap er voor zullen zorgen dat mensen niet tussen wal en schip vallen. Daarom geven we ruimte aan de professionals in het sociaal domein om zelfstandig en professioneel te handelen. Bij ruimte geven hoort ook verantwoorden, achteraf. Niet over de procedures, productiecijfers en protocollen, maar om te laten zien hoe de professional zijn vakkennis samen met de cliënt, heeft ingezet om de zelfstandigheid en zelfredzaamheid te vergroten, maximaal gebruik makend van de mogelijkheden in de directe omgeving. In de decentralisaties hebben we er voor gekozen om zowel in het beleid als in de uitvoering nauw samen te werken met Hoogezand-Sappemeer en Menterwolde. Omdat we al werken op de schaal van de nieuwe gemeente kunnen we in de periode tot 2018 anticiperen op de gemeentelijke herindeling. De transitie en transformatie in het sociaal domein werken ook door in een andere vormgeving van de planning en controlcyclus. Hoe geven raad en college invulling aan hun rollen en verantwoordelijkheden en welke nieuwe instrumenten helpen daarbij? Vertrekpunt daarbij is de opbrengst van de studiedag van raad en college over de vormgeving van de planning en controlcyclus in de huidige raadsperiode. Op basis van deze uitkomst hebben we in het collegeprogramma verder uitgewerkt hoe we onze prestaties helder en inzichtelijk willen verantwoorden naar de raad. Onderdelen hiervan zijn de mondelinge presentatie door collegeleden van de begroting en de mondelinge rapportage door portefeuillehouders over de stand van zaken in de realisatie van het collegeprogramma. Deze concepten zullen we voor 2015 verder uitwerken en voorleggen aan de raad. Bestuursstijl
De bestuursstijl waar we in het licht van deze ontwikkelingen voor kiezen is die van de dappere overheid. Omdat we vertrouwen geven, risico’s nemen, experimenten niet uit de weg gaan. Dapper is ook helder zijn in onze keuzes en nee durven zeggen. Als we zeggen: het is niet aan ons, het is aan jullie, dan bemoeien we ons ook niet meer met de manier waarop het gebeurt. Dan geven we ruimte. We geven ruimte, maar daar verwachten we ook iets voor terug. We vragen mensen om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen situatie, voor hun naasten en voor hun omgeving, dat ze aanpakken wat ze zelf of met anderen voor elkaar kunnen krijgen. Van het college en de gemeentelijke organisatie mogen onze inwoners verwachten dat we ons ook actief inzetten voor het oplossen van een probleem, het verbeteren van een situatie. We hoeven er als gemeente niet altijd meer over te gaan. Sterker nog, het gaat er niet om dat we er over gaan, wat telt is wat we kunnen bijdragen. Samen met anderen de dingen aan te pakken, ook als ze moeilijk zijn en een standaard aanpak niet helpt.
53
Paragraaf 9
Interbestuurlijk toezicht
Inleiding
Op 1 oktober 2012 is de Wet revitalisering generiek toezicht in werking getreden. Volgens de Memorie van Toelichting is deze wet in het leven geroepen om het interbestuurlijk toezicht te vereenvoudigen en meer uit te gaan van onderling vertrouwen tussen de toezichthouder (lees: provincie Groningen) en de onder toezicht gestelde (lees: gemeente Slochteren). Dit is in de provincie Groningen gebaseerd op de volgende uitgangspunten: 1. Het provinciaal toezicht kan alleen betrekking hebben op de uitvoering van de wettelijke taken. Toezicht heeft geen betrekking op het politiek (on)gewenst handelen van de gemeente. 2. De provincie zou niet meer moeten willen weten dan dat de gemeenteraad behoort te weten. 3. Het houden van toezicht houdt niet in het werk van elkaar over te doen. Het toezicht dient risico gestuurd vorm gegeven te worden, waarbij de aandacht vooral gefocust zal zijn op de grootste risico’s (ernst maal gevolg) welke gebaseerd zijn op risicoanalyses en ervaringen. 4. In geval van medebewindstaken gaat provincie uit van een adequate taakuitoefening door het college van burgemeester en wethouders en de controle daarop vanuit de gemeenteraad. 5. Het resultaat van bovenstaande uitgangspunten is dat de benodigde toezichtinformatie in principe te vinden is in de horizontale verantwoording. Het accent ligt op de volgende gebieden, te weten financiën, huisvesting statushouders, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo), Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro), archief, monumenten en archeologie.
Wat gaat goed
Uit de rapportage in de jaarrekening over 2013 blijkt dat we het op de volgende terreinen goed hebben gedaan: Financiën Wabo Huisvesting statushouders Op deze terreinen verwachten we het ook in 2015 goed te doen zonder dat daar verdere maatregelen voor nodig zijn. Dit geldt ook voor het terrein van monumenten en archeologie. Hierover zullen we daarom niets melden in deze begroting. We melden alleen de eventuele verbeteracties.
Wat kan beter
Uit de rapportage over 2013 blijkt dat we op de volgende terreinen (nog) geen ‘goed’ konden noteren: Wro archief Ruimtelijke Ordening Waaraan moet de gemeente voldoen? Het interbestuurlijk toezicht op het terrein van de ruimtelijke ordening gaat nadrukkelijk niet over het toezicht op de naleving van de provinciale omgevingsverordening. Hier wordt niet (achteraf) op toegezien in het kader van het IBT, maar via de provinciale toezichtmogelijkheden op grond van de Wro en het Bro (overleg, zienswijze, reactieve aanwijzing of beroep). Bestemmingsplan en beheersverordening: Voor het gehele grondgebied gelden actuele en aangepaste plannen/verordeningen en gelijktijdig met de jaarrekening is het jaarverslag uitvoering Wro-taken aan de raad aangeboden en aan GS gestuurd.
54
Toezicht en handhaving: - voor 1 januari is het jaarlijkse programma voor toezicht en handhaving in het kader van de Wro aan de raad aangeboden en aan GS gestuurd. - gelijktijdig met de jaarrekening is het jaarverslag toezicht en handhaving in het kader van de Wro aan de raad aangeboden en aan GS gestuurd. Wat zijn onze verbeterpunten? Wij hebben het meeste goed op orde. We hadden alleen niet voor het gehele grondgebied actuele en geldende bestemmingsplannen vastgesteld. In 2014 zijn de laatste bestemmingsplannen in Meerstad en Slochteren kern in procedure gebracht. Hiermee is eind 2014 het volledige bestemmingsplanbestand jonger dan 10 jaar, waarmee we ons dan als resultaat goed kunnen geven. Dit betekent dat wij voor 2015 voor de WRO geen verbeteracties hoeven op te pakken. Archief Waaraan moet de gemeente voldoen? 1) er is een werkend kwaliteitssysteem voor het beheer van archiefbescheiden 2) archiefbescheiden worden in goede, geordende en toegankelijke staat gebracht 3) archiefbescheiden worden tijdig vernietigd of overgebracht/openbaar gemaakt 4) er is een duurzame en adequate beheer- en bewaaromgeving. Wat zijn onze verbeterpunten? We voldoen alleen nog niet geheel aan het criterium van een werkend kwaliteitssysteem voor het beheer van archiefbescheiden. Hierin worden de volgende verbeteracties opgepakt. digitalisering van analoge collecties archiefbescheiden met administratief actuele en waardevolle informatie, die plaats- en tijdonafhankelijk moeten worden geraadpleegd, zoals bijvoorbeeld cliëntendossiers W&I, WMO, personeelsdossiers, WABO-dossiers, etc. organisatie breed digitaal en zaakgericht werken in gaan voeren, waarbij de digitale informatiestroom het enige kanaal is. het verkrijgen van toestemming tot substitutie, te starten met het opstellen van een handboek digitale vervanging archiefbescheiden. Het plaats- en tijdonafhankelijk werken mogelijk maken. Deze trajecten worden opgepakt in nauwe samenwerking en afstemming met onze samenwerkingspartners, te weten de gemeenten H-S en Menterwolde, met als doel te komen tot één applicatie, één handboek digitale vervanging, één visie op het plaats- en tijdonafhankelijk werken, etc. De overige kwaliteitseisen hebben wij goed op orde.
55
Paragraaf 10
Financiële paragraaf decentralisaties
Inleiding
De financiële middelen voor de taken en verantwoordelijkheden op het terrein van de maatschappelijke ondersteuning, jeugd en participatie, die per 1 januari 2015 naar de gemeenten zullen gaan, worden aan de gemeenten beschikbaar gesteld via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Over de rechtmatige besteding van de middelen legt het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijkheid af aan de gemeenteraad. De gemeenten leggen weer verantwoording af aan het Rijk in het informatiesysteem Iv3 (Informatie voor Derden). Het rijk gaat er van uit dat de gemeenten de hiervoor toegekende middelen uit het gemeentefonds ok daadwerkelijk besteden aan alle taken die in de Jeugdwet en de Wmo 2015 aan gemeenten zijn toegekend, en de taak voor gemeenten om de WSW uit te voeren en participatievoorzieningen aan te bieden. Daarbinnen kunnen gemeenten eigen keuzes maken. In de begroting worden de middelen (die ontschot binnenkomen) uitgesplitst over de 3 decentralisaties in bestaande en nieuwe producten in de begrotingen van de gemeenten. Deze uitsplitsing van de uitgaven wordt gemaakt om te kunnen sturen op de uitgaven en om de ontwikkelingen van de uitgaven te kunnen monitoren. De vaststelling van de middelen voor de 3 decentralisaties in de programmabegroting is een bevoegdheid van de raad. De uitvoering en besteding van de budgetten (producten) is een bevoegdheid van het college. Omdat gemeenten de bevoegdheid hebben om binnen de begroting eigen keuzes te maken, is door de raad besloten dat het mogelijk is voor het college om ook te kunnen schuiven tussen de programma’s waar de 3 decentralisaties zijn geraamd, dit om aan het karakter van ontschotting vorm te geven. Dit kan het geval zijn als vooraf bepaalde budgetten niet blijken te passen bij de feitelijke kosten. Hiervan zal de raad middels rapportages van in kennis worden gesteld en een evaluatie ontvangen. We kiezen daarbij aanvullend op de reguliere rapportagemomenten voor 2 extra rapportages. Gezien het karakter van het eerste jaar van de decentralisaties en de risico’s zal monitoring moeten plaatsvinden, In de uitvoering zal een sturingsmethodiek moeten worden opgezet die tijdig signaleert waar in het proces afwijkingen plaatsvinden en waar acties plaats moeten vinden daar waar nodig, zowel inhoudelijk als financieel.
Uitgangspunten voor de financiën
•
Uitgaven zijn gebaseerd op beleidsmatige keuzes in het jaarplan en het uitvoeringsplan. Wat betreft de middelen voor de Jeugdwet en de Wmo zijn deze onder meer bepaald door het transitiearrangement en continuïteitsarrangement. Het continuïteitsarrangement heeft als doel continuïteit in 2015 te waarborgen van zorg voor cliënten die per 31 december 2014 in zorg zijn of een indicatie hebben voor de zorg (wachtlijst), daarnaast continuïteit van de zorginfrastructuur in 2015 voor cliënten die deze zorg nodig hebben. Wij sluiten aan bij de gezamenlijke aanpak van 22 gemeenten (alle Groninger gemeenten, exclusief Bellingwedde) in de provincie Groningen om een traject in te zetten om met de (huidige) aanbieders van begeleiding afspraken te gaan maken over continuïteit van zorg in 2015. Vanaf december 2013 is een provinciale ambtelijke projectgroep werkzaam, die binnen het bepaalde kader invulling geeft aan de gemeentelijke opdracht om in samenspraak met de (huidige) zorgaanbieders van begeleiding te komen tot afspraken voor continuïteit van zorg in 2015.
56
•
De uitgaven worden in totaliteit budgetneutraal geraamd, dat wil zeggen dat er aan uitgaven niet meer is geraamd dan inkomsten. Daarnaast komt nog een deel van de middelen uit het gemeentefonds, de uitgaven die hier tegenover staan worden op de bestaande manier geraamd in de begroting.
•
Om de uitgaven van de 3 decentralisaties op een eenduidige manier te presenteren en te monitoren, is gekozen voor een gelijke en een eenduidige opzet. Deze opzet kan in piramidevorm worden weergegeven. Voor deze vorm is gekozen omdat de aard van de decentralisatie er vanuit gaat dat de investering in de basiszorg en – ondersteuning, preventie en eigen kracht (in de 0e en 1e lijn) minder uitgaven met zich meebrengt dan dure 2e lijns specialistische zorg. Door te investeren aan de voorkant in de vorm van basiszorg, preventie en zelfredzaamheid van burgers, voorkomen we dure specialistische zorg. In de huidige kostenstructuur staan de piramides (qua uitgavenstructuur) andersom doordat de meeste kosten aan de curatieve kant zitten, het doel is om deze piramide uiteindelijk qua inzet en kosten om te draaien:
Door de uitgaven op deze manier te begroten en te presenteren kunnen we de uitgaven op dezelfde manier monitoren en bewaken en kunnen we de ontwikkelingen hierin ook (vergelijkbaar) plaatsen in de tijd. Een van de risico’s is namelijk dat als we als gemeenten de dure curatieve/specialistische zorg en ondersteuning blijven houden het stelsel onbetaalbaar wordt in relatie tot de inkomsten (rijksbijdragen). Uitgangspunt is dat we in het inzetten van zorg en ondersteuning kiezen voor de goedkoopste inzet met het meeste resultaat. We volgen hierbij de inzet vanuit de piramidestructuur van beneden naar boven, dat wil zeggen: eerst inzet in de basiszorg en ondersteuning (bijvoorbeeld het aanbieden van werk als dat mogelijk is) boven de inzet van flexibele zorg en ondersteuning (zoals begeleiding) en dan pas inzet van specialistische zorg en ondersteuning (zoals een uitkering). Dit geldt voor alle 3 decentralisaties. Uiteraard is het maatwerk om te beoordelen welke inzet noodzakelijk is (ook afhankelijk van de doelgroep). Dit zal in de uitwerking richting de uitvoering als uitgangspunt worden meegenomen.
57
Financiën
Totaal inkomsten
€ 6.912.600
Uitgaven nieuwe taken WMO Uitgaven Jeugdzorg Uitgaven Participatiewet Totaal uitgaven
€ 1.605.600 € 3.179.600 € 2.127.400 € 6.912.600
58
Hoofdstuk 4
Budgetautorisatie
Budgetautorisatie Op bijgaand overzicht treft u de budgetten per begrotingsprogramma aan. Elk programma is onderverdeeld naar de lasten en baten. Het overzicht toont de bedragen die de raad per programma beschikbaar stelt aan het college. Het college is per programma geautoriseerd om de bedragen te besteden. De bestuursrapportage en de jaarrekening zullen gebaseerd zijn op de geautoriseerde bedragen per programma.
59
Rekening houdende met het meerjarenperspectief 2015 – 2018 ziet het resultaat van de (meerjaren)begroting 2015 – 2018 er als volgt uit:
Het resultaat na bestemming zal, overeenkomstig de meerjarenbegroting 2015 -2018, worden toegevoegd aan of uit de saldireserve worden opgenomen.
60
Het resultaat van de beheersbegroting 2015 heeft de volgende lasten en baten per product: 2015
Product 26. brandweer 27. veiligheid TOTAAL programma 1 14. openbaar onderwijs (tm 2014) TOTAAL programma 2 11. kinderen 13. lokaal onderwijs 14. openbaar onderwijs (miv 2015) 22. sport 23. Multifunctionele centra TOTAAL programma 3 7. opvang nieuwkomers 8. individuele voorzieningen 9. gezondheidszorg 10. jeugd 12. algemene voorzieningen 24. recreatie en toerisme 25. kunst en cultuur 30 informatie en advies 31. leefbaarheid 32. mantelzorg en vrijwilligers 33. financiële ondersteuning TOTAAL programma 4 4. inkomen 5. werk 6. economische zaken TOTAAL programma 5 15. groenbeheer 16. infrastructuur 17. afval 18. riool en openbare hygiene 19 milieu (t/m 2014) 41. Groenbeheer HS 42. Infrastructuur HS 43. Afval HS 44. Riool en openbare hygiene HS 45. Groenbeheer MW 46. Infrastructuur MW 47. Afval MW 48. Riool en openbare hygiene MW TOTAAL programma 6 19 milieu (m.i.v. 2015) 20. bouwen en wonen 21 ruimtelijke plannen TOTAAL programma 7 1. bestuursorganen raad 2. bestuursorganen college 3. bevolking 28 financiering en algemene dekkingsmiddelen. 50 beschikking reserves TOTAAL programma 8 TOTAAL
Lasten
Baten
Saldo
1.032.570 295.054 1.327.624
2.500 0 2.500
1.030.070 295.054 1.325.124
0 376.000 1.835.088 41.915 907.655 1.035.695 4.196.353 123.413 3.272.801 360.553 3.751.438 417.453 123.071 696.553 144.915 256.850 95.521 171.068 9.413.636 3.711.540 2.593.398 195.761 6.500.699 1.118.149 2.515.540 1.619.990 1.718.303
0 112.800 84.000 12.500 214.676 915.399 1.339.375 0 280.000 0 10.800 0 510 70.200 0 0 0 0 361.510 3.174.037 325.000 15.021 3.514.058 20.389 19.410 1.615.783 1.679.787
0 263.200 1.751.088 29.415 692.979 120.296 2.856.978 123.413 2.992.801 360.553 3.740.638 417.453 122.561 626.353 144.915 256.850 95.521 171.068 9.052.126 537.503 2.268.398 180.740 2.986.641 1.097.760 2.496.130 4.207 38.516
2.861.359 2.861.359 2.093.654 2.093.654 3.278.377 3.278.377 1.806.121 1.806.121 727.898 727.898 1.123.626 1.123.626 1.744.047 1.744.047 280.860 280.860 20.887.924 17.251.311 610.610 3.450 472.705 733.369 4.021.649 2.558.105 5.365.628 3.034.260 276.334 0 1.288.043 2.060 729.243 233.000 946.449 24.316.960
0 0 0 0 0 0 0 0 3.636.613 607.160 260.664 1.463.544 2.331.368 276.334 1.285.983 496.243 -23.370.511
455.111 1.422.884 -967.773 3.695.180 25.974.904 -22.279.724 51.387.044 51.477.918
61
-90.874
Hoofdstuk 5
Bijlagen
62
Kerngegevens 2015 begroting 2015
A. Sociale structuur
begroting 2014
rekening 2013
15.530 610 2.522 9.665 2.733
15.623 641 2.651 9.904 2.427
15.548 612 2.561 9.664 2.711
205
237
215
15.877
15.877
15.877
830
830
737
6.793 6.479 140 174
6.727 6.413 140 174
6.662 6.348 140 174
276.000
276.000
276.000
Lengte waterwegen
38.980
38.980
39.980
Aantal ha openbaar groen waarvan: Wijkgroen Speelterreinen Buitengebieden Bermen Sportvelden Begraafplaatsen Scholen Aantal bomen
131 34 5 70 140 20 1 1 17.000
131 34 5 70 140 20 1 1 17.200
131 34 5 70 140 20 1 1 17.200
C. Financiële structuur (in bedragen per inwoner) Aantal inwoners Gewone uitgaven Kapitaaluitgaven Opbrengst OZB Algemene uitkering gemeentefonds Vaste schuld per 31-12 Boekwaarde geactiveerde kapitaaluitgaven Eigen financieringsmiddelen
15.530 3.309 313 179 837 2.453 3.777 1.038
15.623 2.882 324 167 928 2.056 3.648 1.260
15.548 2.360 344 168 894 2.072 3.620 1.185
Aantal inwoners waarvan: Van 0 - 3 jaar Van 4 - 16 jaar Van 17 - 64 jaar Van 65 jaar en ouder Aantal cliënten in de Wet werk en bijstand (WIJ, BBZ, IOAW en IOAZ) B. Fysieke structuur Oppervlakte gemeente waarvan: Binnenwater Aantal woonruimten waarvan: woningen recreatiewoningen bijzondere woongebouwen
Lengte in m1 van de gemeentelijke wegen:
63
Meerjarenperspectief 2015 - 2018 Omschrijving
2015
2016
2017
2018
90.874
90.874
90.874
90.874
Totaal vervangingsinvesteringen 2015 - 2018 Totaal overige ontwikkelingen 2015 - 2018
-182.500 -121.550
-172.500 -89.825
-179.906 -178.650
-178.637 -314.475
Subtotaal
-213.176
-171.451
-267.682
-402.238
229.000
463.000
583.000
229.000
463.000
583.000
Resultaat beheersbegroting 2015 voordeel/nadeel
Overige 'inkomsten' Vrijval kapitaallasten
Subtotaal
0
TOTAAL
-213.176
57.549
195.318
180.762
Meerjarenperspectief 2015 - 2018 Omschrijving
2015
Resultaat beheersbegroting 2015 voordeel/nadeel
2016
2017
2018
90.874
90.874
90.874
90.874
Vrijval kapitaallasten Meerjarenraming: structureel Totaal structureel
0 -227.500 -136.626
229.000 -309.000 10.874
463.000 -295.231 258.643
583.000 -264.550 409.324
Meerjarenraming: incidenteel
-76.550
46.675
-63.325
-228.562
Totaal incidenteel
-76.550
46.675
-63.325
-228.562
-213.176
57.549
195.318
180.762
TOTAAL
64
MEERJARENBEGROTING 2015 - 2018 Omschrijving rentepercentage 3,5% Structureel/ 0,035 Incidenteel
Jaarlasten bedrag Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel afschr. bedrag investering 2017 2018 termijn afschr. 2015 2015 2016
2016
2017
2018
0
0
0
0
1.550
2.325 -25.000
2.325 -50.000
2.325 -75.000
Programma 1
Totaal vervangingsinvesteringen
RIEC Noord Bijdrage Veiligheidsregio Groningen
I I
Totaal overige ontwikkelingen
0
0
0
0
1.550
-22.675
-47.675
-72.675
Totaal Veiligheid
0
0
0
0
1.550
-22.675
-47.675
-72.675
TOTAAL PROGRAMMA 1
0
0
0
0
1.550
-22.675
-47.675
-72.675
65
MEERJARENBEGROTING 2015 - 2018 rentepercentage 3,5%
Omschrijving Structureel/ 0,035 Incidenteel
Jaarlasten bedrag Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel afschr. investering 2015 2016 2017 2018 termijn
bedrag afschr.
2015
2016
2017
2018
Programma 3 Calamiteitenbudget gebouwenonderhoud
I
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
Tijdelijke schoolvoorziening Meerstad inzet reserve Meerstad
I I
210.000 -210.000
199.000 -199.000
50.000 -50.000
50.000 -50.000
210.000 -210.000
199.000 -199.000
50.000 -50.000
50.000 -50.000
Gymnastiekvervoer Inzet reserve Meerstad
I I
5.000 -5000
5.000 -5000
5.000 -5000
5.000 -5.000
5.000 -5.000
5.000 -5.000
5000
5000
5000
5000
5.000
5.000
5.000
5.000
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal Onderhoud gemeenschapsvoorzieningen
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
TOTAAL PROGRAMMA 3
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
Totaal vervangingsinvesteringen
Totaal overige ontwikkelingen
66
MEERJARENBEGROTING 2015 - 2018 Omschrijving Structureel/ rentepercentage 3,5% 0,035 Incidenteel
Jaarlasten bedrag Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel afschr. bedrag 2018 termijn afschr. 2015 2017 2016 investering 2015
2016
2017
2018
0
0
0
0
Programma 4
Totaal vervangingsinvesteringen
Schrijnende gevallen Inzet res.overlopende posten (3 Ds)
I I
50.000 -50.000
Waarderingssubsidie Leefbaarheidssubsidie Inzet res. Innovatiefonds
I I I
3.000 20.000 -23.000
3.000 20.000 -23.000
3.000 20.000 -23.000
3.000 20.000 -23.000
3.000 20.000 -23.000
3.000 20.000 -23.000
3.000 20.000 -23.000
3.000 20.000 -23.000
Totaal overige ontwikkelingen
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal Maatschappelijke activering
0
0
0
0
0
0
0
0
TOTAAL PROGRAMMA 4
0
0
0
0
0
0
0
0
67
50.000 -50.000
MEERJARENBEGROTING 2015 - 2018 Omschrijving Structureel/ rentepercentage 3,5% 0,035 Incidenteel
Jaarlasten bedrag Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel afschr. bedrag 2018 termijn afschr. 2015 investering 2015 2016 2017
2016
2017
2018
0
0
0
0
Programma 5
Totaal vervangingsinvesteringen GR BWR/uitvoeringsorg.WRI
S
200.000 180.000 160.000 140.000
Totaal overige ontwikkelingen
0
0
0
0
200.000 180.000 160.000 140.000
Totaal Werk en Inkomen
0
0
0
0
200.000 180.000 160.000 140.000
TOTAAL PROGRAMMA 5
0
0
0
0
200.000 180.000 160.000 140.000
68
MEERJARENBEGROTING 2015 - 2018 rentepercentage 3,5%
Omschrijving Structureel/ 0,035 Incidenteel
bedrag Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel afschr. investering 2015 2016 2017 2018 termijn
Jaarlasten bedrag afschr. 2015
2016
2017
2018
Programma 6 Uitvoering beleidsplan openbare verlichting Uitbreiding en vervanging
S
75.000
32
2.344
Rioolvervanging (vGRP) H. Siccamalaan Costerijweg Blaauwslaan Meidoornlaan Middenstraat Vloedweg Kerklaan Siddeburen Korte Akkers Verlengde Molenlaan Molenlaan Singeldwersstraat Singellaan Lougpadje Noorderholt Koningsakkers Bredelaan De Omloop Samenwerking in de Waterketen Rioolheffing
S S S S S S S S S S S S S S I S S S S
116.655 102.507 124.224 118.549 68.820 98.243 133.381 27.827 117.458 125.506 19.766 147.834 102.416 70.659
40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40
Annuiteit Annuiteit Annuiteit Annuiteit Annuiteit Annuiteit Annuiteit Annuiteit Annuiteit Annuiteit Annuiteit Annuiteit Annuiteit Annuiteit
Wegen Calamiteitenbudget wegen
S
u u u u
5.463 4.800 5.817 5.551 u u u u u
5.463 4.800 5.817 5.551 3.223 4.600 6.246 1.303 5.500 u u u u u
19.225 -19.225
19.225 -40.856
19.225 -61.728
5.463 4.800 5.817 5.551 3.223 4.600 6.246 1.303 5.500 5.877 926 6.923 4.796 3.309 8.237 u u 19.225 -91.795
U 0
8.500 8.500
8.325 8.325
8.237 124.018 27.827 19.225
I
Reconstructie weg Slochterdiep - afkoop NAM
u
40 Annuiteit 40 Annuiteit
50.000
50.000
500.000 400.000 100.000
Totaal vervangingsinvesteringen
20 50.000
69
0
0
8.237
5.000 50.000
MEERJARENBEGROTING 2015 - 2018 rentepercentage 3,5%
Fietspad Tjuchem-Meedhuizen - gem.Delfzijl - provincie Groningen - dorpen
Omschrijving Structureel/ 0,035 Incidenteel
S
S
bedrag Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel afschr. investering 2015 2016 2017 2018 termijn
350.000 100.000 100.000 50.000 100.000
20
Jaarlasten bedrag afschr. 2015
5.000
2016
2017
2018
U
8.500
8.325
8.150
0
0
0
0
0
8.500
8.325
8.150
Totaal beheer openbare ruimte
50.000
0
0
8.237
50.000
8.500
16.825
16.475
TOTAAL PROGRAMMA 6
50.000
0
0
8.237
50.000
8.500
16.825
16.475
Totaal overige ontwikkelingen
70
MEERJARENBEGROTING 2015 - 2018 Omschrijving rentepercentage 3,5% Structureel/ 0,035 Incidenteel
Jaarlasten bedrag Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel afschr. bedrag investering 2015 2016 2017 2018 termijn afschr. 2015
2016
2017
2018
0
0
0
0
10.000 -10.000
10.000 -10.000
10.000 -10.000
10.000 -10.000
Programma 7
Totaal vervangingsinvesteringen overdracht openb.gebied Meerstad Dekking reserve Meerstad
I I
Totaal overige ontwikkelingen
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting
0
0
0
0
0
0
0
0
TOTAAL PROGRAMMA 7
0
0
0
0
0
0
0
0
71
MEERJARENBEGROTING 2015 - 2018 Omschrijving rentepercentage 3,5% Structureel/ 0,035 Incidenteel
Jaarlasten bedrag Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel afschr. bedrag investering 2015 2016 2017 2018 termijn afschr. 2015
2016
2017
2018
0
0
0
0
Programma 8
Totaal vervangingsinvesteringen
Verkiezingen prov.staten/watersch Gemeentefonds
I
15.000
I
15.000
-95.000 -80.000
-34.000 -42.000 -76.000
101.000 -43.000 58.000
283.000 -44.000 239.000
-95.000 -80.000
-34.000 -42.000 -76.000
101.000 -43.000 58.000
283.000 -44.000 239.000
Totaal Lokale lasten en algemene dekkingsmiddelen
-80.000
-76.000
58.000
239.000
-80.000
-76.000
58.000
239.000
TOTAAL PROGRAMMA 8
-80.000
-76.000
58.000
239.000
-80.000
-76.000
58.000
239.000
OZB Totaal overige ontwikkelingen
S
72
MEERJARENBEGROTING 2015 - 2018 rentepercentage 3,5%
Omschrijving Structureel/ 0,035 Incidenteel
bedrag Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel afschr. investering 2015 2016 2017 2018 termijn
Jaarlasten bedrag afschr. 2015
2016
2017
2018
5.000
5.000
5.000
5.000
200.000
200.000
200.000
200.000
Kostenplaatsen Gemeentehuis - Dependance - Gemeentewerf Calamiteitenbudget onderhoud
I
5.000
5.000
5.000
5000
Personeel en organisatie Salarisstijging (cao-verhoging)
S
EVC/EVP trajecten
I
39.000
39.000
Dekking res. overlopende posten GG
I
-39.000
-39.000
Taakstelling bedrijfsvoering (o.a. verhuur, dienstverlening aan derden) Tractie Kst.verv.tractiemiddelen (zie vlgnd blad) Kst.verv.tractiemiddelen (zie vlgnd blad)
S
-77.500
-77.500
-77.500
-77.500
S I
0 0
40.000 0
38.906 0
37.812 0
127.500
167.500
166.406
165.312
Totaal vervangingsinvesteringen
Totaal overige ontwikkelingen
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal Kostenplaatsen
0
0
0
0
127.500
167.500
166.406
165.312
TOTAAL KOSTENPLAATSEN
0
0
0
0
127.500
167.500
166.406
165.312
73
MEERJARENBEGROTING 2015 - 2018 rentepercentage 3,5%
Omschrijving Structureel/ 0,035 Incidenteel
bedrag Incidenteel Incidenteel Incidenteel Incidenteel afschr. investering 2015 2016 2017 2018 termijn
Jaarlasten bedrag afschr. 2015
2016
2017
2018
U
40.000
38.906
37.812
0
40.000
38.906
37.812
Tractie Deutz tractor incl. maai/zuigcombinatie
S
250.000
8
Totaal vervangingsinvesteringen
31.250
Totaal overige ontwikkelingen
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal Tractie
0
0
0
0
0
40.000
38.906
37.812
TOTAAL TRACTIE
0
0
0
0
0
40.000
38.906
37.812
74
Overzicht Reserves en voorzieningen 2015 2015
Vermeerderingen
2015
Verminderingen
2015
Boekwaarde
Rente bij- Toevoeg-
Ontvangen
Overige
Ten gunste van
Ten gunste van
Vrij
1-1-2015
schrijving ingen 3,5%
subsidies
Ontvangsten
exploitatie
andere reserves
gevallen
Aanwending
Boekwaarde 31-12-2015 =1-1-2016
Rente 3,5%
Algemene reserves Saldi- reserve
1.839.752
0
0
1.839.752
0
Bestemmingsreserves Algemene reserve Grondexploitaties Reserve Grote projecten Reserve Meerstad Egalisatiereserve riool Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Reserve overlopende posten Reserve accommodatiefonds Reserve BUIG Reserve frictiekosten perspectiefwiss Innovatiereserve Reserve Grenzeloos Gunnen Totaal bestemmingsreserves
560.841 7.318.274 2.827.750 877.686 10.000 188.723 91.459 0 0 56.232 82.100 12.013.065
0 256.140 98.971 0
Totaal reserves
13.852.817
Voorzieningen Voorz. Korenmolenweg Voorz. compl. PPS Siddeburen Voorziening dub.debiteuren Debiteuren Wet Werk en bijstand Vord. Verk.Vennootschap (Essent) Voorz.GR Bedrijf voor Werk en Reïnt Voorz. Slochterhaven Voorz. Meeroevers Voorz. Gewezen Wethouders Totaal voorzieningen Totaal Generaal
0
0
0
213.176
100.000
213.176
100.000
0
1.526.576
64.391
0
1.526.576
64.391
19.629 256.140 98.971 30.719 350 6.605 3.201 0 0 1.968 2.874 420.457
0
83.000 39.000 1.702.029
0
0
0
560.841 6.563.364 2.485.200 877.686 10.000 113.723 0 0 0 73.232 43.100 10.727.146
0
1.915.205
100.000
0
0
12.253.722
484.849
4.294 4.977 3.592 9.167 3.670 19.756 22.503 1.879 9.302 79.139 563.988
1.011.049 441.521
0 0 0 0 0
75.000 91.459
100.000
355.111
100.000
0
355.111
100.000
0
122.675 142.200 102.622 261.906 104.865 564.452 642.944 53.675 265.784 2.261.123
0
0
0
0
0
0
0
0
122.675 142.200 102.622 261.906 104.865 564.452 642.944 53.675 265.784 2.261.123
16.113.940
355.111
100.000
0
0
1.915.205
100.000
0
0
14.514.846
75
Ontwikkeling reserves en voorzieningen 2015 - 2018 saldo per
saldo per
saldo per
saldo per
1-1-2015
1-1-2016
1-1-2017
1-1-2018
Saldi- reserve.
1.839.752
1.526.576
1.584.125
1.779.443
Totaal algemene reserves
1.839.752
1.526.576
1.584.125
1.779.443
Bestemmingsreserves Algemene reserve Grondexploitaties 560.841 560.841 Reserve Grote projecten 7.318.274 6.563.364 Reserve Meerstad 2.827.750 2.485.200 Egalisatiereserve riool 877.686 877.686 Egalisatiereserve afvalstoffenheffing 10.000 10.000 Reserve overlopende posten 188.723 113.723 Reserve accommodatiefonds 91.459 0 Innovatiereserve 56.232 73.232 Reserve Grenzeloos Gunnen 82.100 43.100 Totaal bestemmingsreserves 12.013.065 10.727.146
560.841 5.839.850 2.123.650 877.686 10.000 88.723 0 50.232 43.100 9.594.082
560.841 5.083.196 1.911.100 877.686 10.000 88.723 0 27.232 43.100 8.601.878
Omschrijving Algemene reserves 9000000
9130032 9130023 9130027 9130029 9130036 9130030 9130033 9130037 9130038
Totaal reserves
9500008 9500004 9500009 9500010 9501003 9501002 9501003 9500005 9500007
Voorzieningen Voorz. Korenmolenweg Voorz.compl.PPS Siddeburen Voorz. Meeroevers Voorz. Slochterhaven Voorziening dub.debiteuren Debiteuren Wet Werk en bijstand Vord. Verk.Vennootschap (Essent) Voorz.GR Bedrijf voor Werk en Reïnt Voorz. Gewezen Wethouders Totaal voorzieningen
Totaal Generaal
13.852.817 12.253.722 11.178.207 10.381.321
122.675 142.200 53.675 642.944 102.622 261.906 104.865 564.452 265.784
122.675 142.200 53.675 642.944 102.622 261.906 104.865 564.452 265.784
122.675 142.200 53.675 642.944 102.622 261.906 104.865 564.452 265.784
122.675 142.200 53.675 642.944 102.622 261.906 104.865 564.452 265.784
2.261.123
2.261.123
2.261.123
2.261.123
16.113.940 14.514.846 13.439.330 12.642.444
76
OVERZICHT VAN KAPITAALLASTEN 2015
OMSCHRIJVING
LASTEN
Rentelasten - lang geld (overzicht langlopende geldleningen) - lang geld financieringsbehoefte - kort geld financieringsbehoefte
BATEN
€ 1.452.000 € 8.000 € 86.000
Rente eigen financieringsmiddelen (overzicht reserves en voorzieningen)
€
563.988
Afschrijving
€ 2.633.081
Bankkosten
€
12.000
Doorberekende kapitaallasten : - afschrijvingen 2.633.081 - rente 2.223.491 € 4.856.572 Saldo kapitaallasten
€
101.503
€ 4.856.572
€ 4.856.572
Het saldo van ca. € 87.691 komt ten laste van de exploitatie.
Berekening financieringsbehoefte: Totaal geïnvesteerd bedrag Reserves en voorzieningen Aangetrokken geldleningen
€ €
€
58,6 mln.
€ €
54,1 mln. 4,5 mln.
16,1 mln. 38,0 mln.
Financieringsbehoefte
Om het tekort van ca. € 4,5 mln. op te vangen, sluiten we zoveel mogelijk korte kasgeldleningen af. Hierbij dienen we rekening te houden met het kasgeldlimiet. Het restant wordt gefinancieerd met lang geld kasgeldlimiet langlopende geldleningen
€ € €
4,3 tegen 2 % = 0,2 tegen 4 % = 4,5
77
€ 86.000 € 8.000
STAAT VAN OPGENOMEN LANGLOPENDE GELDLENINGEN 2015 Lening Nummer
99000002 99000004 99000005 99000009 99000010 99000012 99000013 99000015 99000017 99000018 99000019
Oorspronkelijk bedrag van de geldlening of het voorschot
679.080,46 726.048,35 1.361.340,65 3.176.461,51 7.000.000,00 7.000.000,00 5.500.000,00 5.000.000,00 6.000.000,00 7.000.000,00 7.000.000,00 8.000.000,00 58.650.452,85
Jaar
Omschrijving
2003 2003 1994 2001 2002 2003 2008 2009 2010 2011 2012 2014
B.N.G. 96624 SWS (annu B.N.G. 96446 B.N.G. 82092 B.N.G. 93485 B.N.G. 95810 B.N.G. 98624 B.N.G. 103981 B.N.G. 104854 B.N.G. 106034 B.N.G. 106445 B.N.G. 107493 Waterschapsbank Totaal Generaal
78
Jaar van Renteper Restantbedrag de (laat- centage van de geldste) aflening of het lossing voorschot aan het begin van het dienstjaar
2013 2018 2019 2026 2027 2013 2028 2029 2030 2031 2032 2034
4,510 4,360 4,620 5,185 5,100 3,980 4,970 4,180 3,800 4,420 3,080 2,670
0,00 181.512,11 272.268,15 1.524.701,52 3.640.000,00 0,00 3.850.000,00 3.750.000,00 4.800.000,00 5.950.000,00 6.125.000,00 8.000.000,00 38.093.481,78
Bedrag van de in de loop van het dienstjaar op te nemen/ opgenomen geldleningen of voorschotten
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
B e d r a g va n ______________________________ de rente of het de aflossing of rentebestanddee het aflossingsbestanddeel
0,00 6.553,39 10.159,52 77.810,37 183.175,24 0,00 188.461,72 156.492,33 180.994,52 249.512,03 187.084,69 211.756,60 1.452.000,41
0,00 45.378,02 54.453,62 127.058,46 280.000,00 0,00 275.000,00 250.000,00 300.000,00 350.000,00 350.000,00 400.000,00 2.431.890,10
Restantbedrag van de geldlening of het voorschot aan het einde van het dienstjaar
0,00 136.134,09 217.814,53 1.397.643,06 3.360.000,00 0,00 3.575.000,00 3.500.000,00 4.500.000,00 5.600.000,00 5.775.000,00 7.600.000,00 28.061.591,68
STAAT VAN GEWAARBORGDE GELDLENINGEN per 31 december 2014 doel v.d. lening naam geldnemer nr. leningbedrag 6 9 19 30 39 41 42 43 44 52 53 54 57 58 61 62 63 66 73 75 76 77 79 80 81 82 83
2.722.681 1.021.005 20.420 22.689 2.042.011 14.520.967 680.670 1.361.341 440.736 564.956 2.400.000 4.520.000 1.500.000 8.350.000 2.497.347 2.500.000 1.000.000 3.500.000 604.000 15.000 1.800.000 3.500.000 3.700.000 1.500.000 2.489.000 2.500.000
herfinanciering div. pojecten herfinanciering div. leningen uitbreiding gebouwen bouw kleedgebouw herfinanciering lening herfinanciering rijksleningen herfinanciering rijksleningen woningbouw herfinanciering herfinanciering herfinanciering herfinanciering nieuwbouw nieuwbouw herfinanciering herfin per 9 mei 2006 herfin per 15 nov 2005 herfin per 9 mei 2006 nieuwbouw herfin uitbreiding tenniscomplex aanleg golfbaan Schildmeer herfinanciering herfinanciering herfinanciering herfinanciering herfinanciering
St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren VV Froombosch tv Woldmeppers St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren Woonzorg Nederland St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren Stichting Mooiland St.Woningbouw Slochteren Woonzorg Nederland TV Siddeburen Golfver. Duurswold St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren St.Woningbouw Slochteren Woonzorg Nederland St.Woningbouw Slochteren
Ontwikkeling lening restantbedrag Achtervang saldo voor rekening WSW-nr begin dnstj. Slochteren 40 jr.lin 21657 1.701.675,75 850.837,88 vast 165.883,39 82.941,70 25 jr lin 816,8 pj afl 9.074,00 9.074,00 vast afl 1128,- pj 9.530,00 9.530,00 22971 158.480,46 79.240,23 20 jr ann. 2.480.485,54 6 leningen geen wsw-nrs 2.480.485,54 2.904.193,34 2 leningen 27227+27457 1.452.096,67 vast/geen afl tot 31-1 22967 680.670,32 680.670,32 25JR ANN 4123 693.965,81 346.982,91 382.247,88 191.123,94 22955 28407 178.407,26 89.203,63 33314 2.122.850,49 1.061.425,25 34393 4.045.642,38 2.022.821,19 34394 1.500.000,00 750.000,00 vast/geen afloss.tot 8 36157 8.350.000,00 8.350.000,00 ann 4,2 % 1.988.237,16 1.988.237,16 12 jr vast geen afl. 37471 2.500.000,00 1.250.000,00 4,159 30 jr 37595 1.000.000,00 500.000,00 25 jr ann 4,3% 38840 2.960.653,74 1.480.326,87 29 jr 13-7-2038 39402 604.000,00 604.000,00 vast afl. 1000,- pj 7.500,00 7.500,00 1.800.000,00 1.800.000,00 fixe 40804 3.500.000,00 1.750.000,00 fixe 42948 3.700.000,00 1.850.000,00 Ann 1.443.777,82 721.888,91 2.489.000,00 2.489.000,00 Ann 45546 2.500.000,00 1.250.000,00
Perc.dekking vorm lening 50,00% 50,00% 100,00% 100,00% 50,00% 100,00% 50,00% 100,00% 50,00% 50,00% 50,00% 50,00% 50,00% 50,00% 100,00% 100,00% 50,00% 50,00% 50,00% 100,00% 100,00% 100,00% 50,00% 50,00% 50,00% 100,00% 50,00%
TOTAAL GEWAARBORGDE GELDLENINGEN
woningbouw sport golfbaan
79
49.876.275,34
32.321.282,18 26.104,00 1.800.000,00
34.147.386
34.147.386,18
Activa Klasse 210 220 230 240 250 260 270 310 340 360 370 410 430 440 460 480 490 500
OVERZICHT GEACTIVEERDE KAPITAALUITGAVEN Omschrijfing afschrijving 2015 Gronden & terreinen economisch nut 23.780 Woonruimten economisch nut 2.978 Bedrijfsgebouwen economisch nut 1.067.838 Grond, weg & water economisch nut 213.274 Vervoermiddelen economisch nut 330.079 Machines, apparatuur, installaties econ.nut 412.103 Overige materiële vaste activa econ.nut 14.663 Gronden & terreinen maatschappelijk nut 1.165 Grond, weg & water maatschappelijk nut 524.356 Machines, apparatuur, installaties maatschappelijk nut 648 Overige materiële vaste activa maatschappelijk nut 0 Kapitaalverstrekking deelnemingen 0 Kapitaalverstrekking overige partijen 0 Leningen woningbouwcorporaties 22.968 Leningen overige partijen 0 Overige uitzettingen > 1 jaar 0 Bijdrage activa derden 19.231 Bestemmingsplannen 0 TOTAAL
2.633.081
80
Boekwaarde Boekwaarde per per 1-1-2015 31-12-2015 2.501.872 2.478.093 13.418 10.440 21.265.180 20.197.342 10.071.179 9.769.320 1.601.710 1.271.631 2.332.736 1.943.441 163.930 149.267 9.321 8.156 11.093.091 10.568.734 648 0 0 0 366.920 366.920 924.246 924.246 1.127.368 1.104.400 73.568 73.568 0 0 502.864 483.633 6.606.598 6.606.598 58.654.647
55.955.789
Rente Kapitaallasten 2015 2015 87.566 111.345 1.073 4.051 770.624 1.838.461 470.840 684.114 56.060 386.139 79.384 492.187 5.738 20.400 326 1.491 415.451 939.807 23 670 0 0 9.172 9.172 32.349 32.349 42.182 65.149 2.575 2.575 0 0 18.200 37.431 231.231 231.231 2.222.791
4.856.572
Overzicht personele sterkte
Begroting 2014
Begroting 2015
leden
loonsom
leden
loonsom
17,00 17,00
140.000
17,00 17,00
160.500 160.500
fte's
loonsom
Burgemeester en wethouders totaal
3,25 3,25
323.000
3,25 3,25
355.000
Management
3,89
4,83
Raadsgriffier
0,67
0,67
Beleid
10,94
10,94
Dienstverlening
37,80
34,97
IBOR
84,07
80,90
Middelen
34,50
32,50
Raad totaal
totaal
171,86
9.807.150
164,81
9.548.700
fte: fulltime-equivalent, is een rekeneenheid waarmee de personele sterkte wordt uitgedrukt. 1 fte is een volledige werkweek van 36 uur.
81
EMU-saldo
EMU-saldo Op basis van art. 19 lid d van de BBV moet er een berekening van het aandeel van de gemeente in het EMU-saldo worden opgesteld. Het EMU-saldo is het totale begrotingstekort dan wel overschot van alle Nederlandse overheden. Veelal wordt het EMU-saldo weergegeven in procenten van het bruto binnenlands product (BBP). Het tekort van een land mag maximaal 3% van het BBP bedragen. In de overzicht "Overzicht EMU-saldo" treft u het geraamde EMU-saldo van de gemeente Slochteren.
2014
Elementen EMU-saldo (x € 1.000) 1 Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitaties 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans wordt geactiveerd. 5 De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het Rijk, de Provincies, de Europese Unie en overigen 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitatie verantwoord 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 8 Baten bouwgrondexploitaties: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord 9 Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen 10 Lasten ivm tranacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten: 11 a. Gaat u effecten verkopen (ja/nee) 11 b. Zo ja, wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie Berekend EMU-saldo
82
2015
2016
-1.162 2.695 p.m.
-1.537 2.223 p.m.
-1537 2223 p.m.
3.252
811
445
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
0
0
0
nee
nee
nee
-1.719
-125
241